Gevechtsrantsoenen voor de soldaat worden al beter Prof. P. J. Elling overleden Tram in Amsterdam wordt weer duurder Zeven doden bij oproer in Paarl Baddoeken Zakdoeken SFE0IAAL SINT-NIC0LAAS Tafellakens Ontbijtlakens Stofdoeken Washandjes Zoals men de man aan zijn kleren kent UUNÜERDAG 2 2 NOVEMBER 1962 13 Nieuwe medische en populair. wetenschappelijke uitgaven Burgemeester van Alkmaar stelt Italianen gerust Een kilo lichter, maar 5 duurder Geschenkentip Satin feutre JONGEJANS Geschenkentip twin-sets JONGEJANS voor mooie verpakte Geschenkentip nylonkousen JONGEJAN5 Geschenkentip kinderpyjama's JONGEJANS Geschenkentip kindermaillots JONGEJANS LIEFDE IS EERLIJK" door P. E. C. Quanjaard. Uitg. Lannoo, Tielt/Den Haag. Beschouwingen over parasieten in dc tuin der liefde. Gegroeid uit een causerie, voor stu denten gehouden, behandelt dit boek de stelling, dat de liefde tussen verloofden en gehuwden gelijk een tuin door voortdurende zorg onderhouden moet worden om zijn schoonste vruchten op te leveren. Er is veel onkruid in de tuin en het wieden is een taak van bei-, de partners. Het boek werkt deze opzet in details uit en hierbij maakt de schrijver gebruik van zijn dagelijkse ervaring, als advocaat, met mensen die deze taak opgegeven hebben en tot scheiding willen overgaan, naast zijn eigen ervaring van echtgenoot en va der. Vanuit deze gegevens ontwikkelt hij in de hoofdstukken van het boek ge leidelijk het gezichtsvermogen van de lezers, zodat zij het onkruid zien en er iets aan kunnen doen. De verlovings tijd is de tijd om eikaars gedachten over de belangrijkste levensvragen te leren kennen. De plaats waar men el kaar ontmoet zij bij voorkeur het ouderlijk huis. Het biedt gelegenheid tot het waarnemen van eikaars gedrag ten opzichte van andere huisgenoten. Zijn er verschillen in opvatting dan is juist deze verlovingstijd ervoor om te zien of ze overbrugbaar en verenigbaar zijn. Aan de hand van dagelijkse voor vallen illustreert de schrijver de nood zaak om de dingen eerlijk te zien en vooral aan de eigen tekortkomingen op de eerste plaats te denken. Wij allen kennen de mug die een olifant wordt door 'n ver,blinding voor de eigen fou ten, in het allereerste begin van het conflict. Het hoofdstukje „De sneeuw bal" geeft daar een uitgebreid voor beeld van. Een aardig*boekje voor ver loofden en gehuwden. ..Oud worden als levensvoleinding in deze tifd" door prof. dr. Albert Krieke mans. Uitg. «SS Lannoo Tielt/Den Haag. OP VERZOEK publiceerde de schrij ver zijn tekst van drie televisiecause rieën. De moderne mens bereikt een hogere leeftijd dan vroeger. Deze winst in jaren moet ook een wint in mense lijk geluk opleveren. Het is daartoe no dig dat wij onze gedachten er bijtijds aan wijden. Want ieder krijgt de ouder dom waarvan hij op zijn middelbare leeftijd de basis gelegd heeft. Er zijn natuurlijk algemene biologische ken merken aan de ouderdom te onderken nen, die men dus bij alle bejaarden kan opmerken, maar daarnaast ziet men dat eenieder zijn eigenaardige ouderdom heeft. De schrijver rang schikt zijn gedachten in drie" Hoofdstuk ken: oud worden in deze tijd oud worden in het gezin en tenslotte oud worden als persoonlijke ervaring. We treffen overal bijzonder waardevolle overwegingen. Enkele ervan willen wij eruit lichten. De ouderdom is voor ons een probleem geworden, omdat wij in een stadscultuur leven. De bejaarde in een agrarische cultuur vond makke lijker een zinvolle arbeid, gemakkelij ker ook het samenleven met de jonge re generatie. Minder zwaar werd. hij getroffen door verlies aan inkomen en sociaal prestige, dat de moderne werk nemer bij zijn pensioen plotseling er vaart. Het genieten der vitaliteit en de jeugdjaren is in onze tijd tot een cultus verheven, wordt overgewaardeed. Daar door kan de ouder wordende minder duidelijk de schone zin der ouderdom zien en levenwijsheid veroveren. Daar naast komt de angst door de jongeren verdreven en opgejaagd te worden, voortvloeiend uit het competitie-karak ter van onze samenleving. Oud worden in het gezin behandelt het samen oud worden van man en vrouw met zijn verschillende vreugden en moeilijkheden, het verlies van de partner, de verhouding tot kinderen en kleinkinderen", broers en zusters. Over de dankbaarheid van kinderen, een punt waarover veel verwijten gehoord worden, als zij ontbreekt, zegt de schrijver: de ouders mogen niet reke nen op echte dankbaarheid, het is een genade, afhankelijk van de persoonlijk- heidswaarde van de kinderen, en deze is weer een vrucht van de opvoeding die de ouders gaven en de echte liefde die zij schonken. Want niet alle ouders hebben hun kinderen onvoorwaardelijk liefgehad. Over het oud worden als persoonlijke ervaring merkt de schrijver op: ouder dom is niet een verloren jeugd, maar een nieuwe bestaanswijze met als op gave, de volheid van ons menszijn te verwezenlijken in een toestand van li chamelijk verval en verlies van maat schappelijke rollen. De bejaarde zal door zijn leeftijd met het centrale pro bleem van ziekte en lijden, dat hem vaker treffen zal, klaar moeten komen Hierbij speelt de levensopvatting de hoofdrol. De schrijver verwoordt hier het christelijk-humanistisch standpunt op een briljante wijze, waar hij zich meet met Sartre's visie. „Men moet het lijden zin geven door het te wijden tot offer". De bejaarde zal zich een ge zindheid moeten vormen tegenover het leven-dat-met-de-dood-eindigt. Een uitgebreide litteratuurlijst besluit dit waardevolle boekje, waarvoor wij ook de aandacht van de jongeren wil len vragen. De uitvoering van het boek je is voortreffelijk. MENSEN KENNEN en begrijpen loor dr. S. J. Vies. Uitg. Varia-reeks, 1. J. A. Ruys, Amsterdam. Temidden der stroom van psycholo gische boeken valt dit rustige boekje gunstig op. Het is zo weinig nadrukke lijk geschreven, dat de kans bestaat dat men over wezenlijke opmerkingen heenleest. De oorsprong van de behoef te aan psychologische instructie brengt de schrijver in verband met de angst, die elke ontmoeting met de medemens oproept. We kunnen hiervan een indruk krijgen, wanneer we ons even voorstel len een primitieve gemeenschap binnen te gaan. Ook in de ons bekende wester se cultuurkring ervaren we déze on zekerheid en angst. Een van de midde len om die te bestrijden is de magie, het dragen van amuletten, het raad plegen van de waarzegster, de astrolo gen of de astrologische rubriekjes in de weekbladen. Het gedrag moet beoor deeld worden in de verschillende mi lieus. Een mens gedraagt zich anders in zijn gezin, zijn werk en het z.g. der de milieu. Bij de uitdrukkingswijze wordt door de schrijver voortdurend de aandacht gevestigd op de meerzinnig heid van het waargenomene. De over schatte grafologie kan, mits voorzich tig en wetenschappelijk gehanteerd en in verband gebracht met andere onder zoekmethoden een van de hulpmiddelen zijn bij de beoordeling van de mens. Deze wijze van zien maakt dat men behoedzamer wordt in zijn oordeelsvor ming. Dit is ook de waarde van het boekje. RESEARCH ETHIEK", een reeks voordrachten, gehouden in het Philips- laboratorium, Uitg. Bohn, Haarlem. Sinds de atoombom viel, is de ver antwoordelijkheid van de wetenschaps man op een extreme wijze binnen de aandacht van eenieder geraakt. Was het vroeger mogelijk, de wetenschap schuldig te stellen en als duivels te ka- rakteriseren en uit t.e. bannen, thans is ons leven onverbrekelijk met de we tenschap vergroeid: het is een onmis bare voorwaarde geworden. Door de techniek is de aarde bewoonbaar ge worden voor talrijker miljoenen dan vroeger. Investering en research is niet alleen een taak van een enkele indus trie, maar een nationale taak. De cij fers voor Duitsland per hoofd berekend zijn bijzonder typerend en teleur stellend: 10 mark voor de bioscoop. 124 mark voor de alcohol en maar 80 pfen nig voor wetenschappelijk onderzoek, per jaar. Het probleem voor de wetenschaps man begint waar zijn vrijheid om zijn ontdekking mee te delen aan anderen wordt weerstreefd door industriële of politieke belangen; of waar hij inziet dat de praktische toepassingen vernie tigend. muterend dat wil zeggen de erfelijke eigenschappen beïnvloedend of vrijheidsberovend (bijvoorbeeld che mische stoffen die de psyche kunnen aantasten) zullen zijn. In het natuurkundig laboratorium van Philips werd vorig jaar onder de titel „research en ethiek" door vier in leiders gesproken. Twee van hen zijn medewerkers van het laboratorium, dr. J. C. Dippel en dr. J. Voogd, en twee inleiders van buiten om eenzijdigheid te vermijden, prof. dr. ir. H. van Ries- sen en dr. R. kwant. Na een inleiding van een uur door welk van deze spre kers, werden door acht discussiegroe pen uit de medewerkers van het labora torium vragen opgesteld, welke in le zingen van wederom een uur door de sprekers beantwoord werden. Zich ver diepend in de lectuur hiervan ziet men gaandeweg de problematiek groeien. Van Plato tot Sartre. Geiger. Barth en Jaspers wordt de filosofie erbij betrok ken, en de betekenis van het christen dom gepeild. Een buitengewoon boeiend werk. HARTKWALEN" door Eugene B. Alo- zes, Uitg. Prisma, Het Spectrum, Utrecht. DIT BOEKJE met zijn veel juistere Amerikaanse titel „Living beyond your heartattack", behandelt in de finesses de aandoening die men een hartaanval noemt, een afsluiting van een deel der kransslagaderen, de voeding der vaten voor de hartspier. Het zwijgt over alle andere mogelijke aandoeningen van het hart. Het vertelt wat men na de aanval moet en kan doen en dat is vrijwel alles; alleen in een wat gema tigder tempo. Men vindt er allerlei in formatie in over anti-stollingsmiddelen, de armstoelbehandeling na de aanval, de betekenis van voeding, aard van het werk en roken. Het is een vaststaand feit dat li chaamsbeweging een belangrijke rol speelt, vooraf, d.w.z. men ziet minder hartaanvallen bij mensen die veel li chamelijk werk verrichten, en ook na de aanval, waarbij langzaam opgevoer de beweging gunstiger is dan angstig vermijden van elke inspanning. Op de achterkant van het boekje ziet men tot zijn verbazing, dat de schrij ver geen hartspecialist is, maar een gynaecoloog die zich spec;aliseert in de forensische geneeskunde, hetgeen de waarde van het boekje niet minder maakt. „PALLADIUAI-REEKS", uitg. W. de Haan, Zeist/Van Loghum Slaterus, Arn hem. DE STROOM van pocketboekjes doet soms verlangend uitzien naar een beter verzorgd boek. Tegelijkertijd is men door de prijs der pockets wat aarzelend geworden ten opzichte van de grotere uitgave die het lijvige, gebonden boek meebrengt. Om de wens te vervullen en de aarzeling te doen overwinnen brachten de uitgevers deze nieuwe reeks van zogenaamde „paperbacks" met omslagontwerpen van G. de Haas. Thans liggen de eerste vijf exemplaren voor ons. Het eerste is de zevende druk van de „classic" van dr. I. M. van der Vlerk en dr. P. H. Kuenen „G e h e i m- schriften der aarde". Een bij zonder overvloedig geïllustreerd boek, waarin de drie onderdelen „De taal der stenen", een inleiding in de geologie, „De geschiedenis van het leven", de ontwikkeling van planten en dieren, en tenslotte „De geschiedenis der aard korst". Het is bedoeld om belangstel lende leken het verhaal van de aard korst te vertellen. Het niveau is echter zo, dat het voor universitaire studie als inleiding gebruikt kan worden. Ook in deze nieuwe druk werden verbeteringen en veranderingen aangebracht. Van het bekende en gewaardeerde „E uropese Geest" onder redac tie van dr. W. Banning en dr. J. D Bierens de Haan verscheen een vierde druk. Geschreven in 1938 als een sa menbundeling van visies op de Euro pese geestescultuur heeft het ook thans nog een zeer grotte waarde. Een nieuw hoofdstuk, geschreven door prof. dr. C A. van Peursen, geeft een heldere sa menvatting van de moderne wijsbe geerte der laatste vijfentwintig jaar. Het boek reikt dus van de Griekse en Romeinse denk- en cultuurwereld tot aan de moderne wijsgerige stromingen. IN de „Biografie van de Fy sica" geeft prof. dr. G. Gamow een samenvatting van het natuurkundig denken van Pythagoras, Galileï en Newton naast de thermo-dynamische theorieën, de elektriciteitsleer, de rela tiviteitstheorie, quantummechanica en atoomtheorie. De laatste decennia wer den door de Russische-Amerikaanse ge leerde zelf beleefd. Put hij in de begin periode uit dagboeken, biografieën en brieven van de ontdekkers van de baanbrekers der laatste periode tekent Gamow persoonlijke herinneringen en anekdotes op. Een behoorlijke rest van natuurkundige kennis is voor het genie ten van dit boek noodzakelijk. Van dr. W. Brede ICristensen ver scheen „Symbool en Werkelijk- h e i d". een uiteenlopende verzameling van artikelen en lezingen. Men treft er in aan een herdenkingsartikel over prof. Kunen, een toespraak tot studen ten, artikelen over het offer en de Osiris- en Mithras-mysterieën, naast andere. „Antiek in Nederland" van dr. Anne Bêrendsen verscheen, over stelpend geïllustreerd met 280 fotogra fische afbeeldingen van de voorwerpen waarover het boek handelt. De tekst is zeer boeiend. Na een overzicht van ma terialen en hun bewerkingen waarbij de schrijfster de voorkeur in de Neder landse volksaard voor het eikenhout, aardewerk, damast en zilverwerk noemt, volgt een beschouwing over de periode van 1450 tot 1820, de toenemen de welvaart der derde stand, vindt zijn uitdrukking in de dingen waarmee deze zich dagelijks omringt. Er vindt een psychologische verandering plaats, in vloeden van buiten versterkt door emi granten uit Frankrijk doen de stijlen in de eeuwen, hier besproken, elkaar opvolgen. Het is een boeiend overzicht geworden met tal van aardige bijzon derheden. Het blijkt bijvoorbeeld dat de middeleeuwse mens goed gewassen i was en dat pas in de eeuw der Lode- wijken de mens vuil geworden is; dat drinkglazen aan tafel onderling ver schilden en dat eerst tijdens Lodewijk XIV zij een deel vormden van een stel. Aanvankelijk werden boeken opgebor gen in een zakje. In Frankrijk was het een tijdlang gewoonte de titel op de achterzijde van de band te drukken omdat deze naar onze begrippen ondersteboven op de tafel plachten te liggen. Ook werden de boeken een tijd lang met de snede naar voren in de boekenkast gezet. Steeds zoekt de schrijfster verband tussen de geestelijke instelling en de voorwerpen-uit-'t-dagelijks-leven. Het is een esthetisch hoogtepunt uit deze reeks, waarvan de eérste vier delen voornamelijk aan het intellect appel leren. De versieringslust van de uitgever ging zover dat hij zelf de binnenzijde der omslagen niet onbedrukt kon laten. Naar onze mening een bijzonder ge slaagde nieuwigheid die past in de uit stekende typografische verzorging van het geheel. ons huidige lichaam een ander is dan dat van onze voorouders, dat het zelfs een verlaten lichaam is. Deze vrij een voudige stelling wordt door een mach tige apparatuur geschraagd. Het boek is rijk geïllustreerd, met de meest uiteenlopende afbeeldingen uitgespannen tussen de val van Icarus geschilderd door Brueghel, en de af beelding van hetzelfde gebeuren, ge schilderd door Picasso. Daartussen treffen we afbeeldingen aan van „Hei lige Harten", reprodukties van schilde rijen van Rubens en Rembrandt, een afbeelding van Harvey, en onder ande re ook een foto van een naakte Duitse krijgsman met helm en rugzak en niet te vergeten geweer: „Feuerstellung bei vollem Gepack" als titel dragend. Het is een afbeelding behorend bij zwaarte punt- en zwaartelijn-beschouwnigen Nadat mmen zo enige tijd nieuwsgierig in 't boek heeft rondgebladerd en blijft bladeren, begint men zich af te vragen hoe de schrijver dit alles weet te ver enigen tot één geheel en dat is ons eer ste punt van waardering: de composi- .tie is bewonderenswaardig. Men merkt wel als bijzonderheid op wat wij zouden willen noemen: de zwelling van het detail. Wij willen daarvan een voorbeeld geven. In het hoofdstuk getiteld „Het hart in een zwaar lichaam" is een schilderij van Harvev afgebeeld dat dient als uitgangs punt. Eerst wordt uitgeweid over het boekwerk, waarop de vinger van Har vey rust, dan volgt een beschouwing over de kerk op de achtergrond van het schilderij, het blijkt een specimen van barokstijl en als zodanig beheerst door de „Unruhe des Werdens". Via beelden, afbeeldingen van weer een andere kerk komen we op de kwalifi catie van Wölfflin: „Massigkeit und Bewegung sind die Prinzipien des Barokstils". En zo komen we op de trap van de Jezuïetenkerk te Rome, II Gesu. Daar is de zwaartekracht haar heerschappij begonnen. In 1665 kwam de massa te Londen aan en Newton behoefde slechts naar zijn pen te grij pen. Vandaar naar het zware aardse lichaam, waarbij specimina van Rem brandt en Rubens beschreven worden, en via nadere voorbereiding volgt dan als conclusie: Vesalius moést snijden, Harvey moést een circulatie vaststel len. Voortdurend heeft de schrijver de neiging het detail uit te putten, hij is een detaillist, een „fouilleur des dé tails". En zo kan het gebeuren dat de lezer de draad van het betoog verliest. Vandaar dat het boek pas op de lange duur doorzichtiger wordt. Alhoewel aanvankelijk vermoeiend blijkt het op de duur boeiend. Geleidelijk aan zien we het lichaam verlaten worden, het geen de schrijver adstrueert met filoso fische beschouwingen, psychologische uitspraken, artistieke voortbrengselen. Tenslotte belanden we op het strand. En de beide bolle baadsters van Geor ges Rohner geven de rhetor en mora list zijn laatste beschouwingen in de mond. Hij stelt hun „ups" en „peps" nog even misprijzend tegenover de voeding'der trappisten. Hun volle leeg heid of lege volheid geeft hem aanlei ding aan te sporen tot een nieuwe be zieling van het verlaten lichaam. En hierbij sluit hij aan en herinnert aan de situatie van de arts die zijn 7Ö-jari- ge patiënt niet kon overtuigen tot zie kenhuis-opname. zoals men weet het begin van het eerste deel. Het is een boek waarin men na een jaar nog leest. Een betere kwalificatie lijkt ons niet mogelijk. Op 65-jarige leeftijd is dinsdag in Utrecht overleden prof. P. J. Elling, een onzer be langrijkste architecten en buitengewoon hoogleraar aan dc Technische Hoge School te Delft. Van talrijke bekende bouwwerken is hij de ontwerper geweest, onder meer van grote radioproecten in Hilversum. Zo is zijn naam verbonden aan de uitbreiding van de VARA-studio's en de bouw van Ra dio-City aan de Insulindelaan. Toen prof. Elling aan het begin van zijn carrière stond weigerde hij opdrachten uit te voeren, die niet met zijn opvattingen over het zogenaamde „nieuwe bouwen", een uit de nieuwe zakelijkheid voortgeko men stroming, strookten. Uit die begin periode dateerde een hechte samenwerking met de inmiddels overleden schilder Bart van der Leek. Na de tweede wereldoorlog associeerde de heer Elling zich met de la tere Amsterdamse stadsbouwmeester Mer- kelbach. Samen maakten zij het ontwerp voor de eerste uitbreiding van het studio complex van de VARA. Na het overlijden van Merkelbach werkte prof. Elling alleen aan de verdere uitbreiding ervan. Het zen dergebouw te Lopik is eveneens ontspro ten aan de samenwerking Merkelbach-El- ling. Het thans in aanbouw zijnde stations- postkantoor te Amsterdam is ook een ont werp van hem. Andere bekende projecten van Elling zijn het Rijnhotel in Rotterdam het nieuwe Jaarbeursgebouw aan 't Vree burg te Utrecht en de uitbreiding van Ket- jens' Zwavelzuurfabrieken. In Het Gooi heeft de heer Elling, die in 1957 tot bui tengewoon hoogleraar werd benoemd, ta melijk veel gebouwd in de villa- en land- huizensector. Zijn beste werk in deze sec tor van voor de oorlog is waarschijnlijk wel een woning aan de Joelaan in Hilver sum. Na de oorlog bouwde hij in Blaricum nog enige landhuizen, die door hun stijl opvielen. Representatief voor de samen werking tussen hem en Bart van der Leek is stellig de verbouwing van 't flatgebouw in 't Carltongebouw te Amsterdam. De ter aardebestelling heeft vanmorgen (donder dag) in alle stilte op de algemene begraaf plaats te Laren plaatsgevonden. Naar aanleiding van het conflict, dat zich te Alkmaar tussen een groep bewo ners van het woonwagenkamp en een aan- tal Italianen heeft voorgedaan, heeft de burgemeester van de kaasstad, mr. H. J. Wytema, zich met een communiqué tot de jongeren en hun ouders alsmede tot de in Alkmaar werkende Italianen gericht. De burgemeester wijst daarin op de moeilijkheden voor allen die in een vreemd land werken, onder mensen die zij niet verstaan, waarbij .conflicten niet zijn uit-- gesloten. Het conflict in Alkmaar wekt bij allen deernis op met de familie, die een zoon en broer heeft moeten missen. Maar, zo zegt de burgemeester in zijn commu niqué, zich speciaal tot de Italianen rich tend: de gewoonte van bloedwraak past niet bij onze volksaard. Mr. Wytema stelt uitdrukkelijk vast dat iedereen in Nederland gelijke bescherming geniet en dat er bij het handhaven van de orde en het beschermen van persoon of goed geen onderscheid wordt gemaakt tussen vreemdelingen en Nederlanders. De vrees, na het gebeurde van vrijdtg in Alkmaar bedreigd te worden en niet meer veilig te zijn, is daarom ongegrond. De burgervader spreekt zijn waardering uit voor de prestaties van de Italiaanse arbeiders in Alkmaar, die zelf ook geen klachten hebben over hun werk, hetgeen hij verheugend noemt. Met klem doet mr. Wytema ten slotte een beroep op de jon geren in Alkmaar en op hun ouders om de goede verstandhouding met de arbeids krachten uit Italië te handhaven. De Italiaanse consul-generaal te Amster dam, de heer G. Contarini, heeft naar aan leiding van het conflict tussen een groep woonwagenbewoners en een aantal Italia nen een bezoek gebracht, aan Alkmaar. De heer Contarini heeft met verscheide ne gemeentefunctionarissen en met de of ficier van Justitie, jhr. mr. A. J. Reigers man, contact gehad. Ook heeft hij met de in Alkmaar werkende Italianen over het gebeurde gesproken. Besloten is zonodig maatregelen te nemen om een herhaling van het gebeurde te voorkomen. De Nederlandse strijdkrachten hebben op het ogenblik gevechtsrantsoenen die sinds 1951 slechts vijf percent in prijs zijn gestegen. Het Nederlandse levens middelenpakket is sinds datzelfde jaar 32 percent duurder geworden. Ondanks die geringe prijsstijging zijn de gevechts- en noodrantsoenen op vele punten ver beterd. Öm een voorbeeld te geven: als de Nederlandse soldaat thans zijn „gevechtsrantsoen individueel" gaat eten, hoeft hij nog maar vijf blikjes open te maken in plaats van elf. Hij heeft, als hij het vervoeren moet, nog maar nauwelijks twee kilo mee te sjouwen in plaats van de ruim drie van vroeger. HET MENSELIJK LICHAAA1", deel II van prof. dr. J. H. van den Berg (uit gave Callenbach, Nijkerk). REEDS EEN jaar geleden is het tweede deel van het werk over het menselijk lichaam uitgekomen. Het heeft vele pennen en gemoederen in beweging gezet. Dat wij er thans pas over schrijven heeft vele redenen. De inhoud is moeilijk, en laat zich niet op korte termijn beoordelen. Het is een boek om regelmatig mee om te gaan. Het blijft dan verrassen door zijn ge weldige diversiteit, het blijft ook steeds de vraag of men de inhoud volledig be grepen heeft. Het eerste deel beschreef de lotge vallen van het menselijk lichaam van de dertiende tot de zeventiende eeuw. Het tweede deel beslaat het tijdvak van de zeventiende eeuw tot heden. Het draagt als ondertitel „het verlaten li chaam" omdat het de verandering re gistreert die in het lichaam optreden in samenhang met dit verlaten. De grond stelling van de schrijver is immers, dat Na een uitvoerige discussie heeft de Amsterdamse gemeenteraad met 29 stemmen voor en 16 tegen besloten de tramtarieven te verhogen. Vorig jaar no vember hadden B. en W. reeds een voor stel tot verhoging van de tramtarieven in gediend, waartegen de minister van Eco nomische Zaken echter ernstige bezwaren maakte. Dit inmiddels ingetrokken voorstel beoogde een verhoging van de vervoersontvangsten met f 3.200.000 per jaar. De hogere opbrengst zal nu 1.600.000.- bedragen. De prijs van de vierrittenkaart is ver hoogd van ƒ1.- tot ƒ1.10. Er is een tien- rittenkaart ingevoerd a 2,65. De vijfritten- reductiekaart wordt vervangen door een negenrittenkaart van f 1.-. De jprijs van de vastrechtkaart wordt verhoogd van 3.- tot 4.- per maand of van 7.- tot 9.- per drie maanden. De weekkaart van 1.60 voor zes dagen wordt vervangen door een kaart voor vijf dagen. De prijs voor het net-abonnement wordt verhoogd van 12.50 tot 15.- per maand. Uit overleg met de minister is gebleken dat deze geen bezwaar zal maken tegen de thans door de raad aanvaarde tariefs verhoging. B. en W. zullen bepalen wan neer de nieuwe regeling van kracht wordt. De wethouder voor de Gemeentebedrij ven, mr. Van Wijck, deelde mede dat men berekend heeft dat de tariefsverhoging slechts een passagiersverlies van twee per cent zal betekenen. Er is spoedig een aanmerkelijke verbetering van het dienst betoon te verwachten, omdat de laatste maanden honderd man nieuw personeel is aangesteld. PAARL (Reuter) Ongeveer honderd negers, gewapend met pangas (kapmessen) hebben vandaag vroeg in Paarl, een be kend wijnbouwoord op vijftig kilometer van Kaapstad, een oproer ontketend waar bij twee blanken en vijf negers werden gedood. De politie had het vuur geopend toen de negers het politiebureau in Paarl l omsingelden, stenen begonnen te gooien en probeerden, het gebouw binnen te drin- gen. Vijf oproerlingen werden dodelijk door de kogels getroffen. I Het personeel van de sectie levensmid delen van de inspectie der intendance het vertelt dat zelf graag zou bovenge noemde resultaten niet licht hebben kun nen bereiken zonder medewerking van de Nederlandse industrie. Het Nederlandse bedrijfsleven, dat 99 o van de gevechts- en noodrantsoenen levert, heeft getoond graag te willen „mee denken" met de mi litairen. Vrucht van die samenwerking is onder meer dat de Nederlandse soldaat onder oorlogsomstandigheden beschikt over een voedzame en smakelijke hap. De tijd van de rats, kuch en bonen ligt in een ver verleden. Bijna vanzelfsprekend is dat de industrie, daar er tussen haar en het mi litaire apparaat zo'n prettige „wisselwer king" bestaat, bij de militairen wel eens ideeën opdoet. Niet voor niets verschenen enige jaren geleden ineens complete maal tijden in blik in de kruidenierswinkels. Tal van factoren Het ontwikkelen en samenstellen van rantsoenen is een taak die soms een hope loze lijkt, omdat de factoren waar reke ning mee moet worden gehouden vaak vol komen met elkaar in strijd lijken te zijn. Om er enkele te noemen: gevechts- en noodrantsoenen moeten voedzaam, maar licht in gewicht en niet volumineus zijn. Ze moeten gemakkelijk te vervoeren en te distribueren zijn, maar moet eneen zo zacht mogelijke verpakking hebben, opdat de soldaat er zich op het gevechtsterrein niet aan kan verwonden. Hoewel ze zoveel mo gelijk vooraf bereid moeten zijn moeten ze toch goed smaken. Verder moeten ze dan nog gemakkelijk door de industrie zijn te vervaardigen en binnen een bepaald bud get zijn aan te schaffen. Hoewel dat werk niet gemakkelijk is is het toch ook vaak wéér boeiend. Dit niet in de laatste plaats door grappige ervaringen die men soms opdoet, zoals bij voorbeeld die met de nasi goreng. Dit artikel voerde men in het begin van de jaren vijftig eens in het gevechts rantsoen in. Er was niet de minste be langstelling voor. Bij een proef die vo rig jaar werd genomen bleek dat de troep wel nasi goreng-minded was. Een andere ervaring deed men op met sigaretten. In de eerste gevechtsrantsoe nen kwamen Amerikaanse en Virginiasi- garetten voor in de percentages 40-60. Op wens van de troep is men sinds 1955 voor de helft Amerikaans en voor de helft Vir ginia's gaan verstrekken en nu ziet het er naar uit dat de verhouding nog meer ten gunste van de Amerikanen gewijzigd moet worden. De intendance probeert niet alleen te verbeteren wat reeds bestond, maar ook om te voorzien in nieuwe zaken waar be hoefte aan is. Werkend vanuit dit princi pe heeft ze nu voor het eerst een zoge naamd lafenirpakket op de militaire markt gebracht. Dit lafenispakket zal worden uitgereikt aan gewondenverzorgers die op het slagveld werken. Het bevat allerlei za ken voor een zo goed mogelijke (niet me dische) verzorging van gewonden, als blik jes vruchtensappen (met rietjes), ingre diënten voor het bereiden van warme dranken (voor shockpatiënten), kauwgom, sigaretten etc. Verder is er dit jaar voor het eerst een „rantsoen aanvulling hospitaal", spe ciaal bedoeld vbór dieetpatiënten. Hier in vindt men bijvoorbeeld vruchten op sap, vruchtensappen, eiwitpoeder en kar nemelk. De levensmiddelenspeeialisten van de intendance komen met hun werk nooit „klaar". De techniek staat niet stil en militaire concepties wijzigen zich. Wat de intendanceman kan doen is proberen in de toekomst te kijken en bij te blijven. Kijkend in de toekomst ziet hij geen sol daat die in het gevechtsterrein even gauw een „voedselpil" slikt. Voorlopig is hij als specialist ook nog niet optimis tisch over de toepassingsmogelijkheden van ioniserende straling voor conserve ring van levensmiddelen. Wat hij wel nauwlettend in het oog houdt is de ontwikkeling die het „vries drogen" op het. ogenblik doormaakt. Dit „vriesdrogen", waarbij bijvoorbeeld aan groenten onder vacuum en bij lage tem peraturen vocht wordt onttrokken opent perspectieven voor een verdere verbete ring van de gevechtsrantsoenen. Ook het ontwikkelingsproces van plas tics en zogenaamd laminat.iemateriaal wordt nauwkeurig geobserveerd. Want de ze materialen zullen vermoedelijk in de toekomst een nog veel grotere rol gaan spelen bij verpakking van gevechtsrant soenen, dan nu al het geval is. Een mooie naam voo.' een pracht DUSTER f 19.95 Plein 1945 no. 49 Wollen Voordeelprijs f 29.95 Plein 1945 no. 49 Dubarry. naadloos, in geschenk verpakking per paar 2.95 Plein 1945 no. 49 DRIEHUIS Leuke tricot v.a. 3.95 Plein 1945 no. 49 grijs, groen, marine v.a. 2.89 Plein 1945 no. 49 leent men de zaak aan bet blad, waarin zij adverteert

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 13