Buffalo: 10,6 pet
werklozen
t
Kentering der conjunctuur
of alleen maar een deuk?
TANTE PATENT
D
i
door Grete Dölker-Rehder
(Vertaald uit het Deens)
mi
PANDA EN DE MEESTERSECRETAMIS
I
11
Ons vervolgverhaal
NEGEN MUZEN
x x -
WOENSDAG 31 OKTOBER 1962
liinmiiiiiiiiiiiiiiinfliiinii
Atoom-whisky
EIKE AGENA
5 72)
Toen liet Tyge zich zwaar op de
sofa vallen, zodat die in al zijn voe
gen kraakte, en riep gekrenkt: „Nu
wilde ik vandaag nog naar Puantum
om een paard te halen. Ik had me er
al zo op verheugd. En nu heb jij me
al mijn vreugde weer vergald
Eike Taden begreep niet, wat hij
bedoelde. Kalm en moederlijk zei ze:
„Ga toch je paard halen en laat mij
mijn kinderen halen, dan heeft ieder
zijn speelgoed".
Toen ze dat gezegd had, sprong Ty
ge op en rende de deur uit.
Die dag kwam hij niet meer thuis
en ook de volgende niet.
Eike verzorgde de toren en haar
dieren, trok een mooie jurk en stevi
ge schoenen aan, nam haar wollen
doek en een mandje met eten, en ook
wat van de dingen, die Tyge meege
bracht had, mee, en verliet haar huis.
Ze liep als in een droom en vergat
zo alles om zich heen dat ze, in plaats
van naar het westen, naar Lissum,
naar het oosten, in de richting van
Norderland ging, langs de open zee.
Misschien was het ook wel de zee,
die haar onbewust getrokken had,
want de wind was zo fris en zo vro
lijk, de meeuwen fladderden zo opge
wekt boven haar en het water glin
sterde zo mooi. En ze dacht aan Tyge,
aan Bertien, aan Jurian, aan Halle-
söt, aan Tönis en Hille. Maar vooral
aan Tyge. En ze vroeg zich af, of hij
goed was of slecht, en of ze hem lief
moest hebben, en of ze hem kon ver
trouwen. Urenlang liep ze, en onop
houdelijk dacht ze aan hem. Natuur
lijk, ze moest hem liefhebben; ze
moest hem vertrouwen. Kreeg ze niet
een kind van hem? Maar wat was het
moeilijk, hem te begrijpen. En wan
hopig bijna, zocht ze naar de weg,
waarop ze het beste tot hem kon ko
men. Want ze begreep, dat hij zijn
innerlijke wezen niet verborg achter
zwijgen, zoals Bertien en zij, maar
achter een masker van woorden en
daden. Hij speelde een rol. Had Ju
rian al niet gezegd, dat hij een hans
worst was? En had hij haar niet ver
teld over mensen, die een rol speel
den, toneelspelers? De mensen zagen
hen in hun rol, en kenden hun wer
kelijke leven niet. Was het zo ook niet
met Tyge Taden? Ja, op deze manier
zou ze hem misschien kunnen begrij
pen. Als hij zijn rol maar echt speel
de en ook dat niet vals deed! Waar
kon hij nu zijn? Wat zou h,ij nu doen.
Snel klom ze het laatste duin op om
te kijken of ze hem zag. Maar er was
niemand te zien. Plotseling dacht ze
aan haar kinderen. Daar wilde ze
heen! Zo snel ze kon daalde ze het
duin weer af en sloeg een ander pad
in, dat naar Lissum leidde. Ze holde
bijna, ze kon het niet meer uithouden.
En eindelijk bereikte ze het dorp, de
hoeve van Hannis Haulsen.
Ze liep door het donkere portaal,
glimlachte al van blijdschap en duw
de deur open. Maar op de drempel
bleef ze staan. De kinderen waren
niet in de kamer. Alleen Hannis Haul
sen en Tyge Taden waren er. Ze za
ten aan de tafel te kaarten. Flessen
en glazen stonden wanordelijk tussen
hen in, knallend kletsten ze de kaar
ten op het tafelblad en brulden tegen
elkaar:
„Hartenboer" „Troef" „Hier
met dat aas"! en dergelijke.
Eike Taden zou het liefst terugge
gaan zijn. Ze schaamde zich voor die
twee kerels. De ene had een prachti
ge boerderij en was burgemeester, en
de andere liet aan de witte Knee zijn
toren en zijn werk in de steek, en nu
zaten ze hier allebei midden op de
dag te kaarten en te drinken. Maar
ze hadden haar al gezien.
„Eike Taden, ben je daar"? vroeg
Hannis.
„Eike, jij"? riep Tyge, en hij
sprong op en gooide zijn kaarten weg,
terwijl de burgemeester, kwaad over
de onderbreking, door wilde spelen.
Eike stond nog in het halfdonker van
de deur, gehuld in haar wollen doek,
en er was haast niets van haar te
zien dan haar grote orgen, die angstig
rondkeken. Aarzelend stapte ze de ka
mer in.
Tyge stond voor haar en rukte haar
omslagdoek af. „Hoe zie je er eigen-
lijk uit"? vroeg hij, „en wat kom je
hier doen"? In zijn stem klonk het
wantrouwen van een slecht geweten,
alsof hij dacht, dat ze hem kwam be-
spioneren.
„Ik zei je toch al, dat ik de kinde-
ren wilde halen", zei ze. Maar Tyge
Taden antwoordde geprikkeld: „En ik
zei je toch, dat ik die kinderen niet
wil hebben aan de witte Knee"! Het
klonk grof en harteloos, en het deed
haar pijn.
Maar toen begon Hannis Haulsen
hoestend en proestend te lachen. „Wat
zegt hij daar, die windhond? Wil hij
de kinderen niet hebben? En ons
zeurt hij alle dagen aan de kop, wan-
neer ze nou toch eindelijk komen.
Hij heeft zelfs expres een ouwe vil-
dersknol gekocht, om ze te ontvoeren!
Ha, ha, ha! Ik lach me dood over die
kerel"! 1
Wat was dat? Had Tyge de Haul- g
sens alle dagen aan hun kop gezeurd,
wanneer de kinderen naar de witte
Knee kwamen? En tegen haar zei hij
het tegendeel? Maar dat was juist de 3
bevestiging van wat ze al gedacht 3
had, namelijk, dat Tyge een rol speel-
de om zijn ware gevoelens te verber- 3
gen. Nu deed hij, alsof hij Hannis 3
niet gehoord had. Met beide handen 3
woelde hij in de mand, die Eike op
de stoel gezet had, en vroeg met een 3
boos gezicht: „Wat heb je toch alle- 3
maal uit huis gesleept"?
Eike legde haar vingers op zijn 3
hand: „Laat dat, Tyge, alsjeblieft", 3
zei ze vriendelijk. „Dat is nog van het 3
varken, dat Bertien geslacht heeft. j§
Ik weet dat Hannis veel van de worst 3
houdt. En die vissen heeft Bertien ook 3
zelf gerookt. Moy houdt er zo van bij 3
het avondeten". En toen Tyge de
mand verder met rust liet, vroeg ze: 3
„Waar zijn Töns en Hille"? Toen 3
lachte Tyge heel gemeen en zei:
„Die zijn bij Aldje, mijn moeder. 3
Daar krijgen ze de verhalen over al 3
haar mannen te horen"!
ren"!
Daar moest Hannis weer om lachen. 3
Ja, ze waren allebei behoorlijk dron-
ken. Eike lette niet op hun gegrinnik. 3
Ze dacht: neen, dat kan niet waar 3
zijn. Al is Aldje Taden dan ook vroe- 3
ger een wilde vrouw geweest, ze zou 3
toch beslist niet die onschuldige" kin- 3
derzielen bederven met haar slechte 3
verhalen^ 3
„Spreek niet zo over je moeder,", jg
zei ze zacHt. Ze keek Tyge niet aan.
Ze sloeg haar ogen voor hem neer, 3
omdat ze zijn schaamte niet wilde gj
zien. Maar ze hoorde en voelde, dat
hij verstomde. Toen wendde ze zich 3
tot Hannis: „Ik heb gehoord, dat Moy 3
naar Nönnkegeest gegaan is," zei ze. 3
Hannis Haulsen knikte. „Ja, Eike 3
Taden, ze gaat jullie bruiloft regelen," 3
zei hij. „Tyge zegt. dat het hoog tijd 3
is," en weer begon hij onbedaarlijk 3
te lachen. 3
Toen nam Eike haar doek en verliet j
bedaard en met hoog opgericht hoofd 3
het huis, zonder de beide mannen nog 3
met een blik of een woord te ver-
waardigen. Laat ze maar lachen, 3
drinken en luieren, wat gaat mij dat 3
aan, dacht ze. 3
Maar ze had het gevoel, dat haar
hart vol tranen was.
Ze vermeed het, bekenden te groe- 3
ten. Ze sloeg een smalle zijweg in en 3
liep naar Tadens hut. Toen ze daar 3
aankwam, keek ze door een raam 3
naar binnen. 3
In het kleine, armoedige kamertje s
zaten inderdaad Aldje, Hille en Tönis. 3
Ze zaten alle drie met de rug naar 3
haar toe en schenen zo verdiept in 3
iets te zijn, dat ze haar niet zagen.
Ze keken naar buiten, door het ande-
re raam, waar ze de waddenzee en, 3
heel ver, als een smalle streep, Wol- 3
demar-Atterdags-Land konden zien. 3
Aldje wees met haar dorre hand: 3
„Daar voer ze heen in een zeilboot 3
en prachtig gekleed. Ze was een bij- 3
zonder mooie vrouw en er was een 3
heel voorname heer bij haar, en die 3
was met haar getrouwd. Ik liep naar 3
het strand en keek haar na, en ze 3
glimlachte nog eenmaal naar me. 3
(Wordt vervolgd) 3
STAAN WIJ voor een kentering van
de conjunctuur? De meningen van de
deskundigen lopen uiteen, maar vast
staat, dat de welvaartseconomie in ver
scheidene landen al een flinke deuk
heeft opgelopen. Met name in Amerika
ervaart men al sinds maanden een terug
gang van het economische leven die, zo
hoopt men nu maar, een tijdelijke zal
blijken. Maar tijdelijk of niet, de tekenen
en verschijningsvormen van die recessie
zijn onrustbarend genoeg. Miljoenen
Amerikanen zijn zonder emplooi, de in
dustrie heeft haar activiteiten moeten
inkrimpen en de neringdoende midden
stand waarmee zowel het grootwinkel
bedrijf als de kleine zelfstandige bedoeld
wordt heeft zijn omzetten dientenge
volge met reuzenschreden zien dalen.
y..";
In de kale hal van het legerpakhuis
aan Delavan Avenue heeft deze vrouw
van een werkloze zojuist haar rant
soen van Sociale Zaken in ontvangst
genomen: een triest en vernederend
lot dat zij met duizenden andere deelt.
Toch zijn zij de overheid dankbaar:
zonder deze uitdeling van voedsel (af
komstig uit de door de regering opge
kochte surplusvoorraden) zouden zij
niet weten, hoe ze zich in leven moes
ten houden. „Welkom in Buffalo" zegt
dit bord op een der hoofdverkeers
aders in het centrum van Buffalo:
eens een drukke, levendige straat,
thans een beeld van trieste verlaten
heid. (Foto hieronder)
WWIIWWWIIWWWWWIIWMWWUWMWIIWWWWWWWWW
EEN VAN DE zwaarst-getroffen steden is Buffalo in de staat New York, een der
grootste industriecentra van de V.S., een metropool van 533.000 inwoners, waar de
drukste zaken op het ogenblik gedaan worden in een enorme legerloods op Delavan
Avenue. Daar wacht elke dag een queue van 3000 mensen op de uitdeling van gratis
voedsel door de dienst voor Sociale Zaken: blikken vet varkensvlees, pakken reuzel
en plastic zakken met bloem of maïsmeel, die aan de daarvoor in aanmerking komende
gezinnen uitgereikt worden op vertoon v an een verklaring van onvermogen. Die
dagelijkse parade der nooddruftigen ademt dezelfde trieste sfeer als ten onzent, in
de crisisjaren, de uitreiking van gehakt-in-blik aan het toenmalige werklozen-
legioen.
EEN DEEL van deze mensen staat al
lang op de uitdelingslijst, maar de grote
meerderheid dateert van de laatste maan
den. Buftalo geniet de twijfelachtige onder
scheiding, de stad met de grootste werk
loosheid te zijn. De laatste cijfers: New
York City heeft „slechts" 6,3 percent
werkloosheid, Buffalo 10,6 percent en
dit cijfer stijgt nog steeds. Een van elke
vijf werklozen in deze stad is een geschool
de vakman in de staalbranche of aanver
wante vakken.
Aan de toegangswegen tot Buffalo heeft
het gemeentebestuur in betere tijden bor
den doen plaatsen met „Welkom in Buffa
lo" erop. Het is thans een welkom tot de
malaise. De grote autosnelwegen naar en
langs de stad, waar tot voor korte tijd
de vrachtauto's in queues reden, zijn nu
verlaten. In de hoofdstraat is het, over
dag en 's nachts, niet veel beter. Weinig
rij verkeer en nog minder winkelende men
sen, zelfs in de spitsuren is het opvallend
rtL
DE WINKELS en warenhuizen zitten
propvol met goederen, maar wachten ver
geefs op klanten. Verkopers en verkoop
sters doden de verveling met het afstof
fen van hun „vakken" en met het steeds
maar weer veranderen der vitrines. De
exploitanten trachten met een stortvloed
van occasions en „speciale verkopen" als
nog klanten te trekken in een wanhopige
poging om althans wat gereed geld te
„vangen", maar ook deze lokkertjes zet
ten weinig zoden aan de dijk. Luxe-artike
len zijn, zelfs tegen sterk-gereduceerde
prijzen, vrijwel onverkoopbaar.
BLANKE EN gekleurde Buffalonians
zijn gelijkelijk getroffen door de recessie.
Zij hebben dezelfde zorgen en krijgen de
zelfde steun. In beter tijden was er in deze
stad geen sprake van rassenproblemen,
maar vaak verslechtert die situatie in tij
den van crisis, als er om de baantjes ge
vochten moet worden. Totnogtoe echter
zijn de verhoudingen tussen blank en
zwart in Buffalo niet verscherpt.
Een typisch geval is dat van Martin
Washington, een 34-jarige neger en een ge
schoold bankwerker. Hij was zo gelukkig,
spoedig een ander baantje te vinden toen
hij enkele maanden geleden met 150 col
lega's ontslagen werd en wel als auto
wasser en duvelstoejager bij Delaware
Motors een van de weinige grote fir
ma's in tweedehands auto's, die in de
strijd om het bestaan blijkbaar nog geen
veer heeft moeten laten, hoewel tientallen
ondernemingen op dit gebied slechts met
moeite het hoofd boven water houden of
zich uit de zaken teruggetrokken hebben.
Martin verdient daar zeventig dollar per
week (ongeveer f 80 in koopkracht) en
valt daarmee in de termen voor gratis
voedsel van overheidswege. De normen
hiervoor zijn; voor alleenstaanden een
loon van niet meer dan 125 dollar per
maand en voor gezinnen, naar gelang van
het kindertal, een maximaal inkomen
van 250 tot 465 dollar (voor gezinnen van
10 personen of meer) per maand.
HET MOEILIJKST hebben het uiter
aard de geheel werklozen. Mevrouw Mil
dred Penn, hierbij afgebeeld met enkele
•v
Links: Mevrouw Mildred Penn met
drie van haar zeven kinderen. Het ge
zin moet rondkomen van een minieme
ondersteuning. Op de voorgrond de
twaalfjarige Annette, die constante
medische hulp behoeft. Het t.v. toe
stel is het enige restant van de vroe
gere welvaart. Rechts: vele firma's
hebben hun deuren moeten sluiten.
van haar zeven kinderen, moet rondko
men van een werkloosheidsuitkering van
265 dollar per maand plus gratis voedsel.
Haar man, een oud-marinier, is een tijdje
klusjesman geweest, maar zoekt nu in an
dere steden naar werk, totnogtoe zonder
succes. De kinderen variëren in leeftijd
van 16 jaar tot acht maanden. Annette,
die 12 is, heeft slaapziekte en staat voort
durend onder rrysdi^chp ^controle. -
ZO ZIJN ER honderden gevallen onder
de 52.000 werklozen in Buffalo. De ver
koopstatistieken van de winkels en wa
renhuizen vertonen volgens de Kamer van
Koophandel een omzetdaling van 9 per
cent. De liquidatie-uitverkopen van de
talloze zaken die de laatste maanden hun
deuren moesten sluiten, zijn niet in dit
cijfer verwerkt. En overal, in het cen
trum zowel als in de buitenwijken van de
stad, staan grote en kleine winkelpanden,
tot voor kort bloeiende zaken, voor een
appel en een ei te koop of te huur, zon
der dat er één gegadigde komt opdagen.
Alleen voor de legerloods, waar Sociale
Zaken voedselpakketten uitdeelt, staan de
„klanten" in lange rijen
m
Advertentie
Hoestdrank in tabletvorm. 95ct
De Britse Raad voor de Atoomenergie
heeft experimenten bekendgemaakt met
een nieuw soort whisky, „atom scotch".
De ingrediënten zijn pas gedistilleerde
wisky en radio-isotopen.
„De proefnemingen worden op kleine
schaal gedaan en wij hebben tot nog toe
nog geen zekerheid over het succes", aldus
een woordvoerder van de Raad.
De Engelsen zijn op het idee gebracht
door een Australische fabrikant van geiten
haren tapijten, die beweerde dat jonge
whisky in zijn fabriek tijdens het reini
gingsproces van het geitenhaar dat met
radio-isotopen geschiedde de eigen
schappen en de smaak van belegen whisky
ging aannemen.
Eric Robert, een functionaris van een der
voornaamste whiskydistilleerderijen in
Engeland, reageerde op het idee met de
verklaring:
„Ik weet van wetenschap absoluut niets
af, maar het hele plan klinkt afschuwelijk.
Men is al lang aan het knoeien om metho
des te vinden waardoor het lange rijpings
proces van whisky versneld kan worden.
Zij boeken allerlei resultaten waaraan alle
mogelijke luchtjes zitten". Hij voegde er
aan toe: „Ik kan echter één ding zeggen:
de Australische whisky is dusdanig dat hij
van dergelijk gedoe alleen maar beter kan
worden".
Henriette Sengers. De jonge Utrechtse
sopraan Henriette Sengers is binnen één
week twee maal met groot succes in Parijs
opgetreden. Samen met de beroemde cellist
Paul Tortelier en met de pianiste Lia Talla
werkte ze mee aan een der concerten van
de Debussy-cyclus in het Nederlands Insti
tuut, waarna ze, in de Ecole Normale, een
recital gaf om zich officieel aan Parijs
voor te stellen als een der laureaten van
het concours Noëmie Perugia, dat hier in
april werd gehouden.
Een oorspronkelijk stripverhaal
Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
52. „Jij lieve nobele leeuw," zei de heer Vertebraat
met zachte stem. „Jij koning der wildernis, opge
sloten in een enge kooi. Wat een dwaasheid; de
zachtaardigste van alle dieren ben jij! Ik kan het
niet langer aanzien dat jij achter de tralies je da
gen moet slijten." Seder t het moment dat me
neer Vertebraat een pilletje had gekregen van tan
te Patent, was hij zeer teerhartig. „Ga je gang, Se
sam," zei hij met een uitnodigend gebaar en hij
opende de deur van de kooi.
Neef Boordevol en tante Patent verlieten op dat
ogenblik zorgelijk de dierentuin. „Voor mij staat
het vast!" riep neef Boordevol. „Het moraal hor
moon heeft een verrassende uitwerking, doch helaas
is die uitwerking niet blijvend."
7. Joris Goedbloed, de nieuwe directiesecretaris, had
blijkbaar al het vertrouwen gewonnen van zijn werk
gever, want die luisterde naar hem met ademloze aan
dacht. „Geachte heer," zei Joris plechtig, „ge wordt
miskend, ge wordt onderdrukt en getiranniseerd! En
door wie...? Door uw huisknecht!" De directeur knikte
sprakeloos. „Maar de ramp is groter dan ge denkt!"
riep Joris uit. „Dit leidt op de duur tot geestelijke
en lichamelijke storingen. Ge moet dit juk afwerpen
vóór het te laat is. Ge moet u vrijvechten en uit
leven...! De directeur was erg verbaasd over deze
raad, haast net zo verbaasd als Panda, die net met
de koffie binnenkwam en die nu plots tegenover Joris
stond. Trouwens, deze was ook wel een beetje ver
baasd over de ontmoeting. Mijnheer Panda, denkt u
werkelijk dat dit goed voor me is?" vroeg de direc
teur. Joris wilde iets zeggen, maar Panda was hem
voor. „Zeker mijnheer," zei hij beleefd. „De koffie is
heel goed, de president heeft hem zeif klaargemaakt."
De directeur wierp Panda een verstrooide blik toe.
„Ja ja, ventje," zei hij. „Het is goed. Zet de koffie
maar neer en verdwijn." Panda liep naar de deur,
maar hij bleef plots weer staan, toen de heer Golderop
hernam: U hebt mijn vraag nog niet beantwoord,
mijnheer Panda!" „Welke vraag, mijnheer?" vroeg
Panda verward. Joris bekeek Panda met misnoegen. Dit
gesprek verliep niet helemaal naar zijn zin.