Weskers „Planten zonder wortels
in Schiedamse machinehal
IN MEMORIAM MAURITS DEKKER
DE PROGRAMMA'S
Studio: een stimulans voor het toneel
„De Ratten" van
Virtudes Luque
Organist uit Hannover
speelde in „Teyler"
M
TELEVISIE
MAANDAG 8 OKTOBER 1962
4
Bekrompenheid
In het V est zak-The at er
Zelf verwerken
Sterk ensemble
fi
Proficiat N.C.R.V.
NE(iEN MUZEN
De radio geeft dinsdag
7 elevisieprogramma
In Parijs streeft Jean ilar met zijn Theatre National Populaire al langer dan
tien jaar de sociale spreiding van het toneel na; in Londen tracht George Devine
met zijn English Stage Company sinds 1956 nieuwe auteurs voor het theater te
winnen. In Nederland, waar het toneel sinds jaar en dag ambtelijk wordt ge
spreid en waar daarnaast alleen een symbolische verplichting bestaat tot het
spelen van werk uit eigen land, zijn Kees van Iersel en Han Surink dit seizoen
met de toneelgroep Studio begonnen aan een ambitieuze poging om zowel het
grote publiek als de letterkundigen tot een grotere belangstelling voor de toneel
kunst te stimuleren.
MET GELUKKIGE DAGENvan Sa
muel Beckett wordt overmorgen 'in De
Brakke Grond te Amsterdamhet eigen
Studio-theater geopend, waarvoor Wim
Vesseur een in de zaal uitgebouwd podium
ontwierp dat de traditionele barrières van
toneellijst, gordijn en voetlicht mist. Een
reispodium, dat een duplicaat is van het
toneel in De Brakke Grond, stelt Studio
in staat overal in het land in ver
gaderzalen even goed als in fabriekshal
len op te treden zonder dat aan de
oorspronkelijke mise-en-scène van een stuk
afbreuk wordt gedaan. Twee Nederlandse
stukken, „Harten twee, harten drie" van
Paul Rodenko en „Jeugdproces" van Ma
nuel van Loggem, werden op die wijze
reeds uitgebrachtvoor de derde première
van het seizoen, Arnold Weskers „Plan
ten zonder wortels", moest men zich za
terdag begeven naar de grote machinehal
van Wilton-Feijenoord in Schiedam.
ONDANKS DE MOEILIJKE akoestiek
met een vrij hinderlijke nagalm werd het
een triomf voor Studio, voor regisseur Pe
ter Oosthoek, door vertaler Gerard Korne-
lis van het Reve en voor Dore Smit, die
de in Londen door Joan Plowright ge
creëerde hoofdrol speelde in dit meest ge
slaagde stuk van de nu dertigjarige Engel
se auteur, die een maand geleden met „De
keuken" in ons land werd geïntroduceerd
door het Nieuw Rotterdams Toneel. Wes
kers steeds herhaalde protest tegen een
maatschappij, waar geestelijke armoede
wordt verkocht als massacultuur en het in
dividu wordt genivelleerd tot een schakel
in het arbeidsproces, klinkt het zuiverst
door in dit tweede deel van een los-vaste
trilogie met sterk autobiografische inslag.
Centrale figuur in „Planten zonder wor
tels" (of „Roots", zoals de Engelse titel
luidt) is Beatie Bryant, een meisje uit
Norfolk dat in Londen is gaan werken als
dienster in een restaurant en daar door
HET VESTZAK-THEATER in de Bal-
thasar Floriszstraat te Amsterdam (een
omgebouwde winkelruimte met laag klein
toneeltje en veertig-man-accommodatie)
zal binnenkort een jaar lang huisvesting
hebben verleend aan de nimm'er versa
gende Wim Burkunk en zijn groepje ama
teurs. Op het ogenblik speelt men er een
één-uur durende éénakter van de Spaanse
Virtudes Luque: „De Ratten", na de pau
ze gevolgd door een soort parafrase op
amoureuze thema's, bij elkaar geschre
ven door Wim Burkunk, na afloop waar
van het publiek zaterdagavond jl. gele
genheid kreeg met auteur, regisseur en
spelers van gedachten te wisselen. Op de
ze wijze kwam er eigenlijk een ongezoch
te climax in de avond, doordat men na
de uitzichtsloze somberheid van het eer
ste stuk, de blijmoedige monterheid na de
pauze nog bekroond zag met een hart
verwarmende spontane discussie, waar
uit bleek dat er bij dit publiek toch in
ieder geval levendige belangstelling was
gewekt voor de zaak van het toneel, zo
dat de betekenis van het Vestzaktheater
in dit opzicht wellicht toch groter is dan
men gemeend zou hebben.
TIJDENS DEZE discussie met de
schrijfster, die assistente voor het Spaans
is aan de universiteit van Amsterdam,
bleken haar bedoelingen eigenlijk nog
duidelijker dan uit haar overigens heel
sympathieke dramatische eersteling. Zij
heeft twee mensen, een man en een vrouw
als enige overlevenden van een wereld
catastrofe voor de vraag gesteld naar de
noodzaak en de mogelijkheden om een
nieuwe al ojf niet betere wereld op
te bouwen. Zij heeft haar ideeën willen
demonstreren aan opzettelijk kleine men
sen, omdat naar haar mening in het ge
val van helden de tragiek van het niet-
beter-kunnen minder duidelijk tot zijn
recht zou zijn gekomen. De man werd
bij haar dus een lieve idealist wat
vaag maar lang niet onbekwaam ge
speeld door Wim Burkunk die niets
vermag tegen het om hen heen in de
vorm van een rattenplaag de kop opste
kend kwaad. De vrouw die niet vergeten
kan en daarom geen nieuwe wereld on
der ogen durft te zien werd een tikje ordi
nair, maar toch overtuigend gespeeld
door Mieke Geurts. De vraagstelling is
ondergebracht in een serie goedgeschre
ven soms wat al te ingetogen dialogen
rondom verschillende intelligent geanaly
seerde aspecten van de gestelde situatie:
Moeten deze mensen kinderen krijgen?
moeten zij de vroeger verworven kennis
zien te behouden? en zo meer.
OOK AL WORDT het kwaad wonderlij-
kerwijze door de schrijfster als een abso
lute transcendente macht buiten de mens
geplaatst, die zelf niet in staat blijkt zich
er tegen te verzetten, en ook al is de te
verwachten afloop dienovereenkomstig
somber, toch houdt men aan de avond
een alleszins positieve indruk over door
het kennelijke talent en de weloverwogen
toewijding die door de schrijfster en de
uitvoerenden aan dit experiment gewijd
zijn.
In de vrolijke uitsmijter na de pauze
werden een aantal alleraardigste typerin
gen raak getroffen door de leden van Bur-
kunks gezelschapje dat daarmee de gaaf
ste toneelprestatie leverde die ik totnog
toe van ze mocht zien; vooral Bep de
Leeuw als een ratelende buurvrouw blonk
hierin uit. Al met al leek het Vestzak
theater met diï programma op de goede
weg.
Hans van den Bergh
haar verloofde Ronnie Kahn (Weskers al
ter ego in de trilogie, die in „Roots" niet,
maar in de andere delen „Chicken Soup
With Barley" en „I'm Talking About Je
rusalem", wel ten tonele verschijnt) is vol
gestopt met halfverwerkte ideeën en
idealen over cultuur en politiek. Terugge
keerd bij haar boerenfamilie vindt zij al
leen maar apathie en bekrompenheid, die
haar stoten maar waaraan zij zich toch
evenmin kan onttrekken.
Dan blijkt dat Ronnie haar laat zitten;
hij ergert zich op zijn beurt aan haar
gebrek aan begrip. De familie triomfeert:
Beatie met haar verwijten en haar preten
ties, was toch in de grond van de zaak
hetzelfde als zij. Maar in die crisis groeit
Beatie uit boven haar vroegere vegeteren
de bestaan, zij ontdekt tot een eigen oor
deel in staat te zijn. En terwijl de fami
lieleden nog gloriëren in hun eigen kleur
loosheid, spreekt zij zich ongeremd, van
uit haar eigen persoonlijkheid, over haar
tekortschieten uit en stamelt tenslotte ver
rast: „Horen jullie dat? Hebben jullie ge
luisterd? Dat ben i k. Beatie Bryant heeft
zich zelf gevonden."
Die slotscène toont Wesker op zijn best
in het tegenover elkaar stellen van Beatie
en haar familie, in het gelijktijdig opwek
ken van hoop en wanhoop. Weskers kracht
schuilt in zijn vermogen het publiek iets
te laten zien dat men zelf dient te ver
werken, zijn zwakheid is hoewel hier in
veel mindere mate dan in „De keuken"
een zeker gebrek aan zelfkritiek, waar
door hij te gemakkelijk zijn toevlucht
neemt tot kant-en-klare levensfilosofieën
vol banaliteiten. Dat is het gevaar van een
zo persoonlijk getint oeuvre als het zijne,
dat sterk wortelt in ervaringen waarvan
hij zich nog onvoldoende heeft gedistan
tieerd.
Maar hij is, hoe dan ook, in staat tot
het scheppen van boeiend toneel en hij
is bovendien een scherp waarnemer met
de gave een volstrekt natuurlijke dialoog
te kunnen schrijven. In de vertaling van
Van het Reve is die kwaliteit volledig be
waard gebleven en Peter Oosthoek verdient
als regisseur het compliment dat hij zijn
acteurs in het platte taalgebruik discre
tie heeft laten betrachten, waardoor de
menselijke herkenbaarheid niet ten offer
viel aan gemakkelijke typeerlust. Zijn uit
gangspunt was een gestileerd realisme;
dat in de sfeer-aanduidende decors van
Hep van Delft een betrouwbare steun hacf.
Steun kreeg hij ook van het hele ensem
ble, met Nell Koppen en Wim van den
Brink dom-goedaardig maar soms venij
nig uitvallend als Beaties ouders en Els
Bouwman verrassend goed in doffe berus
ting als haar zuster. Daarbij sloten de an
dere familieleden Ad van Gessel, Erik
Plooyer en Cocki Boonstra zich pas
send aan. Frans Vorstman had de ondank
bare taak een filosoferende oude man te
moeten voorstellen en Peter van Rooy was
een door de schrijver te weinig uitgewerk
te bedrijfsleider, vertegenwoordiger van
Dore Smit in „Planten zonder wortels"
van Arnold Wesker.
het gewraakte maatschappelijke systeem.
Alles concentreerde zich echter, terecht,
om Beatie. Dore Smit greep alle kansen
die de rol haar bood: eerst leeghoofdig en
vol geleende wijsheden, haar vriend na
pratend en imiterend, later ineens door
straald door het lichtende besef van een
eigen persoonlijkheid, steeds volledig na
tuurlijk en volledig beheerst. Studio is dit
seizoen met een koene stap uit een scha
duwhoek van ons toneelbestel in het licht
van de algemene belangstelling getreden.
De gave voorstelling van „Planten zonder
wortels" en de kracht van de individuele
vertolkingen rechtvaardigen die stap voor
ieder, die aan de ambitieuze beginselen
van het gezelschap nog niet voldoende
heeft.
Ad Interim
Concert op 31-toonsorgel
Niet alleen in ons land heeft het een-
endertigtoonsorgel van prof. A. D. Fok
ker, dat in Teylers Museum staat, de aan
dacht getrokken. Ook buiten onze grenzen
zelfs buiten Europa, interesseren organis
ten, musicologen en akoestici zich voor dit
instrument, waarop door een ingenieuze
constructie het spelen in de 31-toonsstem-
ming mogelijk is geworden.
Zondagmiddag was het orgel toever
trouwd aan de organist Walter Schindler
uit Hannover, die door middel van de nor
male twaalftoonsspeeltafel muziek uit lang
vervlogen eeuwen ten gehore bracht. Het
was een programma, dat eensdeels de vo
cale oorsprong van de orgelmuziek bevat
te met twee „Agnus Dei"-composities van
Josquin de Prés, een Ave Maria van De
Orto en twee Canzone van Hasler en Er-
bach, en dat anderdeels de ontwikkeling
van de zuiver instrumentale stijl voor het
orgel kon doen demonstreren. Dit was
vooral het geval met de variaties over het
koraal „Allein Gott in der Höh sei Ehr"
van Pratorius, Düben, Gottfried en Sa
muel Scheidt, vier representatieve leerlin
gen van de „organisten-maker" Jan Pie
terszoon Sweelinck. Het was muziek, ge
schreven voor de zogenaamde natuurlijke
stemming met het voor haar typerende zui
vere grote tertsinterval. Op de genoemde
twaalftoonsspeeltafel kan deze stemming
geselecteerd worden, zodat de toehoorders
de oude werken met de hiervoor gedachte
zuiverheid konden genieten. De vertolkin
gen van Walter Schindler muntten uit door
evenwichtigheid en bezonkenheid, maar
ook door een grote gaafheid, die door een
voortreffelijke technische beheersing mo
gelijk werd. Afzonderlijk zou ik de geest
rijke variaties over een Gaillarde van
John Dowland willen noemen, muziek ge
tuigend van een speelse fantasie, die in
derdaad een speelse vertolking verkreeg.
De organist Anton de Beer vroeg op de
ze middag de aandacht voor een Elegie,
het tweede deel van een Sonate voor 31-
toonsorgel van zijn hand. Het is een zeer
uitdrukkingsrijk stuk, weemoedig en ook
somber vaak. Het klonk in deze stem
mingen treffend natuurlijk en slechts nu
en dan leek het experiment plaats te vra
gen naast de grote muzikale expressie, die
het hoofdkenmerk van deze klaagzang
bleek.
P. Zwaanswijk
Lizz West overleden. Mej. Lizz West,
die de choreografie heeft verzorgd voor de
Nederlandse versie van de musical „Free
as Air" is na enige dagen vermist te zijn,
levenloos aangetroffen bij de Matterhorn
in Zwitserland. Zij werd waarschijnlijk ge
troffen door vallend gesteente.
In het Haagse Parkhotel zijn de Visser-
Neerlandia-prijzen voor muziek en
voor toneel uitgereikt. Mevrouw
Hella S. Haasse ontving een prijs voor
haar toneelstuk „Een draad in het
donker", Ary Verhaar voor zijn strijk
kwartet „Vivos Voco" en Oscar van
Hemel voor zijn zesde strijkkwartet.
Bij deze elfde uitreiking van Visser-
Neerlandiaprijzen merkte de heer
Koote, voorzitter van het Algemeen
Nederlands Verbond, op, dat de erf
later, de in 1942 overleden mr. H. L. A.
Visser, het in zijn testament het be
stuur van het Algemeen Nederlands
Verbond niet gemakkelijk had ge
maakt. Allerlei bepalingen in dit tes
tament maken het iedere keer nogal
moeilijk de prijzen op bevredigende
wijze toe te kenjien. Desondanks sprak
de heer Koote de hoop uit dat het hem,
nadat door drie voorzitters vóór hem
al bijna twee ton aan prijzengeld was
uitgereikt, gegeven zou mogen zijn nog
enkele tonnen aan Nederlandse kun
stenaars ter hand te kunnen stellen.
De foto toont van links naar rechts
Ary Verhaar, Oscar van Hemel en
Hella Haasse.
NU, OP DIT OGENBLIK, nadat mij het
overlijden van Maurits Dekker wordt be
richt, kan ik moeilijk anders schrijven
dan in de geest van het persoonlijke. Hij
was mijn vriend, en hij was een goed, een
integer vriend. Hij was een schrijver met
wie ik mij verbonden voelde sinds ik zijn
in 1929 verschenen roman „Waarom ik
niet krankzinnig ben" las. Boris Robazki
noemde hij zich toen en zijn boek heette
te zijn vertaald door Anton Bakels. Deze
mystificatie was een bittere noodzakelijk
heid in onzlp letteren, al had ze ook haar
koppige kant. Wat men van de Néderland-
se auteur Maurits Dekker maar met één
oor hoorde, voor zover men het horen wil
de, klonk uit de mond van een vermeende
buitenlander als een getuigenis. En dat
was wat de schrijver van „Dodenstad"
een bundel schetsen uit het gevangenisle
ven, waarmee hij in 1923 gedebuteerd had
wilde; wat hij door innerlijke gedreven
heid moest: getuigen.
Dekker vertegenwoordigde in zijn per
soon, en in zijn werk, een stuk sociaal-
menselijk geweten. Hij had geen vrede
met een vrede, die op waan, dwang, leuze
en leugen berustte. Hij had geen vrede
met een oorlog, die de bestialiteit ontke
tende en aan de bestialiteit bezweek. Hij
had geen vrede met een mensheid die be
lang boven waarheid, macht boven ge
rechtigheid, welgedaanheid boven opstan
digheid, stelde. Hij had geen vrede met
zijn naaste, wie het dan ook was, die de
persoonlijke vrijheid in een compromis
met „de wereld zoals hij nu eenmaal is"
verried. Onvoorwaardelijk stond hij aan
de kant van de gedupeerde, de bedreigde,
de uitgestotene, de onderdrukte, en cfus
was zijn leven strijd, was zijn werk strijd,
van jongsaf was het verzet en protest.
ZIJN SCHRIJVERSDRIFT was getuige
nisdrift. Hij waarschuwde; beschuldigde,
profeteerde, klaagde aan. Hij onthulde,
hoonde en ironiseerde. „De mensen menen
het goed met de mensen", aldus de titel
van de roman die hij in 1934, een jaar dus
nadat Hitier aan de macht was gekomen,
schreef. Hij voorzag het onheil, hij had
het gedreun van de spijkerlaarzen al ja
renlang in de oren en wist dat een mens
heid, die het eerstgeboorterecht van haar
waardigheid verkwanselt voor de linzen
van dogmatische zelfgenoegzaamheid,vroeg
of laat „de laars op de nek" zou voelen-
Hij zag, toen men nog van rozengeur en
maneschijn droomde, het individu tot een
nummer „G.R. 133", zoals hij zijn in
1926 verschenen roman noemde ver
laagd in een gemechaniseerde wereld. Hij
zag in het jaar dat het pact tot uitbanning
van de oorlog werd ondertekend, „de aar
de splijten" door een door mensenbrein
ontketende vernietigingskracht. Men hield
dat toen voor een jolige fantasie. Maar er
was in Dekker iets van een visionaire ver
beelding, van een voor-zeggende gave
werkzaam, dezelfde intuïtie die hem zo
diep in het doolhof van het menselijk ziele-
leven deed doordringen, dezelfde ook die
hem ver buiten de grenzen van het den
ken en weten dreef.
IN ZIJN NOVELLENBUNDELS „De kno-
penkoopman" en „Op zwart stramien"
zijn verhalen te vinden van een soortge
lijk ontstellend somnambulisme dat Franz
Kafka door de materie, door de menselij
ke decors en schijnwerelden deed heen
zien. Dekker kende de mens. Hij was
men leze er zijn roman „Het Merkteken"
op na aan de donkere zijde van het
leven geboren, hij had zich eraan ontwor
steld en was in het licht komen staan.
Maar de schaduw van zijn herkomst, van
zijn jeugdervaring, volgde hem op de voet
om een confrontatie uit te lokken met zijn
ideaal. Want waarachtig, hij was een idea
list, maar één met een scherpe blik, een
helder verstand, een onverbiddelijke
moed, een ontembare levenswil, een on
buigzame eerlijkheid, ook tegenover zich
zelf. Vandaar zijn humor, die de grimmig
heid temperde, zijn mensenliefde aanwak
kerde, zijn waakzaamheid paraat deed
zijn, zijn felste tegenstanders op een af
stand wist te houden: de angst en de dood,
die hem niet, nooit met rust lieten en van
daar dan weer zijn hypergevoeligheid voor
elke naderende dreiging, voor elke onge
rechtigheid.
Hij ontmaskerde Hitier toen men het
monster nog met omtrekkende bewegingen
meende te kunnen tefnmen, doordat hij in
een historische roman de herinnering aan
het geuzenverzet had wakker geroepen in
zijn Oranje-roman. Hij liet zijn proteste
rende stem horen tegen de nazi-pogroms.
En toen de horde zich op Nederland had
gestort zweeg hij om te kunnen handelen.
HEEL HET NEDERLANDSE volk was
toen de „underdog", maar dg Joden wa
ren prooi, opgejaagd wild zoals Jozef in
zijn roman „Jozef duikt". En toen het
nazi-monster was neergeslagen, toen een
gekwelde mensheid de nek onder de laars
kon wegtrekken, waarschuwde hij ons.
„De afgrond is vlak voor uw voeten",
„De Wereld heeft geen Wachtkamer", dat
waren, dat zijn werken van deze dag,
van dit uur en van morgen, beschreven
in een van nature klare, zuivere taal,
welke alleen diegene beheerst, die zijn er
varingen uit het leven put, en niet uit de
litteratuur, en zijn talent in de levensstrijd
ontplooit. Dekker was in alle opzichten
een waarachtig schrijver, een schrijver van
de waarheid, ook als hij sprookjes schreef,
ook als hij naar het scheen zijn fantasie
de vrije teugel liet, een schrijver die het
schrijven in het bloed zat. En zijn bloed
was vurig, zijn bloed was bloedrood, zijn
bloed was warm voor „de zaak der mens
heid".
Nu het tot stilstand is gekomen na een
langdurig manmoedige strijd tegen de
ziekte, stroomt het voort in zijn werk, dat
hem overleeft en voort zal gaan zijn taal
te spreken, zijn getuigenis uit te dragen,
zijn stem te verheffen tegen onrecht waar
ter wereld, en in zijn geheimenis het men
senwezen peilt in zijn tragische onvolko
menheid. Want achter de sociale schrij
ver Maurits Dekker stond onverdeeld de
mens. Dekker, die zijn levenswerk ver bo
ven de tendens deed uitgaan: de kunste
naar die meeschiep aan een waardig
menszijn.
De schrijvers- en lezerswereld is een
voornaam auteur, ik ben een goed vriend,
armer geworden. Maar de tijd zal leren
dat hij ons rijker heeft gemaakt: rijker
aan wat zijn hand deed, rijker aan ge
tuigenis die zijn leven was, rijker aan
vriendschap en trouw die zijn hart gaf.
C. J. E. Dinaux
„David Copperfield" en Dave Brubeck,
de herdershond Lassie, Senegalese dan
sers en de dieren van Han Rensenbrink
zorgden ervoor, dat vrijwel een ieder, die
zaterdagmiddag kijken kon, aan zijn trek
ken kwam.
De miljoenen, die vervolgens zaterdag
avond tegenover het beeldscherm plaats
namen, kregen de verrassing van hun le
ven: een sprankelend amusementspro
gramma van de .N.C.R.V.
Ja, van de omroep, die zoetjesaan be
rucht was geworden door zijn zouteloze za
terdagavonden, met melige cabaretjes,
„gezellige" onderonsjes van veelal twee-
derangsartisten.
Het leken wel van die avonden, ontstaan
uit de als pijnlijk aangevoelde plicht, ook
eens werelds vermaak te bieden. Avonden
die behoudens een enkel onderdeel, sterk
deden denken aan een feestelijke bijeen
komst van een jongenlingenvereniging an
no 1900.
En nu dit programma.
Het begon al goed en werkelijk onder
houdend met „Muziek voor U", gespeeld
door het orkest Pi Scheffer, dat zonder een
noot gespeeld te hebben reeds vakman
schap en liefde voor de muziek verraadt.
Door zijn verbindende babbeltjes slaagt
Scheffer er steeds weer in een prettig Ne
derlandse sfeer te scheppen rond de meest
al Engels-Amerikaanse amusementsmu
ziek, die zijn band speelt. Dat is een kunst
op zichzelf. Dit halfuurtje kreeg nog ex
tra (klank)-kleur door de warme zang van
de Engelse June Mariow en niet te verge
ten door de uitvoering van een composi
tie van Ton de Leeuw. Niet alleen veel
belovend, maar ook vindingrijk was de wij
ze, waarop de N.C.R.V. in „Plan de
Champagne" zijn plannen voor volgende
zaterdagavonden in beeld bracht.
En toen kwam de hoofdschotel „Salad
Days", de Engelse musical, die voor Ne
derland bewerkt de titel „O, kijk mij nou"
kreeg. Mocht die laatste titel ontstaan zijn
uit een zekere angst, met deze komedie
voor het publiek te verschijnen, dan was
het een onzinnige titel. Want dit was tot
en met een geslaagde TV-vertoning: fris,
geestig, afwisselend en met overgave ge
speeld. Misschien gehinderd door wat te
kleine (maar leuke) décors speelden, zon
gen en dansten vertegenwoordigers van het
„grote toneel" en befaamde kleinkunst-ar
tiesten hun grotere en kleinere rollen, on
der regie van Paul Cammermans, die met
Vlaamse jovialiteit enige medewerkenden
de kans gelaten had, eigen talent weer
eens volledig te ontplooien. Zo maakte Het
ty Blok een grandioze karikatuur van een
lady-crooner (met stukken van een zwoele
Dietrich en brokken van een zeer bekende
Nederlandse zangeres). Zo kon Joop Dode-
rer op zijn manier een inspecteur van po
litie spelen. Zo kon Jan Pruis zich uitle
ven in de figuur van een wat geëxalteerde
mode-ontwerper. De pantomime-speler
Will Spoor, de lieftallige Maria de Booy,
Dolf de Vries, enfin, bijna alle 'fnéijéépe-
lenden maakten een feest van dit preten
tieloze verhaal.
Het was, mede dank zij vertaler en be
werker Alfred Pleiter, een briljant Neder
lands niemendalletje, dat een maximum
aan verstrooiing en pleizier gaf.
We weten dat het niet altijd raak kan
zijn. Maar tochproficiat, N.C.R.V.,
ga zó door.
Verbindende klacht
„O, kijk mij nou" en „Morsdood" (het
prikkelspel van zondagavond) verloren
beide in aanzien door een allerellendigste
beeldkwaliteit. Het leek wel, of de door
de weerman voorspelde mist zich van de
studio's had meester gemaakt. Af en toe
was er, tussen twee scènes in, zelfs een
volledige verduistering. Zaterdagavond
dachten we eerst dat ons gezichtsvermo
gen plotseling verminderd was; vervolgens
meenden wij dat het kastje wat wazig uit
zijn ene oog keek; kijkende kennissen be
vestigden gelukkig, dat het noch aan onze
ogen, noch aan dat van het toestel lag.
Dus: lag het aan de uitzending. We hopen
oprecht, dat Bussum er spoedig in slaagt
programma-onderdelen, die vantevoren
opgenomen moeten worden, goed vast te
leggen, ente reproduceren. En, als
er nog geëxperimenteerd moet worden,
dan maar buiten de zendtijd om. Dan be
hoeft eem/lieve dame, die ik ken, zich
ook niej/meer bezorgd af te vragen, of
die T.V.-mensen niet teveel roken.
Zondagavond
De gemengde gevoelens van de Zondag
avond (de laatste genoegens van het wee
kend en de veld winnende noodzaak van
de nuchtere „Vijfdaagse") projecteerden
zich ook in deze Vara-avond. Die laatste
genoegens waren een jam-session, ietwat
rommelig ingeleid door Michiel de Ruy-
ter. De (geslaagde) improvisaties van een
5 man sterke combo sloten een partituur
uit. Regisseur Ben de Jong had derhalve
geen houvast voor een draaiboek. Van
daar, dat we een camera in het beeld
kregen, die mede diende om de improvi
saties visueel te yolgen. Dat was een
nieuwe ervaring, die de „session" des te
beter maakte.
De thriller „Morsdood", bedoeld als
laatste ontspannende element van dit TV-
weekend, was te traag en te kunstmatig
om te kunnen boeien. Noch de spel- noch
Expositie Van den Eerenbeemt. Met
een uitvoering in de Tuinzaal van het Ste
delijk Museum te Amsterdam van „Ente-
lechie 2, scènes voor 11 musici" onder lei
ding van de componist Peter Schat, is za
terdagavond de tentoonstelling geopend
van 52 collages, tekeningen en etsen van
Gérard Leonard van den Eerenbeemt in
het prentenkabinet van het museum. Er
bestond voor de opening middels deze on
voltooide compositie, waarin een mezzo
sopraan een stuk tekst zong uit „Het dier
heeft een mens getekend" van Bert Schier -
beek, grote belangstelling. Peter Schat
werkt thans met Van den Eerenbeemt aan
een stuk voor theater en orkest voor het
Holland Festival 1963.
New Yorks ballet in Rusland. De uit
Rusland afkomstige leider van het New
Yorks ballet, George Balanchine, kwam za
terdagavond voor het eerst na veertig jaar
weer in zijn geboorteland toen hij met zijn
groep in Moskou arriveerde voor een tour
nee door de Sovjet-Unie. Op het vliegveld
omhelsde hij zijn broer, die hij al die tijd
niet gezien had.
de beeld-regisseur slaagde er wqrkelijk
in, hiervan enerverend TV-toneel te ma
ken, een eis die men aan zo'n stuk toch
wel mag stellen.
De spelers, deden, ieder volgens zijn
(haar) eigen opdracht, zeer hun best met
allerlei maniertjes het milieu te tekenen:
lekker luguber, diabolisch, broeierig, hard
en meedogenloos. Maar het stuk was
„Morsdood" en het bleef het. Het was
geen genoegen.
Aan de vooravond van de nieuwe week
tenslotte confronteerde de VARA de kij
kers met de talrijke gezins- en opvoe
dingsproblemen die Jack van Belle aanlei
ding hebben gegeven tot de samenstel
ling van een nieuwe rubriek. Op zeer
prettige wijze stelde hij de zeer deskun
dige „redactie-commissie" voor, die op
even prettige wijze een zekere reserve ten
aanzien van het welslagen van deze nieu
we TV-serie aan de dag legde. Deze uit
zending had het wat ons betreft zonder
camera kunnen stellen (dat geldt ook
voor andere praat-programma's). Voor de
samensteller èn voor het publiek hopen
wij, dat de vervolgdocumentaire „Gezins-
poblemen" meer wordt dan een doublu
re van de vele sociale, sexuele en paeda-
gogische rubrieken, die men in maand-,
week- en dagbladen kan aantreffen.
Damshuizer
DINSDAG 9 OKTOBER 1962.
HILVERSUM I, 746 kc/s. 7.00-24.00 KRO.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Oude muziek
(gr.). 7.30 Voor de jeugd. 7.45 Morgenge
bed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.15 Lich
te grammofoonmuziek. 8.50 Voor de huis
vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Schoolra
dio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Lichtba
ken, lezing. 10.25 Moderne muziek (gr.).
11.00 Voor de vrouw. 11.30 Lichte gram
mofoonmuziek. 11.50 Volaan vooruit,
praatje. 12.00 Middagklok noodklok.
12.04 Lichte grammofoonmuziek. 12.30 Me
dedelingen ten behoeve van land- en tuin
bouw. 12.33 Lichte muziek. 12.50 Actuali
teiten. 13.00 Nieuws. 13.15 Platennieuws.
13.30 Metropole orkest. 14.10 Schoolradio.
14.30 Grammofoonmuziek. 14.35 Voor de
plattelandsvrouwen. 14.45 Tierelantijnen,
gevarieerd programma. 15.45 Lichte
grammofoonmuziek. 16.00 Voor de zieken.
16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40
Beursberichten. 17.45 Regeringsuitzending:
Nieuws uit de Nederlandse Antillen, door
Henk Dennert. 18.00 Lichte grammofoon
muziek. 18.20 Kaarten op tafel, gesprek
ken over actuele problemen. 18.30 Radio
Volksuniversiteit: hedendaagse letterkunde
IX, door Jacques den Haan. 19.00
Nieuws. 19.10 Actualiteiten. ,19.30 Lichte
grammofoonmuziek. 20.00 Gregoriaanse
muziek. 20.20 Kamerorkest. 20.45 Klassie
ke grammofoonmuziek. 20.00 Gregoriaanse
muziek. 20.20 Kamerorkest. 20.45 Klassie
ke pianomuziek (gr.). 21.00 Klein taaige
ding, zitting van de KRO-taalrechtbank.
21.15 Bariton en piano: klassieke liederen.
21.45 Brabants halfuur. 22.15
22.25 Boekbespreking. 22.30 Nieuws. 22.40
Vreemd, een keuze uit woord, zang en
dans van elders en anders. 23.10 Lich
te grammofoonmuziek. 23.55-24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00
AVRO. 7.50 VPRO. 8.00-24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym
nastiek. 7.20 Lichte grammofoonmuziek.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00
Nieuws. 8.15 Programma-overzicht. 8.20
Lichte grammofoonmuziek. 9.00 Ochtend
gymnastiek voor de vrouw. 9.10 De Groen
teman. 9.15 Hobo en piano (gr.): Klassie
ke muziek. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Ar
beidsvitaminen. 10.50. Voor de kleuters.
11.00 Voor de zieken. 12.00 Zang en piano:
lichte muziek. 12.20 Regeringsuitzending:
Uitzending voor de lanbouw. 12.30 Mede
delingen ten behoeve van land- en tuin
bouw. 12.33 Promenadeorkest. 13.00 Nws.
13.15 Mededelingen, eventueel actueel of
grammofoonmuziek. 13.25 Beursberichten.
13.30 Militaire kapel. 14.00 Kamermuziek
gezelschap: klassieke muziek. 14.40 School
radio. 15.00 Met naald en schaar: 15.30 Ba
riton en piano: moderne liederen. 16.00
Joegoslavische kaleidoscoop, praatje. 16.15
Licht instrumentaal trio. 16.30 Voor de
jeugd. 17.30 Amateursprogramma. 17.55
New York calling. 18.00 Nieuws. 18.15
Eventueel actüeel. 18.20 Licht instrumen
taal trio. 18.35 Amusementsorkest (opn.).
19.05 Paris vous parle, gesproken brief
uit Parijs. 19.10 Viool en gitaar (gr.). 19.20
Inleiding tot muziekbegrip, lezing. 19.35
Gedeelten uit het slotconcert v.h. Interna
tionaal Harpconcours in Israël 1962. 20.00
Nieuws. 20.05 Muziek is troef. 21.05 Wat
ons bezig houdt, radioforum. 21.45 Zigeu
nerorkest. 22.00 Pianorecital: klassieke
muziek. 22.30 Nieuws. 22.40 Actualiteiten.
23.00 Vervolg van gedeelten uit het slot
concert van het Internationaal Harpcon
cours in Israel 1962. 23.55-24.00 Nieuws.
BRUSSEL 324 m.
12.00 Nieuws. 12.03 Lichte grammofoon
muziek. 12.30 Weerbericht. 12.35 Amuse
mentsmuziek. 12.50 Beursberichten. 13.00
Nieuws. 13.15 Kamermuziek. 14.00 School
radio. 15.45 Duitse topliedjes. 16.00 Beurs
berichten. 16.06 Duitse les. 16.21 Moderne
kamermuziek. 17.00 Nieuws. 17.15 Voor
de kinderen. 17.40 Boekbespreking. 17.50
Moderne kamermuziek. 18.18 Paardesport-
berichten. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Ra
diokroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Grammo
foonmuziek. 19.50 Syndikale kroniek. 20.00
Herfstvruchten, hoorspel. 20.40 Zang en in
strumentaal ensemble. 21.30 Jazzmuziek.
22.00 Nieuws. 22.15 Litterair programma.
22.55-23.00 Nieuws.
VOOR MAANDAG
NTS: 19.30 Huckleberry Hound, teken
film, 20.00 Journaal en weeroverzicht.
20.20 Zendtijd politieke partijen: CHU 20.30
Zoals de vis het ziet, documentaire film.
20.40-22.30 De avonturen van Don Juan,
speelfilm.
VOOR DINSDAG
AVRO: 19.30 Tot heil van mens en dier,
filmdocumentaire. NTS. 20.00 Journaal.
AVRO: 20.20 Televizier. 20.30 Muziek-mo-
zaiek. 21.15 De vreemde zaak van de kos
mische stralen, filmdocumentaire. 22.10-
22.30 Toonkunst op de keien gefilmde
reportage straatmuzikantenconcours in
Amsterdam.