Inbrekers op Sinterklaasavond De mens in het tijdperk der automatic De prijs voor veel en lekker eten Ai door H. G. CANNEGIETER Schenkingen aan het Stedelijk Museum Erbij PAGINA DRIE O O ge ER LIGT EEN ROEK voor ons van een wat eigenaardig uiterlijk. Het lijkt qua vorm op het orderboekje van qua vorm op i een beursbediende, maar de abstracte tekening op de kaft verraadt een an dere inhoud. Die is echter niet minder zakelijk en aan de andere kant ook niet minder speculatief dan wat het aantekenboekje van de beursman be vat. De overeenkomst wordt boven dien nog versterkt omdat de uitgeef sterhet Nederlands Cultureel Con tact, het boek ook nadrukkelijk als een „werkboek" introduceert. De „stof" is de automatic in haar ont staan en wezen, met het accent vooral ^iin iiiiiiiiiiuiiiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiiiiuiuiiuiiiiiiiiiiiiiiiiuuiiiuiiiiiiiiiiiuiiiuiuiiimiiuimiuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiminiii Drs. W. Langeveld DE BEKENDE Zwitserse ver zamelaar, Eduard von der Heudt, die ook lang in Nederland woonde, heeft reeds belangrijke schenkingen gedaan aan het Rietberg-Museum in Zurich en aan het Von der Heydt-Museum in Wuppertal. Thans heeft het Stede lijk Museum in Amsterdam een grote collectie kunstvoorwerpen ontvangen. Deze schenking omvat belangrijke moderne schilderijen van Otto Mid ler, Paula Modersohn en Karei Wil link, benevens vele antieke meubels, wandtapijten en gebruiksvoorwerpen, in totaal 164 nummers. Deze laatste komen goed van pas bij de herinrich ting van het Museum Willet-Holt- huysen tot Amsterdams patriciërshuis en voor de meubilering van het Burgerweeshuis. Het gemeentebe stuur heeft de schenker zijn grote dank betuigd voor deze royale geste. De tentoonstelling van de Italiaan se schilder Renato Guttuso, die on langs in het Stedelijk werd geopend, is dezer dagen aangevuld met drie grote doeken, welke zijn teruggekeerd van de Wereldtentoonstelling te Seattle in de Verenigde Staten. De kunstenaar schonk een groot doek aan het museum. ZA IhBÜAU 1 DECEMBER 1962 Iedereen in de buurt kende ze als „de dametjes". Hoe ze heetten, vroeg niemand noch waar ze vandaan kwa men en of ze familie hadden. Ze leken sprekend op elkaar en je kon niet zeggen, wie de één was en wie de ander. Het waren vriendelijke meisjes zei den de bakker en de melkboer, die trouwens weinig aan haar verdienden. Ze hadden het niet breed, dat merkte je wel. Maar als er een orgelman of iemand met een lijst aan de deur kwam waren ze goedgeefs. En de kinderen kregen dikwijls een snoepje van haar. De dametjes woonden in een huisje, dat apart- stond van de rij. Er was een miniatuurtuintje omheen, maar het huis en de tuin waren even verwaar loosd. Het zusterpaar leefde van het ouderdomspensioen, dat aangevuld werd met de opbrengst van enkele effecten. Die hadden ze van haar vader geërfd, toen ze nog met haar drieën waren. Emma, de oudste, was overleden en na haar dood dachten de dametjes het wat royaler te krijgen met wat Em ma ze naliet. Maar dat liep op niets uit. De drie dametjes hadden haar effec ten bij de bank in bewaring; daar gin gen ze heen om de coupons te verzil veren. Emma, die als weduwe in een stad woonde, had daar een bank. En toen ze gestorven was en de notaris bij de bank de effecten wou halen, werd de bankbediende, die hem naar de kluis begeleidde, doodsbleek en fluis terde, terwijl hij hem de sleutel over handigde: „De trommel is leeg; u kunt mij laten arresteren!" NIEMAND BEKOMMERDE zich bui ten de bakker en de melkboer en de kindertjes om het zusterpaar. Als er overal feest gevierd werd en de gezin nen zaten gezellig bijeen met Kerstmis of Oudejaarsavond, dan bleven de da metjes eenzaam. Ze vierden dan ook geen Kerstmis of Sinterklaas. Ze dach ten er niet eens aan, dat het zo'n bij zondere avond was. Ze dronken gewoon hun kopje koffie alsof er niets aan de hand was. Wéér een gescharrel, dat nu uit de schoorsteen scheen te komen. En tot ontsteltenis van het zusterpaar werd er op de voordeur geklopt. Een beschei den klop weliswaar, maar toch een klop. Het éne dametje vermande zich en schuifelde van angst naar het raam. Voorzichtig schoof zij het gordijn een beetje op en zij gluurde door de kier. Wat ze zag, stelde haar gerust. NA DEZE ONSTELTENIS hadden dê dametjes haar papieren in huis geno men, want zij vertrouwden geen bank meer. De geldkist lag onder het bed goed bewaard. Maar sindsdien waren de dametjes bang voor inbrekers ge worden. Je las daar toch maar van! Een insluiper had ergens alles gestolen, terwijl de bewoners van huis waren. Elders had een straatrover de lade gelicht van een kruidenier. Buren had den een oude boer gekneveld gevonden en met een prop in de mond. In een villa was een geheimzinnige moord gepleegd. En zo kon je maar dóórgaan!- Je werd er akelig van! Uitgaan deden ze ook niet. Haar kle ren waren wat sjofeltjes en ze schaam den zich hiervoor, want ze waren van goede familie. Bovendien, als het koud was, hadden ze niets dan een verrafel de sjaal en handschoenen, waar de vingers doorstaken. Haar paraplu was allang versleten en geld om een nieuwe te kopen hadden ze niet Ze bleven maar liever thuis en zaten met haar afge trapte pantoffels tegen een warme kachel te kleumen. Niemand bemoeide zich met haar. Maar er is iemand, die zich wél be moeit met behoeftige dametjes. Sin terklaas is niet alleen een kindervriend, maar hij heeft ook een bijzonder zwak voor eenzame zieltjes, die op zijn feestdag verlaten in hun doodstille ka mer zitten. De Goedheilige had het tweetal allang opgemerkt en hij vond, dat hij er maar eens werk van moest gaan maken om ze ook in zijn feest te betrekken. Daar om stuurde hij Piet met een flink ge vulde zak naar dat verwaarloosde huis je, dat daar stond buiten de rij. „Ik geloof, dat het de politie is", zei ze. Het andere dametje ging meekijken. ,Ja". zei ze, „de politie. Het is een man in uniform. En hij heeft een gro te stok bij zich „En hij draagt een hoge helm op z'n hoofd". „Hij zal de inbreker op het spoor wezen. Misschien zit die op het dak en heeft de politie hem daar ontdekt. En nu waarschuwt hij ons. „Zullen we opendoen?" Zij aarzelden nog. Maar nogmaals een klop, en nu wat forser, hielp ze Over de weifeling heen. Juist toen ze de kamer uit waren en in het gangetje naar de buitendeur lie pen, werden zij opgeschrikt door een zware plof, die de koffiekopjes in de huiskamer dede rinkelen. Ademloos morrelden zij aan 't slot van de buiten deur; ze waren te nerveus om de sleutel te hanteren. Maar het lukte toch. Voor haar stond een statige man met een grijze baard. In haar ontsteltenis bemerkten de dametjes niet, dat het gewaad, waarin de grijsaard verscheen, niet het tenu van een politie-agent was. „DAMES, MAG IK U vragen: is hier ook een man binnengekomen? Een zwarte man met een grote zak op zijn rug?" Zijn stem klonk zo vriendelijk, dat de dametjes gerustgesteld waren. Er was haar een pak van het hart geno men, nu ze wisten, dat de politie de inbreker ontdekt had en haar kwam be schermen. Nu kon haar niets meer ge beuren! „Komt u maar binnen!", nodigde het éne dametje de bezoeker uit. deze volg de het paar naar de huiskamer, maar toen ze binnentraden, uitten de dame tjes een kreet van schrik. Daar stond waarlijk een zwarte kerel bij de schoor steen en de zak, waarin de dief zijn buit wilde meenemen, stond naast hem op de vloer. Hoe gelukkig, dat de politie nu bij haar was, want wat hadden ze anders moeten beginnen. Met kloppend hart wachtten ze af, dat de politie de in breker zou arresteren en ze waren nieuwsgierig, hoe dit in z'ri werk zou gaan. Maar het ijselijkste moest nog komen Want tot haar ontsteltenis zagen de dametjes, dat de inbreker en de be zoeker een blik van verstandhouding wisselden. Het was dus *,een politie agent, maar 'n medeplichtige. Het twee tal boeven kende elkaar! En de boef, die door de voordeur was binnengela ten speelde onder één hoedje met de •VARCARINF boef, die zich door de schoorsteen van het dak had laten zakken. Wat zou de arme mensjes nü over komen??! Dat was te erg om aan te denken. Ze zouden worden vastgebon den met een prop in de mond. zoals die boer en geheimzinnig worden ver- Daarom sloten de dametjes 's avonds voor het naar bed gaan secuur de deu ren en vensters. Ze schrokken van elk geluid. Het ergste was het, als het 's nachts stormde en de kruin van de boom in het tuintje kraakte en piepte: als de regen van de goten drupte en de zinken pijp op het dak heen en weer rommelde. Dan kropen de dame tjes in haar bed angstig tegen elkan der aan, en ze deden geen oog dicht. DE STILTE van het vertrek werd eensklaps verbroken door een geheim zinnig lawaai. Er ritselde iets; het was of er iets op het dak gebeurde; vreem de geluiden deden zich horen. Waren de dametjes bijgelovig geweest, dan zouden ze gedacht hebben, dat er een spook ergens in huis ronddwaalde, maar ze waren niet bang voor spoken, maar wèl voor inbrekers. Het éne dametje staarde het andere aan' 'b,e ang?t 'inf Jiair ogen weerspie gelde zich in de blik van" het and<£e dametje. Haar mondhoeken trilden. Ze durfden niet spreken. Doch toen een doffe plof weerklonk, sprong het éne dametje op van haar stoel. „Inbrekers!", fluisterde ze. Het andere vrouwtje knikte instem mend. „Wij moeten gaan kijken!" mompel de ze. ,Ik durf niet!" „Ik óók niet!" !llllI^lllllll!l!llllll!lllmlllllllllllllllllllllllllllllllnllIfllH^1l^llllllllllllllllllHl^lll!^llll^lllm^lllllllIl|,l|ll,^,,lra||,l|,||,||,|,n||,,l,||!|!l|ll||||,|||||,||,,|||||||l||,l|l,,,||||,|||||,||1||||||ll,||||,l|,,,,,l,,1,l,l,,l "'Ut jjlflllllllllllllllllllllfflllllllll (Van onze medische medewerker) „IK HEB INGEWANDEN, die slecht naar mijn zin functioneren" verklaart een vrolijke snaak, die een groot liefhebber is van feestjes en een lekkere borrel. „Nu eens lijd ik aan een verstopping en eni ge dagen later is het het tegenover gestelde, dan word ik gehandicapt door diarrhee of buikloop, zoals men het vroeger noemde. Ik neem me de moeite om hier een eind aan te maken. Het gaat enige tijd goed en dan begint het weer. Ik zou graag willen weten, dat er met me aan de hand is. Wat denk jij ervan?" De vriend tot wie hij zich richt aarzelt niet lang. Ga naar een darm specia list, beste kerel. Jij hebt vast en zeker een ontsteking aan de kartel darm. Een ontsteking aan de kartel darm? Wat is dat voor eenziekte? Het is een infectie van de kartel- darm, d.w.z. van de dikke darm De ze uit zich door afwisselingen van verstopping en diarrhee. Naar de manier waarop jij je voedt, is het helemaal niet te verwonderen. Komt het niet dikwijls voor, dat je klaagt over hoofdpijn en duizelingen? Dat zijn de tekenen, die de crisis van de karteldarm vergezellen. DE ONTSTEKING van de kartel darm is een tamelijk verspreide ont steking. Deze ontsteking valt vooral mensen aan, die veel eten, liefheb bers van overvloedig en gekruid eten veel bier, varkensvlees en haché. Het is een ontsteking van de inwen dige wand, d.w.z. van het slijmvlies, dat de dikke darm aan de binnen kant bedekt. Deze ontsteking ver hindert de dikke darm zijn rol te spelen in de uitdrijving van het af val van ons eten. Buiten de soms pijnlijke kolieken, uit de ontsteking van de karteldarm zich nu eens door een hardnekkige verstopping, dan weer door diarrhee. Meestal wis selen deze beide darmstoornissen el kaar af, maar-ze verijdelen de ziek te niet. De ontsteking kan zich over het gehele slijmvlies verspreiden. Dan hebben we te doen met een verspreide ontsteking van de kartel darm. De oorzaken ervan zijn meest al microben. Dikwijls is voedselver giftiging de oorzaak, of eenvoudig een prikkeling, die veroorzaakt is door te overvloedig of gekruid voed sel. verantwoordelijk zijn. Wanneer de ontsteking slechts een klein gedeelte van de karteldarm betreft, is de oorzaak eerder organisch dan mi- crobisch. De aanwezigheid van een poliep of van een lichte afwijking van de darmwand is voldoende om een prikkeling van de darm teweeg te brengen. De gedeeltelijke ontste kingen van de karteldarm staan dik wijls in verband met de ontsteking van naburige organen Zij vergezel len maar al te vaak de stoornissen van de galblaas. Een blindedarm ontsteking kan evengoed de oorzaak zijn van een ontsteking van de kar teldarm, een ontsteking, die opkomt na de operatie. De lijders aan een ontsteking van de karteldarm heb- ben dikwijls last van hun zenuwen. Zij lijden aan hoofdpijn, vooral ge durende de perioden van verstop ping en allerlei stoornissen die min of meer de zenuwen aangaan „zwarte plekjes voor de ogen", duizelingen, oorsuizingen enz. De dagnose wordt gesteld door een geneeskundig onderzoek, dat volgt op een ondervraging van de zieke en vooral bestaat uit betas- ting van de buik om het pijnlijke punt te vinden. Dit onderzoek wordt bevestigd door een opname met x- stralen van de darmen, die zicht baar gemaakt worden door een voor de 'x-stralen ondoorzichtige substan tie. De rectoscopie (rechtstreeks on derzoek van het slijmvlies in de buurt van de anale opening) geeft dikwijls dezelfde aanwijzingen. Een dieet is onontbeerlijk. 8 DARMPARASIETEN kunnen ook ALS MEN DE ONTSTEKING van de dikke darm eenmaal ontdekt heeft doen zich verschillende behan delingsmogelijkheden voor naar ge lang de oorspronkelijke oorzaak: parasieten, secundaire overbrenging van een ontsteking van een naburig orgaan enz. De keus van genees middelen wordt bepaald door de noodzakelijkheid om eerst de oor sprong van de ontsteking te onder drukken. Bismuth wordt aanbevolen Om de plaatselijke prikkeling te kal meren, het gaat als het ware om pleisters, die het ontstoken slijm vlies dichtstoppen. Maar vooral de levenswijze en het voedseldieet spe len een belangrijke ol in de gene zing van de patiënt. Zoals we reeds gezien hebben heeft de lijder aan een ontsteking van de karteldarm ook „last van zijn zenuwen"Dus heeft hij rust nodig, veel slaap en moet hij een zo regelmatig mogelijk leven leiden. Hij moet op vastgestelde uren eten en zo mogelijk op vastgestelde uren naar de w.c. gaan. Maar het aller belangrijkste is het dieet. De lijder aan een ontsteking van de kartel darm moet radicaal alles mijden wat kan leiden tot bevordering van de ontsteking van zijn geprikkeld slijm vlies. GEEN ALCOHOLISCHE dranken, geen kruiden en sausjes die kruiden bevatten, peper, Spaanse peper, kruidnagels, mosterd enz. zijn grote vijanden. Geen schelp- en schaaldie ren. Geen varkensvlees, wildbraad, gerookt vlees of vlees dat men adel lijk heeft laten worden. Geen inge maakte groente (behalve gesterili seerde groente), geen sterke koffie, geen vers brood. Aanbevolen wordt: pap van ko ren, maïs en haver, groene groen ten. Men vermijde bloemkool en to maat, die rijk aan cellulose zijn en het slijmvlies prikkelen. Mager vlees, magere vis, bij voorkeur tong, forel en schar. Fruit is uitstekend, perziken, druiven (zonder schil of pit), mandarijntjes en zoete sinaas appelen. In geval van diarrhee ete men een geraspte appel. In geval van verstopping daarentegen ete men pruimen en vijgen. Tenslotte zijn enige melkprod.uk- ten, zoals yoghurt en jonge kaas vaak toegestaan. Maar de behande lende arts zal het dieet voor iedere patiënt afzonderlijk vaststellen en ook de nodige medicijnen geven. op haar sociale en culturele gevolgen. Dit omstreden en tot de verbeelding sprekende technische verschijnsel heeft vele pennen reeds in betceging gebracht, zo vele dat men in de wir war van meningen en standpunten over ons aller toekomst het spoor bijs ter dreigt te geraken Het werkboek bevat nu een door drs J. M. M de Valk samengestelde bloemlezing uit deze meningen. Dat is niet maar zon der meer een aaneenschakeling van citaten, maar bewust is gepoogd uit eenlopende meningen recht te doen, waardoor duidelijk wordt hoe weinig ons bekend is van de afloop van het proces dat thans op gans komt. ZOALS IMMER wanneer er over de toekomst wordt gesproken, komen er vooral twee soorten opninies duidelijk naar voren, de optimistische en de pes simistische. Zien sommigen in de auto matic de oplossing voor de geestdoden de arbeid aan de lopende band, anderen geloven dat in een geautomatiseerd pro- duktieproces de arbeider helemaal on derworpen zal worden aan het arbeids collectief dat op zijn beurt gehoorzaamt aan de eisen der apparatuur. De deskun digen zijn het ook niet eens over het antwoord op de vraag, of automatie tot werkloosheid zal leiden of niet. Sommi gen zien deze als onvermijdelijk en mas saal, anderen geloven in voldoende mo gelijkheden tot compensatie. Bestaan er dus vele verschillen in vi sie, er is toch ook wel enige overeen stemming. Zo geloven de meeste ex perts, dat de grote geautomatiseerde be drijven een zeer stabiele economie van node zullen hebben waarin ook de af zet houvast geeft. Een paradijselijke toestand voor alle economische plannen makers zou daarmee ontstaan De Duit se socioloog Schelsky is het echter met de noodzaak van een planeconomie niet eens en zegt dat de principiële „plan ners" de automatie aangrijpen als een voorwendsel om hun stokpaardje te be rijden. VEEL AANDACHT krijgen in dit werk boek ook de sociaal-culturele (vermeen de) gevolgen. Grote plaats is ingeruimd aan prof. Fred L. Polak's beschouwing „menselijke macht en onmacht" die ons daarin een gemechaniseerd wereldbeeld voorschotelt. De bestuursmacht, de eco nomische bestuursmacht, de burgerlijke vrijheid en de vrijetijdsbesteding drei gen alle door de moloch der mechanisa tie te worden opgeslokt. Een weinig hoopvol perspectief dus. In zijn „proeve van systematische vereenvoudiging" die overigens meer systematiseert dan vereenvoudigt zet Polak dit sombere beeld dan weer in wat vrolijker con touren, waar hij poogt aan te geven hoe sombere consequenties unnen worden gekeerd. Onderwijs en opvoeding zijn in het huidig en toekomstig sociaal-cultureel krachtenveld factoren van niet gemak kelijk te overschatten betekenis, ook al is men het met allerlei sombere en minder sombere voorspellingen uit dit werkboek niet eens. Dit belang wordt onderkend en een aantal specialisten komt over de aan de orde gestelde pro blemen aan het woord. Dr. H. G. W. van der Wielen belicht „automatie en volksontwikkeling" in een weinig nieu we gezichtspunten biedend betoog. Prof. Kwant, O. E. S. A. geeft een boeiende verhandeling over „jeugdvorming en onderwijs in het technische tijdvak" en prof. Van Niftrik bespreekt de „re- preatje" en geeft eens aandacht aan het_,n belang van een goede sexuele opvoeding en van dp erotiek als eerste en buiten- tje onaer gewoon belangrijke vorm van recreatie. haar stoel Een maar al te zeer verwaarloosd as pect, juist ook uit een oogpunt van zelf- beleving en vrijetijdsbesteding. moord zoals die mensen in de villa. Dit was te erg om te verdragen. Met een scherpe gil zegen de dametjes in een. Daar lagen ze op de vloer, de één naast de ander. Ademloos en met de ogen dicht. Ze konden wel dood zijn. Piet, die onder alle omstandigheden een schalk blijft, boog zich over het tweetal been en telde met zijn roe op de manier van de scheidsrechter bij een bokswedstrijd. „Een, twee, drie, vier, vijf, zes, ze ven, acht negen Maar voordat hij tot tien had geteld, boog Sinterklaas zich op zijn beurt over de bewusteloze da metjes en maakte met zijn staf het teken des kruises. Met een wip sprongen de dametjes overend. Zij herademden, het bloed verfde haar bleke wangen weer, maar haar ogen blikten nog wild in het rond. ONDANKS AL HET waardevolle dat dit werkboek bevat moet ons van het hart, dat het geheel de indruk wekt van een verzameling toekomstzorgen van ge kwelde intellectuelen, die zich in arren moede maar op verweg liggende vraag stukken concentreren omdat zij met de hedendaagse al helemaal geen raad we ten. Immers om ons eerst tot Neder land te beperken- daar is een grote groep minimaal verdienenden en van voor hun kwaliteiten geschikt onderwijs verstokenen; daar is het nog altijd on opgeloste woningbouwvraagstuk; daar liggen problemen als de miljardenver - slindende bewapeningswedloop, de ar moede in de ontwikkelingslanden en het (over-)bevolkingsviaagstuk. De auto matie is, zeker de eerst komende ja ren. niet het voornaamste probleem. De materiële zekerheid is door bepaal de groepen van onze samenleving nog maar nauwelijks verworven, andere zijn er nog niet eens aan toe. De grotere vrije tijd bestaat voorlopig uit enkele uurtjes op zaterdag, die overigens be ter aan produceren hadden kunnen wor den besteed, bijvoorbeeld om hulp aan achtergebleven gebieden te verstrekken. Een zinvoller bezigheid zien we op het ogenblik niet. MEN BEGRIJPE ons goed. Het is zin rijk en interessant zich eens in de ge volgen van de automatie te verdiepen en zich daarover op min of meer weten schappelijke wijze uit te laten, maar het zo voorstellen of dit verschijnsel bin nenkort allesoverheersend wordt, is onzes inziens een afleidingsmanoeuvre. Een visie op de toekomst kan men er niet aan ontlenen, wel misschien kan men zich epn beeld vormen van één van de krachten die in onze maatschap pij aan het werk zijn. Maar er zijn nog zo vele andere minstens zo belang rijke en misschien wel meer fundamen tele voorlopig. Ook om die krachten, al naar gelang hun aard, te versterken of te verzwakken heeft het onderwijs een taak. Dan zal men dat zelfde onder- Wijs eerst toegankelijk moeten maken voor alle begaafden ongeacht hun mi lieu, dan zal men de leerlingenschaal moeten verlagen, de moderne commu nicatiemiddelen moeten gebruiken voor werkelijk educatieve doeleinden, zoals dr. J. A. de Koning in zijn bijdrage aan dit boek opmerkt. En zo kan men wel meer wensen formuleren, niet in de eerste plaats, om de nog in het ge heel niet zo duidelijke gevolgen van de automatie op te vangen, maar naar onze smaak omdat de actualiteit eisen stelt waaraan wij in velerlei opzicht nog niet beantwoorden. Voor wij ons ver liezen in ijle bespiegelingen daagt het hic et nunc ons in de eerste plaats uit. WERKBOEK OF DROOMBOEK? Het is moeilijk een oordeel te vellen. Het eigentijdse vraagt nauwelijks om een van de twee. De problemen zijn er te kust en te keur. De vraag is om een doeltreffende, krachtige en doordachte aanpak. Voorzover het oog daarbij ge richt moet zijn op de toekomst is dit boek een waardevolle bron van beelden en verwachtingen. SINTERKLAAS nam het éne dame tje onder dé arm en geleidde haar naar en Piet ondersteunde het an dere dametje en deed dit op haar stoel neerzitten. Op de derde stoel in het vertrek nam de Goedheilige plaats. „Nu moet u eens luisteren", zei hij bedaard. „Het spijt mij, dat wij u zo van streek hebben gemaakt. Maar wij kwamen met goede bedoelingen. Ik ben Sinterklaas en ik had mijn knecht Piet opdracht ge geven, u enkele geschenken te over handigen, want ik kon het niet hebben, dat u beidjes, terwijl de hele wereld mijn feest viert, hier zo eenzaam in uw huisje zoudt blijven zitten. Wilt u mij het genoegen doen, vanavond mee van de partij te zijn en van mij de gebruikelijke cadeautjes aan te nemen, die Piet hier voor u zal uitpakken!" Uit de zal^ verschenen voor de ver bijsterde dametjes twee zijden sjaals met een Spaans dessin, twee paar hand schoenen van wol uit Myra, twee paar warme pantoffels, een paraplu, twee ban ketletters, twee chocoladeletters, twee taaivrijers, twee speculaaspoppen, een trommeltje Chinese thee, een bus cacao, een zak koffie en een zak suiker. De dametjes waren te beduusd om de in brekers te bedanken, die na een vrien delijke groet schielijk verdwenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 15