Roemruchte muziektraditie begon in een luidruchtig cafézaaltje Bloei zonder einde el-O zelfsti IN DE VISHAL+EN OP ZEE Zes gewonden bij botsing Een leven voor wat wind VELO PH. DE KONING Driekwart eeuw Concertgebouworkest Betaling abonnementsgeld per giro n n VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1962 11 Veel te wenschen" „Eenparige bewondering" Kind aangereden 15.90 en 19.75 KENNEMERLAAN 24 Eigen orkest Naar de top Nieuwe roem Breder publiek Drie vrouwen bij botsing gewond Sport in de IJ mond Een dichterlijk anti-oorlogsstuk Inbraak in snackbar THUIS 100% SERVICE Meisje uit IJmuiden ondergedoken A (Van onze Amsterdamse redacteur) Het gebouw stond in een vlakte van mals grasland en vriendelijke groentetuintjes". Een groot, grauw gebouw er vóór, er achter, op zij, nergens was iets te bekennen van de bewoonde wereld. Een kilometer naar links was een zigeunerkamp, een kilometer naar rechts een bakkerswin keltje als laatste huis van de P. C. Hooftstraat, waar ook de eindhalte was van het paardetrammetje. Zo was het gesteld met het Amsterdamse Concertgebouw vóór de eeuwwisse ling. De muziekminnende Amsterdammers uit die dagen reden in koetsjes over het (ongeplaveide) verlengde van de Van Baerlestraat naar het concert en liepen van de tram halte over het modderige pad. Het was in de tijd, toen de dirigent opkwam met de klakhoed onder de arm, toen de leden van het Concertgebouworkest minder verdienden dan een tramconducteur en de kelners tijdens een Beethoven- concert luidruchtig de koffie d 5 centen per kop rond brachten. Maar het was ook in die tijd, dat de basis werd gelegd van de latere roem van gebouw en orkest. Hoe moei lijk onze taal voor buitenlanders ook is uit te spreken, de woorden Concertgebouw en Concertgebouworkest kan men overal ter wereld correct horen zeggen: zij zijn een begrip geworden. Nu gebouw èn orkest hun 75ste verjaardag vieren is het goed, nog eens de namen in herinnering te brengen van degenen, zonder wier energie en doorzettingsvermogen Amsterdam wellicht nimmer die faam van muziekstad zou hebben gekregen. MEN HOORT NOG vaak, dat een op merking van Johannes Brahms, dat het „in Amsterdam voortreffelijk eten, maar afschuwelijk musiceren" was, de stoot heeft gegeven tot de bouw van de muziek tempel. Brahms was in 1884 in Amsterdam ter gelegenheid van de uitvoering van zijn derde symfonie. Maar reeds op 26 juni 1881 had een zekere G. W. W. C. Hay- ward in het Amsterdamsch Weekblad een pleidooi gehouden voor een concertge bouw. Hij stelde, dat noch Odeon, noch Felix Meritis, noch ook de parkzaal in de plantage, of zelfs het Paleis voor Volks vlijt als concertzaal voldeed en riep de Amsterdammers op, onder leiding van de Maatschappij tot Bevordering der Toon kunst een doelmatig gebouw te stichten naar het voorbeeld van de nieuwe Tonhal- le in Dusseldorf. Toen Haywafd in juni 1882 in Parijs overleed, was er inmiddels een comité gevormd, dat zijn gedachte nader uitwerkte. DE EERSTE stap was het laten ontwer pen van een gebouw met een grote zaal voor 2200 personen en 600 uitvoerenden en een kleine zaal voor 500 bezoekers voor kamermuziekuitvoeringen. Men dacht f 400.000.- nodig te hebben voor dit gebouw dat een evenbeeld zou moeten zijn van de Duitse Tonhalle. Het plan moest echter worden gewijzigd, omdat deskundigen fun damentele gebreken in de Tonhalle ontdek ten, waardoor de akoestiek aldaar zeer slecht was. De eerste daad van de in juli 1882 (jp- gerichte n.v. „Het Concertgebouw" was het uitschrijven van een prijsvraag waar voor vijf architecten werden uitgenodigd. Het ontwerp van ingenieur-architect A. L. van Gendt kwam als beste uit de bus. Eind 1883 werd meegedeeld, dat van het benodigd kapitaal 243.000.- aan aandelen was geplaatst en dat achter „het nieuwe museum" (het in aanbouw zijnde Rijks museum) 7150 vierkante meter grond was gekocht voor 3.- per meter(!). In novem ber 1884 moest men opnieuw een dringend beroep op de Amsterdammers doen voor de vorming van 'n garantiefonds om de af lossing van de hypotheekrente te dekken. Op dat ogenblik was aan grond- en fun- deerwerk al 105.000.- uitgegeven. Op 19 februari 1885 werd in het Vondelparkpa viljoen voor ruim 257.000 aanbesteed het bouwen van „een Concertgebouw met twee concertzalen, vestiaires, koorzalen, solistenkamers, stemkamer, restauratie, rookzaal woning en verdere inrichtingen". Het concertgebouw ontstond in een tijd, dat Amsterdam 'n merkwaardige opleving doormaakte. Symptonen hiervan zag men o.a. in de haven, bij de universiteit en in de stadsuitleg. De bouwbedrijvigheid was zeer groot: het Centraal Station verrees, het Rijksmuseum werd geopend en cir cuskoning Oscar Carré bouwde Europa's fraaiste circusgebouw aan de Amstel. Toch had de n.v, „Het Concertgebouw" het bijzonder moeilijk. De voorzitter van het bestuur, de heer P. A. L. van Ogtrop, een man met vooruitziende blik en grote durf, bleef echter rotsvast in de mogelijk heden geloven en ernaar handelen. Nadat de bouw was begonnen was er opnieuw geld nodig, nu voor de inrichting, een con certorgel, buffetten, de aanleg van de tuin, bedrijfskapitaal en meer van dien. De geschiedenis vertelt niet hoe het geld er is gekomen, maar een feit is, dat een betrekkelijk kleine groep Amsterdammers diep in de buidel moet hebben getast. Over heidssubsidies kende men immers nog niet. Zelfs bij de opening van het gebouw in 1888 was men er nog niet. In het pro grammaboekje van de openingsavond le zen wij: „Er blijft nog veel te wenschen over. Ten eerste een goed samengesteld orkest, dat steeds en onverdeeld te sa men werkt onder leiding van een waar achtig kunstenaar, een orkest, dat waar de en betekenis aan de concerten verleent. Om dien wensch vervult te zien, zijn de eerste stappen reeds gedaan." DIE OPENINGSAVOND had op 12 april 1888 plaats. Het concert werd gegeven door een instrumentaal orkest van 120 van de beste krachten, waarover de hoofdstad beschikte en een koor van 146 sopranen, 192 alten, 66 ténoren en 104 bassen, teza men 628 personen, het geheel onder lei ding van Henri Viotta. Over deze feestelijke avond las men in het „Nieuws van den Dag" van 13 april 1888: „Eenparig was de bewondering voor de groote zaal, die reusachtig van afme ting is en toch een indruk van gezelligheid geeft. Haar hoogte is niet minder dan 17'/i meter en de gehele lengte 44 meter. Ze is fraai verlicht met slechts eenige lustres aan de wanden en vijf centrale gaslichten aan het plafond. Over de luchtverversing in verband met de verwarming mogen we aannemen, dat het laatste woord nog niet gesproken is De inrichting is zeer gecompliceerd en de mogelijkheid bestaat, dat de machinist nog enige oefening behoeft. Nu was het althans Een driejarig meisje is gisteren in het Roode-Kruisziekenhuis te Beverwijk op genomen, nadat zij was aangereden door een personenauto in de Wijk aan Duiner- weg. Het kind stak plotseling de rijweg over. Zij kreeg een hoofdwond en een her senschudding. Advertentie in het tweede gedeelte van de avond te warm en het daarop gevolgd plotseling in laten van verse lucht deed de gasvlam men suizen en gaf ongewenste afleiding. Over de accoustiek waren de gevoelens verdeeld. Veel bleek af te hangen van de plaatsing, zonder dat ergens resoneren ge heel gemist werd." Die klachten over de akoestiek waren niet ten onrechte. De oorzaak lag waar schijnlijk in het feit, dat het podium am- fitheatersgewijs was gebouwd tot aan de loges. In latere jaren is het podium bene den iets verbreed en boven bij de loges gelijk gemaakt. De zaal heeft op het ogen blik een welhaast ideale akoestiek. AANVANKELIJK zou Henri Viotta het Concertgebouworkest samenstellen en lei den. Er rezen echter moeilijkheden en Viotta nam reeds na het openingsconcert ontslag. Zijn taak werd overgenomen door Willem Kes, die zich ontpopte als een groot pedagoog. Hij slaagde erin de musici tot een eenheid te doen samensmelten en het orkest reeds in die tijd grote naam te be zorgen. Zo werden er al tournees gemaakt „helemaal" naar Rotterdam en Brus sel. Het publiek had aanvankelijk nogal moeite, zich aan te passen in het nieuwe gebouw. Vroeger, in de Parkzaal, was men gewoon er tijdens de zomermiddagconcer ten een biertje te drinken en wat te bab belen. Het programma begon dan met een zwaar stuk, een symfonisch werk, zodat velen wat later konden komen als de lichte kost" begon. Het nieuwe gebouw, daarginds in de weilanden, was in de eerste plaats moei lijk te bereiken. Zeker, men zat er ook aan tafeltjes en pa kreeg z'n bier of bit tertje en moe haar advocaatje. Maar na verloop van tijd verbood Willem Kes de kelners te bedienen als er werd gemu siceerd. Ja. de dirigent keek zelfs boos als het publiek te luidruchtig zat te pra ten. Er waren mensen, die zich ver - baasd afvroegen of de muziek nu in eens de hoofdzaak ging worden maar Kes zette door en won. De ta feltjes verdwenen uit de zaal en het nuttigen vap consumpties, alsook het voeren van gesprekken werd alleen toegestaan in de koffiekamer. Algeme ne verontwaardiging ontstond, toen Willem Kes midden in een symfonie aftikte, omdat twee dames luid pra tend de zaal betraden. En die veront waardiging was niet tegen de da mes, maar tegen de dirigent gericht WILLEM KES werd in 1895 tot dirigent in Glasgow benoemd. Hij stond zijn plaats in Amsterdam af aan de 24-jarige Willem Mengelberg en droeg aan deze niet alleen een zorgvuldig samengesteld en goedge- disciplineerd orkest, maar ook een goedge- disciplineerd publiek over. Men had een goede keus gedaan, al had Mengelberg, die tot dan nog slechts een mannenkoor in Luzern had geleid, geen enkele orkestrou tine. Hij bleek echter een geboren dirigent te zijn. Willem Mengelberg heeft een hal ve eeuw lang het Concertgebouworkest ge dirigeerd en het opgewerkt tot een der beste ter wereld. Het maakte het concert gebouw tot een ware tempel der toonkunst en dankzij hem werd Amsterdam toonaan gevend in de internationale muziekwereld. Vele grote dirigenten en componisten kwa men naar Nederland en roemden het or kest. De eerste was Siegfried Wagner in 1894 Mengelberg nodigde Richard Strauss en Gustav Mahler uit, hun werken te in troduceren. In latere jaren stonden als gast voor het orkest o.a. Pierre Monteux, Bruno Walter, Sergej Rachmaninoff, Igor Strawmsky, Max Reger, Claude Debussy en Maurice Ravel. Op uitnodiging van Grieg ging het orkest in 1898 naar Noor- XJ kunt het uzelf gemakkelijk maken door het abonnementsgeld voor het volgende kwartaal te voldoen op onze postgirorekening no. 129288 ten name van De IJmuider Courant. XJ bespaart daarmee incassokosten en vermijdt geloop aan de deur. Het te gireren bedrag is 7.65, post- abonnees f 8.15 U kunt het ons gemakkelijk maken door uw giro-opdracht te verzenden voor het eind van de maand, voor zien van uw juiste naam en adres Wij behoeven dan geen kwitanties uit te zenden. Indien u voor een ander gireert, wilt u dan het bezorg adres van de krant vermelden? Voor automatische girobetalingen (het allergemakkelijkste) zijn formu lieren op aanvraag gaarne ter be schikking. In dat geval dient men wel voor voldoende saldo op de giro-rekening zorg te dragen. DE ADMINISTRATIE wegen Er volgden tournees door Europa. Het Concertgebouworkest werd beroemd. Mahler-bewonderaar Mengelberg organi seerde bij zijn 25-jarig jubileum als diri gent in 1920 een Mahler-herdenking, die een hoogtepunt is geworden in de geschie denis van het orkest. Hij was een zeer on gemakkelijk mens, deze Mengelberg. Op jtijn muziekopvattingen is veel te zeggen geweest en tenslotte heeft hij door een verkeerde houding in de tweede wereld oorlog na een vijftigjarige carrière op weinig eervolle wijze het veld moeten rui men. Maar hij blijft toch de meester, die het orkest naar de top heeft gebracht. HET IS HAAST onvoorstelbaar, dat on danks het vertrek van Mengelberg en het gemis van vele bekwame Joodse musici het Concertgebouworkest na de oorlog op nieuw een bloeitijdperk is binnengestapt. Eduard van Beinum voerde het orkest weer op tot de eenzame hoogte, die het vroeger innam en hij oogstte triomfen in het buitenland tot in Amerika toe. En sinds hij zijn plaats heeft moeten afstaan aan Bernard Haitink is aan die bloei geen einde gekomen. Integendeel, zelfs in Ja-, pan, waar 's werelds beste orkesten regel matig concerten geven, boekte men écla tante successen. Willem Kes, Willem Mengelberg, Eduard van Beinum, Bernard Haitink vier ge neraties van dirigenten hebben het Neder landse muziekleven op een peil gebracht, waarvan men 75 jaar geleden slechts kon dromen. Er is natuurlijk méér gebeurd. Daar zijn de musici zelf, die zich altijd tot het uiter ste hebben gegeven om de prestaties van het orkest op een hoger plan te brengen, niettegenstaande het feit dat zij elders meer konden verdienen. Er zijn tijden ge weest, dat men van een financiële nood kon spreken. In de crisisjaren moest de tuin van het Concertgebouw zelfs worden verkocht om een pensioenfonds voor de orkestleden mogelijk te maken. Er is in de afgelopen 75 jaar ook een interessante ontwikkeling geweest op het gebied van de programma's. Oorspronke lijk was de zondagmiddag geheel voor de lichte muze. Verder voerden Wagner, Brahms en Beethoven de boventoon. Later kwamen de modernen en tenslotte vond ook het Nederlandse répertoire ingang. Sinds ruim zestig jaar bestaat er een zeer nauwe band tussen het orkest en het Toonkunstkoor. (Matthaeuspassion). OOK HET PUBLIEK is veranderd in die driekwart eeuw. De grootste verandering heeft zich na de laatste oorlog voorge daan toen via goedkope volksconcerten een geheel nieuw publiek werd bereil.t. Van zelfsprekend hebben radio en grammo foonplaten ook belangstelling gewekt bij Drie vrouwen zijn gisteravond gewond bij een botsing op de Zeeweg in IJmuiden Oost. Een wielrijdster, die zonder richting aan te geven, plotseling linksaf boog, werd aangereden door een automobilist, die op zijn beurt van de schrik in plaats van te remmen gas gaf. De vrouw kwam op de motorkap terecht, en viel daarna op straat. Juist op dat moment naderden een bromfietsster en een wielrijdster, beiden afkomstig uit Haarlem. Zij kwamen te val len. De aangereden wielrijdster liep een gebroken sleutelbeen en een lichte hersen schudding op. De bromfietsster en de wielrijdster kregen diverse schaafwonden. De tegenwoordige dirigent, Bernard Haitink, met zijn vrouw bij de terug keer, op Schiphol, van de succesvolle tournee met het orkest in Japan. mensen, die er vroeger nooit toe kwamen concerten te bezoeken. Speelde het orkest rond de eeuwwisseling vaak voor slechts gedeeltelijk gevulde zalen, thans zijn alle concerten uitverkocht. Het ziet er naar uit dat de televisie na tien jaar lang een afwachtende houding te hebben aangenomen nu ook interes se gaat tonen voor ons nationale orkest. En dat zal voorlopig nog wel het enige medium zijn om de steeds groeiende stroom vrienden van het Concertgebouw orkest, waarvoor het gebouw zelf te klein is, te kunnen opvangen Donderdag De aanvoer in IJmuiden was donderdag 3755 kisten vis, waarvan 618 kisten tong en tarbot; 4 kisten tongschar en schartong; 814 kisten schol; 11 kisten schar; 13 kisten bot; 1502 kisten haring; 173 kisten ma kreel; 296 kisten schelvis; 181 kisten wij ting; 101 kisten kabeljauw en gul; 11 kis ten poon en 31 kisten diversen. De prijzen, per 1 kilogram, in guldens: grote tong 6.305.80; grootmiddel tong 4.604.20; kleinmiddel tong 4.303.80; kleine tong I 3.903.60; kleine tong II 2.90 —2.30; tarbot I 4.203.70 en zalm 89. Per 50 kilo: Tarbot IV 124, tongschar 114; kleine tongschar 112; kleinmiddel schol 44; kleine schol I 4645; kleine schol II 36—9.50; schar 36—31; bot 12—8; verse haring 4027; makreel 3518; grote schelvis 5047; grootmiddel schelvis 47 41; kleinmiddel schelvis 5041; kleine schelvis II 4111; wijting 1810; grote gul 6555; middel gul 5750; kleine gul 3515 en poontjes 17. Per 125 kilogram: Grote kabeljauw 240 —150. Besommingen: KW 59 5980; KW 162 8020; KW 109 780; KW 61 f 780; IJM 66 4.330; IJM 67 3.230! SCH 117 13.180. Aanvoer van vrijdag De aanvoer van vis in IJmuiden werd vrijdagmorgen verzorgd door 70 vaartuigen met 180 kisten schelvis, 210 wijting, 90 gul en kabeljauw, 1800 trawlharing, 1020 span- haring, 380 makreel, 1480 schol, 60 tarbot, 360 diversen, 560 stuks kabeljauw en 62000 kilogram tong. Bij deze getallen is niet in begrepen de haring, die werd aangevoerd door de volgende schepen: SCH 248 Prinses Margriet, die vannacht om kwart over twee binnen kwam met 900 kisten; de VL 84 Jan Senior, die om kwart voor drie af meerde met 1200 kisten; de KW 99 Maria Theresia, die om vier uur met 800 kisten IJmuiden binnenvoer; de KW 101 Nestor, die om zeven uur aan de markt kwam met 1000 kisten haring. Deze schepen werden tussen zeven en acht uur gelost. Op de Rijksstraatweg in Heemskerk zijn hedenmorgen omstreeks elf uur een Duitse en een Nederlandse personenauto, elk met drie inzittenden, bij de uitrit van een ben zinestation met elkaar in aanrijding ge komen. Alle inzittenden van de wagens zijn per ziekenauto en met particuliere auto's naar het Rode Kruisziekenhuis in Beverwijk vervoerd. Twee van hen zijn ernstig gewond. Postduiven Als afsluiting van het duivenseizoen heeft zondag 23 september een vlucht plaats vanuit Eindhoven. Hieraan wordt deelgenomen door de Beverwijkse post- duivenhoudersverenigingen „De Reisduif" en „Ons Genoegen", alsmede de Heems kerker zustervereniging „De Vredesduif". DE NU ZEVENTIGJARIGE Franse toneelschrijver André Obey, wiens dich terlijk dramatisch talent voornamelijk tot ontplooiing is gekomen in de vermaarde leerschool van Jacques Copeau, schreef in 1951 zijn spel (eigenlijk een lange eenakter) „Une fille pour du vent", door Anne-Marie Prins in het Nederlands ver taald onder de titel „Een leven voor wat wind". In 1951, dat was nog maar zes jaar na de tweede wereldoorlog; en van de gruwelen van die oorlog had de altijd al sterk pacifistisch ingestelde Obey zich toen nog niet losgemaakt. Zijn stuk is danook, onder het doorzich tige mom van een na-vertelde episode uit de Griekse sagenleer, een felle aanklacht tegen de waanzin van de oorlog en tegen de machtswellust, de massahysterie en de leugenachtigheid die er altijd mee gepaard gaan. HET THEMA van Agamemnons opoffe ring van zijn dochter Ifigeneia in ruil voor wat wind om de Griekse oorlogsvloot naar Troje te brengen was voor Obey een ge schikt gegeven om die aanklacht in te ver werken. En waar de sage op dat punt te kort schoot, heeft de dichter er uit eigen fantasie op voortgeborduurd bij voor beeld door de ziener Kalchas af te schil deren als een diabolische, enigszins Hitle- riaanse figuur die de troepen door quasi- mystieke gaven biologeert. Zo karakteri seert hij ook Agamemnon als de militair die bezeten is door de drang tot overwin nen en die desnoods zijn eigen dochter prijsgeeft als die tussen hem en de mili taire glorié komt te staan; en hij laat „het eerste slachtoffer" optreden, een ge sneuvelde soldaat die tevergeefs probeert vanuit de wereld der doden de aanvoerder tot bezinning te brengen vóór de massa moord losbreekt. MEN KAN tegen dit stuk aanvoeren, dat er meer in gepraat dan gehandeld wordt, want reeds bij het begin heeft Agamem non zijn besluit genomen en is Ifigeneia al op Aulis aangekomen. Er is dus geen enkel moment van spanning en als climax heeft Obey niets anders te bieden dan het luisteren van Ifigeneia naar de stem van de dode soldaat en haar berusting als ge volg van de kracht die zij uit zijn woor den put. Alle dramatiek moet dus voort komen uit de botsing der karakters, en daartoe leent de vorm van de lange één- acter zich niet bijzonder goed. Maar Obey's tekst is op zichzelf zeker de moeite waard om ernaar te luisteren; zijn aanklacht te gen de oorlog heeft hij hier en daar in ontroerende formuleringen gekleed, en het gèheel doet vooral ook daarom zeer sym pathiek aan omdat de schrijver zich met succes heeft gedistancieerd van de gebrui kelijke pacifistische leuzen, die vaak even hol klinken als de militairistische; zelfs verzucht hij berustend dat wat wij „vrede" noemen gewoonlijk niet méér is dan een pauze tussen twee oorlogen. DE TONEELGROEP Studio heeft, on danks de zwakke kanten van het stuk, toch wel een belangrijke daad verricht door het op haar repertoire te nemen. Onder leiding van de jonge regisseur Bram van der Vlugt heeft het werkje een zeer toegewij de vertoning gekregen. Deze is pas vijf maanden na de landelijke première hier heen gekomen en intussen hebben er enige wijzigingen in de rolverdeling plaatsge had. In de voorstelling van gisteravond, onder auspiciën van de Nederlandse Jeugd-Gemeenschap gegeven in het Mi nerva-Theater, boeide vooral Erik Plooyer als een zeer bewogen Odysseus en gaf Cockie Boonstra mooi, gevoelig en ont roerend spel als de ten dode gedoemde, nog bijna kinderlijke Ifigeneia. Van der Vlugt zelf was wat star en weinig genuan ceerd als Agamemnon, en hetzelfde geldt voor de vertolking van Klytaimnestra door Anne-Marie Prins. Maar de rollen van dit koninklijk paar zijn danook wel uiterst moeilijk waar te maken. Ad van Gessel was een goede Menelaos en Jack Hom een aanvaardbare „dode soldaat". De be- diende-rol van Ton Dalenoord was niet helemaal uit de verf gekomen. FOKKE van der Scheer had voor een verantwoord decor gezorgd en Herman van Elteren voor kleurige kostuums, zodat de voorstelling als geheel een welverzorg de indruk maakte. Vóór de aanvang gaf de regisseur in eenvoudige bewoordingen (alleen wel wat te uitvoerig) een uiteen zetting van de achtergrond en de bedoelin gen van het stuk, waarmee hij ongetwij feld heeft bijgedragen tot het onmisken bare succes van de avond. Simon Koster Prijzen van vrijdag In guldens, per kilogram: heilbot 3,60- 3,20; tarbot 4-3,10; grote tong 5,70-5.30; grootmiddel tong 4,30-3,80; kleinmiddel tong 3,30-2,80; tong 1 3,10-2,60; tong 2 2,20- 1 92. Per 125 kilogram: kabeljauw 150-120. Per 50 kilogram: grote gul 56-50; middel gul 50-4* '^eine gul 32-22; grote en groot middel 52-48; zetschol 44-40; schol 1 48-40; s 2 40-21; schol 3 21-8; gestripte wijting 31 -17dichte wijting 22-17; schar 31-36; grote schelvis 47-43; grootmiddel schelvis 46-45; kleinmiddel schelvis 47-44; schelvis 1 60-50; schelvis 2 47-31; tarbot 150-86; griet 80-50; tongschar 84-72; kleine koolvis 45-28; haring 28-23; kleine haring 21-11; makreel 36-18; kleine rode poon 16. Regels kabeljauw: grote 132-100, middel 65-48. Een kleine haai 66, krabben 8-4,90. Besommingen van vrijdag In guldens: HD 87 5.060; KW 38 6.100; KW 112 1.450; KW 205 6.180; KW 61 260; KW 46 790; KW 109 250; KW 146 11.200; KW 52 10.800; KW 90 6.770; MO I 5.080. Op zee De Emma Wilhelmina KW 135 meldde gistermiddag aan de Nicolaas Senior KW 42, dat men in drie trekken 100 kantjes haring aan boord had gehaald. Omstreeks vijf uur deed men nog een trek die een box scharren opleverde. De Nicolaas Senior had ongeveer 150 kantjes gevangen en was daarmee best te vreden. De IJM 5 Maria Elizabeth moest genoe gen nemen met een trek van slechts 6 kan tjes haring. De SCH 261 Onderneming 1 had het ongeluk de achterlijn te breken, waardoor veel tijd verloren ging. Toen de zaak geklaard was en men weer viste, moest men echter bij het halen constate ren, dat de buik uit het net was gescheurd. De Oceaan 9 hief gisteren een hevig ge huil aan toen de Maria Elizabeth over zijn vistuig heen viste, met het gevolg dat de bemanning van de Oceaan 9 bij het halen zag dat headlijnen en snijbordjes verdwe nen waren. De Voorloper VL 16 ving gistermorgen 70 kantjes. Daarnj trok dit schip twee keer het net aan flarden. De schipper sprak zijn misnoegen uit over de kwaliteit van het nylon. Als er meer dan zes last in het net zit, kan men het alleen bij prachtig weer, en dan nog zeer voorzichtig, scheep krij gen. Dit werd door de schipper van de Voorwaarts beaamd. Hij was van mening, dat men deze visserij het best met netten van hennep kan beoefenen, tenzij men spe ciale voorzieningen treft. Van vele schepen kwamen meldingen over gespleten netten. Hoewel er gisteren vrij veel haring is gevangen en men over het algemeen dik tevreden was, viel de visserij na de mid dag danig tegen. De Adriana SCH 126 had een dagvangst van 175 kantjes, waarvan er voor de middag al 150 waren gevuld. De VL 121 Willem ving 23 last en daarvan vóór het middaguur 20 last. De Adriana Johanna SCH 63 meldde een dagvangst van 150 kantjes, de SCH 242 Huibertje een van goed 20 last. Laatstge noemd schip ging gistermiddag op weg naar Scheveningen, om de Aafke, die gis teren ook zijn portie dik naar zich toehaal de, zo mogelijk voor te zijn. De Golfstroom KW 4 kon gisteren niets uitrichten. Tot twee keer toe werd over zijn vistuig heen gevist. Als dagvangst gaf het schip 35 kantjes door. Twee netten waren volkomen vernield. De Marian Ellen KW 159 had gisteren niet bepaald te klagen, maar toen er een zwarte wand werd verkend, werd deze plek volgeschoten met vleten van drijfnet vissers. En iedere trawler is bang over een vleet heen te gaan, want dan loopt de kost bare schroef gevaar. Bovendien zijn er in ternationale bepalingen die deze manier van vissen beschermen. Scheveningen In Scheveningen bedroeg de aanvoer van vis vanmorgen 50 kisten diversen, 100 wij ting. 450 schol en 9000 kilogram tong. Er lagen vanmorgen om zes uur nog vijf grote trawlloggers te wachten op hoog wa ter om alsnog de Scheveningse haven bin nen te lopen en hun lading te lossen. In een snackbar, ondergebracht in een houten keet aan de Laan der Nederlanden te Beverwijk, is ingebroken. Wisselgeld, ten bedrage van ongeveer tien gulden, is verdwenen. Adoertentte en tóch Met PHILIPS TELEVISIE gezellige avonden Ook voor het allerlaatste sportnieuws PHILIPS-DEALER Trompstraat 98 - Telefoon 5198 Een zestienjarig meisje uit IJmuiden was sedert een week na Pasen van dit jaar ondergedoken. Gisteren heeft de Velsense politie, in samenwerking met de rijks politie te Heer Hugowaard, haar in laatst genoemde plaats aangehouden. Het kind was, op verzoek van de kinderrechter, in een tehuis te Rotterdam geplaatst. Na het paasverlof keerde zij echter niet terug naar Rotterdam. ONGEVAL BIJ HOOGOVENS Een 44-jarige plaatslijper uit Beverwijk liep donderdag met zijn hoofd tegen de magneet van een kraan in de middenhal van de Walserij-West van Hoogovens. Hij werd met hoofdpijnklachten in het Bever wijkse Rode Kruisziekenhuis opgenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 11