Begrotingsbeeld gedrukt door lagere belastingopbrengst DE MILJOENENNOTA Planbureau verwacht in '63 loonstijging van 61/z pet Kwaliteit openbaar vervoer moet worden verhoogd Financiering der rijksuitgaven door leningen nu meer verantwoord geacht Eerst in arrest en daarna naar huis Surinaamse landbouwers willen ook gaan staken DINSDAG 18 SEPTEMBER 1962 DE BELASTINGDRUK WAAP KOMT HET GELD VANDAAN? De ontvangsten van het rijk Minder premie voor koophuizen DE WERKLOOSHEID EN DE WERKGELEGENHEID 1950-1962 -I; WAAR GAAT HET GELD HEEM IR. J. LOHMANN IN ALMELO Export De verkeerde kabel doorgezaagd Staatsschuld 625 min hoger Landbouw en V isserij Sociale voor zieningen Vertegenwoordiging in het buitenland De West Steeds meer rijkspersoneel _VVAT WIJ PRESTEERDEN (Van onze financiële redacteur) De staatsbegroting voor 1963 is niet spectaculair. Van voorstellen die voor de staats burger van direct belang zijn, met name van belastingverlaging, is geen sprake. Tot op zekere hoogte kan men in de nota van minister Zijlstra een verdediging zien van het beleid dat hij in de vierjarige periode, die straks zal worden afgesloten, heeft gevoerd. Ontevreden is hij er niet over, hoewel de oorspronkelijke doelstellingen niet ten volle zijn verwezenlijkt. Vooral na de oorlog is het begrotingsbeleid van grote invloed op de economische ontwikkeling van het land en dit beleid moet der halve in een structureel kader worden geplaatst. Omgekeerd oefent echter die econo mische ontwikkeling weer haar invloed op de staatsfinanciën uit en het beleid van de minister is er de laatste jaren dan ook op gericht geweest tussen inkomens en be sparingen van de bevolking enerzijds en de rijksuitgaven anderzijds een zeker even wicht te handhaven. En als dan deze doelstelling vrij dicht is benaderd mag van een aanvaardbaar resultaat worden gesproken. Ook de Nederlandse staat heeft in de ja ren van een voortgaande hoogconjunctuur van de structurele toeneming van het na tionaal inkomen de voordelen genoten. Als gevolg van de progressie in de inkomsten belasting stijgen de belastingopbrengsten percentsgewijs zelfs méér dan het natio nale inkomen. Neemt men deze toene ming globaal op 4 percent aan, dan wil dat zeggen dat de inkomsten van het rijk met 5 percent stijgen. En als dan kan worden geconstateerd dat hiervan gemid deld l'/s percent per jaar is gebezigd voor autonome belastingverlagingen en 3'/j per cent voor een stijging van het volume der rijksuitgaven, kan het financieel beleid in derdaad bevredigend worden genoemd. Kon gedurende de periode van een stij gende conjunctuur worden geconstateerd dat de jaarlijkste ontvangsten van het rijk van jaar tot jaar de oorspronkelijke ramingen overtroffen, hierin is met in gang van 1961 een keer gekomen. Zo be droeg het voordelig saldo van de gewone dienst in 1959 990 miljoen bij een oor spronkelijke raming van 130 miljoen. Voor 1960 zijn deze cijfers respectievelijk 1.169 miljoen en 460 miljoen, maar in 1961 is het voorlopig geraamde overschot gedaald tot 494 miljoen bij een oorspron kelijke raming van 498 miljoen. In tegen stelling tot de verwachting was 1961 voor het Nederlandse bedrijfsleven minder gun stig dan het voorgaande jaar, hetgeen uiteraard in de ontvangsten van het rijk zijn weerslag heeft gevonden. Voor 1962 zien we hetzelfde. Oorspron kelijk werd op de gewone dienst een over schot geraamd van 1.433 miljoen. Het vermoedelijk tekort wordt thans echter op 703 miljoen becijferd, hetgeen in minde re mate aan de uitbreiding van overheids taken dan aan de mindere opbrengst van de belastingen is te wijten. De vermoede lijke uitkomsten van de aan het rijk toe komende belastingen dus na aftrek van wat daaruit naar het Gemeentefonds en het Provinciaal Fonds gaat worden nu gesteld op f 9.408 miljoen tegen een oor spronkelijke raming van 9.931 miljoen. De voor dit jaar toegestane belastingfaci liteiten gehuwdenaftrek en de per 1 juli ingegane belastingverlaging voor particulieren speelt uiteraard een rol. Mede door het natuurlijk accres van de rijksuitgaven en de grotere kapitaalsuit gaven thans op 1.883 miljoen aange nomen tegen aanvankelijk op f 1.703 mil joen wordt het nadelig saldo van de ge hele dienst voor 1962 thans op 1.180 mil joen geraamd tegen f 275 miljoen bij de indiening van de begroting voor dat jaar. Nu behoeft men zich wat het budget van het rijk betreft, hierover geen zorgen te maken. Wij hebben er de laatste jaren meer dan eens op gewezen dat een groot deel van de kapitaalsuitgaven uit midde len van de gewone dienst is gedekt, met het gevolg dat de nationale schuld van jaar tot jaar daalde. Dat was dus wel een zeer conservatief financieel beleid, dat in de thans voorliggende begroting met enke le cijfers wordt geïllustreerd. Het blijkt nu dat onder de kapitaalsuitgaven voor 1962 een bedrag van 1.342 miljoen „niet- relevante uitgaven" voorkomen aflos sing van schuld, sanering van pensioen fondsen en woningvoorschotten (deze tot een bedrag van 692 miljoen) en als men deze kapitaalsuitgaven op het totaal in af trek brengt is er dus nog een overschot. Ook voor 1962 staat het zo. Het tekort op de totale dienst wordt op 939 miljoen geschat, maar ook hier zijn er de „niet- relevante uitgaven" en wel tot 1.408 miljoen, zodat men zonder die uitgaven een overschot van 469 miljoen kan becij feren. In het licht daarvan is de stijging van de nationale schuld van 17,7 mil jard eind juni 1961 tot 18,3 miljard eind juni 1962 dan ook zeker niet verontrustend. De minister is daarom van mening dat in de komende kabinetsperiode naar een verdere verlaging van de belastingen moet worden gestreefd omdat de druk daarvan voor 1963 25.2 pet. van het na tionale inkomen, op 45.8 miljard ge raamd tegen 42.8 miljard voor 1962 te zwaar is. Het structureel beleid zal vol gens de minister gericht moeten blijven op het achterblijven van de stijging der staatsuitgaven bij de stijging van het na tionaal inkomen. Het verdient wel bijzondere aandacht dat de minister, ook als de belastingont vangsten wat minder ruim vloeien, toch de mogelijkheid tot belastingverlaging openlaat, omdat naar zijn mening thans het moment is gekomen waarop ter finan ciering van de rijksuitgaven meer dan tot dusver van leningen en minder van belas tingmiddelen gebruik mag worden ge maakt. Zoals reeds is opgemerkt, zijn van deze regering geen nieuwe voorstellen tot belas tingverlaging te wachten. Wel zal op 1 ja nuari de tijdelijke verhoging van de ver- nootschapsbelasting met de helft (2 pun ten) worden verminderd, zodat zij dan 42- 45 percent zal bedragen. Het gedifferen tieerde tarief, waarbij de heffing voor uit gekeerde winsten met 15 punten zal wor den verminderd, zal, naar gehoopt wordt, nog tijdens de zittingsperiode van het hui dige kabinet worden behandeld. Voor de bedrijven mag in het volgend jaar dus eni ge verlichting van de fiscale druk worden verwacht. Overigens wordt in de nota van de mi nister een grote plaats ingeruimd aan be schouwingen over het toekomstig conjunc tuurverloop in ons land, zulks aan de hand van de macro-economische ramingen voor 1962 en 1963, opgesteld door het Cen- DE BELASTINGMIDDELEN 1962-1963. (V0ÓR AFTREK) Omzet- belasting Invoer rechten Accijnzen Mpromj hjiqenbe- last Inkomsten belasting Loon belasting Vennoot schaps- belasting Vermogens belasting Dividend, commies, successie Diversen 111 mui ii1962 ■«■1963 f (on tw. begroting)! traal Planbureau. In dit rapport wordt de vertraagde conjunctuurontwikkeling ge constateerd welke in de loop van 1961 en 1962 is ingetreden en die bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in de teruggang van de reële stijging van het bruto-nationale pro- dukt. Was deze stijging in 1960 nog 8 per cent, voor 1961 heeft zij niet meer dan 3 percent bedragen, terwijl ze voor 1962 op 2Vj percent wordt geraamd. Voor 1963 zal zij mogelijk iets groter zijn. Tot dusver zijn de bestedingen overeenkomstig de ge wénste norm gebleven, maar,.in het twee de halfjaar van 1962 zullen zij, mede als gevolg van de belastingverlaging en de huurcompensatie, vermoedelijk iets stij gen. Bekend is dat als gevolg van de aan merkelijke stijging van de invoer en de geringere opbrengst van het dienstenver keer o.m. scheepvaart en scheepsbouw het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans in 1961 nog 520 miljoen, in het lopende jaar kleiner zal zijn. Het Planbureau raamt nog een over schot van 400 miljoen, maar het eerste halfjaar gaf een tekort van circa f 300 miljoen te zien en het is te betwijfelen of het genoemde ramingscijfer zal worden gehaald. Voor 1963 wordt een verbetering mogelijk geacht, o.m. doordat naar ver wacht wordt de export totaal nog met 7 percent zal stijgen, mits deze niet in be langrijke mate door een in verhouding tot het buitenland grotere stijging van de ar beidskosten zal worden afgeremd. In dit verband kan worden opgemerkt dat, terwijl de produktie per werknemer in ons land van 1959 tot 1961 met 9V2 per cent is gestegen, het bruto-weekloon van volwassenen in die periode met 17V2 per cent is vooruitgegaan. Inclusief de sociale voorzieningen zal de totale loonstijging in 1963 echter nog 6V2 percent bedragen en het blijft daarom de vraag of de tamelijk hoopvolle verwachtingen van het Planbu reau zullen kunnen worden verwezenlijkt. Want op een stijging van meer dan 3 per cent van de produktiviteit mag niet worden gerekend en zoals het thans staat blijft die produktiviteitsverhoging bij de stijging van de arbeidskosten ten achter. Het is daarom niet verwonderlijk dat de minister zich voor 1963 niet aan voorspel lingen waagt, doch er slechts de nadruk op legt dat er een nauw verband bestaat conjuncturele relaties en structurele verhoudingen tussen de overheidsfinan ciën en de Volkshuishouding. Hoopvol is in dit verband dat de particuliere bësparin- De ontvangsten van het rijk worden voor 1963 geraamd op 10.733 miljoen. De vermoedelijke uitkomsten van 1962 zullen 10.276 miljoen bedragen. De kostprijsverhogende belastingen worden geraamd op 4.246 miljoen, de belas tingen op inkomen, winst en vermogen 5.522 miljoen, winsten en andere ba ten van bedrijven 101 miljoen, de ove rige middelen 490 miljoen, de ontvan gen aflossingen en bij het rijk belegde gelden 269 miljoen, de overige mid delen van de buitengewone dienst 105 miljoen. Totaal beloopt de raming van de belastingmiddelen 11.252 miljoen, maar na aftrek van het aandeel van Gemeente- en Provinciefonds 9.768 miljoen. De toeneming van de bruto be lastingramingen van 1962 op 1963 met 413 miljoen is het resultaat van een stijging van de opbrengst der belastin gen met 720 miljoen in verband met de economische ontwikkeling en een daling met 307 miljoen als gevolg van belastingverlaging. DET0IALE BELASTINGOPBRENGST IN %VAN HET NAT. INKOMEN (marktpr) 1960 1953 gen hoog blijven, al hebben zij de laatste tijd enige neiging tot dalen, mede als ge volg van de inkomensverschuiving naar de looninkomens en van de revaluatie. Wat tenslotte de financiering van het kastekort voor 1963 aangaat, deze acht de regering verzekerd doordat naast de dek king met middelen van de voorinschrijf- rekeningen slechts voor een betrekkelijk klein bedrag op de kapitaalmarkt een be roep zal moeten worden gedaan. Resumerende kan worden gezegd dat de beschouwingen over de begroting van 1963 het stempel dragen van de onzekerheid ten aanzien van de toekomstige conjunc tuurontwikkeling, welke ten dele wordt be paald door de gang van zaken in het bui tenland en voorts door de spanning tussen de stijging van produktie en produktivi teit enerzijds en die van de arbeidskosten anderzijds. Van het verloop van dit pro ces zal het voornamelijk afhangen of het vrij bemoedigend perspectief van het Plan bureau werkelijkheid zal worden. Eén van de militairen, die per vlieg tuig uit Nieuw-Guinea repatrieerden mocht niet naar huis, maar moest naar het kamp Ypenburg om daar een straf van vier dagen „verzwaard" uit te dienen. De sol daat, afkomstig uit Breda, was in Nieuw- Guinea gestraft wegens het uitjouwen van een kamppatrouille. Zijn commandant wist toen nog niet dat hij een dag later zou repatriëren. Hii legde hem vier dagen „verzwaard" op. Toen de soldaat hals over kop repatrieerde bleef de krijgstucht onverbiddelijk. Na zijn aankomst op Schip hol werd hij naar Ypenburg gebracht. Daar werd hem toegestaan zijn ouders op te bellen. Het feestje, dat in Breda was voorbereid, viel in het water. Zijn twee daags verblijf op Ypenburg heeft hij overigens nog kunnen benutten om een gewonde teen te laten behandelen. Zijn ouders mochten op ziekenbezoek komen, zodat zij hun zoon na dertien maan den met medewerking van de mili taire autoriteiten toch nog eerder terug zagen dan de krijgstucht had gewild. (Vervolg van pag. 3) In de begroting 1963 is het totaal van de gesubsidieerde woningen voorlopig ge handhaafd op 65.000 woningen, waarin 40.000 woningwetwoningen zijn begrepen Nu in de ongesubsidieerde sector tegen ongeveer gelijke bouwkosten als in de premiesector woningen worden afgeleverd, zal het woningbeleid gericht worden op een vermindering van het aantal gepre mieerde koopwoningen. In de ramingen voor 1963 voor de huur subsidies, waarvoor totaal 226,5 mil joen is uitgetrokken in de ontwerp-begro ting, is rekening gehouden met de invloed van de huurverhoging per 1 september 1962. Als gevolg hiervan zijn de bijdra gen in de exploitatiekosten van woning wetwoningen 22 miljoen en de uitkerin gen ingevolge de premie- en bijdragebe- sluiten woningbouw en het besluit be vordering eigenwoningbezit 8 miljoen lager gesteld dan anders het geval zou zijn geweest. Voorts veroorzaakt de vermindering van het aantal gesubsidieerde woningen in het woningbouwprgramma 1962 nog een verdere daling van de raming van de in 1963 voor huursubsidies benodigde be dragen. De uitkeringen ingevolge de fi- nancieringsregelingen 1947 en 1948 komen I40- totaal aantal werklozen 120- I004— /Xn4 door werkgevers ge- L N vraagd^ribeidskraehlerj -4- -4- .1I ,1.I,1I 1950 1951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 '62 In 1963 zal de economische ontwikke ling in ons land voor een deel een voort zetting van de ontwikkeling sedert 1961 te zien geven. Dit zegt het Centraal Planbureau in zijn macro-economische ramingen voor 1963, die het bureau aan de Staten-Generaal heeft gezonden. Dé investeringen zullen slechts een ge ringe stijging vertonen (2 percent). Als door een sterkere stijging van de binnen landse kosten dan is voorzien het inves teringsniveau verder wordt aangetast, zal in een niet te ver verwijderde toe komst de kans op een daling in het in vesteringsniveau niet onbelangrijk wor den vergroot. Voorts mag worden ver- UITGAVEN VOOR DIV. ONDERWERPEN VAN STAATSZORG WAAR GAAT HET GELD HEEN II11111II 1962 mmm 1963 (on h/verp-beg robing)- Met het zo aantrekkelijk mogelijk maken van het openbaar vervoer zijn zeker niet alleen bedrijfsbelangen gediend. Het vervoer per particulier vervoermiddel heeft de omvang van het openbaar vervoer reeds overtroffen en de verwachting is gerechtvaardigd, dat deze ontwikkeling van het particulier vervoer zich on verminderd zal voortzetten. Dit heeft ir. J. Lohmann, president van de n.v. Nederlandse Spoorwegen, bij de opening van het nieuwe stationsgebouw in Almelo verklaard. „De toenemende verkeerscongestie in onze steden werpt nu reeds de vraag op of het mogelijk blijft voor het particuliere vervoer adequate voorzieningen te treffen. Men kan zich afvragen of het openbaar vervoer, dat als een der voordelen heeft, dat het een efficient gebruik maakt van de in ons land zo beperkte ruimte, niet in toenemende mate zal moeten worden ingeschakeld. Wij zullen erin moeten sla gen door het opvoeren van de kwaliteit van het openbaar vervoer een deel van de vervoersvraag om te buigen. Daardoor wordt dan tevens ruimte gemaakt voor de vele taken, waarvoor de auto het aan gewezen middel van vervoer zal blijven," aldus de heer Lohmann. Hij stelde dat van de zijde van de over heid voor deze problemen in toenemende mate begrip zal moeten komen, wil de leefbaarheid van ons land in de toekomst gewaarborgd blijven. Ir. Lohmann zei, dat het typerend is voor de spoorwegtechniek, dat zij haar verkeer afwikkelt langs een eigen weg. Aan de dichtheid van dit eigen spoorwegnet zijn technische en vooral economische grenzen gesteld. Het lijnen- net waarover reizigersvervoer plaats vindt is ten opzichte van 1930 met een derde deel verkleind. Het aantal voor reizigers- vervoer geopende stations is zelfs met twee derde deel van dat in 1930 vermin derd, alsdus de heer Lohmann. De Surinaamse landbouwersbond heeft een staking voor onbepaalde tijd aange kondigd voor het geval de Surinaamse re gering niet overgaat tot verhoging van de prijs van melk die aan de melkcentrale te Paramaribo moet worden geleverd. Op het ogenblik treft de bond financiële maatregelen om de staking te doen sla gen. Verwacht wordt dat de bond voor deze maatregelen twee a drie weken no dig zal hebben. Enige tijd geleden organi seerde de bond al een proteststaking van één dag. Op die dag was Paramaribo ge heel verstoken van melk, eieren, verse groenten en fruit. Ook maandag zijn de arbeiders van Su- ralco, die werkzaam zijn bij de bouw van de stuwdam te Affobakka, niet aan het werk gegaan. Wel gingen enkele honder den arbeiders per autobus van Paramari bo naar Affobakka om het werk weer te hervatten, doch het overgrote deel der stakers bleef thuis. Zij konden maandag in Paramaribo twee vergaderingen bijwonen, één van het „co mité staking Affobakka" en later op de dag van de „Paranam werknemers bond," de officiële bond waarbij de deelnemers aan de wilde staking zijn aangesloten. Hoewel er druk beraadslaagd werd in een rumoerige sfeer kwam men niet tot beslissingen. wacht, dat de betalingsbalans een ver betering te zien zal geven. Niettegenstaande een toeneming van de uitvoer, die mogelijk is door aanwezige produktiereserves, verwacht het Planbu reau een kleine stijging van de geregis treerde arbeidsreserve. De tendentie tot ontspanning legt echter naar verwachting in het komende jaar nog weinig gewicht in de schaal, zodat derhalve dient te Wor den gerekend met een voortbestaan van de druk op het niveau van prijzen en lonen. Bij de binnenlandse bestedingen zal ver moedelijk wat meer de nadruk komen te liggen bij de consumptie, waarvan een stij ging met 4 percent wordt verwacht. Enerzijds wordt deze gestimuleerd door de loonstijging, de belastingverlaging en de verhoging der A.O.W.-uitkeringen, ander zijds enigszins gedrukt, doordat ook in 1963 nog enige prijsstijging (2 percent) zal op treden. Door in de loop van 1962 tot stand ge komen loonsverhogingen, alsmede door in cidentele loonstijgingen zal het loonpeil in 1963 reeds met 3V2 percent stijgen. Dit percentage komt overeen met een trend matige stijging van de arbeidsproduktivi- teit. Hoewel met betrekking tot de overige invloeden op de lonen nog niets vaststaat, gaat het Planbureau uit van de veronder stelling, dat de gecombineerde invloed van verhoging van sociale lasten en van C.A.O.-herzieningen bij een loonbeleid dat op matiging is gericht, op 3 percent zou kunnen worden gesteld. De totale loonstij ging in de bedrijvensector komt hierdoor op 6,5 percent. Het volume van de export zal in totaal met 7 percent stijgen, de toeneming van de invoer zal beperkt blijven tot 6 per cent. De produktie in bedrijven zal naar verwachting een toeneming te zien geven van 4 percent. Daarmee correspondeert een stijging van de produktiviteit met 3 per cent en een toeneming van de werkge legenheid met 1 percent. Dit betekent dat ca 55.000 personen meer in het produktie- proces zullen worden opgenomen. Hier tegenover staat dat 70.000 arbeidskrachten nog beschikbaar komen, zodat een geringe ontspanning van de arbeidsmarkt zal kun nen optreden. Het Planbureau verwacht voor dit jaar nog een stijging van de industriële produk tie van 4 percent. De produktietoeneming voor het gehele bedrijfsleven (industrie plus landbouw) wordt geraamd op 3'h per cent. Als resultaat van een lichte ruilvoet verbetering enerzijds, en een lager bedrag dat aan inkomen uit het buitenland in de eerste helft van dit jaar ontvangen werd anderzijds, zal het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans vermin deren van 0,5 miljard in 1961 tot 0,4 mil jard gulden in 1962. De telefoonverbindingen tussen Arnhem en een groot aantal plaatsen in het noor den en noordoosten van ons land is gis teren verbroken geweest doordat in de centrale van het telefoondistrict Arnhem per abuis een nog in gebruik zijnde kabel werd doorgezaagd. Deze kabel lag tussen oude buiten gebruik zijnde kabels. De 180 gestoorde verbindingen konden in de loop van de avond hersteld worden. In het Friese plaatsje Balk trad even eens een kabelstoring op waarvan het tele foonverkeer in het district Leeuwarden veel hinder ondervond. De breuk in deze kabel kon ook in de loop van de dag wor den hersteld. te vervallen. Voor bijdragen in de ex ploitatiekosten van woningwetwoningen is 138 miljoen uitgetrokken, voor de pre mie- en bijdrageregeling gesubsidieerde particuliere woningbouw 84 miljoen en voor kosten van woningverbetering en -splitsing f 4,5 miljoen In de periode 30 juni 1961 30 juni 1962 is de staatsschuld gestegen met 625 miljoen. Deze stijging is ontstaan door een toeneming van de buitenlandse schuld met ■f 731 miljoen en een afneming van de bui tenlandse schuld met 106 miljoen. De to tale staatsschuld bedroeg per ultimo juni 1962 f 18.966 miljoen 18.341 miljoen eind juni 1961). De totale rentelast van de na tionale schuld zal in de begroting 1963 16,8 miljoen stijgen ten opzichte van 1962. Deze stijging wordt veroorzaakt door een vermeerdering van rente en kosten van de binnenlandse schuld met f 20,4 miljoen en een vermindering met f 3,6 miljoen van rente en kosten van de buiten landse schuld. De aflossingen van de natio nale schuld zullen 527,4 miljoen bedragen, 456,2 miljoen bestemd voor aflossingen op de binnenlandse schuld en 71,2 mil joen voor aflossingen op de buitenlandse schuld. In 1962 zal worden overgegaan tot ver vroegde aflossing van het restant van de Lend-Leaseverplichting aan Amerika ad. f 25 miljoen. Als gevolg van deze ver vroegde aflossingen en diverse koersver schillen is op de begroting 1963 voor af lossingen op buitenlandse schuld f 29,9 miljoen minder uitgetrokken. Op grond van het aflossingsplan moet daarentegen 12,6 miljoen meer worden uitgetrokken voor af lossing op de lening van de Internationa le Bank voor Herstel en Ontwikkeling. Voor de versterking van de concurren tiepositie op de gemeenschappelijke markt voor landbouwprodukten in de Europese Economische Gemeenschap heeft de rege ring hogere ramingen opgenomen voor verbetering van de voorlichting, verrui ming van het wetenschappelijk onderzoek en verhoging van de activiteiten van de cultuurtechnische dienst. Voor de totale uitgaven voor landbouw en visserij wordt in de ontwerp-begroting bijna 84 miljoen minder uitgetrokken dan in 1962. Dit is hoofdzakelijk het gevolg van een daling met rond 105 miljoen van de raming voor het nadelige saldo van het Land- bouw-Egalisatiefonds. De uitgaven voor sociale zekerheid (in clusief uitgaven voor pensioenen en wacht gelden), zijn in de begroting 1963 gesteld op f 630.8 miljoen. Voor sociale bijstand is in de begroting 1963 27 miljoen op genomen. De tijdelijke bijstandregeling voor minder-validen, die op 1 juli 1962 in werking is getreden, vergt f 12,3 mil joen. De uitgaven voor de vertegenwoordiging in het buitenland worden 4,9 miljoen ho ger geraamd dan in 1962. Het ligt in het voornemen in 1963 enige nieuwe posten te vestigen. Voorts moeten als gevolg van de stijging van het prijspeil in het bui tenland de verblijfsvergoedingen worden verhoogd. Voor het Nederlandse aandeel in de kos ten van het tienjarenplan voor Suriname wordt f 23,3 miljoen beschikbaar gesteld, waarmee het maximumbedrag van 171 miljoen dat voor de Nederlandse deelne ming was vastgesteld, wordt bereikt. Ook voor het Nederlandse aandeel in de kos ten van het driejarenplan voor Bonaire en de Bovenwindse Eilanden is het laat ste gedeelte ad 4 miljoen in de ontwerp begroting opgenomen. De sterkte van het burgerlijke rijks personeel bedroeg op 30 juli 1962 116.775. Op 31 januari 1962 was dit aantal 117.062. Volgens de ontwerp-begroting wordt de sterkte voor 1963 op 124.393 geraamd of 2350 man meer dan het aantal, waarop de begroting 1962 was gebaseerd. ALG. PRODUKTIE VAN DE INDUSTRIE EN DE PRODUKTIE PER WERKNEMER (basis 1953=100) (excl.Bouwnijverh,)' prod uk hé van de industrie produktie per werknemer

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 4