Inbrekers op Sinterklaasavond
De mens in het tijdperk der automatic
De prijs
voor veel
en lekker
eten
Ai
door H. G. CANNEGIETER
Schenkingen aan het
Stedelijk Museum
Erbij
PAGINA DRIE
O O ge
ER LIGT EEN ROEK voor ons
van een wat eigenaardig uiterlijk. Het
lijkt qua vorm op het orderboekje van
qua vorm op i
een beursbediende, maar de abstracte
tekening op de kaft verraadt een an
dere inhoud. Die is echter niet minder
zakelijk en aan de andere kant ook
niet minder speculatief dan wat het
aantekenboekje van de beursman be
vat. De overeenkomst wordt boven
dien nog versterkt omdat de uitgeef
sterhet Nederlands Cultureel Con
tact, het boek ook nadrukkelijk als
een „werkboek" introduceert. De
„stof" is de automatic in haar ont
staan en wezen, met het accent vooral
^iin iiiiiiiiiiuiiiiiiiuiuiiiiiiiiiiiiiiiuiuiiuiiiiiiiiiiiiiiiiuuiiiuiiiiiiiiiiiuiiiuiuiiimiiuimiuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiminiii
Drs. W. Langeveld
DE BEKENDE Zwitserse ver
zamelaar, Eduard von der Heudt, die
ook lang in Nederland woonde, heeft
reeds belangrijke schenkingen gedaan
aan het Rietberg-Museum in Zurich
en aan het Von der Heydt-Museum
in Wuppertal. Thans heeft het Stede
lijk Museum in Amsterdam een grote
collectie kunstvoorwerpen ontvangen.
Deze schenking omvat belangrijke
moderne schilderijen van Otto Mid
ler, Paula Modersohn en Karei Wil
link, benevens vele antieke meubels,
wandtapijten en gebruiksvoorwerpen,
in totaal 164 nummers. Deze laatste
komen goed van pas bij de herinrich
ting van het Museum Willet-Holt-
huysen tot Amsterdams patriciërshuis
en voor de meubilering van het
Burgerweeshuis. Het gemeentebe
stuur heeft de schenker zijn grote
dank betuigd voor deze royale geste.
De tentoonstelling van de Italiaan
se schilder Renato Guttuso, die on
langs in het Stedelijk werd geopend,
is dezer dagen aangevuld met drie
grote doeken, welke zijn teruggekeerd
van de Wereldtentoonstelling te
Seattle in de Verenigde Staten. De
kunstenaar schonk een groot doek
aan het museum.
ZA IhBÜAU 1 DECEMBER 1962
Iedereen in de buurt kende ze als
„de dametjes". Hoe ze heetten, vroeg
niemand noch waar ze vandaan kwa
men en of ze familie hadden. Ze
leken sprekend op elkaar en je kon
niet zeggen, wie de één was en wie
de ander.
Het waren vriendelijke meisjes zei
den de bakker en de melkboer, die
trouwens weinig aan haar verdienden.
Ze hadden het niet breed, dat merkte
je wel. Maar als er een orgelman of
iemand met een lijst aan de deur kwam
waren ze goedgeefs. En de kinderen
kregen dikwijls een snoepje van haar.
De dametjes woonden in een huisje,
dat apart- stond van de rij. Er was
een miniatuurtuintje omheen, maar het
huis en de tuin waren even verwaar
loosd. Het zusterpaar leefde van het
ouderdomspensioen, dat aangevuld werd
met de opbrengst van enkele effecten.
Die hadden ze van haar vader geërfd,
toen ze nog met haar drieën waren.
Emma, de oudste, was overleden en
na haar dood dachten de dametjes het
wat royaler te krijgen met wat Em
ma ze naliet. Maar dat liep op niets
uit.
De drie dametjes hadden haar effec
ten bij de bank in bewaring; daar gin
gen ze heen om de coupons te verzil
veren. Emma, die als weduwe in een
stad woonde, had daar een bank. En
toen ze gestorven was en de notaris
bij de bank de effecten wou halen, werd
de bankbediende, die hem naar de
kluis begeleidde, doodsbleek en fluis
terde, terwijl hij hem de sleutel over
handigde: „De trommel is leeg; u kunt
mij laten arresteren!"
NIEMAND BEKOMMERDE zich bui
ten de bakker en de melkboer en de
kindertjes om het zusterpaar. Als er
overal feest gevierd werd en de gezin
nen zaten gezellig bijeen met Kerstmis
of Oudejaarsavond, dan bleven de da
metjes eenzaam. Ze vierden dan ook
geen Kerstmis of Sinterklaas. Ze dach
ten er niet eens aan, dat het zo'n bij
zondere avond was. Ze dronken gewoon
hun kopje koffie alsof er niets aan de
hand was.
Wéér een gescharrel, dat nu uit de
schoorsteen scheen te komen. En tot
ontsteltenis van het zusterpaar werd er
op de voordeur geklopt. Een beschei
den klop weliswaar, maar toch een
klop.
Het éne dametje vermande zich en
schuifelde van angst naar het raam.
Voorzichtig schoof zij het gordijn een
beetje op en zij gluurde door de kier.
Wat ze zag, stelde haar gerust.
NA DEZE ONSTELTENIS hadden dê
dametjes haar papieren in huis geno
men, want zij vertrouwden geen bank
meer. De geldkist lag onder het bed
goed bewaard. Maar sindsdien waren
de dametjes bang voor inbrekers ge
worden. Je las daar toch maar van!
Een insluiper had ergens alles gestolen,
terwijl de bewoners van huis waren.
Elders had een straatrover de lade
gelicht van een kruidenier. Buren had
den een oude boer gekneveld gevonden
en met een prop in de mond. In een
villa was een geheimzinnige moord
gepleegd. En zo kon je maar dóórgaan!-
Je werd er akelig van!
Uitgaan deden ze ook niet. Haar kle
ren waren wat sjofeltjes en ze schaam
den zich hiervoor, want ze waren van
goede familie. Bovendien, als het koud
was, hadden ze niets dan een verrafel
de sjaal en handschoenen, waar de
vingers doorstaken. Haar paraplu was
allang versleten en geld om een nieuwe
te kopen hadden ze niet Ze bleven maar
liever thuis en zaten met haar afge
trapte pantoffels tegen een warme
kachel te kleumen.
Niemand bemoeide zich met haar.
Maar er is iemand, die zich wél be
moeit met behoeftige dametjes. Sin
terklaas is niet alleen een kindervriend,
maar hij heeft ook een bijzonder zwak
voor eenzame zieltjes, die op zijn
feestdag verlaten in hun doodstille ka
mer zitten.
De Goedheilige had het tweetal allang
opgemerkt en hij vond, dat hij er maar
eens werk van moest gaan maken om
ze ook in zijn feest te betrekken. Daar
om stuurde hij Piet met een flink ge
vulde zak naar dat verwaarloosde huis
je, dat daar stond buiten de rij.
„Ik geloof, dat het de politie is", zei
ze.
Het andere dametje ging meekijken.
,Ja". zei ze, „de politie. Het is een
man in uniform. En hij heeft een gro
te stok bij zich
„En hij draagt een hoge helm op
z'n hoofd".
„Hij zal de inbreker op het spoor
wezen. Misschien zit die op het dak en
heeft de politie hem daar ontdekt. En
nu waarschuwt hij ons.
„Zullen we opendoen?"
Zij aarzelden nog. Maar nogmaals
een klop, en nu wat forser, hielp ze
Over de weifeling heen.
Juist toen ze de kamer uit waren en
in het gangetje naar de buitendeur lie
pen, werden zij opgeschrikt door een
zware plof, die de koffiekopjes in de
huiskamer dede rinkelen. Ademloos
morrelden zij aan 't slot van de buiten
deur; ze waren te nerveus om de
sleutel te hanteren. Maar het lukte
toch.
Voor haar stond een statige man met
een grijze baard. In haar ontsteltenis
bemerkten de dametjes niet, dat het
gewaad, waarin de grijsaard verscheen,
niet het tenu van een politie-agent was.
„DAMES, MAG IK U vragen: is
hier ook een man binnengekomen? Een
zwarte man met een grote zak op zijn
rug?"
Zijn stem klonk zo vriendelijk, dat
de dametjes gerustgesteld waren. Er
was haar een pak van het hart geno
men, nu ze wisten, dat de politie de
inbreker ontdekt had en haar kwam be
schermen. Nu kon haar niets meer ge
beuren!
„Komt u maar binnen!", nodigde het
éne dametje de bezoeker uit. deze volg
de het paar naar de huiskamer, maar
toen ze binnentraden, uitten de dame
tjes een kreet van schrik. Daar stond
waarlijk een zwarte kerel bij de schoor
steen en de zak, waarin de dief zijn
buit wilde meenemen, stond naast hem
op de vloer.
Hoe gelukkig, dat de politie nu bij
haar was, want wat hadden ze anders
moeten beginnen. Met kloppend hart
wachtten ze af, dat de politie de in
breker zou arresteren en ze waren
nieuwsgierig, hoe dit in z'ri werk zou
gaan.
Maar het ijselijkste moest nog komen
Want tot haar ontsteltenis zagen de
dametjes, dat de inbreker en de be
zoeker een blik van verstandhouding
wisselden. Het was dus *,een politie
agent, maar 'n medeplichtige. Het twee
tal boeven kende elkaar! En de boef,
die door de voordeur was binnengela
ten speelde onder één hoedje met de
•VARCARINF
boef, die zich door de schoorsteen van
het dak had laten zakken.
Wat zou de arme mensjes nü over
komen??! Dat was te erg om aan te
denken. Ze zouden worden vastgebon
den met een prop in de mond. zoals
die boer en geheimzinnig worden ver-
Daarom sloten de dametjes 's avonds
voor het naar bed gaan secuur de deu
ren en vensters. Ze schrokken van elk
geluid. Het ergste was het, als het
's nachts stormde en de kruin van de
boom in het tuintje kraakte en piepte:
als de regen van de goten drupte en
de zinken pijp op het dak heen en
weer rommelde. Dan kropen de dame
tjes in haar bed angstig tegen elkan
der aan, en ze deden geen oog dicht.
DE STILTE van het vertrek werd
eensklaps verbroken door een geheim
zinnig lawaai. Er ritselde iets; het was
of er iets op het dak gebeurde; vreem
de geluiden deden zich horen. Waren
de dametjes bijgelovig geweest, dan
zouden ze gedacht hebben, dat er een
spook ergens in huis ronddwaalde, maar
ze waren niet bang voor spoken, maar
wèl voor inbrekers.
Het éne dametje staarde het andere
aan' 'b,e ang?t 'inf Jiair ogen weerspie
gelde zich in de blik van" het and<£e
dametje. Haar mondhoeken trilden. Ze
durfden niet spreken. Doch toen een
doffe plof weerklonk, sprong het éne
dametje op van haar stoel.
„Inbrekers!", fluisterde ze.
Het andere vrouwtje knikte instem
mend.
„Wij moeten gaan kijken!" mompel
de ze.
,Ik durf niet!"
„Ik óók niet!"
!llllI^lllllll!l!llllll!lllmlllllllllllllllllllllllllllllllnllIfllH^1l^llllllllllllllllllHl^lll!^llll^lllm^lllllllIl|,l|ll,^,,lra||,l|,||,||,|,n||,,l,||!|!l|ll||||,|||||,||,,|||||||l||,l|l,,,||||,|||||,||1||||||ll,||||,l|,,,,,l,,1,l,l,,l "'Ut
jjlflllllllllllllllllllllfflllllllll
(Van onze medische medewerker)
„IK HEB INGEWANDEN, die
slecht naar mijn zin functioneren"
verklaart een vrolijke snaak, die
een groot liefhebber is van feestjes
en een lekkere borrel. „Nu eens
lijd ik aan een verstopping en eni
ge dagen later is het het tegenover
gestelde, dan word ik gehandicapt
door diarrhee of buikloop, zoals men
het vroeger noemde. Ik neem me de
moeite om hier een eind aan te
maken. Het gaat enige tijd goed en
dan begint het weer. Ik zou graag
willen weten, dat er met me aan de
hand is. Wat denk jij ervan?" De
vriend tot wie hij zich richt aarzelt
niet lang. Ga naar een darm specia
list, beste kerel. Jij hebt vast en
zeker een ontsteking aan de kartel
darm. Een ontsteking aan de kartel
darm? Wat is dat voor eenziekte?
Het is een infectie van de kartel-
darm, d.w.z. van de dikke darm De
ze uit zich door afwisselingen van
verstopping en diarrhee. Naar de
manier waarop jij je voedt, is het
helemaal niet te verwonderen. Komt
het niet dikwijls voor, dat je klaagt
over hoofdpijn en duizelingen? Dat
zijn de tekenen, die de crisis van de
karteldarm vergezellen.
DE ONTSTEKING van de kartel
darm is een tamelijk verspreide ont
steking. Deze ontsteking valt vooral
mensen aan, die veel eten, liefheb
bers van overvloedig en gekruid eten
veel bier, varkensvlees en haché.
Het is een ontsteking van de inwen
dige wand, d.w.z. van het slijmvlies,
dat de dikke darm aan de binnen
kant bedekt. Deze ontsteking ver
hindert de dikke darm zijn rol te
spelen in de uitdrijving van het af
val van ons eten. Buiten de soms
pijnlijke kolieken, uit de ontsteking
van de karteldarm zich nu eens
door een hardnekkige verstopping,
dan weer door diarrhee. Meestal wis
selen deze beide darmstoornissen el
kaar af, maar-ze verijdelen de ziek
te niet. De ontsteking kan zich over
het gehele slijmvlies verspreiden.
Dan hebben we te doen met een
verspreide ontsteking van de kartel
darm. De oorzaken ervan zijn meest
al microben. Dikwijls is voedselver
giftiging de oorzaak, of eenvoudig
een prikkeling, die veroorzaakt is
door te overvloedig of gekruid voed
sel.
verantwoordelijk zijn. Wanneer de
ontsteking slechts een klein gedeelte
van de karteldarm betreft, is de
oorzaak eerder organisch dan mi-
crobisch. De aanwezigheid van een
poliep of van een lichte afwijking
van de darmwand is voldoende om
een prikkeling van de darm teweeg
te brengen. De gedeeltelijke ontste
kingen van de karteldarm staan dik
wijls in verband met de ontsteking
van naburige organen Zij vergezel
len maar al te vaak de stoornissen
van de galblaas. Een blindedarm
ontsteking kan evengoed de oorzaak
zijn van een ontsteking van de kar
teldarm, een ontsteking, die opkomt
na de operatie. De lijders aan een
ontsteking van de karteldarm heb-
ben dikwijls last van hun zenuwen.
Zij lijden aan hoofdpijn, vooral ge
durende de perioden van verstop
ping en allerlei stoornissen die min
of meer de zenuwen aangaan
„zwarte plekjes voor de ogen",
duizelingen, oorsuizingen enz.
De dagnose wordt gesteld door
een geneeskundig onderzoek,
dat volgt op een ondervraging van
de zieke en vooral bestaat uit betas-
ting van de buik om het pijnlijke
punt te vinden. Dit onderzoek wordt
bevestigd door een opname met x-
stralen van de darmen, die zicht
baar gemaakt worden door een voor
de 'x-stralen ondoorzichtige substan
tie. De rectoscopie (rechtstreeks on
derzoek van het slijmvlies in de
buurt van de anale opening) geeft
dikwijls dezelfde aanwijzingen.
Een dieet is onontbeerlijk.
8 DARMPARASIETEN kunnen ook
ALS MEN DE ONTSTEKING van
de dikke darm eenmaal ontdekt
heeft doen zich verschillende behan
delingsmogelijkheden voor naar ge
lang de oorspronkelijke oorzaak:
parasieten, secundaire overbrenging
van een ontsteking van een naburig
orgaan enz. De keus van genees
middelen wordt bepaald door de
noodzakelijkheid om eerst de oor
sprong van de ontsteking te onder
drukken. Bismuth wordt aanbevolen
Om de plaatselijke prikkeling te kal
meren, het gaat als het ware om
pleisters, die het ontstoken slijm
vlies dichtstoppen. Maar vooral de
levenswijze en het voedseldieet spe
len een belangrijke ol in de gene
zing van de patiënt.
Zoals we reeds gezien hebben
heeft de lijder aan een ontsteking
van de karteldarm ook „last van
zijn zenuwen"Dus heeft hij rust
nodig, veel slaap en moet hij een zo
regelmatig mogelijk leven leiden.
Hij moet op vastgestelde uren eten
en zo mogelijk op vastgestelde uren
naar de w.c. gaan. Maar het aller
belangrijkste is het dieet. De lijder
aan een ontsteking van de kartel
darm moet radicaal alles mijden wat
kan leiden tot bevordering van de
ontsteking van zijn geprikkeld slijm
vlies.
GEEN ALCOHOLISCHE dranken,
geen kruiden en sausjes die kruiden
bevatten, peper, Spaanse peper,
kruidnagels, mosterd enz. zijn grote
vijanden. Geen schelp- en schaaldie
ren. Geen varkensvlees, wildbraad,
gerookt vlees of vlees dat men adel
lijk heeft laten worden. Geen inge
maakte groente (behalve gesterili
seerde groente), geen sterke koffie,
geen vers brood.
Aanbevolen wordt: pap van ko
ren, maïs en haver, groene groen
ten. Men vermijde bloemkool en to
maat, die rijk aan cellulose zijn en
het slijmvlies prikkelen. Mager
vlees, magere vis, bij voorkeur tong,
forel en schar. Fruit is uitstekend,
perziken, druiven (zonder schil of
pit), mandarijntjes en zoete sinaas
appelen. In geval van diarrhee ete
men een geraspte appel. In geval
van verstopping daarentegen ete
men pruimen en vijgen.
Tenslotte zijn enige melkprod.uk-
ten, zoals yoghurt en jonge kaas
vaak toegestaan. Maar de behande
lende arts zal het dieet voor iedere
patiënt afzonderlijk vaststellen en
ook de nodige medicijnen geven.
op haar sociale en culturele gevolgen.
Dit omstreden en tot de verbeelding
sprekende technische verschijnsel
heeft vele pennen reeds in betceging
gebracht, zo vele dat men in de wir
war van meningen en standpunten
over ons aller toekomst het spoor bijs
ter dreigt te geraken Het werkboek
bevat nu een door drs J. M. M de
Valk samengestelde bloemlezing uit
deze meningen. Dat is niet maar zon
der meer een aaneenschakeling van
citaten, maar bewust is gepoogd uit
eenlopende meningen recht te doen,
waardoor duidelijk wordt hoe weinig
ons bekend is van de afloop van het
proces dat thans op gans komt.
ZOALS IMMER wanneer er over de
toekomst wordt gesproken, komen er
vooral twee soorten opninies duidelijk
naar voren, de optimistische en de pes
simistische. Zien sommigen in de auto
matic de oplossing voor de geestdoden
de arbeid aan de lopende band, anderen
geloven dat in een geautomatiseerd pro-
duktieproces de arbeider helemaal on
derworpen zal worden aan het arbeids
collectief dat op zijn beurt gehoorzaamt
aan de eisen der apparatuur. De deskun
digen zijn het ook niet eens over het
antwoord op de vraag, of automatie tot
werkloosheid zal leiden of niet. Sommi
gen zien deze als onvermijdelijk en mas
saal, anderen geloven in voldoende mo
gelijkheden tot compensatie.
Bestaan er dus vele verschillen in vi
sie, er is toch ook wel enige overeen
stemming. Zo geloven de meeste ex
perts, dat de grote geautomatiseerde be
drijven een zeer stabiele economie van
node zullen hebben waarin ook de af
zet houvast geeft. Een paradijselijke
toestand voor alle economische plannen
makers zou daarmee ontstaan De Duit
se socioloog Schelsky is het echter met
de noodzaak van een planeconomie niet
eens en zegt dat de principiële „plan
ners" de automatie aangrijpen als een
voorwendsel om hun stokpaardje te be
rijden.
VEEL AANDACHT krijgen in dit werk
boek ook de sociaal-culturele (vermeen
de) gevolgen. Grote plaats is ingeruimd
aan prof. Fred L. Polak's beschouwing
„menselijke macht en onmacht" die ons
daarin een gemechaniseerd wereldbeeld
voorschotelt. De bestuursmacht, de eco
nomische bestuursmacht, de burgerlijke
vrijheid en de vrijetijdsbesteding drei
gen alle door de moloch der mechanisa
tie te worden opgeslokt. Een weinig
hoopvol perspectief dus. In zijn „proeve
van systematische vereenvoudiging"
die overigens meer systematiseert dan
vereenvoudigt zet Polak dit sombere
beeld dan weer in wat vrolijker con
touren, waar hij poogt aan te geven hoe
sombere consequenties unnen worden
gekeerd.
Onderwijs en opvoeding zijn in het
huidig en toekomstig sociaal-cultureel
krachtenveld factoren van niet gemak
kelijk te overschatten betekenis, ook al
is men het met allerlei sombere en
minder sombere voorspellingen uit dit
werkboek niet eens. Dit belang wordt
onderkend en een aantal specialisten
komt over de aan de orde gestelde pro
blemen aan het woord. Dr. H. G. W.
van der Wielen belicht „automatie en
volksontwikkeling" in een weinig nieu
we gezichtspunten biedend betoog. Prof.
Kwant, O. E. S. A. geeft een boeiende
verhandeling over „jeugdvorming en
onderwijs in het technische tijdvak"
en prof. Van Niftrik bespreekt de „re-
preatje" en geeft eens aandacht aan het_,n
belang van een goede sexuele opvoeding
en van dp erotiek als eerste en buiten- tje onaer
gewoon belangrijke vorm van recreatie. haar stoel
Een maar al te zeer verwaarloosd as
pect, juist ook uit een oogpunt van zelf-
beleving en vrijetijdsbesteding.
moord zoals die mensen in de villa.
Dit was te erg om te verdragen. Met
een scherpe gil zegen de dametjes in
een. Daar lagen ze op de vloer, de
één naast de ander. Ademloos en met
de ogen dicht. Ze konden wel dood zijn.
Piet, die onder alle omstandigheden
een schalk blijft, boog zich over het
tweetal been en telde met zijn roe op
de manier van de scheidsrechter bij
een bokswedstrijd.
„Een, twee, drie, vier, vijf, zes, ze
ven, acht negen Maar voordat hij
tot tien had geteld, boog Sinterklaas zich
op zijn beurt over de bewusteloze da
metjes en maakte met zijn staf het
teken des kruises. Met een wip sprongen
de dametjes overend. Zij herademden,
het bloed verfde haar bleke wangen
weer, maar haar ogen blikten nog wild
in het rond.
ONDANKS AL HET waardevolle dat
dit werkboek bevat moet ons van het
hart, dat het geheel de indruk wekt van
een verzameling toekomstzorgen van ge
kwelde intellectuelen, die zich in arren
moede maar op verweg liggende vraag
stukken concentreren omdat zij met de
hedendaagse al helemaal geen raad we
ten. Immers om ons eerst tot Neder
land te beperken- daar is een grote
groep minimaal verdienenden en van
voor hun kwaliteiten geschikt onderwijs
verstokenen; daar is het nog altijd on
opgeloste woningbouwvraagstuk; daar
liggen problemen als de miljardenver -
slindende bewapeningswedloop, de ar
moede in de ontwikkelingslanden en het
(over-)bevolkingsviaagstuk. De auto
matie is, zeker de eerst komende ja
ren. niet het voornaamste probleem.
De materiële zekerheid is door bepaal
de groepen van onze samenleving nog
maar nauwelijks verworven, andere zijn
er nog niet eens aan toe. De grotere
vrije tijd bestaat voorlopig uit enkele
uurtjes op zaterdag, die overigens be
ter aan produceren hadden kunnen wor
den besteed, bijvoorbeeld om hulp aan
achtergebleven gebieden te verstrekken.
Een zinvoller bezigheid zien we op het
ogenblik niet.
MEN BEGRIJPE ons goed. Het is zin
rijk en interessant zich eens in de ge
volgen van de automatie te verdiepen
en zich daarover op min of meer weten
schappelijke wijze uit te laten, maar
het zo voorstellen of dit verschijnsel bin
nenkort allesoverheersend wordt, is
onzes inziens een afleidingsmanoeuvre.
Een visie op de toekomst kan men er
niet aan ontlenen, wel misschien kan
men zich epn beeld vormen van één
van de krachten die in onze maatschap
pij aan het werk zijn. Maar er zijn nog
zo vele andere minstens zo belang
rijke en misschien wel meer fundamen
tele voorlopig. Ook om die krachten, al
naar gelang hun aard, te versterken of
te verzwakken heeft het onderwijs een
taak. Dan zal men dat zelfde onder-
Wijs eerst toegankelijk moeten maken
voor alle begaafden ongeacht hun mi
lieu, dan zal men de leerlingenschaal
moeten verlagen, de moderne commu
nicatiemiddelen moeten gebruiken voor
werkelijk educatieve doeleinden, zoals
dr. J. A. de Koning in zijn bijdrage
aan dit boek opmerkt. En zo kan men
wel meer wensen formuleren, niet in
de eerste plaats, om de nog in het ge
heel niet zo duidelijke gevolgen van
de automatie op te vangen, maar naar
onze smaak omdat de actualiteit eisen
stelt waaraan wij in velerlei opzicht nog
niet beantwoorden. Voor wij ons ver
liezen in ijle bespiegelingen daagt het
hic et nunc ons in de eerste plaats uit.
WERKBOEK OF DROOMBOEK? Het
is moeilijk een oordeel te vellen. Het
eigentijdse vraagt nauwelijks om een
van de twee. De problemen zijn er te
kust en te keur. De vraag is om een
doeltreffende, krachtige en doordachte
aanpak. Voorzover het oog daarbij ge
richt moet zijn op de toekomst is dit
boek een waardevolle bron van beelden
en verwachtingen.
SINTERKLAAS nam het éne dame
tje onder dé arm en geleidde haar naar
en Piet ondersteunde het an
dere dametje en deed dit op haar stoel
neerzitten. Op de derde stoel in het
vertrek nam de Goedheilige plaats. „Nu
moet u eens luisteren", zei hij bedaard.
„Het spijt mij, dat wij u zo van streek
hebben gemaakt. Maar wij kwamen met
goede bedoelingen. Ik ben Sinterklaas
en ik had mijn knecht Piet opdracht ge
geven, u enkele geschenken te over
handigen, want ik kon het niet hebben,
dat u beidjes, terwijl de hele wereld
mijn feest viert, hier zo eenzaam in
uw huisje zoudt blijven zitten. Wilt u
mij het genoegen doen, vanavond mee
van de partij te zijn en van mij de
gebruikelijke cadeautjes aan te nemen,
die Piet hier voor u zal uitpakken!"
Uit de zal^ verschenen voor de ver
bijsterde dametjes twee zijden sjaals
met een Spaans dessin, twee paar hand
schoenen van wol uit Myra, twee paar
warme pantoffels, een paraplu, twee ban
ketletters, twee chocoladeletters, twee
taaivrijers, twee speculaaspoppen, een
trommeltje Chinese thee, een bus cacao,
een zak koffie en een zak suiker. De
dametjes waren te beduusd om de in
brekers te bedanken, die na een vrien
delijke groet schielijk verdwenen.