TANTE PATENT
PANDA EN DE ME ESTERSECRETARIS
„Tocht naar het Duister"
Ons vervolgverhaal
(Vertaald uit het Deens)
door Grete Dölker-Rehder
Gestolen beelden van
Riemenschneider terug
Diepenbrock-herdenking in Heemstede
door „Vrienden van het Lied"
Jubileum
Theo van der Bijl
I 82)
Unieke O'Neili-voorstelling bij de Haagse Comedie
De voorbereiding van de
P. C. Hooft-uitgave
Negro-spirituals op
tweede jeugdconcert
NEGEN MUZEN
Brinkmann
MAANDAG 12 NOVEMBER 1962
r v - ^v-t.
EIKE AGENA
Jurian aarzelde met zijn antwoord.
Eindelijk zei hij:
„Ja, Eike Taden, het is bijna te
laat. Heel wat waardevolle jaren zijn
nutteloos voorbijgegaan. Want ook li
chamelijk heeft hij niet gedijd. Eerst
zal hij sterk moeten worden, om de
zware studietijd te kunnen doorstaan.
Verder moet ik hem opvoeden, zodat
hij zich behoorlijk in de wereld bewe
gen kan en een persoonlijkheid wordt.
Maar vooral moet ik hem ontwikke
len, want zonder dat zal hij nooit de
smaak en het kunnen van een werke
lijk kunstenaar verwerven. Ik zal hem
nog niet naar een school kunnen stu
ren, want hoewel hij zijn leeftijdgeno
ten in innerlijke rijkdom ver vooruit
zal zijn, is hij wat kennis betreft ver
bij hen achter. Bovendien zal hij zich
niet bij hen kunnen aanpassen en on
der hun spot te lijden hebben. Ik zal
hem dus eerst alleen moeten laten
onderrichten. Daarna pas kan de
eigenlijke muziekstudie beginnen. Daar
zal ik hem natuurlijk zelf les in ge
ven, maar later zal hij toch ook een
conservatorium moeten bezoeken. En
daar zal hij ook piano moeten leren,
want viool alleen vind ik niet voldoen
de".
Geschrokken zei Eike: „Maar Ju
rian, ik wist niet, dat daar nog zoveel
bij kwam kijken! Ik dacht dat hij ge
woon bij jou zou wonen, naar een of
andere school gaan en daarbij ook
nog muziek maken".
Jurian liet het zand door zijn vin
gers glijden. Hij voelde plotseling de
grote verantwoording, die hij op zich
genomen had. „Ja, het kan ook ge
beuren, Eike, dat uit dit alles niets
voortkomt. Dat hangt van Tönis Flors
begaafdheid af, en van zijn uithou
dingsvermogen. We kunnen natuurlijk
niets dwingen."
Eike keek hem met open mond aan.
Ze fronste haar voorhoofd. „Maar wat
moet er van Tönis terecht komen, als
het niet gelukt, een kunstenaar van
hem te maken?" vroeg ze bezorgd.
Jurian verdreef haar angst. „Dan kan
hij altijd nog muziekleraar worden,"
zei hij, „of ik moet hem zo ontwik
kelen, dat hij ook op ander gebied zijn
mannetje kan staan."
Eike schudde bedenkelijk haar
hoofd: „Ik had het me allemaal zo
eenvoudig voorgesteld," klaagde ze.
„Hier ging het allemaal zo vanzelf,
en wat gaf het, of er een schaap
meer of minder in de kudde was.
- Maar mi Hikt het; alsof de hele we
reld om hem moet draaien." Ze sloeg
haar handen ineen: „Hoe kunnen we
jou, Jurian Cordes, trouwens ooit al
I die moeite en zorgen vergoeden? En
de kosten, daar had ik nog helemaal
I niet aan gedacht," besloot ze ont-
j hutst. Maar daar wilde Jurian hele-
j maal niet van horen.
I „Spreek daar niet over, Eike Ta-
den," zei hij. „Zie je, daarmee koop
I ik me het geluk en de liefde van een
I zoon."
j Door die woorden pas werd Eike
j aan Severin Cordes herinnerd, en ze
5 schrok weer.
„Wat is er met Severin"? vroeg ze.
„Alleen hij maakt aanspraak op je
liefde en zorgen."
i Jurian Cordez wendde zijn gezicht
af, zodat ze de smartelijke rimpels
niet meer zag, die over zijn voor-
I hoofd trokken.
i „Severin"? vroeg hij zacht, nauwe-
1 lijks hoorbaar. „Boi"? vroeg hij. Toen
1 keek hij Eike opeens recht in de ogen
en zei hard: „Boi heeft al zijn rech-
1 ten verbeurd"!
1 Nog nooit had Eike hem zo horen
I spreken. Ze vouwde haar handen in
I haar schoot en zei: „Jurian Cordes,
nu zie ik door je ogen de twee men-
sen in je. Want je hebt twee verschil-
1 lende ogen een dat liefheeft, en
I een dat haat, een dat lijdt en een dat
toornt. Ik weet-nu, dat ik het al
eerder heb opgemerkt: je ene oog is
i wakker, het andere droomt, het ene
1 kijkt naar buiten, het andere naar bin-
nen... Je ene oog," vervolgde ze, „is
dat van een man, het andere... dat
van een vrouw".
3 Jurian Cordes had, toen Eike be
ll gon te spreken, zijn ogen gesloten, en
1 zo onderging hij haar woorden en het
bijzondere van dit ogenblik, het won- g
derlijke van de stilte om hem heen. Nu s
pas werd hij zich ervan bewust, dat
hij hier alleen zat met de vrouw, die g
voor hem de mooiste en zeldzaamste g
vrouw op aarde was. Ze zaten hier g
alleen als op een ster. Wie zou het s
hem verhinderen of verbieden, als hij g
deze vrouw die toch eigenlijk aan g
hem toebehoorde nu tot zich zou
nemen, zodat hij haar helemaal be- g
zat?
Ja, zijzelf verbood het hem, onbe- g
wust. Hij opende zijn ogen weer en gj
keek haar aan. Ze zat vlak bij hem,
haar knieën raakten bijna de zijne,
maar ze zat daar zo onaantastbaar
in haar voorname, zwarte dracht,
met haar trotse houding, dat het hem
onmogelijk scheen, haar anders dan
met de grootste achting te benaderen.
Opeens hoorde hij Eikes donkere,
moederlijke stem vlak bij zijn oor: s
„Je haren zijn grijs geworden bij je 3
slapen, Jurian Cordes, en dun op je g
schedel. Je lippen zijn smal en bitter,
je ogen staan vol verdriet, en in je g
gezicht zijn rimpels, die er vroeger
niet waren. Je ziet er niet gelukkig
uit, Jurian Cordes. Hoe komt dat?"
Zijn mond werd hard.
„Weet jè werkelijk niet. hoe dat,
komt, Eike Taden?" vroeg hij. „Goed
dan zal ik het je zeggen: de vrouw,
die van mij was, de moeder van mijn
zoon, heeft me verlaten. De vrouw.
van wie ik hield en van wie ik altijd
zal blijven houden, kan niet de mijne
zijn. Én de zoon, die de enige was,
die ik nog had, die kan niet van mij
houden en die verlaat me nu ook."
Eike deed alsof ze de woorden, die j
haar golden, niet gehoord had, hoe
wild haar hart ook was gaan klop- j
pen. en heel kalm vroeg ze hem, voor j
de tweede maal nu: „Wat is er met j
Severin?" j
Toen zei Jurian Cordes mat: „Ik j
had gedacht dat ik van hem, na het j
verlies van Harriet, tenminste een j
trouwe vriend zou kunnen maken, j
maar ik heb me vergist. Mensen als
■ik houden het geestelijke voor het be
langrijkste in de mens, en dat had ik
bij hem willen ontwikkelen. Maar een
mens volgt nu eenmaal de drang van
zijn eigen bloed. Het is me nu duide
lijk dat mijn kunst waarschijnlijk Boi's
innerlijke wezen geweld zou aandoen,
en dat hij zich daartegen verzette.
Daarom heb ik hem nu ook alles ver
geven, en het is me zelfs, alsof ik
hem nu iets schuldig ben en iets goed
moet maken. Want een kind is zo hul-
pedoos "tégenoverzijn vadër."Eeri moe
der probeert altijd haar kind te be
grijpen, zich aan te passen, haar kind
gelukkig te zien, dat ligt nu eenmaal
in de vrouwelijke natuur. Maar een
vader is meer star. Hij dfenkt dat hij
zijn streven en dat, wat hij voor goed
houdt, aan zijn zoon moet opdringen.
De natuur heeft het zo ingericht,
dat een kind zich aan de moederlijke
steun moet vasthouden en zich door
de vaderlijke tegenstand sterken.
Daarom heeft een kind beiden no
dig. Als een van beiden ontbreekt, dan
groeit het op tot een onevenwichtig
mens.
Mijn Boi en ik, wij hebben el
kaar steeds weer gekweld. Ik ver
langde voortdurend van hem, wat hij
niet wilde, en hij werd daardoor zo
stug en brutaal, dat ik nauwelijks
meer enige liefde voor hem voelde en
tenslotte maar besloot, hem naar de
Haulsens te brengen, om aan die on
draaglijke toestand een eind te ma
ken. Maar eigenlijk was ik verbitterd
over die oplossing, en het was vooral
de eenzaamheid en verlatenheid,
waar ik bang voor was, als ik alleen
terug zou keren."
„Heb je dan geen vrienden. Jurian
Cordes?" vroeg Eike vriendelijk, en
hij antwoordde: „Harriet Cordes en
ik hadden veel vrienden, maar toen
ze me verliet, had ik geen zin meer
een van hen te ontmoeten..." „Maar
je hebt toch je kunst," zei ze. Bitter
antwoordde hij: „Ach, de kunst.. Wer
kelijk, Eike Taden, ik verzeker je, de
kunst is, naast de liefde, het grootste
geschenk van het leven. Maar als je
leven zonder liefde is, verzandt ook
de kunst in je, als een rivier zonder
water!"
(Wordt vervolgd
HET IS BEGRIJPELIJK dat de directie van de Haagse Comedie, de be
schikking hebbende over topkrachten als Ida W asserman en Paid Steenbergen,
O'NeüTs „Long Day's Journey into Night" op het programma heeft genomen,
hoewel een paar jaar geleden de toneelgroep „Theater er nog een mooie
voorstelling van heeft gegeven met Elise Homans en Richard Hink als het echt
paar Tyrone. Maar dit fascinerende stuk te laten spelen door deze beide acteurs
van het Haagse gezelschap leverde een unieke kans op en prachtige toneel-
ervaring die men ons inderdaad niet mocht onthouden en de voorstelling die
dit weekeinde in première is gegaan in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag
heeft dan ook aan de hooggespannen verwachtingen geheel beantwoord.
Zoals men weet bevat
dit lange, sombere
stuk tal van autobio
grafische elementen
uit de jeugd van de
schrijver. O'Neills va
der was acteur even
als James Tyrone in
het stuk en 't schijnt
dat in de jonge Ed-
mond ons een zelf
portret van de schrij
ver is nagelaten.
Maar afgezien van
die historische be
tekenis, is het stuk
ongetwijfeld een van
de machtigste dra
ma's uit de wereld
litteratuur, het laat
ste werk dat Nobel
prijswinnaar O'Neill
kort voor zijn dood
nog heeft kunnen
voltooien. Wij maken
er in kennis met een
gezin van vier men
sen, die elk hun eigen
grote verdriet dra
gen, waar de anderen
dan telkens voor een
deel schuldig aan
zijn. Gedurende de
vier bedrijven die
met elkaar inderdaad
een lange afmattende
tocht zijn naar een
zwarte toekomst, laat
O'Neill ons tevens af
dalen in het diepste
duister in het innerlijk van zijn vier perso
nages. Het grandioze van het stuk schuilt
erin dat bij dit langzaam onthullen van
hun drijfveren de figuren weliswaar vol
ledig ontluisterd worden, maar wij, als
publiek, tevens gedwongen worden begrip
en medelijden op te brengen voor hun
„schuldeloze" schuld, en daardoor voor
menselijke schuld in het algemeen, zodat
we naar de klassieke bedoelingen van het
drama „gelouterd" de schouwburg ver
laten.
DE VADER is een gierigaard, maar we
begrijpen dat angst voor de armoede, die
hij in zijn jeugd heeft gekend, hem zo
heeft gemaakt. Hij heeft als rondreizend
acteur zijn vrouw een onmogelijk leven
bezorgd, zodat zij een gemakkelijk slacht
offer van morfineverslaving wordt wan
neer een (natuurlijk goedkope) dokter haar
eenmaal met dit pijnstillende middel in
[aanraking heeft gebracht. De oudste zoon
is oen nietsnut'en een dronkaard, die uit
pure jaloezie wil voorkomen dat zijn jon
gere broer, die aan tuberculose leidt, wél
in het leven zal slagen. Het geheim van
O'Neill is nu dat hoewel er ruim drie uur
lang niets gebeurd dan dat de vier gezins
leden elkaar genadeloos de waarheid zeg
gen, men voortdurend ademloos gespannen,
van de ene climax naar de andere wordt
meegevoerd, terwijl men door het geweld
loze maar hevige gevecht heen. dat daar
voor onze ogen wordt uitgestreden, de in
nige verbondenheid van het gezin Tyrone
en hun onderlinge menselijke solidariteit
blijft voelen, die het hun mogelijk maakt
dit leven te dragen.
HET STUK werd opgevoerd in een
bruikbare enigszins verkorte vertaling van
Alfred Pleiter, die echter weer de gebrui
kelijke verkeerde Engelse werkwoord-
stijlen had laten staan (onvoltooid verleden
tijd in plaats van voltooid verleden tijd).
Zoals gezegd waren Paul Steenbergen en
Ida Wasserman zeer indrukwekkend als
de gedesillusioneerde acteur en de morfi-
niste. Beiden zagen af van iedere vorm van
uiterlijk effectbejag en wisten hun ver
tolkingen van binnen te laden met een
ontroerende kracht die tot sterk medeleven
dwong. De jongste zoon werd zeer inge
houden maar knap en gevat gespeeld door
Jules Croiset, die het grote gesprek met
zijn vader in het laatste bedrijf inderdaad
nog tot een hartstochtelijk hoogtepunt wist
op te stuwen, naar de nog voornamelijk om
blijspelrollen befaamde Erik van Ingen
bracht niet voldoende spanning mee om
de beide kanten van liefde en haat-uit-
jaloezie van de oudste broer helemaal waar
'te kunnen maken. Zijn vertolking haalde
mede daarom lang niet het niveau dat men
zich van Kees Brusse uit de Arnhemse
voorstelling zal herinneren.
FRANS VAN DER LINGEN had in zijn
I regie speciaal voor goed afgewogen stem
Ida Wasserman en Paul Steenbergen
in „Tocht naar het Duister" van O'Neil.
mingen gezorgd, zodat de lichtere gedeel
ten door wisselende belichting en hoger
tempo op de juiste wijze afstaken tegen de
somberder episoden. Ook het geluidsdecor
werd tot een bijzonder verzorgd onderdeel
van de voorstelling. Een fraai decor van
Hep van Delft dat knap de rustieke sober
heid van het landhuis van een gierige rijk
aard benaderde, vormde de ideale omlijs
ting van deze magistrale toneelgebeurtenis.
Sonja Brill droeg nog, vrij gebrekkig, een
dienstbode bij.
Hans van den Bcrgh
(Van onze correspondent)
BONN Door bemiddeling van het ge
ïllustreerde weekblad „Der Stern" zijn
drie beroemde kunstwerken van Tilman
Riemenschneider, die in augustus waren
gestolen, teruggekeerd naar waar zij thuis
horen: de bedevaartskerk „Maria im Wein-
garten" bij Volkach. Het gaat om de
werken „Maria in de Rozenkrans", „Anna
te Drieën" en een Piëta.
Van de kansel werd zondag bekendge
maakt, dat de werkenterecht zijn. waar
na een dankdienst werd gehouden. De ma
donna, die overigens nogal beschadigd is,
zal in een processie door de bevolking
worden binnengehaald. Dit alles is aan
„Der Stern", te danken, die enige tijd ge
leden openlijk een bedrag van 100.000 mark
aanbood voor teruggave van de kunstwer
ken. Het blad beloofde daarbij dat het de
dieven niet bij de politie zal aangeven.
Kort geleden leidde dit aanbod tot een sa
menkomst van vertegenwoordigers van
„Der Stern" met de dieven in een bos
in Beieren. De politie is echter niet van
plan het hierbij te laten en zij speurt
verder. Zij vermoedt ook bij deze dief
stal te doen te hebben met een bende
die zich toelegt op het stelen van kunst
werken.
Nieuwe diefstal.
Uit de kerk van Lorsch (tussen Darm
stadt en Mannheim) zijn vier houten ba
rokke beelden van de vier evangelisten
gestolen. De beelden zijn 50 centimeter
hoog en zijn afkomstig uit de school
van Balthazar Neumann. Elk vertegen
woordigt een waarde van zes tot achtdui
zend mark.
Staatssecretaris mr. Y. Scholten van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
heeft in de Tweede Kamer op vragen van
de heer Vermooten meegedeeld dat men
spoedig tot de uitgave van de verzamelde
werken van P. C. Hooft hoopt te komen.
Het overleg over de uitgave is nog gaande.
De uitgave zal twintig tot dertig delen
omvatten. De voorbereidende werkzaam
heden zijn opgedragen aan de in 1947 op
gerichte commissie van redactie voor de
uitgave, onder hoofdredacteurschap van
prof. dr. W. G. Hellinga. Voor de voorbe
reiding van de uitgave is een subsidie van
ongeveer 120.000,uitgekeerd. De voor
bereiding van de uitgave van 't onderdeel
de lyrische poëzie is nog niet geheel vol
tooid, maar de staatssecretaris vindt, dat
de commissie haar taak wel bevredigend
vervult. Het verschijnen van de uitgave
van Hooft's berijming van een achttal
psalmen was een proef. De eigenlijke uit
gave zal geschieden door de „Stichting van
de Vrienden van de Uitgave van de Ver
zamelde Werken van P. C Hooft". Met
Z.W.O. wordt ook overlegd over de
voorbereiding en uitgave van Hooft's
werken.
i|'ui *ió js i 15ij a t j I IMI
HONDERD JAAR geleden, op 2 septem
ber 1862, werd Alphonsus Joannes Maria
Diepenbrock geboren als zoon van een
Amsterdamse koopman, die in 1845 Neder
land tot een nieuw vaderland gekozen had.
Alphonsus Diepenbrock was voorbestemd
om het Nederlandse muziekleven van de
negentiende eeuw te bevrijden van het op
de buitenlandse muziek, met name de Duit
se, afgestemde epigonisme en het de zelf
standigheid te hergeven, die het zo vele,
vele jaren, mogelijk wel sinds de dood
van Jan Pieterszoon Sweelinck in 1621 had
ontbeerd. Sinds zijn dood in 1921 is Die
penbrock met concerten, meest in beperk
te kring, herdacht. Opnieuw is er een jaar
gekomen, waarin men de meester wil
eren met in dankbaarheid gegeven uitvoe
ringen van zijn werk. De vereniging
„Vrienden van het lied" heeft hierin een
aandeel genomen met het, in samenwer
king met de afdeling Haarlem van de Ko
ninklijke Nederlandse Toonkunstenaars-
vereniging organiseren van de Diepen
brock-herdenking, die zaterdagavond in het
„Huis met de sleutels" te Heemstede werd
gehouden.
DEZE AVOND werd geopend met een
woord van welkom door de zangpedagoge
Coby Riemersma, die in deze verwelko
ming in het bijzonder de dochter van de
herdachte kunstenaar, mevrouw Johanna
Diepenbrock betrok, die als gast aanwe
zig was. Voor dit concert was een pro
gramma samengesteld met liederen, die
van 1887 af tot ongeveer 1916 ontstonden.
De pianist Hans Schouwman, die bij de
uitvoering de klavierbegeleiding zou ver
zorgen, lichtte deze liederen toe met een
bespreking van de karakteristiek van de
tekst en van de daarmede verenigde mu
ziek. De sopraan Ank Reinders. een der
solisten, vertolkte liederen op teksten van
Goethe („Die Liebende schreibt"), Bren-
Ml»**8w Ml II li I
tano („Lied der Spinnerin" en „Der
Abend"), Novalis („Hinüber wall' ich") en
op de tekst van het „Ave Maria", liederen,
die door een edele, innige en abstract-
mystieke voordracht het wezen van Die-
penbrocks volmaakt beheerste liedkunst
voortreffelijk gediend werden, mede door
een uitnemend daarbij aangepaste bewo
gen stemklank.
DE ALT Helena Schouwman betrachtte
bij diaar voordracht van liederen als „Re-
veillemeni" van Baudelaire. „Clair de
lune" en „Mandoline" van Verlaine. „O
Jesu, ego amo te", „Kann ich im Busen"
van von Günderode en „Beiaard" even
eens dié expressieve „objectiviteit", waar
om Diepenbrock voor zijn pure muziek
vroeg en ook deze zangeres kon daarvoor
een gaaf getimbreerde stem met een be
langrijke technische ontwikkeling inscha
kelen.
De bariton Henk van den Brink ten
slotte kon zich als een uitnemende liede-
renzanger met verfijnde, lyrisch-muzikale
intuïtie laten gelden met de vertolking
van een ballade en liederen op teksten
van Heine („Es war ein alter Koning"),
Goethe („Clebritat"), Veriaine („Puis-
que l'aube grandit" en „En sourdine") en
Baudelaire („Invitation du voyage").
Hans Schouwman vervulde zijn veel
eisende taak als begeleider van de solis
ten voortreffelijk met bezield en klankrijk
pianospel.
P. Zwaanswijk
SIMON CARMIGGELT IN
„LITTERAIRE ONTMOETINGEN'
De Nederlandse schrijver Simon Car-
miggelt is het middelpunt van de derde
aflevering van de reeks „Litteraire ont
moetingen" die de AVRO in haar televisie
programma op woensdag 14 november aan
staande van 20.30 u. tot 21 u. zal uitzenden,
Met een feestconcert van de Kon. Chr.
Oratoriumvereniging „Excelsior" onder zijn
leiding in het Amsterdamse Concertge
bouw viert Theo van der Bijl vrijdagavond
16 november zijn vijftigjarig dirigenten
jubileum.
Theo van der Bij'l werd 18 juli 1886 in
Bovenkerk geboren. Hij studeerde bij Hu-
bert Cuijpers, Cat eau Esser en Comelis
Dopper en ontwikkelde zich verder als
autodidact. De jubilaris treedt op als diri
gent van de Rooms-Katholieke Oratorium
vereniging het later R.-K. Hoofdstad
koor van de genoemde vereniging Ex
celsior, voorts van het Amsterdams Bach
Orkest en het Willibrordus Koor.
van zijn composities is het meest bekend
het oratorium „Het Lam zal hen leiden
op tekst van Jaap Das, dat hij voor het
eerste ten gehore bracht ter gelegenheid
van het 65-jarig bestaan van Excelsior.
Van 1915 tot 1939 was Theo van der Bijl
muziekredacteur van het dagblad „De
Tijd". In verscheidene bestuursfuncties
neemt hij actief deel aan de organisatie
van het muziekleven in ons land.
Het tweede jeugdconcert 'in de serie
concerten welke onder auspiciën van de
Kunstcommissie voor het voortgezet on
derwijs worden georganiseerd heeft plaats
op vrijdag 16 november te 16.15 u. voor
de jongere leerlingen en te 19.30 u. voor
de ouderen in het Gemeentelijk Concert
gebouw te Haarlem.
Als solist treedt op David Hollestelle,
bas, die met orkestbegeleiding een aan
tal negro-spirituals zal zingen. Verder zal
het Noordhollands Philharmonisch Orkest,
onder leiding van Marinus Adam, het vol
gende programma uitvoeren: Air (Lento)
uit de suite no. 3 in D gr.t. van J. S.
Bach; Watermusic van Handel; Deel 2
uit de Symfonie no. 5 in c. kl. t. van
Dworsjak en de Boléro van Maurice Ra-
vel.
FILMPRODUCENT O'BRIEN
OVERLEDEN
Willis H. O'Brien, een specialist in grie
zelfilms en de geestelijke vader van de
filmgorilla King Kong, is donderdag in de
ouderdom van 76 jaar te Hollywood over
leden.
King Kong was in 1933 een sensatie en
wordt nog steeds beschouwd als een klas
sieke thriller. De illusie van een reusach
tige gorilla werd verkregen door middel
van een miniatuur, waaraan met grote
nauwkeurigheid de illusie van een levend
dier gegeven werd. O'Brien gebruikte zijn
cameratechniek ook in andere films, zoals
„The lost World" en „The last Days of
Pompei".
Job Sanders. Het ballet „De valkuil"
op muziek van Paul Creston, dat Job San
ders voor het Nederlands Danstheater
heeft gemaakt en dat op 12 april j.L in het
Kurhauspaviljoen te Scheveningen voor de
eerste maal werd uitgevoerd door Alexan
dra van Rhijn en Job Sanders, zal worden
opgenomen in het repertoire van het
".^American Ballet Theatre"'bij welk gezel
schap het onder de naam van „The taming"
zal gaan. De première zal plaats hebben
in Chicago, december aanstaande. Job
Sanders keert op 10 november aanstaande
met de „Nieuw Amsterdam" in Nederland
terug om zijn werkzaamheden bij het Ne
derlands Danstheater te hervatten.
Geraldine Chaplin. Geraldine Chaplin,
de 18-jarige dochter van de wereld
beroemde komiek Charlie Chaplin, heeft
met succes haar debuut als danseres ge
maakt tijdens een modeshow in het ge
bouw van de Koninklijke Britse Opera. De
voorstelling werd bijgewoond door de
koningin-moeder die spontaan applaudi-
seerde vóór de door Geraldine uitgevoerde
Cancan.
Deskundigen zijn van mening dat Geral
dine die al een jaar lessen volgt aan de
koninklijke balletschool, binnenkort in het
Britse nationale ballet verwacht kan
worden.
Advertentie
Smedestr. 43-45 Haarlem, tel. 11025
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
riep hij: „Mijnheer de president, iemand heeft de bank
beroofd. Kijk, daar komt hij! Die grijze mijnheer! Hij
heeft een daalder gestolen. Ik heb het zelf gezien.è.
Hij zweeg verbluft, want de portier schonk in het ge
heel geen aandacht aanzijn woorden. Integendeel; hij
groette de bankrover uiterst beleefd. „Waarom houdt
u hem niet tegen?" riep Panda verontwaardigd, toen
het tweetal ongehinderd het bankgebouw verliet. „Hij
heeft geld van de bank bij zich!" „Wel, wat zou dat?"
zei de portier. Nu gaf Panda het op. Hij had nooit van
het bankbedrijf verwacht, dat het een bankrover zo
lankmoedig en hoffelijk zou behandelen.
17. Panda rende de kluis uit en de heer Golderop
keek hem hoofdschuddend na. „Wat is dat arme knaap
je geremd!" riep hij uit. „Gelukkig dat ik mijn inner
lijke remmingen heb opgeheven door deze bankroof!"
„Ik vrees dat de daalder die u ontvreemd hebt niet
genoeg zal zijn voor al uw remmingen", sprak Joris
bezorgd. „Kom, ge moet u eens royaal uitleven. We
gaan terug naar de kluis...." „Ja, dat doen we!" riep
de bankdirecteur geestdriftig. „Maar niet in die verve
lende kluis. We gaan de stad in om ons uit te leven.
Ik heb er echt zin in!"
Intussen had Panda de portier gevonden en hijgend
62. Toen de voorzitter de arme cellist van het
podium had verwijderd, begon hij met zijn lezing.
Een lezing over vliegvleugelige insecten. „Dames
en Heren," zo ving hij aan.„Dit is een tropische
vlieg. De zogenaamde Synopsis Celebatus. Een tro
pische vlieg dus. Een b-b-b-bijzonder tropische vlieg.
Een ontzettend tropische vlieg. Een originele vl-vl-
vlopische trieg." De voorzitter begon te wankelen
en het publiek werd onrustig. Wat, was er aan de
hand? Was meneer Scabroso niet helemaal in orde?
„Wat kan die vlieg ons schelen riep hij. „Wat
gaat die vlieg ons aan? Zeg nou zelf. Lawe liever
een glaasje drinken." Het publiek verstijfde van
schrik en niemand begreep het ware van de zaak,
behalve tante Patent die zei: „O wee, het moraal-
hormoon is uitgewerkt bij meneer Scabroso!"
Daar stond hij, met een groot glas wijn in de hand
en hij scheen weinig lust te hebben zijn lezing voort
te zetten.