HOOGSTE HOTEL
IN
NEW YORK
12 cm
UW HAAR
EEN TINT
LICHTeR
TANTE P ATENT
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
(Vertaald uit het Deens)
door Grete Dölker-Rehder
mmm
Aantal „bijna-vliegongelukken" is
onrustbarend gestegen
Bar en Zuur
Hoogleraar werd
circusclown
POLYCLAIR
THUIS ZELF DOEN
17
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1962
Ons vervotgverhaai
mmmm
slip S&S
TUBE
2.65
Katy
EIKE AGENA
32)
Maar Eike dacht niet aan de vlucht.
Ze was veel te bang en voelde tege
lijkertijd, dat alleen maar iets, dat
uit haarzelf kwam, haar van hem
kon redden. Afwachtend, bevend en
toch nog op zich zelf vertrouwend
stond ze daar.
Tyge Taden stond nu vlak voor
haar en leunde tegen de tafel aan.
Hij zag er heel gemoedelijk uit, maar
met een brutale greep omklemde hij
plotseling haar arm en kneep zo hard
dat het haar pijn deed.
Er was nog altijd geen woord tus
sen hen gevallen. Maar nu schreeuw
de Eike angstig: „Jij? Wat wil je?"
Toen bracht hij zijn gezicht vlak
voor het hare en zei zacht en scherp:
,Je hebt me op je bruiloft een dans
geweigerd, Eike Flor. Die dans wil ik
nu van je, begrijp je, die dans.
Eike glimlachte bleek en hulpeloos:
„Neen, ik begrijp je niet, Tyge Ta-
den, we kunnen hier toch niet dan
sen."
Hij scheen haar niet gehoord te heb
ben. Hij zei: „Vroeger heb ik nooit
naar je gekeken, Eike Agena. Maar
sinds je Bertiens vrouw bent, laat je
me geen rust meer. Ik gun jou die
ouwe niet, je bent te mooi voor hem,
Eike Flor, begrepen?"
Eike schudde langzaam haar hoofd.
„Neen, ik begrijp je niet. Tyge Ta-
den," en terwijl ze haar ogen kinder
lijk naar hem opsloeg, vervolgde ze:
Ik ben immers nog te jong, om
je te Ipegrijpen."
Ze voelde Tyges adem langs haar
gezicht gaan en huiverde als in de
avondwind. „Je bent lief, omdat je zo
jong bent," zei hij, en er was iets in
zijn stem dat haar banger maakte dan
al het andere. Maar hij vervolgde
zacht en dringend als voorheen: „Jij
bent toch Bertiens vrouw. En toch ben
je in werkelijkheid nog een klein
meisje, dat met poppen speelt?" En
spottend, geringschattend keek hij
haar aan.
Eike was slim genoeg om direct te
voelen, dat het, om vrij van hem te
komen, misschien genoeg zou zijn om
te antwoorden dat ze inderdaad nog
zo'n klein meisje was.
Maar haar vrouwelijke fijngevoelig
heid gaf haar nog een ander antwoord
in. Ze strekte zich en zei: „Ik speel
met de pop niet omdat ik zo'n
klein meisje ben, maar" en even haal
de ze diep, bevrijdend adem „omdat
ik een moeder ben!"
De uitwerking van deze woorden
was verrassend. Tyge Taden liet on
middellijk haar arm los en week van
haar terug als van iets onaantast
baars. Nu was hij het die de zin van
haar woorden niet begreep. Hoe be
doelde ze dat? Een moeder? Maar,
hoe ze 't ook bedoelde, er ging op dat
moment zo'n ongewilde, eenvoudige
waardigheid van haar uit, dat Tyge
als geslagen in een hoek van de ka
mer stond en snel om zich heenkeek,
alsof hij in een kooi was, waaruit hij
zo gauw mogelijk wilde ontsnappen.
Aan het doel van zijn komst dacht
hij niet meer. Maar om tegenover
die kleine heilige een betere verkla
ring van zijn komst te geven, zei hij
plotseling bevelend: „Geef me dan on
middellijk de daalders! Daarvoor
heeft Hannis me trouwens hierheen
gestuurd. Ik moest ze komen halen."
Eike was nu volkomen kalm, haar
knieën trilden niet meer, en het bloed
steeg weer naar haar wangen. Ze was
niet geschrokken van zijn laatste
vraag. Want die daalders och, wat
betekenden die daalders voor haar?
Hannis zou ze wel graag willen heb
ben, hij had de bruiloft voor haar be
taald en daarom kwam het geld hem
ook werkelijk toe.
„Ja," zei ze, zonder er lang over
na te denken, „die kan Hannis wel
krijgen, ik wil de helemaal niet."
„Geef ze mij dan, ik breng ze hem,"
zei Tyge.
Op dat ogenblik klonk er een ge
luid bij de deur. Beiden keken om.
Daar stapte Bertien binnen met zijn
zware schipperslaarzen, hij zag dat de
deur van de mooie kamer open stond,
zag toen de beide mensen binnen
staan en verbaasde zich. Terwijl hij
omslachtig zijn voeten veegde op de
mat, hoewel het fijne, zuivere zand
ze helemaal niet vuil gemaakt had,
keek hij onder de klep van zijn pet
de kamer in, vertrouwde zijn ogen
niet, nam zijn pet af, wreef zijn ogen
uit en keek weer. Was daar een
man binnen? Ja, daar was een man
in zijn mooie kamer, en Eike was er
ook. Was die man Tyge Taden? Neen,
dat was toch niet mogelijk. Die was
een goed uur geleden nog met hem
bij Hannis Haulsen geweest. Hoe kon
hij dan zo vlug hier gekomen zijn?
Over de Bocht was hij niet gevaren,
dan had Bertien hem moeten zien.
Maar hij kon ook niet om de Bocht
gelopen zijn, want dat was voor een
man als Bertien een weg van drie
uur.
Hoe Bertien ook keek en met zijn
ogen knipperde, het hielp allemaal
niets, het was en bleef Tyge Taden.
Maar dan moest hij over de Bocht
gevlogen zijn!
Bertien vatte begroeting, hoogste
verbazing en alle vragen die in hem
opkwamen samen in een „Nou?"
waarvoor hij ternauwernood zijn lip
pen opende. Maar hij had zijn borste
lige wenkbrauwen bijna tot aan zijn
grijze haren opgetrokken. En daarbij
stond hij nog altijd op de mat voor
de drempel, hij kon het niet over zijn
hart verkrijgen, de hemelsblauwe
vloer te betreden.
Maar Tyge Taden trok zich niets
aan van de mooie verf onder zijn
voeten. Wijdbeens stond hij midden
in de kamer, met beide handen diep
in zijn broekzakken en met zijn rug
naar Bertien toegekeerd, net als hij
in het begin gestaan had. Hij keek
alleen maar even half over zijn
schouder en zei toen, zonder Bertien
verder aan te kijken:
„Vooruit, kom op met die daalders,
Bertien. Ik moet ze meenemen voor
Hannis."
Bertien, die nog maar nauwelijks
van zijn eerste verbazing bekomen
was, verborg een nieuwe verbazing
onder een onbewogen gezicht. „Neen!"
zei hij toen hard en vastbesloten.
Tyge, die nog altijd met zijn hele
lichaam naar Eike stond toegewend,
keek haar vanuit zijn ooghoeken aan
en glimlachte haar zo vertrouwelijk
toe, alsof ze allebei tegen Bertien sa
menspanden en alsof hij wilde zeggen:
wat is die ouwe van jou toch een
gekke kerel. Toen draaide hij zich op
zijn hielen om en ging slungelachtig
en heel gemoedelijk op een stoel aan
de tafel zitten. Nog altijd met zijn
handen in zijn zakken zei hij: „Je
bedoelt, dat het wel voldoende is dat
je hem een varken gegeven hebt?" I
Hij zag, dat de onverstoorbare Ber- j
tien schrok en zijn hand ophief, alsof i
hij hem tot zwijgen wilde manen. Een
ogenblik bleef hij naar Bertien kijken, j
toen wendde hij zich snel tot Eike en
zei: „Weet je, jouw Bertien Flor is
werkelijk een fantastische kerel! Die j
heeft me daar namelijk jullie hele I
varken aan Hannis Haulsen gegeven i
als dank voor de bruiloft."
Bertien voelde dat bij die woorden j
het zweet bij hem uitbrak. Nog altijd j
stond hij onbeweeglijk voor de drem- j
pel van zijn eigen kamer, en zijn stil- j
le ogen keken schuldbewust en als om
vergeving vragend naar Eike. Hij zag I
er nu hulpelozer en kinderlijker uit j
dan ooit.
Wat zou Eike doen? Wat zou ze j
zeggen? Zou ze gaan klagen? Zou ze j
hem verwijten maken? Zou ze schrik- j
ken? Hem een lichtzinnige kerel noe-
men? 1
Neen, Eike deed niets van dat al-
les. Eike, die al die tijd op dezelfde i
plaats bij de tafel was blijven staan, j
liep nu licht en vrolijk, als bevrijd, j
door de kamer, kwam voor Bertien
staan, legde haar beide smalle, witte
handen op zijn borst en zei: „Heb
jij dat gedaan, Bertien? Bertien, wat
goed van je! Nu zijn we Hannis niets
meer schuldig, neen, nu niet meer. i
En ik weet wel, dat de daalders eigen-
lijk van mij zijn. De bruiloftsdaalders j
zijn geschenken van de gasten aan i
de bruid. Maar, Bertien", ze deed een j
stap terug en keek hem vragend aan,
„wat moeten we met dat geld begin- j
nen? j
(Wordt vervolgd)
VIJFTIG verdiepin
gen hoog is Amerika's
nieuwste wolken
krabber, het Hotel
Americana, op de
hoek van Seventh
Avenue en 52nd.
Street in New York,
dat op 24 september
in gebruik genomen
wordt en waarvan
wij woensdag op deze
pagina al het een en
ander verteld heb
ben. „Americana" is
niet alleen het hoog
ste hotel van Ame
rika, maar ook het
meest-geautomati
seerde. Elk der bijna
2000 slaapkamers
heeft een eigen radio-
en televisietoestel,
een koelkast en een
telefoon voor interne
lokale en interlokale
gesprekken; in de gi
gantische keukens,
die op wetenschappe
lijke laboratoria ge
lijken gebeurt alles
tot en met het bor
denwassen machinaal
en wordt op elektro
nische monsterfor
nuizen gekookt en ge-
jakken. Onder het
gebouw is een garage
voor de gasten inge
richt, waarin men 300
auto's kan stallen en
voorts herbergt het
hotel een winkelgale
rij waar men vrijwel
alles kan betrekken
wat er in een flink
warenhuis te koop is.
In de vergader- en
congreszalen is plaats
voor ruim zesduizend
bezoekers die als dat
noodzakelijk is, alle
binnen een uur een
volledige in de eigen
keukens bereide
maaltijd geserveerd
kunnen krijgen. In de
receptieruimte is een
radio-installatie opge
steld, via welke men
ieder lid van het ho
telpersoneel, dat uit
gerust is met een
draagbaar ontvanger-
tje ter grootte van
een boorapparaat,
kan oproeven of op
drachten kan geven.
t'-W"
i-yf
VfUK
mm»--Ww
-"srj-arr
-s«r;;rMr
tmÊ
HET AMERIKAANSE federale bureau
voor de luchtvaart (FAA) is in het be
zit van een vertrouwelijk rapport met
mededelingen van allerlei piloten, die ter
nauwernood aan botsingen zijn ontsnapt.
De administrateur van het FAA, N. E.
Halaby, heeft op een persconferentie in
Washington verklaard, dat hij nog niet
heeft besloten of hij deze gegevens zal
publiceren. Hij uitte de vrees, dat de
niet geverifieerde cijfers zo over
dreven zouden kunnen zijn, dat publika-
tie meer kwaad dan goed zou doen.
In een publikatie is medegedeeld, dat
uit het rapport kan worden afgeleid, dat
per jaar meer dan 2900 incidenten, waar
bij een botsing, maar nauwelijks is uit
gebleven, voorkomen.
Hierover ondervraagd, verklaarde het
FAA, dat het bureau geen enkele inlich
ting over de inhoud van het overzicht
heeft gegeven. De meeste mededelingen
over nauwelijks voorkomen botsingen zijn
vermoedelijk afkomstig van piloten van
lichte vliegtuigen, die bijna in botsing
zijn gekomen met andere lichte vliegtui
gen en een enkele maal met een toestel
van een luchtvaartmaatschappij of een
militair vliegtuig, aldus Halaby. Hij ver
klaarde, slechts een voorlopig rapport te
hebben gezien en nog niet te hebben be
sloten wat hij zal doen met het defini
tieve, dat op 31 augustus had moeten
worden ingediend. Halaby zei dat het ge
middelde aantal meldingen van nauwe
lijks voorkomen botsingen acht jaar ge
leden al vier per dag bedroeg. Hij voeg
de hieraan toe, dat de veiligheid bij het
vliegen gestadig is toegenomen, maar dat
hetzelfde gold van de omvang van het
verkeer in de lucht, zodat het waarschijn
lijk is, dat de nauwelijks-voorkomen bot
singen een ernstig probleem zullen blij
ven tot het verkeer in de lucht zozeer
is verbeterd, dat het gevaar „tot het
kleinst mogelijke minimum" is geredu
ceerd.
Halaby deelde nog mede, dat hij kort
nadat hij 18 maanden geleden zijn func
tie had aanvaard aan de Flight Safety
Foundation te New York had opgedra
gen, deze studie te maken. Hij had ook
tot alle piloten het verzoek gericht, ge
vallen van nauwelijks voorkomen botsein-
gen aan de Foundation te melden.
Tevoren had een campagne van het
FAA om de piloten te verplichten, van
al dergelijke gevallen aan het bureau
kennis te geven, gefaald. De piloten had
den de indruk, dat de inlichtingen, die
zij verstrekten aan het FAA, tegen hen
zouden kunnen worden gebruikt voor even
tuele uitspraken met betrekking tot de
vraag, of zij veiligheidsvoorschriften had
den overtreden.
Kampen kranten nog wel eens een
dagje of zo met de beruchte komkom
mertijd, damesweekbladen blijken over
schier onuitputtelijke nieuwsbronnen te
beschikken. Vellen vol sappig nieuws,
of wat ervoor doorgaat en des
noods uit de duim gezogen. Een van
zulke bladen lanceerde onlangs de pri
meur dat zangeres Mieke Telkamp en
haar gemaal, de heer G. Zuur, voorne
mens waren een bar in de tuin achter
hun woning in Loosdrecht in te rich
ten. Het damesblad had Mieke een
nieuwe rol toebedacht: de gevierde
zangeres in de gastrol van aantrekke
lijke waardin om een ieder die dorstig
was (tegen betaling uiteraard) te ont
halen op een geestrijk dan wel procent-
arm drankje. Een ruimte naast de ga
rage, waar de piano staat, zou als ge
zelligheidslokaliteit dienen. Vertegen
woordigers van brouwerijen snelden
toe om de voorraden en de reclame
te verzorgen. De wanhopige heer Zuur
wist echter van niets. Wapperend met
exemplaren van het damesweekblad
wilden de reizigers in goudgeel schui
mend gerstenat haring of kuit. „Is er
dan geen plan? Waar blijft de ver
gunning?" „Ik weet helemaal van niets
en ik heb van deze publikatie, die elke
grond mist, al veel last ondervonden",
luidde het commentaar van Mieke's
echtgenote, de heer Zuur, die al zuur
der begon te kijken en het maar bar
vond dat zoiets maar straffeloos ge
beuren kan.
Clown Charlie Boas is via enkele uni
versitaire graden in het circus gekomen.
Twee jaar geleden was hij nog hoogle
raar in de geografie aan de universiteit
van Brits Columbia, maar hij gaf dit
werk op voor het circus. Nu is hij als
Professor Ui" een van de sterren in een
rondreizend circus.
De 35-jarige Boas is Amerikaan. Aan de
universiteit van Michigan studeerde hij
filosofie. Daarna doceerde hij aan twee
Amerikaanse universiteiten om vervolgens
in 1960 over te gaan naar de universiteit
van Brits Columbia in Canada.
„Dat was mijn academische zwanezang",
zegt hij. Want in 1960 besloot hij zich aan
de show business te gaan wijden, en dan
speciaal aan het circus, omdat hij meen
de dat hij als clown een succes kon wor
den. Boas is het type van de traditionele
clown De volwassenen, zo is zijn erva
ring, houden nog steeds van de oude
stunts, de „schmiere" zo ge wilt.
Boas zegt: „Een goed clownsnummer
is in werkelijkheid een lachspiegel die men
zijn medemens voorhoudt. Daarom lachen
ook volwassenen er om.
Boas heeft zijn gezin ook de sprong la
ten maken van de hogeschool naar het
circus. Mevrouw Boas verkoopt nu kaart
jes aan de kassa, de zevenjarige zoon doet
af en toe mee aan het clownsnummer en
de vijfjarige dochter loopt mee in circus
stoeten.
Toch heeft Boas het doceren er niet
geheel en al aan gegeven: hij is de on
derwijzer en leraar van de 28 kinderen
van zijn collegae-circusartiesten.
MEENDEN WE VORIG JAAR, op gezag van de schoe-
nenmodevorsten, dat de hoge hak had afgedaan, nu is hij
toch weer gaan groeien. In het komende winterseizoen
zal hij een recordhoogte bereiken van 12 cm! Dit en nog
andere nieuwtjes op het gebied van de schoenenmode wer
den ons onthuld tijdens een show van het Modecentrum
van de schoenen en lederwarenbranche, waarbij de meeste
Nederlandse fabrikanten zijn aangesloten.
-
Advertentie
ZEER GELEIDELIJK con
stateren we een ontwikkeling
naar de meer ronde leest. De
hak is aangepast aan de lijn
van de schoen en zo zien we
bij de lage en halfhoge hakken
een tamelijk brede leest, ter
wijl de hogere hakken met een
slanke en vrij spitse leest een
harmonisch geheel vormen.
VOOR DE aanstaande win
ter lijkt, gezien de getoonde
collectie, de variatie dus wel
zeer groot. Er zijn veel hoog
gesloten pumps met klepje,
gesp of geplisseerd bovenstuk
en verder a-symmetrische mo
dellen, aan de ene zijde vrij
wel geheel weggesneden, aan
de andere kant gegarneerd met
twee smalle bandjes. Deze
bandjes, op de meest verschil
lende wijzen aangebracht, zijn
overigens kenmerkend voor dit
seizoen. Zwart suède maakt in
bescheiden mate weer opgang
in het meer geklede genre. Dit
bijzonder chique materiaal
vereist wel meer onderhoud,
maar met de tegenwoordige
onderhoudsmiddelen is het
niet zo'n enorme zorg meer als
vroegerDe nieuwe schoe-
nenkleuren harmoniëren per
fect met het kleurengamma
dat de haute couture voor het
aanstaande seizoen decreteert:
warmbruin tot roodbruine tin
ten, koper en donkerblauw. De
„shadow finish" is in beschei
den mate toegepast, waardoor
bepaalde kleuren verzacht
worden. Voor het sportieve
schoeisel worden vooral doffe
leersoorten verwerkt, terwijl
het geklede genre een uitge
sproken voorkeur demon
streert voor gladde leersoor
ten in aniline, semi-aniline en
lak. Aparte effecten zijn be
reikt bij pumps, waarin twee
leersoorten of contrasterende
kleuren met elkaar gecombi
neerd worden, onder andere
in kalfsleer met veulen of
slangeleer.
DERNIER CRI zijn de hoge
laarsjes die beslist niet alleen
voor bij slecht weer bestemd
zijn, maar echt als een nieuwe
mode-rage beschouwd willen
worden. Ze zijn belangrijk ho
ger dan het vorig jaar, echte
kuitlaarzen die een beetje mo
gen afzakken en wat plooien
vormen. Flatteus kunnen we
ze beslist niet vinden, noch
zelfs praktisch met het half
hoge bokaalhakje, dat niet ge
schapen lijkt voor b.v. een fer
me sneeuwwandeling. Nappa
leent zich uitstekend voor deze
laarsverwerking. Het sluit goed
qm de voet, is soepel en kan
daardoor over de enkel sterk
ingehaald worden, waardoor
het naar boven weer wijd uit-
kolkt.... Dit materiaal kan
niet gevoerd worden, daarmee
zou het haar soeplesse verlie
zen, ook rubberzolen zijn ta
boe bij deze verwerking. Char
manter vonden wij de lagere
„booties" in frisse tinten, die
sportief en elegant aandoen.
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
COHTRIUHT «WAN PBATITW3» BYVbtrAft
12. In de nachtgelegenheid waar de bevallige zwar
te Lola danste bestond het publiek merkwaardiger
wijs uitsluitend uit heren. Het was overigens een
bijzonder tevreden publiek dat met voldoening naar
de artistieke verrichtingen op het podium keek en
ondertussen champagne dronk. „Ik durf me niet zo
goed naar voren te dringen," dacht tante Patent.
„En hoe moet ik haar een van mijn pepermunt
jes toedienen?" Toen schrok ze want plotseling
doemde een grote zware barse figuur voor haar op.
Het was de heer Scabroso. Hij was de eigenaar van
de nachtclub en hij zag duidelijk dat tante Patent
niet in zijn etablissement thuishoorde. Zoveel men-,
senkennis had hij wel. Hij keek haar woedend aan
en blies de rook van zijn sigaar in haar gezicht.
Tante Patent deinsde achteruit. Maar weggaan
deed ze niet. Nee nee, ze kende haar plicht. Hier
moest iets gedaan worden. Het Moraal-hormoon was
hier dringend nodig.
42. Hoewel Panda nog aanhoudend protesteerde,
twijfelde Agent Snoopkens er geen ogenblik aan dat
hij een goede vangst had gedaan. „In naam der wet!"
zo riep hij plechtig uit. „Je bent mijn arrestant! En
nu geen praatjes meer!" Inderdaad hielden alle praat
jes in de tent hier op, want tot de verrassing van
de wetsdienaar zowel als van Panda kwam op dat
ogenblik het tentzeil naar beneden. Wij weten, dat dit
door toedoen van Joris Goedbloed gebeurde, maar voor
de inzittenden van de tent was het nogal verwarrend.
Joris nam echter niet de tijd tot het geven van uit
leg. „Kwiek aangepakt nu!" hijgde hij, terwijl hij
koortsachtig in het tentzeil groef waar eens de ingang
was geweest. „Justitia longa, tempora brevis, zoals
de Ouden reeds zo fijntjes opmerkten om duidelijk te
maken dat men op moet schieten wil men een diender
te snel af zijn Zo prevelende had hij in alle ver
warring eindelijk een lichaamsdeel van Panda aange
troffen, en hiermee zette hij het nu snel op een lopen
Panda-zelf begreep nauwelijks wat er aan de hand
was, maar aangezien hij zowel de strenge agent als
het benauwde tentzeil achter ziet liet, dacht hij er
niet aan om tegen te stribbelen.
Alleen Agent Snoopkens was niet met de gang van
zaken ingenomen. Hij verhief zich onder het zeildoek
en riep herhaaldelijk „In naam der wet," maar op
zijn kreten werd geen acht geslagen.