Joep Henneboel, het verhaal van een witte raaf onder de gehate „Groenen" Meesterwerken kopiëren if een lucratieve bezigheid NOG SLECHTS ENKELE PRIMITIEVE BOOMBASTSCHILDERS IN AUSTRALIË Oud-SD'er thans Nederlands staatsburger He egd aan alle edities va. echte Haarlemsche Co uder Courant Enkelen van de oorspronkelijke be woners van het noordelijke gebied van Australië verdienen hard geld met de primitiefste kunstvorm ter wereld, het boombastschilderen, naar de produkten waarvan op het ogen blik in Australië en overzee buitenge woon grote vraag bestaat. Het aantal boombastschilders is genng mis schien vijftig of nog minder. Eén schilderstuk brengt gemiddeld twaalf Australische guineas (ongeveer f 105) op, maar voor werk van de „meesters" zoals Poendoek en Mawalan wordt tot 170 Australische guineas betaald. Het is een wedloop tegen de tijd, want het boomschorsschilderen zal met de laat ste van de bejaarde beoefenaars uit sterven. Jupp Henneböhl in het gehate uniform van de Grüne Polizei. (Van onze Amsterdamse redacteur) „OME JOEP, MAG ik effe bellen?" ,,'Tuurlijk Marietje, je weet de telefoon te hangen". De man achter de toonbank van het sigarenwinkeltje aan de De Wittenkade 95 in Amsterdam West spreekt met een licht accent; men zou hem kunnen hou den voor iemand uit het oosten van het land. Voor de kinderen uit de buurt is hg „Ome Joep". Voor de ouderen gewoon „Joep" een populaire kerel in deze volksbuurt achter het Nassau- plein, waar de winkeldeur 's morgens om zes uur al opengaa, voor de eerste klanten arbeiders, die op weg zijn naai fabrieken, werven en havens. „Joep. geef effe vlug een pakkie sjek." Nu in de kranten het bericht heeft gestaan, dat aan Joep Henneboel de Nederlandse nationaliteit is verleend, blij ven de meeste klanten even langer in de winkel; om te felici teren en om herinneringen op te halen uit de tijd, dat Joep Henneboel nog Jupp Henneböhl uit Berge an der Lippe was, wachtmeester Henneböhl van de Grüne Polizei, het beruchte werktuig van de Sicherheitsdienst, dat van 1940 tot 1945 zün hoofdkwartier had in het Museum voor de Tropen (toen: Kolo niaal Museum) in Amsterdam-Oost. WACHTMEESTER HENNEBÖHL was ïnaescha- keld bij de terreur, die deze gevreesde S.D.-ers met hun overvalauto's in de hoofdstad uitoefenden, bij de razzia's op onderduikers, bij het uitkammen van de Jodenbuurt, bij de arrestaties van verzetsgroe pen en bij executies van gijzelaars. Jazeker, Jupp Henneböhl was een van de Groenen. Als hij tijdens de bezetting op een trambalkon stapte stond hij bloot aan de blikken vol haat van de passagiers, die in hem een „ploert" en een „rotmof" zagen. Maar er waren toen ook Nederlanders, die door hun contact met de wachtmeester de kans hadden gekregen om door dat gehate uniform heen te kijken. Zij leerden Jupp Henneböhl kennen als een kerel van goud, een man aan wie honderden Nederlanders nu hun leven te danken hebben. Het klinkt wat hoogdravend, maar wachtmeester Henneböhl was een held met een hoofdletter. Als contactman van de illegaliteit bewees hij de Nederlandse bevolking onschatbare diensten. THANS, ZEVENTIEN JAAR na de bevrijding, heeft de Staat der Nederlanden de verdiensten van Jupp Henneböhl gewaardeerd met het staatsburger schap. Die waardering was er overigens al eerder Daarvan getuigt de grote vriendschap met talloze Amsterdammers, ja, ook de sigarenwinkel en niet te vergeten het huwelijk met de dochter van een verzetsstrijder en het ter gelegenheid van dat huwe lijk ontvangen felicitatietelegram van de paus. Al ver voor de oorlog was Jupp Henneböhl enige malen in conflict gekomen met de volgelingen van Hitier. Dat was in de tijd, dat hij in Berge an der Lippe op een boerderij werkte. Maar evenals zovele Duitsers werd hij in 1933 voor de militaire dienst opgeroepen. Hij werd ingedeeld bij de treinpolitie, welk onderdeel in 1942 werd ondergebracht bij de Grüne Polizei. In hetzelfde jaar werd hij, Henneböhl overgeplaatst naar Amsterdam, toen een broeiplaaIs van het verzet en bovendien maakten de deportatie plannen voor honderdduizend Joodse Nederlanders versterking van de Grüne Polizei nodig. met een moedig optreden, waarbij hij zijn eigen leven op het spel zette. TOT DRIEMAAL TOE namelijk werd wachtmeester Henneböhl aangewezen om deel uit te maken van een executiepeloton. Tot driemaal toe heeft hij geweigerd. Over het algemeen was de leiding van de Grüne Polizei zonder pardon ten aanzien van de genen, die een dergelijke opdracht weiger den. Het was nu eenmaal zo, dat dé mees te „Groenen" met weerzin aan de execu ties deelnamen, aldus heeft de heer Hen- nebühl ons verzekerd. Het was daarom re gel, dat degene, die weigerde, zonder enige vorm van proces tegelijk met de Neder landse slachtoffers kon worden gefusilleerd. Het waren de moeilijkste ogenblikken uit het leven van de wachtmeester. De gxeeuties hadden altijd 's morgens vroeg plaats en de avond tevoren werd het pe loton samengesteld. „Ik dacht dan wel eens bij mezelf: als ik weiger mee te doen zal ik daar geen mensenleven mee kun nen redden, terwijl ik zelf het risico loop te worden doodgeschoten en de illegaliteit zijn contactman kwijtraakt. Maar aan de andere kant was het voor mij als mens on mogelijk aan een dergelijke moord mee te werken. Achteraf begrijp ik niet waar ik het lef vandaan heb gehaald. Maar tot driemaal toe heb ik de opperwachtmeester zover gekregen dat mijn naam van de lijst werd geschrapt. Nooit is er later ook maar met één woord over gesproken". JUPP HENNEBÖHL is door iemand eens een witte raaf onder de Groenen genoemd. Bij de bevrijding in 1945 brachten vrienden hem burgerkleding opdat hij uit het Ko loniaal Instituut zou kunnen ontsnappen. Maar wachtmeester Henneböhl wilde niet. Hij stelde zich op het standpunt, dat hij de overwinnaars met open vizier tegemoet kon treden en een eventuele berechting, waarbij ongetwijfeld zijn bijzondere posi tie naar voren zou komen, met een gerust geweten kon afwachten. Zo verliet hij Amsterdam. Te voet, te midden van de andere „Groenen", nage jouwd door de Amsterdammers Hij liep naar Den Haag en vandaar in de lange rij krijgsgevangenen via Scheveningen, Haar lem. de Afsluitdijk, Groningen en Win schoten naar het verslagen Duitsland. Het Britse Militaire Gezag maakte een duide lijk onderscheid tussen de krijgsgevange nen van het gewone leger en die van de S.S. en S.D. Evenals de andere S.D.-ers werden de oud-leden van de Grüne Polizei naar de mijnen gezonden. Jupp Henneböhl probeerde vergeefs aan te tonen, dat hij zich tijdens de oorlog als een fatsoenlijk man had gedragen. Hoe moest hij trouwens zijn beweringen bewijzen? Er was ten slotte maar één uitweg: de vlucht. In 1946 wist Henneböhl stiekum de Duitse grens over te komen en Amsterdam te bereiken. ZIJN VRIJHEID duurde slechts kort, want al spoedig werd hij gearresteerd door de politieke opsporingsdienst. Nog klinkt de stem van de rechercheur hem in de oren: „Hebt u zich goed gedragen? Maar iedere ploert heeft immers wel eens iets goeds gedaan. Wacht maar af: het zal mij niet moeilijk vallen tenminste één schof- tenstreek te vinden en meer heb ik nodig om je achter de tralies te houden Het werd een zeer diepgaand onderzoek, waarbij de politieke recherche van de ene verbazing in de andere viel. maar nergens die ene schoftenstreek kon vinden. Wél bleek, dat honderden Nederlanders het voor de „Groene" opnamen. Zo gingen de ge vangenisdeuren weer open voor de oud wachtmeester. Hij kwam niet alleen op vrije voeten, maar kreeg wegens zijn ver diensten ten tijde van de bezetting een verblijfsvergunning om zich in Amster dam te kunnen vestigen. Jupp Henneböhl werd Joep Henneboel. Met steun van vrienden kon hij aan de Amsterdamse De Wittenkade een .sigarenwinkel kopen. In 1957 trouwde hij Cis van Putten, de doch ter van een verzetsstrijder. Bij die gele genheid kwamen het telegram van de paus en de felicitaties van vele autoriteiten. Het bruidspaar ontving die dag 166 telegram men, ruim 600 brieven en 82 bloemstukken en op de receptie kwamen 350 vrienden en kennissen. „JOEP" IS IN HART en nieren een Am sterdammer geworden. Van 's morgens zes uur tot 's avonds half zeven staat hij ach ter de toonbank en verkoopt sigaren en si garetten. Terwijl hij zjjn verhaal doet gaat de telefoon. Een onbekende uit Dedems- vaart feliciteert hem met het verkrijgen van het Nederlanderschap. „Ik schrjjf die telefoontjes allemaal op. Dit is al de 174ste. Joep Henneboel als de populaire sigarenwinkelier in e- Amsterdamse volksbuurt. HET EERSTE CONTACT met de onder grondse vloeide voort uit een opdracht van de commandant om een lap stof voor een kostuum te kopen. Henneböhl ging winkel- in winkel-uit, maar er was geen stoffen handelaar of kleermaker, die een Duitse politieman wilde leveren. Zij zeiden een voudig niets in voorraad te hebben. Ten slotte probeerde de wachtmeester het in De Bijenkorf, maar ook daar schudde men het hoofd. Henneböhl had er toen danig genoeg van. Hij liet de afdelingschef ko men en toen hij deze de mantel uit wilde vegen bleek hij lik op stuk te krijgen. In het kantoortje van de chef brak een hoog lopende ruzie los. Toen de Nederlander zich daarbij het woord „mof" liet ontval len en hier zichtbaar van schrok barstte Henneböhl in schaterlachen uit. De rest van het gesprek voltrok zich in alle ge moedelijkheid en wachtmeester Jupp ver liet het warenhuis met een besté lap stof. Hij had moeten beloven nog eens langs te komen. Het contact was gelegd. HET SPREEKT VANZELF, dat wacht meester Henneböhl door de illegaliteit aanvankelijk met het nodige wantrouwen werd bekeken. De samenwerking kwam dan ook langzaam tot stand. Maar al spoe dig bleek, dat men op de „Groene" nimmer vergeefs een beroep deed. Henneböhl ver strekte stiekum Ausweise, waarop onder duikers de stad konden verlaten. Ook ver zorgde hij de verzending van brieven van Amsterdammers aan naar Duitsland ge voerde familieleden; brieven, die hij per veldpost verzond en die aldus ongecensu reerd de geadresseerden bereikten. Een volgende stap was het saboteren van de fietsenactie van de Duitsers. Hij reikte Ausweise uit, waarmee fietsbezitters de inbeslagneming konden voorkomen. Dat neemt niet weg, dat Henneböhl vele malen met zijn collega's de straat op werd ge stuurd om zelf fietsen in beslag te nemen. Maar het is meer dan eens gebeurd, dat hij mensen, die bij de fietsenopslag op het Centraal Station verbeten stonden toe te kijken hoe hun karretje werd weggesleept, wenkte en hen overgaf aan de wacht met de mededeling: „Bevel van Oberleutnant Rieger, deze mensen kunnen hun fiets meenemen". En sigarenwinkelier Joep zegt nu nog: „Ik heb me er altijd over verbaasd, dat die mensen net zolang tussen de honderden fietsen bleven zoeken tot ze hun eigendom terugvonden. Ze hadden toch evengoed de beste fiets kunnen ne men Merkwaardig genoeg ging het trucje van „bevel van Oberleutnant die en die" er altijd in als koek. En Jupp Henneböhl werd steeds brutaler en streefde ernaar zoveel mogelijk mensen hun fiets terug te geven. DE FIETSENGESCHIEDENIS, waarmee Henneböhl hoog spel speelde, is onbedui dend vergeleken met het werk, waarmee hp mensenlevens kon redden. Op het hoofdkwartier van de Grüne Polizei be schouwde men hem aanvankelijk als een ambitieus mensenjager gezien zijn grote belangstelling voor de plannen voor raz- in een bepaalde buurt een razzia werd ge houden gaf hij deze wetenschap naar de ondergrondse door, die onmiddellijk maat regelen kon treffen. En omdat hij beter dan wie ook de werkwijze van de „Grüne" kende heeft hij meermalen waardevolle onderduikadviezen kunnen geven. WACHTMEESTER HENNEBÖHL heeft ook zelf aan razzia's deelgenomen. „Wij verdeelden ons altijd over een bepaalde wijk voor het ophalen van Joden. Zij, die werden gevonden werden dan verenigd tot een groep, die in zijn geheel werd afgele verd aan de S.D. in de Hollandse Schouw burg. Maar ik vond zogenaamd nooit iemand thuis en het liep nooit iin de gaten, dat ik opzettelijk zonder arrestanten was". Bij de jacht op de mannen, die de Ar- beitseinsatz ontdoken, gingen de Duitsers minder zorgvuldig te werk en daardoor kreeg Henneböhl wat meer mogelijkheden. Hij nam deel aan razzia's op jongemannen in Amsterdam, Rotterdam, Delft, Den Haag en Haarlem en in al deze plaatsen lukte het hem arrestanten de vrijheid te her geven. In Delft ging hij nogal brutaal te werk. Hij kreeg met vier ander „Groenen" opdracht een groep jongemannen naar het station te brengen. Onderweg zond hij de vier aan hem ondergeschikte politieman nen terug en ging alleen verder. In de buurt van het station liet hij de groep echter een zijstraat in marcheren en joeg de verraste arrestanten snel uiteen. Tijdens een razzia in Den Haag wist hij de hele organisatie in de war te schoppen door op hoeken van bepaalde straten zoge naamd de wacht te betrekken en de pa trouilles door te sturen met een „hier zijn ze al geweest. IN HAARLEM zag Henneböhl kans een aantal rooms-katholieke geestelijken uit een op het station voor vertrek gereed staande groep te halen. Hij stelde hen in gelid op en liet hen onder brallende com mando's afmarcheren, terug de stad in. Op de Grote Markt stootte hij op een nieuwe groep arrestanten, die op weg was naar het station. Henneböhl ontdekte daarin ook twee geestelijken en vertelde de S.D.-ers, die de groep begeleidden, dat hij bevel had de geestelijken samen te voegen en weg te leiden. Hjj kreeg zijn zin en bracht het ge zelschap naar het Venlose evacuatieoord Berkenrode. Korte tijd later dreigde wachtmeester Henneböhl voor de ondergrondse verloren te gaan. Hij kreeg namelijk de mededeling, dat hij naar Nijmegen werd overgeplaatst. Maar de wachtmeester was niet voor één gat te vangen. Hij belde zijn eigen com mandant op, deed voorkomen alsof hij ko lonel Böhmer uit Nijmegen was en liet weten, dat de overplaatsing van Henne böhl niet langer noodzakelijk was en het bevel hiertoe moest worden ingetrokken. De truc zou wellicht succes hebben gehad als de commandant in Amsterdam niet even later kolonel Böhmer had opgebeld om een nadere bijzonderheid te vragen. Wachtmeester Henneböhl zat in de klem. Nog diezelfde dag werd hij in een cel cp- de strafbepaling naar het Oranjehotel Scheveningen overgebracht. te Drie maanden lang duurde het onderzoek in de zaak-Henneböhl. Het geluk wilde, dat er behalve het gefingeerde telefoon gesprek niets meer werd ontdekt dan de verzending van Nederlandse brieven via de veldpost. Het was bovendien toeval, dat de strenge S.S.-rechter in Den Haag in die tijd werd vervangen door een wat milder man, die de telefoontruc humoristisch op vatte; Jupp Henneböhl kreeg een discipli naire straf en werd tenslotte teruggezon den naar Amsterdam. De post in Nijmegen was inmiddels door een ander bezet.... Dit alles is misschien nog niet voldoende om van deze Duitser een held te maken. Maar dit predicaat verwierf hij dan ook Met het kopiëren van bekende wer ken van grote meesters verdient een stel Spaante schilders meer dan met het scheppen van oorspronkelijke wer ken. De aandacht van de bezoeker van het Prado wordt het eerst getrokken door een aanzienlijk aantal onder ern stig stilzwijgen werkende schilders van beiderlei kunne die hun beste beentje voorzetten om werken van Go ya, Velazquez, Murillo én andere Spaan se of buitenlandse meesters na te schil deren Zij zijn allen tot de overtuiging ge komen dat zij hiermede heel wat meer geld kunnen verdienen dan door het openbaren van hun eigen scheppend vermogen. EEN BEKWAAM kopiist kan met gemak gemiddeld 15.000 tot 20.000 pe seta's 900 tot 1200) per maand verdienen met de verkoop van zijn ko pieën aan buitenlanders. In vele ge vallen zijn kopieën van omvangrijke meesterwerken verkocht voor niet min der dan 100.00 of zelfs 150.000 pese ta's. Menige grote meester zou een of twee eeuwen geleden gelukkig zijn geweest met dit bedrag. zia's. Zodra hjj op het bureau vernam, dat gesloten en kort daarna in afwachting van Twee voorbeelden (hierboven en rechts onder op de pagina) van boombastbe schilderingen uit het Nieuw Guinese Sentanimeer-gebied. DAAROM HEBBEN mevr. Dorothy Benneth te Darwin en de zakenman Michael Campbel te ydney een stich ting in het leven geroepen om zoveel mogelijk van het werk op te sporen en voor ondergang te behoeden.Zij bren gen boombastschilderijen, die bijzon der gezocht zijn in de V.S., Zweden, Frankrijk en Engeland, in de handel en verdelen de opbrengst na aftrek van kosten onder de missies en de kunste naars zelf. De ongeveer 65-jarige Ma walan, een ouderling van de Rirajingo- stam en een van de laatste behoeders van de mythen van de oude bescha ving, is de meesterschilder van geheel Arnhemland, een gedeelte van noorde lijk Australië, waarvan de hoofdstad Arnhem heet. Veel van zijn werk is zeer symbolisch.Landschappen zijn geen landschappen zoals wij die kennen. Punten, streepjes en kronkelende lij nen stellen heuvels, bomen en plassen voor; voor de ingewijden heeft elke lijn en elke boog een diepere betekenis, zo duidelijk als het ABC voor een kind van de lagere school. VAAK ZIJN DEZE schilderijen ge bruikt als primitieve handboeken voor het onderricht aan jongemannen. Zij beelden de geschiedenis van de stam en zijn helden uit en de in de loop van duizenden jaren overgeleverde ver halen uit de oertijd. Men kan in het boombastschiiae.ren misschien het begin van een geschreven taal zien, iets, jiat de oorspronkelijke bewoners, als zij er de tijd voor hadden gekregen, wellicht tenslotte zouden hebben ontwikkeld langs de lijnen van het Egyptische hiëroglyfen- of beeldschrift. Maar met het binnendringen van de beschaving zijn de oude vormen van het leven der inboorlingen verloren ge gaan. Het geregeld werken voor geld knaagt aan het bestaan zelf van som mige ceremonieën zoals de vruchtbaar heidsritus, die zes maanden of langer MAAR HET kopiëren is door de be heersers van het Prado aan strenge regelen onderworpen. Alleen beroeps- schilders, die onderscheidingen hebben behaald op nationale tentoonstellingen of docenten aan artistieke instellingen mogen het proberen. Bovendien moe ten zij 25 peseta's betalen om hun papieren te laten verifiëren. .Voorts mogen er niet meer dan drie kopiisten tegelijk aan het zelfde stuk werken en als er meer belangstellenden zijn moe ten zij hun beurt afwachten. Gedurende het vorige jaar hebben elke dag ongeveer 300 kopiisten in het museum gewerkt. Zij kopieerden niet minder dan 1.000 meesterwerken en hun werk heeft hun bruto ongeveer 7.5 mil joen peseta's opgebracht. Veruit de eerste keus van de kopiis ten zijn de werken van Diego Velas quez daarna komen Goya, Murillo en El Greco. iiiiiiiiiiiiiiiiNiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiii kón duren. Wie, behalve een ergens afgelegen wonende Arnhemlander zou zijn werk zo lang in de steek kunnen laten? De kleuren van de schilderijen zijn geel, rQod en soms rose oker, koolzwart en krijtwit. DE KUNST EIST een grondige en volledige kennis van de oude verhalen en mythen uit de vroegste tijden en dat is de oorzaak, dat het boomschors- schilderen gedoemd is te verdwijnen. De belangwekkendste van de overge bleven boombastschilders is misschien Moendarg, een primitieve oude, die niet weet wat hij met de beschaving zou moeten aanvangen. Hij leeft als een nomade, trekkend over de rotsen en door de passen van het „steenland" van Arnhemland. Een heel enkele keer duikt hij op in de regeringsnederzetting Ma- ningreda, doch slechts voor enkele da gen. MOENDARG IS DE laatste levende schilder, die „x-stralen-schliderstukken" maakt, welke uitbeelden wat naar de mening van de oorspronkelijke bewoner de inwendige samenstelling van het li chaam was de ruggegraat, organen enz. Enkele in grotten in Arnhemland gevonden schilderijen in deze vorm worden op 'n ouderdom van 50.000 jaar geschat. Voor er vele jaren verstreken zijn zal het boombastschilderen zijn uitgestor ven. Maar tot zolang verdienen een paar oude mannen er meer geld mee dan zij weten uit te geven en intussen heeft de mensheid een kans gekregen om een van de laatste schakels die hem met het Stenen Tijdperk verbinden, te bewaren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 13