Elektronisch© gangmaker houdt een hartpatiënte in leven Vliegverbod 4 I EEN VAN DE aangenaamste dingen van het eten in Japan is dat men het op alle uren van dag en nacht kan krij gen! Mocht u om drie uur 's nachts ineens behoefte kunnen krijgen aan een hapje van het een en ander dan is er vooral in de buurt van het station al tijd wel een snackbartje open waar men vanaf een kwartje het maagje vul len kan. En er wordt heel druk gebruik van gemaakt want in Japan rijden de treinen ook 's nachts en het aantal men sen dat de nachtelijke uren voor het werk gebruikt is enorm groot. NATUURLIJK EET men in Japan niet alleen maar rauwe vis. Er bestaan zelfs meer dan genoeg schotels die ook in Europa een uitstekend figuur zouden slaan en een daarvan is de beroemde soekijaki, een gerecht dat in staat is iedereen lyrisch te maken. Nu is de soekijaki geen eenvoudige schotel. En ook geen goedkope! Maar omdat het zeer wel mogelijk is ook in Nederland een alleszins aanvaardbare soekijaki te bereiden zal ik u hier uiteen zetten hoe een en ander in zijn werk gaat. Men heeft er voor nodig: een elektri sche kookplaat, een tafel met een stuk vilt of oude deken en daaroverheen een grote lap plastic soekijaki is een JEROME SURAN TOOG direct aan het erk en vormde een groep ingenieurs en ichnici die zich gingen specialiseren in de problemen van de toepassing der elec- MEVROUW FLORENCE Stevens mag van haar arts niet meer vliegen. Het merkwaardige is echter dat dit verbod vooral ten bate van haar mede-lucht reizigers is genomen. Haar hartslag wordt namelijk geregeld door middel van een elektronisch apparaat in de borstholte. Deskundigen vrezen dat het signaal van dit apparaat de navigatie- instrumenten van een vliegtuig kan be ïnvloeden. Overigens zal de 65 jaar oude mevrouw Stevens een volkomen nor maal leven kunnen leiden. Vóórdat het elektronisch apparaat aangebracht was viel zij per 24 uur wel 25 maal flauw. De oorzaak van deze kwaal was een de fect in de working van haar hartspier. Dit defect is thans opgeheven door het apparaatje, dat op een batterij werkt. MAAR OM TOT dé vis terug te ke ren. U krijgt heus niet altijd alleen maar rauwe vis want er zijn talloze (Van onze medische medewerker manieren om met vissen culinair te werk te gaan. Wat dunkt u van gepa neerde oesters uit frituur, twaalf, ja gegarneerd mefeeiTo^nde^verfijn- EEN AMERIKAANSE VROUW die leed aan een hart- Suran, hoofd van een afdaling van General Electrics labo rs verborgen* schat In" hÏTtaÏÏIndïl kwaal die tot voor kort als fataal werd beschouwd, leidt thans ratorium voor electronics, een ontmoeting had met dr. Adrian staa r t6 als^een 'kokTtte wlaiefbJiten een normaal leven dank zij een elektronische gangmaker Kantra wits, hoofdchirurg van de afdeling hart- en vaat- de goudbruine korst ten toon stelt? Of VQor jumr ]iar^ die jn ]war lichaam werd „ingebouwd". Dit ziekten van het Maimonides-ziekenhuis te Brooklyn, A ew een sausj^an'so^ST'^pruiten apparaat dat werd ontwikkeld door ingenieurs van General York, het grote Joodse ziekenhuis in die staat Suran had keHrestaurant«nde?Pwereldsteden ver- Electric in samenwerking met een Newyorkse chirurg, levert gehoord van de interessante proefnemingen die dr. Kantro- bluffend goedkoop. Vanaf een kwartje stWomstooties die het hart in het juiste tempo doen witz op het gebied, van de medische elektronica had gedaan kan men voor iets heel eenvoudigs te- recht. Voor drie kwartjes heeft men k\0ppCn, Dit elektronische apparaatje kan redding brengen en vroeg zich af of zijn laboratorium luerbp misschien goede ten, en dat in het restauratierijtuig van in die gevallen waarbij de hartslagregeling, die normaal ge- diensten zou kunnen bewijzen. Dr. Kantrowitwas „eer ris" enUraedtrubüum en'ex^rijst Te"- leverd wordt door het zenuwstelsel, is aangetast door de verheugd met de technische steun van een dergelijk kaliber, taalt men pas na het derde kommetje. Adams-Stokcs. De ontwikkeling van dergelijke zodat de ontmoeting het begin werd van een nauwe en De eerste drie zijn in de prijs mbe- grepen. En wat de hoeveelheid betreft, apparaten begon ongeveer twee jaar geleden, toen Jerome vruchtbare samenwerking. na twee kommetjes blaast u van vol daanheid! tronica op medisch gebied. Na verloop van enige tijd kwam van het Maimonides zie kenhuis het bericht dat men een patiënt had die leed aan de ziekte van Adams- Stokes: er moest met spoed een appa raat worden gebouwd, dat de hartslag „op toeren" zou kunnen houden, maar dat bij voorkeur in het lichaam zou kun nen worden geïnplanteerd. Een van de verschijnselen van de bedoelde hartziekte is, dat de polsslag terugloopt tot circa 20 slagen per minuut normaal is het gemiddelde 72 per minuut wat nau welijks genoeg is om in leven te blijven. De gebruikelijke procedure was in zulke gevallen met de meeste spoed twee sta len elektroden in het hartweefsel aan te brengen die door middel van een buiten het lichaam staande elektronische appa ratuur de elektrische stroomstootjes ont vingen die het hart op gang zouden kun nen houden. DE PATIëNT was dan evenwel altijd gebonden aan deze elektronische appa ratuur, die zelfs bij gunstige omstandig heden een ernstige belemmering vormt voor zijn bewegingsvrijheid. In het onder havige geval moest dus bereikt worden dat de patiënt onafhankelijk werd van enig hulpmiddel buiten het lichaam. Bo vendien schreef dr. Kantrowits voor, dat de hartslag moest kunnen worden opge voerd bij inspannende werkzaamheden. Dit van buitenaf kunnen regelen van de polsslag bij een apparaat dat in het li chaam zou worden gebouwd, vormde een probleem op zich. Eén overweging ging echter boven alles: het apparaat moest volkomen betrouwbaar zijn, want er hing een mensenleven af van de goede wer king. VOOR DE WERKGROEP van het la boratorium voor elektronica was dit een extra stimulans. Ontwerpen en modellen werden gemaakt, gecontroleerd en weer gecontroleerd en uitsluitend materialen van de hoogst mogelijke betrouwbaarheid en duurzaamheid werden verwerkt in de onderdelen. Een gereed model werd ge durende enige weken getest op de juiste impulsen voor deze speciale patiënt. In deze proefperiode kwamen de twee defi nitieve apparaten gereed een voor de inplantatie en een als reserve en wer den ze in een plastic massa ingegoten, waarvoor het lichaam ongevoelig is. Drie ingenieurs waren in de operatiekamer aanwezig toen het critieke moment aan- De elektrische hulpmotor van het hart. brak, het aanbrengen van het apparaat op iedere polsslag tussen 70 en 125 slagen in het lichaam van de patiënt. per minuut. Dit apparaat heeft ongeveer De operatie werd met succes bekroond, de afmetingen van een kleine transistor- De patiënt leidt thans een normaal leven radio en is voorzien van een kleine cir- en kan weer alles doen wat van een kelvormige antenne; bij het gebruik van vrouw van haar leeftijd verwacht mag dit apparaat wordt het gedragen op de worden. De gangmaker voor haar hart plaats waar de gangmaker in het lichaam werkt op een paar batterijen die pas is ingebouwd. over drie tot vijf jaar behoeven te wor- Dit succes is voor het General Elec- den vervangen. De gangmaker is afge- trie laboratorium een gerede aanleiding steld op 65 polsslagen per minuut. Daar- geweest de samenwerking met medische naast heeft zij nog een tweede appa- specialisten breder op te zetten, in de raatje, dat uitwendig wordt gedragen verwachting dat de nieuwe ontwikkelingen wanneer er om een of andere reden be- op het gebied der elektronica mogelijk hoefte aan zou bestaan het tempo van kunnen worden toegepast op een terrein de hartslag te versnellen. dat anders buiten het blikveld van de Dit apparaat heeft een gekalibreerde technische en electroni. he de rigen potentiometer die kan worden afgesteld zou liggen. ALS JE IEMAND vertelt, dat je in Japan rauwe vis gegeten hebt begint iedereen steevast te griezelen. Wij mogen dan al rauwe briefstuk eten of een rauw ei of rauwe haring, maar de vermelding van een schaaltje rauwe v i s schijnt Hollandse haren tegen de draad in te strijken. En toch. Heeft u, waarde lezer, wel eens rauwe vis geproefd? Nee ik bedoel geen vis uit een koelhuis, maar het echte, ik zou haast zeggen onversne den prodnkt dat zó uit het water is opgehaald en dat na schoongemaakt te zijn nog alle geur en frisheid bezit die wij bijna vergeten zijn? Als dat niet het geval mocht zijn dan kan ik u verzekeren dat u iets gemist heeft. Verse rauwe vis, mits zeer vakkundig schoongemaakt, en opgediend op de niet te evenaren Japanse manier als een bloem, als een abstract schilde rijtje of gewoon maar als een vis, maar dan zonder zelfs de schijn of schaduw van een graatje of schub is een delicatesse van de allereerste rang die het gemakkelijk tegen een oester of mossel kan opnemen. IK GELOOF NIET dat er grotere meesters zijn in het kunstig opmaken van schotels dan de Japanners. Zelfs de Fransen moeten het in dat opzicht: afleggen. Ze zoeken het echter niet in de grote massa en in het kleurenef fect, maar wel in het verfijnde detail en de goede vondst. Wat eet men nu in Japan? Het ant woord hierop kan eenvoudig zijn: is men rijk dan eet men alles, van ori ginele goelas'h tof tagliatelli, van vogel nesten tot iedere denkbare specialiteit van de wereld; als men niet zo heel erg rijk is zal men zich moeten voe den met rijst en groente, met vis en zeewier. Stelt u zich gerust, die voe dingsmiddelen zijn lang niet slecht. Ik voor mij vind goed gekookte rijst nog altijd te prefereren boven onze aardap pel, terwijl de grillen en grappen met zeewier waarvoor wij on ze neus plegen op te halen ontel baar vele zijn. Zeewier zit in brood en taartjes, in,soep.en conserven, ja waar in al niet. Te proeven is het nooit, maar de zeer rèëlë' voedingswaarde is altijd aanwezig. De- groente is in Japan mis schien iets beperkt in de keuze, maar de vruchterv kan men krijgen in ieder denkbare soort, terwijl de Japanse con serven boven alle lof verheven zijn. Ze zijn goedkoop en van een verbluffend „natuurlijke" smaak. Nieuwe uitgaven voor de jeugd Nacht-snackbar in Takaniatsu spatterig en knoeierig soort eten even als fondue bourguignonhe en de man een kommetje van het bekende rijst- model. In dat kommetje krijgt iedereen een rauw ei, een scheutje soja en wat zout. Men eet bij voorkeur met stok jes, maar neemt u voor de veiligheid maar een dessertlepel! Verder moet er thee ad libitum zijn en eventueel kom metjes droge rijst. De soekijaki zelf bestaat uit de volgende ingrediënten: per persoon l'/a ons flinterdun gesne den rosbief of biefstuk. U moet door de rauwe plakjes heen kunnen kijken! Verder een groot blad, waarop zeer fraai gerangschikt liggen: stukjes wor tel, selderij, prei, champignons, bloem kool, ui en bamboespruiten (uit blik). Op het plastic heeft men staan het electrische kookplaatje en een ijzeren koekepan met een dikke bodem. Nu gaat "men aldus te werk: in de koeke pan wordt een stukje vet ,heen„en weer gësefioven tot de bodem goed glad en vet is geworden. Dan gaat er in een scfieutje soja dat dé bodem vSn de pan net bedekt, plus wat zout, en- in dit kokende sausje worden nu de in grediënten snel gaar gebakken. Een stukje vlees, een pruikje selderie, een champiognonnetje, al naar het invalt en ieder op zijn beurt krijgt het hon gerig publiek een hapje in zijn komme tje geworpen dat hij daarin rond draait om het dan snel te verorberen. ZOALS IK AL zei, soekijaki is een van die gezellig kliederige soorten eten, waarbij een heel groot servet en veel tijd te pas-komen. En vergeet u voor al die thee niet niet te sterk! want om een of andere reden smaken bier of wijn er absoluut niet bij. En het is een aardige en smakelijke af wisseling met de alweer gemeen goed geworden fondues. Alleen één ingediënt zult u moeten missen. Dat is het aller liefste Japanse kimono-meisje dat in het Land van de Rijzende Zon de maal tijd pleegt te bereiden en rond te dienen. Maar zelfs zonder kimono meisje is een soekijaki heus wel eens te proberen. Het is niet erg moeilijk en het is verschrikkelijk' lekker! Bob Tadema Sporry Een tussen het genre meisjesroman en het hetere leesboek inhangend geval is „Zeg eens eerlijk Tammy", door Cid Ricketts Sumner, oorspronkelijke titel „Tammy, tell me true", vertaling Clara Egginkuitgave van H. P. Leopolds uit geversmaatschappij n.v. Den Haag. Vooropgesteld zij dat dit boek niet een meisjesroman is waarvan er dertien in een dozijn gaan. Het is een vervolg op „Tammy ontdekt de wereld", waarin het meisje dat tot haar zeventiende jaar met haar grootvader, een whisky stokende en drinkende prediker, op een woonboot in de Mississippi woonde, in aanraking komt met wat wij de beschaafde wereld plegen te noemen. Een aardig gegeven. Nu, in dit vervolg, moet Tammy zich hierin weten te handhaven. Een prettig leesbaar boek. waarbij het niet onmogelijk is dat het door de uitstekende vertaling van de schrijfster Clara Eggink nog aan kracht gewonnen heeft. Naar mijn mening voor meisjes van 1617 jaar, maar mogelijk zullen ook heel wat (bis) oudere lezeressen er plezier aan beleven. Bij uitgeverij Cantecleer, de Biltver scheen en toch zijn er kabouters" door Lea Smulders, met plaatjes van Coby C. M. Krouwel. Zou er wel één kind zijn dat aan het bestaan van kabouters twijfelt? Trouwens ik meen al meer dan eens verklaard te hebben dat ik ze zelf gezien heb, welis waar lang geleden en in een bos. De ka bouters van Lea Smulders schuilen overal en duiken dan ook op de meest onverwach te plaatsen op, wat wel dienstig is om het geloof levend te houden. Een leuk boek. uitnemend geschikt om vóór te lezen, aardige versjes tussen de tekst. Coby Krouwels maakte er echt ka bouterachtige plaatjes bij. Voor de kleinen. Wel niet een toverachtig mooi, maar toch een fraai geïllustreerd boek is Bamse in Lapland door Inga Borg, oorspronkelij ke titel Bamse Brunbjörn, vertaald door Iet Koens-Nieboer, uitgeverij Nijgh van Ditmar, De Haag-Rotterdam. Er wordt in dit goed uitgegeven, in har de band met linnen rug gebonden, boek niet vermeld wie de illustrator is. We mo gen dus aannemen dat de, hier en daar zeer fraaie, prenten in aquarel, gouache of sepia uitgevoerd, van de hand van de schrijfster zijn. Waar de tekst nogal slap is wordt de mogelijkheid benadrukt dat deze naar aanleiding van de prenten ont staan is. Aanbevolen, vooral om het plaat- jeskijken en dan ook voor alle leeftijden. ze werken geen verdere aanbeveling be hoeven en volstaan we met vermelding van deze nieuwe drukken. Eveneens bij Nijgh Van Ditmar ver schenen twee boeken die de indruk wek ken de eerstelingen van een reeks op edu catief terrein te zijn: „De Romeinen door C. A. Burland, oorspronkelijke titel Ancient Rome, Nederlandse bewerking A. Oosterhuis, illustraties Yvonne Poulton en Joop Haffmans, „De Egyptenaren", oor spronkelijk Ancient Egypt, zelfde schrij ver, bewerker en illustrators. In deze goed uitgegeven boekjes worden in uitermate kort bestek meer dan vijftig aspecten van het leven der Romeinen en een dertigtal van dat der Egyptenaren be schreven. Hoewel alles dus wel aan de summiere kant moet blijven en de lezing ervan niet meer kan overlaten, dan een al- lervluchtigst overzicht, is het toch ze ker aardig voor de jongens en meisjes die aan de „algemene geschiedenis" toe zijn, deze werkjes naast hun schoolboeken te bezitten. De illustraties zijn in verschillen de technieken uitgevoerd, gravure, hout snede en pentekeningen en hebben allen sterk het karakter van niet van deze tijd te zijn, wat wel een leuk effect heeft, ze zijn duidelijk en instructief, maar Cae sar lijkt niet en de koepel van de Sint Pieter ook niet. Beide boeken hebben een landkaart voorin en achterin een origineel bedachte en uitgevoerde nasla-lijst. Aardi ge boeken voor kinderen van 8-10 jaar. Bij de uitgeverij Het Spectrum, Vtrecht- Antwerpen, zag in de serie Prisma-kinder pockets het licht: „Het sprookjesbeest door David Severn, oorspronkelijke titel The greeneyed gryphon, vertaald door Chr. Hilsum-Beuckens, illustraties Pru dence Seward. In dit verhaalt steekt een leuk stukje fantasie. De vader van het gezin is in Lon den op kantoor in het Huis met de Grif fioen. Dit toverbeest prijkt ook op vaders postpapier, op zijn presse-papier en op zijn portefeuille. Er is iets naars in het vooruitzicht, want vader zal voor de zaak uitgezonden worden naar een vreemd ver land en dus zullen de kinderen hem m lang niet zien. En daar begint het vreem de In de dierentuin zien de kinderen, hoe wel ze het zelf haast niet geloven kunnen, een griffioen. Ze vertrouwen hem hun ge heim toe, een wens die van alle drie de zelfde is, maar dat weten ze eerst niet. In zijn oog leest ieder een antwoord. Ze be grijpen er niets van maar later blijkt dat die antwoorden de leidraad zijn waarlangs hun aller wens in vervulling gaat. Vader blijft dus bij hen. Dit aardige, oorspron kelijke verhaal werd goed geschreven en goed vertaald. Een beetje jammer is wel dat de gekleurde plaatjes echt niet mooi zijn en waarom draagt de oude dame in de tekst een witte jas en op het prentje een rode? De jongelui geloven graag in een echte griffioen, maar zij houden niet van tegenstrijdigheden. Leuk boekje voor on geveer 8-jarigen. Bij De Cantecleer in De Bilt verscheen „Rodrigo met de prinsenmanieren" door H. Wol ff en buttel-van Rooyen met illustra ties van Elly van Beek. In dit, door de fraaie illustraties werke lijk „verlucht" boek, vertelt de schrijfster op goede, niet te neerbuigende toon, maar wel in een taal die zo nu en dan van hu mor doorflitst is, de belevenissen van het zoontje van een houthakker. Er hebben feeën rond zijn wieg gestaan en de jongste fee 'kon haar wens, die zij enkel voor een kleine prins mocht uitspreken, niet vóór zich houden en zo kreeg hij als gave: de manieren van een prins. Van louter be duusdheid over het hoog bezoek noemt zijn moeder hem Rodrigo. Het is^ wat als je met zo'n gave en dan nog zo'n naam, die heel wat anders is dan de hem oor spronkelijk toegedachte naam Jens, dqor het leVeh gaaV Alleraardigst van vondst en uitwerking. Een sprookjesachtig boek. met een vleugje ridderroman en dat niet al te ver uit de realiteit treedt. Aanbevo len voor 6-10-jarigen. Bij Nijgh Van Ditmar verscheen een roman voor grote meisjes van de beken de schrijfster Martie Verdenius: „Waar om ik nou!", geïllustreerd door A. Gior. Een uitstekend verteld vlot verhaal over een jong meisje en haar omgeving, dat haar leeftijdsgenootjes zeker zal boeien. De toon is nergens geforceerd tot te leuk- of te diepdoenerij. De zwakke illustraties hadden wel achterwege kunnen blijven, waar dit boek al enigszins naar de grote- mensenroman overhelt én geen plaatjes van node heeft. De uitgeverij Hollandia n.v. te Baam gaf twee dubbel-pockets uit: De wereldge schiedenis Jn een iiotedop, door V. M. Hil ly er en De dierenwereld in een notedop, door E. G. Huey. Waar het hier respectievelijk om een 8e en een 7e druk gaat is al gebleken dat de- Bij de uitgever C. P. J. van der Peet. te Amsterdam, verschenen twee delen in de serie Kinderen uit alle landen, het zijn Poe Ban een zijn olifant door Robert R. Harry sr., oorspronkelijke titel Elephant boy of Burma, vertaling Jaap van der Merwe, illustraties Matthew Kalmenoff. Bij dit soort boeken gaat het niet zozeer om een verhaal in de zin van „plot" dan wel om het aandachtig bezien van een kind in zijn, ons vreemde omgeving. Kin deren moeteen wel tot de „ware lezers" behoren om voortdurend hun aandacht te houden bij een boek als dit en auteurs moeten over een grote gave van beschrij vingskunst beschikken om zo'n boek te la ten slagen. Het komt mij voor dat de schrijver wel hierop gewerkt heeft en daar om is het jammer dat de vertaler nog al eens wat slordig te werk ging. In de toon van dit boek past het niet te zeggen dat een olifant er niet van houdt „achter zijn .vodden gezeten te worden", om het over „valse slagtanden" van een luipaard te hebben is onzin, maar het ergste maak te hij het als hij de moeder van Poe Ban, een fijn vrouwtje, met een gezichtje als een Chinees beeldje, tegen haar zoon laat zeggen: „knul van me". Attentie mijne he ren, ook de jonge lezer heeft gevoel voor 'nuances. De illustraties van Matthew Kalmenoff zijn niet slecht en hebben hier een on misbare, verduidelijkende functie. Voor kinderen van ongeveer 10 jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 5