Nietige zee-alg toekomst gaat een grote tegemoet Mode uit Afrika Reuter's persdienst startte met postduiven en een Redingote wint veld wfl TANTE PATENT PANDA EN DE MEESTERSCHATGRAVER O door Grete Dölker-Rehder (Vertaald uit het Deens) I r m Óf" VRIJDAG 19 OKTOBER 1962 15 Om vervofgverhaoi Romantisch begin van 'n wereldomspannende „nieuwshandel" r EIKE AGENA 62) Drie dagen heb ik Bertien in huis gehouden, het waren drie moeilijke dagen en drie donkere nachten, en ik stak het licht in de vuurtoren niet aan, opdat de Lissumers zouden mer ken dat Bertien dood was. Maar ze merkten het niet in Lissum, ze lieten hun vuurtoren zonder licht en kwa men niet begrijp je dat? Toen kon ik Bertien niet meer in huis houden en ik sleepte hem naar buiten, naar de duinen, daar was hij al gauw zo hard als een steen, en ik dekte hem met zijn zeil toe, zodat de hongerige meeuwen niet aan hem konden komen. Ze gingen op het zeil doek zitten en schreeuwden zonder ophouden. Maar ik legde stenen op het zeildoek, en zo konden ze hem niets doen. Verscheidene weken leef ik nu al met de dode aan de witte Knee. We zijn helemaal alleen. Ik kan het niet lang meer uithouden. Voor Bertien was het al teveel, en ik ben maar een vrouw. Nu zoeken ze natuurlijk wel een nieuwe vuurtorenwachter, maar ze zullen er wel geen vinden, want niemand wil aan de witte Knee wo nen begrijp je dat? Nu wilde ik je zeggen, dat ik me er ongerust over maak, wie ze me tenslotte zullen stu ren. Toen ik de eerste keer hier kwam, maakte ik me daar geen zor gen over. Ik wist niets anders, dan dat men werken moet en zijn plicht doen. Maar jij hebt me verteld, wat liefde is en trouw, en jouw muziek heeft me verteld, dat het hoge en heerlijke dingen in ons hart brengt, en je hebt mijn hart in verwarring gebracht, zodat ik nu niet meer al leen maar werken en dienen kan voor wie dan ook. Je weet dus nu dat ze een nieuwe vuurtorenwachter zoeken. Misschien heb je nu genoeg muziek gemaakt en heb je zin, vuurtorenwachter te wor den. Je zoudt het beslist gauw leren, en ik zal dan de burgemeester wel vast zeggen, dat hij vertrouwen in je kan stellen. Voor jou zou ik graag zorgen, als jij voor de vuurtoren zorgt en jq vrouw zou ik graag zijn en ik zou van je houden, zoals jij dat wilt, want dat zou je me wel leren. Want jij bent goed. En eer ik van jou ant woord gekregen heb, zal ik niemand anders in mijn huis nemen..." En dit alles las Tyge Taden, alsof het de grootste grap was, die hij ooit gehoord had. Vooral toen hij aan de plaats kwam, waar Eike over liefde en trouw schreef, moest hij ongedaar- lijk lachen. En het woord muziek bulkte hij er uit, alsof dat op zichzelf al een mop was. Eike had alle moeite gedaan, zich te beheersen. Het eerste deel van de bi;ief raakte haar ook niet zo. Maar toen Tyge schreeuwde: „Je vrouw wil ik graag zijn en ik wil van je houden, Éoals jij dat wilt..." Toen vloog ze naar de donkerste hoek van de keuken en drukte zich tegen de muur aan, alsof ze erin wilde kruipen. Nooit had ze gedacht, dat ze zo'n schaamte en tevens zo'n haat zou kunnen voelen. Alle ellende, die ze de laatste weken na Bertiens dood be leefd had was niets vergeleken bij wat ze nu voelde. Het leek haar, dat ze nu maar het beste in het wad kon lopen of zich van de vuurtoren storten. De dood, al leen de dood kon dit alles ongedaan maken. Haar dood of Tyges dood. Ja, ze was zo opgewonden, dat ze erover dacht hoe ze hem het beste zou kun nen doden. Plotseling merkte ze dat het dood stil was in het vertrek. Alleen haar hijgende adem was nog te horen, ver der niets. Langzaam draaide ze zich om. Wat deed Tyge? Hij was altijd al angstaanjagend, maar als hij zo stil was, was hij dat nog des te meer. Maar Tyge stond nog net als voor heen, met gebalde vuisten en voor over gebogen schouders over de brief gebogen. Waarom stond hij daar zo zwijgend, zo verstard. Onwillekeurig leidde zijn houding Eike af. Het prikkelde haar nieuwsgierigheid, haar deelneming, ze vergat er haar eigen opwinding door. 1 Las hij nog? Maar daarvoor stond hij te diep over het papier gebogen. Het leek haar meer, dat hij in droe- vig gepeins verzonken was. Toen hij i zich plotseling terug liet vallen op de sofa, schrok Eike weer. Maar hij keek haar alleen maar ernstig, rustig-vrien- j| delijk aan, reikte haar de brief toe en zei: 3 „Daar vooruit verbrand dat!" 1 Wilde Eike Flor Tyge Taden nu nog doden? Neen, nu wilde ze het niet meer. Ze wist dat deze man haar 3 innerlijk zo verwond had, dat het s haar tot aan haar dood pijn zou doen, maar toch had ze het gevoel, dat ze hem nu al vergeven had. Het was een soort moederlijk medegevoel, 3 waardoor ze zich tot hem, die nu 3 klaarblijkelijk ook leed, voelde aan- 3 getrokken. Ze stond bij de haard en keek in 3 de vlammen, die gulzig verteerden wat zij geschreven had aan iemand 3 die daar niets van wist, die haar 3 verre roep niet gehoord had en er 3 ook nooit iets van zou horen. Toen hoorde ze een zachte stem achter zich: „Och, Eike, wat ben je 3 toch een kind, een wonderlijk kind! Geloof je nu werkelijk dat professor 3 Jurian Cordes uit Duitsland vuur- §j torenwachter zou willen worden aan 3 de witte Knee? Denk je nu werke- lijk dat hij, omdat jij jouw leven 3 voor hem gaf, het zijne voor jou zou willen geven? Je dacht zeker dat hij met je zou trouwen? O, jij arme klei- 3 ne vuurtorenwachtersvrouw! Mis- 3 schien zou hij je als meid nemen, 3 anders niet. Een aardig avontuurtje 3 zou je voor hem zijn, dat is alles! Maar wat is er dan toch met je? 3 Wordt toch wakker, Eike? Hij is toch alleen maar een droom voor je. Hij is toch geen man van vlees en bloed. 3 Een slaapwandelaar, dat is hij en een 3 maanzieke. Tyge zweeg, alsof hij nog wel meer 3 zou kunnen zeggen, maar de zaak 3 niet de moeite waard vond om er 3 nog meer woorden aan te verspillen. De lamp gonsde zacht, en het vuur 3 knetterde in de haard, verder was 3 het volkomen stil 3 Eike was geheel vefbleekt. Wat had Tyge gezegd? Hij had Jurian Cordes beschimpt, maar hij had het op zo 3 zachte toon gedaan, zo gematigd. Ze wist niet, dat Tyge zo spreken kon 3 zo bedachtzaam, zo verstan- dig. Nu vroeg hij: 3 .Vergis je je niet? Heb je mij niet 3 geroepen, inplaats van hem?" Wat bedoelde hij daarmee? Ze had toch niet geroepen Maar hij zei: „Toch heb ik je roep gehoord, Eike Flor. Over de halve 3 aarde heen heb ik je noodkreet ge- 3 hoord. Ik was in Vuurland. Ik ben 3 direct hierheen gegaan, en nu ben 3 ik er, en jij roept maar door, je roept 3 een ander. Hij zweeg, en zijn zwijgen had iets 3 droefs. Eike Flor verroerde zich niet. Ze 3 vergat bijna, adem te halen. Was dat g Tyge Taden, die daar sprak? Een g mens die leed, een mens die liefhad? 3 Was Tyge Taden dan toch nog iets 3 anders dan alleen maar een man die g de vrouwen achterna liep? Waarom 3 had hij zich dan tot nu toe steeds 3 als een hansworst gedragen of als een g wilde, onberekenbare, ruwe, gemene g man, een man, die een vrouw be- schouwt als een roofdier zijn prooi? 3 Kon ze hem vertrouwen? Hem, die g haar even tevoren nog zo verschrik- 3 kelijk gekrenkt had, die haar gehei- 3 me, tere liefde voor Jurian Cordes g had bespot en gehoond? Maar Eike g was zelf zo rein en zo goed, ze kon 3 eenvoudig niet het slechtste denken 3 van andere mensen en ze had het g hem eigenlijk allang weer vergeven, g Hij had het natuurlijk niet zo kwaad 3 bedoeld, hij had de inhoud van de 3 brief niet begrepen, of zij had hem g verkeerd begrepen, en hij kon im- g mers niet weten hoe goed en hoe edel Jurian was, en waar het bij Eike 3 om ging. (Wordt vervolgd l[||lllllli!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllini'llllllllHII)l|llll!ll'illllllllll!ll1lllllll1llllllllllllllll[lll1ll|llllllllllllllllllllllllIllllllllll|[lllllllllll|llinil VELE ONTWIKKELINGSLANDEN in Azië, Afrika en Zuid-Amerika hebben voor hun kusten reusachtige, nog onaan geraakte schatten die waarschijnlijk eens de grondslag van reusachtige nieuwe in dustrieën kunnen vormen. Het zijn de uitgestrekte velden van zeealgen, die overal worden gevonden waar de zee bodem rotsachtig of steenachtig is. Een instituut in Hamburg het vijf jaar ge leden opgerichte internationale „Studie genootschap voor onderzoek van de zee algen", dat met geleerden, technici, firma's en instituten over de gehele we reld contact onderhoudt, specialiseert zich in onderzoek naar de toepassings mogelijkheden van deze algen. DE VERTREKKEN van dit instituut, die vol met boeken, landkaarten, watermon sters en geprepareerde planten zijn, zien er uit als een combinatie van museum, apo theek, bibliotheek en laboratorium. Hier worden algen verzameld, onderzocht, ge catalogiseerd en hier worden de toepas singsmogelijkheden voor algen en produk- ten van algen nagegaan. Want algen zijn waardevolle hulpmiddelen voor verbluf fend veel sectoren van industrie, landbouw, levensmiddelenindustrie en geneeskunde. Robert Koch was het, die de algen als ideale „dragers" waarop bacteriën konden worden gekweekt, in de bacteriologie in troduceerde DE ALGOLOGEN in Hamburg glim lachen ietwat vergoelijkend, wanneer het gesprek komt op de sedert enige tijd in zwang komende bewering, dat het beste brood „brood uit algen" is. Immers, algen worden al sedert meerdere jaren in de levensmiddelenproduktie gebruikt, bijvoor beeld voor mayonnaise, smeerkaas, choco lade en consumptie-ijs. Algen verhinderen namelijk enerzijds het indrogen en ander zijds het kristalliseren van de stoffen, waarmee zij worden gemengd. In de in dustrie worden algenprodukten als bind en verdikkingsmiddelen, stabilisatoren en geleermiddelen, in zalven en drukinkten, bij het apprêteren van textiel, en in Ameri ka zelfs al in kunstdarmen voor worstjes toegepast. HET INSTITUUT ziet als zijn voornaam ste taak belangstellenden te adviseren in zake de toepassing van algen en algen produkten. Hier komen informaties binnen uit de landen, waarin produkten uit algen reeds in grote mate in de industrie worden gebezigd en zij worden door dit instituut aan belangstellenden doorgegeven. Het in- stituut geeft ook een internationaal algen- tijdschrift uit, de „Botanica Marina", dat naar 42 landen, ook naar de Sovjet-Unie en China wordt gezonden. De industriële toepassing van algen is pas ongeveer twintig jaren oud en staat daarom nog betrekkelijk in de kinder schoenen. Maar tegenwoordig worden al leen voor de kust van Californië door spe ciale schepen ruim 50.000 ton algen per jaar „geoogst". Voor de Duitse kust worden alleen bij Helgoland algen gevonden, om dat overal elders het strand uit zand be staat. ALGEN ZIJN niet alleen een waarde volle industriële grondstof, zij zijn ook uitnemend geschikt als veevoeder. In Enge land, Noorwegen en Ierland wordt algen- meel als vervangingsvoer gebruikt, en in Noorwegen en op IJsland eet het vee de algen direct van het strand. Voor de men sen is zeewier eveneens zeer gezond. Het bevat vitaminen, hormonen, eiwitten en jodiumsporen. De Japanners kennen al lang de waarde van algen voor de voeding. In de delicatessenwinkels in Japan wordt als vanoudsher algenthee als specialiteit aan kenners verkocht. Het studiegenootschap in Hamburg, dat leden in geheel Europa heeft, is ervan overtuigd, dat de algen in vele thans nog arme landen, een winstgevende en devie- zenbesparende industrie kunnen scheppen. 'if! ff WÊÊm? Uit het nieuwe Afri ka komt dit mode- nieuwtje: een vrolijk jurkje van Soedanese katoen, met een fijn dessin van smaragd groen en konings blauw op witte ach tergrond. Op de rok zijn enkele zijbanen bedrukt met grote bloemmotieven in rose en bleekgeel: een coloriet dat afge stemd is op de smaak van de Afrikaanse vrouw, maar dat stel lig ook de westerse tiener niet misstaan zal. Het jurkje werd, met vele andere, ge toond door de Soe danese topmannequin Bulla op een show in Londen. Vandaag zijn bij een café in het centrum van de stad Aken 2.000 post duiven losgelaten. Pas kort ge leden heeft men ontdekt, dat dit café ie plaats was waar Paul Julius Reuter, in 1816 te Kassei geboren als zoon van een rabbijn, in 1850 een internatio nale berichtendienst met postduiven begonnen is. Het traject Aken-Brussel was toen de enige lacune in de tele graafverbinding Berlijn-Parijs, in die dagen de twee grootste handelscentra van het Europese vasteland. Per trein deden de berichten negen uur over In binnen- en buitenland staat de Nederlandse kledingindustrie bekend om de manier ivaarop zij de vaak extravagante modelijnen weet te ver werken in draagbare confectiemodel- len. De confectionair van „Netex mo dellen" te Amsterdam neemt onder de Nederlandse kledingfabrikanten een belangrijke plaats in. „Netexmodellen' ontwerpt mantels en tailleurs in het betere genre met als specialiteit een aparte klasse voor de „petite femme". Naast redingotes, de vaag getailleerde mantels die in Parijs de mode zijn, maar in het noorden nog weinig opgang maken, ontwierp de heer K. Schliesser voor de komende lente en zomer ook mantels met een soepele wijdvallende rug, die zo gemakkelijk zijn in het dra gen. De kragen zijn vol rijke fantasie uitgevoerd: afstaande en colkragen, kragen met aangezette shawl en de klassieke maar tegelijkertijd modieuze smalle revers. Prachtig zijn de materialen: kam- garens in diverse uitvoeringen zoals bouclé, natté en flanel, sommige ver levendigd door een glanseffect. Daar naast meer exclusieve stoffen (waarvan er enkele speciaal voor Netex werden vervaardigd), zoals kleurige tweeds, lin nen kwaliteit en Shetland noppé. Als meer kostbare kwaliteiten vielen veel camels te bewonderen, zowel naturel- rieurig als marineblauw. Bijzonder mooi was een 100 percent babycamelmantel n marine; dit enigszins langharige glan zende materiaal, dat zeer licht van ge wicht is, ligt wel wat hoger in prijs, maar is dit zeker waard. Als nieuwe lijn van de mantelmode zomer 1963 noemen we de mouw die van voren aangeknipt en van achteren rag- lan is ingezet en een driekwart lengte mns if f St -i Zomermantel anno 1963. De in Parijs zo populaire getailleerde redingote zal weldra ook in ons land grotere aftrek vinden dan tot nu toe het geval was. heeft. Deze zomermantels vertonen veel al manchetten van bont zoals wasbeer en vos. Een nouveauté speciaal door Ne tex gebracht is de voering, die met een biesje is afgezet; zo ook de nieuwe kleur petrol, die door haar geïntroduceerd wordt. Veel mantels werden gecomple teerd met een hoedje van hetzelfde ma teriaal ontworpen door hoedenfabriek Reforma. De tailleurs hebben een vrij lang val lend jasje, dat vaak dubbel gesloten wordt; de rok is licht gerend met als nieuwe variant de loopplooi vóór, ge ïnspireerd op de laatste Parijse mode. Katy dit traject, maar Reuters postduiven vlogen in twee uur van Aken naar Brussel. WALTON' A. COLE, de huidige pre sident-directeur van Reuter, heeft van daag de eerste duif „gelost" na de ont hulling van een gedenkplaat aan het café door de burgemeester van Aken, Hermann Heusch. Directieleden en com missarissen van Reuter en 150 promi nenten uit de Europese journalistiek zouden de plechtigheid bijwonen. De jonge Paul Julius Reuter begon zijn loopbaan bij de bank van een neef in Göttingen. In 1840 ging hij bij een bankierskantoor in Berlijn werken. Hij trouwde daar in 1845 nadat hij het christelijke geloof had aangenomen, met een bankiersdochter. Na de Ber- lijnse revolutie van 1848 vestigde Reu ter zich in Pangs, waar een rijke koopman uit Öportó, Charles Havas, een nieuwbureau had. Reuters poging om, na een korte leertijd bij Havas, in Parijs een eigen nieuwsbureau te stichten, mislukte. Hij keerde naar Berlijn terug om daar zijn geluk te beproeven, met gebruikmaking van een pas geopende telegraafverbinding Ber lijn-Aken. Maar weer had hij pech: Bernhard Wolff was hem voor geweest. Deze had zijn studie in de medicijnen opgegeven en in Berlijn „Wolff's bu reau", Europa's eerste- telegrafische nieuwsbureau, opgericht. REUTER BESLOOT toen, zich aan het andere eind van de telegraaflijn, in Aken, te vestigen. Hij leverde fi nanciële berichten, die hij per trein ontving, aan plaatselijke bankiers en kooplieden. Later breidde hij zijn werk zaamheden tot Antwerpen en Brussel uit. Hij zag zijn mogelijkheden sterk ver groot door de totstandkoming van een telegraafverbinding Parijs-Brussel. In de telegraafverbinding Parijs-Berlijn ontbrak nog slechts het stuk Brussel- Aken en Reuter kwam op het idee, op dat stuk met postduiven te gaan werken. Iedere middag schreef zijn agent in Brussel de laatste koersen uit Parijs op dun papier, dat opge rold in een zijden kokertje onder de vleugel van een duif werd bevestigd. Twee uur later waren de koersen in Aken, vanwaar zij telegrafisch verder konden worden doorgegeven. Reuter was juist begonnen met het voorbe reiden van een algemene nieuwsdienst, toen het „gat" in de telegraafverbin ding werd gesloten, waardoor zijn dui ven achterhaald werden. In 1851 besloot Reuter, naar Londen te gaan. Hij huurde twee kamers in de buurt van de effectenbeurs en met een twaalfjarige jongen als enige hel per begon hij de Londense zakenwe reld te voorzien van het laatste finan ciële nieuws van het vasteland. Inmid dels was er een telegraafkabel tussen Dover en Calais gelegd. In alle belangrijke plaatsen van Europa stelde Reuter daarna corre spondenten aan, aanvankelijk alleen voor financieel nieuws, maar al spoe dig ook voor de algemene berichtge ving. Het zou evenwel nog zeven jaar duren tot 1859 alvorens de Brit se pers belangstelling voor zijn nieuws dienst kreeg. Geleidelijk aan breidde Reuters ar beidsterrein zich uit, ook tot Amerika, waar inmiddels de burgeroorlog was uitgebroken. Het nieuws uit Amerika kwam per boot naar Engeland. Reu ter ontving het gelijktijdig met zijn concurrenten, maar daar was wel wat aan te doen. Hjj richtte op de uiterste zuidwestpunt van Ierland een eigen telegraafkantoor in. Wanneer de boot uit Amerika daar voorbij voer, wer den de berichten in waterdichte, fosfo- rescerende bussen overboord gegooid. Een agent van Reuter pikte ze met een roeibootje op. Het nieuws werd dan over de eigen telegraaflijn naar Cork gezonden en ging vandaar over de normale kabel naar Londen, waar door Reuter een voorsprong van ze ker acht uur op zijn concurrenten kreeg. TEGEN 1872 had Reuter in alle he- langrijke plaatsen ter wereld een kan toor. Waar geen officiële draadverbin dingen bestonden, liet Reuter voor eigen rekening kabels leggen. Het ge beurde wel dat een walvis de draden brak of dat nomaden de telegraafpa len meenamen, maar op de een of an dere manier kwam het nieuws door. Hoevele blijken Reuter ook gaf van vin dingrijkheid en verbeeldingskracht, met de berichten nam hij nooit risi co. Hij besefte dat nauwkeurigheid, eer lijkheid en onpartijdigheid de enig mo gelijke basis voor zijn onderneming vormden. Koningin Victoria verzocht haar befaamde premier Benjamin Dis raeli eens, meer aandacht te schenken aan onheilspellende militairen maatre gelen van de ...ussen. „Reuter maakt er melding van, en hij weet het over het algemeen wel", zei zij. REUTER, die kort na zijn vestiging in Engeland Brits staatsburger was geworden, werd in 1891 in de adelstand verheven. Hij stierf in 1899 in zijn villa te Nice, op 82-jarige leeftijd. Het ANP onderhoudt sinds zijn oprichting nau we banden met het persbureau Reuter. Het verspreidt de Reuterdienst in Ne derland. Al geruime tijd werkt het ANP met het Engelse persbureau ten nauwste samen voor de berichtgeving over Nederland in het buitenland. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 42. Enigszins ontmoedigd zat het Comité voor Al gemene Zedelijke Verbetering bijeen. De komst van juffrouw Tuttema, die vroeger zo zedig was geweest en thans zo bandeloos, had hen allemaal uit het veld geslagen. Allemaal, behalve mevrouw de Vries. Met een blijde glimlach riep ze: „Ik stel voor dat we een avond organiseren ten bate van ons goede Doel! Een culturele avond in het culturele centrum. Er mag daar uitsluitend klassieke muziek gespeeld worden. Ik stel voor om de cellist Arthur Kwijlebijl te engageren. En dan een lezing over een cultureel onderwerp en dan nog een cultureel babbeltje!" Al le leden van het comité zeiden dat ze het voorstel toejuichten. Maar in werkelijkheid hadden ze niet geluisterd en dachten nog met grote schrik aan juf frouw Tuttema, die eens zo keurig was geweest en nu zo wuft. „Kom", zei tante Patent tot neef Boordevol. „Wij moeten helaas weg. We moeten im mers naar de Dierentuin?" CO». fcUHfM TOONMK 72-72. „Het is hier wel een rommel geworden, maar daar is nu tóch niets meer aan te doen." zei Panda troostend tegen de heer Zamel. „Laten we maar gauw gaan kijken wat er in de schatkist zit. Die hebben we tenminste!" Hij was natuurlijk zelf brandend nieuwsgie rig naar de inhoud, maar de verzamelaar hield hem terug. „Ik wil geen moeilijkheden meer met die schurk Isengrim", zei hij. „Help me even, dan stoppen we hem in die andere middeleeuwse kist. Daar heeft hij zich al eens in verborgen, dus hij past er in; en daar laat ik hem dan in zitten tot de politie hem kan komen halen." Terwijl zij aan de uitvoering van dit verstan dige plan begonnen, was in de hal Joris Goedbloed weer enigszins tot zichzelf gekomen en hij had de begane grond weer bereikt. „Alea hora est," mompel de hij, terwijl hij zich van enkele gordijnresten ont deed, „hetwelk beduidt dat ik een besluit zal moeten nemen. Wat te doen? Ongemerkt dit ongastvrije huis verlaten, of de schat een laatste kans geven om in mijn handen te vallen, waar hij hoort? Welnu geen weifeling! Een Goedbloed weet te volharden!" Zo kwam het, dat hij even later een spiedende blik wierp in het vertrek, waar Panda en de heer Zamel bezig waren de nog steeds lusteloze Isengrim naar zijn doos te slepen. Zij hadden hun ruggen naar hem toe en vlak voor hem stond de schatkist waar alles om be gonnen was! „Ei, ei," mompelde Joris, zich er heen reppend; en verder was hij sprakeloos van geluk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 15