FILATELIE
DE GOUDEN BAL
m
Polet's Konkrete Poëzie
AHA
ZATERDAG 20 OKTOBER 1962
Erbij
PAGINA VIJF
«sgifli
I 3
I
O -
<r a
O -
Jü HH 'ww.
B. Dukel
ARGENTINIË. Een postzegel van 2
pesos (groen) is in circulatie gebracht
ter ere van Juan Vucetich, de vader
van het Argentijns dactyloscopisch
systeem. De zegel, die zijn portret ver
toont, heeft een oplage van drie miljoen
exemplaren.
REPUBLIEK KONGO (Leopoldstad).
Ter herinnering aan de reorganisatie
van het ministerie C. Adoula is de be
staande serie, uitgegeven ter herdenking
van Dag Hammarskjöld van de opdruk
„Paix Travail Austérité C.
Adoula 11 juillet 1962" voorzien. De
oplage bedraagt 65.000 series.
OOSTENRIJK. Met afbeeldingen van
Oostenrijkse bossen is een serie van
drie zegels uitgegeven. De waarden zijn:
1 s. (grijsgroen), 1.50 s. (sepia) en 3 s.
•v "5
H«f.MisMiiSJsrSRR11I
«SS
(groen). De zegels zijn ontworpen door
Adalbert Pilch en gegraveerd door
Rudolf Toth. Van elke waarde zijn drie
miljoen stuks gedrukt.
VATICAANSTAD. Ter gelegenheid
van het zesde internationale congres
van christelijke archeologen, gehouden
in Ravenna, is een serie van vier post
zegels verschenen. De 20 en 70 lire ver
tonen de koppen van Petrus en Paulus
en de 40 en 100 lire een detail van de
laat-Constantijnse passiesarcophaag uit
het Lateraans museum.
UNO. Op 24 oktober a.s., de Dag van
de Verenigde Naties, zullen twee post
zegels worden uitgegeven, die gewijd
zijn aan de UNO-operatie in de Kongo.
Het zijn een 4 cent (olijfgroen, oranje
en zwart) en een 11 cents (zeegroen,
oranje en zwart). De zegels brengen een
deel van de wereldkaart in beeld; op
de kaart van Afrika is de ligging van
de Kongo aangegeven. Het ontwerp is
van George Hamori uit Australië.
ZWEÓEN. Twee nieuwe frankeer
zegels zijn in roulatie gebracht, n.l. een
15 ore en een 2.15 kr. Het zijn aan
vullingswaarden op respectievelijk de
serie met afbeelding van rotstekenin
gen en de serie met afbeeldingen van
drie kronen. De zegels zijn gedrukt in
rollen van honderd stuks (tweezijdig
getand).
REPUBLIEK GUINEE. Een serie van
vijf waarden is verschenen met de por
tretten van Afrikaanse helden en mar
telaren. Op de 25 fr. ziet men Alfa
Yaya (18501912), op de 30 fr. koning
Béhanzin (18441906), op de 50 fr. Ba
Bemba (18551898), op de 75 fr. Al-
mamy Samory (18401900) en op de
100 fr. Tierno Aliou (18201912). De
zegels zijn in een groot langwerpig
formaat uitgevoerd.
OEGANDA. Het Britse protectoraa.t
Oeganda dat op 9 oktober j.l. onaf
hankelijk is geworden, heeft dit feit
filatelistisch gevierd met een serie
postzegels van twaalf waarden met voor
dit land karakteristieke afbeeldingen.
De 10, 15 en 30 cents hebben respec
tievelijk betrekking op de verbouw van
tabak, koffie en katoen, de 20 cents
toont Ankole-vee, de 5 sh. een koper
mijn, de 10 sh. een cementfabriek, de
5 cents de Murchison-waterval, de
50 cents de Mountains of the Moon, de
1 sh. het Mulago-hospitaal, de 1 sh. 30
kathedralen en een moskee, de 2 sh. het
Makerere College en de 20 sh. parle
mentsgebouwen.
INDONESIË. De Indonesische pos te-
ril,en hebben een vijfde serie het licht
doen zien, die gewijd is aan de in Dja
karta gehouden vierde Aziatische Spe
len: 15 sen hoofdstadion, 25 sen hotel
Indonesia, 30 sen verbeterde toegangs
wegen, 70 sen perscentrum en 20 roepia
welkomstmonument.
WEST-DUITSLAND. Ter ondersteu
ning van de evangelische adventinza-
meling 1962, die onder het motto „Brood
voor de wereld" wordt gehouden, zal
V - J -v f
'V ♦5ÈS ifi 8
AA .itf rt.i». Mt
op 23 november a.s. een postzegel van
20 pf. (rood en zwart) worden uitgege
ven. Het ontwerp is gemaakt door Her-
bert Kern uit Miinchen.
VIERTALLENCOMPETITIE N.B.B.
De hoogste afdeling van de NBB bestaat
uit een zestal teams, die in de Meester
klasse-A elk tien wedstrijden spelen, met
de titel van landskampioen als inzet.
De vorige week is deze competitie ge
start, en één van de belangwekkenste wed
strijden was die tussen de Amster
damse Continentalclub en landskampioen
Utrechtse Bridge Club.
De maximale score waarmede een team
kan winnen is 60; in genoemde wedstrijd
bleven de Amsterdammers met 42 in de
meerderheid, doch deze kleine voorsprong
heeft aan een zijden draad gehangen. Had
één der Utrechtse spelers in de laatste faze
van de match niet een keer uit de verkeer
de hand gespeeld, waardoor een gewonnen
contract verloren ging, dan was de stand
al weer 33 geweest.
Een aardig spel uit deze wedstrijd was:
H V 8 4
9752
O B 7 4 3
A H V
B 9 3
O H V
O A 9 8 2
B 8 6 2
A75
Q B 9 8 6 3
10 5
954
W O
10 6 2
9 A 10 4
H V 6
A 10 7 3
Zonder dat OW boden, bereikte de Con
tinentalclub met de gegeven spellen in NZ
een contract van 2 Sansatout.
West speelde ruiten 2 voor, oosts ruiten
10 werd genomen met ruitenheer door zuid.
Zuid speelde schoppen na en legde op tafel
(noord) schoppenheer, die direct door oost
met schoppenaas werd gewonnen; het is
de vraag, of oost er niet beter aan had
gedaan nog niet te nemen.
Oost speelde harten na en de westspeler
mocht hartenvrouw en hartenheer maken.
Hierna speelde west klaveren 2, in noord
gewonnen; noord speelde ruiten 4 na, zuid
ruitenvrouw die west nam met ruitenaas.
West kon nu ruiten 9 spelen, waardoor
overbleven'
V 8 4
C 7
O 7
H
B 9
8
B 8 6
10 6
A 10 7
Nóord is aan slag en NZ moeten nog vijf
slagen maken. Zuid ging down, omdat hij
een kleine schoppen uit noord speelde
hopende dat oost de boer had. De winst
wordt verkregen, door klaveren-heer te
nemen en dan hartenaas waarop west
een kaart moet weggooien. Ruimt west
een schoppen op, dan speelt zuid de zes
na en als west schoppenboer niet heeft,
kan noord met de vrouw nemen en ruiten
7 spelen. West komt aan slag en moet in
de klavervork van zuid terugspelen.
UBC speelde aan de andere tafel 3 SA.
West kwam met ruiten 9 uit, daar zijn
systeem hem verbood de 2 voor te spelen.
Dit kostte al een slag en daar zuid later
de dwangpositie onderkende, kon hij negen
slagen makên. Bij goed tegenspel uit
komst ruitèn 2 en niet direct schoppenheer
met het aas nemen faalt het contract
echter.
Bridge vraag dezer week: Oost gever,
niemand kwetsbaar. Viertallenwedstrijd -
de zuidspeler heeft
V6 O 10 9 7 3 ❖HB52 HV4
Oost past - zuid past - west één ruiten
- noord doublet - oost drie ruitèn. Wat
rrtoet zuid doen?
Het Nederlandse schaakteam heeft in
de Olympiade te Varna (Bulgarije) een ver
dienstelijk succes geboekt door ^ich in de
finale te plaatsen. Natuurlijk drongen de
reuzen Rusland, U.S.A. en Argentinië daar
toe door, tezamen met 's werelds tweede
schaakland Joegoslavië en een aantal an
dere Oosteuropese staten. Voorts waren
West- en Oost-Duitsland van de partij.
Wanneer men weet hoe de spelers van vele
van die landen in de watten worden gelegd
menig nationaal team gaat weken te
voren op staatskosten in retraite om te
rusten en te trainen dan slaat men het
resultaat van onze landgenoten hoog aan
Een van de steunpilaren van onze ploeg
was onze oud-stadgenoot Hans Bouwmees
ter. Zijn enorme kennis van het spel is
hem goed te stade gekomen, niet alleen
in de opening maar ook in het eindspel.
Twee frappante staaltjes van zijn eindspel
kunst laten wij hier volgen
Zwart: BOUWMEESTER (aan zet)
b7-g6-h7. Zwart aan zet vond hier een
haarscherp berekende winstcombinatie.
46) Pd4-e6! Bouwmeester heeft exact
gecalculeerd, dat het resterende pionnen-
eindspel voor hem gewonnen is. Het ver
leidelijke 46) Kg5 leidt weliswaar tot
verovering van pion h6, maar dan snelt de
witte koning sterk via de diagonaal h2-b8
naar voren. 47) Rc4xe6 Anders komt
zwart een gezonde pion vóór. Opgemerkt
zij nog dat bijvoorbeeld 47) Rd5 Pc5:. 48)
Rg8 onvoldoende voor wit is wegens Pe6!
49) Rh7: Kf7! en de loper gaat verloren.
47) Kf6xe6. 48) Kh2-g3 Ke6-d5. 49)
Kg3-f4 Kd5xc5. 50) Kf4-e5 b7-b5. 51) Ke5-
f6 Kc5-d6! Dit is de eerste grap; zwart
gaat de witte koning afsluiten. Maar daar
bij is nog een belangrijke hindernis pat
gevaar te overwinnen. 52) g2-g4 a7-a5.
53) Kf6-g7 Kd6-e7. 54) Kg7xh7 Ke7-f7.
55) g4-g5 Wat nu? Na het voor de
hand liggende 55) b4? 56) ab4:ab4:.
57) Kh8 benevens 58) h7 staat wit pat.
Bouwmeester vindt de verrassende oplos
sing van het raadsel. 55) a5-a4ü Wel
bewust wordt wit in het bezit van een" pion
gelaten, om pat te voorkomen. 56) Kh7-h8
b5-b4. 57) h6-h7 Na 57) ab4: haalt de
a-pion met schaak dame. 57) Kf7-f8!
Het beslissende tempo. Na 58) ab4: haalt
wit op tijd dame. Zwart gaf het dan ook op.
Een pendant van bovenstaand eindspel
zien we in de stelling van
Zwart: GHEORGHIU (aan zet)
Een vrij korte -winst is vanuit de dia
gramstelling als volgt: 44) 16-21? 45)
27x16 24-29. 46) 33x24 18-22. 47) 38-33 22-27
of? 48) 32x12 23x41. 49) 12-7. Stand na de
49ste zet van wit.
OOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOQOOOCOOOCOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOC
>30000aXX>000000000C0C0C0000C)0C000C00C0C0000CO
>DOOOOÓCOOC)OOCOOOCXXXXXXDOOOOOOOOOC)00<X)COOOOC)OOOC!OOOOÓOOO
Zwart: 13, 14, 15, 19, 26, 41.
Wit: 7, 16, 24, 25, 30, 33, 34, 35.
Met zwart aan zet twee spelgangen: 41-
46 en 41-47.
A: 41-46 7-1. 26-31 1-29 en zwart kan
opgeven, omdat 33-28 en 24-20 dubbel
dreigt.
B: 41-47 33-29 26-31 29-23 en 7-2 wint.
De overige ondervarianten zal de lezer zelf
wel vinden.
i
Van Eddie Holstvoogd (die in dit toer
nooi teleurstelde) won Baba-Sy op fraaie
wijze in de klassieke stelling. De man uit
Dakar had de stand van de jonge Zaan
dammer geducht ondermijnd. Hét was na
de 33ste zet als volgt.
EDDIE HOLSTVOOGD
ooooocoooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc
Wit: BOUWMEESTER
Wit (Bouwmeester): Kei, Td2, pion a2-
b2-c2-h2. Zwart (Gheorghiu): Kf5, Tc8,
pion a4-b4-f4-h7. In deze stelling werd de
partij afgebroken. Zwart aan zet staat er
uitstekend voor door de actieve opstelling
van zijn koning, die de vrije f-pion onder
steunt. Na een hele nacht analyseren vond
Bouwmeester echter de volgende remise
afwikkeling. 41) a4-a3. 42) b2xa3! b4x
a3. 43) h2-h3! Tc8-c3. 44) Td2-d3! Het
binnendringen van de zwarte koning en de
opmars van de f-pion zijn nu belet, terwijl
op 44) Tc2:. 45) Ta3: volgt, zodat zwart
niets beters heeft dan in te gaan op het
pionneneindspel, dat op tempo remise
blijkt te zijn. Een kwestie van nauwkeurig
tellen! 44) Tc3xd3. 45) c2xd3 Kf5-e5.
46) Kel-f2 Ke5-d4. 46) Kf2-f3 Kd4xd3. 48)
Kf3xf4 Kd3-c2 49) Kf4-e3!
Wederom gaat Bouwmeester de vijande
lijke koning aan de rand afsluiten. Maar
er is nog een klip te omzeilen, daar de
zwarte h-pion voor een extra tempo zorgt.
49) Kc2-b2. 50) Ke3-d2 Kb2xa2. 51)
Kd2-c2 h7-h6! Dwingt wit, de zwarte ko
ning te laten ontsnappen. 52) h3-h4 h6-h5.
53) Kc2-cl Ka2-b3. 54) Kcl-bl Kb3-c3 En
nu maar hollen allebei. 55) Kbl-a2 Kc3-d3.
56) Ka2xa3 Kd3-e3. 57) Ka3-b3 Ke3-f3.
58) Kb3-c3 Kf3-g3. 59) Kc3-d3 Kg3xh4.
60) Kd3-e2!
De slotpointe. Zwart kan niet beletten
dat de witte koning óf het promotieveld
bereikt, óf de zwarte majesteit opnieuw op
de rand gevangen zet. 60) Kh4-g3.
61) Ke2-fl remise. Dat was op het nip
pertje!
Mr. Ed. Spanjaard
X^XXCOOOÓOOCOOCXXDOOOCOCOOCOCOCXXX^OOO^^
Wit: DODA
Wit (Doda): Kh2, Rc4, pion a3-c5-g2-h6
Zwart (Bouwmeester): Kf6, Pd4, pion a7-
Na in Luik het „Kandidatentoernooi" te
hebben gewonnen, kwam Baba-Sy als
ovèrwinnaar uit het „Brinta-toernooi", dat
georganiseerd was door de damclub „Houdt
Stand" te Hoogezand-Sappermeer. Aan
laatstgenoemd toernooi, dat in september
plaats had, hadden veertien buitenlanders
en tien Nederlanders deelgenomen.
Met de laatste ronde had Baba-Sy 16 en
de Hagenaar Freek Gordijn 14 punten. Dé
laatste partij eindigde in remise.
Gaarne aandacht voor het volgende, na
de 44ste zet.
BABA-SY
OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOCCOC030000COOOOOOOÖOOOOGC
J3000TC00000Ó^^)0000C^^icxX!00^^XX1000C^^300000O
GORDIJN
Zwart: 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 26.
Wit: 25, 27, 28, 30, 32, 33, 34, 35, 37, 38.
Het spelverloop: 44) 16-21. (Volgens
J. C. Bus is 17-21 beter). 45) 27x16 24-29.
46) 33x24 18-22. 47) 25-20? 22x31. 48) 20x29
31-36. 49) 24x13 36-41. 50) 13-9 41-46. 51) 9-4
46x5. 52) 30-24 5-41. 53) 4-36 41-14. 54) 36-18
14-5. 55) 18-36 5-14. 56) 36-18 14-5. 57) 18-1
17-22. 58) 1-6 22-27. 59) 6-50 26-31. 60) 16-11
31-36. 61) 11-7 27-31. 62) 7-1 31-37. 63) 50-33
37-41. 64) 33-47 41-46. 65) 1-6 46-14. 66) 34-
30 14-3. 67) 6-1 3-26. 68) 30-25 26-3. 69) 1-6
3-12. Na 24-20 werd het remise.
BABA-SY
Zwart: 6, 9, 11, 12, 13, 15, 16, -19, 20, 23,
24, 26.
Wit: 27, 28, 32, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 42,
45, 48.
Er staat een stuk (6) te veel op de korte
vleugel van zwart. Indien dit naar veld 8
kon worden gebracht, waren de stellingen
gelijk. Nu won Baba-Sy op knappe wijze
als volgt. 33) 39-34 9-14. 34) 34-30 23-29.
35) 48-43 20-25. Zwart moet anders toch
een stuk verliezen. 36) 37-31 26x39 37)
36-31 25x34. 38) 38-33 29x38. 39) 40x7 11x2
40) 32x34. Zwart gaf het op.
Tot slot een probleem ter oplossing.
DE RUITER (Amsterdam)
K^iOÓÓOOÖOCOCCfXjOOOOOOCCOOOCXXlOXOOOOOOOCXXiOOOCOOOÖOCxEOC
'^777//,
Wit speelt en wint.
I
LANG GELEDEN LEEFDE er een
lieve, kleine prinses, die toen zij gebo
ren was van de hoftovenaar een schit
terende gouden bal had gekregen.
Het bijzondere aan de bal was, dat
hij bij iedere verjaardag van de prin
ses groeide. Toen zij nog in de zilve
ren koningswieg lag was de bal niet
groter dan een rammelaar en als het
prinsesje hem in haar handjes nam,
klingelde hij heel zuiver alsof er heel
in de verte een klejn kerkklokje luidde.
Dan lachte Miranda, zo heette het ko
ningskindje, en nooit ging ze slapen of
de bal moekt naast haar op het kussen
liggen.
Toen het prinsesje ouder werd, werd
de bal dus groter en het geluid dat eruit
kwam werd daarbij steeds mooier.
Op een dag, de prinses was toen acht
jaar, speelde ze eens met de bal hele
maal alleen in de paleistuin. Ze was
zo fijn aan het spelen, dat ze niet eens
merkte, dat achter een paar struiken
een man zat, die met begerige ogen
naar de gouden bal keek.
,Die bal wil ik graag hebben," fluis
terde de man. „O, wat zal die een hele
boel geld waard zijn. Ik geloof dat die
bal van zuiver goud gemaakt is. Kijk
hem eens schitteren in het zonlicht!"
Op dat ogenblik kwam er een deftige
lakei, die het prinsesje en de bal mee
naar binnen in het paleis nam.
Maar de man in de struiken ging niet
weg. Nee, hij bleef wachten tot het
nacht werd en al de lichten in het grote
kasteel uit waren gegaan.
Toen sloop de man naar het paleis,
klom tegen een regenpijp op en ver
dween door een raam. Na een poosje
kwam hij weer naar buiten, hij lachte
zachtjes, want.hij had de bal onder
zijn arm.
ER WAS GEEN SOLDAAT of geen
lakei die gemerkt had, dat de man in
het paleis was geweest, zo slim had die
gemene dief het gedaan.
De volgende dag werd de prinses wak
ker en zocht ze meteen naar de bal en
toen ze hem nergens vond, begon ze
zachtjes te huilen.
De koningin kwam verscljrikt naar
haar toe en omdat ze hoorde dat de
bal weg was, ging ze meteen zoeken.
Maar natuurlijk vond ook zij de bal niet
Nu gingen ook de soldaten, de koks,
de kamermeisjes en de lakeien aan het
zoeken, want iedereen had medelijden
met de arme Miranda.
Hel prinsesje had zo'n groot verdriet,
dat ze niet meer slapen kon en geen
eten meer lustte. Ze werd bleker en
bleker en na een paar dagen werd ze
héél erg ziek.
De koning wist geen raad meer en
verdrietig ging hij de oude tovenaar op
zoeken die de prinses de bal gegeven
had. Hij vertelde de goede man het hele
verhaal en verzocht hem toen een nieu
we bal te maken, die hetzelfde moest
zijn als de verdwenen bal.
De tovenaar luisterde geduldig en
toen de koning klaar was met zijn ver
haal zei hij
„Sire, die bal moet door iemand ge
stolen zijn. Als iedereen gezocht heeft
dan had u de bal allang terug moeten
vinden. Ik kan tot mijn spijt geen an
dere bal maken. Daarvoor heb ik een
toverkruid nodig dat tegenwoordig ner
gens meer groeit. Ik had toen de prin
ses geboren werd nog maar één zo'n
plantje. Maar wel kan ik zorgen dat
de dief gevonden wordt. Laat u uw sol
daten maar goed luisteren naar het ge
luid dat uit de bal komt.
NU HAALDE de koning zijn schou
ders op. „Hoe kunnen mijn soldaten dat
zachte tingelen nu horen," sprak hij,
„dan zouden ze in plaats van twee, wel
duizend oren aan hun hoofd moeten heb
ben." Maar de tovenaar begon te glim
lachen en sprak:
„Doet u maar wat ik gezegd heb en
ik beloof u dat de bal teruggevonden
wordt!" De koning vertrok dus maar
weer. Hij stuurde zijn soldaten naar al
le steden en dorpjes van zijn land en
zei hem, niet terug te keren vóór de
bal gevonden was.
Terwijl nu de soldaten aan het zoeken
waren en goed luisterden of ze ergens
de bal hoorden tingelen, zat de dief
thuis met de bal in zijn handen. Hij
keek met begerige ogen naar het goud
en luisterde naar het lieflijke getingel
dat uit de bal kwam. Maar opeens
werd het tingelen harder en het leek
wel of er een wekker stond te tik
ken. Een poosje later kwam er een ge
luid uit de bal dat leek op het slaan
van een schoorsteenklok en die dief
keek heel verbaasd. Maar nóg verbaas
der keek hij, toen hij 's nachts in bed
lag, want ineens hoorde hij uit de
bal klokgelui komen, dat al harder en
harder werd. De dief werd bang, want
hij begreep er niets van.
Hij sprong uit bed, greep de bal en
stopte hem in de kelder. Maar nu luidde
bal zó ontzettend hard, dat de muren
van het huis van de dief begonnen te
scheuren.
ANGSTIG RENDE DE DIEF naar de
tuin en groef daar midden in de don
kere nacht een heel diep gat en ver
borg daar de bal in. Maar nóg kon hij
hem horen. Diezelfde nacht kwamen er
soldaten van de koning voorbij het huis
van de dief. Al dagen lang hadden ze
goed geluisterd en niets vreemds ge
hoord, maar eensklaps riep één van de
soldaten: „Stil! Luister eens, ik hoor
een kerkklok en er is hier nergens in
de buurt een toren!"
Ook de andere soldaten hoorden het
geluid en toen ze zochten waar het
vandaan kwam, kwamen ze vanzelf te
recht in de tuin van de dief. „Hier
vlak onder mijn voeten trilt de grond",
riep een soldaat, „en ik hoor dat ge
lui nu heel goed!" Meteen gingen de
soldaten aan het graven en vonden al
gauw de bal. Ze begrepen wel dat de
dief dichtbij moest zijn en gingen het
huisje in. Daar vonden ze de lelijkerd
die met zijn hoofd onder de dekens lag
om de bal maar niet te horen. Ze na
men hem meteen gevangen en brachten
hem bij de koning. Wat was die ko
ning blij. De soldaten kregen een grote
beloning en de dief werd in de gevange
nis gestopt.
En prinses Mirandal Die kreeg meteen
de bal die nu weer heel mooi tingelde
en een weekje later was ze weer hele
maal beter
]an Nelissen
Zwart: 1, 2, 6, 7, 8, 9, 13, 14, 18, 19, 23,
34, 39, 44.
Wit: 11, 15, 16, 17, 20, 21, 22, 25, 28, 31,
32, 33, 48, 50.
(Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur,
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125,
IJmuiden).
•si gutuiaujapuo apuazaqjaA uaa jejsaaui
jajqnopjejjs uaa jadspmz uaa jqnz faui jep
'uazaMagjm jjaaq ^rijjjejd aa 'tpJOM jsiui
-ag uapieq raiA jo aup ja lep jooag sue>[
ap si 'ueeg noz UMop uaa uajmj aup sje
sjiaz 'ajguajjaojj laui jipqosaq uojajguis
uaa J3A0 poqguoads uftz jooa isoo jep
'ilCijauiauuee ;aq si ajjojsuax 'si uauutM
aj jnajn aip ut gejs uaa jbbui jadsuagaj
jaq ui )epoz 'jjaaq uajaABjij ui ajguaj jjoo
pjoou ;ep 'JBBAag laq leejsaq uaipuaAog
uaiqoBMjaA aj gejs uaa uep jaaui piaq
-ja^az iaui ueAjeep uio unp aj qaoj si Jizoq
-uajinj spinz ua jjaaq uajinj ui aauoua.i
jo uojajguis uaa pjoou iep jjfnauiauuee
si jan 'uapaiq aj uajjeq aup uio jaiaq jaq
si qaoi jeeui - jbjjs jooa uajajqnop ues-;
pmz jep 'iaq jqaizag ajsjaa }aq do
ujaaM jazap SBiu.\aSpuq do pjooAV}uv
(Vervolg van pag. 2)
overwinning van de angst voor het on
bekende, voor het wordende, dat de mens
in zijn greep heeft en hem tot robot
dreigt te ontzenuwen. Zodoende staat de
ze poëzie, deze onthutsende montagekunst
van het moderne leven, niet ver van de
kybernetica, de „heerschappij van de
automaat", evenals de moderne muziek
daarmee ten nauwste verband houdt en
de moderne beeldende kunst in niet min
dere mate.
EéN DING IS ZEKER: Sybren Polets
woordamalgamen, zijn beelddynamiek
maken iets gaande. Ze zijn zoals alle
experimentele poëzie een andere poëzie
evenals onze voorstelling van de samen
hang der verschijnselen een andere is ge
worden. Ze realiseren, ze verwerkelijken
een nieuw wereldbeeld. Dat Polet de chaos
niet heeft kunnen bedwingen, dat hij zich
te buiten gaat aan een overmaat van he
dendaagse attributen, dat hij in zijn poginj
tot synthese door een merkbare opzette
lijkheid maar ten dele slaagt, bewijst dal
het experiment de „andere" poëzie nog de
baas is. Maar ik kan niet zeggen dat deze
vijfde bundel van Polet nu voor mij afge
daan heeft, dat ik er mee „klaar", mee in
het reine ben. Dat deze gedichten me blij
ven intrigeren, is merkwaardig genoeg.
Trouwens, zou men er zich over kunnen
verbazen dat het wordende alleen „wor
ding", in „statu nascendi", verwoord,
verbeeld, gerealiseerd kan worden?
C. E. Dinaux
Sybren Polet