„Kinderdorp"-werk in nieuwe banen Gokliistï elke week Britten verwedden 300 miljoen gulden TANTE PATENT 2 l PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER Onevenredig deel van huishoud geld verdwijnt in de „wedwinkels ir" door Grete Dölker-Rehder (Vertaald uit het Deens) Zonde uitbanners" in actie tegen film 0 9 MAANDAG 8 OKTOBER 1962 jummmninïïimininiiiiini Ons vervolgverhaal Idealistische vrijgezel hielp reeds duizenden verwaarloosde kinderen aan een echte moeder Kerkelijk nieuws Harskamp niet meer met kranten dichtgepakt EIKE AGENA 52) Toen schudde Tyge zijn natte ha ren, liep naar zijn paard terug, dat geduldig op hem stond te wachten, en riep, met een bijna jubelende stem: „Bertien is oud en ik ben jong. Eens zal het dorp een nieuwe vuurtoren wachter nodig hebben aan de witte Knee..." Hij gaf zijn paard een kletsende klap op de achterhand, zodat het be gon te galopperen, ging ernaast lopen, hield zich aan de manen vast en sprong er toen in volle ren op, schreeuwend als een zeeadelaar: „Biiken, Biiken!" Toen verdwenen ros en ruiter als een spookverschij ning om de rode klip bij het Fenner Diep. En Eike bleef peinzend achter op het strand- Dit was teveel voor haar. Er was al zoveel gebeurd, die laatste maan den. Ze was nog maar zo kort met Bertien getrouwd, ze moest zich nog helemaal met hem inleven. En dan al dat zware werk en het slechte weer. En de herinnering aan Jurian Cordes en de wonderwereld, die hij voor haar opgebouwd had. En Tönis, die in haar was. Moest daar nu ook Tyge Taden nog telkens weer bij komen, met zijn woorden, die haar in verwarring brachten en bang maakten, ja, bang, voor de toekomst? Neen, werkelijk dit was teveel voor Eike. Ze kon dit niet allemaal meer verwerken. En daarom werd ze apathisch en deed haar werk, zonder nog aan iets te denken. Behal ve aan Tönis, want die was in haar, aan hem moest ze wel denken. Maar nu was ook dat al weer lang geleden, die ontmoeting met Tyge en de vreemde dingen, die hij gezegd had. En door het zware werk, dat wekenlang geduurd had, had ze alles alweer een beetje vergeten. Bertien had eindelijk alles, wat ze nodig hadden, naar de witte Knee vervoerd en alle zaken en manden in huis opgestapeld. Maar Eike kreeg nog geen rust. Zij moest nog even hard werken als altijd en ieder vrij ogenblikje, dat ze had, erop uit gaan om wrakhout te zoeken of krabben te vissen. Maar hij wilde niet, dat ze hem hielp om de zware lasten te dragen. „Tönis", zei hij dan alleen maar, en dan hield Eike niet langer aan. Eindelijk was er genoeg vis gevan gen, gezouten, gedroogd en gerookt. Eindelijk hadden ze een geit, en een van de biggen geslacht, want Eike stond erop, dat ze gedurende de win ter niet meer dieren zouden voede ren dan strikt nodig was. Met de laatste tocht had Bertien de twee mooie jonge ooien van Lis- sum meegebracht, die van Eike wa ren. Ze lagen in de boot met vast gebonden poten. Met touwen trokken Bertien en Eike de beesten, die in de zomer helemaal verwilderd wa ren, omhoog naar het huis, waar Bertien op de deel een hoekje voor ze had afgeschut. Eike en hij bleven nog een poosje staan kijken naar de dieren, die on rustig heen en weer liepen in hun nieuwe behuizing en zo nu en dan bleven staan en met heftig ademen de flanken en snuivende neuzen naar hen opkeken. „Ze zullen gauw lam meren werpen", zei Eike en Bertien knikte. „Jij moet ze scheren", zei Eike weer, en Bertien knikte op nieuw. Toen zei Eike heel gelukkig: „En dan zal ik de wol wassen en kammen", en kan,ik eindelijk gaan spinnen". Bertien teek haar aan met zijn grote, goedige gezicht en glim lachte. Tenslotte zei Eike nog: „De volgende winter hoeven we geen var ken meer vet te mesten, dat is im mers ook veel te duur en te ^astig hier aan de witte Knee. De volgende winter slachten we twee van de lam meren, als het tenminste bokken zijn. Die zijn voor de winter groot en vet genoeg, zonder dat we er iets aan hoeven te doen, en bovendien hebben we de wol er nog bij". Toen begonnen Bertiens stille ogen te stralen en zijn knikken drukte niet alleen instemming, maar ook trots uit. Wat had hij toch een ver standige vrouw! De tijd ging verder, en het werk ging door, en verder gebeurde er s niets. Bertien ging nu iedere dag g uren ver de heide in. In het hele gebied, tot aan de Fenner heide, g had hij vergunning om turf te ste- ken. Dat had hij trouwens geduren- 3 de de zomer ook al gedaan, toen g de grond nog licht en droog was, g en nu, als hij tenminste geen an- 3 der werk te doen had, ging hij de g turven opstapelen om ze, nog voor de eerste sneeuw kwam, naar huiè g te vervoeren met een wagen en twee 3 paarden, die hij in Lissum zou le- nen. Dikwijls moest ook Eike met hem mee om hem te helpen, maar g 's middags ging ze altijd weer naar g huis om de dieren te verzorgen en g eten voor hen beiden klaar te ma- g ken. g Hoe jong Eike ook was, ze hield van g die verlaten weg door de dode, zwarte heide, langs de oude hunebedden, die g als vreemde bulten in de sombere g vlakte stonden en hun eeuwenoude g geheimen verborgen. Ze hield ervan, g even op zo'n oeroude stenen sarcofaag g te gaan zitten, waarin merkwaardige g dierenkoppen en vreemde' runentekens g gehouwen waren, en die nu als drink- bak voor de dieren dienst deed. Ze g streek met haar hand over de door g weer en wind afgesleten steen en g vroeg zich af, waar de mensen die g reusachtige stenen toch wel vandaan g gehaald hadden, want ze waren ver der nergens in de omtrek te zien. Eindelijk werd het winter. Eike had g er een beetje naar verlangd, naar de g rust vooral. Ze was blij, zoals alle kin- g deren blij zijn, toen o]p een morgen de g sneeuw in dikke vlokken omlaag g dwarrelde en de hele wereld plotse- g ling veranderd scheen. Nu hoefde ze geen wrakhout meer g te gaan zoeken, nu moest ze in huis g blijven, net als de kippen op de deel. g Ze kon zich nu met de vier lammetjes g bezig houden,, die enkele dagen ge- g leden geboren waren en nog veel g zorg nodig hadden. En ze kon krans- g jes bakken voor het midwinterfeest en g Bertien vragen, de joelboom voor haar g te snijden. Want Bertien kon nu ook niets meer doen, buiten. Maar hij had voldoende turf en hout en ook zijn wintervoorraad petroleum had hij nog in grote vaten in de schuur achter de vuurtoren kunnen onder brengen. Het had weinig gescheeld, g of hij had het zonder petroleum moe- g ten, doen. Want de stoomboot uit g Duitsiand, die ieder jaar de vaten g kwam brengen, was niet gekomen, g Het scheen dat hij door de herfst- g stormen zoveel schade had opgelopen g en zo'n zware slagzij had gemaakt, g dat de halve lading, waaronder de g petroleumvaten voor de vuurtoren- g wachter van de Witte Knee, over- g boord gegleden was. Dat was een slecht bericht geweest, g want waarvan moest gedurende de g lange winternachten het licht in de g vuurtoren branden, als er geen pe- g troleum was? Maar op een morgen g had Eike een witte, wapperende vlek g ontdekt over de Bocht, die niet een g meeuw kon zijn, want ze bleef steeds 3 op dezelfde plaats. Het bleek het te- g ken te zijn, dat Bertien met de koop- g man Teyson had afgesproken, als er petroleum zou zijn; een beddela- ken, dat hij aan de steiger van Lis- g sum had laten hijsen. Maar waar had de koopman nu g opeens toch petroleum vandaan kun- nen halen? 1 Tyge Taden had het uit Wolde- s mar-Atterdags-Land gehaald! Ja, die Tyge, wat die al niet klaar kon spe- ien! Een duivelse kerel was het! Vis- ser was hij, maar hij was niet als de andere vissers' van Lissum. Een g wonderlijke kerel. Geen wonder, g dat iedereen toch de rillingen over de rug liepen, als hij weer zoiets uithaalde. Maar hoe het ook was, de petro- g leum was gekomen, en waar het van- g daan kwam, dat ging Bertien verder g niets aan. De gemeente Lissum moest hem olie leveren, en hij had ervoor te zorgen, dat het licht in zijn toren brandde, dat was alles. (Wordt vervolgd ïïliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiiii'ii'ii")iiiini"i''iniiiiiinwn|'i""n""l"|n|i|||||"i"1||i|i||||1"l"||l|||1'*""i'i"""""i"'')i'i'n"i'nii Dit vlotte katoenen jurkje is, evenals de bijpassende tas, bedrukt met „kleu renfoto's" van Venetië op een donker fond in „albumbladeffect". Het is een grappige vondst van de Londense ont werper Faiman, die er voor de zomer van 1963 wel brood in ziet. De afbeel dingen zijn op de stof gebracht door middel van een verbeterd zeefdruk procédé. Het is echter nog niet zover, dat men zijn eigen foto's op de stof kan laten reproduceren. (Van onze correspondent) WENEN. Hoe kunnen vooral jon gere kinderen die ouderloos, ontworteld en totaal verwaarloosd zijn, voor de toe komst worden gered? Zonder critiek te willen oefenen op de tehuizen en ge stichten, waar dergelijke kinderen tot nu toe noodgedwongen „collectief" wer den opgevoed, houdt de Oostenrijkse ingenieur Gmeiner aan zijn overtuiging vast, dat deze betreurenswaardige en meestal asociale gevallen niet in een gesticht dienen te worden opgevangen, maar individueel in gezinnen. Wanneer men deze kinderen wil opvoeden tot waardevolle leden van de maatschappij, die later zelf een gezin kunnen opbou wen, moeten zij eerst in een gezin onder dak vinden waar zij wordén opgewacht door een moeder, door broertjes en zus jes en een huiselijke haard met alle warmte en intimiteit, waarin de indivi duele persoonlijkheid zich kan ontvou wen en ontwikkelen. REEDS IN 1949 hebben deze overwegin gen ir. Gmeiner op de gedachte gebracht van het kinderdorp, dus van een aantal eengezinswoningen dat tezamen een klei ne dorpsgemeenschap vormt. In deze wo ningen leven tien tot twaalf kinderen te zamen met hun aangenomen moeder, van hieruit gaan ze naar de lagere School in het naburige dorp en later kunnen zij een ambacht leren of zelfs een hogeschool be zoeken wanneer zij daarvoor de capacitei ten bezitten. Sinds 1949 is het oorspronke lijke kinderdorp-plan werkelijkhèid gewor den. Zes van zulke dorpen vindt men thans in Oostenrijk, zeven in West-Duitsland, drie in Frankrijk en één in Italië. Boven dien zijn er in deze vier landen in totaal nog tien in voorbereiding, terwijl ook plan nen zijn uitgewerkt om dergelijke dorpen eveneens op te richten in Engeland, Fin land, België, Polen, Japan en Uruguay. HET WERK van deze kindervriend is zo omvangrijk en neemt hem zo sterk in .be slag dat hij vrijgezel is gebleven. Maar duizenden kinderen dwepen met hem als met een echte vader, die er voor gezorgd heeft dat zij allen een liefdevolle moeder hebben gekregen. Idealisme en onbaatzuchtigheid gaan in deze man samen met een nuchter en za kelijk organisatietalent, dat alle publici teitsmedia voor zijn karretje weet te span- DON HARRISON, vice-voorzitter van de Britse nationale bond van kleine winkeliers, heeft verklaard dat de schulden van de consumenten bij de kruide niers thans hoger zijn dan tijdens de werkloosheidscrisis van de dertiger jaren en dat het waarschijnlijk is dat deze schulden worden veroorzaakt door „het voortdurend gokken in de wedwinkels". Op 1 mei van het vorige jaar werden in Engeland deze wedwinkels („betting shops") gelegaliseerd. Het wagen van een gokje was daarmee even gemakkelijk geworden als het kopen van een pakje boter. Er wordt voornamelijk gegokt op de paardenrennen, maar men kan ook een kans wagen op de windhondenraces of op het voetballen. DE OVERHEID is nu druk bezig, cij fers te verzamelen voor een overzicht over het eerste jaar van de activiteiten der wedwinkels. Het lijkt niet onmogelijk dat dit jaaroverzicht tot opmerkelijke conclu sies zal leiden'. Er zijn nu ongeveer 20.000 wedwinkels in Engeland. Véle economen zijn van me ning dat het overzicht zal aantonen, dat heel wat geld, dat beter had kunnen wor den besteed aan kleding, voedsel en huis houden, in de wedwinkels terecht is geko men. De vrouwen zouden hieraan even schuldig zijn als de mannen. Huismoeders staan dagelijks in lange rijen voor de wed winkels om een gokje te wagen in de hoop een veelvoud van hun inzet terug te krijgen. tf Dezer dagen gaat in Rome in verscheide ne bioscopen de première van „De laatste dagen van Sodom en Gomorra", dit on danks de dreigementen van een groep die zich noemt „De Amerikaanse raad van wereld-zonde-uitbanners". Deze groep heeft gedreigd, alle bioscopen waar de film wordt getoond, in brand te zullen steken. De „zonde-uitbanners" zijn van plan een grote campagne tegen de zonde in films te voeren. Zij zijn van mening dat deze Ita liaanse film, die 45 miljoen gulden heeft gekost, het toppunt van zonde is. De producent van deze rolprent over de Bijbelse steden die door vuur uit de he mel werden verwoest wegens hun uitzon derlijke slechtheid, Goffredo Lombardo, is van mening dat de dreigementen het werk zijn van fanatici en misschièn niet ernstig zijn gemeend. Ook de regisseur Robert Aldrich en de acteurs Stewart Granger, Stanley Baker, Rosanna Podesta en Anna-Maria Pierange- li hebben dreigbrieven ontvangen. De „raad van uitbanners" schrijft in de brieven, een wereldomvattende organisa tie van strijders tegen immoraliteit te zijn. DE SUNDAY TELEGRAPH, een van de meer serieuze Britse zondagsbladen, heeft een uitvoerig artikel aan de wedwinkels gewijd. Het schat dat er wekelijks 200 mil joen gulden in de wedwinkels wordt be steed en dat het totaalbedrag dat in En geland wekelijks aan gokken wordt uitge geven 300 miljoen gulden bedraagt. „Ik zou nog verder willen gaan," aldus de schrijver van het artikel, „door te stel len dat deze verandering in het uitgaven patroon voor een belangrijk deel de ver klaring kan vormen voor de huidige stagnatie in de detailhandel, waarover de deskundigen zich zo verwonderen." HET GOKKEN in een wedwinkel gaat ongeveer als volgt in zijn werk. De klant komt binnen soms slechts een half uur voor de race waar hij op wedden wil, noemt het paard van zijn keus en depo neert zijn inzet. Dan krijgt hij een bonne tje en wordt geacht de winkel te verla ten, maar vele klanten blijven hangen tot de race waarop zij gegokt hebben, verre den wordt. In de winkel heeft men via radio en telefoon voortdurend contact met de renbanen, teneinde zo snel mogelijk de uitslagen te kunnen verzamelen. En na tuurlijk blijven de wedders dan bij grote aantallen in en om de winkel rondhangen om mee te luisteren naar de radio, hoe wel dit verboden is. Maar totnogtoe heeft men geen doeltreffend middel gevonden om deze meeluisteraars uit de winkel te verwijderen. HET IS ER op de wedstrijddagen dan ook een enorm gedrang van mensen, want wie gewonnen heeft, kan direct zijn winst incasseren. De verliezers kunnen desge wenst meteen weer op een volgende ren inzetten zo gaat het vaak de ganse dag door. Inmiddels is het een voortdurend heen en weer lopen van winkelbedienden die de zich voortdurend wijzigende „quo tes" (de verhouding tussen inzet en uit betaling) op grote schoolborden schrijven. „In het ene jaar van hun werkzaamheid," zo schrijft de Sunday Telegraph, „hebben de winkels nu al een grotere omzet be reikt dan in het verleden aan allé vormen van gokken tezamen op de paardenren nen, de windhondenraces en de voetbal pools werd besteed." HET IS betrekkelijk eenvoudig om een wedwinkel te openen. Er is een vergun ning nodig om als bookmaker op te tre den, die 1000 gulden kost en die ieder jaar voor tien gulden kan worden vernieuwd. De vergunningen worden verstrekt door plaatselijke rechters en volgens het Lon dense zondagsblad wordt er zelden een geweigerd. De wedwinkels staan niet alleen in volks wijken. Ook in het deftige Mayfair tegen over het pompeuze Ritz-hotel is er een. Men kan daar de secretaressen van zaken lieden zien binnengaan met de wedden schap van hun baas op een getikt papier tje. nen. De kinderdorpen zijn nationale orga nisaties, zodat elk land zijn eigen vereni ging, leden en donateurs heeft. In Oosten rijk heeft Gmeiner 800.000 gezinnen weten te winnen als leden, dat is ongeveer een derde van alle gezinnen. Zij betalen per maand een paar dubbeltjes, maar op de ze kleine bijdragen steunt het dagelijkse bedrijf en de exploitatie van de kinderdor pen. Voor de bouw van de eengezinswoningen en van hele kinderdorpen heeft hij dona teurs weten te vinden onder grote bedrij ven, welgestelde particulieren en sociale, maatschappelijke en kerkelijke organisa ties. Het is eigenlijk een goed teken dat er in onze tijd van hoogconjunctuur en van uiterlijke welvaart nog altijd vrij gemak kelijk zulke donateurs kunnen worden ge vonden. De kosten voor het dagelijkse le ven en het onderhoud van de kinderen en hun moeders worden echter opgebracht door de leden van de nationale verenigin gen. En al heeft de vader van dit moderne sociale werk somtijds financiële zorgen, hij heeft nimmer een van zijn huizen be hoeven te sluiten en hij kan telkens meer kinderen opnemen. MET DEZE GROEI echter komen ook nieuwe vraagstukken op de voorgrond. Doordat dergelijke kinderen reeds vroegtij dig in een gezonde gezinsatmosfeer worden opgenomen, vertonen slechts weinigen psy chisch letsel. Sommigen echter blijken geestelijk schade te hebben geleden ten gevolge van pijnlijke ervaringen in hun vroegste jeugd. Al blijven dit uitzonde ringsgevallen, toch neemt hun aantal toe naarmate de kinderdorpen zich uitbreiden. Zulke kinderen lijden onder depressies, waarmee hun aangenomen moeder meest al geen raad weet. Daar in dergelijke ge vallen vooral een psychiater kan helpen heeft ir. Gmeiner het plan opgevat, in elk land met kinderdorpen tenminste één heil- pedagogisch en therapeutisch centrum op te richten, waar deze uitzonderlijke en moeilijke gevallen kunnen worden behan deld. MET DE REALISATIE van dit plan is men thans in Oostenrijk begonnen. In het grootste kinderdorp te Hinterbruhl (bij Baden, ten zuiden van Wenen) is onlangs een afzonderlijk therapeutisch en heilpe- dagogisch centrum geopend. Hier worden depressieve en lastige kinderen uit alle Oostenrijkse kinderdorpen door een psy chiater, een psycholoog en een team van verpleegsters onderzocht en ook al vergt dat maanden zolang behandeld, totdat zij weer naar „huis" kunnen gaan in hun eigen kinderdorp. Het ligt in de bedoeling om een dergelijk centrum in elk kinder dorp-land op te richten. Velen verwachten dat ir. Gmeiner te zijnertijd als kandidaat voor de vredes-Nobelprijs zal worden voor gedragen. Ned. Herv. Kerk Aangenomen het beroep van de Provin ciale Kerkvergadering van Zuid-Holland te 's-Gravenzande (Evangelische Unie) G. Verschragen te Blijham (Gron.). Bedankt voor Woudenberg (toez.) P. J. Bos te Sprang voor Middelhamis, Sint Annaland en voor Tholen C. Baas te Haaf- ten voor het beroep van de Provinciale Kerkvergadering van Zuid-Holland te Krimpen a. d. IJsel (nevenpastoraat over gangsbepaling 235) H. Harkema te Zeist. In het midden-Veluwe dorp Harskamp (gemeente Ede) zijn de nieuwe wegen, die in het dorp zijn aangelegd, in gebruik ge nomen. Om de oude toestand te symboli seren had men Harskamp letterlijk dicht geplakt met krantenpapier. De Heer H. M. Oldenhof, lid van gedeputeerde staten van Gelderland, wist hier echter wel raad op. Als chauffeur van een bulldozer reed hij de krantenversperring omver. Hier is hij dan in zijn volle glorie, de groot ste sigaar ter wereld, waarvan onlangs be richt werd dat hij ernstige tekenen van verval begon te ver tonen. Het gevaarte, dat 1,90 meter lang is en ruim zeven kilo weegt, werd door een sigarenfabriek in Buende, West-Duits land vervaardigd, als een propagandastunt voor de tabaksindu strie en ook een beet je als een tribuut aan het Wirtschaftswun- der. Gemaakt van de beste Sumatratabak, kostte de reuzesigaar zijn opdrachtgevers ruim 400 gulden. He laas echter raakten al spoedig grote lappen van het dekblad los, terwijl ook het „bin nenwerk" begon te verkruimelen. Herr Peatow, directeur van het tabaksmuseum in Buende waar het pronkstuk is opge slagen, heeft de sigaar nu provisorisch la ten oplappen, maar hij betwijfelt sterk of een afdoende restauratie mogelijk zal zijn. „Misschien zullen wij hem moeten op roken," zegt hij: een kardei dat een ervaren sigarenroker naar schatting 600 „roole uren" zal kosten. i Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 32 „Ben je nu overtuigd, neef Boordevol?" vroeg tante Patent. „Ben je nu niet blij dat je middel zul ke grootse resultaten geeft?" „Ik ben nog steeds een beetje weifelig," zei neef Boordevol. „Naar mijn mening bent u toch te voorbarig geweest, tante. De wetenschap dient voorzichtig te werk te gaan." „Ach watwetenschap," zei tante Patent. „De praktijk, DAT is waar het op aan komt. Ik zal je nog meer laten zien." En tante- Patent voerde haar neef mee naar een ander zaaltje van het Cultureel Centrum. Daar was Zwarte Lola, de voormalige striptease danseres druk bezig. Ze was nu sociaal werkster en gaf een cursus lampekappenmaken aan een grote groep ongegrepen jeugd. HAr 62. Joris Goedbloed keek verrast op uit zijn som bere overpeinzingen, toen hij Panda terug zag komen. „Aha!" glimlachte hij. „Dus je geweten heeft einde lijk gesproken, baaske! Gij keert terug van de dwa lingen uw weegs! Ge betreurt de ruwe, harde woor den die ge tot uw oude vriend gesproken hebt en komt hem om vergiffenis vragen. Nu dan die hebt ge!" „Maar dat is allemaal niet waar," zei Panda veront waardigd. „Ik kom terug omdat die akelige Zamel op me schoot, met een geweer!" „Wee, wee," klaagde Joris. „Met mijn klassieke leesmeesters roep ik uit: O gustibus, o mores! bedoelende dat het in de wereld slecht gesteld is. Zie nu toch! Nu ge tegenslag hebt, nu ge zorgen hebt, nu ge in moeilijkheden zijt. nu weet ge me weer. te vinden! Nu komt ge weer aan bij uw vaderlijke beschermer. En wat doe ik? Geen woord van verwijt komt over mijn lippen. Opnieuw ze geviert mijn gevoelig hart over mijn gezond verstand. Ik ben te teerhartig; dat zal nog eens mijn ondergang worden.maar ik kan u niet vergeefs om hulp la ten roepen. Ge kunt op mij rekenen, ventje." „Maar ik kwam helemaal niet om hulp vragen," zei Panda. „Ik kwam hier langs omdat de weg hier langs gaat en nergens anders om." „Ei, ei," dat meent ge niet," antwoordde Joris, terwijl hij snel een vermomming aan legde. „Bovendien; het gaat niet aan dat die Zamel op ordelievende burgers schiet. Daar moet een stokje voor gestoken worden. En ook moet ge uw boek terug: dat is niet meer dan eerlijk. Ik zal mijn maatregelen treffen!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9