Nietige zee-alg
toekomst
gaat een grote
tegemoet
Mode
uit
Afrika
Reuter's persdienst startte met
postduiven en een
Redingote
wint veld
wfl
TANTE PATENT
PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER
O
door Grete Dölker-Rehder
(Vertaald uit het Deens) I
r
m
Óf"
VRIJDAG 19 OKTOBER 1962
15
Om vervofgverhaoi
Romantisch begin van
'n wereldomspannende
„nieuwshandel"
r
EIKE AGENA
62)
Drie dagen heb ik Bertien in huis
gehouden, het waren drie moeilijke
dagen en drie donkere nachten, en ik
stak het licht in de vuurtoren niet
aan, opdat de Lissumers zouden mer
ken dat Bertien dood was. Maar ze
merkten het niet in Lissum, ze lieten
hun vuurtoren zonder licht en kwa
men niet begrijp je dat?
Toen kon ik Bertien niet meer in
huis houden en ik sleepte hem naar
buiten, naar de duinen, daar was hij
al gauw zo hard als een steen, en
ik dekte hem met zijn zeil toe, zodat
de hongerige meeuwen niet aan hem
konden komen. Ze gingen op het zeil
doek zitten en schreeuwden zonder
ophouden. Maar ik legde stenen op
het zeildoek, en zo konden ze hem
niets doen.
Verscheidene weken leef ik nu al
met de dode aan de witte Knee. We
zijn helemaal alleen. Ik kan het niet
lang meer uithouden. Voor Bertien
was het al teveel, en ik ben maar een
vrouw. Nu zoeken ze natuurlijk wel
een nieuwe vuurtorenwachter, maar
ze zullen er wel geen vinden, want
niemand wil aan de witte Knee wo
nen begrijp je dat? Nu wilde ik
je zeggen, dat ik me er ongerust over
maak, wie ze me tenslotte zullen stu
ren. Toen ik de eerste keer hier
kwam, maakte ik me daar geen zor
gen over. Ik wist niets anders, dan
dat men werken moet en zijn plicht
doen. Maar jij hebt me verteld, wat
liefde is en trouw, en jouw muziek
heeft me verteld, dat het hoge en
heerlijke dingen in ons hart brengt,
en je hebt mijn hart in verwarring
gebracht, zodat ik nu niet meer al
leen maar werken en dienen kan
voor wie dan ook.
Je weet dus nu dat ze een nieuwe
vuurtorenwachter zoeken. Misschien
heb je nu genoeg muziek gemaakt en
heb je zin, vuurtorenwachter te wor
den. Je zoudt het beslist gauw leren,
en ik zal dan de burgemeester wel
vast zeggen, dat hij vertrouwen in je
kan stellen. Voor jou zou ik graag
zorgen, als jij voor de vuurtoren zorgt
en jq vrouw zou ik graag zijn en ik
zou van je houden, zoals jij dat wilt,
want dat zou je me wel leren. Want
jij bent goed. En eer ik van jou ant
woord gekregen heb, zal ik niemand
anders in mijn huis nemen..."
En dit alles las Tyge Taden, alsof
het de grootste grap was, die hij ooit
gehoord had. Vooral toen hij aan de
plaats kwam, waar Eike over liefde
en trouw schreef, moest hij ongedaar-
lijk lachen. En het woord muziek
bulkte hij er uit, alsof dat op zichzelf
al een mop was.
Eike had alle moeite gedaan, zich
te beheersen. Het eerste deel van de
bi;ief raakte haar ook niet zo. Maar
toen Tyge schreeuwde: „Je vrouw
wil ik graag zijn en ik wil van je
houden, Éoals jij dat wilt..." Toen vloog
ze naar de donkerste hoek van de
keuken en drukte zich tegen de muur
aan, alsof ze erin wilde kruipen.
Nooit had ze gedacht, dat ze zo'n
schaamte en tevens zo'n haat zou
kunnen voelen. Alle ellende, die ze de
laatste weken na Bertiens dood be
leefd had was niets vergeleken bij wat
ze nu voelde.
Het leek haar, dat ze nu maar het
beste in het wad kon lopen of zich
van de vuurtoren storten. De dood, al
leen de dood kon dit alles ongedaan
maken. Haar dood of Tyges dood. Ja,
ze was zo opgewonden, dat ze erover
dacht hoe ze hem het beste zou kun
nen doden.
Plotseling merkte ze dat het dood
stil was in het vertrek. Alleen haar
hijgende adem was nog te horen, ver
der niets. Langzaam draaide ze zich
om.
Wat deed Tyge?
Hij was altijd al angstaanjagend,
maar als hij zo stil was, was hij dat
nog des te meer.
Maar Tyge stond nog net als voor
heen, met gebalde vuisten en voor
over gebogen schouders over de brief
gebogen.
Waarom stond hij daar zo zwijgend,
zo verstard. Onwillekeurig leidde zijn
houding Eike af. Het prikkelde haar
nieuwsgierigheid, haar deelneming,
ze vergat er haar eigen opwinding
door. 1
Las hij nog? Maar daarvoor stond
hij te diep over het papier gebogen.
Het leek haar meer, dat hij in droe-
vig gepeins verzonken was. Toen hij i
zich plotseling terug liet vallen op de
sofa, schrok Eike weer. Maar hij keek
haar alleen maar ernstig, rustig-vrien- j|
delijk aan, reikte haar de brief toe en
zei: 3
„Daar vooruit verbrand
dat!" 1
Wilde Eike Flor Tyge Taden nu
nog doden? Neen, nu wilde ze het
niet meer. Ze wist dat deze man haar 3
innerlijk zo verwond had, dat het s
haar tot aan haar dood pijn zou
doen, maar toch had ze het gevoel,
dat ze hem nu al vergeven had. Het
was een soort moederlijk medegevoel, 3
waardoor ze zich tot hem, die nu 3
klaarblijkelijk ook leed, voelde aan- 3
getrokken.
Ze stond bij de haard en keek in 3
de vlammen, die gulzig verteerden
wat zij geschreven had aan iemand 3
die daar niets van wist, die haar 3
verre roep niet gehoord had en er 3
ook nooit iets van zou horen.
Toen hoorde ze een zachte stem
achter zich: „Och, Eike, wat ben je 3
toch een kind, een wonderlijk kind!
Geloof je nu werkelijk dat professor 3
Jurian Cordes uit Duitsland vuur- §j
torenwachter zou willen worden aan 3
de witte Knee? Denk je nu werke-
lijk dat hij, omdat jij jouw leven 3
voor hem gaf, het zijne voor jou zou
willen geven? Je dacht zeker dat hij
met je zou trouwen? O, jij arme klei- 3
ne vuurtorenwachtersvrouw! Mis- 3
schien zou hij je als meid nemen, 3
anders niet. Een aardig avontuurtje 3
zou je voor hem zijn, dat is alles!
Maar wat is er dan toch met je? 3
Wordt toch wakker, Eike? Hij is toch
alleen maar een droom voor je. Hij
is toch geen man van vlees en bloed. 3
Een slaapwandelaar, dat is hij en een 3
maanzieke.
Tyge zweeg, alsof hij nog wel meer 3
zou kunnen zeggen, maar de zaak 3
niet de moeite waard vond om er 3
nog meer woorden aan te verspillen.
De lamp gonsde zacht, en het vuur 3
knetterde in de haard, verder was 3
het volkomen stil 3
Eike was geheel vefbleekt. Wat had
Tyge gezegd? Hij had Jurian Cordes
beschimpt, maar hij had het op zo 3
zachte toon gedaan, zo gematigd. Ze
wist niet, dat Tyge zo spreken kon 3
zo bedachtzaam, zo verstan-
dig. Nu vroeg hij: 3
.Vergis je je niet? Heb je mij niet 3
geroepen, inplaats van hem?"
Wat bedoelde hij daarmee? Ze had
toch niet geroepen
Maar hij zei: „Toch heb ik je roep
gehoord, Eike Flor. Over de halve 3
aarde heen heb ik je noodkreet ge- 3
hoord. Ik was in Vuurland. Ik ben 3
direct hierheen gegaan, en nu ben 3
ik er, en jij roept maar door, je roept 3
een ander.
Hij zweeg, en zijn zwijgen had iets 3
droefs.
Eike Flor verroerde zich niet. Ze 3
vergat bijna, adem te halen. Was dat g
Tyge Taden, die daar sprak? Een g
mens die leed, een mens die liefhad? 3
Was Tyge Taden dan toch nog iets 3
anders dan alleen maar een man die g
de vrouwen achterna liep? Waarom 3
had hij zich dan tot nu toe steeds 3
als een hansworst gedragen of als een g
wilde, onberekenbare, ruwe, gemene g
man, een man, die een vrouw be-
schouwt als een roofdier zijn prooi? 3
Kon ze hem vertrouwen? Hem, die g
haar even tevoren nog zo verschrik- 3
kelijk gekrenkt had, die haar gehei- 3
me, tere liefde voor Jurian Cordes g
had bespot en gehoond? Maar Eike g
was zelf zo rein en zo goed, ze kon 3
eenvoudig niet het slechtste denken 3
van andere mensen en ze had het g
hem eigenlijk allang weer vergeven, g
Hij had het natuurlijk niet zo kwaad 3
bedoeld, hij had de inhoud van de 3
brief niet begrepen, of zij had hem g
verkeerd begrepen, en hij kon im- g
mers niet weten hoe goed en hoe
edel Jurian was, en waar het bij Eike 3
om ging.
(Wordt vervolgd
l[||lllllli!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllini'llllllllHII)l|llll!ll'illllllllll!ll1lllllll1llllllllllllllll[lll1ll|llllllllllllllllllllllllIllllllllll|[lllllllllll|llinil
VELE ONTWIKKELINGSLANDEN
in Azië, Afrika en Zuid-Amerika hebben
voor hun kusten reusachtige, nog onaan
geraakte schatten die waarschijnlijk eens
de grondslag van reusachtige nieuwe in
dustrieën kunnen vormen. Het zijn de
uitgestrekte velden van zeealgen, die
overal worden gevonden waar de zee
bodem rotsachtig of steenachtig is. Een
instituut in Hamburg het vijf jaar ge
leden opgerichte internationale „Studie
genootschap voor onderzoek van de zee
algen", dat met geleerden, technici,
firma's en instituten over de gehele we
reld contact onderhoudt, specialiseert
zich in onderzoek naar de toepassings
mogelijkheden van deze algen.
DE VERTREKKEN van dit instituut, die
vol met boeken, landkaarten, watermon
sters en geprepareerde planten zijn, zien
er uit als een combinatie van museum, apo
theek, bibliotheek en laboratorium. Hier
worden algen verzameld, onderzocht, ge
catalogiseerd en hier worden de toepas
singsmogelijkheden voor algen en produk-
ten van algen nagegaan. Want algen zijn
waardevolle hulpmiddelen voor verbluf
fend veel sectoren van industrie, landbouw,
levensmiddelenindustrie en geneeskunde.
Robert Koch was het, die de algen als
ideale „dragers" waarop bacteriën konden
worden gekweekt, in de bacteriologie in
troduceerde
DE ALGOLOGEN in Hamburg glim
lachen ietwat vergoelijkend, wanneer het
gesprek komt op de sedert enige tijd in
zwang komende bewering, dat het beste
brood „brood uit algen" is. Immers, algen
worden al sedert meerdere jaren in de
levensmiddelenproduktie gebruikt, bijvoor
beeld voor mayonnaise, smeerkaas, choco
lade en consumptie-ijs. Algen verhinderen
namelijk enerzijds het indrogen en ander
zijds het kristalliseren van de stoffen,
waarmee zij worden gemengd. In de in
dustrie worden algenprodukten als bind
en verdikkingsmiddelen, stabilisatoren en
geleermiddelen, in zalven en drukinkten,
bij het apprêteren van textiel, en in Ameri
ka zelfs al in kunstdarmen voor worstjes
toegepast.
HET INSTITUUT ziet als zijn voornaam
ste taak belangstellenden te adviseren in
zake de toepassing van algen en algen
produkten. Hier komen informaties binnen
uit de landen, waarin produkten uit algen
reeds in grote mate in de industrie worden
gebezigd en zij worden door dit instituut
aan belangstellenden doorgegeven. Het in-
stituut geeft ook een internationaal algen-
tijdschrift uit, de „Botanica Marina", dat
naar 42 landen, ook naar de Sovjet-Unie en
China wordt gezonden.
De industriële toepassing van algen is
pas ongeveer twintig jaren oud en staat
daarom nog betrekkelijk in de kinder
schoenen. Maar tegenwoordig worden al
leen voor de kust van Californië door spe
ciale schepen ruim 50.000 ton algen per
jaar „geoogst". Voor de Duitse kust worden
alleen bij Helgoland algen gevonden, om
dat overal elders het strand uit zand be
staat.
ALGEN ZIJN niet alleen een waarde
volle industriële grondstof, zij zijn ook
uitnemend geschikt als veevoeder. In Enge
land, Noorwegen en Ierland wordt algen-
meel als vervangingsvoer gebruikt, en in
Noorwegen en op IJsland eet het vee de
algen direct van het strand. Voor de men
sen is zeewier eveneens zeer gezond. Het
bevat vitaminen, hormonen, eiwitten en
jodiumsporen. De Japanners kennen al lang
de waarde van algen voor de voeding. In
de delicatessenwinkels in Japan wordt als
vanoudsher algenthee als specialiteit aan
kenners verkocht.
Het studiegenootschap in Hamburg, dat
leden in geheel Europa heeft, is ervan
overtuigd, dat de algen in vele thans nog
arme landen, een winstgevende en devie-
zenbesparende industrie kunnen scheppen.
'if! ff
WÊÊm?
Uit het nieuwe Afri
ka komt dit mode-
nieuwtje: een vrolijk
jurkje van Soedanese
katoen, met een fijn
dessin van smaragd
groen en konings
blauw op witte ach
tergrond. Op de rok
zijn enkele zijbanen
bedrukt met grote
bloemmotieven in
rose en bleekgeel: een
coloriet dat afge
stemd is op de smaak
van de Afrikaanse
vrouw, maar dat stel
lig ook de westerse
tiener niet misstaan
zal. Het jurkje werd,
met vele andere, ge
toond door de Soe
danese topmannequin
Bulla op een show
in Londen.
Vandaag zijn bij een café in het
centrum van de stad Aken 2.000 post
duiven losgelaten. Pas kort ge
leden heeft men ontdekt, dat dit café
ie plaats was waar Paul Julius Reuter,
in 1816 te Kassei geboren als zoon van
een rabbijn, in 1850 een internatio
nale berichtendienst met postduiven
begonnen is. Het traject Aken-Brussel
was toen de enige lacune in de tele
graafverbinding Berlijn-Parijs, in die
dagen de twee grootste handelscentra
van het Europese vasteland. Per trein
deden de berichten negen uur over
In binnen- en buitenland staat de
Nederlandse kledingindustrie bekend
om de manier ivaarop zij de vaak
extravagante modelijnen weet te ver
werken in draagbare confectiemodel-
len. De confectionair van „Netex mo
dellen" te Amsterdam neemt onder de
Nederlandse kledingfabrikanten een
belangrijke plaats in. „Netexmodellen'
ontwerpt mantels en tailleurs in het
betere genre met als specialiteit een
aparte klasse voor de „petite femme".
Naast redingotes, de vaag getailleerde
mantels die in Parijs de mode zijn,
maar in het noorden nog weinig opgang
maken, ontwierp de heer K. Schliesser
voor de komende lente en zomer ook
mantels met een soepele wijdvallende
rug, die zo gemakkelijk zijn in het dra
gen. De kragen zijn vol rijke fantasie
uitgevoerd: afstaande en colkragen,
kragen met aangezette shawl en de
klassieke maar tegelijkertijd modieuze
smalle revers.
Prachtig zijn de materialen: kam-
garens in diverse uitvoeringen zoals
bouclé, natté en flanel, sommige ver
levendigd door een glanseffect. Daar
naast meer exclusieve stoffen (waarvan
er enkele speciaal voor Netex werden
vervaardigd), zoals kleurige tweeds, lin
nen kwaliteit en Shetland noppé. Als
meer kostbare kwaliteiten vielen veel
camels te bewonderen, zowel naturel-
rieurig als marineblauw. Bijzonder mooi
was een 100 percent babycamelmantel
n marine; dit enigszins langharige glan
zende materiaal, dat zeer licht van ge
wicht is, ligt wel wat hoger in prijs,
maar is dit zeker waard.
Als nieuwe lijn van de mantelmode
zomer 1963 noemen we de mouw die van
voren aangeknipt en van achteren rag-
lan is ingezet en een driekwart lengte
mns
if f
St -i
Zomermantel anno 1963. De in Parijs zo
populaire getailleerde redingote zal
weldra ook in ons land grotere aftrek
vinden dan tot nu toe het geval was.
heeft. Deze zomermantels vertonen veel
al manchetten van bont zoals wasbeer
en vos. Een nouveauté speciaal door Ne
tex gebracht is de voering, die met een
biesje is afgezet; zo ook de nieuwe kleur
petrol, die door haar geïntroduceerd
wordt. Veel mantels werden gecomple
teerd met een hoedje van hetzelfde ma
teriaal ontworpen door hoedenfabriek
Reforma.
De tailleurs hebben een vrij lang val
lend jasje, dat vaak dubbel gesloten
wordt; de rok is licht gerend met als
nieuwe variant de loopplooi vóór, ge
ïnspireerd op de laatste Parijse mode.
Katy
dit traject, maar Reuters postduiven
vlogen in twee uur van Aken naar
Brussel.
WALTON' A. COLE, de huidige pre
sident-directeur van Reuter, heeft van
daag de eerste duif „gelost" na de ont
hulling van een gedenkplaat aan het
café door de burgemeester van Aken,
Hermann Heusch. Directieleden en com
missarissen van Reuter en 150 promi
nenten uit de Europese journalistiek
zouden de plechtigheid bijwonen. De
jonge Paul Julius Reuter begon zijn
loopbaan bij de bank van een neef
in Göttingen. In 1840 ging hij bij een
bankierskantoor in Berlijn werken. Hij
trouwde daar in 1845 nadat hij het
christelijke geloof had aangenomen,
met een bankiersdochter. Na de Ber-
lijnse revolutie van 1848 vestigde Reu
ter zich in Pangs, waar een rijke
koopman uit Öportó, Charles Havas,
een nieuwbureau had. Reuters poging
om, na een korte leertijd bij Havas,
in Parijs een eigen nieuwsbureau te
stichten, mislukte. Hij keerde naar
Berlijn terug om daar zijn geluk te
beproeven, met gebruikmaking van een
pas geopende telegraafverbinding Ber
lijn-Aken. Maar weer had hij pech:
Bernhard Wolff was hem voor geweest.
Deze had zijn studie in de medicijnen
opgegeven en in Berlijn „Wolff's bu
reau", Europa's eerste- telegrafische
nieuwsbureau, opgericht.
REUTER BESLOOT toen, zich aan
het andere eind van de telegraaflijn,
in Aken, te vestigen. Hij leverde fi
nanciële berichten, die hij per trein
ontving, aan plaatselijke bankiers en
kooplieden. Later breidde hij zijn werk
zaamheden tot Antwerpen en Brussel
uit.
Hij zag zijn mogelijkheden sterk ver
groot door de totstandkoming van een
telegraafverbinding Parijs-Brussel. In
de telegraafverbinding Parijs-Berlijn
ontbrak nog slechts het stuk Brussel-
Aken en Reuter kwam op het idee,
op dat stuk met postduiven te gaan
werken. Iedere middag schreef zijn
agent in Brussel de laatste koersen
uit Parijs op dun papier, dat opge
rold in een zijden kokertje onder de
vleugel van een duif werd bevestigd.
Twee uur later waren de koersen in
Aken, vanwaar zij telegrafisch verder
konden worden doorgegeven. Reuter
was juist begonnen met het voorbe
reiden van een algemene nieuwsdienst,
toen het „gat" in de telegraafverbin
ding werd gesloten, waardoor zijn dui
ven achterhaald werden.
In 1851 besloot Reuter, naar Londen
te gaan. Hij huurde twee kamers in
de buurt van de effectenbeurs en met
een twaalfjarige jongen als enige hel
per begon hij de Londense zakenwe
reld te voorzien van het laatste finan
ciële nieuws van het vasteland. Inmid
dels was er een telegraafkabel tussen
Dover en Calais gelegd.
In alle belangrijke plaatsen van
Europa stelde Reuter daarna corre
spondenten aan, aanvankelijk alleen
voor financieel nieuws, maar al spoe
dig ook voor de algemene berichtge
ving. Het zou evenwel nog zeven jaar
duren tot 1859 alvorens de Brit
se pers belangstelling voor zijn nieuws
dienst kreeg.
Geleidelijk aan breidde Reuters ar
beidsterrein zich uit, ook tot Amerika,
waar inmiddels de burgeroorlog was
uitgebroken. Het nieuws uit Amerika
kwam per boot naar Engeland. Reu
ter ontving het gelijktijdig met zijn
concurrenten, maar daar was wel wat
aan te doen. Hjj richtte op de uiterste
zuidwestpunt van Ierland een eigen
telegraafkantoor in. Wanneer de boot
uit Amerika daar voorbij voer, wer
den de berichten in waterdichte, fosfo-
rescerende bussen overboord gegooid.
Een agent van Reuter pikte ze met
een roeibootje op. Het nieuws werd
dan over de eigen telegraaflijn naar
Cork gezonden en ging vandaar over
de normale kabel naar Londen, waar
door Reuter een voorsprong van ze
ker acht uur op zijn concurrenten
kreeg.
TEGEN 1872 had Reuter in alle he-
langrijke plaatsen ter wereld een kan
toor. Waar geen officiële draadverbin
dingen bestonden, liet Reuter voor
eigen rekening kabels leggen. Het ge
beurde wel dat een walvis de draden
brak of dat nomaden de telegraafpa
len meenamen, maar op de een of an
dere manier kwam het nieuws door.
Hoevele blijken Reuter ook gaf van vin
dingrijkheid en verbeeldingskracht,
met de berichten nam hij nooit risi
co. Hij besefte dat nauwkeurigheid, eer
lijkheid en onpartijdigheid de enig mo
gelijke basis voor zijn onderneming
vormden. Koningin Victoria verzocht
haar befaamde premier Benjamin Dis
raeli eens, meer aandacht te schenken
aan onheilspellende militairen maatre
gelen van de ...ussen. „Reuter maakt
er melding van, en hij weet het over
het algemeen wel", zei zij.
REUTER, die kort na zijn vestiging
in Engeland Brits staatsburger was
geworden, werd in 1891 in de adelstand
verheven. Hij stierf in 1899 in zijn villa
te Nice, op 82-jarige leeftijd. Het ANP
onderhoudt sinds zijn oprichting nau
we banden met het persbureau Reuter.
Het verspreidt de Reuterdienst in Ne
derland. Al geruime tijd werkt het
ANP met het Engelse persbureau ten
nauwste samen voor de berichtgeving
over Nederland in het buitenland.
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
42. Enigszins ontmoedigd zat het Comité voor Al
gemene Zedelijke Verbetering bijeen. De komst van
juffrouw Tuttema, die vroeger zo zedig was geweest
en thans zo bandeloos, had hen allemaal uit het
veld geslagen. Allemaal, behalve mevrouw de Vries.
Met een blijde glimlach riep ze: „Ik stel voor dat
we een avond organiseren ten bate van ons goede
Doel! Een culturele avond in het culturele centrum.
Er mag daar uitsluitend klassieke muziek gespeeld
worden. Ik stel voor om de cellist Arthur Kwijlebijl
te engageren. En dan een lezing over een cultureel
onderwerp en dan nog een cultureel babbeltje!" Al
le leden van het comité zeiden dat ze het voorstel
toejuichten. Maar in werkelijkheid hadden ze niet
geluisterd en dachten nog met grote schrik aan juf
frouw Tuttema, die eens zo keurig was geweest
en nu zo wuft. „Kom", zei tante Patent tot neef
Boordevol. „Wij moeten helaas weg. We moeten im
mers naar de Dierentuin?"
CO». fcUHfM TOONMK
72-72. „Het is hier wel een rommel geworden, maar
daar is nu tóch niets meer aan te doen." zei Panda
troostend tegen de heer Zamel. „Laten we maar gauw
gaan kijken wat er in de schatkist zit. Die hebben we
tenminste!" Hij was natuurlijk zelf brandend nieuwsgie
rig naar de inhoud, maar de verzamelaar hield hem
terug. „Ik wil geen moeilijkheden meer met die schurk
Isengrim", zei hij. „Help me even, dan stoppen we
hem in die andere middeleeuwse kist. Daar heeft hij
zich al eens in verborgen, dus hij past er in; en daar
laat ik hem dan in zitten tot de politie hem kan komen
halen." Terwijl zij aan de uitvoering van dit verstan
dige plan begonnen, was in de hal Joris Goedbloed
weer enigszins tot zichzelf gekomen en hij had de
begane grond weer bereikt. „Alea hora est," mompel
de hij, terwijl hij zich van enkele gordijnresten ont
deed, „hetwelk beduidt dat ik een besluit zal moeten
nemen. Wat te doen? Ongemerkt dit ongastvrije huis
verlaten, of de schat een laatste kans geven om in
mijn handen te vallen, waar hij hoort? Welnu geen
weifeling! Een Goedbloed weet te volharden!" Zo
kwam het, dat hij even later een spiedende blik wierp
in het vertrek, waar Panda en de heer Zamel bezig
waren de nog steeds lusteloze Isengrim naar zijn doos
te slepen. Zij hadden hun ruggen naar hem toe en
vlak voor hem stond de schatkist waar alles om be
gonnen was! „Ei, ei," mompelde Joris, zich er heen
reppend; en verder was hij sprakeloos van geluk.