Natuurpaden voor meer
dumwandelvreugde
Artis-dierenarts had een
lastige operatiepatiënt
TANTE PATENT K=s?aar
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
Muizfüife£|!STA
(Vertaald uit het Deens)
door Grete Dölker-Rehder
nieuw \RATTEN-
CHoe is het ontstaan?^
MSI
Ons vervolgverhaal
VLOKKEN
Zwarte panter wilde
niet „buiten westen
Dit woord: BASTA
WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1962
vsf*
WWV*.
EIKE AGENA
„Drink nu maar, Moy", zei ze, en
ze reikte haar de dampende kom aan.
En Moy Haulsen, achterover geleund
ia de stoel, hief haar ogen op en
slurpte gehoorzaam de hete koffie. Ze
voelde de warmte weldadig haar
lichaam doordringen, ze keek op naar
Eike en zei met een matte glimlach:
„Wat goed, kind, dat ik bij je ben"
en, haar hoofd schuddend, voegde ze
er nog aan toe: „Ik had niet gedacht,
dat ik hier levend aan zou komen".
Ze nam weer een slok en zei: „Ik
wil nu hier bij jou blijven". Koppig
vervolgde ze: „Ik wil niet meer naar
Lissum terug, ze zijn daar geen van
allen goed voor me!"
Plotseling richtte ze zich op en zei
1 boos: „Denk je dat daar iemand ooit
I speciaal voor mij koffie maakt? Denk
je dat iemand daar een stoof onder
mijn voeten schuift, als ik het koud
heb? Nee. Hannis gaat maar zo-
veel mogelijk naar Norderland, om
mij niet meer te hoeven zien, en
Minna-Maesch zegt, dat ik gek ben."
j Omdat ze zo snel weer opknapte,
merkte Eike, dat Moy niet lichame-
lijk ziek was, maar alleen geestelijk.
Kalmerend zei ze: „Blijf dan maar
I rustig hier. Bertien gaat vandaag nog
naar de overkant om het Hannis te
i zeggen". Ze aarzelde: „Alleen, Ber-
tien is op zee om te vissen, en mis-
schien komt hij pas laat naar huis."
Moy wenkte boos met haar hand:
Je hoeft Hannis niets te zeggen. Die
I gaat zo dikwijls weg en dan zegt hij
mij ook niets. Laat hem maar eens
bang worden om mij, dan kan hij ook
eens weten wat dat is angst!"
Bij die laatste woorden lag er zo'n
angstige uitdrukking op Moy's ge
zicht, dat Eike vroeg: „Waarvoor ben
je dan bang, Moy".
Toen stond Moy zo wild uit haar
stoel op, dat ze Eike bijna het kopje
uit de hand sloeg en dat de stoof om
gevallen zou zijrf, als Eike hem niet
met haar voet tegen had gehouden.
Ze rende door de kamer heen en
weer, ze wrong zich in de handen en
riep klagend: „Waarvoor ik bang
ben? Waarvoor? Waarvoor? Och,
Eike, ik ben zo verschrikkelijk bang
en ik weet niet, waarvoor. Er is een
vuur in me, dat me levend verbrandt,
en tegelijkertijd bevries ik van mijn
hoofd tot mijn voeten. Er is iets in
me, dat me verteert, dat me het hart
uit mijn borst vreet. Ik voel, dat ik
sterven moet, maar het is een ver
schrikkelijk sterven, met angst en on
zegbare pijn
Ze zweeg en keek verwilderd om
zich heen. Toen bezon ze zich, liep
naar de leunstoel terug en ging er
moeilijk weer in zitten.
Eike was erg geschrokken en ze
voelde veel medelijden met Moy. Ze
dacht: Is het nu waar, wat Moy daar
allemaal zegt, of beeldt ze het zich
alleen maar in? Maar omdat ze nog
te jong was, om dergelijke dingen te
begrijpen, trok ze Moy's doek weer
recht, schoof de stoof weer onder
haar voeten, gaf haar de kom in de
hand en zei: „Stil toch, Moy, maak
je toch niet zo druk. Rust een beetje
uit. Drink eerst maar eens. Hier bij
mij hoef je niet bang te zijn. Blijf
maar kalm zitten, ik zal iets te eten
voor je halen".
Terwijl ze brood sneed in de keu
ken, vroeg ze zich af, hoe ze Moy
zou kunnen helpen. En toen ze weer
in de kamer kwam, zei ze vrolijk wat
haar in haar onschuld ingevallen
was: „Weet je, Moy, misschien denk
je alleen maar dat het iets ergs is in
je. Misschien krijg je ook alleen
maar een kind."
Moy Haulsens adem stokte in haar
keel en haar mond bleef wagenwijd
open staan, terwijl ze Eike met een
blik vol verbijstering aanstaarde. Ze
begreep niet, dat Eike dat zo eenvou
dig opnam.
Toen zei Moy deemoedig: „Ja,
Eike, dat is het. Dat zegt de dokter
ook. Maar is dat niet verschrikkelijk?
Een oude vrouw als ik? Op een leef
tijd waarop anderen grootmoeder
worden? Dat overleef ik niet, neen,
dat overleef ik niet!"
Eike trok een stoel naast die van
Moy, gaf haar brood en zei: „Hier, 3
eet eerst maar wat, Moy. Ik eet ook 3
mee. Dat is toch niet verschrikke- is
lijk, het is juist mooi. En zo oud ben 5
je toch helemaal nog niet. Je hebt
nog geen grijze haar op je hoofd. En 3
indertijd is jouw jongen immers op 3
zo'n verschrikkelijke manier omgeko
men. Wat zou het mooi zijn. als jullie
weer een Hannis hadden. Wat zou je 3
Hannis blij zijn!"
Maar Moy, die intussen hongerig
een hap uit een snee brood genomen 3
had, keek Eike zo vreemd aan, dat 3
deze de rillingen over de rug liepen. 3
Met volle mond zei ze: „Ik wil geen 3
Hannis meer! Dat is het juist. Ik wil =g
geen Hannis meer! Die ene is me al
te veel. Ik weet dat hij me graag 3
mag en dat hij me nodig heeft, maar
ik kan hem niet meer zien!"
Hard en liefdeloos klonk dat, en 3
Eike zat doodstil van schrik.
Maar Moy sprak alweer verder, en 3
nu gooide ze er haast grof uit: „Dat
is het nu juist, ik haat Hannis, en
daarom haat ik ook het kind dat in
me is. Ik kan die man niet meer uit- 3
staan. Ik word misselijk, als hij zo 3
naar drank stinkt, of naar bier of si-
garen. Ik walg van zijn dikke, opge- 3
blazen gezicht, en als ik zijn kleine 3
druipogen zie draait mijn hart om in 3
mijn lijf. Ik wil geen kind hebben, 3
dat ook weer zo'n man wordt als hij
en dat Hannis heet en op hem lijkt!" 3
Ze zweeg van uitputting, ze hijgde s
van opwinding. Eike bleef zwijgen, 3
en daarom sprak ze verder: „En die 3
Minna-Maesch, dat grove wijf, die
haat ik ook. Ik haat het hele huis. 3
Haulsens hele boerderij. Alles gaat 3
er met zoveel lawaai gepaard, het
doet me allemaal pijn. Hannis bul- 3
dert en scheldt, Minna-Maesch stom- 3
melt en rammelt met alles, de knech- 3
ten schreeuwen en timmeren en slaan 3
en knallen, en niemand denkt aan 3
mij, en dat ik het niet kan verdragen. 3
En de beesten blaffen en kraaien
en blaten en loeien en bulken en hin- 3
niken ook nog. Ik wil en ik kan 3
daar niet meer zijn! Wat is het 3
hier stil, zo stil. Eike, ik wil hier
blijven!"
Maar Eike Flor zat nog altijd on-
beweeglijk.
Zij was diep geschokt door alles, 3
wat ze gehoord had. Maar er was iets 3
in haar, dat dat allemaal niet geloof-
de. Dat is toqh allemaal niet waar,
zei een stem in haar, dat verbeeldt 3
Moy zich alleen maar. En nu vroeg 5
ze zich af, hoe ze die inbeelding in 3
Moy moest bestrijden.
„Jij bent altijd een goede moeder 3
voor het hele huis geweest", zei ze
tenslotte zacht.
Maar toen ze dat zei, begon Moy's s
geweten te spreken.
„Maar voor jou was ik niet zo als 3
ik had moeten zijn", zei Moy en ze §j
hief een hand op, om Eikes wang te 3
strelen.
Maar Eike draaide haar gezich af
werend af: „Denk niet aan mij, Moy.
Het gaat om jou en de jouwen. Jij
hebt jouw droefheid naar de Witte
Knee gebracht, waar eerst alles goed
en vriendelijk was. Nu moeten we
zien, wat we daarmee doen. Jij
kunt hier blijven, als de stilte je goed
doet. Jouw huis zal het eens toch zon
der jou moeten stellen en Minna-
Maesch speelt immers toch de baas.
Maar Hannis, Moy? Wat zal er van
Hannis worden?"
Moy lachte schril en kort.
„Dat is het nu juist. Hannis? Dat
kan me helemaal niets schelen."
„Zo?" zei ze. „Als Hannis zo is als
jij nu beweert, dan is hij door jou zo
geworden. Want toen ik bij jullie was,
was hij wel een grove kerel en hij
zat ook wel achter de meisjes aan,
maar dat wist je, en je was toch goed
voor hem. Hij was daarom nog geen
zuiplap en geen liederijke kerel. Hij
was een grote jongen en hij keek te
gen je op. Het is jouw schuld, als hij
nu slecht wordt!"
(Wordt vervolgd) 3
3 I
HOE KAN MEN mensen laten ge
nieten van het duinlandschap zonder dat
zij dit kwetsbare gebied door onwetend
heid, onnadenkendheid of opzet be-
schadigen? Altijd is dit een moeilijk punt
Geweest en in de meeste gevallen heeft
het ertoe geleid, dat men stukken duin
ging afrasteren of het gebied zelfs ge
heel afsloot.
IN ONZE omgeving heeft men verschil
lende fraaie natuurgebieden, die gelegen
heid bieden, het duinlandschap op zijn
mooist te zien. De Kennemerduinen en de
duinen bij Castricum de Heerenduinen
bij IJmuiden en Duin en Kruidberg bij
Santpoort bieden de natuurliefhebber de
mogelijkheid langs fraaie paden te wande
len, waarbij hem in de eerste twee geval
len uitgebreide kaarten en routebeschrij
vingen ten dienste staan.
In Den Haag vormt Meyendel een cen
trum van de duirecreatie en daar heeft
de heer J. A. Nijkmap, zoals hij in Na-
tura vertelt, goede ervaring opgedaan met
de methode van de zg. natuurpaden.
Eerst organiseerde hij natuurwandelingen.
Men wilde hierdoor de houding van het
recreatiezoekende publiek in gunstige zin
beïnvloeden, teneinde de mensen zoveel
mogelijk van het verblijf in de duinen te
doen genieten zonder dat het kwetsbare
duingebied daarbij schade zou lijden. Van
1955 tot en met 1960 werden in totaal 703
wandelingen georganiseerd, waaraan 12486
personen deelnamen, excursies voor scho
len en speciale groepen buiten beschou
wing gelaten.
De organisatie van deze wandelingen
stuitte evenwel op verschillende bezwa
ren. In de eerste plaats kon het aantal
deelnemers niet te groot zijn. Het mag niet
stijgen boven 20 a 25 personen, omdat
anders de wandelingen geen prettig karak
ter meer behouden. Een tweede bezwaar
was dat zich een vaste kern van deelne
mers aan de wandelingen vormde, wat
niet direct in de bedoeling lag.
Als derde bezwaar gold dat de wande
lingen op een beperkt aantal vastgestelde
dagen en uren werden gehouden. Voorts
waren er verschillende mensen, die er
de voorkeur aan gaven om alleen te wan
delen.
OP GROND VAN al deze ervaringen
rijpte het plan om, eveneens in navolging
van Amerika en verschillende Europese
landen, in Meyendel „natuurpaden" uit te
zetten.
De methode, die in Meyendel werd ge
volgd, bestond hierin dat men een wan
deling door het duingebied van Meyendel
beschreef aan de hand van het landschap,
de flora en de fauna. In deze beschrijving
werd getracht, begrip te wekken voor de
kwetsbaarheid van 't duingebied en waar
dering voor de grote zorg, die de Duinwa
terleiding aan het onderhoud besteedt.
Voor deze beschrijving was het noodza
kelijk bij vele bomen, struiken en krui
den naambordjes te zetten en in het ter
terrein een beperkt aantal routepijlen te
plaatsen.
HET EERSTE natuurpad werd meteen
een groot succes. In een lokaaltje op
Meyendel verzorgde men een steeds wis
selende expositie van wilde planten, die
in het duingebied groeien. Verleden jaar
maakte men zes routebeschrijvingen van
wandelingen, die elk anderhalf a twee
uur vergen. Hiervan werden er 6687 aan
het publiek verkocht. Het aantal wande
laars was evenwel veel groter. Het mag
wel op het drievoudige worden geschat.
VOOR DE SCHOLEN werd een aparte
routebeschrijving met vragen en opgaven
I gemaakt, speciaal voor klassikaal ge
bruik. Hetzelfde geschiedde voor de Haag
se Natuurjeugdwacht, in de vorm van
een puzzeltocht. Ook dit jaar zijn er
nieuwe routèbeschrijvingen uitgegeven
I waarbij ook weer van jeugdpaden. De
Hagenaars blijken het initiatief op prijs
te stelleh, want de belangstelling blijft
groot.
naars. De Kennemerduinen bijvoorbeeld
zijn niet alleen voorbeeldig in kaart ge
bracht, maar er worden op de wandel-
kaart ook routesuggesties gegeven. Ge
kleurde pijltjes en aantrekkelijke naam
borden maken het wandelen in dit ge
bied tot een doorlopend genoegen. Ook
excursies worden regelmatig georgani
seerd. En mogen we in dit verband ook
even wijzen op de dagtochten van de
Nederlandse Spoorwegen naar de onvol
prezen duinen bij Castricum?
De Heerenduinen en Duin en Kruid
berg zijn landelijk misschien minder be
kend, maar ook zij bieden veel schoon
heid. In beide gevallen heeft men alleen
toegang met een wandelkaart. Die voor
Duin en Kruidberg moet schriftelijk wor
den aangevraagd (formulieren bij VVV
IJmuiden of Hotel Duin en Kruidberg),
die voor de Heerenduinen is verkrijg
baar bij de boswachter.
Frans Verpoorten tekende deze duin
toppen in de nazomer. Ook in deze tijd
van het jaar is het een genoegen het
duingebied te doorkruisen.
IN ONZE OMGEVING blijft men ove-
I rigens beslist niet achter bij de Hage-
Advertentie
ROEIT ZE GENADELOOS UIT
DE DIERENARTS van Artis, de heer G.
M. Smits, heeft het de laatste dagen druk
gehad; kleine operaties moesten worden
verricht. Bij een volwassen panterwijfje,
een jonge chimpansee en een enkele maan
den oude poema. Ofschoon de ingrepen op
zichzelf vrij eenvoudig waren, leverde de
verdoving, vooral van de zwarte panter
een van de agressiefste bewoners van de
roofdierengalerij, enorme problemen pp.
Bij de andere patiënten verliep dit wat
gemakkelijker door hun minder grote
.weerbaarheid".
DE EERSTE FASE der behandeling
van de zwarte panter werd gevormd door
het toedienen vermengd in het vlees
van een kalmerend middel. Hierdoor moest
het dier zo groggy raken, dat de dokter
zonder gevaar voor eigen leven in een der
achterpoten een spuitje kon geven, dat de
panter buiten bewustzijn moest brengen.
Het injectiepistool, dat bij andere gelegen
heden zulke voortreffelijke diensten heeft
bewezen, kon, door de nauwkeurigheid
waarmee deze aderinjectie moest geschie
den,- niet worden gebruikt.
HET PROBLEEM was, hoe groot de do
sis moest zijn om de zwarte panter vol
doende te versuffen, zodat ze kon worden
vastgepakt; een vraag, waarop men het
antwoord niet wist. De enige methode was
rustig af te wachten hoe Melanie, zoals het
dier heet, op een bepaalde hoeveelheid
van het kalmerende middel reageerde.
Aanvankelijk diende men haar een dosis
toe, die voldoende was om een grote
hond van ongeveer hetzelfde gewicht flink
slaperig te maken, maar Melanie reageer
de er nauwelijks op. Enkele dagen later
werd de hoeveelheid verdubbeld: het re
sultaat was echter eveneens nihil. Wanneer
er iemand haar binnenverblijf naderde,
gromde en blies zij dat het een aard had
en sprong zij woedend tegen de tralies op.
DE WEKEN daarna werden de porties
steeds vergroot en toen Melanie een dosis
had binnengekregen, die bij wijze van spre
ken voldoende was om een paard te doen
indutten, vond men de zwarte panter rus
tig genoeg om haar te binden. Ofschoon
ze zich aanvankelijk even verzette; lever
de dit verder geen moeilijkheden op en
kon haar spoedig de buiten bewustzijn
brengende injectie worden toegediend. Bin
nen enkele minuten! was het roofdier nu in
diepe slaap. De verdere behandeling was
in een ommezien gebeurd. Zij werd uit
het verblijf gehaald en met een kleine in
greep hielp de dokter haar van haar
kwaal een gezwel in de buik af.
Twee breukjes
DE JOIJGE chimpansee Lolita (what's
in a name?) arriveerde enkele maanden
geleden in Artis. Met een navelbreuk; dat
viel althans af te leiden uit een zwelling,
ter grootte van een tennisbal, aan de buik.
Nadat zij onder narcose was gebracht
werd Lolita hier vlot van afgeholpen. In
haar „korset" van meters verband en lan
ge, grote pleisters zag zij er, na de be
handeling, bepaald merkwaardig uit. Of
schoon de chimpansee, toen zij was bij
gekomen, nogal over haar toeren was
zij beet prompt, gelukkig niet ernstig, een
verzorger in de arm, kalmeerde zij
spoedig. Bijzonder prettig was dat het
dier niet aan het verband ging zitten pluk
ken, waardoor een dag- en nachtbewaking
niet nodig bleek te zijn.
DE OPERATIE van de jonge poema,
die ook een navelbreuk had, verliep even
eens naar wens. De wond genas bijzonder
snel. Na een dag of tien was er vrijwel
niets meer van te zien en men besloot
derhalve het jong, dat sinds de operatie in
een speciaal verblijfje gehuisvest was ge
weest. bij het gezin Poema terug te bren
gen. Wanneer de hele geschiedenis langer
had geduurd, had men dit zeker niet dur
ven doen. Eerst werd het behandelde dier
tje bij zijn drie broertjes en zusjes ge
bracht, die men even apart van de moeder
had gezet. Toen deze he.t min of meer had-
Mevrouw Alice Boardman, hier afge
beeld, is de enige mens die gebruik mag
maken van het verlaten en voor ieder
een verboden spoorwegstation in het
Britse plaatsje Great Longstone in
Derbyshire. Elke morgen wacht zij op
het verlaten perron op de trein, die
speciaal voor haar stopt om haar naar
Buxton te brengen, waar mevrouw
Boardman als verpleegster werkzaam
is en elke avond reist zij terug met
„haar" trein naar Great Longstone. Het
station is geruime tijd geleden gesloten
omdat het niet meer rendeerde, maar
de Britse spoorwegen besloten onlangs,
dat twee treinen per dag er alsnog zou
den stoppen, maar uitsluitend ten ge
rieve van mrs. Boardman. Niemand
anders mag er in- of uitstappen op
straffe van een proces-verbaal.
Het Italiaanse werkwoord bastare be
tekent: genoeg zijn. De derde persoon
tegenwoordige tijd basta betekent:
het is genoeg en in die zin gebrui
ken de Italianen het dagelijks als wij
zeggen: genoeg, dank u. In het Neder
lands wil basta echter zoveel zeggen als:
laten we er niet verder over spreken. In
die zin vinden wij het al bij Breero, dus
in het begin van de 17e eeuw. Men
neemt aan dat het woord langs een om
weg tot ons is gekomen. Uit het Ita
liaans of Spaans kwam het in het Por
tugees. De Portugese matrozen brachten
het naar Indië en op de Portugese
schepen dienden heel wat Hollandse
matrozen. Bovendien kregen de Neder
landers ten koste van de Portugezen
vaste voet op de eilanden der Indische
archipel. Zo kan het woord in de Neder
landse taal zijn doorgedrongen.
den geaccepteerd, kwamen alle vier teza
men bij de moeder. Ofschoon mama even
bevreemd snuffelde, werd de kleine spoe
dig weer liefdevol door haar aangeno
men.
Een van de pelikanen in Artis heeft
nogal wat last veroorzaakt door over het
ongeveer tachtig centimeter hoge hekje,
dat -*ich langs hun terrein bevindt, een jon
getje in het gezicht te pikken. Dit voorval
toont opnieuw, dat men met dieren nooit
weet waar men aan toe is. Meer dan een
halve eeuw verblijven er reeds pelikanen
achter het vrij lage hekje en nog nooit
zijn er klachten geweest.
Het is een gewoonte van deze grote vo
gels, zich tegen de voedertijd bij de afras
tering op te stellen om de komst van de
oppasser met de vis af te wachten. In
een dergelijk geval bevinden de dieren
zich bijzonder dicht bij het publiek en
ofschoon men ze vroeger wel eens zag
dreigen, werkelijk doorpikken, zoals thans
is gebeurd, hebben de Artismensen ze
nimmer zien doen.
De oorzaak van deze plotselinge agres
siviteit is moeilijk aanwijsbaar. Vermoe
delijk komt het, omdat men momenteel
vrij jonge dieren heeft, die wat al te speels
zijn overigens een niet vaak voorko
mend verschijnsel bij vogels. Deze jonge
pelikanen kunnen zich thans tot vlakbij
het hek opstellen. Tot voor kort gebeurde
dat niet omdat zij er enigszins werden van-
daangehouden door twee oude soortgeno
ten, die kennelijk de baas in het gezel
schap waren. Die twee zijn, na een ver
blijf van meer dan dertig jaren in Artis,
enkele maanden geleden aan aderverkal
king gestorven. Zij waren blijkbaar te
„bezadigd" om naar „voorbijgangers" te
pikken.
Hoe het zij, in Artis is men heel blij,
dat dit incident nog goed is afgelopen. Er
zijn uiteraard ogenblikkelijk maatregelen
genomen door ongeveer een meter achter
het bestaande hek een tweede separatie te
plaatsen. Een dergelijke ongelukje kan
zich dus niet meer herhalen.
en Fiep Westendorp
46. Het was een heel eind naar Kasteel Isengrim,
en aangezien zij geen van beide voldoende reisgeld had
den was Panda er op voorbereid dat hij en Joris Goed-
bloed een lange wandeling buiten de stad moesten ma
ken. Joris had echter andere plannen, en zodra zij het
park verlaten hadden stevende hij rechtstreeks naar
een uniformen-winkel. „Wacht een ogenblikje, knaap,
terwijl ik een verzorgde reis organiseer," sprak hij,
er binnen tredend. Panda begreep er niets van, en zijn
verbazing werd nog groter toen Joris met een tweetal
indrukwekkende aankopen weer naar buiten kwam.
„Ziehier, ventje," zei hij, „een aardige aanwinst voor
uw garderobe, die u stellig keurig zal staan!" „Ja
maar..." vroeg Panda, „waarom moeten we ineens lef-
petten dragen." „Reeds onze klassieke voorgangers
leerden: uniforma siemper vindt, hetwelk beduidt dat
uniformdragers bepaalde voorrechten genieten," sprak
Joris onderwijzend. „Menig vooraanstaand staatsman
heeft reeds van dit beginsel gebruik gemaakt. Let op,
hoe vriendelijk en gedienstig de burgerij zich betoont
jegens elke peltenklep van de juiste glans en snit! Met
deze uitrusting ligt Kasteel Isengrim gemakkelijk bin
nen ons bereik." En zo sprekend gaf hij een gebiedend
teken aan een voorbijkomende automobilist (ene Arnold
Lamsma), die onmiddellijk de remmen van zijn voer
tuig in werking stelde.
16-2. „Wat een kans riep de voormalige nacht
clubhouder. „Ik krijg een betrekking als secretaris
van het A.P.D." „Wat is dat?" vroeg Zwarte Lola.
„Dat is de Actie voor Positief Denken. Een 'instituut
voor algemeen zedelijke verheffing. En jij wordt daar
sociaal werkster, is het niet heerlijk?" „Ik ben zo
dankbaar," zuchtte Zwarte Lola. Intussen zat tante
Patent bij de kapper. „Alleen knippen," zei ze.
„Juist mevrouw, alleen knippen," zei kapper Kolt-
weef. „Maar mag ik u even attent maken op ons
nieuwste ontharing smiddel Gladzo? Het kost slechts
zeventien gulden vijf en negentig, dat is dus zeer
voordelig en u hebt het begin van een snorretje,
als ik het zeggen mag."