Weskers „Planten zonder wortels in Schiedamse machinehal IN MEMORIAM MAURITS DEKKER DE PROGRAMMA'S Studio: een stimulans voor het toneel „De Ratten" van Virtudes Luque Organist uit Hannover speelde in „Teyler" M TELEVISIE MAANDAG 8 OKTOBER 1962 4 Bekrompenheid In het V est zak-The at er Zelf verwerken Sterk ensemble fi Proficiat N.C.R.V. NE(iEN MUZEN De radio geeft dinsdag 7 elevisieprogramma In Parijs streeft Jean ilar met zijn Theatre National Populaire al langer dan tien jaar de sociale spreiding van het toneel na; in Londen tracht George Devine met zijn English Stage Company sinds 1956 nieuwe auteurs voor het theater te winnen. In Nederland, waar het toneel sinds jaar en dag ambtelijk wordt ge spreid en waar daarnaast alleen een symbolische verplichting bestaat tot het spelen van werk uit eigen land, zijn Kees van Iersel en Han Surink dit seizoen met de toneelgroep Studio begonnen aan een ambitieuze poging om zowel het grote publiek als de letterkundigen tot een grotere belangstelling voor de toneel kunst te stimuleren. MET GELUKKIGE DAGENvan Sa muel Beckett wordt overmorgen 'in De Brakke Grond te Amsterdamhet eigen Studio-theater geopend, waarvoor Wim Vesseur een in de zaal uitgebouwd podium ontwierp dat de traditionele barrières van toneellijst, gordijn en voetlicht mist. Een reispodium, dat een duplicaat is van het toneel in De Brakke Grond, stelt Studio in staat overal in het land in ver gaderzalen even goed als in fabriekshal len op te treden zonder dat aan de oorspronkelijke mise-en-scène van een stuk afbreuk wordt gedaan. Twee Nederlandse stukken, „Harten twee, harten drie" van Paul Rodenko en „Jeugdproces" van Ma nuel van Loggem, werden op die wijze reeds uitgebrachtvoor de derde première van het seizoen, Arnold Weskers „Plan ten zonder wortels", moest men zich za terdag begeven naar de grote machinehal van Wilton-Feijenoord in Schiedam. ONDANKS DE MOEILIJKE akoestiek met een vrij hinderlijke nagalm werd het een triomf voor Studio, voor regisseur Pe ter Oosthoek, door vertaler Gerard Korne- lis van het Reve en voor Dore Smit, die de in Londen door Joan Plowright ge creëerde hoofdrol speelde in dit meest ge slaagde stuk van de nu dertigjarige Engel se auteur, die een maand geleden met „De keuken" in ons land werd geïntroduceerd door het Nieuw Rotterdams Toneel. Wes kers steeds herhaalde protest tegen een maatschappij, waar geestelijke armoede wordt verkocht als massacultuur en het in dividu wordt genivelleerd tot een schakel in het arbeidsproces, klinkt het zuiverst door in dit tweede deel van een los-vaste trilogie met sterk autobiografische inslag. Centrale figuur in „Planten zonder wor tels" (of „Roots", zoals de Engelse titel luidt) is Beatie Bryant, een meisje uit Norfolk dat in Londen is gaan werken als dienster in een restaurant en daar door HET VESTZAK-THEATER in de Bal- thasar Floriszstraat te Amsterdam (een omgebouwde winkelruimte met laag klein toneeltje en veertig-man-accommodatie) zal binnenkort een jaar lang huisvesting hebben verleend aan de nimm'er versa gende Wim Burkunk en zijn groepje ama teurs. Op het ogenblik speelt men er een één-uur durende éénakter van de Spaanse Virtudes Luque: „De Ratten", na de pau ze gevolgd door een soort parafrase op amoureuze thema's, bij elkaar geschre ven door Wim Burkunk, na afloop waar van het publiek zaterdagavond jl. gele genheid kreeg met auteur, regisseur en spelers van gedachten te wisselen. Op de ze wijze kwam er eigenlijk een ongezoch te climax in de avond, doordat men na de uitzichtsloze somberheid van het eer ste stuk, de blijmoedige monterheid na de pauze nog bekroond zag met een hart verwarmende spontane discussie, waar uit bleek dat er bij dit publiek toch in ieder geval levendige belangstelling was gewekt voor de zaak van het toneel, zo dat de betekenis van het Vestzaktheater in dit opzicht wellicht toch groter is dan men gemeend zou hebben. TIJDENS DEZE discussie met de schrijfster, die assistente voor het Spaans is aan de universiteit van Amsterdam, bleken haar bedoelingen eigenlijk nog duidelijker dan uit haar overigens heel sympathieke dramatische eersteling. Zij heeft twee mensen, een man en een vrouw als enige overlevenden van een wereld catastrofe voor de vraag gesteld naar de noodzaak en de mogelijkheden om een nieuwe al ojf niet betere wereld op te bouwen. Zij heeft haar ideeën willen demonstreren aan opzettelijk kleine men sen, omdat naar haar mening in het ge val van helden de tragiek van het niet- beter-kunnen minder duidelijk tot zijn recht zou zijn gekomen. De man werd bij haar dus een lieve idealist wat vaag maar lang niet onbekwaam ge speeld door Wim Burkunk die niets vermag tegen het om hen heen in de vorm van een rattenplaag de kop opste kend kwaad. De vrouw die niet vergeten kan en daarom geen nieuwe wereld on der ogen durft te zien werd een tikje ordi nair, maar toch overtuigend gespeeld door Mieke Geurts. De vraagstelling is ondergebracht in een serie goedgeschre ven soms wat al te ingetogen dialogen rondom verschillende intelligent geanaly seerde aspecten van de gestelde situatie: Moeten deze mensen kinderen krijgen? moeten zij de vroeger verworven kennis zien te behouden? en zo meer. OOK AL WORDT het kwaad wonderlij- kerwijze door de schrijfster als een abso lute transcendente macht buiten de mens geplaatst, die zelf niet in staat blijkt zich er tegen te verzetten, en ook al is de te verwachten afloop dienovereenkomstig somber, toch houdt men aan de avond een alleszins positieve indruk over door het kennelijke talent en de weloverwogen toewijding die door de schrijfster en de uitvoerenden aan dit experiment gewijd zijn. In de vrolijke uitsmijter na de pauze werden een aantal alleraardigste typerin gen raak getroffen door de leden van Bur- kunks gezelschapje dat daarmee de gaaf ste toneelprestatie leverde die ik totnog toe van ze mocht zien; vooral Bep de Leeuw als een ratelende buurvrouw blonk hierin uit. Al met al leek het Vestzak theater met diï programma op de goede weg. Hans van den Bergh haar verloofde Ronnie Kahn (Weskers al ter ego in de trilogie, die in „Roots" niet, maar in de andere delen „Chicken Soup With Barley" en „I'm Talking About Je rusalem", wel ten tonele verschijnt) is vol gestopt met halfverwerkte ideeën en idealen over cultuur en politiek. Terugge keerd bij haar boerenfamilie vindt zij al leen maar apathie en bekrompenheid, die haar stoten maar waaraan zij zich toch evenmin kan onttrekken. Dan blijkt dat Ronnie haar laat zitten; hij ergert zich op zijn beurt aan haar gebrek aan begrip. De familie triomfeert: Beatie met haar verwijten en haar preten ties, was toch in de grond van de zaak hetzelfde als zij. Maar in die crisis groeit Beatie uit boven haar vroegere vegeteren de bestaan, zij ontdekt tot een eigen oor deel in staat te zijn. En terwijl de fami lieleden nog gloriëren in hun eigen kleur loosheid, spreekt zij zich ongeremd, van uit haar eigen persoonlijkheid, over haar tekortschieten uit en stamelt tenslotte ver rast: „Horen jullie dat? Hebben jullie ge luisterd? Dat ben i k. Beatie Bryant heeft zich zelf gevonden." Die slotscène toont Wesker op zijn best in het tegenover elkaar stellen van Beatie en haar familie, in het gelijktijdig opwek ken van hoop en wanhoop. Weskers kracht schuilt in zijn vermogen het publiek iets te laten zien dat men zelf dient te ver werken, zijn zwakheid is hoewel hier in veel mindere mate dan in „De keuken" een zeker gebrek aan zelfkritiek, waar door hij te gemakkelijk zijn toevlucht neemt tot kant-en-klare levensfilosofieën vol banaliteiten. Dat is het gevaar van een zo persoonlijk getint oeuvre als het zijne, dat sterk wortelt in ervaringen waarvan hij zich nog onvoldoende heeft gedistan tieerd. Maar hij is, hoe dan ook, in staat tot het scheppen van boeiend toneel en hij is bovendien een scherp waarnemer met de gave een volstrekt natuurlijke dialoog te kunnen schrijven. In de vertaling van Van het Reve is die kwaliteit volledig be waard gebleven en Peter Oosthoek verdient als regisseur het compliment dat hij zijn acteurs in het platte taalgebruik discre tie heeft laten betrachten, waardoor de menselijke herkenbaarheid niet ten offer viel aan gemakkelijke typeerlust. Zijn uit gangspunt was een gestileerd realisme; dat in de sfeer-aanduidende decors van Hep van Delft een betrouwbare steun hacf. Steun kreeg hij ook van het hele ensem ble, met Nell Koppen en Wim van den Brink dom-goedaardig maar soms venij nig uitvallend als Beaties ouders en Els Bouwman verrassend goed in doffe berus ting als haar zuster. Daarbij sloten de an dere familieleden Ad van Gessel, Erik Plooyer en Cocki Boonstra zich pas send aan. Frans Vorstman had de ondank bare taak een filosoferende oude man te moeten voorstellen en Peter van Rooy was een door de schrijver te weinig uitgewerk te bedrijfsleider, vertegenwoordiger van Dore Smit in „Planten zonder wortels" van Arnold Wesker. het gewraakte maatschappelijke systeem. Alles concentreerde zich echter, terecht, om Beatie. Dore Smit greep alle kansen die de rol haar bood: eerst leeghoofdig en vol geleende wijsheden, haar vriend na pratend en imiterend, later ineens door straald door het lichtende besef van een eigen persoonlijkheid, steeds volledig na tuurlijk en volledig beheerst. Studio is dit seizoen met een koene stap uit een scha duwhoek van ons toneelbestel in het licht van de algemene belangstelling getreden. De gave voorstelling van „Planten zonder wortels" en de kracht van de individuele vertolkingen rechtvaardigen die stap voor ieder, die aan de ambitieuze beginselen van het gezelschap nog niet voldoende heeft. Ad Interim Concert op 31-toonsorgel Niet alleen in ons land heeft het een- endertigtoonsorgel van prof. A. D. Fok ker, dat in Teylers Museum staat, de aan dacht getrokken. Ook buiten onze grenzen zelfs buiten Europa, interesseren organis ten, musicologen en akoestici zich voor dit instrument, waarop door een ingenieuze constructie het spelen in de 31-toonsstem- ming mogelijk is geworden. Zondagmiddag was het orgel toever trouwd aan de organist Walter Schindler uit Hannover, die door middel van de nor male twaalftoonsspeeltafel muziek uit lang vervlogen eeuwen ten gehore bracht. Het was een programma, dat eensdeels de vo cale oorsprong van de orgelmuziek bevat te met twee „Agnus Dei"-composities van Josquin de Prés, een Ave Maria van De Orto en twee Canzone van Hasler en Er- bach, en dat anderdeels de ontwikkeling van de zuiver instrumentale stijl voor het orgel kon doen demonstreren. Dit was vooral het geval met de variaties over het koraal „Allein Gott in der Höh sei Ehr" van Pratorius, Düben, Gottfried en Sa muel Scheidt, vier representatieve leerlin gen van de „organisten-maker" Jan Pie terszoon Sweelinck. Het was muziek, ge schreven voor de zogenaamde natuurlijke stemming met het voor haar typerende zui vere grote tertsinterval. Op de genoemde twaalftoonsspeeltafel kan deze stemming geselecteerd worden, zodat de toehoorders de oude werken met de hiervoor gedachte zuiverheid konden genieten. De vertolkin gen van Walter Schindler muntten uit door evenwichtigheid en bezonkenheid, maar ook door een grote gaafheid, die door een voortreffelijke technische beheersing mo gelijk werd. Afzonderlijk zou ik de geest rijke variaties over een Gaillarde van John Dowland willen noemen, muziek ge tuigend van een speelse fantasie, die in derdaad een speelse vertolking verkreeg. De organist Anton de Beer vroeg op de ze middag de aandacht voor een Elegie, het tweede deel van een Sonate voor 31- toonsorgel van zijn hand. Het is een zeer uitdrukkingsrijk stuk, weemoedig en ook somber vaak. Het klonk in deze stem mingen treffend natuurlijk en slechts nu en dan leek het experiment plaats te vra gen naast de grote muzikale expressie, die het hoofdkenmerk van deze klaagzang bleek. P. Zwaanswijk Lizz West overleden. Mej. Lizz West, die de choreografie heeft verzorgd voor de Nederlandse versie van de musical „Free as Air" is na enige dagen vermist te zijn, levenloos aangetroffen bij de Matterhorn in Zwitserland. Zij werd waarschijnlijk ge troffen door vallend gesteente. In het Haagse Parkhotel zijn de Visser- Neerlandia-prijzen voor muziek en voor toneel uitgereikt. Mevrouw Hella S. Haasse ontving een prijs voor haar toneelstuk „Een draad in het donker", Ary Verhaar voor zijn strijk kwartet „Vivos Voco" en Oscar van Hemel voor zijn zesde strijkkwartet. Bij deze elfde uitreiking van Visser- Neerlandiaprijzen merkte de heer Koote, voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond, op, dat de erf later, de in 1942 overleden mr. H. L. A. Visser, het in zijn testament het be stuur van het Algemeen Nederlands Verbond niet gemakkelijk had ge maakt. Allerlei bepalingen in dit tes tament maken het iedere keer nogal moeilijk de prijzen op bevredigende wijze toe te kenjien. Desondanks sprak de heer Koote de hoop uit dat het hem, nadat door drie voorzitters vóór hem al bijna twee ton aan prijzengeld was uitgereikt, gegeven zou mogen zijn nog enkele tonnen aan Nederlandse kun stenaars ter hand te kunnen stellen. De foto toont van links naar rechts Ary Verhaar, Oscar van Hemel en Hella Haasse. NU, OP DIT OGENBLIK, nadat mij het overlijden van Maurits Dekker wordt be richt, kan ik moeilijk anders schrijven dan in de geest van het persoonlijke. Hij was mijn vriend, en hij was een goed, een integer vriend. Hij was een schrijver met wie ik mij verbonden voelde sinds ik zijn in 1929 verschenen roman „Waarom ik niet krankzinnig ben" las. Boris Robazki noemde hij zich toen en zijn boek heette te zijn vertaald door Anton Bakels. Deze mystificatie was een bittere noodzakelijk heid in onzlp letteren, al had ze ook haar koppige kant. Wat men van de Néderland- se auteur Maurits Dekker maar met één oor hoorde, voor zover men het horen wil de, klonk uit de mond van een vermeende buitenlander als een getuigenis. En dat was wat de schrijver van „Dodenstad" een bundel schetsen uit het gevangenisle ven, waarmee hij in 1923 gedebuteerd had wilde; wat hij door innerlijke gedreven heid moest: getuigen. Dekker vertegenwoordigde in zijn per soon, en in zijn werk, een stuk sociaal- menselijk geweten. Hij had geen vrede met een vrede, die op waan, dwang, leuze en leugen berustte. Hij had geen vrede met een oorlog, die de bestialiteit ontke tende en aan de bestialiteit bezweek. Hij had geen vrede met een mensheid die be lang boven waarheid, macht boven ge rechtigheid, welgedaanheid boven opstan digheid, stelde. Hij had geen vrede met zijn naaste, wie het dan ook was, die de persoonlijke vrijheid in een compromis met „de wereld zoals hij nu eenmaal is" verried. Onvoorwaardelijk stond hij aan de kant van de gedupeerde, de bedreigde, de uitgestotene, de onderdrukte, en cfus was zijn leven strijd, was zijn werk strijd, van jongsaf was het verzet en protest. ZIJN SCHRIJVERSDRIFT was getuige nisdrift. Hij waarschuwde; beschuldigde, profeteerde, klaagde aan. Hij onthulde, hoonde en ironiseerde. „De mensen menen het goed met de mensen", aldus de titel van de roman die hij in 1934, een jaar dus nadat Hitier aan de macht was gekomen, schreef. Hij voorzag het onheil, hij had het gedreun van de spijkerlaarzen al ja renlang in de oren en wist dat een mens heid, die het eerstgeboorterecht van haar waardigheid verkwanselt voor de linzen van dogmatische zelfgenoegzaamheid,vroeg of laat „de laars op de nek" zou voelen- Hij zag, toen men nog van rozengeur en maneschijn droomde, het individu tot een nummer „G.R. 133", zoals hij zijn in 1926 verschenen roman noemde ver laagd in een gemechaniseerde wereld. Hij zag in het jaar dat het pact tot uitbanning van de oorlog werd ondertekend, „de aar de splijten" door een door mensenbrein ontketende vernietigingskracht. Men hield dat toen voor een jolige fantasie. Maar er was in Dekker iets van een visionaire ver beelding, van een voor-zeggende gave werkzaam, dezelfde intuïtie die hem zo diep in het doolhof van het menselijk ziele- leven deed doordringen, dezelfde ook die hem ver buiten de grenzen van het den ken en weten dreef. IN ZIJN NOVELLENBUNDELS „De kno- penkoopman" en „Op zwart stramien" zijn verhalen te vinden van een soortge lijk ontstellend somnambulisme dat Franz Kafka door de materie, door de menselij ke decors en schijnwerelden deed heen zien. Dekker kende de mens. Hij was men leze er zijn roman „Het Merkteken" op na aan de donkere zijde van het leven geboren, hij had zich eraan ontwor steld en was in het licht komen staan. Maar de schaduw van zijn herkomst, van zijn jeugdervaring, volgde hem op de voet om een confrontatie uit te lokken met zijn ideaal. Want waarachtig, hij was een idea list, maar één met een scherpe blik, een helder verstand, een onverbiddelijke moed, een ontembare levenswil, een on buigzame eerlijkheid, ook tegenover zich zelf. Vandaar zijn humor, die de grimmig heid temperde, zijn mensenliefde aanwak kerde, zijn waakzaamheid paraat deed zijn, zijn felste tegenstanders op een af stand wist te houden: de angst en de dood, die hem niet, nooit met rust lieten en van daar dan weer zijn hypergevoeligheid voor elke naderende dreiging, voor elke onge rechtigheid. Hij ontmaskerde Hitier toen men het monster nog met omtrekkende bewegingen meende te kunnen tefnmen, doordat hij in een historische roman de herinnering aan het geuzenverzet had wakker geroepen in zijn Oranje-roman. Hij liet zijn proteste rende stem horen tegen de nazi-pogroms. En toen de horde zich op Nederland had gestort zweeg hij om te kunnen handelen. HEEL HET NEDERLANDSE volk was toen de „underdog", maar dg Joden wa ren prooi, opgejaagd wild zoals Jozef in zijn roman „Jozef duikt". En toen het nazi-monster was neergeslagen, toen een gekwelde mensheid de nek onder de laars kon wegtrekken, waarschuwde hij ons. „De afgrond is vlak voor uw voeten", „De Wereld heeft geen Wachtkamer", dat waren, dat zijn werken van deze dag, van dit uur en van morgen, beschreven in een van nature klare, zuivere taal, welke alleen diegene beheerst, die zijn er varingen uit het leven put, en niet uit de litteratuur, en zijn talent in de levensstrijd ontplooit. Dekker was in alle opzichten een waarachtig schrijver, een schrijver van de waarheid, ook als hij sprookjes schreef, ook als hij naar het scheen zijn fantasie de vrije teugel liet, een schrijver die het schrijven in het bloed zat. En zijn bloed was vurig, zijn bloed was bloedrood, zijn bloed was warm voor „de zaak der mens heid". Nu het tot stilstand is gekomen na een langdurig manmoedige strijd tegen de ziekte, stroomt het voort in zijn werk, dat hem overleeft en voort zal gaan zijn taal te spreken, zijn getuigenis uit te dragen, zijn stem te verheffen tegen onrecht waar ter wereld, en in zijn geheimenis het men senwezen peilt in zijn tragische onvolko menheid. Want achter de sociale schrij ver Maurits Dekker stond onverdeeld de mens. Dekker, die zijn levenswerk ver bo ven de tendens deed uitgaan: de kunste naar die meeschiep aan een waardig menszijn. De schrijvers- en lezerswereld is een voornaam auteur, ik ben een goed vriend, armer geworden. Maar de tijd zal leren dat hij ons rijker heeft gemaakt: rijker aan wat zijn hand deed, rijker aan ge tuigenis die zijn leven was, rijker aan vriendschap en trouw die zijn hart gaf. C. J. E. Dinaux „David Copperfield" en Dave Brubeck, de herdershond Lassie, Senegalese dan sers en de dieren van Han Rensenbrink zorgden ervoor, dat vrijwel een ieder, die zaterdagmiddag kijken kon, aan zijn trek ken kwam. De miljoenen, die vervolgens zaterdag avond tegenover het beeldscherm plaats namen, kregen de verrassing van hun le ven: een sprankelend amusementspro gramma van de .N.C.R.V. Ja, van de omroep, die zoetjesaan be rucht was geworden door zijn zouteloze za terdagavonden, met melige cabaretjes, „gezellige" onderonsjes van veelal twee- derangsartisten. Het leken wel van die avonden, ontstaan uit de als pijnlijk aangevoelde plicht, ook eens werelds vermaak te bieden. Avonden die behoudens een enkel onderdeel, sterk deden denken aan een feestelijke bijeen komst van een jongenlingenvereniging an no 1900. En nu dit programma. Het begon al goed en werkelijk onder houdend met „Muziek voor U", gespeeld door het orkest Pi Scheffer, dat zonder een noot gespeeld te hebben reeds vakman schap en liefde voor de muziek verraadt. Door zijn verbindende babbeltjes slaagt Scheffer er steeds weer in een prettig Ne derlandse sfeer te scheppen rond de meest al Engels-Amerikaanse amusementsmu ziek, die zijn band speelt. Dat is een kunst op zichzelf. Dit halfuurtje kreeg nog ex tra (klank)-kleur door de warme zang van de Engelse June Mariow en niet te verge ten door de uitvoering van een composi tie van Ton de Leeuw. Niet alleen veel belovend, maar ook vindingrijk was de wij ze, waarop de N.C.R.V. in „Plan de Champagne" zijn plannen voor volgende zaterdagavonden in beeld bracht. En toen kwam de hoofdschotel „Salad Days", de Engelse musical, die voor Ne derland bewerkt de titel „O, kijk mij nou" kreeg. Mocht die laatste titel ontstaan zijn uit een zekere angst, met deze komedie voor het publiek te verschijnen, dan was het een onzinnige titel. Want dit was tot en met een geslaagde TV-vertoning: fris, geestig, afwisselend en met overgave ge speeld. Misschien gehinderd door wat te kleine (maar leuke) décors speelden, zon gen en dansten vertegenwoordigers van het „grote toneel" en befaamde kleinkunst-ar tiesten hun grotere en kleinere rollen, on der regie van Paul Cammermans, die met Vlaamse jovialiteit enige medewerkenden de kans gelaten had, eigen talent weer eens volledig te ontplooien. Zo maakte Het ty Blok een grandioze karikatuur van een lady-crooner (met stukken van een zwoele Dietrich en brokken van een zeer bekende Nederlandse zangeres). Zo kon Joop Dode- rer op zijn manier een inspecteur van po litie spelen. Zo kon Jan Pruis zich uitle ven in de figuur van een wat geëxalteerde mode-ontwerper. De pantomime-speler Will Spoor, de lieftallige Maria de Booy, Dolf de Vries, enfin, bijna alle 'fnéijéépe- lenden maakten een feest van dit preten tieloze verhaal. Het was, mede dank zij vertaler en be werker Alfred Pleiter, een briljant Neder lands niemendalletje, dat een maximum aan verstrooiing en pleizier gaf. We weten dat het niet altijd raak kan zijn. Maar tochproficiat, N.C.R.V., ga zó door. Verbindende klacht „O, kijk mij nou" en „Morsdood" (het prikkelspel van zondagavond) verloren beide in aanzien door een allerellendigste beeldkwaliteit. Het leek wel, of de door de weerman voorspelde mist zich van de studio's had meester gemaakt. Af en toe was er, tussen twee scènes in, zelfs een volledige verduistering. Zaterdagavond dachten we eerst dat ons gezichtsvermo gen plotseling verminderd was; vervolgens meenden wij dat het kastje wat wazig uit zijn ene oog keek; kijkende kennissen be vestigden gelukkig, dat het noch aan onze ogen, noch aan dat van het toestel lag. Dus: lag het aan de uitzending. We hopen oprecht, dat Bussum er spoedig in slaagt programma-onderdelen, die vantevoren opgenomen moeten worden, goed vast te leggen, ente reproduceren. En, als er nog geëxperimenteerd moet worden, dan maar buiten de zendtijd om. Dan be hoeft eem/lieve dame, die ik ken, zich ook niej/meer bezorgd af te vragen, of die T.V.-mensen niet teveel roken. Zondagavond De gemengde gevoelens van de Zondag avond (de laatste genoegens van het wee kend en de veld winnende noodzaak van de nuchtere „Vijfdaagse") projecteerden zich ook in deze Vara-avond. Die laatste genoegens waren een jam-session, ietwat rommelig ingeleid door Michiel de Ruy- ter. De (geslaagde) improvisaties van een 5 man sterke combo sloten een partituur uit. Regisseur Ben de Jong had derhalve geen houvast voor een draaiboek. Van daar, dat we een camera in het beeld kregen, die mede diende om de improvi saties visueel te yolgen. Dat was een nieuwe ervaring, die de „session" des te beter maakte. De thriller „Morsdood", bedoeld als laatste ontspannende element van dit TV- weekend, was te traag en te kunstmatig om te kunnen boeien. Noch de spel- noch Expositie Van den Eerenbeemt. Met een uitvoering in de Tuinzaal van het Ste delijk Museum te Amsterdam van „Ente- lechie 2, scènes voor 11 musici" onder lei ding van de componist Peter Schat, is za terdagavond de tentoonstelling geopend van 52 collages, tekeningen en etsen van Gérard Leonard van den Eerenbeemt in het prentenkabinet van het museum. Er bestond voor de opening middels deze on voltooide compositie, waarin een mezzo sopraan een stuk tekst zong uit „Het dier heeft een mens getekend" van Bert Schier - beek, grote belangstelling. Peter Schat werkt thans met Van den Eerenbeemt aan een stuk voor theater en orkest voor het Holland Festival 1963. New Yorks ballet in Rusland. De uit Rusland afkomstige leider van het New Yorks ballet, George Balanchine, kwam za terdagavond voor het eerst na veertig jaar weer in zijn geboorteland toen hij met zijn groep in Moskou arriveerde voor een tour nee door de Sovjet-Unie. Op het vliegveld omhelsde hij zijn broer, die hij al die tijd niet gezien had. de beeld-regisseur slaagde er wqrkelijk in, hiervan enerverend TV-toneel te ma ken, een eis die men aan zo'n stuk toch wel mag stellen. De spelers, deden, ieder volgens zijn (haar) eigen opdracht, zeer hun best met allerlei maniertjes het milieu te tekenen: lekker luguber, diabolisch, broeierig, hard en meedogenloos. Maar het stuk was „Morsdood" en het bleef het. Het was geen genoegen. Aan de vooravond van de nieuwe week tenslotte confronteerde de VARA de kij kers met de talrijke gezins- en opvoe dingsproblemen die Jack van Belle aanlei ding hebben gegeven tot de samenstel ling van een nieuwe rubriek. Op zeer prettige wijze stelde hij de zeer deskun dige „redactie-commissie" voor, die op even prettige wijze een zekere reserve ten aanzien van het welslagen van deze nieu we TV-serie aan de dag legde. Deze uit zending had het wat ons betreft zonder camera kunnen stellen (dat geldt ook voor andere praat-programma's). Voor de samensteller èn voor het publiek hopen wij, dat de vervolgdocumentaire „Gezins- poblemen" meer wordt dan een doublu re van de vele sociale, sexuele en paeda- gogische rubrieken, die men in maand-, week- en dagbladen kan aantreffen. Damshuizer DINSDAG 9 OKTOBER 1962. HILVERSUM I, 746 kc/s. 7.00-24.00 KRO. KRO: 7.00 Nieuws. 7.15 Oude muziek (gr.). 7.30 Voor de jeugd. 7.45 Morgenge bed en overweging. 8.00 Nieuws. 8.15 Lich te grammofoonmuziek. 8.50 Voor de huis vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Schoolra dio. 10.00 Voor de kleuters. 10.15 Lichtba ken, lezing. 10.25 Moderne muziek (gr.). 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Lichte gram mofoonmuziek. 11.50 Volaan vooruit, praatje. 12.00 Middagklok noodklok. 12.04 Lichte grammofoonmuziek. 12.30 Me dedelingen ten behoeve van land- en tuin bouw. 12.33 Lichte muziek. 12.50 Actuali teiten. 13.00 Nieuws. 13.15 Platennieuws. 13.30 Metropole orkest. 14.10 Schoolradio. 14.30 Grammofoonmuziek. 14.35 Voor de plattelandsvrouwen. 14.45 Tierelantijnen, gevarieerd programma. 15.45 Lichte grammofoonmuziek. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de jeugd. 17.40 Beursberichten. 17.45 Regeringsuitzending: Nieuws uit de Nederlandse Antillen, door Henk Dennert. 18.00 Lichte grammofoon muziek. 18.20 Kaarten op tafel, gesprek ken over actuele problemen. 18.30 Radio Volksuniversiteit: hedendaagse letterkunde IX, door Jacques den Haan. 19.00 Nieuws. 19.10 Actualiteiten. ,19.30 Lichte grammofoonmuziek. 20.00 Gregoriaanse muziek. 20.20 Kamerorkest. 20.45 Klassie ke grammofoonmuziek. 20.00 Gregoriaanse muziek. 20.20 Kamerorkest. 20.45 Klassie ke pianomuziek (gr.). 21.00 Klein taaige ding, zitting van de KRO-taalrechtbank. 21.15 Bariton en piano: klassieke liederen. 21.45 Brabants halfuur. 22.15 22.25 Boekbespreking. 22.30 Nieuws. 22.40 Vreemd, een keuze uit woord, zang en dans van elders en anders. 23.10 Lich te grammofoonmuziek. 23.55-24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00 AVRO. 7.50 VPRO. 8.00-24.00 AVRO. AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym nastiek. 7.20 Lichte grammofoonmuziek. VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00 Nieuws. 8.15 Programma-overzicht. 8.20 Lichte grammofoonmuziek. 9.00 Ochtend gymnastiek voor de vrouw. 9.10 De Groen teman. 9.15 Hobo en piano (gr.): Klassie ke muziek. 9.40 Morgenwijding. 10.00 Ar beidsvitaminen. 10.50. Voor de kleuters. 11.00 Voor de zieken. 12.00 Zang en piano: lichte muziek. 12.20 Regeringsuitzending: Uitzending voor de lanbouw. 12.30 Mede delingen ten behoeve van land- en tuin bouw. 12.33 Promenadeorkest. 13.00 Nws. 13.15 Mededelingen, eventueel actueel of grammofoonmuziek. 13.25 Beursberichten. 13.30 Militaire kapel. 14.00 Kamermuziek gezelschap: klassieke muziek. 14.40 School radio. 15.00 Met naald en schaar: 15.30 Ba riton en piano: moderne liederen. 16.00 Joegoslavische kaleidoscoop, praatje. 16.15 Licht instrumentaal trio. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 Amateursprogramma. 17.55 New York calling. 18.00 Nieuws. 18.15 Eventueel actüeel. 18.20 Licht instrumen taal trio. 18.35 Amusementsorkest (opn.). 19.05 Paris vous parle, gesproken brief uit Parijs. 19.10 Viool en gitaar (gr.). 19.20 Inleiding tot muziekbegrip, lezing. 19.35 Gedeelten uit het slotconcert v.h. Interna tionaal Harpconcours in Israël 1962. 20.00 Nieuws. 20.05 Muziek is troef. 21.05 Wat ons bezig houdt, radioforum. 21.45 Zigeu nerorkest. 22.00 Pianorecital: klassieke muziek. 22.30 Nieuws. 22.40 Actualiteiten. 23.00 Vervolg van gedeelten uit het slot concert van het Internationaal Harpcon cours in Israel 1962. 23.55-24.00 Nieuws. BRUSSEL 324 m. 12.00 Nieuws. 12.03 Lichte grammofoon muziek. 12.30 Weerbericht. 12.35 Amuse mentsmuziek. 12.50 Beursberichten. 13.00 Nieuws. 13.15 Kamermuziek. 14.00 School radio. 15.45 Duitse topliedjes. 16.00 Beurs berichten. 16.06 Duitse les. 16.21 Moderne kamermuziek. 17.00 Nieuws. 17.15 Voor de kinderen. 17.40 Boekbespreking. 17.50 Moderne kamermuziek. 18.18 Paardesport- berichten. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Ra diokroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Grammo foonmuziek. 19.50 Syndikale kroniek. 20.00 Herfstvruchten, hoorspel. 20.40 Zang en in strumentaal ensemble. 21.30 Jazzmuziek. 22.00 Nieuws. 22.15 Litterair programma. 22.55-23.00 Nieuws. VOOR MAANDAG NTS: 19.30 Huckleberry Hound, teken film, 20.00 Journaal en weeroverzicht. 20.20 Zendtijd politieke partijen: CHU 20.30 Zoals de vis het ziet, documentaire film. 20.40-22.30 De avonturen van Don Juan, speelfilm. VOOR DINSDAG AVRO: 19.30 Tot heil van mens en dier, filmdocumentaire. NTS. 20.00 Journaal. AVRO: 20.20 Televizier. 20.30 Muziek-mo- zaiek. 21.15 De vreemde zaak van de kos mische stralen, filmdocumentaire. 22.10- 22.30 Toonkunst op de keien gefilmde reportage straatmuzikantenconcours in Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 4