ZESHONDERD MILJOEN
„KASSIEKIJKERS"!
TANTE PATENT
-4
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
Slimme „dubbelparkeerders"
ontspringen steeds de dans
Schooljaar in Rusland
en Polen begonnen
5/V
ÏTJ'
B
(Vertaald uit het Deens)
door Grete Dölker-Rehder
Amsterdams
x Allerlei
x
Elektronische
verkeersagenten
Een observatorium
aan luchtballons
f.
sr A t
6
MAANDAG 17 SEPTEMBER 1962
7
Ons vervolgverhaal
Kerkelijk nieuws
O*?'
fliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
EIKE AGENA
34)
I Tyge Taden was zo in zijn opwin-
dende spel verdiept, dat hij niet
merkte dat de ebstroom hem uit de
Bocht trok, dat de boot alsmaar be-
gon te draaien en zacht draaiend in
de richting van de open zee dreef,
i Maar zelfs als hij het gemerkt had,
zou het hem onverschillig geweest
zijn. Het spel met de daalders was
I op dat ogenblik een hartstocht voor
hem, het enige waar hij zich mee
bezighield.
Met zijn volle hand greep hij nu in
de schaal en met woedende gebaren
slingerde hij het over boord.
„Kinderen, kinderen," zei hij weer,
„denken jullie nu werkelijk, dat ik
jullie geld aan Hannis zou geven, die
boef? Ik ben zelf een boef, daarom
hebben jullie het me gegeven. Maar
wat zou ik er mee moeten doen. Ik
zou het opvreten en verzuipen, ver
gooien en verdoen! Ik zou een nog
grotere schoft worden dan ik al ben,
door jou, Eike, door jou! Of denk je
dat je een engel van me kunt maken
met je geld, zo een als jij bent, met
ie grote, heilige ogen. Jij? Ten
slotte schreeuwde hij haast over het
rustige, maar onzichtbaar naar zee
stromende water en in de eindeloze
verte. Hij sprong op in de slingerende
boot, graaide nu met beide handen in
de tinnen schaal en strooide de daal
ders als zaad naar rechts en links,
in zee. En steeds maar weer bukte
hij zich en toen er tenslotte niets
meer in was, greep hij de schaal zelf
en slingerde hem met een juichkreet
in het water, waar hij steeds maar
om zijn as draaiend, langzaam naar
zee dreef, want hij was met de open
kant naar boven in de golven terecht
gekomen. Toen lachte Tyge Taden
schril en het klonk als een vogel, die
over het water krijst. Maar hij was
ook weer even snel ontnuchterd, als
die roes over hem gekomen was. Hij
had geen spijt van wat hij gedaan
had. Hij schrok ook niet van zichzelf.
De daalders waren weg, goddank wa
ren ze weg! Hij liet zich terugvallen
op de bank, greep de riemen en zag
al spoedig, dat hij ver afgedreven
was. Het was nu onmogelijk gewor
den, Lissum nog te bereiken, daar
was geen water meer. De enige mo
gelijkheid was, naar de open zee te
roeien en daar zes uur te wachten,
tot de vloed opkwam. Maar dit leek
Tyge niet erg aanlokkelijk, want de
bliksem flitste al en de donder, die in
de verte rolde, begon steeds dichter
bij te komen. Maar hij kon ook nog
naar de witte Knee terug gaan, daar
was nog voldoende water. Alleen
moest hij er voor zorgen, dat hij Ber-
tien en Eike daar niet tegenkwam
want die hoefden het niet nu al te
weten, wat er met hun daalders ge
beurd was.
Krachtig roeide hij tegen de stroom
in, en het lukte hem nog net, de boot
naar de steiger te brengen, waar hij
al bijna in de modder lag. Hij maak
te hem vast, legde de doek, omdat
het waarschijnlijk al gauw zou gaan
regenen, zorgzaam onder de bank,
sprong toen als een hazewind over
het strand en verdween in de duinen.
Gebukt liep hij door het zand, en
er was niets van hem te zien, behalve
zijn gele haardos, die zo nu en dan
boven het grijze helm uitkwam; even
later liet hij zich van de steile helling
van een hoog duin afglijden en kwam
weer op het strand terecht. Daar ruk
te hij zich de kleren van 't lijf en
sprong de aanrollende golven tege
moet, liet zich door 't schuim be
spatten, sprong toen weer, als een vis
uit een snelle stroom, uit de branding
te voorschijn, zwom met krachtige
slagen over de open zee en verwij
derde zich hoe langer hoe meer van
het strand. Hij voelde een razende
levenslust in zich, een gloeiende
vreugde. £elfs de gedachte, hier afge
mat te raken, het reddende strand
niet meer te kunnen bereiken, door
het water in de diepte getrokken te
worden, schrikte hem niet af. Je leef
de, zolang je leefde, en als je dood
was, was je dood.
Het onweer ontlaadde zich nu met
volle kracht. Een plotseling opgesto
ken storm huilde door de lucht, trok
wolken van zand omhoog, die werve- j|
lend langs het strand trokken en j|
striemde de zee, die woedend begon
te schuimen. De hemel was diepzwart
geworden, evenals de eindeloze vlak- s
te van de zee. Schelle bliksemschich-
ten flitsten door de lucht, de donder
overstemde het huilen van de wind
en het bruisen van de branding, de
regen stroomde ruisend omlaag.
Glanzend en stralend in de duister-
nis om hem kwam Tyge tenslotte
weer tevoorschijn uit de woedend ko-
kende watermassa's.
Zoekend keek hij om zich heen naar |g
zijn kleren, tot hij zag, dat de golven s
ermee speplden. Hij raapte ze bij el-
kaar, maakte er een nat, druipend g
bundeltje van, legde het lachend op
zijn hoofd, en liep nu, kaarsrecht en
met zijn armen zwaaiend, langs het g
strand. g
Tenslotte kwam hij bij de heide-
duinen. Hij nam zijn kleren in zijn g
hand en klom op de hoogste top, g
naakt als hij was. Wat jammer,
dacht hij, dat er nu niemand van Lis- g
sum komt. Hij zou zo graag iemand g
aan het schrikken maken, hier in de g
donkere eenzaamheid, een van die g
brave oude boeren bijvoorbeeld, of g
zo'n ouwe visser, of nog beter een g
van hun vrouwen.
Ze zouden denken dat hij Neckepenn g
was, een naakte Neckepenn, plotse-
ling opdoemend uit de struiken. Maar
er kwam geen mens, hij bleef vol- g
komen alleen. g
Toen sprong hij maar weer naar g
beneden, rende tegen een volgend g
duin op, bleef daar weer staan, om g
zich heen loerend. Maar er kwam
niemand. H
Tenslotte rende hij suizend van het g
laatste duin af, met zijn armen wijd g
uitgespreid, als een vogel die zich af-
zet. g
Op de weide zag hij de geiten van g
Flor staan. Hij liep erheen, bleef g
daar staan in de wind en keek pein- g
zend op de dieren neer. De storm g
woelde door zijn natte haar, dat hem g
om de oren kletste. Hij klopte de g
beesten op hun koude, magere rug- g
gen en zei: „Jij wordt gauw geslacht g
en jij wordt gauw moeder, en dat is
allebei moeilijk". g
Maar toen hij er, overmoedig over g
begon te denken, zo als hij was, door g
Lissum te lopen, dacht hij opeens aan g
zijn eigen moeder. En toen werd de g
brutale kerel plotseling een deemoe- g
dige knaap, en snel trok hij zijn nat- g
te kleren weer aan. Zijn moeder was g
het enige wezen op de hele wereld, g
waarvoor Tyge respect had. En g
daarom drukte hij zijn vuisten in g
zijn zijden en rende naar huis.
Bertien en Eike zaten intussen g
zwijgend tegenover elkaar en verme- g
den het, elkaar aan te kijken. g
Ze dachten allebei hetzelfde: was g
Tyge normaal of was hij niet goed
bij zijn hoofd? En het kwelde hen, g
dat ze dat dachten.
Toen het onweer over was, liep Ber- g
tien naar het strand om te kijken of g
de storm zijn netten beschadigd had. g
Hij schrok, toen hij er kwam, want g
wat was dat? Uiterst langzaam en g
aarzelend liep hij naar de steiger, en g
hij kon zijn ogen niet geloven. Want
daar lag zijn boot, de boot waarmee g
Tyge de daalders naar Lissum ge- g
bracht had. Een goed uur geleden g
nog had hij, evenals Eike, met zijn g
eigen ogen gezien, dat Tyge over de g
Bocht gevaren was. Tot bijna in het g
midden van de Bocht hadden ze hem
nagekeken, en daarna hadden ze nog
zijn stem gehoord, die zich steeds
verder verwijderd had.
Hoe kwam die boot dan weer hier?
Vanzelf kon hij toch niet hier geko
men zijn. Bertien liep verder naar
de steiger en zag dat hij weer be
hoorlijk vastgelegd was aan de ket
ting. Tegelijkertijd ontdekte hij de
netjes opgevouwen wollen doek onder
de bank.
Hij nam de doek op, keek er lang
en peinzend naar en begreep niet wat
er gebeurd was. Tyge was hier niet,
en de daalders waren er ook niet.
(Wordt vervolgd)
Van onze Amsterdamse redacteur)
DE TROTTOIRBAND van het Damrak te Amsterdam is roodgeblokt en de
verkeerspolitie hoopt, dat de vreemdelingen, die vaak de verkeersborden over
het hoofd zien, hieruit zouden begrijpen, dat men ter plaatse niet mag parkeren.
Het is vergeefse moeite geweest want er staan doorlopend auto's. Een enkele
plaatselijke krant en vele ingezonden stukkenschrijvers hebben zich geërgerd aan
deze „nonchalance" en „sabotage" van de automobilisten. Zij eisten van de
politie, dat er streng zal worden opgetreden.
HET IS INMIDDELS wel duidelijk ge
worden dat dit alles niets uithaalt. Zij,
die hun auto op het Damrak en andere
verboden plaatsen parkeren weten meestal
best dat zij in overtreding zijn, maar ze
zien eenvoudig geen andere oplossing. Het
zijn met name de niet-Amsterdammers,
die „aan de pan blijven hangen". Zij we
ten niet, dat de politie langs Damrak en
Rokin zeer actief is met bonnetjes.
De Amsterdammer echter „dubbel-
parkeert" zijn auto bij voorkeur op de
grachten of in de Kalverstraat (waar
een stopverbod geldt) maar hij weet,
dat de politie op die plaatsen om de
een of andere onbegrijpelijke reden de
ogen sluit. Het parkeervraagstuk van
Amsterdam is zo langzamerhand een
beschamende zaak geworden. Hoe ac
tief het stadsbestuur zich de laatste
jaren op velerlei gebied ook heeft ge
toond, het toenemende verkeer en de
daaruit voortvloeiende problemen heeft
het consequent omzeild.
DAT HET ook anders kan bewijst de wils
kracht, waarmee Rotterdam verbetering
brengt in zijn openbaar vervoer en het
verruimen van de parkeergelegenheid. O,
zeker, er zijn de laatste jaren tal van
rapporten en nota's over deze Amsterdam
se problemen verschenen, waarin zelfs be
paalde suggesties zijn gedaan, maar daar
bij is het gebleven. De stadsbestuurders
wijzen op hun gebrek aan financiële mid
delen, maar de gewone man zal zich daar
bij afvragen, waarom men dan plannen
maakt. Een particulier laat toch ook geen
plannen uitwerken voor een prachtige bun
galow als hij nauwelijks de huur van een
arbeiderswoning kan opbrengen?
SOMMIGEN hadden wellicht verwacht,
dat de gemeenteraadsverkiezingen, die
maar liefst 17 nieuwe gezichten in de ge-
SIR WILLIAM Glanville, hoofd van
het Britse „Hammondworth-laborato-
torium voor verkeersonderzoek"ver
wacht, dat elektronische verkeersagen
ten in de naaste toekomst het verkeer
zullen regelen. „In de komende decen
nia zal de elektronische apparatuur dus
danig geperfectioneerd worden, dat zij
de taak van een verkeersagent kan
overnemen", aldus Sir William in een
interview. Hij is leider van de groep
Britse verkeersdeskundigen en weten
schapsmenen op het internationale con
gres voor wegveïligheid, dat in Salz
burg door 1.000 gedelegeerden uit 30
landen wordt bijgewoond.
Sir William zei, dat in enkele grote
steden in Groot-Brittannië en de Ver
enigde Staten reeds veelbelovende vor
deringen zijn gemaakt met de elektro
nische verkeersregeling en dat op het
ogenblik in beide landen bestudeerd
wordt, hoe men de actieradius van
elektronische ogen nog vergroten kan.
Elektronische ogen in feite ver
fijnde camera's worden op kruis
punten geplaatst ter regeling van de
verkeersstromen. Zij tellen de aantal
len voertuigen, die uit de verschillen
de richtingen naderen en bedienen de
verkeerslichten op dezelfde manier als
een verkeersagent. Wij zijn voornemens
het verkeer door een computer per
kruispunt te koppelen. In een controle
centrum zal een „robotbrein" de inko
mende gegevens der elektronische ogen
verwerken en op die basis de verkeers
lichten op de beste manier inschakelen.
Eén elektronisch oog zal tevens on
middellijk elke verkeersopstoping re
gistreren en naar het controlecentrum
doorgeven. Andere elektronische ogen
zullen aangeven in welke straten het
verkeer op dat ogenblik stil is. Uit de
ze gegevens zal het centrale elektroni
sche brein onmiddellijk de beste omlei
dingsroutes berekenen waarlangs de
automobilisten hun plaats van bestem
ming kunnen bereiken. „Deze informa
tie gaat naar het kruispunt waar de
automobilisten wachten. Zij zullen dan
een signaal krijgen in de trant van
„neem de eerste plaats link."
meenteraad hebben gebracht, enige wijzi
ging zouden brengen in het verkeersbeleid.
Zij zullen, zo vrezen zij, bedrogen uitko
men. De eerste vergadering van het nieu
we college was een weinig verheffend voor
teken van wat men in de komende be
stuursperiode kan verwachten. Socialisti
sche en communistische raadsleden debat
teerden woedend, rood-aangelopen en met
overslaande stem over de Berlijnse muur.
Nimmer hebben wij bij de aan zulke woor
denwisselingen deelnemende lieden een
dergelijke opgewondenheid bespeurd als
het ging over puur-Amsterdamse aangele
genheden
Arti in de steigers
OP DE HOEK van het Rokin en het
Spui staat een gebouw in de steigers, waar
een kleine 125 jaar geleden de kunstenaars
sociëteit „Arti et Amicitiae" werd geves
tigd. Het zal maar een tijdelijke operatie
zijn, want over een dik jaar zal het ge
bouw er weer als nieuw uitzien en wor
den de deuren opnieuw geopend voor de
kunstenaars van dit genootschap. „Arti"
werd in de vorige eeuw opgericht door
beeldende kunstenaars, die hier wilden sa
menzijn en er een mogelijkheid voor ex
poseren wilden hebben. Dat is vele jaren
goed gegaan, tot echter de fundamenten
van het gebouw begonnen te zakken en al
gehele restauratie noodzakelijk werd. Die
restauratie heeft thans plaats. Het geld
voor de verbouwing werd verkregen uit
de verkoop van een pand, dat het genoot
schap in de Kalverstraat bezat, als tegen
1964 het jubileumfeest wordt gevierd zal
dat zijn in het vernieuwde gebouw, dat
dan naast de sociëteit weer zal beschikken
over twee fraaie expositiezalen. Misschien
dat velen de gevel niet zo mooi vin
den. Het is echter wel een gevel die ka
rakteristiek is voor de 19de eeuw en die
als zodanig met steun van Monumenten
zorg voor het nageslacht bewaard zal blij
ven.
Nieuwe „Poort"
NAAST HET Amsterdamse hoofdpost
kantoor staat „Die Port van Cleve" in
de hoofdstad gemakshalve aangeduid met
„De Poort". Daar heeft een dezer dagen
een jubileum plaatsgehad: directeur D. W.
Kapelle had veertig jaar lang het bedrijf
geleid, waar zijn vader in 1884 is binnen
gestapt en waarin zijn zoon hopelijk nog
vele jaren de scepter zal zwaaien. De
Poort is een zaak met traditie. Bekend is,
dat de biefstuk hier wordt genummerd en
dat men nu reeds de vijf miljoen nadert
Maar traditie is ook, dat de kelners witte
schorten dragen, dat de lunch van een mar
meren tafelblad wordt genuttigd en dat de
bestellingen luidkeels aan het buffet wor
den doorgegeven. De heer Kapelle heeft
echter begrepen, dat een zaak niet alleen
van traditie kan bestaan en bij de jongste
modernisering, waarbij de hotelaccomodatie
tot 130 bedden werd uitgebreid, is tevens
een'restaurantzaal ingericht, waar de gas
ten worden bediend op de wijze, die over
al elders gebruikelijk is. Maar gelukkig
is er dan nog die benedenzaal voor dege
nen, die zelfs in deze tijd nog prijststellen
op stijl en traditie.
De Parijse modeontwerper Jacques
Heim heeft voor enkele van zijn avond
toiletten schoentjes ontworpen die van
buiten geheel met bonte vogelveertjes
bekleed zijn. Om op gevleugelde voe
ten door het leven te gaan.'
Ook in de Sovjet-Unie zijn de 38
miljoen leerplichtige kinderen
van kleuters tot tieners thanse het
nieuwe schooljaar begonnen. Zij dra
gen als lagere scholieren een soort
uniform: de meisjes simpele bruine
jurken met witte schorten, de jon
getjes grijs-blauwe tunieken met wit
te kraag en rode das, een soort po-
litiemutsje en een ceintuur met em
blemen. De middelbare scholen en
universiteiten met nog eens 1.8
miljoen leerlingen en studenten
beginnen tegen het einde dezer maand.
Dit jaar is de leerplicht van zeven
tot acht jaar verlengd. Volgens de
Sovjet-autoriteiten zijn voor het on
derwijs aan de Sovjet-kinderen thans
twee miljoen onderwijskrachten be
schikbaar.
Bij de aanvang van het nieuwe
schooljaar hebben ook de vier Rus
sische kosmonauten ren steentje aan
de opvoeding willen bijdragen. In de
kranten is een door hen onderteken
de oproep aan de leerlingen gepubli
ceerd, waarin dezen worden aange
spoord, hard te studeren „want lang
en moeilijk is de weg van de mens
naar andere werelden en alles begint
op de schoolbanken".
In Polen heeft, volgens een be
richt uit Warschau, de r.k. primaat,
Stefan kardinaal Wiszinsky, de jeugd,
aangespoord, vrijwillig godsdienston
derricht te volgen nu dat op de
openbare scholen is verboden. In
overvolle kerken is een tot de ouders
en de jeugd gericht herderlijk schrij
ven van de kardinaal voorgelezen,
waarin o.a. wordt gezegd: „Ik smeek
u, jonge mensen, niet na te laten
naar het godsdienstonderwijs-te ko
men. ik vertrouw, dat gij, ouders,
ervoor zult tbrgen, dat uw kindeïën
godsdienstonderricht ontvangen en de
generatie, die het geloof zal moeten
overdragen aan het volgende millen
nium zult beschermen". Critiek op
de autoriteiten hield de in gematig
de bewoordingen vervatte brief niet
in.
TWEE BALLONNEN zullen volgend
jaar een reusachtig Amerikaanse telescoop
op een hoogte van 24 km boven de aarde
brengen. De geleerden hopen met dit in
strument scherpere foto's van Mars, Venus
en verschillende sterren te verkrijgen dan
*ot dusverre ooit gemaakt zijn. Deze tele
scoop zal op een afstand van 16 km nog
voorwerpen met een breedte van ongeveer
15 cm kunnen waarnemen.
DE TELESCOOP zal in februari of maart
gelanceerd worden in Palestine, Texas.
Met de eerste vlucht van deze „Strato-
scope II" zal een bedrag van 336.000 dollar
gemoeid zijn. De ballons met hun zware
last zullen in de lucht heen en weer
zwaaien als de slinger van een klok, maar
er zullen voorzieningen getroffen worden
om de telescoop vrijwel onbeweeglijk op
zijn plaats te houden om scherpe foto's mo
gelijk te maken.
De beweging van de telescoop mag
gedurende ten minste een uur niet groter
zijn dan een zesmiljoenste gedeelte van
één graad!
Dr. Schwarzchild van de Princeton
Universiteit, die directeur is van het pro
ject, hoopt dat men via de telescoop een
duidelijker beeld zal krijgen van de „witte
vlekken" op Venus en de „kanalen" van
Mars. Elke vlucht zal slechts een nacht
duren. Bij het aanbreken van de dag zal
er een hoeveelheid helium uit de ballonnen
ontsnappen op „bevel" van een radiosig
naal dat gegeven zal worden door een
vliegtuig. Daardoor zal de telescoop dalen
tot 1500 meter, waar een helikopter het
apparaat oppikken zal en het voorzichtig
tot op de grond zal laten zakken.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Bennekom (vac. C. Vos)
(toez) E. J. Schimmel te Oud-Beijerland
te Nieuwerkerk. d. IJsel (toez.) C. Baas
te Hèaften.
t i L 2*
Geref. Kerken
Benoemd tot hulpprediker te 's-Graven-
hage-Moerwijk I. Groenenberg, laatstelijk
predikant te Nieuweroord (Dr.).
Geref. Gemeenten
Tweetal te Barneveld P. Blok te Dirks-
land en L. Rijksen te Rotterdam-West.
MET EEN ENORME SNELHEID breidt de televisie zich
over de wereld uit. Men taxeert dat de t.v. thans reeds zes
honderd miljoen kijkers bereiken kan. In Amerika heeft de
televisie haar grootste verspreiding: hier zijn 57 miljoen ont
vangers in gebruik. Engeland is een goede tweede met 12 mil
joen toestellen, Japan heeft er acht miljoen, West-Duitsland
en de Sovjet-Unie delen de vierde en vijfde plaats met elk
6 miljoen t.v.-apparaten. In Japan heeft meer dan de helft
van het aantal gezinnen een toestel en zenden drie t.v.-netten
kleuren-televisie uit.
De landen achter het IJzeren Gordijn hebben ook alle
televisie. In China, dat in 1958 met een eigen net begon, zijn
nog slechts 100.000 toestellen in gebruik: een gevolg, naar
men meent, van de duurte en de materiaalschaarste in het
rode Hemelse rijk. Meer dan 40 landen kennen een of andere
vorm van reclame-t.v. In 30 staten is de televisie in handen
van particuliere ondernemingen, in 38 andere wordt zij dóór
de staat beheerd.
Landen mei
relevisie
SOVJET -UNIE
*r A
Japan
Japan
Hawaii
AFRIKA
S.Arabië
Nigeria Rhod'
N-Zeel.
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
14. „Zo, ik heb mijn plicht gedaan," dacht tante
Patent, toen ze de nachtclub verliet. „Het zal daar
nu wel anders worden, nu ze mijn Moraal-hormoon
hebben ingenomen." Wel, dat bleek inderdaad zo
te zijn. De eigenaar, meneer Scabroso, was buiten
zichzelf van schaamte en berouw. „Wat heb ik ge
daan?" kreet hij. „Ik laat artiesten optreden die
slechts in veren gekleed zijn! Hoe ben ik daartoe
gekomen? Ik zal het nooit weer doen? Ook de scho
ne Zwarte Lola was diep onder de indruk en ten
zeerste beschaamd. „Geef mij een wollen mantel
pak riep ze uit. „Of een donkere japon met
een hooggesloten kraagje!" De heer Scabroso greep
zijn jas van de kapstok en wierp het kledingstuk
over de schreiende Lola. Het publiek keek verbaasd
toe. De heren dronken hun champagne niet verder
uit en verlieten mompelend de Bar. Inplaats van
dankbaar te zijn over de verandering die zich vol
trokken had, waren zij boos en ontevreden. De heer
Scabroso sprak de weggaande klanten toe. „Excuses,
sprak hij. „Ik beloof u dat mijn artiesten voortaan
altijd keurige japonnen zullen dragen. Tot de hals
gesloten, mijne heren, tot de hals
44. Het was nog vroeg in de morgen en Panda was
nog nauwelijks uitgerust, toen hij alweer gewekt werd
door Joris Goedbloed. Deze verrees fris en opgewekt
van zijn legerstede en sprak luchtig: „Kom, kom,
baaske! De morgenstond heeft goud in de mond! Lach
tegen de nieuwe dag! Hoort de vogelkens al zingen
op hun tak! Sta monter op, begin met goede moed,
want vandaag gaan wij op volle kracht een aardige
schat zoeken!" „Niks daarvan," zei Panda knorrig,
„Ik denk er niet aan om met jou naar die schat te
gaan zoeken. Dat wordt vast weer een vuil zaakje en
daar wil ik niets mee te doen hebben. Het enige
wat ik wil ii mijn boek, zodat ik het eerlijk terug kan
brengen naar de bibliotheek!"
„Maar ventje toch!" riep Joris uit. „Mét mijn klas
sieke leermeesters voeg ik u waarschuwend toe: de
intelligentia nil nisi bonum, hetwelk betekent dat een
weinig nadenken nooit schaadt. Wie veronderstelt gij
heeft dat boek weggenomen? De onuitsprekelijke ISEN-
GRIM, NIETWAAR? En waar veronderstelt gij, dat
deze zich met boek en al bevindt? Denk daar eens
rustig over na!" Hij had het bij het rechte eind De
onaangename graaf had minder geslapen dan Panda
en Joris, en was al lang, mèt het boek, de stad uit
gegaan. Op dit ogenblik liep hij met rappe tred over
een landweg, terwijl hij zich bezig hield met heb
zuchtige gedachten. „Grr!" dacht hij. „Ik weet die
schat te vinden en ik zal hem hebben! Anders word
ik kwaad!"