Gevechtsrantsoenen voor de
soldaat worden al beter
Prof. P. J. Elling overleden
Tram in Amsterdam
wordt weer duurder
Zeven doden bij
oproer in Paarl
Baddoeken
Zakdoeken
SFE0IAAL
SINT-NIC0LAAS
Tafellakens
Ontbijtlakens
Stofdoeken
Washandjes
Zoals men de man
aan zijn kleren kent
UUNÜERDAG 2 2 NOVEMBER 1962
13
Nieuwe medische
en populair.
wetenschappelijke
uitgaven
Burgemeester van Alkmaar
stelt Italianen gerust
Een kilo lichter, maar 5 duurder
Geschenkentip
Satin feutre
JONGEJANS
Geschenkentip
twin-sets
JONGEJANS
voor
mooie verpakte
Geschenkentip
nylonkousen
JONGEJAN5
Geschenkentip
kinderpyjama's
JONGEJANS
Geschenkentip
kindermaillots
JONGEJANS
LIEFDE IS EERLIJK" door P. E. C.
Quanjaard. Uitg. Lannoo, Tielt/Den
Haag. Beschouwingen over parasieten in
dc tuin der liefde.
Gegroeid uit een causerie, voor stu
denten gehouden, behandelt dit boek de
stelling, dat de liefde tussen verloofden
en gehuwden gelijk een tuin door
voortdurende zorg onderhouden moet
worden om zijn schoonste vruchten op
te leveren. Er is veel onkruid in de
tuin en het wieden is een taak van bei-,
de partners. Het boek werkt deze opzet
in details uit en hierbij maakt de
schrijver gebruik van zijn dagelijkse
ervaring, als advocaat, met mensen die
deze taak opgegeven hebben en tot
scheiding willen overgaan, naast zijn
eigen ervaring van echtgenoot en va
der. Vanuit deze gegevens ontwikkelt
hij in de hoofdstukken van het boek ge
leidelijk het gezichtsvermogen van de
lezers, zodat zij het onkruid zien en er
iets aan kunnen doen. De verlovings
tijd is de tijd om eikaars gedachten
over de belangrijkste levensvragen te
leren kennen. De plaats waar men el
kaar ontmoet zij bij voorkeur het
ouderlijk huis. Het biedt gelegenheid
tot het waarnemen van eikaars gedrag
ten opzichte van andere huisgenoten.
Zijn er verschillen in opvatting dan is
juist deze verlovingstijd ervoor om te
zien of ze overbrugbaar en verenigbaar
zijn. Aan de hand van dagelijkse voor
vallen illustreert de schrijver de nood
zaak om de dingen eerlijk te zien en
vooral aan de eigen tekortkomingen op
de eerste plaats te denken. Wij allen
kennen de mug die een olifant wordt
door 'n ver,blinding voor de eigen fou
ten, in het allereerste begin van het
conflict. Het hoofdstukje „De sneeuw
bal" geeft daar een uitgebreid voor
beeld van. Een aardig*boekje voor ver
loofden en gehuwden.
..Oud worden als levensvoleinding in
deze tifd" door prof. dr. Albert Krieke
mans. Uitg.
«SS
Lannoo Tielt/Den Haag.
OP VERZOEK publiceerde de schrij
ver zijn tekst van drie televisiecause
rieën. De moderne mens bereikt een
hogere leeftijd dan vroeger. Deze winst
in jaren moet ook een wint in mense
lijk geluk opleveren. Het is daartoe no
dig dat wij onze gedachten er bijtijds
aan wijden. Want ieder krijgt de ouder
dom waarvan hij op zijn middelbare
leeftijd de basis gelegd heeft. Er zijn
natuurlijk algemene biologische ken
merken aan de ouderdom te onderken
nen, die men dus bij alle bejaarden
kan opmerken, maar daarnaast ziet
men dat eenieder zijn eigenaardige
ouderdom heeft. De schrijver rang
schikt zijn gedachten in drie" Hoofdstuk
ken: oud worden in deze tijd oud
worden in het gezin en tenslotte oud
worden als persoonlijke ervaring. We
treffen overal bijzonder waardevolle
overwegingen. Enkele ervan willen wij
eruit lichten. De ouderdom is voor ons
een probleem geworden, omdat wij in
een stadscultuur leven. De bejaarde in
een agrarische cultuur vond makke
lijker een zinvolle arbeid, gemakkelij
ker ook het samenleven met de jonge
re generatie. Minder zwaar werd. hij
getroffen door verlies aan inkomen en
sociaal prestige, dat de moderne werk
nemer bij zijn pensioen plotseling er
vaart. Het genieten der vitaliteit en de
jeugdjaren is in onze tijd tot een cultus
verheven, wordt overgewaardeed. Daar
door kan de ouder wordende minder
duidelijk de schone zin der ouderdom
zien en levenwijsheid veroveren. Daar
naast komt de angst door de jongeren
verdreven en opgejaagd te worden,
voortvloeiend uit het competitie-karak
ter van onze samenleving.
Oud worden in het gezin behandelt
het samen oud worden van man en
vrouw met zijn verschillende vreugden
en moeilijkheden, het verlies van de
partner, de verhouding tot kinderen en
kleinkinderen", broers en zusters. Over
de dankbaarheid van kinderen, een
punt waarover veel verwijten gehoord
worden, als zij ontbreekt, zegt de
schrijver: de ouders mogen niet reke
nen op echte dankbaarheid, het is een
genade, afhankelijk van de persoonlijk-
heidswaarde van de kinderen, en deze
is weer een vrucht van de opvoeding
die de ouders gaven en de echte liefde
die zij schonken. Want niet alle ouders
hebben hun kinderen onvoorwaardelijk
liefgehad.
Over het oud worden als persoonlijke
ervaring merkt de schrijver op: ouder
dom is niet een verloren jeugd, maar
een nieuwe bestaanswijze met als op
gave, de volheid van ons menszijn te
verwezenlijken in een toestand van li
chamelijk verval en verlies van maat
schappelijke rollen. De bejaarde zal
door zijn leeftijd met het centrale pro
bleem van ziekte en lijden, dat hem
vaker treffen zal, klaar moeten komen
Hierbij speelt de levensopvatting de
hoofdrol. De schrijver verwoordt hier
het christelijk-humanistisch standpunt
op een briljante wijze, waar hij zich
meet met Sartre's visie. „Men moet
het lijden zin geven door het te wijden
tot offer". De bejaarde zal zich een ge
zindheid moeten vormen tegenover het
leven-dat-met-de-dood-eindigt.
Een uitgebreide litteratuurlijst besluit
dit waardevolle boekje, waarvoor wij
ook de aandacht van de jongeren wil
len vragen. De uitvoering van het boek
je is voortreffelijk.
MENSEN KENNEN en begrijpen
loor dr. S. J. Vies. Uitg. Varia-reeks,
1. J. A. Ruys, Amsterdam.
Temidden der stroom van psycholo
gische boeken valt dit rustige boekje
gunstig op. Het is zo weinig nadrukke
lijk geschreven, dat de kans bestaat
dat men over wezenlijke opmerkingen
heenleest. De oorsprong van de behoef
te aan psychologische instructie brengt
de schrijver in verband met de angst,
die elke ontmoeting met de medemens
oproept. We kunnen hiervan een indruk
krijgen, wanneer we ons even voorstel
len een primitieve gemeenschap binnen
te gaan. Ook in de ons bekende wester
se cultuurkring ervaren we déze on
zekerheid en angst. Een van de midde
len om die te bestrijden is de magie,
het dragen van amuletten, het raad
plegen van de waarzegster, de astrolo
gen of de astrologische rubriekjes in
de weekbladen. Het gedrag moet beoor
deeld worden in de verschillende mi
lieus. Een mens gedraagt zich anders
in zijn gezin, zijn werk en het z.g. der
de milieu. Bij de uitdrukkingswijze
wordt door de schrijver voortdurend de
aandacht gevestigd op de meerzinnig
heid van het waargenomene. De over
schatte grafologie kan, mits voorzich
tig en wetenschappelijk gehanteerd en
in verband gebracht met andere onder
zoekmethoden een van de hulpmiddelen
zijn bij de beoordeling van de mens.
Deze wijze van zien maakt dat men
behoedzamer wordt in zijn oordeelsvor
ming. Dit is ook de waarde van het
boekje.
RESEARCH ETHIEK", een reeks
voordrachten, gehouden in het Philips-
laboratorium, Uitg. Bohn, Haarlem.
Sinds de atoombom viel, is de ver
antwoordelijkheid van de wetenschaps
man op een extreme wijze binnen de
aandacht van eenieder geraakt. Was
het vroeger mogelijk, de wetenschap
schuldig te stellen en als duivels te ka-
rakteriseren en uit t.e. bannen, thans is
ons leven onverbrekelijk met de we
tenschap vergroeid: het is een onmis
bare voorwaarde geworden. Door de
techniek is de aarde bewoonbaar ge
worden voor talrijker miljoenen dan
vroeger. Investering en research is niet
alleen een taak van een enkele indus
trie, maar een nationale taak. De cij
fers voor Duitsland per hoofd berekend
zijn bijzonder typerend en teleur
stellend: 10 mark voor de bioscoop. 124
mark voor de alcohol en maar 80 pfen
nig voor wetenschappelijk onderzoek,
per jaar.
Het probleem voor de wetenschaps
man begint waar zijn vrijheid om zijn
ontdekking mee te delen aan anderen
wordt weerstreefd door industriële of
politieke belangen; of waar hij inziet
dat de praktische toepassingen vernie
tigend. muterend dat wil zeggen de
erfelijke eigenschappen beïnvloedend
of vrijheidsberovend (bijvoorbeeld che
mische stoffen die de psyche kunnen
aantasten) zullen zijn.
In het natuurkundig laboratorium
van Philips werd vorig jaar onder de
titel „research en ethiek" door vier in
leiders gesproken. Twee van hen zijn
medewerkers van het laboratorium, dr.
J. C. Dippel en dr. J. Voogd, en twee
inleiders van buiten om eenzijdigheid
te vermijden, prof. dr. ir. H. van Ries-
sen en dr. R. kwant. Na een inleiding
van een uur door welk van deze spre
kers, werden door acht discussiegroe
pen uit de medewerkers van het labora
torium vragen opgesteld, welke in le
zingen van wederom een uur door de
sprekers beantwoord werden. Zich ver
diepend in de lectuur hiervan ziet men
gaandeweg de problematiek groeien.
Van Plato tot Sartre. Geiger. Barth en
Jaspers wordt de filosofie erbij betrok
ken, en de betekenis van het christen
dom gepeild. Een buitengewoon boeiend
werk.
HARTKWALEN" door Eugene B. Alo-
zes, Uitg. Prisma, Het Spectrum,
Utrecht.
DIT BOEKJE met zijn veel juistere
Amerikaanse titel „Living beyond your
heartattack", behandelt in de finesses
de aandoening die men een hartaanval
noemt, een afsluiting van een deel der
kransslagaderen, de voeding der vaten
voor de hartspier. Het zwijgt over
alle andere mogelijke aandoeningen
van het hart. Het vertelt wat men na
de aanval moet en kan doen en dat is
vrijwel alles; alleen in een wat gema
tigder tempo. Men vindt er allerlei in
formatie in over anti-stollingsmiddelen,
de armstoelbehandeling na de aanval,
de betekenis van voeding, aard van
het werk en roken.
Het is een vaststaand feit dat li
chaamsbeweging een belangrijke rol
speelt, vooraf, d.w.z. men ziet minder
hartaanvallen bij mensen die veel li
chamelijk werk verrichten, en ook na
de aanval, waarbij langzaam opgevoer
de beweging gunstiger is dan angstig
vermijden van elke inspanning.
Op de achterkant van het boekje ziet
men tot zijn verbazing, dat de schrij
ver geen hartspecialist is, maar een
gynaecoloog die zich spec;aliseert in de
forensische geneeskunde, hetgeen de
waarde van het boekje niet minder
maakt.
„PALLADIUAI-REEKS", uitg. W. de
Haan, Zeist/Van Loghum Slaterus, Arn
hem.
DE STROOM van pocketboekjes doet
soms verlangend uitzien naar een beter
verzorgd boek. Tegelijkertijd is men
door de prijs der pockets wat aarzelend
geworden ten opzichte van de grotere
uitgave die het lijvige, gebonden boek
meebrengt. Om de wens te vervullen
en de aarzeling te doen overwinnen
brachten de uitgevers deze nieuwe
reeks van zogenaamde „paperbacks"
met omslagontwerpen van G. de Haas.
Thans liggen de eerste vijf exemplaren
voor ons.
Het eerste is de zevende druk van
de „classic" van dr. I. M. van der
Vlerk en dr. P. H. Kuenen „G e h e i m-
schriften der aarde". Een bij
zonder overvloedig geïllustreerd boek,
waarin de drie onderdelen „De taal der
stenen", een inleiding in de geologie,
„De geschiedenis van het leven", de
ontwikkeling van planten en dieren, en
tenslotte „De geschiedenis der aard
korst". Het is bedoeld om belangstel
lende leken het verhaal van de aard
korst te vertellen. Het niveau is echter
zo, dat het voor universitaire studie als
inleiding gebruikt kan worden. Ook in
deze nieuwe druk werden verbeteringen
en veranderingen aangebracht.
Van het bekende en gewaardeerde
„E uropese Geest" onder redac
tie van dr. W. Banning en dr. J. D
Bierens de Haan verscheen een vierde
druk. Geschreven in 1938 als een sa
menbundeling van visies op de Euro
pese geestescultuur heeft het ook thans
nog een zeer grotte waarde. Een nieuw
hoofdstuk, geschreven door prof. dr. C
A. van Peursen, geeft een heldere sa
menvatting van de moderne wijsbe
geerte der laatste vijfentwintig jaar.
Het boek reikt dus van de Griekse en
Romeinse denk- en cultuurwereld tot
aan de moderne wijsgerige stromingen.
IN de „Biografie van de Fy
sica" geeft prof. dr. G. Gamow een
samenvatting van het natuurkundig
denken van Pythagoras, Galileï en
Newton naast de thermo-dynamische
theorieën, de elektriciteitsleer, de rela
tiviteitstheorie, quantummechanica en
atoomtheorie. De laatste decennia wer
den door de Russische-Amerikaanse ge
leerde zelf beleefd. Put hij in de begin
periode uit dagboeken, biografieën en
brieven van de ontdekkers van de
baanbrekers der laatste periode tekent
Gamow persoonlijke herinneringen en
anekdotes op. Een behoorlijke rest van
natuurkundige kennis is voor het genie
ten van dit boek noodzakelijk.
Van dr. W. Brede ICristensen ver
scheen „Symbool en Werkelijk-
h e i d". een uiteenlopende verzameling
van artikelen en lezingen. Men treft er
in aan een herdenkingsartikel over
prof. Kunen, een toespraak tot studen
ten, artikelen over het offer en de
Osiris- en Mithras-mysterieën, naast
andere.
„Antiek in Nederland" van
dr. Anne Bêrendsen verscheen, over
stelpend geïllustreerd met 280 fotogra
fische afbeeldingen van de voorwerpen
waarover het boek handelt. De tekst is
zeer boeiend. Na een overzicht van ma
terialen en hun bewerkingen waarbij
de schrijfster de voorkeur in de Neder
landse volksaard voor het eikenhout,
aardewerk, damast en zilverwerk
noemt, volgt een beschouwing over de
periode van 1450 tot 1820, de toenemen
de welvaart der derde stand, vindt zijn
uitdrukking in de dingen waarmee deze
zich dagelijks omringt. Er vindt een
psychologische verandering plaats, in
vloeden van buiten versterkt door emi
granten uit Frankrijk doen de stijlen
in de eeuwen, hier besproken, elkaar
opvolgen. Het is een boeiend overzicht
geworden met tal van aardige bijzon
derheden. Het blijkt bijvoorbeeld dat
de middeleeuwse mens goed gewassen i
was en dat pas in de eeuw der Lode-
wijken de mens vuil geworden is; dat
drinkglazen aan tafel onderling ver
schilden en dat eerst tijdens Lodewijk
XIV zij een deel vormden van een stel.
Aanvankelijk werden boeken opgebor
gen in een zakje. In Frankrijk was het
een tijdlang gewoonte de titel op de
achterzijde van de band te drukken
omdat deze naar onze begrippen
ondersteboven op de tafel plachten te
liggen. Ook werden de boeken een tijd
lang met de snede naar voren in de
boekenkast gezet.
Steeds zoekt de schrijfster verband
tussen de geestelijke instelling en de
voorwerpen-uit-'t-dagelijks-leven. Het
is een esthetisch hoogtepunt uit deze
reeks, waarvan de eérste vier delen
voornamelijk aan het intellect appel
leren.
De versieringslust van de uitgever ging
zover dat hij zelf de binnenzijde der
omslagen niet onbedrukt kon laten.
Naar onze mening een bijzonder ge
slaagde nieuwigheid die past in de uit
stekende typografische verzorging van
het geheel.
ons huidige lichaam een ander is dan
dat van onze voorouders, dat het zelfs
een verlaten lichaam is. Deze vrij een
voudige stelling wordt door een mach
tige apparatuur geschraagd.
Het boek is rijk geïllustreerd, met
de meest uiteenlopende afbeeldingen
uitgespannen tussen de val van Icarus
geschilderd door Brueghel, en de af
beelding van hetzelfde gebeuren, ge
schilderd door Picasso. Daartussen
treffen we afbeeldingen aan van „Hei
lige Harten", reprodukties van schilde
rijen van Rubens en Rembrandt, een
afbeelding van Harvey, en onder ande
re ook een foto van een naakte Duitse
krijgsman met helm en rugzak en niet
te vergeten geweer: „Feuerstellung bei
vollem Gepack" als titel dragend. Het
is een afbeelding behorend bij zwaarte
punt- en zwaartelijn-beschouwnigen
Nadat mmen zo enige tijd nieuwsgierig
in 't boek heeft rondgebladerd en blijft
bladeren, begint men zich af te vragen
hoe de schrijver dit alles weet te ver
enigen tot één geheel en dat is ons eer
ste punt van waardering: de composi-
.tie is bewonderenswaardig.
Men merkt wel als bijzonderheid op
wat wij zouden willen noemen: de
zwelling van het detail. Wij willen
daarvan een voorbeeld geven. In het
hoofdstuk getiteld „Het hart in een
zwaar lichaam" is een schilderij van
Harvev afgebeeld dat dient als uitgangs
punt. Eerst wordt uitgeweid over het
boekwerk, waarop de vinger van Har
vey rust, dan volgt een beschouwing
over de kerk op de achtergrond van
het schilderij, het blijkt een specimen
van barokstijl en als zodanig beheerst
door de „Unruhe des Werdens". Via
beelden, afbeeldingen van weer een
andere kerk komen we op de kwalifi
catie van Wölfflin: „Massigkeit
und Bewegung sind die Prinzipien des
Barokstils". En zo komen we op de
trap van de Jezuïetenkerk te Rome, II
Gesu. Daar is de zwaartekracht haar
heerschappij begonnen. In 1665 kwam
de massa te Londen aan en Newton
behoefde slechts naar zijn pen te grij
pen. Vandaar naar het zware aardse
lichaam, waarbij specimina van Rem
brandt en Rubens beschreven worden,
en via nadere voorbereiding volgt dan
als conclusie: Vesalius moést snijden,
Harvey moést een circulatie vaststel
len. Voortdurend heeft de schrijver de
neiging het detail uit te putten, hij is
een detaillist, een „fouilleur des dé
tails". En zo kan het gebeuren dat de
lezer de draad van het betoog verliest.
Vandaar dat het boek pas op de lange
duur doorzichtiger wordt. Alhoewel
aanvankelijk vermoeiend blijkt het op
de duur boeiend. Geleidelijk aan zien
we het lichaam verlaten worden, het
geen de schrijver adstrueert met filoso
fische beschouwingen, psychologische
uitspraken, artistieke voortbrengselen.
Tenslotte belanden we op het strand.
En de beide bolle baadsters van Geor
ges Rohner geven de rhetor en mora
list zijn laatste beschouwingen in de
mond. Hij stelt hun „ups" en „peps"
nog even misprijzend tegenover de
voeding'der trappisten. Hun volle leeg
heid of lege volheid geeft hem aanlei
ding aan te sporen tot een nieuwe be
zieling van het verlaten lichaam. En
hierbij sluit hij aan en herinnert aan
de situatie van de arts die zijn 7Ö-jari-
ge patiënt niet kon overtuigen tot zie
kenhuis-opname. zoals men weet het
begin van het eerste deel. Het is een
boek waarin men na een jaar nog
leest. Een betere kwalificatie lijkt ons
niet mogelijk.
Op 65-jarige leeftijd is dinsdag in Utrecht
overleden prof. P. J. Elling, een onzer be
langrijkste architecten en buitengewoon
hoogleraar aan dc Technische Hoge School
te Delft. Van talrijke bekende bouwwerken
is hij de ontwerper geweest, onder meer
van grote radioproecten in Hilversum. Zo
is zijn naam verbonden aan de uitbreiding
van de VARA-studio's en de bouw van Ra
dio-City aan de Insulindelaan.
Toen prof. Elling aan het begin van zijn
carrière stond weigerde hij opdrachten
uit te voeren, die niet met zijn opvattingen
over het zogenaamde „nieuwe bouwen",
een uit de nieuwe zakelijkheid voortgeko
men stroming, strookten. Uit die begin
periode dateerde een hechte samenwerking
met de inmiddels overleden schilder Bart
van der Leek. Na de tweede wereldoorlog
associeerde de heer Elling zich met de la
tere Amsterdamse stadsbouwmeester Mer-
kelbach. Samen maakten zij het ontwerp
voor de eerste uitbreiding van het studio
complex van de VARA. Na het overlijden
van Merkelbach werkte prof. Elling alleen
aan de verdere uitbreiding ervan. Het zen
dergebouw te Lopik is eveneens ontspro
ten aan de samenwerking Merkelbach-El-
ling.
Het thans in aanbouw zijnde stations-
postkantoor te Amsterdam is ook een ont
werp van hem. Andere bekende projecten
van Elling zijn het Rijnhotel in Rotterdam
het nieuwe Jaarbeursgebouw aan 't Vree
burg te Utrecht en de uitbreiding van Ket-
jens' Zwavelzuurfabrieken. In Het Gooi
heeft de heer Elling, die in 1957 tot bui
tengewoon hoogleraar werd benoemd, ta
melijk veel gebouwd in de villa- en land-
huizensector. Zijn beste werk in deze sec
tor van voor de oorlog is waarschijnlijk
wel een woning aan de Joelaan in Hilver
sum. Na de oorlog bouwde hij in Blaricum
nog enige landhuizen, die door hun stijl
opvielen. Representatief voor de samen
werking tussen hem en Bart van der Leek
is stellig de verbouwing van 't flatgebouw
in 't Carltongebouw te Amsterdam. De ter
aardebestelling heeft vanmorgen (donder
dag) in alle stilte op de algemene begraaf
plaats te Laren plaatsgevonden.
Naar aanleiding van het conflict, dat
zich te Alkmaar tussen een groep bewo
ners van het woonwagenkamp en een aan-
tal Italianen heeft voorgedaan, heeft de
burgemeester van de kaasstad, mr. H. J.
Wytema, zich met een communiqué tot de
jongeren en hun ouders alsmede tot de
in Alkmaar werkende Italianen gericht.
De burgemeester wijst daarin op de
moeilijkheden voor allen die in een vreemd
land werken, onder mensen die zij niet
verstaan, waarbij .conflicten niet zijn uit--
gesloten. Het conflict in Alkmaar wekt bij
allen deernis op met de familie, die een
zoon en broer heeft moeten missen. Maar,
zo zegt de burgemeester in zijn commu
niqué, zich speciaal tot de Italianen rich
tend: de gewoonte van bloedwraak past
niet bij onze volksaard.
Mr. Wytema stelt uitdrukkelijk vast dat
iedereen in Nederland gelijke bescherming
geniet en dat er bij het handhaven van
de orde en het beschermen van persoon
of goed geen onderscheid wordt gemaakt
tussen vreemdelingen en Nederlanders.
De vrees, na het gebeurde van vrijdtg
in Alkmaar bedreigd te worden en niet
meer veilig te zijn, is daarom ongegrond.
De burgervader spreekt zijn waardering
uit voor de prestaties van de Italiaanse
arbeiders in Alkmaar, die zelf ook geen
klachten hebben over hun werk, hetgeen
hij verheugend noemt. Met klem doet mr.
Wytema ten slotte een beroep op de jon
geren in Alkmaar en op hun ouders om
de goede verstandhouding met de arbeids
krachten uit Italië te handhaven.
De Italiaanse consul-generaal te Amster
dam, de heer G. Contarini, heeft naar aan
leiding van het conflict tussen een groep
woonwagenbewoners en een aantal Italia
nen een bezoek gebracht, aan Alkmaar.
De heer Contarini heeft met verscheide
ne gemeentefunctionarissen en met de of
ficier van Justitie, jhr. mr. A. J. Reigers
man, contact gehad. Ook heeft hij met de
in Alkmaar werkende Italianen over het
gebeurde gesproken. Besloten is zonodig
maatregelen te nemen om een herhaling
van het gebeurde te voorkomen.
De Nederlandse strijdkrachten hebben op het ogenblik gevechtsrantsoenen
die sinds 1951 slechts vijf percent in prijs zijn gestegen. Het Nederlandse levens
middelenpakket is sinds datzelfde jaar 32 percent duurder geworden. Ondanks
die geringe prijsstijging zijn de gevechts- en noodrantsoenen op vele punten ver
beterd. Öm een voorbeeld te geven: als de Nederlandse soldaat thans zijn
„gevechtsrantsoen individueel" gaat eten, hoeft hij nog maar vijf blikjes open
te maken in plaats van elf. Hij heeft, als hij het vervoeren moet, nog maar
nauwelijks twee kilo mee te sjouwen in plaats van de ruim drie van vroeger.
HET MENSELIJK LICHAAA1", deel
II van prof. dr. J. H. van den Berg (uit
gave Callenbach, Nijkerk).
REEDS EEN jaar geleden is het
tweede deel van het werk over het
menselijk lichaam uitgekomen. Het
heeft vele pennen en gemoederen in
beweging gezet. Dat wij er thans pas
over schrijven heeft vele redenen. De
inhoud is moeilijk, en laat zich niet op
korte termijn beoordelen. Het is een
boek om regelmatig mee om te gaan.
Het blijft dan verrassen door zijn ge
weldige diversiteit, het blijft ook steeds
de vraag of men de inhoud volledig be
grepen heeft.
Het eerste deel beschreef de lotge
vallen van het menselijk lichaam van
de dertiende tot de zeventiende eeuw.
Het tweede deel beslaat het tijdvak
van de zeventiende eeuw tot heden. Het
draagt als ondertitel „het verlaten li
chaam" omdat het de verandering re
gistreert die in het lichaam optreden in
samenhang met dit verlaten. De grond
stelling van de schrijver is immers, dat
Na een uitvoerige discussie heeft de
Amsterdamse gemeenteraad met 29
stemmen voor en 16 tegen besloten de
tramtarieven te verhogen. Vorig jaar no
vember hadden B. en W. reeds een voor
stel tot verhoging van de tramtarieven in
gediend, waartegen de minister van Eco
nomische Zaken echter ernstige bezwaren
maakte. Dit inmiddels ingetrokken
voorstel beoogde een verhoging van de
vervoersontvangsten met f 3.200.000 per
jaar. De hogere opbrengst zal nu
1.600.000.- bedragen.
De prijs van de vierrittenkaart is ver
hoogd van ƒ1.- tot ƒ1.10. Er is een tien-
rittenkaart ingevoerd a 2,65. De vijfritten-
reductiekaart wordt vervangen door een
negenrittenkaart van f 1.-. De jprijs van de
vastrechtkaart wordt verhoogd van 3.-
tot 4.- per maand of van 7.- tot 9.-
per drie maanden. De weekkaart van
1.60 voor zes dagen wordt vervangen
door een kaart voor vijf dagen. De prijs
voor het net-abonnement wordt verhoogd
van 12.50 tot 15.- per maand.
Uit overleg met de minister is gebleken
dat deze geen bezwaar zal maken tegen
de thans door de raad aanvaarde tariefs
verhoging. B. en W. zullen bepalen wan
neer de nieuwe regeling van kracht wordt.
De wethouder voor de Gemeentebedrij
ven, mr. Van Wijck, deelde mede dat men
berekend heeft dat de tariefsverhoging
slechts een passagiersverlies van twee per
cent zal betekenen. Er is spoedig een
aanmerkelijke verbetering van het dienst
betoon te verwachten, omdat de laatste
maanden honderd man nieuw personeel is
aangesteld.
PAARL (Reuter) Ongeveer honderd
negers, gewapend met pangas (kapmessen)
hebben vandaag vroeg in Paarl, een be
kend wijnbouwoord op vijftig kilometer
van Kaapstad, een oproer ontketend waar
bij twee blanken en vijf negers werden
gedood. De politie had het vuur geopend
toen de negers het politiebureau in Paarl l
omsingelden, stenen begonnen te gooien
en probeerden, het gebouw binnen te drin-
gen. Vijf oproerlingen werden dodelijk
door de kogels getroffen. I
Het personeel van de sectie levensmid
delen van de inspectie der intendance
het vertelt dat zelf graag zou bovenge
noemde resultaten niet licht hebben kun
nen bereiken zonder medewerking van de
Nederlandse industrie. Het Nederlandse
bedrijfsleven, dat 99 o van de gevechts-
en noodrantsoenen levert, heeft getoond
graag te willen „mee denken" met de mi
litairen.
Vrucht van die samenwerking is onder
meer dat de Nederlandse soldaat onder
oorlogsomstandigheden beschikt over een
voedzame en smakelijke hap. De tijd van
de rats, kuch en bonen ligt in een ver
verleden. Bijna vanzelfsprekend is dat de
industrie, daar er tussen haar en het mi
litaire apparaat zo'n prettige „wisselwer
king" bestaat, bij de militairen wel eens
ideeën opdoet. Niet voor niets verschenen
enige jaren geleden ineens complete maal
tijden in blik in de kruidenierswinkels.
Tal van factoren
Het ontwikkelen en samenstellen van
rantsoenen is een taak die soms een hope
loze lijkt, omdat de factoren waar reke
ning mee moet worden gehouden vaak vol
komen met elkaar in strijd lijken te zijn.
Om er enkele te noemen: gevechts- en
noodrantsoenen moeten voedzaam, maar
licht in gewicht en niet volumineus zijn.
Ze moeten gemakkelijk te vervoeren en te
distribueren zijn, maar moet eneen zo zacht
mogelijke verpakking hebben, opdat de
soldaat er zich op het gevechtsterrein niet
aan kan verwonden. Hoewel ze zoveel mo
gelijk vooraf bereid moeten zijn moeten ze
toch goed smaken. Verder moeten ze dan
nog gemakkelijk door de industrie zijn te
vervaardigen en binnen een bepaald bud
get zijn aan te schaffen.
Hoewel dat werk niet gemakkelijk is
is het toch ook vaak wéér boeiend. Dit
niet in de laatste plaats door grappige
ervaringen die men soms opdoet, zoals
bij voorbeeld die met de nasi goreng.
Dit artikel voerde men in het begin van
de jaren vijftig eens in het gevechts
rantsoen in. Er was niet de minste be
langstelling voor. Bij een proef die vo
rig jaar werd genomen bleek dat de
troep wel nasi goreng-minded was.
Een andere ervaring deed men op met
sigaretten. In de eerste gevechtsrantsoe
nen kwamen Amerikaanse en Virginiasi-
garetten voor in de percentages 40-60. Op
wens van de troep is men sinds 1955 voor
de helft Amerikaans en voor de helft Vir
ginia's gaan verstrekken en nu ziet het
er naar uit dat de verhouding nog meer
ten gunste van de Amerikanen gewijzigd
moet worden.
De intendance probeert niet alleen te
verbeteren wat reeds bestond, maar ook
om te voorzien in nieuwe zaken waar be
hoefte aan is. Werkend vanuit dit princi
pe heeft ze nu voor het eerst een zoge
naamd lafenirpakket op de militaire markt
gebracht. Dit lafenispakket zal worden
uitgereikt aan gewondenverzorgers die op
het slagveld werken. Het bevat allerlei za
ken voor een zo goed mogelijke (niet me
dische) verzorging van gewonden, als blik
jes vruchtensappen (met rietjes), ingre
diënten voor het bereiden van warme
dranken (voor shockpatiënten), kauwgom,
sigaretten etc.
Verder is er dit jaar voor het eerst
een „rantsoen aanvulling hospitaal", spe
ciaal bedoeld vbór dieetpatiënten. Hier
in vindt men bijvoorbeeld vruchten op
sap, vruchtensappen, eiwitpoeder en kar
nemelk.
De levensmiddelenspeeialisten van de
intendance komen met hun werk nooit
„klaar". De techniek staat niet stil en
militaire concepties wijzigen zich. Wat de
intendanceman kan doen is proberen in
de toekomst te kijken en bij te blijven.
Kijkend in de toekomst ziet hij geen sol
daat die in het gevechtsterrein even
gauw een „voedselpil" slikt. Voorlopig is
hij als specialist ook nog niet optimis
tisch over de toepassingsmogelijkheden
van ioniserende straling voor conserve
ring van levensmiddelen.
Wat hij wel nauwlettend in het oog
houdt is de ontwikkeling die het „vries
drogen" op het. ogenblik doormaakt. Dit
„vriesdrogen", waarbij bijvoorbeeld aan
groenten onder vacuum en bij lage tem
peraturen vocht wordt onttrokken opent
perspectieven voor een verdere verbete
ring van de gevechtsrantsoenen.
Ook het ontwikkelingsproces van plas
tics en zogenaamd laminat.iemateriaal
wordt nauwkeurig geobserveerd. Want de
ze materialen zullen vermoedelijk in de
toekomst een nog veel grotere rol gaan
spelen bij verpakking van gevechtsrant
soenen, dan nu al het geval is.
Een mooie naam
voo.' een pracht
DUSTER f 19.95
Plein 1945 no. 49
Wollen
Voordeelprijs
f 29.95
Plein 1945 no. 49
Dubarry. naadloos,
in geschenk
verpakking
per paar 2.95
Plein 1945 no. 49
DRIEHUIS
Leuke tricot
v.a. 3.95
Plein 1945 no. 49
grijs, groen, marine
v.a. 2.89
Plein 1945 no. 49
leent men de zaak aan bet blad,
waarin zij adverteert