Natuurpaden voor meer dumwandelvreugde Artis-dierenarts had een lastige operatiepatiënt TANTE PATENT K=s?aar PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER Muizfüife£|!STA (Vertaald uit het Deens) door Grete Dölker-Rehder nieuw \RATTEN- CHoe is het ontstaan?^ MSI Ons vervolgverhaal VLOKKEN Zwarte panter wilde niet „buiten westen Dit woord: BASTA WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1962 vsf* WWV*. EIKE AGENA „Drink nu maar, Moy", zei ze, en ze reikte haar de dampende kom aan. En Moy Haulsen, achterover geleund ia de stoel, hief haar ogen op en slurpte gehoorzaam de hete koffie. Ze voelde de warmte weldadig haar lichaam doordringen, ze keek op naar Eike en zei met een matte glimlach: „Wat goed, kind, dat ik bij je ben" en, haar hoofd schuddend, voegde ze er nog aan toe: „Ik had niet gedacht, dat ik hier levend aan zou komen". Ze nam weer een slok en zei: „Ik wil nu hier bij jou blijven". Koppig vervolgde ze: „Ik wil niet meer naar Lissum terug, ze zijn daar geen van allen goed voor me!" Plotseling richtte ze zich op en zei 1 boos: „Denk je dat daar iemand ooit I speciaal voor mij koffie maakt? Denk je dat iemand daar een stoof onder mijn voeten schuift, als ik het koud heb? Nee. Hannis gaat maar zo- veel mogelijk naar Norderland, om mij niet meer te hoeven zien, en Minna-Maesch zegt, dat ik gek ben." j Omdat ze zo snel weer opknapte, merkte Eike, dat Moy niet lichame- lijk ziek was, maar alleen geestelijk. Kalmerend zei ze: „Blijf dan maar I rustig hier. Bertien gaat vandaag nog naar de overkant om het Hannis te i zeggen". Ze aarzelde: „Alleen, Ber- tien is op zee om te vissen, en mis- schien komt hij pas laat naar huis." Moy wenkte boos met haar hand: Je hoeft Hannis niets te zeggen. Die I gaat zo dikwijls weg en dan zegt hij mij ook niets. Laat hem maar eens bang worden om mij, dan kan hij ook eens weten wat dat is angst!" Bij die laatste woorden lag er zo'n angstige uitdrukking op Moy's ge zicht, dat Eike vroeg: „Waarvoor ben je dan bang, Moy". Toen stond Moy zo wild uit haar stoel op, dat ze Eike bijna het kopje uit de hand sloeg en dat de stoof om gevallen zou zijrf, als Eike hem niet met haar voet tegen had gehouden. Ze rende door de kamer heen en weer, ze wrong zich in de handen en riep klagend: „Waarvoor ik bang ben? Waarvoor? Waarvoor? Och, Eike, ik ben zo verschrikkelijk bang en ik weet niet, waarvoor. Er is een vuur in me, dat me levend verbrandt, en tegelijkertijd bevries ik van mijn hoofd tot mijn voeten. Er is iets in me, dat me verteert, dat me het hart uit mijn borst vreet. Ik voel, dat ik sterven moet, maar het is een ver schrikkelijk sterven, met angst en on zegbare pijn Ze zweeg en keek verwilderd om zich heen. Toen bezon ze zich, liep naar de leunstoel terug en ging er moeilijk weer in zitten. Eike was erg geschrokken en ze voelde veel medelijden met Moy. Ze dacht: Is het nu waar, wat Moy daar allemaal zegt, of beeldt ze het zich alleen maar in? Maar omdat ze nog te jong was, om dergelijke dingen te begrijpen, trok ze Moy's doek weer recht, schoof de stoof weer onder haar voeten, gaf haar de kom in de hand en zei: „Stil toch, Moy, maak je toch niet zo druk. Rust een beetje uit. Drink eerst maar eens. Hier bij mij hoef je niet bang te zijn. Blijf maar kalm zitten, ik zal iets te eten voor je halen". Terwijl ze brood sneed in de keu ken, vroeg ze zich af, hoe ze Moy zou kunnen helpen. En toen ze weer in de kamer kwam, zei ze vrolijk wat haar in haar onschuld ingevallen was: „Weet je, Moy, misschien denk je alleen maar dat het iets ergs is in je. Misschien krijg je ook alleen maar een kind." Moy Haulsens adem stokte in haar keel en haar mond bleef wagenwijd open staan, terwijl ze Eike met een blik vol verbijstering aanstaarde. Ze begreep niet, dat Eike dat zo eenvou dig opnam. Toen zei Moy deemoedig: „Ja, Eike, dat is het. Dat zegt de dokter ook. Maar is dat niet verschrikkelijk? Een oude vrouw als ik? Op een leef tijd waarop anderen grootmoeder worden? Dat overleef ik niet, neen, dat overleef ik niet!" Eike trok een stoel naast die van Moy, gaf haar brood en zei: „Hier, 3 eet eerst maar wat, Moy. Ik eet ook 3 mee. Dat is toch niet verschrikke- is lijk, het is juist mooi. En zo oud ben 5 je toch helemaal nog niet. Je hebt nog geen grijze haar op je hoofd. En 3 indertijd is jouw jongen immers op 3 zo'n verschrikkelijke manier omgeko men. Wat zou het mooi zijn. als jullie weer een Hannis hadden. Wat zou je 3 Hannis blij zijn!" Maar Moy, die intussen hongerig een hap uit een snee brood genomen 3 had, keek Eike zo vreemd aan, dat 3 deze de rillingen over de rug liepen. 3 Met volle mond zei ze: „Ik wil geen 3 Hannis meer! Dat is het juist. Ik wil =g geen Hannis meer! Die ene is me al te veel. Ik weet dat hij me graag 3 mag en dat hij me nodig heeft, maar ik kan hem niet meer zien!" Hard en liefdeloos klonk dat, en 3 Eike zat doodstil van schrik. Maar Moy sprak alweer verder, en 3 nu gooide ze er haast grof uit: „Dat is het nu juist, ik haat Hannis, en daarom haat ik ook het kind dat in me is. Ik kan die man niet meer uit- 3 staan. Ik word misselijk, als hij zo 3 naar drank stinkt, of naar bier of si- garen. Ik walg van zijn dikke, opge- 3 blazen gezicht, en als ik zijn kleine 3 druipogen zie draait mijn hart om in 3 mijn lijf. Ik wil geen kind hebben, 3 dat ook weer zo'n man wordt als hij en dat Hannis heet en op hem lijkt!" 3 Ze zweeg van uitputting, ze hijgde s van opwinding. Eike bleef zwijgen, 3 en daarom sprak ze verder: „En die 3 Minna-Maesch, dat grove wijf, die haat ik ook. Ik haat het hele huis. 3 Haulsens hele boerderij. Alles gaat 3 er met zoveel lawaai gepaard, het doet me allemaal pijn. Hannis bul- 3 dert en scheldt, Minna-Maesch stom- 3 melt en rammelt met alles, de knech- 3 ten schreeuwen en timmeren en slaan 3 en knallen, en niemand denkt aan 3 mij, en dat ik het niet kan verdragen. 3 En de beesten blaffen en kraaien en blaten en loeien en bulken en hin- 3 niken ook nog. Ik wil en ik kan 3 daar niet meer zijn! Wat is het 3 hier stil, zo stil. Eike, ik wil hier blijven!" Maar Eike Flor zat nog altijd on- beweeglijk. Zij was diep geschokt door alles, 3 wat ze gehoord had. Maar er was iets 3 in haar, dat dat allemaal niet geloof- de. Dat is toqh allemaal niet waar, zei een stem in haar, dat verbeeldt 3 Moy zich alleen maar. En nu vroeg 5 ze zich af, hoe ze die inbeelding in 3 Moy moest bestrijden. „Jij bent altijd een goede moeder 3 voor het hele huis geweest", zei ze tenslotte zacht. Maar toen ze dat zei, begon Moy's s geweten te spreken. „Maar voor jou was ik niet zo als 3 ik had moeten zijn", zei Moy en ze §j hief een hand op, om Eikes wang te 3 strelen. Maar Eike draaide haar gezich af werend af: „Denk niet aan mij, Moy. Het gaat om jou en de jouwen. Jij hebt jouw droefheid naar de Witte Knee gebracht, waar eerst alles goed en vriendelijk was. Nu moeten we zien, wat we daarmee doen. Jij kunt hier blijven, als de stilte je goed doet. Jouw huis zal het eens toch zon der jou moeten stellen en Minna- Maesch speelt immers toch de baas. Maar Hannis, Moy? Wat zal er van Hannis worden?" Moy lachte schril en kort. „Dat is het nu juist. Hannis? Dat kan me helemaal niets schelen." „Zo?" zei ze. „Als Hannis zo is als jij nu beweert, dan is hij door jou zo geworden. Want toen ik bij jullie was, was hij wel een grove kerel en hij zat ook wel achter de meisjes aan, maar dat wist je, en je was toch goed voor hem. Hij was daarom nog geen zuiplap en geen liederijke kerel. Hij was een grote jongen en hij keek te gen je op. Het is jouw schuld, als hij nu slecht wordt!" (Wordt vervolgd) 3 3 I HOE KAN MEN mensen laten ge nieten van het duinlandschap zonder dat zij dit kwetsbare gebied door onwetend heid, onnadenkendheid of opzet be- schadigen? Altijd is dit een moeilijk punt Geweest en in de meeste gevallen heeft het ertoe geleid, dat men stukken duin ging afrasteren of het gebied zelfs ge heel afsloot. IN ONZE omgeving heeft men verschil lende fraaie natuurgebieden, die gelegen heid bieden, het duinlandschap op zijn mooist te zien. De Kennemerduinen en de duinen bij Castricum de Heerenduinen bij IJmuiden en Duin en Kruidberg bij Santpoort bieden de natuurliefhebber de mogelijkheid langs fraaie paden te wande len, waarbij hem in de eerste twee geval len uitgebreide kaarten en routebeschrij vingen ten dienste staan. In Den Haag vormt Meyendel een cen trum van de duirecreatie en daar heeft de heer J. A. Nijkmap, zoals hij in Na- tura vertelt, goede ervaring opgedaan met de methode van de zg. natuurpaden. Eerst organiseerde hij natuurwandelingen. Men wilde hierdoor de houding van het recreatiezoekende publiek in gunstige zin beïnvloeden, teneinde de mensen zoveel mogelijk van het verblijf in de duinen te doen genieten zonder dat het kwetsbare duingebied daarbij schade zou lijden. Van 1955 tot en met 1960 werden in totaal 703 wandelingen georganiseerd, waaraan 12486 personen deelnamen, excursies voor scho len en speciale groepen buiten beschou wing gelaten. De organisatie van deze wandelingen stuitte evenwel op verschillende bezwa ren. In de eerste plaats kon het aantal deelnemers niet te groot zijn. Het mag niet stijgen boven 20 a 25 personen, omdat anders de wandelingen geen prettig karak ter meer behouden. Een tweede bezwaar was dat zich een vaste kern van deelne mers aan de wandelingen vormde, wat niet direct in de bedoeling lag. Als derde bezwaar gold dat de wande lingen op een beperkt aantal vastgestelde dagen en uren werden gehouden. Voorts waren er verschillende mensen, die er de voorkeur aan gaven om alleen te wan delen. OP GROND VAN al deze ervaringen rijpte het plan om, eveneens in navolging van Amerika en verschillende Europese landen, in Meyendel „natuurpaden" uit te zetten. De methode, die in Meyendel werd ge volgd, bestond hierin dat men een wan deling door het duingebied van Meyendel beschreef aan de hand van het landschap, de flora en de fauna. In deze beschrijving werd getracht, begrip te wekken voor de kwetsbaarheid van 't duingebied en waar dering voor de grote zorg, die de Duinwa terleiding aan het onderhoud besteedt. Voor deze beschrijving was het noodza kelijk bij vele bomen, struiken en krui den naambordjes te zetten en in het ter terrein een beperkt aantal routepijlen te plaatsen. HET EERSTE natuurpad werd meteen een groot succes. In een lokaaltje op Meyendel verzorgde men een steeds wis selende expositie van wilde planten, die in het duingebied groeien. Verleden jaar maakte men zes routebeschrijvingen van wandelingen, die elk anderhalf a twee uur vergen. Hiervan werden er 6687 aan het publiek verkocht. Het aantal wande laars was evenwel veel groter. Het mag wel op het drievoudige worden geschat. VOOR DE SCHOLEN werd een aparte routebeschrijving met vragen en opgaven I gemaakt, speciaal voor klassikaal ge bruik. Hetzelfde geschiedde voor de Haag se Natuurjeugdwacht, in de vorm van een puzzeltocht. Ook dit jaar zijn er nieuwe routèbeschrijvingen uitgegeven I waarbij ook weer van jeugdpaden. De Hagenaars blijken het initiatief op prijs te stelleh, want de belangstelling blijft groot. naars. De Kennemerduinen bijvoorbeeld zijn niet alleen voorbeeldig in kaart ge bracht, maar er worden op de wandel- kaart ook routesuggesties gegeven. Ge kleurde pijltjes en aantrekkelijke naam borden maken het wandelen in dit ge bied tot een doorlopend genoegen. Ook excursies worden regelmatig georgani seerd. En mogen we in dit verband ook even wijzen op de dagtochten van de Nederlandse Spoorwegen naar de onvol prezen duinen bij Castricum? De Heerenduinen en Duin en Kruid berg zijn landelijk misschien minder be kend, maar ook zij bieden veel schoon heid. In beide gevallen heeft men alleen toegang met een wandelkaart. Die voor Duin en Kruidberg moet schriftelijk wor den aangevraagd (formulieren bij VVV IJmuiden of Hotel Duin en Kruidberg), die voor de Heerenduinen is verkrijg baar bij de boswachter. Frans Verpoorten tekende deze duin toppen in de nazomer. Ook in deze tijd van het jaar is het een genoegen het duingebied te doorkruisen. IN ONZE OMGEVING blijft men ove- I rigens beslist niet achter bij de Hage- Advertentie ROEIT ZE GENADELOOS UIT DE DIERENARTS van Artis, de heer G. M. Smits, heeft het de laatste dagen druk gehad; kleine operaties moesten worden verricht. Bij een volwassen panterwijfje, een jonge chimpansee en een enkele maan den oude poema. Ofschoon de ingrepen op zichzelf vrij eenvoudig waren, leverde de verdoving, vooral van de zwarte panter een van de agressiefste bewoners van de roofdierengalerij, enorme problemen pp. Bij de andere patiënten verliep dit wat gemakkelijker door hun minder grote .weerbaarheid". DE EERSTE FASE der behandeling van de zwarte panter werd gevormd door het toedienen vermengd in het vlees van een kalmerend middel. Hierdoor moest het dier zo groggy raken, dat de dokter zonder gevaar voor eigen leven in een der achterpoten een spuitje kon geven, dat de panter buiten bewustzijn moest brengen. Het injectiepistool, dat bij andere gelegen heden zulke voortreffelijke diensten heeft bewezen, kon, door de nauwkeurigheid waarmee deze aderinjectie moest geschie den,- niet worden gebruikt. HET PROBLEEM was, hoe groot de do sis moest zijn om de zwarte panter vol doende te versuffen, zodat ze kon worden vastgepakt; een vraag, waarop men het antwoord niet wist. De enige methode was rustig af te wachten hoe Melanie, zoals het dier heet, op een bepaalde hoeveelheid van het kalmerende middel reageerde. Aanvankelijk diende men haar een dosis toe, die voldoende was om een grote hond van ongeveer hetzelfde gewicht flink slaperig te maken, maar Melanie reageer de er nauwelijks op. Enkele dagen later werd de hoeveelheid verdubbeld: het re sultaat was echter eveneens nihil. Wanneer er iemand haar binnenverblijf naderde, gromde en blies zij dat het een aard had en sprong zij woedend tegen de tralies op. DE WEKEN daarna werden de porties steeds vergroot en toen Melanie een dosis had binnengekregen, die bij wijze van spre ken voldoende was om een paard te doen indutten, vond men de zwarte panter rus tig genoeg om haar te binden. Ofschoon ze zich aanvankelijk even verzette; lever de dit verder geen moeilijkheden op en kon haar spoedig de buiten bewustzijn brengende injectie worden toegediend. Bin nen enkele minuten! was het roofdier nu in diepe slaap. De verdere behandeling was in een ommezien gebeurd. Zij werd uit het verblijf gehaald en met een kleine in greep hielp de dokter haar van haar kwaal een gezwel in de buik af. Twee breukjes DE JOIJGE chimpansee Lolita (what's in a name?) arriveerde enkele maanden geleden in Artis. Met een navelbreuk; dat viel althans af te leiden uit een zwelling, ter grootte van een tennisbal, aan de buik. Nadat zij onder narcose was gebracht werd Lolita hier vlot van afgeholpen. In haar „korset" van meters verband en lan ge, grote pleisters zag zij er, na de be handeling, bepaald merkwaardig uit. Of schoon de chimpansee, toen zij was bij gekomen, nogal over haar toeren was zij beet prompt, gelukkig niet ernstig, een verzorger in de arm, kalmeerde zij spoedig. Bijzonder prettig was dat het dier niet aan het verband ging zitten pluk ken, waardoor een dag- en nachtbewaking niet nodig bleek te zijn. DE OPERATIE van de jonge poema, die ook een navelbreuk had, verliep even eens naar wens. De wond genas bijzonder snel. Na een dag of tien was er vrijwel niets meer van te zien en men besloot derhalve het jong, dat sinds de operatie in een speciaal verblijfje gehuisvest was ge weest. bij het gezin Poema terug te bren gen. Wanneer de hele geschiedenis langer had geduurd, had men dit zeker niet dur ven doen. Eerst werd het behandelde dier tje bij zijn drie broertjes en zusjes ge bracht, die men even apart van de moeder had gezet. Toen deze he.t min of meer had- Mevrouw Alice Boardman, hier afge beeld, is de enige mens die gebruik mag maken van het verlaten en voor ieder een verboden spoorwegstation in het Britse plaatsje Great Longstone in Derbyshire. Elke morgen wacht zij op het verlaten perron op de trein, die speciaal voor haar stopt om haar naar Buxton te brengen, waar mevrouw Boardman als verpleegster werkzaam is en elke avond reist zij terug met „haar" trein naar Great Longstone. Het station is geruime tijd geleden gesloten omdat het niet meer rendeerde, maar de Britse spoorwegen besloten onlangs, dat twee treinen per dag er alsnog zou den stoppen, maar uitsluitend ten ge rieve van mrs. Boardman. Niemand anders mag er in- of uitstappen op straffe van een proces-verbaal. Het Italiaanse werkwoord bastare be tekent: genoeg zijn. De derde persoon tegenwoordige tijd basta betekent: het is genoeg en in die zin gebrui ken de Italianen het dagelijks als wij zeggen: genoeg, dank u. In het Neder lands wil basta echter zoveel zeggen als: laten we er niet verder over spreken. In die zin vinden wij het al bij Breero, dus in het begin van de 17e eeuw. Men neemt aan dat het woord langs een om weg tot ons is gekomen. Uit het Ita liaans of Spaans kwam het in het Por tugees. De Portugese matrozen brachten het naar Indië en op de Portugese schepen dienden heel wat Hollandse matrozen. Bovendien kregen de Neder landers ten koste van de Portugezen vaste voet op de eilanden der Indische archipel. Zo kan het woord in de Neder landse taal zijn doorgedrongen. den geaccepteerd, kwamen alle vier teza men bij de moeder. Ofschoon mama even bevreemd snuffelde, werd de kleine spoe dig weer liefdevol door haar aangeno men. Een van de pelikanen in Artis heeft nogal wat last veroorzaakt door over het ongeveer tachtig centimeter hoge hekje, dat -*ich langs hun terrein bevindt, een jon getje in het gezicht te pikken. Dit voorval toont opnieuw, dat men met dieren nooit weet waar men aan toe is. Meer dan een halve eeuw verblijven er reeds pelikanen achter het vrij lage hekje en nog nooit zijn er klachten geweest. Het is een gewoonte van deze grote vo gels, zich tegen de voedertijd bij de afras tering op te stellen om de komst van de oppasser met de vis af te wachten. In een dergelijk geval bevinden de dieren zich bijzonder dicht bij het publiek en ofschoon men ze vroeger wel eens zag dreigen, werkelijk doorpikken, zoals thans is gebeurd, hebben de Artismensen ze nimmer zien doen. De oorzaak van deze plotselinge agres siviteit is moeilijk aanwijsbaar. Vermoe delijk komt het, omdat men momenteel vrij jonge dieren heeft, die wat al te speels zijn overigens een niet vaak voorko mend verschijnsel bij vogels. Deze jonge pelikanen kunnen zich thans tot vlakbij het hek opstellen. Tot voor kort gebeurde dat niet omdat zij er enigszins werden van- daangehouden door twee oude soortgeno ten, die kennelijk de baas in het gezel schap waren. Die twee zijn, na een ver blijf van meer dan dertig jaren in Artis, enkele maanden geleden aan aderverkal king gestorven. Zij waren blijkbaar te „bezadigd" om naar „voorbijgangers" te pikken. Hoe het zij, in Artis is men heel blij, dat dit incident nog goed is afgelopen. Er zijn uiteraard ogenblikkelijk maatregelen genomen door ongeveer een meter achter het bestaande hek een tweede separatie te plaatsen. Een dergelijke ongelukje kan zich dus niet meer herhalen. en Fiep Westendorp 46. Het was een heel eind naar Kasteel Isengrim, en aangezien zij geen van beide voldoende reisgeld had den was Panda er op voorbereid dat hij en Joris Goed- bloed een lange wandeling buiten de stad moesten ma ken. Joris had echter andere plannen, en zodra zij het park verlaten hadden stevende hij rechtstreeks naar een uniformen-winkel. „Wacht een ogenblikje, knaap, terwijl ik een verzorgde reis organiseer," sprak hij, er binnen tredend. Panda begreep er niets van, en zijn verbazing werd nog groter toen Joris met een tweetal indrukwekkende aankopen weer naar buiten kwam. „Ziehier, ventje," zei hij, „een aardige aanwinst voor uw garderobe, die u stellig keurig zal staan!" „Ja maar..." vroeg Panda, „waarom moeten we ineens lef- petten dragen." „Reeds onze klassieke voorgangers leerden: uniforma siemper vindt, hetwelk beduidt dat uniformdragers bepaalde voorrechten genieten," sprak Joris onderwijzend. „Menig vooraanstaand staatsman heeft reeds van dit beginsel gebruik gemaakt. Let op, hoe vriendelijk en gedienstig de burgerij zich betoont jegens elke peltenklep van de juiste glans en snit! Met deze uitrusting ligt Kasteel Isengrim gemakkelijk bin nen ons bereik." En zo sprekend gaf hij een gebiedend teken aan een voorbijkomende automobilist (ene Arnold Lamsma), die onmiddellijk de remmen van zijn voer tuig in werking stelde. 16-2. „Wat een kans riep de voormalige nacht clubhouder. „Ik krijg een betrekking als secretaris van het A.P.D." „Wat is dat?" vroeg Zwarte Lola. „Dat is de Actie voor Positief Denken. Een 'instituut voor algemeen zedelijke verheffing. En jij wordt daar sociaal werkster, is het niet heerlijk?" „Ik ben zo dankbaar," zuchtte Zwarte Lola. Intussen zat tante Patent bij de kapper. „Alleen knippen," zei ze. „Juist mevrouw, alleen knippen," zei kapper Kolt- weef. „Maar mag ik u even attent maken op ons nieuwste ontharing smiddel Gladzo? Het kost slechts zeventien gulden vijf en negentig, dat is dus zeer voordelig en u hebt het begin van een snorretje, als ik het zeggen mag."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 4