P. v. d. A.-verkiezingsmanifest
wil alzijdige ontwapening
FEITEN VAN DEZE WEEK
PHILIPS RADIO
■k
Boete geëist voor
vergissing in
ziekenhuis
fe'
Achtergronden van
de Spiegel-affaire
Antieke meubelen houden waarde
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1962
4
Machtsevenwicht moet gehandhaafd blijven
Dr. E. van Raalte
met de techniek van de grote Philips
radio's. Op klein formaat gebouwd
voor kamers waar dat beter past, Elke
„grote kleine" radio in vrolijke kleuren.
y
A
Advertentie
Duitsland: nog hoop? I DE GROTE KLEINE
(Van onze correspondent)
BONN. De Spiegel-affaire is in
West-Duitsland al twee weken lang het
gesprek van de dag. In winkels en op
straat wordt over niets anders gepraat.
In de couranten onder de rubriek in
gezonden stukken schrijven lezers pro en
contra over de gerechtelijke actie tegen
het weekblad. De meeste stemmen, en
dat is t enige verheugende aan de zaak,
klinken verontrust. Begrijpelijk, de Duit
sers weten beter dan wie ook wat het
betekent als bij nacht en ontij redacties
worden bezet en redacteuren gearres
teerd. Ook de beschuldiging van land
verraad galmt overbekend in de oren.
Met die beschuldigingen werden al meer
dan eens oppositionele stemmen ge
smoord.
In principe schept ook de wetgeving
van de Bondsrepubliek de mogelijkheid,
dat de overheid, ondanks de onafhanke
lijkheid van de rechtspraak, een veroor
deling wegens landverraad in de hand
werkt.
Volgens paragraaf 99 van het wetboek
van strafrecht pleegt diegene landverraad
die een staatsgeheim opzettelijk in handen
geeft van een onbevoegde of het openlijk
bekendmaakt en daardoor het welzijn van
de Bondsrepubliek of een van haar deel
staten in gevaar brengt.
Staatsgeheimen definieert dezelfde pa
ragraaf als feiten, voorwerpen of gegevens
vooral teksten, tekeningen, modellen en
formules, of berichten daarover, waarvan
de geheimhouding voor een vreemde rege
ring voor het welzijn van de Bondsrepu
bliek noodzakelijk is.
HET NETELIGE PUNT nu is, dat in
het wetboek nergens wordt gezegd wat een
feit tot staatsgeheim maakt. Dit moet van
geval tot geval worden bepaald door de
bevoegde autoriteiten. Met andere woor
den (daarbij denkende aan het geval van
Der Spiegel): of een blad in militaire pu-
blikaties staatsgeheimen publiceert, wordt
vastgesteld door de bevoegde autoriteit'
het ministerie van Defensie.
De rechter, hoe onafhankelijk hij als
rechtspreker ook mag zijn, is in zijn von-
nis dus volledig afhankelijk van de defen
sie-experts, die bepalen wat een staatsge
heim in een concreet geval materieel is.
Het lot van Spiegel-uitgever Augstein en
zijn medewerkers hangt dus af van het
oordeel van Defensie-minister Franz-Josef
Strauss. Onprettige bikomstigheid: het
proces wordt achter gesloten deuren ge
voerd.
NU WEET IEDEREEN in Duitsland dat
Augstein en zijn Spiegel sinds een paar
jaar oorlog voeren tegen minister Straüss
Zij vinden Strauss een hoogst gevaarlijke,
ondemocratische figuur, een scharrelaar
met dubieuze Beierse vriendjes, een man
met weinig scrupules. Daarnaast meent
Augstein, dat Strauss' strategische con
ceptie (nadruk op de atomische afschrik
king, waardoor uiteraard kernbewapening
van de Bundeswehr nodig wordt) onjuist
is, en dat veeleer gewerkt moet worden
aan verhoging van de paraatheid der con
ventionele strijdkrachten, zoals de Ame
rikanen sinds Kennedy president is, doen.
Het gewraakte Spiegel-artikel „Fallex
'62", waarin volgens het Openbaar Minis
terie in Karslruhe staatsgeheimen zouden
zijn prijsgegeven, paste geheel in deze
strijd tussen Augstein en Strauss. Het ar
tikel kwam namelijk tot de slotsom, dat
de Bundeswehr, die in de loop der jaren
tientallen miljarden heeft verslonden, bij
de NAVO-oeféning „Fallex" helemaal niet
uit de bus kwam als voortreffelijk conven
tioneel militair apparaat, maar als twij
felachtig legertje, slechts onder speciale
voorwaarden geschikt voor defensieve
acties. Waarmee Der Spiegel uiteraard
met defensiebeleid kritiseerde van kern-
bewapenaar Strauss, een kritiek die
NAVO-kringen schijnen te delen.
MEN MOET, DIT alles bedenkende, wel
zeer naïef zijn, indien men niet vreest dat
Strauss' ministerie van defensie met de
aanklacht wegens landverraad poogt het
blad in het nauw te brengen. Eerste opzet
zal wel geweest zijn dat men door het uit
kammen van het befaamde Spiegel-archief
en de netten van haar medewerkers achter
alles wilde komen wat het blad in zijn
schild voert. Natuurlijk hoopte men dan
ook een deel van de bronnen van Der
Spiegel, kennelijk in alle ministeries en
in het leger zittend, op te sporen en droog
te leggen.
Daarvoor was het nodig dat hele archief
en alle redactieruimte zeer precies werden
doorzocht. Daarom dreef men de hele re
dactie uit haar kantoren en houdt men nog
steeds, nu twee weken na het begin van
het gerechtelijke onderzoek, 40 procent
van de bureauruimte bezet, waartoe uiter
aard het archief en de kamers der poli
tieke en militaire redacties behoren.
DAT DOOR DEZE maatregelen het hele
weekblad niet „per ongeluk" over de kop
is gegaan, schijnt de Westduitse autoritei
ten bepaald te verdrieten. In het parle
ment kon men tenminste spijt horen door
klinken in de woorden van minister van
Binnenlandse Zaken Höcherl, over het feit
dat het jongste Spiegel-nummer een opla
ge van 200.000 boven de normale had.
Toch zou Der Spiegel, indien het blad
geen hulp zou hebben gekregen van be
vriende redacties, enige weken niet uit
hebben kunnen komen, hetgeen het blad
op enige miljoenen mark verlies was ko
men te staan. En hoe gezond de finan
ciën van het blad ook lijken te zijn, een
dergelijk verlies had waarschijnlijk zijn
voorlopige einde betekend.
Dat de Spiegel-affaire geen zaak is
waarop een democratie trots kan zijn, is
inmiddels wel gebleken bij de onthutsen
de begeleidende omstandigheden van de
actie:
De wederrechtelijke arrestatie van re
dacteur Ahlers in Spanje.
Het niet op 'de hoogte zijn van mi
nister van Justitie Stammberger.
Het zonder bevel tot hechtenis vasthou
den van redacteur Jane uit Bonn.
De inval bij nacht en ontij, waarvan
de juridische basis nog steeds duister is.
Het opvallende feit dat telefoongesprek
ken van het Spiegel-bureau al wekenlang
werden afgeluisterd, iets waarvoor in de
Bondsrepubliek geen enkele juridische ba
sis bestaat, enzovoort.
VEELBETEKENEND in dit verband is
de halstarrigheid van de Bondsregering
om ook maar een enkele fout te beken
nen, terwijl Adenauer zelfs blijk gaf van
volslagen wanbegrip ten aanzien van een
rechtstaat, door over de nog niet eens
officieel aangeklaagde Augstein als „land
verrader" te spreken
Adenauer wordt oud. Hij spreekt steeds
langzamer, geen zin brengt hij meer tot
Minister Stammberger kreeg genoeg
doening van Adenauer en mag een
„onderzoek zonder aanzien des per-
soons" instellen naar de gang van
zaken bij de Spiegel-actie.
een goed einde, het aantal blunders dat
hij maakt stijgt met de maand. Het
is daarom extra beschamend en veront-1
rustend, dat in de huidige Spiegel-crisis
die een crisis is in het vertrouwen van
de Bondsrepubliek als rechtstaat en als
democratie de Christendemocratische
Bondsdagbladen niets anders weten te doen
dan te applaudiseren en te lachen bij het I
ondemocratische, van minachting voor het
parlement getuigende draaien van hun par
tijleden achter de regeringstafel. Zij zou- I
den er beter aan doen zich te beraden
hoe de Westduitse staat, die na 13 jaar
Adenauer zoveel laakbare aspecten ver
toont, gezond kan worden gemaakt.
DE KERN VAN DE Spiegelzaak is, dit I
tot slot, dat in een democratie weliswaar
moet worden gezorgd voor het geheimhou
den van militaire staatsgeheimen, maar dat
dit moet gebeuren door te zorgen dat er
geen lekken zijn bij de overheid. In Bonn
ontbreekt daaraan nogal wat, want er is
geen geheim in de Duitse hoofdstad of het
lekt wel uit. Maar dat mag nimmer re
den zijn om door willekeurig trekken van I
de grens bij staatsgeheimen (opvallend is
immers dat de regeringstrouwe „Deutsche
Zeitung", die even gedetailleerd over Fal
lex schreef als Der Spiegel, niet werd
aangeklaagd) persorganen ten dele of ge
heel te smoren. En het mag helemaal I
geen reden zijn om kritiek op een poli
tiek beleid, in dit geval Defensie, door
aanklachten en politiestaatmiddelen tegen
te gaan.
In haar ontwerp-verkiezingsmanifest 1963 spreekt de Partij van de Arbeid zich
met klem uit voor een alzijdige, gecontroleerde ontwapening, met als einddoel
een ontwapende wereld, waarin de nationale legers zijn vervangen door een inter- I
nationale politiemacht van de V.N. In eenzijdige, nationale ontwapening ziet zij
geen bijdrage tot de vrede, omdat het machtsevenwicht ten nadele van het
Westen verstoord zou worden.
Advertentie
Secretaires, chiffonnières, stoelen, ronde ta
fels. ook uitschuifbaar Alles van mahonie
hout. Ook kleinmeubelen. Canapé's. Voor
restaureren en inkoop antieke meubelen. Te
lefoon 12223. Groot Heiligland 64. A. Mudde.
Gasthuisvest 45.
Een tragische vergissing, het toedienen
van een klisma met een zoutzuuroplossing
inplaats van een onschuldige zoutoplossing
aan een achttienjarige patiënte van het
gemeente ziekenhuis te Dordrecht, heeft
een negentienjarige oud-leerling-verpleeg-
ster voor de rechtbank te Dordrecht ge
bracht. De patiënte liep ernstige inwendig
letsel op. De officier van Justitie eiste we-,
gens deze trieste vergissing een boete van
200.- gulden.
Nederland dient de NAVO een even
redige bijdrage te blijven leveren, met
een zodanige aanwending van de beschik
bare mankracht, dat zonder aantasting
der vereiste paraatheid een vermindering
der dienstplichtlasten mogelijk wordt.
Een ander belangrijk punt voor dé i vre
despolitiek noemt het manifest eèn 'rfecht-
vaardige verdeling van de welvaart in
'de wereld. In de internationale organen
zal Nederland duidelijk partij hebben te
kiezen tegen elke vorm van rassendis
criminatie of kolonialisme.
Het manifest stelt voorts dat de groei
ende Europese produktiekrachten mede
dienstbaar gemaakt moeten worden aan
de verhoging van het levenspeil in Azië,
Afrika en Latijns Amerika. Toetreding tot
de E.E.G. van Engeland en andere de
mocratische Europese staten zou de ge
meenschap versterken en dient derhalve
door Nederland te worden bevorderd. Su
riname en de Nederlandse Antillen ko
men voor een associatieverdrag met de
E.E.G. in aanmerking. Tot de politieke,
militaire en economische samenwerking
in Europees en atlantisch verband die
nen geen landen te worden toegelaten
waar een dictatuur heert.
Een verdere uitbreiding van de sftciale
voorzieningen in Nederland wordt gezien
als een rechtvaardiger verdeling van de
welvaart.
Een groot gedeelte van de bouwcapa
citeit dient te worden bestemd voor de
woningbouw, jaarlijks dienen tenminste
bouwd, terwijl jaarlijks 15.000 krotten
moeten verdwijnen. Ook moet een be
volkingsspreiding worden verkregen door I
middel van globale vestigingsbeperkende
maatregelen voor concentratiegebieden,
zowel binnen als buiten de randstad.
i<pnder het 'hoofd „meer ontwikkeling-I
kansen" wordt genoemd: vermindering
van het aantal- leerlingen per klas, leer
plicht tot en met 15 jaar, verplicht ge
deeltelijk onderwijs in werktijd voor de
16- en 17-jarigen, die geen volledig dag
onderwijs genieten en afschaffing van
schoolgeldheffing.
Voorts word engenoemd de snelle tot
standkoming van een tweede TV-net en
een derde radio-programma. De uitzen
dingen dienen voorbehouden te zijn aan
organisaties en instellingen die geen winst
beogen en zich laten leiden door gees
telijke. culturele en maatschappelijke
doelstellingen.
Het manifest spreekt zich uit voor het I
toekennen van het passief kiesrecht aan
21-jarigen, een wettelijke regeling ter
waarborging van het stakingsrecht en een
ruimhartiger toelatingsbeleid ten opzichte I
van spijtoptanten en maatschappelijke
Nederlanders uit Indonesië en Nieuw-
Guinea.
De P. v.d. A. stelt een opstelling van I
een economisch meerjarenplan voor. Men
vraagt een nationaal plan voor de re
creatie. Oe IJselmeergronden dienen ge-
meenschapsbezit te blijven. Men pleit voor I
50.000 woningwetwoningen te worden ge- nationalisatie van het verzekeringsbedrijf.
Op en om het Binnenhof
Financiële problemen.
Het is in 's lands vergaderzaal me het
weekje wel geweest, namelijk een week
van financiële problemen.
Het begon al bij en door het debat over
het vraagstuk van de hulp aan ontwikke
lingslanden, zoals dat in een minzame
term heet. Natuurlijk stond bij al dege
nen, die op nog grotere door Nederland
voor dat doel ter beschikking te stellen
bedragen aandrongen en vrijwel alle
sprekers voerden daarop gericht plei
dooien het ideële doel in belangrijke
mate op de voorgrond, om landen, die in
een veel minder gunstige positie verkeren
op een beter peil te brengen. In belang
rijke mate speelt hierbij een zeker idea
lisme een rol, echter niet uitsluitend. Te
gelijkertijd toch geeft men er zich ook
wel degelijk rekenschap van, dat naar ma
te grote bevolkingsmassa's in een sociaal-
economisch-financieel betere toestand zul
len komen te verkeren, de communistische
ideologie minder kans zal hebben daar
sterke aanhang te verwerven.
Niet slechts de socialisten, doch even
zeer de K.V.P.-fractie en de anti-revolu
tionairen wierpen zich in het bijzonder op
als kampioenen voor het uittrekken van
heel wat meer op de begroting voor be
doelde hulpverlening dan thans het geval
is.
In tegenstelling echter tot de regerings
partijen, kwam de Partij van de Arbeid
met een motie voor de dag, afkomstig
van de heer Ruygers, waarin werd aan
gedrongen op verdubbeling van het be
drag, dus om het tot vierhonderd miljoen
op te voeren, waaraan dan nog eens jaar
lijks twee honderd miljoen aan overheids-
garanties zou moeten worden toegevoegd.
Terecht verweet minister Zijlstra de
voorstellers van de motie, dat zij het niet
hadden aangedurfd om daarin meteen ook
aan te geven, hoe men precies aan al
dat geld zou komen. Hij had inderdaad
schoon gelijk, toen hij een dergelijke me
thode niet helemaal serieus noemde en
me dunkt, dat men hem ten onrechte over
die opmerkipg heeft hard gevallen.
Overigens kon men reeds bij de discus
sie over het zoëven genoemde onderwerp
nog eens duidelijk vaststellen, dat minis
ter Zijlstra het zijn dure plicht acht voor
een gezond financieel beheer zorg te dra
gen. Daarom nam hij het standpunt in,
dat pas nadat het geheel van alle uitga
ven en van de aan bepaalde uitgaven te
geven voorrang overzien zal kunnen zijn,
dat men behalve dan het kleine „proef
werk" van die acht psalmen, nog niets
van al wat in dat hoofd van Hooft geva
ren was, heeft kunnen aanschouwen. De op
zet is geweest om pas met het drukken
te beginnen, nadat alles eerst in geschrif
te kant en klaar zal zijn gemaakt en zo
ver is het nu bijna. Weldra zal men dus
een begin kunnen maken met het gaan
uitgeven van twintig tot dertig delen.
Dr. Vermooten zal uiteindelijk ook wel
beseft hebben, dat de werkelijkheid ten op-
over eventuele verhoging van de post voor
de onderontwikkelde gebieden met vol
de kennis van zaken te beslissen valt.
Dichterlijk ogenblikje
Tijdens het donderdagse mondelinge
.vragenuurtje beleefde men, te midden van
ook alweer ten dele financiële problemen,
even een dichterlijk ogenblikje. Dr. Ver
mooten (P.v.d.A.) kwam Staatssecretaris
mr. Scholten aan boord met enige vragen
over de op zichzelf inderdaad min of meer
kostbaar te noemen voorgenomen uitgave
van P. C. Hooft's volledige werken. In to
taal gaat daar honderdtwintigduizend gul
den, mogelijk nog iets meer mee gemoeid
en ofschoon reeds in 1947 een commissie
zich met de voorbereiding van die uitga
ve is gaan bezig gehouden, hebben wij tot
nu toe, in al die jaren, alleen maar de
publikatie kunnen aanschouwen van... een
achttal Hooftiaanse psalmen.
Dat klonk inderdaad nogal povertjes.
Maar de Staatssecretaris slaagde er in dui
delijk te maken, dat er heus geen reden
tot ongerustheid noch tot kritiek op de
gang van zaken bestaat. Er komt immers
een ontzaglijke hoeveelheid wetenschap
pelijke arbeid kijken, eer alles voor uit
geven in druk gereed kan zijn en vandaar,
zichte van deze aangelegenheid bepaald
minder somber is dan de schijn die het
misschien even had. Intussen liet hij toch
niet gaarne de kans voorbij gaan om zijn
gehoor van P. C. Hooft te doen genieten
en om hen even in een dichterlijke stem
ming te brengen. Daarom verklaarde hij
toch wel in verband met de zorgen, die
de Staatssecretaris een en ander moet ba
ren, de volgende dichtregels van Hooft
indachtig te zijn geweest:
„Het zuchten mat mijn leden
En doen de bangigheden
Mij swemmen in mijn sweet
Mijn legher wordt gewassen
Den heelen nacht door 't plassen
Van traenen, brak en heet."
Vragen of interpellatie
Na deze poëzie kwam terstond weer het
proza op de proppen, te weten dat van de
melkprijs en voorts van de zorgelijke toe
stand van de gemengde zandbedrijven,
waarover respectievelijk de heer Egas
(Arb.) en de heer Mellema (C.H.) minis
ter Marijnen aan de tand voelden.
Vooral het laatste onderwerp deed een
stormloop van aanvullende vragers ont
staan. Minister Marijnen sloeg er zich
goed doorheen, doch de vraag kan rijzen
of tengevolge van zovele bijkomende vra-
gen, en daarop nog tal van interrupties,
het instituut van mondelinge vragen dit
keer in werkelijkheid niet wat al te veel
kreeg van een interpellatie.
Minister Zijlstra-Fred Kaps
Speelde bij al die vragen het geld, met
name financiële steun, ook al een geens
zins onbelangrijke rol, op het eind van de
ze week kwamen we helemaal midden in
de financiën terecht dank zij het algemeen
financieel debat. Daarbij stond minister
Zijlstra op buitengewoon kundige wijze
zijn mannetje. Het was, hoe zwaar en
vlug er ook soms gerekend moest worden,
een lust om naar hem te luisteren alsook
om hen gade te slaan. Hij goochelde met
cijfers en met allerlei financiële en eco
nomische theorieën al even vaardig, te
vens elegant als een Fred Kaps op ande
re wijze weet te goochelen. Kort samen
gevat, hij verrichtte ontegenzeglijk
uitermate knap werk en liet bij zeer ve
len de indruk achter, dat hij inderdaad
een voortreffelijk financieel beleid heeft
gevoerd.
Toch ministeriabel?
Ietwat verrassend was de wijze, waarop
hij zich nu, ten dele naar het scheen in
tegenstelling met wat hij elders al eens
had gezegd, over zijn eventuele toekomst
plannen uitliet.
Tot twee maal toe onderstreepte hij, dat
het feit, dat hij niet bereid is op een kan
didatenlijst te gaan staan, nog helemaal
niet wil zeggen, dat hij beslist ook niet
meer voor een voortzetting van het minis
terschap te vinden zou zijn. Het was heel
duidelijk, dat hij er thans op uit was
zich te dien opzichte nog alle rechten voor
te behouden. Ziet daar het uit een poli
tiek oogpunt wel belangrijkste, dat er
donderdagavond op het Binnenhof voor
viel.
PHILIPS
VAN PHILIPS
B 0 X 19 U f 88.-. Gevoelige, selectieve
ontvangst van de middengolfzenders.
Krachtige weergave. Ingebouwde plaat
antenne. Breedte 26 cm. Kleuren: groen,
oranje en zwart.
bor»d .lonrv
-• o s r.s.-.
B 3 X 00 U - f 138.-W Drie golfgebieden.
Grammofoonaansluiting. Handgreep aan
de achterzijde. Muziek/spraakschakelaar.
"Breedte 35 cm. Kleuren: zwart, beige
en rood.
B 1 X 02 A - f 138.-. Zeer gevoelige ont
vangst van FM- en middengolfzenders.
Ingebouwde antennes. Muziek/spraak
schakelaar. Breedte 30 cm. Kleuren:
geel, groen en zwart.
B 2 X 12 A - f 158.-. FM-band, lange- en
middengolf. Speciale zeer gevoelige luid
spreker. Grammofoonaansluiting. Inge
bouwde antennes. Hogetonenschakelaar.
Breedte 30 cm. Kleuren: beige en groen.
•2 16 23