TANTE PATENT PANDA EN DE ME ESTERSECRETARIS „Tocht naar het Duister" Ons vervolgverhaal (Vertaald uit het Deens) door Grete Dölker-Rehder Gestolen beelden van Riemenschneider terug Diepenbrock-herdenking in Heemstede door „Vrienden van het Lied" Jubileum Theo van der Bijl I 82) Unieke O'Neili-voorstelling bij de Haagse Comedie De voorbereiding van de P. C. Hooft-uitgave Negro-spirituals op tweede jeugdconcert NEGEN MUZEN Brinkmann MAANDAG 12 NOVEMBER 1962 r v - ^v-t. EIKE AGENA Jurian aarzelde met zijn antwoord. Eindelijk zei hij: „Ja, Eike Taden, het is bijna te laat. Heel wat waardevolle jaren zijn nutteloos voorbijgegaan. Want ook li chamelijk heeft hij niet gedijd. Eerst zal hij sterk moeten worden, om de zware studietijd te kunnen doorstaan. Verder moet ik hem opvoeden, zodat hij zich behoorlijk in de wereld bewe gen kan en een persoonlijkheid wordt. Maar vooral moet ik hem ontwikke len, want zonder dat zal hij nooit de smaak en het kunnen van een werke lijk kunstenaar verwerven. Ik zal hem nog niet naar een school kunnen stu ren, want hoewel hij zijn leeftijdgeno ten in innerlijke rijkdom ver vooruit zal zijn, is hij wat kennis betreft ver bij hen achter. Bovendien zal hij zich niet bij hen kunnen aanpassen en on der hun spot te lijden hebben. Ik zal hem dus eerst alleen moeten laten onderrichten. Daarna pas kan de eigenlijke muziekstudie beginnen. Daar zal ik hem natuurlijk zelf les in ge ven, maar later zal hij toch ook een conservatorium moeten bezoeken. En daar zal hij ook piano moeten leren, want viool alleen vind ik niet voldoen de". Geschrokken zei Eike: „Maar Ju rian, ik wist niet, dat daar nog zoveel bij kwam kijken! Ik dacht dat hij ge woon bij jou zou wonen, naar een of andere school gaan en daarbij ook nog muziek maken". Jurian liet het zand door zijn vin gers glijden. Hij voelde plotseling de grote verantwoording, die hij op zich genomen had. „Ja, het kan ook ge beuren, Eike, dat uit dit alles niets voortkomt. Dat hangt van Tönis Flors begaafdheid af, en van zijn uithou dingsvermogen. We kunnen natuurlijk niets dwingen." Eike keek hem met open mond aan. Ze fronste haar voorhoofd. „Maar wat moet er van Tönis terecht komen, als het niet gelukt, een kunstenaar van hem te maken?" vroeg ze bezorgd. Jurian verdreef haar angst. „Dan kan hij altijd nog muziekleraar worden," zei hij, „of ik moet hem zo ontwik kelen, dat hij ook op ander gebied zijn mannetje kan staan." Eike schudde bedenkelijk haar hoofd: „Ik had het me allemaal zo eenvoudig voorgesteld," klaagde ze. „Hier ging het allemaal zo vanzelf, en wat gaf het, of er een schaap meer of minder in de kudde was. - Maar mi Hikt het; alsof de hele we reld om hem moet draaien." Ze sloeg haar handen ineen: „Hoe kunnen we jou, Jurian Cordes, trouwens ooit al I die moeite en zorgen vergoeden? En de kosten, daar had ik nog helemaal I niet aan gedacht," besloot ze ont- j hutst. Maar daar wilde Jurian hele- j maal niet van horen. I „Spreek daar niet over, Eike Ta- den," zei hij. „Zie je, daarmee koop I ik me het geluk en de liefde van een I zoon." j Door die woorden pas werd Eike j aan Severin Cordes herinnerd, en ze 5 schrok weer. „Wat is er met Severin"? vroeg ze. „Alleen hij maakt aanspraak op je liefde en zorgen." i Jurian Cordez wendde zijn gezicht af, zodat ze de smartelijke rimpels niet meer zag, die over zijn voor- I hoofd trokken. i „Severin"? vroeg hij zacht, nauwe- 1 lijks hoorbaar. „Boi"? vroeg hij. Toen 1 keek hij Eike opeens recht in de ogen en zei hard: „Boi heeft al zijn rech- 1 ten verbeurd"! 1 Nog nooit had Eike hem zo horen I spreken. Ze vouwde haar handen in I haar schoot en zei: „Jurian Cordes, nu zie ik door je ogen de twee men- sen in je. Want je hebt twee verschil- 1 lende ogen een dat liefheeft, en I een dat haat, een dat lijdt en een dat toornt. Ik weet-nu, dat ik het al eerder heb opgemerkt: je ene oog is i wakker, het andere droomt, het ene 1 kijkt naar buiten, het andere naar bin- nen... Je ene oog," vervolgde ze, „is dat van een man, het andere... dat van een vrouw". 3 Jurian Cordes had, toen Eike be ll gon te spreken, zijn ogen gesloten, en 1 zo onderging hij haar woorden en het bijzondere van dit ogenblik, het won- g derlijke van de stilte om hem heen. Nu s pas werd hij zich ervan bewust, dat hij hier alleen zat met de vrouw, die g voor hem de mooiste en zeldzaamste g vrouw op aarde was. Ze zaten hier g alleen als op een ster. Wie zou het s hem verhinderen of verbieden, als hij g deze vrouw die toch eigenlijk aan g hem toebehoorde nu tot zich zou nemen, zodat hij haar helemaal be- g zat? Ja, zijzelf verbood het hem, onbe- g wust. Hij opende zijn ogen weer en gj keek haar aan. Ze zat vlak bij hem, haar knieën raakten bijna de zijne, maar ze zat daar zo onaantastbaar in haar voorname, zwarte dracht, met haar trotse houding, dat het hem onmogelijk scheen, haar anders dan met de grootste achting te benaderen. Opeens hoorde hij Eikes donkere, moederlijke stem vlak bij zijn oor: s „Je haren zijn grijs geworden bij je 3 slapen, Jurian Cordes, en dun op je g schedel. Je lippen zijn smal en bitter, je ogen staan vol verdriet, en in je g gezicht zijn rimpels, die er vroeger niet waren. Je ziet er niet gelukkig uit, Jurian Cordes. Hoe komt dat?" Zijn mond werd hard. „Weet jè werkelijk niet. hoe dat, komt, Eike Taden?" vroeg hij. „Goed dan zal ik het je zeggen: de vrouw, die van mij was, de moeder van mijn zoon, heeft me verlaten. De vrouw. van wie ik hield en van wie ik altijd zal blijven houden, kan niet de mijne zijn. Én de zoon, die de enige was, die ik nog had, die kan niet van mij houden en die verlaat me nu ook." Eike deed alsof ze de woorden, die j haar golden, niet gehoord had, hoe wild haar hart ook was gaan klop- j pen. en heel kalm vroeg ze hem, voor j de tweede maal nu: „Wat is er met j Severin?" j Toen zei Jurian Cordes mat: „Ik j had gedacht dat ik van hem, na het j verlies van Harriet, tenminste een j trouwe vriend zou kunnen maken, j maar ik heb me vergist. Mensen als ■ik houden het geestelijke voor het be langrijkste in de mens, en dat had ik bij hem willen ontwikkelen. Maar een mens volgt nu eenmaal de drang van zijn eigen bloed. Het is me nu duide lijk dat mijn kunst waarschijnlijk Boi's innerlijke wezen geweld zou aandoen, en dat hij zich daartegen verzette. Daarom heb ik hem nu ook alles ver geven, en het is me zelfs, alsof ik hem nu iets schuldig ben en iets goed moet maken. Want een kind is zo hul- pedoos "tégenoverzijn vadër."Eeri moe der probeert altijd haar kind te be grijpen, zich aan te passen, haar kind gelukkig te zien, dat ligt nu eenmaal in de vrouwelijke natuur. Maar een vader is meer star. Hij dfenkt dat hij zijn streven en dat, wat hij voor goed houdt, aan zijn zoon moet opdringen. De natuur heeft het zo ingericht, dat een kind zich aan de moederlijke steun moet vasthouden en zich door de vaderlijke tegenstand sterken. Daarom heeft een kind beiden no dig. Als een van beiden ontbreekt, dan groeit het op tot een onevenwichtig mens. Mijn Boi en ik, wij hebben el kaar steeds weer gekweld. Ik ver langde voortdurend van hem, wat hij niet wilde, en hij werd daardoor zo stug en brutaal, dat ik nauwelijks meer enige liefde voor hem voelde en tenslotte maar besloot, hem naar de Haulsens te brengen, om aan die on draaglijke toestand een eind te ma ken. Maar eigenlijk was ik verbitterd over die oplossing, en het was vooral de eenzaamheid en verlatenheid, waar ik bang voor was, als ik alleen terug zou keren." „Heb je dan geen vrienden. Jurian Cordes?" vroeg Eike vriendelijk, en hij antwoordde: „Harriet Cordes en ik hadden veel vrienden, maar toen ze me verliet, had ik geen zin meer een van hen te ontmoeten..." „Maar je hebt toch je kunst," zei ze. Bitter antwoordde hij: „Ach, de kunst.. Wer kelijk, Eike Taden, ik verzeker je, de kunst is, naast de liefde, het grootste geschenk van het leven. Maar als je leven zonder liefde is, verzandt ook de kunst in je, als een rivier zonder water!" (Wordt vervolgd HET IS BEGRIJPELIJK dat de directie van de Haagse Comedie, de be schikking hebbende over topkrachten als Ida W asserman en Paid Steenbergen, O'NeüTs „Long Day's Journey into Night" op het programma heeft genomen, hoewel een paar jaar geleden de toneelgroep „Theater er nog een mooie voorstelling van heeft gegeven met Elise Homans en Richard Hink als het echt paar Tyrone. Maar dit fascinerende stuk te laten spelen door deze beide acteurs van het Haagse gezelschap leverde een unieke kans op en prachtige toneel- ervaring die men ons inderdaad niet mocht onthouden en de voorstelling die dit weekeinde in première is gegaan in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag heeft dan ook aan de hooggespannen verwachtingen geheel beantwoord. Zoals men weet bevat dit lange, sombere stuk tal van autobio grafische elementen uit de jeugd van de schrijver. O'Neills va der was acteur even als James Tyrone in het stuk en 't schijnt dat in de jonge Ed- mond ons een zelf portret van de schrij ver is nagelaten. Maar afgezien van die historische be tekenis, is het stuk ongetwijfeld een van de machtigste dra ma's uit de wereld litteratuur, het laat ste werk dat Nobel prijswinnaar O'Neill kort voor zijn dood nog heeft kunnen voltooien. Wij maken er in kennis met een gezin van vier men sen, die elk hun eigen grote verdriet dra gen, waar de anderen dan telkens voor een deel schuldig aan zijn. Gedurende de vier bedrijven die met elkaar inderdaad een lange afmattende tocht zijn naar een zwarte toekomst, laat O'Neill ons tevens af dalen in het diepste duister in het innerlijk van zijn vier perso nages. Het grandioze van het stuk schuilt erin dat bij dit langzaam onthullen van hun drijfveren de figuren weliswaar vol ledig ontluisterd worden, maar wij, als publiek, tevens gedwongen worden begrip en medelijden op te brengen voor hun „schuldeloze" schuld, en daardoor voor menselijke schuld in het algemeen, zodat we naar de klassieke bedoelingen van het drama „gelouterd" de schouwburg ver laten. DE VADER is een gierigaard, maar we begrijpen dat angst voor de armoede, die hij in zijn jeugd heeft gekend, hem zo heeft gemaakt. Hij heeft als rondreizend acteur zijn vrouw een onmogelijk leven bezorgd, zodat zij een gemakkelijk slacht offer van morfineverslaving wordt wan neer een (natuurlijk goedkope) dokter haar eenmaal met dit pijnstillende middel in [aanraking heeft gebracht. De oudste zoon is oen nietsnut'en een dronkaard, die uit pure jaloezie wil voorkomen dat zijn jon gere broer, die aan tuberculose leidt, wél in het leven zal slagen. Het geheim van O'Neill is nu dat hoewel er ruim drie uur lang niets gebeurd dan dat de vier gezins leden elkaar genadeloos de waarheid zeg gen, men voortdurend ademloos gespannen, van de ene climax naar de andere wordt meegevoerd, terwijl men door het geweld loze maar hevige gevecht heen. dat daar voor onze ogen wordt uitgestreden, de in nige verbondenheid van het gezin Tyrone en hun onderlinge menselijke solidariteit blijft voelen, die het hun mogelijk maakt dit leven te dragen. HET STUK werd opgevoerd in een bruikbare enigszins verkorte vertaling van Alfred Pleiter, die echter weer de gebrui kelijke verkeerde Engelse werkwoord- stijlen had laten staan (onvoltooid verleden tijd in plaats van voltooid verleden tijd). Zoals gezegd waren Paul Steenbergen en Ida Wasserman zeer indrukwekkend als de gedesillusioneerde acteur en de morfi- niste. Beiden zagen af van iedere vorm van uiterlijk effectbejag en wisten hun ver tolkingen van binnen te laden met een ontroerende kracht die tot sterk medeleven dwong. De jongste zoon werd zeer inge houden maar knap en gevat gespeeld door Jules Croiset, die het grote gesprek met zijn vader in het laatste bedrijf inderdaad nog tot een hartstochtelijk hoogtepunt wist op te stuwen, naar de nog voornamelijk om blijspelrollen befaamde Erik van Ingen bracht niet voldoende spanning mee om de beide kanten van liefde en haat-uit- jaloezie van de oudste broer helemaal waar 'te kunnen maken. Zijn vertolking haalde mede daarom lang niet het niveau dat men zich van Kees Brusse uit de Arnhemse voorstelling zal herinneren. FRANS VAN DER LINGEN had in zijn I regie speciaal voor goed afgewogen stem Ida Wasserman en Paul Steenbergen in „Tocht naar het Duister" van O'Neil. mingen gezorgd, zodat de lichtere gedeel ten door wisselende belichting en hoger tempo op de juiste wijze afstaken tegen de somberder episoden. Ook het geluidsdecor werd tot een bijzonder verzorgd onderdeel van de voorstelling. Een fraai decor van Hep van Delft dat knap de rustieke sober heid van het landhuis van een gierige rijk aard benaderde, vormde de ideale omlijs ting van deze magistrale toneelgebeurtenis. Sonja Brill droeg nog, vrij gebrekkig, een dienstbode bij. Hans van den Bcrgh (Van onze correspondent) BONN Door bemiddeling van het ge ïllustreerde weekblad „Der Stern" zijn drie beroemde kunstwerken van Tilman Riemenschneider, die in augustus waren gestolen, teruggekeerd naar waar zij thuis horen: de bedevaartskerk „Maria im Wein- garten" bij Volkach. Het gaat om de werken „Maria in de Rozenkrans", „Anna te Drieën" en een Piëta. Van de kansel werd zondag bekendge maakt, dat de werkenterecht zijn. waar na een dankdienst werd gehouden. De ma donna, die overigens nogal beschadigd is, zal in een processie door de bevolking worden binnengehaald. Dit alles is aan „Der Stern", te danken, die enige tijd ge leden openlijk een bedrag van 100.000 mark aanbood voor teruggave van de kunstwer ken. Het blad beloofde daarbij dat het de dieven niet bij de politie zal aangeven. Kort geleden leidde dit aanbod tot een sa menkomst van vertegenwoordigers van „Der Stern" met de dieven in een bos in Beieren. De politie is echter niet van plan het hierbij te laten en zij speurt verder. Zij vermoedt ook bij deze dief stal te doen te hebben met een bende die zich toelegt op het stelen van kunst werken. Nieuwe diefstal. Uit de kerk van Lorsch (tussen Darm stadt en Mannheim) zijn vier houten ba rokke beelden van de vier evangelisten gestolen. De beelden zijn 50 centimeter hoog en zijn afkomstig uit de school van Balthazar Neumann. Elk vertegen woordigt een waarde van zes tot achtdui zend mark. Staatssecretaris mr. Y. Scholten van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft in de Tweede Kamer op vragen van de heer Vermooten meegedeeld dat men spoedig tot de uitgave van de verzamelde werken van P. C. Hooft hoopt te komen. Het overleg over de uitgave is nog gaande. De uitgave zal twintig tot dertig delen omvatten. De voorbereidende werkzaam heden zijn opgedragen aan de in 1947 op gerichte commissie van redactie voor de uitgave, onder hoofdredacteurschap van prof. dr. W. G. Hellinga. Voor de voorbe reiding van de uitgave is een subsidie van ongeveer 120.000,uitgekeerd. De voor bereiding van de uitgave van 't onderdeel de lyrische poëzie is nog niet geheel vol tooid, maar de staatssecretaris vindt, dat de commissie haar taak wel bevredigend vervult. Het verschijnen van de uitgave van Hooft's berijming van een achttal psalmen was een proef. De eigenlijke uit gave zal geschieden door de „Stichting van de Vrienden van de Uitgave van de Ver zamelde Werken van P. C Hooft". Met Z.W.O. wordt ook overlegd over de voorbereiding en uitgave van Hooft's werken. i|'ui *ió js i 15ij a t j I IMI HONDERD JAAR geleden, op 2 septem ber 1862, werd Alphonsus Joannes Maria Diepenbrock geboren als zoon van een Amsterdamse koopman, die in 1845 Neder land tot een nieuw vaderland gekozen had. Alphonsus Diepenbrock was voorbestemd om het Nederlandse muziekleven van de negentiende eeuw te bevrijden van het op de buitenlandse muziek, met name de Duit se, afgestemde epigonisme en het de zelf standigheid te hergeven, die het zo vele, vele jaren, mogelijk wel sinds de dood van Jan Pieterszoon Sweelinck in 1621 had ontbeerd. Sinds zijn dood in 1921 is Die penbrock met concerten, meest in beperk te kring, herdacht. Opnieuw is er een jaar gekomen, waarin men de meester wil eren met in dankbaarheid gegeven uitvoe ringen van zijn werk. De vereniging „Vrienden van het lied" heeft hierin een aandeel genomen met het, in samenwer king met de afdeling Haarlem van de Ko ninklijke Nederlandse Toonkunstenaars- vereniging organiseren van de Diepen brock-herdenking, die zaterdagavond in het „Huis met de sleutels" te Heemstede werd gehouden. DEZE AVOND werd geopend met een woord van welkom door de zangpedagoge Coby Riemersma, die in deze verwelko ming in het bijzonder de dochter van de herdachte kunstenaar, mevrouw Johanna Diepenbrock betrok, die als gast aanwe zig was. Voor dit concert was een pro gramma samengesteld met liederen, die van 1887 af tot ongeveer 1916 ontstonden. De pianist Hans Schouwman, die bij de uitvoering de klavierbegeleiding zou ver zorgen, lichtte deze liederen toe met een bespreking van de karakteristiek van de tekst en van de daarmede verenigde mu ziek. De sopraan Ank Reinders. een der solisten, vertolkte liederen op teksten van Goethe („Die Liebende schreibt"), Bren- Ml»**8w Ml II li I tano („Lied der Spinnerin" en „Der Abend"), Novalis („Hinüber wall' ich") en op de tekst van het „Ave Maria", liederen, die door een edele, innige en abstract- mystieke voordracht het wezen van Die- penbrocks volmaakt beheerste liedkunst voortreffelijk gediend werden, mede door een uitnemend daarbij aangepaste bewo gen stemklank. DE ALT Helena Schouwman betrachtte bij diaar voordracht van liederen als „Re- veillemeni" van Baudelaire. „Clair de lune" en „Mandoline" van Verlaine. „O Jesu, ego amo te", „Kann ich im Busen" van von Günderode en „Beiaard" even eens dié expressieve „objectiviteit", waar om Diepenbrock voor zijn pure muziek vroeg en ook deze zangeres kon daarvoor een gaaf getimbreerde stem met een be langrijke technische ontwikkeling inscha kelen. De bariton Henk van den Brink ten slotte kon zich als een uitnemende liede- renzanger met verfijnde, lyrisch-muzikale intuïtie laten gelden met de vertolking van een ballade en liederen op teksten van Heine („Es war ein alter Koning"), Goethe („Clebritat"), Veriaine („Puis- que l'aube grandit" en „En sourdine") en Baudelaire („Invitation du voyage"). Hans Schouwman vervulde zijn veel eisende taak als begeleider van de solis ten voortreffelijk met bezield en klankrijk pianospel. P. Zwaanswijk SIMON CARMIGGELT IN „LITTERAIRE ONTMOETINGEN' De Nederlandse schrijver Simon Car- miggelt is het middelpunt van de derde aflevering van de reeks „Litteraire ont moetingen" die de AVRO in haar televisie programma op woensdag 14 november aan staande van 20.30 u. tot 21 u. zal uitzenden, Met een feestconcert van de Kon. Chr. Oratoriumvereniging „Excelsior" onder zijn leiding in het Amsterdamse Concertge bouw viert Theo van der Bijl vrijdagavond 16 november zijn vijftigjarig dirigenten jubileum. Theo van der Bij'l werd 18 juli 1886 in Bovenkerk geboren. Hij studeerde bij Hu- bert Cuijpers, Cat eau Esser en Comelis Dopper en ontwikkelde zich verder als autodidact. De jubilaris treedt op als diri gent van de Rooms-Katholieke Oratorium vereniging het later R.-K. Hoofdstad koor van de genoemde vereniging Ex celsior, voorts van het Amsterdams Bach Orkest en het Willibrordus Koor. van zijn composities is het meest bekend het oratorium „Het Lam zal hen leiden op tekst van Jaap Das, dat hij voor het eerste ten gehore bracht ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van Excelsior. Van 1915 tot 1939 was Theo van der Bijl muziekredacteur van het dagblad „De Tijd". In verscheidene bestuursfuncties neemt hij actief deel aan de organisatie van het muziekleven in ons land. Het tweede jeugdconcert 'in de serie concerten welke onder auspiciën van de Kunstcommissie voor het voortgezet on derwijs worden georganiseerd heeft plaats op vrijdag 16 november te 16.15 u. voor de jongere leerlingen en te 19.30 u. voor de ouderen in het Gemeentelijk Concert gebouw te Haarlem. Als solist treedt op David Hollestelle, bas, die met orkestbegeleiding een aan tal negro-spirituals zal zingen. Verder zal het Noordhollands Philharmonisch Orkest, onder leiding van Marinus Adam, het vol gende programma uitvoeren: Air (Lento) uit de suite no. 3 in D gr.t. van J. S. Bach; Watermusic van Handel; Deel 2 uit de Symfonie no. 5 in c. kl. t. van Dworsjak en de Boléro van Maurice Ra- vel. FILMPRODUCENT O'BRIEN OVERLEDEN Willis H. O'Brien, een specialist in grie zelfilms en de geestelijke vader van de filmgorilla King Kong, is donderdag in de ouderdom van 76 jaar te Hollywood over leden. King Kong was in 1933 een sensatie en wordt nog steeds beschouwd als een klas sieke thriller. De illusie van een reusach tige gorilla werd verkregen door middel van een miniatuur, waaraan met grote nauwkeurigheid de illusie van een levend dier gegeven werd. O'Brien gebruikte zijn cameratechniek ook in andere films, zoals „The lost World" en „The last Days of Pompei". Job Sanders. Het ballet „De valkuil" op muziek van Paul Creston, dat Job San ders voor het Nederlands Danstheater heeft gemaakt en dat op 12 april j.L in het Kurhauspaviljoen te Scheveningen voor de eerste maal werd uitgevoerd door Alexan dra van Rhijn en Job Sanders, zal worden opgenomen in het repertoire van het ".^American Ballet Theatre"'bij welk gezel schap het onder de naam van „The taming" zal gaan. De première zal plaats hebben in Chicago, december aanstaande. Job Sanders keert op 10 november aanstaande met de „Nieuw Amsterdam" in Nederland terug om zijn werkzaamheden bij het Ne derlands Danstheater te hervatten. Geraldine Chaplin. Geraldine Chaplin, de 18-jarige dochter van de wereld beroemde komiek Charlie Chaplin, heeft met succes haar debuut als danseres ge maakt tijdens een modeshow in het ge bouw van de Koninklijke Britse Opera. De voorstelling werd bijgewoond door de koningin-moeder die spontaan applaudi- seerde vóór de door Geraldine uitgevoerde Cancan. Deskundigen zijn van mening dat Geral dine die al een jaar lessen volgt aan de koninklijke balletschool, binnenkort in het Britse nationale ballet verwacht kan worden. Advertentie Smedestr. 43-45 Haarlem, tel. 11025 Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp riep hij: „Mijnheer de president, iemand heeft de bank beroofd. Kijk, daar komt hij! Die grijze mijnheer! Hij heeft een daalder gestolen. Ik heb het zelf gezien.è. Hij zweeg verbluft, want de portier schonk in het ge heel geen aandacht aanzijn woorden. Integendeel; hij groette de bankrover uiterst beleefd. „Waarom houdt u hem niet tegen?" riep Panda verontwaardigd, toen het tweetal ongehinderd het bankgebouw verliet. „Hij heeft geld van de bank bij zich!" „Wel, wat zou dat?" zei de portier. Nu gaf Panda het op. Hij had nooit van het bankbedrijf verwacht, dat het een bankrover zo lankmoedig en hoffelijk zou behandelen. 17. Panda rende de kluis uit en de heer Golderop keek hem hoofdschuddend na. „Wat is dat arme knaap je geremd!" riep hij uit. „Gelukkig dat ik mijn inner lijke remmingen heb opgeheven door deze bankroof!" „Ik vrees dat de daalder die u ontvreemd hebt niet genoeg zal zijn voor al uw remmingen", sprak Joris bezorgd. „Kom, ge moet u eens royaal uitleven. We gaan terug naar de kluis...." „Ja, dat doen we!" riep de bankdirecteur geestdriftig. „Maar niet in die verve lende kluis. We gaan de stad in om ons uit te leven. Ik heb er echt zin in!" Intussen had Panda de portier gevonden en hijgend 62. Toen de voorzitter de arme cellist van het podium had verwijderd, begon hij met zijn lezing. Een lezing over vliegvleugelige insecten. „Dames en Heren," zo ving hij aan.„Dit is een tropische vlieg. De zogenaamde Synopsis Celebatus. Een tro pische vlieg dus. Een b-b-b-bijzonder tropische vlieg. Een ontzettend tropische vlieg. Een originele vl-vl- vlopische trieg." De voorzitter begon te wankelen en het publiek werd onrustig. Wat, was er aan de hand? Was meneer Scabroso niet helemaal in orde? „Wat kan die vlieg ons schelen riep hij. „Wat gaat die vlieg ons aan? Zeg nou zelf. Lawe liever een glaasje drinken." Het publiek verstijfde van schrik en niemand begreep het ware van de zaak, behalve tante Patent die zei: „O wee, het moraal- hormoon is uitgewerkt bij meneer Scabroso!" Daar stond hij, met een groot glas wijn in de hand en hij scheen weinig lust te hebben zijn lezing voort te zetten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 9