Spanning op arbeidsmarkt remt economische groei MINISTER ZIJLSTRA'S MILJOENENNOTA Regering staat open voor betere verhouding met Indonesië Eee zakelijk stuk DE TROONREDE: DINSDAG 18 SEPTEMBER 1962 3 Belasting niet lager Betalingsbalans Defensiekosten veel hoger Justitie en politie Onderwijs en Cultuur Verkeer en Waterstaat Handel en Nijverheid EUROPESE GEMEENSCHAP WAAKZAAM BLIJVEN SOCIALE ZORG WONINGBOUW VELERLEI WETTEN Vrije besteding van het inkomen Thans geen verlaging van belasting De Miljoenennota beter gezegd Miljardennota vertoont voor 1963 een geraamd begrotingstekort van 939 miljoen. De uitgaven van de hele overheids dienst in 1963 worden geraamd op 11.672 miljoen, de inkomsten op 10.733 miljoen. Het geraamde uitgaventotaal is 512 miljoen hoger dan de uitgaven die bij de vorige Miljoenennota werden geraamd voor 1962. Het toen geraamde totale nadelige saldo van 275 miljoen is aanzienlijk uitgelopen. Nog is het jaar 1962 niet ten einde, maar naar verwachting zal het begrotingstekort toenemen tot 1.180 miljoen. Deze stijging is grotendeels toe te schrijven aan een daling \an de belastingmiddelen, zoals een afneming met 455 miljoen van inkomsten en vennootschapsbelasting. Anderzijds vergen de salarisverhogingen voor het rijkspersoneel vermoedelijk 66 miljoen meer dan vorig jaar werd voorzien. Maar minister Zijlstra zegt, dat het begrotingstekort „normatief nauwelijks enige afwijking van de oorspronkelijke raming te zien geeft". Na uitschakeling van enige bijzondere posten beloopt de behoefte aan dekkingsmiddelen ongeveer f 850 miljoen. Naar verwachting zal op de voorinschrijfrekeningen voor het rijk in 1962 netto 550 miljoen beschikbaar komen. Tezamen met de opbrengst van de in het voorjaar uitgegeven staatslening van 300 miljoen zal globaal in de behoefte kunnen worden voorzien. Welke ook overigens de wenselijkheid van een belastingverlaging moge zijn, bij de bestaande hoogconjunctuur zal daar van geen sprake kunnen zijn, zegt minis ter Zijlstra, die zich overigens niet wil uitlaten over het beleid dat zal worden ■gevoerd bij een duidelijke wijziging van de conjunctuur. De tot en met 1963 be schikbare ruimte voor belastingverlagingen is reeds in beslag genomen door maatre gelen, die voor het belangrijkste deel reeds tot stand zijn gekomen, voor een ander deel in voorbereiding zijn. In de volgende jaren zal er weer meer ruimte komen voor belastingverlagingen, o.m. door verlaging van de uitgaven, o.a. ten aan zien van de prijssubsidies. De spanningen op de arbeidsmarkt be moeilijken een verdere evenwichtige groei van onze volkshuishouding. De loonsver hogingen hebben geleid tot een stijging van de arbeidskosten die belangrijk groter is dan die in de meeste landen waarmede Nederland concurreert. Ten opzichte van de loonontwikkeling blijft waakzaamheid geboden, zegt minister Zijlstra. Er is een einde gekomen aan de grote betalingsbalansoverschotten van de jaren 1958-1960. Minister Zijlstra ziet dit als een bijdrage tot internationaal evenwichtsher stel. Over de jaren 1961 tot en met 1963 zal het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans naar verwachting gemiddeld ongeveer 500 miljoen per jaar bedragen. Hoewel dit niet laag kan wor den genoemd zal een dergelijk overschot, gezien ook de structurele behoefte van ons land aan kapitaalexport, op langere termijn waarschijnlijk onvoldoende blijken te zijn. Het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans bedroeg over 1961 520 miljoen tegenover 1200 miljoen in 1960. Naar verwachting zal het saldo over 1962 teruglopen tot 400 miljoen. Vermoe delijk zal de export van goederen in 1962 ten opzichte van 1961 met 5'/s per cent (in 1961 t.o.v. 1960 3 percent) zijn gestegen. De toeneming van de invoer van goederen wordt voor 1962 geraamd op 5 percent, tegen 7 percent in 1961. Het dekkingspercentage van de handels balans, dat in 1959 92 bedroeg, is in 1961 gedaald tot 84. Over de periode januari tot en met juli van dit jaar bedroeg dit 82, evenals in dezelfde periode van 1961. Voor 1963 wordt gerekend op een toe neming van de overheidsconsumptie met 2 percent en een toeneming van de over heidsinvesteringen in 1963 met ongeveer 5' 'i percent. Het totaal van de nationa- (Vervolg van pag. 1) Bij al deze waardering moeten wij toch ook opmerken dat men in deze Troonrede wel enige belangrijke dingen mist. Wij mis ten bij voorbeeld een toezegging dat. nu het Nieuw-Guinea-conflict van de baan is, de recente verlenging van de militaire diensttijd spoedig ongedaan zal worden ge maakt. zoals wij ook een opmerking mis ten omtrent besparingen op onze defensie uitgaven of zelfs maar wijzigingen in ons defensie-systeem, die mogelijk worden door de overdracht van Nieuw-Guinea. En wat Nieuw-Guinea betreft trof het ons ook als een gemis, dat in de alinea over dat be langrijke onderwerp zelfs het wóórd „In donesië" niet voorkomt. Men kan toch moeilijk ontkennen dat. naast de (wèl ge noemde) Verenigde Naties, ook Indonesië verantwoordelijkheid voor de toekomst der Papoea's heeft aanvaard! Ook al volgt on middellijk daarop de zin: „Niet naar het verleden maar naar de toekomst moet on ze blik gericht zijn," door dat negéren van Indonesië wordt toch onvermijdelijk de in druk gewekt dat de auteurs van genoem de alinea juist wèl naar het verleden en niet naar de toekomst hebben gekeken. Als de regering inderdaad, zoals het wat ver derop in de Troonrede heet, „geheel open" staat, voor verbetering van de verhouding met Indonesië, had zij daarvan blijk kun nen geven door bij het vermelden van de overdracht van Nieuw-Guinea niet net te doen alsof Indonesië helemaal niet bestaat. Ten slotte hebben wij met belangstelling, maar toch ook met enige verbazing, ken- nins genomen van de verklaring dat de re sultaten van het ruimte-onderzoek „een welkome bijdrage" zullen vormen voor de versterking van de Nederlandse economi sche structuur. Het is ons niet helemaal duidelijk, op welke wijze bij voorbeeld het schot op Venus van belang zal kunnen zijn voor de welvaart in ons land, maar als dat inderdaad zo is hopen wij van harte dat het een voltreffer wordt. Ie bestedingen zal een stijging vertonen van 3Vi percent, tegen 3 percent in 1962. De belangrijke toeneming van de beroeps bevolking. verband houdende met de na oorlogse geboortegolf, alsmede de ver wachting dat de emigratie, in 1962 bij de immigratie zal achterblijven, doen de mi nister veronderstellen dat de spanning op de arbeidsmarkt enigermate zal af nemen. De export van goederen zal ver moedelijk stijgen met 7 percent, de toeneming van de invoer wordt geraamd op 6 percent. Het saldo van de lopende rekening op de betalingsbalans zal in 1963 oplopen tot ongeveer 650 miljoen. Het defensieplafond, dat voor de jaren 1961 lot en met 1963 was vastgesteld op 1.850 miljoen per jaar, moet voor 1963 worden vermeerderd met 52 miljoen voor verhoogde paraatheid, 142,4 miljoen voor salaris- en pensioenmaatregelen en 135 miljoi n als compensatie voor het wegval len van de Amerikaanse hulp. Van het in de ontwerp-begroting opgeno men defensieplafond van f 2.179,4 miljoen is uitgetrokken voor algemene uitgaven 34,6 miljoen, voor de landmacht 1.006,3 miljoen voor de luchtmacht 533,8 mil joen, voor de marine 512,9 miljoen en voor militaire pensioenen en wachtgelden f 91,8 miljoen. De militaire kasuitgaven worden voor 1963 45 miljoen hoger ge raamd dan het begrotingsbedrag. In 1963 zullen de eerste met Starfighters uitgeruste onderdelen van de Koninklijke Luchtmacht in dienst worden gesteld en omstreeks de jaarwisseling 1963/1964 zal de eerste groep worden geformeerd, die met in internationale samenwerking gepro duceerde Hawks is uitgerust. De Konink lijke Marine zal binnenkort beginnen met de bouw van vier met helikopters en mo derne elektronische installaties uitgeruste fregatten. De uitvoering van het vlootpro- gramma zal worden voortgezet. De totale uitgaven voor justitie en po litie inclusief die voor de civiele verde diging worden voor 1963 76,5 miljoen ho ger geraamd dan voor 1962, hoofdzakelijk als gevolg van in 1962 getroffen salaris maatregelen. Voor de rijkspolitie is in 1963 f 11,8 miljoen meer uitgetrokken we gens de te verwachten verbetering van de personeelsvoorziening, de onlangs tot stand gekomen herziening van de politiebezol- diging en de aanschaf van nieuw materi eel. De kosten van de gemeentepolitie zijn geraamd op f 190 miljoen tegenover 163,2 miljoen in 1962. Deze hogere raming is overwegend het gevolg van salarismaat regelen. Ook is rekening gehouden met de normale uitbreiding in verband met de groei van de bevolking en een incidentele uitbreiding door overgang van een aan tal gemeenten van rijks- op gemeentepo litie. De uitgaven voor gevangeniswezen, psychopatenzorg, reclassering en voorlich ting in strafzaken zijn op 51,7 miljoen geraamd. Op de ontwerp-begroting staat voorts 97,6 miljoen voor kinderbescherming, 16,8 miljoen meer dan in 1962. Door ho gere bedragen in de begroting op te ne men voor de arbeid in internaten, zal het mogelijk zijn geleidelijk behoorlijk gekwa lificeerd personeel aan te trekken en het grotere aantal verpleegdagen op te van gen. Ook de Raden voor de Kinderbe scherming zullen enigszins worden uit gebreid. Voor de civiele verdediging is 75,1 miljoen uitgetrokken, 10,1 miljoen meer dan in 1962. Voor het wetenschappelijk onderzoek is 47 miljoen opgenomen, 11,4 miljoen meer dan in de begroting 1962. De kosten voor het lager onderwijs zijn geraamd op 1.105,8 miljoen tegenover f 993,7 mil joen in 1962. De verhoging is in hoofd zaak een gevolg van hogere salarissen. De uitgaven voor de rijksscholen voor middelbaar onderwijs zijn geraamd op 66 miljoen en de bijzondere scholen voor voorbereidend hoger en middelbaar onder wijs f 172 miljoen. Aan deze scholen zul len 12.000 a 13.000 docenten onderwijs ge ven aan rond 182.000 leerlingen. Voor het nijverheidsonderwijs (aan rond een half miljoen leerlingen) is bijna 450 miljoen uitgetrokken, tegenover bijna 400 miljoen in 1962. Dit bedrag is onder meer verdeeld over het lager- en middel baar nijverheidsonderwijs voor jpngens (resp. 223 miljoen en 43 miljoen), het nijverheidsonderwijs voor meisjes 146 miljoen), het scheepvaart- en luchtvaart- nijverheidsonderwijs 14 miljoen) en de leerlingstelsels 13 miljoen). Het mid- denstandsonderwijs, dat van 1 september 1962 af wordt gesubsidieerd, vergt 3,3 miljoen De kosten van het wetenschap pelijk onderwijs zijn op ruim 485 mil joen gesteld, 74 miljoen meer dan in 1962. De uitgaven voor de radio zijn ge raamd op 32 miljoen. Hiervoor is 31 miljoen beschikbaar uit de luistergelden. De uitgaven voor de televisie liggen f 4 miljoen beneden de netto-opbrengst van de kijkgelden Voor onderhoud, verbetering en aanleg van wegen wordt f 319,1 miljoen uitge trokken. Daarvan is beschikbaar voor uit keringen en bijdragen aan lagere publiek rechtelijke lichamen 101,6 miljoen, voor onderhoud en verbetering van het wegen net 1 56,7 miljoen en voor aanleg van rijkswegen en oeververbindingen 160,8 miljoen. In het kader van het rijkswegenplan worden onder andere aangelegd de weg Velsen-Schiphol, de verbindingswegen met de Coentunnel, de weg Ridderkerk-Keste- ren, de toegangswegen tot de Brieneroord- brug, de weg Hoevelaken-Katerveer, de weg Numansdorp-Klaaswaal, de toegangs wegen tot de Haringvlietbrug en de weg Keipen-Maastricht. Hiervoor is totaal 65 miljoen uitgetrokken. Van de oever verbindingen die in uitvoering zijn, vergen de Coentunnel, de brug van Brieneroord en de brug bij Wessem tezamen 28 miljoen. In de begroting 1963 van het Zuiderzee- fonds is f 60 miljoen opgenomen voor de opbouw van Oostelijk Flevoland, 20 mil joen voor de indijking van Zuidelijk Fle voland en f 4.7 miljoen voor de aanleg van de dijk Enkhuizen-Lelystad. Voor het bedrag van 172,5 miljoen dat is uitgetrokken voor zee- en rivierwaterke ring, is 131 miljoen beschikbaar voor de uitvoering van de Deltawerken, o.m. 102 miljoen voor uitvoering van de wer ken in het Haringvliet, de afdamming van de Grevelingen, het Volkerak en het Brou- wershavense Gat en de bedijking van de Lauwerszee. Voor de versterking van wa terkeringen langs de kust en de zee-ar- men is f 25 miljoen geraamd. De uitgaven voor aanleg en onderhoud van waterwegen zijn op de buitengewone dienst f 54,2 miljoen hoger geraamd dan in 1962. Het grootste deel van deze stij ging is bestemd voor de verbetering van de havenmond te IJmuiden en voor de verdieping en verbreding van het Noord zeekanaal. waarvoor totaal f 36 miljoen is opgenomen. Voor de werken aan 't Amsterdam-Rijn kanaal, de Rotterdamse Waterweg, het Sloeplan en het Kanaal van Gent naar Terneuzen is totaal 45 miljoen uitgetrok ken. Van de f 30 miljoen voor dit laatste werk is 80 percent opgenomen als bijdra ge van België. De uitgaven voor wetenschappelijk on derzoek zijn voor 1963 op f 82,2 miljoen geraamd, f 20 miljoen hoger dan in 1962. Nederland moet nog circa 20 mil joen bijdragen in het eerste onderzoek- en onderwijsprogramma van Euratoom, waar van de kosten over de periode 1958 tot en met 1962 geraamd zijn op 215 miljoen dol lar. De kosten van het tweede vijfjaren- programma zullen bijna tweemaal zo hoog zijn. Voor deelneming van ons land in beide programma's is in de ontwerpbegro ting f 16,5 miljoen uitgetrokken. Een be drag van 3,8 miljoen is bestemd als Nederlandse bijdrage in de „European Launcher Development Organisation". De ze organisatie stelt zich ten doel in Euro pese samenwerking satellietdragers met de daarbij behorende satellieten te produ ceren voor vreedzame projecten op het gebied van de ruimtevaart en het ruimte onderzoek. Voor een verhoogde subsidie aan de Al gemene Nederlandse Vereniging voor Vreemdelingenverkeer en voor het stimu leren van het toerisme van Amerika naar ons land is totaal f 4 miljoen op de begroting 1963 opgenomen. De gunstige ontwikkeling in de pro bleemgebieden is aanleiding geweest om de premie- en prijsreductieregeling voor bevordering van industrialisatie ontwikke lingskernen met ingang van 1 september 1962 te beperken. De staatsmijnen ontvangen in 1963 een uitkering van 7,4 miljoen voor hogere investeringen om aan de ongunstige ont wikkeling van de verhouding tussen op brengsten en kosten het hoofd te bieden. De kapitaalvoorziening aan het staats- gasbedrijf wordt in 1963 zoveel mogelijk beperkt in verband met de structuurwij ziging van de energiemarkt, die wordt veroorzaakt door de Groningse aardgas- vondsten. Dit bedrijf zal in een nieuw op te richten maatschappij worden opgeno men. (Zie vervolg op pag. 4 onder: De miljoenennota) De Koningin heeft hedenmiddag bij de opening van het nieuwe parlementaire jaar de volgende Troonrede uitgesproken: „Aan het einde van het afgesloten parlementaire jaar zijn met betrekking tot westelijk Nieuw-Guinea ingrijpende beslissingen genomen, ingrijpend voor ons koninkrijk, ingrijpend ook voor de Papoea's, die een eigen plaats in onze belangstelling hebben verworven. In eerbied gedenken wij allen, die in de vervulling van hun plicht het offer van hun leven brachten. Met erkentelijkheid maakt de regering melding van de plichtsbetrachting en toewijding van hen, die in Nieuw-Guinea onder moeilijke omstandigheden hun taak verricht hebben. De regering hoopt, dat de toekomst der Papoea's, waarvoor de Verenigde Naties verantwoordelijkheid hebben aanvaard, voorspoedig zal zijn. Niet naar het verleden maar naar de toekomst moet onze blik gericht zijn. Belang rijke internationale ontwikkelingen eisen onze aandacht. De sterke onderlinge afhankelijkheid der volken vindt uitdrukking in vele vormen van internationale samenwerking, waarbij ook ons land in toenemende mate wordt betrokken. Grote waarde hecht de regering aan de programma's van de Verenigde Naties voor gemeenschappelijke hulpverlening aan landen waar de welvaartsontwikkeling achter blijft. Zij wil naar vermogen bijdragen tot de economische en maatschappelijke ont wikkeling van deze gebieden. De noodzaak voor het westen, om een krachtige staat van militaire verdediging te handhaven en zich daarvoor aanzienlijke offers te getroosten, blijft helaas onverminderd bestaan. De politieke en militaire samenwerking in het Atlantisch bondgenootschap acht de regering daarom voor ons land van het grootste belang. Even belangrijk acht zij een uitbreiding en verdieping van deze samenwerking op economisch gebied. Daardoor zal een evenwichtige economische groei niet slechts in Europa, maar in de vrije wereld in haar geheel bevorderd worden. De uitvoering van de verdragen betreffende de Europese Gemeenschappen blijft alle inspanning vergen. De grondslagen van deze verdragen mogen niet werden aangetast. Van groot belang acht de regering het, dat vooral het Verenigd Koninkrijk, maar ook andere staten zullen toetreden tot deze gemeenschappen en dat met daar voor in aanmerking komende landen, die niet een volledig lidmaatschap kunnen aangaan, associatie-overeenkpmsten worden gesloten. De politieke samenwerking zal naar de mening der regering zoveel mogelijk moeten aansluiten op de bestaande vormen van samenwerking. De resultaten van de onderhandelingen over het toe treden van het Verenigd Koninkrijk tot de Europese Gemeenschappen zullen van grote invloed zijn op het bereiken van overeenstemming tussen alle betrokken regeringen over de hoofdlijnen van een toekomstige politieke unie. De samenwerking in de Bepelux is op economisch en politiek gebied wederom zeer waardevol gebleken. Met de meeste landen buiten Europa onderhoudt de regering eveneens vriend schappelijke betrekkingen. Voor wat betreft de verhouding met Indonesië staat zij geheel open voor een verbetering. De regering vermeldt gaarne de vele goede betrekkingen tussen de drie landen van ons koninkrijk. Gezien de inspanning, die Suriname en de Nederlandse Antillen zich getroosten voor hun economische en sociale ontwikkeling, stemt het tot ver heugenis, dat de associatie met de Europese Economische Gemeenschap voor Suriname tot stand kwam. Verwacht mag worden, dat ook de associatie van de Nederlandse Antillen binnen afzienbare tijd een feit zal zijn. De economische bedrijvigheid in ons land handhaaft zich nog steeds op hoog niveau. Het groeitempovan de produktie is de laatste jaren evenwel enigermate vertraagd door het bereiken van de capaciteitsgrenzen, waarbij de verkorting van de arbeidstijd een belangrijke rol heeft gespeeld. De toestand van volledige be zetting van het produktie-apparaat, minimale werkloosheid en een geleidelijke toeneming van de welvaart zijn verheugend, temeer daar overbesteding ditmaal kon worden vermeden. Waakzaamheid blijft echter vereist voor de handhaving van het evenwicht tussen middelen en bestedingen. Het betalingsbalanssaldo op lopende rekening, hoewel nog steeds positief, zal dit jaar waarschijnlijk enigszins beneden het bedrag liggen dat structueel noodzakelijk wordt geacht. Het prijsniveau, dat tot nu toe een be trekkelijke stabiliteit heeft vertoond, staat onder een toenemende druk. De rijksbegroting, die u heden wordt aangeboden, voldoet aan de richtlijnen, die de regering enige jaren geleden heeft vastgesteld voor de begrotingsontwikkeling op langere termijn. Het tekort is groter dan voor 1962 was geraamd. Dit houdt verband met het feit dat de opbrengsten van de belastingen beneden de ramingen blijven. Voor de dekking van het tekort zullen naar verwachting voldoende langlopende financieringsmogelijkheden ter beschikking staan. Ook voor de particuliere bestedingen blijft beperking van de toeneming noodzakelijk In dit verband moet de stijging van de arbeidskosten, die voortvloeit uit het verscnil tussen loon- en produktiviteitsstijging, genoemd worden. De ontwikkeling heeft ge leid tot een op zichzelf verheugende verschuiving ten gunste van de inkomens der loontrekkenden. Een verdere stijging van de arbeidskosten zal echter onvermijdelijk prijsstijging en verzwakking van de Nederlandse concurrentiepositie ten gevolge hebben. Op den duur kan de werkgelegenheid hierdoor in gevaar komen. De regering heeft hierin aanleiding gevonden met de Stichting van de Arbeid in overleg te treden. Zij zal aan de Sociaal-Economische Raad advies vragen over de begrenzing van de stijging der loonkosten in 1963. De zorg voor beheersing van de conjunctuur mag de aandacht niet van de structu rele problemen afleiden. Een krachtige groei van onze volkshuishouding alsmede de internationale concurrentie vereisen versterking van onze economische structuur. In de achtste industrialisatienota, die u in de loop van dit zittingsjaar zal bereiken, wordt hierop nader ingegaan. De resultaten van het kernenergie- en het ruimte-onderzoek alsmede de aardgas vondsten in het noorden des lands zullen voor de genoemde versterking van onze economische structuur een welkome bijdrage zijn. De regering is verheugd, dat het met uw medewerking mogelijk is gebleken in het afgelopen jaar een aantal sociale verbeteringen tot stand te brengen. Wanneer de ontwerp-interimregeling voor invaliditeitsrentetrekkers, die ertoe strekt een belangrijke verbetering in de positie van deze groep te brengen, door u zal zijn aanvaard, zullen vele vraagstukken, waarvoor de regering zich haar sociaal beleid op korte termijn gesteld zag, tot oplossing zijn gebracht. Intussen blijven ook, op langere termijn gezien, belangrijke sociale vraagstukken de aandacht opeisen. De regering denkt hierbij aan de definitieve vorm der oude- dagsverzekering, de definitieve sociale voorziening voor gehandicapten en een regeling voor de dekking van zware geneeskundige risico's. Zij heeft deze problemen in onderling verband voorgelegd aan de Sociaal-Economische Raad. Daarbij is de vraag gesteld welke prioriteitsbepaling wenselijk is, rekening houdende met wat overigens in onze economie verwezenlijkt moet worden. Tot de genoemde belangrijke vraagstukken behoort ook de wijze van loonvorming. De regering heeft het desbetreffende advies van de Sociaal-Economische Raad in overweging genomen. Zij onderzoekt, in hoeverre het met handhaving van haar eigen verantwoordelijkheid mogelijk is, het georganiseerde bedrijfsleven een beter passende verantwoordelijkheid bij tfb' lrförtvórming te geven. Voor de landbouw is van grote betekenis, dat de Gemeenschappelijke Europese Markt op agrarisch gebied gestalte krijgt. Daardoor openen zich nieuwe vooruit zichten, al wordt ook de concurrentie verzwaard. Het agrarisch bedrijfsleven staat thans voor de taak verhoging van produktiviteit en kwaliteit tot stand te brengen. De regering zal dit streven krachtig steunen, o.a. door verbetering van de produktie- omstandigheden. Ook in de zeevisserij voltrekken zich veranderingen, die op langere termijn gezien van betekenis zijn; o.a. nemen de mogelijkheden tot deelneming aan de verre visserij toe. De woningvoorziening, die voor vele gezinnen nog grote problemen schept, blijft een onderwerp van voortdurende zorg. De snelle groei der bevolking en de nood zaak tot vervanging van krotwoningen doen de behoefte aan woonruimte groot blijven. Daarom moet ook voor 1963 rekening worden gehouden met het in aanbouw nemen van 90.000 woningen. De verhouding van de bouwkosten tot het inkomen van de meeste woningzoekenden is zodanig, dat het rijk in de meeste gevallen finan ciële steun zal moeten blijven verlenen. De woningbouw zal beslag leggen op meer dan de helft van de aanwezige bouwcapaciteit. Aangezien ook de behoefte aan andere gebouwen onverminderd blijft bestaan, zal ook in 1963 een stringent goedkeuringsbeleid noodzakelijk blijven. Het beleid van de regering blijft niet alleen gericht op het scheppen van betere mogelijkheden voor ieders materiële welzijn, maar ook op een evenwichtige sociale opbouw van de maatschappij en op de bevordering van een zo ruim mogelijke spreiding van verantwoordelijkheid. Zo hebben de bezitsvorming, de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en het zelfstandige midden- en kleinbedrijf haar onverminderde aandacht, hetgeen mede in de wetgevende arbeid in het komende zittingsjaar tot uiting zal worden gebracht. De regering blijft de zorg voor onderwijs, wetenschap en cultuur als een der belangrijkste onderdelen zien van haar beleid. Zij stelt voor, dit jaar wederom een groter deel van de rijksbegroting te bestemmen voor scholing en vorming van onze jonge generatie en voor deelneming van steeds breder lagen van de bevolking aan uitingen van cultuur. De regering houdt het oog gericht op de mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding en denkt hierbij speciaal aan voorzieningen op het gebied van de openluchtrecreatie, waaraan in ons dichtbevolkte land zo'n grote behoefte bestaat. De snelle ontwikkeling op velerlei gebied brengt in onze samenleving ingrijpende veranderingen te weeg. De regering tracht waar nodig aanpassing in het persoonlijk en gemeenschapsleven te bevorderen. Een omvangrijk wetgevend programma zult u ook komend zittingsjaar te behandelen krijgen: in de eerste plaats de reeds ingediende ontwerpen, zoals de herziening van de algemene delen van het burgerlijk wetboek, de Wet Beroep Administratieve Beschikkingen, de Algemene Bijstandswet, de Ziekenfondswet, de Kernenergiewet, de regeling van het voortgezet onderwijs en de instelling van een openbaar lichaam voor het gebied van de Rijnmond, en voorts enkele belangrijke ontwerpen van wet op het gebied der belastingen. Daarnaast zullen u nog enkele nieuwe wetsontwerpen bereiken, waaronder die ter herziening der Grondwet, de goedkeuring van twee internationale conventies inzake ruimte-onderzoek, de Algemene Premie-Spaarwet en de Vreemdelingenwet. Enkele beleidsnota's zullen u eveneens tot een gedachtenwisseling met de regering aanleiding kunnen geven. Reeds ontving u o.a. een nota over de reclametelevisie, over het in exploitatie nemen van de aardgasvondsten en over hulp aan minder- ontwikkelde gebieden. Heden bereikt u een nota over het toerisme in Nederland. Van jaar op jaar vereist de behandeling der begroting meer tijd en aandacht van de Staten-Generaal en de regering. Daardoor dreigen andere werkzaamheden ver drongen te worden. De regering volgt daarom met veel belangstelling de gedachten- vorming en de experimenten in uw midden om tot een verbetering van de werkzaam heden der Kamers te komen. De regering zal het initiatief nemen voor een nationale herdenking van de her rijzenis van onze staat in 1813. Een comité zal worden opgericht, dat onder voor zitterschap van onze dochter Beatrix zal staan. De regering verwacht, dat in plaatselijke en verenigingsverbanden daarbij aansluitende initiatieven zullen worden ontwikkeld. In het komende zittingsjaar wordt van u weer veel werk en inspanning vereist. Moge het u gegeven zijn in onderling goede verstandhouding en in samenwerking met de regering vruchtbaar werkzaam te wezen ten nutte van ons land en ons koninkrijk. Met de bede, dat Gods zegen op u en uw werk moge rusten, verklaar ik thans de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend". De regering is van oordeel, zo staat in de Miljoenennota, dat by de besteding van het nationale inkomen de keuze in zo groot mogelijke mate moet worden overgelaten aan de inkomentrekkers. Een zekere mate van herverdeling van het nationale inkomen acht zy nodig ten einde de bestedingsmogelijkheden van de sociaal zwakken te verruimen. Indien regelingen in de sfeer van de so ciale verzekering niet in voldoende ma te tot een redelijk bestedingspeil van de bedoelde groep bijdragen, acht de rege ring, op grond van het door haar onder schreven beginsel van vrije inkomens besteding, een verhoging van de desbe treffende individuele inkomens ten las te van de algemene middelen te ver kiezen boven het ingrijpen in de prqs- structuur door het ter beschikking stel len van goederen en diensten tegen ver minderde prijzen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 3