DOMINEE ZINGT DE BLUES
TANTE PATENT
(Vertaald uit het Deens)
door Grete Dölker-Rehder
1 8S)
Im
PANDA EN DE MEESTERSECRETARIS
Ons vervolgverhaal
ë'00. 10'
EEN COMPLETE MAALTIJD VOOR 135 CENTEN
A msterdams
x Allerlei
x
jsm
ÉH
È*J A,»
VAN DE SHOWBUSINESS naar de dienst des Heren en vice versa is slechts
een stap, althans in Amerika. Daar in God's Oun Country kent men diverse
lieden, die overdag kerkelijke arbeid doen, maar 's avonds als cabaretartiest,
zanger of danser op de planken van het amusementstoneel staan. Eén van hen
is de negerdominee Lonnie Sattin, een veelomstreden Baptistenpredikant die dit
kerkelijke ambt combineert niet een succesvolle carrière als blueszanger en in
heide functies steeds op een dankbaar auditorium kan rekenen.
AMSTERDAM telt enige honderden
restaurants. Weinigen zullen vermoeden,
dat het grootste restaurant tevens het
goedkoopste is en een topomzet boekt,
hoewel de prijs van een warme maaltijd
er slechts 1,35 is. Dat restaurant vindt
men achter een onopvallende gevel in
de Spuistraat cn de Amsterdammer kent
het slechts als „VGK", drie letters, meer
niet. Want voluit klinkt die naam niet
zo prettig: volksgaarkeuken. Ruim
negentig jaar geleden gingde Maat
schappij tot Nut van 't Algemeen tot de
oprichting van deze toen onontbeerlijke
instelling ovpr.
COPYRTGHT SWAN PYATURM SYNDICATE
de fijne Franse keelpastille A
ontsmet-verzacht
verfrist ,-T^3ez
r'i,v i,! A'E'fy' .-
>8
ïfESmÈ®mmiï&sS&
EIKE AGENA
1 Eike keek peinzend voor zich uit.
3 Toen zei ze warm en troostend: „Maar
van nu af aan heb je toch Tönis," en
de toon waarop ze het zei. verried:
3 van nu af aan heb je het kostbaar-
ste, wat er is, het jouwe kunnen noe-
3 men. Jurian Cordes knikte haar ern-
3 stig glimlachend toe: „Ja, moeder
3 Eike," zei hij hartelijk, „van nu af
3 aan zal ik je zoon bij me hebben, en
S sinds ik dat weet, is alles veranderd.
2 Je moet me goed begrijpen: vanmor-
3 gen ben ik van Norderland naar de
H witte Knee gewandeld, vol hartstocht
2 naar jou, vol verlangen naar Tönis en
3 vol bitter verdriet om Boi, mijn zoon.
3 Urenlang heb ik om jullie huis ge-
3 slopen als een dief, heen en weer ge
il lopen langs het strand, in de duinen
3 gezeten, ik kon niet weggaan en ik
f§ kon er niet toe komen, naar jullie toe
ij te gaan..."
3 Hij keek Eike aan, alsof hij een
3 verwijt verwachtte. Maar ze schudde
zwijgend haar hoofd en zei: „Precies
1 zo heb ik me altijd je terugkeer voor-
3 gesteld. Dikwijls ben ik bang geweest
3 dat je zou komen en weer weg zou
1 gaan zonder dat ik het wist."
Toen zei hij: „Ja, zie je Eike, ik
3 zou beslist ook wel zo weer wegge-
1 gaan zijn, als het wonder niet gebeurd
I was op de Fenner heide.
1 „Wat voor wonder?" vroeg ze.
En toen vertelde hij haar, hoe hij
I zich aangetrokken voelde tot de ko-
ningsgraven en daar plotseling de
3 geheimzinnige vioolklanken gehoord
3 had, en hoe hij ten slotte Tönis ge-
3 vonden had.
1 „Het leek, alsof een hand me daar-
I heen bracht," zei hij. Eike antwoord-
1 de: „Ja, ik heb ook al meermalen
dingen beleefd, die niet toevallig kon-
3 den zijn. Een hand was er dan een
onzichtbare hand.... Alsof je in de
2 mist loopt en voelt, dat iemand je
2 leidt...."
H Jurian Cordes antwoordde niet meer.
§j Beiden waren verzonken in hun ge-
3 dachten. Lange tijd zaten ze zo in de
grote stilte, waar alleen maar zacht
2 het zand knisterde in de lichte wind.
3 Toen legde Eike haar hand op haar
3 borst. „Mijn kind; zlei ze glimlachend,
„mijn kleine Kay. Ik moet naar huis.
5 Ze stond op, en doordat Jurian te-
=3 gelijkertijd opstond, vielen ze bijna te-
2 gen elkaar aan. Eike Taden hief haar
3 rechterhand op, als in een onwillekeu-
3 rige beweging van afweer; en ze trok
ook haar hoofd een beetje van hem
2 terug. Maar hij verroerde zich niet en
3 keek haar bijna hulpeloos aan, en
{3 daarom boog ze haar hoofd weer naar
hem. toe, keek hem aan met ogen vol
2 goedheid, legde even maar haar rech-
3 terhand op zijn schouder, liet ze lief-
kozend langs zijn arm omlaag glijden
2 en liep toen, in haar oude trotse
3 houding, langs hem heen, naar het
3 strand.
Zwijgend liep ze naar huis en pas
bij het pad, dat naar het huis leidde,
3 bleef Eike staan en vroeg:
2 „Ik zou liever willen, dat je nu direct
met Tönis naar Lissum gaat, Jurian
3 Cordes".
3 De professor verborg zijn teleur-
2 stelling niet, hij voelde zich een beetje
H als een naar huis gestuurde school-
3 jongen.
g „Ik had gehoopt, dat ik tenminste
g een paar dagen aan de witte Knee
3 mocht blijven," zei hij, hoffelijk als
3 altijd, maar toch met een beetje wre-
3 vel in zijn stem.
g Maar Eike schudde haar hoofd. „Het
3 gaat niet, Jurian Cordes. Ik kan je
H niet in huis vragen. Tyge Taden
g je weet het.
3 Maar de professor wilde het nog
3 niet opgeven, deze uren waren hem te
g kostbaar. „Heeft hij niet gezegd, dat
hij voor lange tijd weggegaan was?
1 Wil dat niet zeggen enkele weken, mis-
schien wel maanden?"
I Eike knikte:,,,Ja, dat heeft hij ge
il zegd. Maarze hief haar handen
1 op en speelde onrustig met de zilveren
ketting op haar borst: „maar, ik ben
g nooit zeker van Tyge Taden."
3 Langzaam liepen ze het pad op, en
toen ze bij het huis kwamen, zagen
g ze Tyge wijdbeens in de deur staan.
1 jurian en Eike schrokken onwille
keurig. Eike draaide zich om en keek
Jurian ernstig aan. i
ivf aar toen liep ze weer kalm ver-
der en zei, zonder boosheid, tegen Ty- g
ge: „Het verbaast me, dat je nu al g
weer terug bent, Tyge Taden, maar s
ik ben er blij om, want professor Cor-
des wil nu met Tönis Flor naar Lis- g
sum gaan."
Tyge verroerde zich niet. Hij gaf
geen antwoord en beantwoordde ook g
Jurians groet niet. Alleen zijn ogen
leefden. Die gingen vol ijskoude spot,
van de een naar de ander. g
Eike en Jurian stonden voor hem
en wisten niet, wat te doen. Ze vroe- g
gen zich af, wat Tyge nu weer uit-
broedde. Maar toen gebeurde iets on-
verwachts, dat door Tönis Flor ver- g
oorzaakt werd. Tönis die met zijn drie g
broertjes naar buiten wilde, naar zijn
moeder, zag de deur versperd door Ty-
ge. Hij duwde Kay, pijn jongste broer-
tje tussen de benen van zijn vader
door, en voor de drie volwassenen, die
daar zo dreigend bij elkaar stonden,
het gemerkt hadden, kwam nu het ene
lichtblonde kinderkopje na het andere
tussen de benen van Tyge doorkrui-
pen. Alle vier de kinderen, Tönis het
laatst, vonden ze de weg naar de vrij- 1
heid. Toen Tyge dat zag, barstte hij
in een bevrijdend lachen uit, greep g
de kleine dikke Askel beet aan zijn g
voeten en slingerde hem rond. Jurian E
Cordes hield zijn hart vast bij dat
kunststuk, maar de kleine scheen het
gewepd te zijn, want hij krijste van
plezier. Eike nam opgelucht de kleine
Kay op uit het zand, ging op de bank
voor het huis zitten en gaf hem de
borst.
Terwijl de professor er besluiteloos
bij stond en niet wist, wat hij zeggen
moest, giyg Tönis naast zijn moeder
zitten en vroeg: „Mag ik nu met va-
der Jurian naar Lissum gaan?"
Eike keek op en zei: „Ja, Tönis.
Trek je goede goed maar aan. Laat
opoe Aldje je een maaltje vis mee-
geven voor Moy. En ga dan direct
weg. Neem je viool mee. En breng
Jurian Cordes over de nieuwe weg
langs dé glooiing en over de sluis
naar Lissum. Hij kent die weg nog
niet. Het is verder dan door de Bocht,
maar veel mooier, zo langs het wa-
ter."
Tönis ging naar binnen. Tyge speel-
de met zijn jongens als een groot kind. j
Hij rolde met hen door het zand, ze
'klauterden over hem freed, la-chten en
juichten. Eike keek naar 't wilde spel
en glimlachte gelukkig, Jurian Cordes
stond een beetje aïzijdig, ham alles in
zich op en wist opeens heel duidelijk, j
dat het voor hen. en alle anderen be- j
ter was, dat hij zo spoedig mogelijk j
het Zouteiland verliet en er niet meer
terugkwam zonder dringende nood- j
zaak. i
Juist toen hem dat duidelijk gewor- j
den was en zijn besluit vaststond,
kwam Aldje Taden naar buiten, groet- j
te hem waardig en hing Tönis. die
haar, keurig gekleed en met de viool
kist in de hand. volgde, een zak over
de schouder, met wat voedsel voor on
derweg. Eike maakte hftar jurk dicht,
stond op en gaf de kleine Kay, die vol
daan ingeslapen was, aan zijn groot-
moeder over. De oude vrouw was
hardhorig, en wist niet zeker of ze wel
begrepen had, waar het om ging,
maar toch streek ze Tönis Flor over
zijn haar, knikte hem toe en zei'
„Zorg, dat je ons tot eer strekt."
Het was vreemd dat juist die vrouw,
die noch haar huis, noch het dorp
tot. eer gestrekt had. dit zei. Misschien
zei ze het wel omdat ze dat, wat ze
vroeger verzuimd had, nu *zo belang
rijk vond. In elk geval dacht Tönis
Fior later dikwijls aan dit woord van
Aldje Taden, en het was hem vaak tot
steun in ogenblikken, waarop het hem
moeilijk viel. de zijnen tot eer te strek-
ken.
Toen de grootmoeder met het,kind
het huis binnen was gegaan, liep Eike
Taden naar de professor toe en zei:
„Jurian Cordes, ik had zo gedacht dat
jullie, voor je naar Duitsland vertrekt
nog een keer hier komt met de Haul-
sens en Severin als je wilt.
Ze zei het aarzelend en keek hem
daarbij vragend aan.
(Wordt vervolgd) 3
DOMINEE SATTIN preekt weliswaar
met iedere zondag in zijn parochiekerk
de First Congregational Church van Mount
Vernon, een der welvarendste voorsteden
van New York City maar als hij op
de kansel staat, is de dienst altijd bijzon
der druk bezocht. En datzelfde geldt voor
zijn optreden in cabarets „van kust tot
kust" waar hij op het ogenblik als een
der topattracties fantastische honoraria
bedingen kan. En hoewel hij er geen rucht
baarheid aan geeft, is het bekend, dat hij
een groot deel van zijn verdiensten als
jazz-zanger wegschenkt voor liefdadige
doeleinden binnen en buiten zijn eigen ge
meente. Hij is de laatste jaren opgetreden
in allerlei befaamde nachtgelegenheden:
het Eden Roe Hotel in Miami Beach, de
Ei Morocco in Montreal, de Celebrity
Club in Philadelphia, en tal van dure
„clubs" in Las Vegas, Mexico en Zuid-
Amerika. Voor de televisie is hij onder
andere verschenen in de Ed Sullivan-show,
het Jack Parr-programma en in vele solo
recitals, terwijl hij bovendien in zijn genre
een der meest-„verkochte" grammofoon-
platensterren is.
Natuurlijk is er op dit alles veel critiek
gevolgd van collegae-predikanten, maar de
deken van zijn eigen gemeente, reverend
Robert G. Davis, steunt „zijn" Lonnie Rin
woord en daad waar dat maar mogelijk
i|, ^ié#gr geval heeft hij ervoor ge
zorgd, dat onze kerk weer vol is, zegt
ds Davis met ontwapenende openhartig
heid „en dat er vol aandacht naar de
preek geluisterd wordt."
LONNIE SATTIN werd geboren in
Jacksonville, Florida, als zoon van een
Baptisten-dominee. Toen hij twee jaar
was, verhuisde het gezin naar Philadel
phia waar Lonnie de middelbare school
afliep en rechten ging studeren op Temple
University. Later schakelde hij om op de
theologie, waarin hij als een der besten
van zijn jaargang afstudeerde. Reeds als
kind had hij een opvallend krachtige stem
met een enorme omvang: hij beheerste
zowel het register van een sopraanstem
als hoge baspartijen. „En het gekke is, dat
mijn stem nooit „omsloeg": zij werd al
leen maar steeds dieper naarmate ik
ouder werd zegt hij. Nu is zijn stem
die van een riton, met een omvang van
drie octaven en, volgens zijn critici, een
prachtig warm blues-timbre.
LONNIE SATTIN maakte zijn debuut als
jazz-zanger in een exclusief striptease-
cabaret op Sunset Boulevard in Los An
geles, „Jim Dolan's Café-Gala", won een
prijs van duizend dollar op een concours
van de Philadelphia Academy of Music
voor folklore- en „gospel-sirigers'' en zag
daarna zijn ster snel rijzen. Grammofoon
platenmaatschappijen, musichalls en
nachtclubs overstelpen hem thans met
aanbiedingen en zelfs in het walhalla van
de show-business, New Yorks Broadway,
is hij op het ogenblik een der meestge-
zochte artiesten, met onder andere een
hoofdrol in twee grote musicals op zijn
creditconto.
MAAR ALLE succes heeft Lonnie Sat
tin niet het hoofd op hol gebracht. In zijn
Advertentie
Driemaal dominee Sattin. Boven
links tjjdens de preek op de kansel.
Rechts: tussen de showgirls in een
nachtclub en (hiernaast) met zijn
kinderen in de tuin van zijn villa
op Mount Vernon Heights, New York.
riante villa in' Mount Vernon leeft hij,
eenvoudig en gelukkig, met zijn vrouw en
zijn twee kinderen, de achtjarige Parthe-
nia en de zesjarige Louis. En verder
werkt hij heel hard voor zijn parochianen,
gaat op huisbezoek, troost en geeft raad
als iedere andere dominee. Iedereen vindt
hem een patente kerel en niemand mis
gunt hem zijn succes in de wereld, ja
zelfs van zijn concurrenten op de nacht
clubpodiums hoort men geen kwaad woord
over de „zingende dominee". Maar een
druk leven is het wel. Soms staat Lon
nie 's ochtends om negen uur alweer op
de preekstoel, een uur of vier nadat hij,
temidden van de chrorus girls en de strip-
sters, zijn laatste blues in een nachtpro
gramma gezongen heeft.
DE INRICHTING van het eetlokaal is
natuurlijk niet te vergelijken met die van
de gerenommeerde restaurants, maar de
armen die hier vroeger jaren kwamen
eten in de dertiger jaren kreeg men
hier -een complete maaltijd voor dertig
centen hadden daar ook geen oog voor.
De tegenwoordige klanten trouwens ook
niet. Men weet dat men niet behoeft te
betalen voor fluwelen gordijnen, zachte
stoelen en de winst van de ondernemer.
Men betaalt alleen de kostprijs van dc
maaltijd en in 1948 was dat nog maar 85
cent. Sindsdien hebben de gestegen onkos
ten de prijs doen stijgen tot 1,35 en dat
is voor een degelijke, prima bereide maal
tijd waarempel niet te duur. Denkt u nu
niet, dat de V.G.K. een verzamelplaats
is van zwervers, schooiers en aan lager
wal geraakte dronkaards. Dc klanten zijn
keurig-geklede arbeiders en kantoorbe
dienden, meest vrijgezellen die op een ka
mer wonen en voor wie het dagelijks be
zoeken van een commercieel restaurant
boven de begroting gaat. Er komen per
dag ruim 500 pnensen eten en dat bewijst
wel, dat de volksgaarkeuken beslist niet
uit de tijd is, maar nog in een behoefte
voorziet.
Van Goghmuscum: eerste fase
In de Paulus Potterstraat, in Amster
dam is op een drietal bomen een biljet
geprikt. Hiermee is een begin gemaakt
met de verwezenlijking van het rijksmu
seum Van Gogh. Want op die biljetten
staat te lezen, dat het gemeentebestuur
van plan is, zeven kapitale villa's te ont
eigenen ten behoeve van de bouw van het
museum. Er zijn mensen, die zo'n aan-
plakkerij niet netjes vinden en menen,
dat het stadsbestuur vriendelijk bij de
eigenaars moet aankloppen om te gaan
onderhandelen over de verkoop en af
braak van de huizen.Maar die kennisge
ving aan de bomen is een zaak, die bij
de wet is geregeld. Zij verwijst naar de
stukken, die ten stadhuize ter inzage lig
gen en die betrekking hebben op de ont
eigening.
In een volgende fase komt de onderhan
deling aan bod en zal men trachten, met
de eigenaars tot een minnelijke schikking
te komen. Hopelijk zal er geen gerechte
lijke onteigeningsprocedure aan te pas ko
men, die vrij langdurig kan zijn en de
bouw van het Van Gogh-museum aanzien
lijk zou vertragen.
Studentententen
In juni van dit jaar heeft een aantal
studenten met speciale toestemming van
de hoofdcommissaris van politie enige da
gen op de Dam in tenten gekampeerd. Zij
wilden hiermee aandacht vestigen op de
kamernood bij de studenten. Het resultaat
van de actie was, dat er zegge en schrij
ve 90 aanmeldingen van verhuurders kwa
men. En dan te denken, dat er niet min
der dan 7.500 studenten van de universi
teit van Amsterdam als kamerzoekenden
staan ingeschreven. Dit aantal moet eigen
lijk worden verhoogd met een onbekend
aantal kamerzoekende studerenden bij de
Vrije Universiteit. Geen wonder, dat in
het jaarverslag 1961/1962 van de Algeme
ne Studenten Vereniging Amsterdam
(A.S.V.A.) van grote ongerustheid wordt
blijkgegeven.
Zoals studenten betaamt doet men dat in
eigen taal: „In de afgelopen jaren is ge
bleken, dat het aanbeveling verdient het
Amsterdamse publiek er van tijd tot tijd
op te wijzen, dat het voortbestaan van de
ze stad als broedplaats der wetenschap
voor een groot deel afhangt van de be
reidwilligheid om niet gebruikte vertrek
ken rendabel te maken". Als het publiek
daaraan geen gevolg geeft zullen de Am
sterdamse studenten misschien nog wel
eens echt in tenten hun tenten moeten op
slaan.
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie ML G. Schmidt
en Fiep Westendorp
18. Panda verliet verontwaardigd het bankgebouw. Hij
had duidelijk gezien, dat er een diefstal gepleegd was
en hij was niet van plan om het er bij te laten zittgn.
Daarom volgde hij Joris en de grijze heer totaat ze een
groot restaurant binnengingen. „Nu gaan ze vast die
gestolen daalder verbrassen!" mompelde hij terwijl
hij postvatte bij de terrasdeuren. „Wel, mijnheer Pan
da," hoorde hij de heer zeggen, „we gaan ons dus uit-
zich uit door alles te doen, waarin men zin heeft,"
onderwees Joris en aangezien hijzelf zin had in eten,
bestelde hij en uitgebreide maaltijd. De directeur ech
ter bestelde iets, dat hij anders nooit kreeg en dat
was een ijsje. Helaas, het viel hem tegen, want de por
tie was te groot vooriemand die niet geoefend was in
het eten van ijs. Doch na de eerste teleurstelling schoot
hem een andere manier te binnen om zich uit te le
ven. Iets, dat hij ook tltijd graag had gewwild, maar
nooit had gedurd. Hij prikte zijnijsje op een vork, hief
het op en mikte op een deftige dame aan een naburig
tafeltje. Panda zag het en hij schrok ervan. „Die bank
rover is tot alles in staat," mompelde hij en rende naar
binnen. „Mevrouw!" riep hij. „Pas op! Kijk uit!" Daar
had de dame echter geen tijd voor. Een portie ijs, ver
sierd met ananas en aardbeien, trof haar midden in het
gelaat.
Laat de Jongeren Lampekappen maken, dan verge
ten zij de straat!' Na deze zin begon mejuffrouw
Lola te veranderen. Het leek wel of ze twijfelde
aan haar eigen woorden. Ze keek rchalks de zaal
in en tot grote schrik van het publiek wierp zij haar
keurige mantelpak af, kleedde zich in enkele lampe
kappen en begon te dansen, terwijl de voorzitter
vrolijk met serpentines gooide.
63. Gelukkig kwam nu de volgende spreekster het
podium op, zodat er een zucht van verlichting door
het zaaltje ging. Het was mejuffrouw Lola, de voor
malige Zwarte Lola, die vroeger gedanst had in een
Bar, maar nu Sociaal Werkster was en een lezing
hield over Lampekappen en Ongegrepen Jeugd. Het
Was een interessante voordracht, althans in het begin.
„Wij moeten de Jeugd Bezig Houden," riep ze.
„Dan leert men de Jeugd Verantwoordelijk te zijn.