„Leve de republiek", klinkt op
duizendjarige troon van Jemen
Jemenieten schijnen blij te
zijn met de omwenteling
mf
"JONGE"
Mm.
a\M
IISmMK!
VELASQUES
HANDHAAFT
PRIJZEN EN
KWALITEIT
Ve/aé
Italië en Oostenrijk begraven
de strijdbijl over Alto Adige
Studiecommissie heeft alle
geschilpunten weggewerkt
FEITEN VAN DEZE WEEK
GRIJS9
HAARTJE f
THUIS ZELF
DOEN
Ip"
t
OfiNK
iW@ü@iL> tandpasta Prima en niet duin*?
"/KIS»
/TiNTELEHd
HP
KLEURSPOEUNG
POLY-COLOR
19
VRIJDAG 12 OKTOBER 1962
r
M
Vrije toegang
Gebogen hoofden
Dat kan. Dank zij de moderne,
economische produktiemethode
waarop Velasques het patent
bezit. mm
Vraag daarom
S
z voor
gegarandeerd
constante
kwaliteit!
Morele dwang
Dr. E. van Raalte
TUBE
1.95
TAIZ (Jemen) (AP) Een jonge luite
nant rekte zich eens op de met zjj gestof
feerde troon van de Imam van Jemen,
verlegde de mitrailleur op zijn knieën en
riep: „Lang leve de republiek". De kreet
welke een maand geleden nog onmid
dellijk onthoofding ten gevolge zou heb
ben gehad plantte zich voort door ves
tingachtige stadjes en dorpjes van lemen
huisjes in het centrum van Jemen, waar
het leger zeventien dagen geleden de
macht greep en een eind maakte aan de
meest achterlijke monarchie ter wereld.
Van de vage grenzen met Saoedi-
Arabië worden schermutselingen gemeld.
Daar proberen gevluchte Jemenitische
prinsen, onder aanvoering van Seif Al
Islam (zwaard van de islam) Al Hassan,
die aanspraken doet gelden op de 1102
jaar oude troon, steun te winnen. De be
richten over het bezetten van Lokija en
Saada zijn vaag en de schermutselingen
kunnen eenvoudig een machtsstrijd onder
leiding van de fanatieke Zeidi-stam zijn
die de Imam als geestelijke leider er
kennen.
Maar van de zuidelijke grens tot de
hoofdstad Sanaa schijnen de mensen blij
te zijn met de nieuwe republiek. In te
genspraak met de rapporten van weste
lijke inlichtingendiensten dat de Jemenie
ten buitenlanders haten en schieten op
alles wat beweegt wuifden de dorpsbe
woners naar vrachtwagens waarop foto's
van de leider van de machtsgreep gene
raal Abdoellah Sallal en van de Egyp
tische president Nasser aangebracht zijn.
0 100
SAOBDI
ARABÈ
Z IE
Kamr
AlJarada
Amrar»
ANA A
□hamar
el Fakih
Ztbid
J»nm
°Ib0 Katab
Thumaif
Kariat°.
Lanedj
Assab
arnBaha
ERITREA
De eerste groep westelijke correspon
denten die in zes jaar Jemen binnen
kwam ontdekte dat de grensversperring
bestond uit een plank die over de weg
gelegd was. Een in sarong geklede of
ficier op blote voeten twee ballpoints
en een grote dolk in zijn koppel druk
te ieder de hand en gaf toestemming om
door te rijden zonder zelfs de paspoor
ten te controleren. Tot drie weken gele
den had iedere bezoeker de persoonlijke
toestemming van de Imam nodig. In het
volgende dorpje Alra'hdeh werden
de journalisten naar de vesting van de
gouverneur gebracht, terwijl gewapende
leden der stammen zich rond de bus
verdrongen en riepen „Ash al shab" (Lang
leve het volk).
In de witgekalkte kamer van de gouver
neur, waar gewapende krijgslieden met
rode en groene turbans op kussens op de
grond zaten, kwamen uit een martiale kist
Advertentie
v.-
flesjes pepsi cola te voorschijn en de gou
verneur zei: „Ahla wa sahlan" (Welkom).
Drie uur hobbelen verder. Te Taiz haal
den militairen die kisten met geweren uit
het paleis droegen ook een kist met bran
dy te voorschjn. „U ziet dat de Iman de
koran geschonden heeft." Demonstranten
met flessen drank trokken langs de bui
tenlandse legaties in de rustige stad, welke
beheerst wordt door Djebel Sa'ora (de berg
geduld) en het Turkse fort op de top van
een heuvel, waar de Imam gijzelaars van
stammen gevangen hield. Taiz was de
hoofdstad van de 71 jaar oude Imam die
veertien jaar lang een terreurbewind ge
voerd heeft. Als gevolg van ziekte en een
oude kogelverwonding is hij in het Ourdy
paleis hier gestorven en hij liet de troon
na aan zijn zoon, Mohammed Al-Badr. Een
Jemenitische soldaten maken het zich
gemakkelijk op de troon in het paleis
van Imam Achmed in de residentie
Taiz en houden elkaar de kroon boven
het hoofd. Iets dergelijks zou bij het
leven van de Imam onmiddellijk een
bevel tot terechtstelling door middel
van onthoofding voor de schenders
tengevolge hebben gehad. Misschien is
het spelletje juist daarom zo
aantrekkelijk
week later sloegen een zestal tankgrana
ten in het paleis van Al-Badr in Sanda
binnen en kwam er een einde aan de mo
narchie.
„Wanneer wij hier 'op de binnenplaats
liepen", zei generaal Ali Fafi, het hoofd
van de vroegere lijfwacht van de Imam,
„moesten wij het hoofd gebogen houden
zodat wij niet de vrouwen van de koning
zouden zien. Nu zal ons leger een trots
leger worden, evenals dat van president
Nasser in Egypte." Militairen haalden een
hangslot van de audiëntiezaal van de
Imam, waarvan de tapijten en kussens te
zien waren in het licht van sterk fluo
rescerende lampen, precies zoals in goed
kope nachtclubs. Het rook er sterk naar
wierook.
Er hebben vele legenden de ronde ge
daan over de vreemde oude heerser. Vol
gens één van de verhalen had hij een elek
trische trein in de badkamer. De badka
mer bleek een donkere cel te zijn welke
met groen emaille bekleed was en met
een cementen vloer. Waarschijnlijk is
het gehele paleis de eenvoudigste konink
lijke residentie uit de twintigste eeuw.
Weinig huisvrouwen uit het Westen zou
den een stap willen zetten in de keuken
een smerige kamer met vetspatten, maar
geen comfort, met uitzondering van een
koelkast en een tinnen blaadje waarop een
foto van de Britse koningin Elizabeth en
prins Philip aangebracht was.
Advertentie
m
-o
6*
Een greep uit het
ruime assortiment
[5VVj
I
Van neerlands GRO°lS
Er
Senoritasi
Rosas
Aranda
Ribas
Sonora
Lugo
ÏO ct.
12'Act.
14- ct.
15 ct.
16 ct.
Bolknak:
Lerida 17
Nevada 20
Iberia 22
Andorra 25
Espana 27
ct.
ct.
ct.
ct.
ct.
Coronai
Reinosa 40 ct.
(Van onze correspondent)
WENEN Met voldoening zal de ze
ventiende UNO-Assemblee kennis ne
men van het verslag van Italië en Oosten
rijk over Alto Adige (Zuid-Tirol). Beide
partijen zullen de stellige verwachting uit
spreken dat er een bevredigende oplossing
wordt gevonden, maar dat eerst de re
sultaten van een speciale studiecommissie
moeten worden afgewacht. De verdienste
voor een mogelijk compromis moet voor
al aan Italië worden toegeschreven, dat
op 1 september 1961 een „commissie van
negentien" in het leven riep om dit vraag
stuk met de nodige rust en vakkennis te
behandelen en zo mogelijk ook op te los
sen. In deze commissie hebben zitting
twaalf Italianen, zes Zuid-Tirolers en één
Ladiner.
Principieel was Oostenrijk zeer voldaan
over de oprichting van deze commissie,
omdat dit volgens de regering te Wenen
de juiste weg is om dit Italiaanse vraag
stuk intern te behandelen. Ofschoon er of
ficieel nog niets bekend is over het werk
van de studiecommissie, schijnt zij toch
tot resultaten te zijn gekomen, waarmee
Advertentie
ook de vertegenwoordigers van Zuid-Tirol
het eens zijn. Men verwacht dat de com
missie nog in de loop van dit jaar haar
werk zal afsluiten en haar resoluties in de
vorm van een advies aan het parlement te
Rome ter behandeling en goedkeuring zal
voorleggen.
Het standpunt van de Oostenrijkse rege
ring is duidelijk en eenvoudig: wanneer
deze resoluties de goedkeuring hebben van
de Zuidtirolers, beschouwt Oostenrijk de
ze kwestie als opgelost en de overeen
komst van Parijs uit 1946 als vervuld. Ook
de UNO zal tevreden zijn, wanneer zij niet
meer als scheidsrechter behoeft op te tre
den in een conflict, waarbij twee staten
betrokken zijn die de facto evenveel sym
pathie genieten. Ook in dit geval zal de
oplossing de vorm van een compromis
ananemen, zodat het niet is uitgesloten dat
Zuidtiroolse of Italiaanse extremisten
daartegen verzet zullen aantekenen.
Wanneer het conflict inderdaad wordt
bijgelegd, moet worden onderstreept, dat
Italië deze weg niet zou hebben bewan
deld, wanneer het daartoe niet moreel ge
dwongen was door de interventie van Oos
tenrijk, door de behandeling voor het fo
rum van de UNO en ook door de terroris
tische acties in Zuid-Tirol.
Hoezeer men ook de aanslagen moet
Op en om het Binnenhof
Op vrijersvoeten
Nu het afgelopen week op het Binnen
hof nog stil was, doet zich een goede ge
legenheid voor, nog even een terugblik te
werpen op de algemene politiek beschou
wingen, waaromtrent ik in mijn jongste
kroniek geen gelegenheid zag iets te ver
melden.
Intussen, het is allerminst mijn bedoe
ling thans min of meer oude koeien uit
de sloot te halen. Daarom zwijg ik over
hetgeen die beschouwingen omtrent het
jongste verleden inhielden.
Verschillende sprekers keken echter, te
recht, ook naar de toekomst. Het verkie
zingsjaar 1963 is op til. En dus gingen
en gaan de gedachten onder meer in niet
onbelangrijke mate naar de komende ka
binetsformatie uit.
In dat verband lieten zich, als gebrui
kelijk, naast tegenstanders van het vor
men van een kabinet op de grondslag van
zekere tussen de aan het ministerie deel
nemende partijen te maken afspraken,
toch ook sprekers horen, die mede aan
de hand van wat men zo al onder het ka-
binet-de Quay heeft beleefd, de nood
zaak bepleitten om het te voren wel over
een aantal hoofdpunten eens te worden.
Inderdaad geloof ik, dat al te grote ijver
om het „vrijheid, blijheid" op dit gebied
te willen toepassen, in de regel meer tot
ernstige verwikkelingen leidt dan tot vreug
de. De in mijn ogen niet altijd zo fraaie
neiging van partijen om bij het optreden
van een ministersploeg vooral niet open
lijk een trouwbelofte te willen uitspreken
roept de herinnering op, aan Heine's dicht
regels
Kind,
„Blamier micht nicht, mein schönes
Und grüss mich nicht unter den Lin-
dew:
Wenn wir nachher zu Hause sind
Wird sich schon Alles finden."
Daaraan doet de zoeven bedoelde hou
ding van partijen dan wel denken.
Nu ik het toch over, politieke, vrijage
heb, kom ik er vanzelf toe, gewag te ma
ken van het verschijnsel, dat bij het al
gemeen begrotingsdebat twee woord
voerders zich, zij het nog heel voor
zichtig, op vrijersvoeten schenen te bege
ven. Dr. de Kort (K.V.P.) en prof. Vonde
ling (Arb.) waren het, die hiervan enige
blijken gaven. Het had er bepaald wel
iets van, alsof zij tenminste een poging
ondernamen om wellicht de weg te gaan
plaveien, die naar hervatting van samen
werking tussen K.V.P. en P.v.d.A. (heel
waarschijnlijk met nog een enkele ande-
dere groep) zou kunnen leiden.
Minister Cals en de mammoetwet
Ongetwijfeld hoopt minister Cals nog
vóór de kiezers ter stembus zullen optrek-
succes, straks in de Eerste Kamer, al
licht kunnen vergroten. Intussen meen ik
bepaald te mogen aannemen, dat hij, ge
geven wat hij hieromtrent al eerder publie
kelijk alsook in particuliere gesprekken
heeft gezegd, nog geheel en al los van de
komende behandeling van het ontwerp in
de Senaat, oprecht op het punt in kwestie
herstel van de begane fout zou wensen.
Vandaar, dat men achter de zoëven ver
melde stap van de minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen heus
verder niets behoeft te zoeken. Ook niet
enig verlangen naar een flirtation met de
socialistische voorstanders van het open
baar onderwijs, als mogelijke deelgenoten
in een toekomstig kabinet.
Overigens is uit het algemeen politiek de
bat nog gebleken, dat indien minister Cals
in de Tweede Kamer het onderspit gedol-
ken, zijn ontwerp-mammoetwet door de
Eerste Kamer aangenomen te krijgen en
vervolgens tot wet verheven te zien.
Inmiddels heeft hij onomwonden blijk
gegeven er oprecht spijt van te hebben,
dat hij bij de behandeling van zijn ontwerp
in de Tweede Kamer op een gegeven
ogenblik ten koste van het openbaar onder
wijs een steek liet vallen. Hiervan was het
gevolg, dat er inderdaad gegronde reden
tot klagen over bestaat, dat straks de wet
met betrekking tot de mogelijkheid van op
richting van openbare scholen, buiten de
zogenaamde planprocedure, het openbaar
onderwijs bij het bijzonder onderwijs ten
achter stelt. Welnu, de minister heeft aan
een daartoe geëigende commissie verzocht
naar middelen uit te zien, om dat euvel
alsnog te kunnen helpen wegnemen.
Natuurlijk zal dit 's ministers kansen op
ven zou hebben, dat onder de omstandig
heden, zoals zij zich in de afgelopen zo
mer voordeden de Nieuw-Guinea-peri-
kelen! geen kabinetscrisis tot nasleep
zou hebben gekregen. Nu die omstandig
heden onderwijl echter veranderd zijn,
zou het vermoedelijk best kunnen, dat zo
het ontwerp-mammoetwet in de Kamer
van vijfenzeventig nog gevaar zou lopen
(wat overigens vrij onwaarschijnlijk is),
het kabinet in zijn geheel wel de tanden
zou laten zien.
Proefwerk
De volgende week vangt het parlementai
re proefwerk aan. Dan toch zal voor het
eerst een begroting, te weten die van Bin
nenlandse Zaken, in openbare commissie
vergadering in voorbereidende behandeling
komen. In de eerstvolgende weken zal
hetzelfde met de begrotingen van Onder
wijs en met die van Maatschappelijk
werk gebeuren.
Gelijk bekend, hoopt men langs deze
nieuwe weg tenslotte een snellere, dus
tijdiger, tevens ook belangwekkender af
doening van de Rijksbegroting te kunnen
bereiken. De opzet is, de schriftelijke voor
bereiding te laten vervallen. Op zichzelf
zou dat tijdbesparing kunnen opleveren.
Maar bovendien komt het er op aan, dat
in de openbare commissievergaderingen
niet al te veel overhoop zal worden ge
haald, dat men daar al zo kort en krach
tig mogelijk zal spreken en dat men ver
volgens datzelfde eveneens in de plenaire
Kamerbijeenkomsten zal doen, waar dan
al het in de commissies aangeroerde klei
nere grut niet meer op de proppen zou mo
gen komen.
Helemaal zuiver zal intussen de proef,
die men nu gaat nemen, niet zijn. In de
eerste plaats al niet, omdat zij bij verre
weg de meeste begrotingshoofdstukkwn
nog achterwege blijft. Verder, omdat men
dit* keer nooit twee commissies tegelijker
tijd zal laten vergaderen en tenslotte zal
er dit zittingsjaar aan de proef bovenal
ontbreken, het optreden van een Algeme
ne Begrotings Commissie, welke metter
tijd in het bijzonder een belangrijke coör
dinerende taak met betrekking tot de ver
schillende hoofdstukken zal hebben te ver
vullen. Juist dat coördineren zal het ABC
van de beraamde nieuwe methode dienen
te zijn. Nu dit ABC thans nog achterwege
blijft, bestaat de mogelijkheid, dat men
op het komende parlementaire proefwerk
toch niet helemaal zal kunnen afgaan. Ove
rigens dient men te hopen, dat de poging
om tot een betere werkmethode van de
Kamer te komen, uiteindelijk met succes
zal worden bekroond. Aan de Kamerleden
om nu hun beste beentje voor te zetten.
veroordelen wat de regering te Wenen
herhaaldelijk heeft gedaan het vraag
stuk Zuid-Tirol zou zonder deze acties
nooit zo acuut zijn geworden en ook Italië
zou de studie-commissie beslist niet in het
leven hebben geroepen.
Nog slechts enkele jaren geleden ver
klaarde de Italiaanse regering herhaalde
lijk dat deze kwestie een zuiver intern
vraagstuk was en dat noch Oostenrijk noch
de UNO daarvoor competent konden zijn.
De gebeurtenissen van de laatste jaren
hebben Italië ertoe gebracht dit standpunt
te herzien.
Officieel is er nog niets bekend over het
werk van de studiecommissie, maar enke- I
le leden hebben mededelingen gedaan,
waaruit blijkt dat zij het eind-stadium
heeft bereikt en dat men in zeer vele pun
ten tot overeenstemming is gekomen.
Overeenstemming is onder andere bereikt
over het gebruik van de taal in het open
bare leven en in de rechtspraak. Bij de
verdeling van nieuwe woningen hebben
Italiaanstalige en Duitstalige inwoners ge
lijke rechten, doch daarbij schijnt men
aan de „oorspronkelijke", dus Zuidtiroolse
bevolking een zekere voorrang te willen
geven. Ook over de onderwijskwestie en
het arbeidsrecht bestaat er geen ernstig
verschil van mening. De commissie huldigt
zelfs de opvatting dat er maatregelen die
nen te worden getroffen ter verdediging
van de rechten der Zuidtirolers om in de
openbare dienst te worden opgenomen.
Hetzelfde geldt voor de bescherming van
de aloude gebruiken, alsmede voor gelijke
rechten op het gebied van radio en televi
sie.
De grootste moeilijkheid levert nog al
tijd de hoofdkwestie op: die van de auto
nomie. Met een beroep op de grondwet
huldigt het merendeel van de commissie
de opvatting dat aan de provincie Bolzano
(Bozen) geen afzonderlijke en volledige
autonomie kan worden verleend, doch dat
deze provincie ook in de toekomst een deel
zal moeten blijven van het grotere auto
nome en tweetalige gewest: Trente-Bozen.
Wel zijn er voldoende termen aanwezig
om bepaalde administratieve bevoegdhe
den van het gewest over te dragen aan
de provincie Bozen, bijvoorbeeld in land
bouw en openbare werken. Op het terrein
van de industrie zou de provincie Bozen
(Bolzano) weliswaar gebonden blijven aan
de verordeningen van het gewest, maar zij
zou een zekere autonomie kunnen krijgen
in de uitvoering van deze verordeningen.
Ofschoon Zuid-Tirol en ook Oostenrijk
inzake de volledige autonomie hun wensen
niet geheel vervuld zien, zal de regering
te Wenen zich bij dit compromis neerleg
gen, vooropgesteld dat de Zuidtirolers zelf
hieraan hun goedkeuring geven. Wanneer
deze minderheid tot een oplossing met Ro
me komt, kan en wil Wenen zich daarte
gen niet verzetten.
Het ;s niet uitgesloten dat extremisten
tegen dit compromis storm zullen lopen en
zullen verklaren dat Oostenrijk deze min
derheid heeft „verraden", maar de inter
nationale politiek uit het jongste verleden
kent genoeg gevallen, waarin men zich
ten gunste van een vreedzame oplossing
bij een compromis moest neerleggen.
Advertentie
i