V
FILATELIE
IJll
jj
VOOR JULLIE
De bloemen van Bart je
Bridge
tiemm Aif,
Mysterie en avontuur
Op rolschaatsen
EEN BIJT
ZATERDAG 8 DECEMBER 1962
Erbij
PAGINA VIJF
m.
B. Dukel
f® mm. wm>. wm.
Bert Japiti
Cor Beek
Cor Beek
i
PORTUGAL. Voor de Dag van de
postzegel 1962 is een serie van drie
zegels uitgekomen in de waarden 1, 2
en 2.80 esc. De zegels brengen alle St.
V
Zenon de koerier in beeld. Van de 1
esc. zijn zes miljoen en van de 2 en
2.80 esc. elk een miljoen exemplaren
gedrukt.
PARAGUAY. Een serie van elf zegels
is uitgegeven bij gelegenheid van het
tweede Vaticaanse concilie. De 50, 70 c.,
1.50, 2 en 3 g. laten een duif met een
olijftak in zijn snavel zien en de 5, 10,
12.45, 18.15, 23.40 en 36 g. geven een
gestileerde voorstelling van een duif,
een schip en de zon.
BULGARIJE. Naar aanleiding van
het achtste congres van de Bulgaarse
communistische partij is een serie van
vier waarden verkrijgbaar gesteld: 1 st.
emchanisering van de landbouw (land
bouwmachines), 2 st. elektrificatie van
de spoorwegen (elektrische lokomotief),
3 st. de zware industrie (staalfabriek)
en 13 st. de portretten van de commu
nistenleiders Blagoeff en Dimitroff. De
oplage bedraagt 200.000 series.
HONGARIJE. Met afbeeldingen van
roofvogels is een serie van acht waar
den uitgegeven. Op de 30 f. ziet men
de oehoe of grote ooruil, op de 40 f. de
visarend, op de 60 f. de havik, op de
80 f. de dwergadelaar, op de 1 ft. de
rivierarend, op de 2 ft. de gier, op de
3 ft. de steenarend en op de 4 ft. de
torenvalk. De zegels zijn in zes kleuren
offset gedrukt. De oplage bedraagt
420.000 getande en 12.000 ongetande
GRIEKENLAND. De Griekse poste
rijen hebben twee postzegels het licht
doen zien die gewijd zijn aan de sociale
verzekering van de landbouwers. Het
zijn een 1.50 en een 2.50 dr., gedrukt in
drie kleuren. Het ontwerp bestaat uit
twee handen die een korenaar om
vatten.
ETHIOPIË. Ter gelegenheid van de
32ste verjaardag van de kroning -van
keizer Haile Selassie is een serie van
zeven waarden verschenen. De zegels
vertonen Ethiopische koningen die veel
voor de bevordering van het Christen
dom in Ethiopië hebben gedaan. 10 c.
Bazen (7 j. v. Chr. tot 10 j. na Chr.) en
scène van de geboorte van Christus,
■f. -It"»
alsmede een gezicht op het oude Beth
lehem! 15 s. Ezana (325) en stad met
minaretten; 20 c. Kaleb (520) en zeil
schepen; 50 c. Lalibela (11901228) en
een kerk; 60 c. Yekuno Amlak (1270)
en inlands dorp; 75 c. Z ara Jacob
(14341468) en offervuur; 1 dollar
1 Leb na Dengel (1508) en strijdende
i legers.
ISRAËL. Op 26 december a.s. zal een
serie van vier waarden verschijnen met
afbeeldingen van in de Rode Zee-wate
ren bij de Zuidisraëlische haven Elat
voorkomende vissen. De zegels zijn uit
gevoerd in veelkleurendruk naar ont
werpen van de gebroeders M. en G.
Shamir uit Tel Aviv. De waarden en
wetenschappelijke namen zijn: 3 ag.
Heniochus Acuminatus, 6 ag. Chaeto-
don Lunula, 8 ag. Pterois Volitans en
12 ag. Holacanthus Imperator.
TSJECHOSLOW AKIJE. Ter gelegen
heid van de 45ste verjaardag van de
Russische oktoberrevolutie zijn twee
zegels in omloop gebracht in de waar
den 30 h. (zwart en blauw) en 60 h.
(zwart en rood). Beide zegels vertonen
de kruiser „Aurora" die in 1917 het
paleis van de tsaar in St. Petersburg
beschoot.
UNO. De postadministratie van de
UNO heeft twee zegels, 4 cents (blauw)
en 11 cents (kastanjebruin) uitgegeven
die gewijd zijn aan het vreedzaam ge
bruik van de ruimte. De zegels ver
tonen een olijftak die een baan om de
aarde maakt.
CAYMANSEILANDEN. Op deze Brit
se eilanden, gelegen in de Caraïbische
Zee ten westen van Jamaica is een
nieuwe serie frankeerzegels in omloop
1 <\YV H IM I
gebracht met verschillende voorstel
lingen: De reeks bestaat uit vijftien
waarden, lopende van V» d. tot en met
1 pond. Alle zegels dragen bovendien
het portret van koning Elizabeth II.
UIT NATIONAAL KAMPIOENSCHAP.
De eerste drie paren van de wedstrijd
die 270 partijen lang was, C. Kaiser-Kok-
kes, Slavenburg-Kreyns en Ligthart-Zijl-
stra, zijn ook zéker de drie besten die dit
jaar in de meesterklasse A hebben meege
daan. De overige paren hadden met wat
meer of minder geluk nog wel een paar
plaatsen kunnen stijgen of dalen zeker
ook de paren v. d. A-Groos en Van Bem-
mel Suyck—Leeuwin, die de Haagse uit
tocht uit de meesterklasse A bijna volledig
maakten. Deze gedegradeerden zullen hun
plaats moeten afstaan aan Cats-Verboog
en Hoenselaar-Rebattu, de twee Amster
damse paren die het vorige jaar uit afde
ling A naar B degradeerden en nu in één
seizoen het terrein hebben herwonnen.
Voor de zoveelste maal werd daarmee het
bewijs geleverd, dat de afdeling A vrijwel
verzadigd" is wat speelsterkte betreft
hoewel er misschien nog jong talent te
vinden is, dat in de hoofdklassen moeizaam
omhoog krabbelt.
Het spel, dat ik het meest instructieve
van het gehele toernooi vond, was een vol
gende tegenspelfiguur:
4> 5
C H 2
O H B 10 8 7
H 10 9 7 4
A 9 4
OAVB 10 964
O 5
4" 3 3 2
West had met zijn zevenkaart geopend
met drie harterq noord en oost hadden ge
past, waarna zuid vier schoppen bood
waarop iedereen paste.
West deed, wat men in zulke gevallen
het beste kan doen beginnen met een
aas. om de situatie eens verder te kunnen
bekijken.
De eerste slag bestond uit: west harten
aas, noord harten twee, oost harten vijf
en zuid harten drie.
Wat moet west in slag twee naspelen?
Denkt u er maar eens over na, alvorens
verder te lezen.
Indien u het geheim van de oplossing
doorgrondt, hebt u in elk geval één der
gaven die nodig zijn om zulk een toernooi
te kunnen winnen.
Diverse zaken zijn zeker, a) dat zuid
geen vier schoppen geboden zal hebben,
met drie kleine hartentjes in handen
zodat harten naspelen geen zin heeft.b)
dat oost zijn kleinste harten heeft bijge-
speeld en dus niet een hogere.
Het belangrijkste dat u zich realiseren
moet is echter, dat uw partner evenzéér
geweten heeft dat u (west) in slag no. 2
voor een naspel-probleem bent komen te
staan.
Aangezien die partner nu in slag no. 1
de kans heeft gehad, met een hoge of een
lage harten duidelijk te maken of hij van
de overblijvende kleuren (behalve harten
en troef), de hóógste dan wel de laagste
nagespeeld wil hebben mag men van die
meesterklassepartner verwachten dat het
bijspelen van de harten vijf (zijn laagste)
betekende, dat hij klaveren en niet ruiten
wil zien.
Speelt men ruiten na in slag 2, dan speelt
men bridge als enkeling en niet als deel
genoot met een partner, die óók weet dat
hij er zit om hulp te bieden.
Ruiten naspelen bezorgt zuid twaalf sla
gen zeven hoge schoppens met vijf rui
tens (zuid had ruitenaas-vrouw-3).
Klaver naspelen zou oost in staat gesteld
hebben klaveraas te maken voor een
score van slechts elf slagen door zuid. In
een parenwedstrijd betekent zulk een ge
mist slagje het verschil tussen falen en
succes hebben.
Bridgevraag dezer week: West is gever,
niemand kwetsbaar. Zuid heeft:
*VB10 9AB10 9ÓHB754-A10
West past - noord past - oost één harten
- zuid één Sansatout - west doubleert -
noord en oost passen - wat moet zuid
doen? Antwoord elders op deze pagina.
Zoals wij reeds zeiden is deze stand, ob
jectief gezien, remise, omdat zwart bij de
beste verdediging van wit niet verder kan
komen. Maar zwarts taak is veel gemakke
lijker. Niet alleen is hij een (dubbel-)pion
vóór die onder omstandigheden kan wor
den opgelost of een extra tempo incorpo
reert, maar bovendien heeft hij de „goede"
loper (namelijk van de tegengestelde kleur
als die der velden, waarop de pionnen op
de koningsvleugel zijn gefixeerd). Kan hij
met zijn koning binnendringen dan is het
met wit gedaan. Nu kan wit dat binnen
dringen beletten, doch hij moet er nauw
keurig op toezien dat hij niet in tempo-
dwang geraakt. Het zorgenkind is daarbij
pion f3. Als wit, in tempodwang, de dek
king daarvan moet loslaten, valt zijn stel
ling ineen. Men zie nu hoe Keres zijn enige
kans waarneemt.
41) Rd3-e2 Wit behoeft slechts zorg
vuldig af te wachten. 41) Kb6-a5.
42) Re2-d3 Ra4-b3. 43) Rd3-e2 Ka5-a4.
44) Kd2-cl Rb3-e6. 45) Re2-dlf Re6-b3.
De „Losbladige Schaakberichten", van
welker analyses wij een dankbaar gebruik
maakten, tekent hierbij aan: „Psycholo
gische oorlogsvoering! Hoewel Keres zeer
goed weet hoe hij verder moet, tracht hij
bij zijn tegenstander de waakzaamheid te
doen verslappen door een, objectief gezien,
onnodige zettenherhaling. Men onder
schatte overigens de betekenis van der
gelijke zaken niet; ze horen evenzeer bij
het schaakspel als fijne tactiek of diepe
strategie!"
46) Rdl-e2 b7-b5. 47) Kcl-d2 c7-c6! Een
fijn zetje dat dient om veld b5 te dekken
en de diagonaal a4-e8 te sluiten. 48) Kd2-cl
c5-c4. Niet aanstonds 48) b4 wegens
49) c3-c4 en zwart kan nergens door.
49) Kcl-d2 b5-b4.
Het zwarte plan wordt langzamerhand
duidelijk en het spook der tempodwang
nadert. Dit zien we bijvoorbeeld als wit
nu zou hebben vervolgd met 50) cb4:
Na Kb4:. 51) Rfl Ra4 dreigt zwart met
52) Kb3 beslissend binnen te dringen.
Wit kan dit nog even afwenden met 52)
Re2 (teneinde Kb3? met 53) Rdlf te be
antwoorden), maar na 52) c5! is de
dwangpositie een feit. Er volgt steeds Kb3
benevens c4-c3 met winst.
50) Kd2-cl! b4xc3. 51) b2xc3 Ka4-a3.
52) Re2-fl Rb3-a2. Weer het argeloze zet-
herhalen gelijk bij de 45ste zet. 53) Kcl-c2
Ra2-b3f. 54) Kc2-cl Rb3-a4! 55) Rfl-e2
Hier faalt 55) Rc4:? op Pb5! Wit moet dan
ruilen, waarna hij het resterende pionnen-
eindspel op tempo verliest, omdat de zwar
te koning zich achter de pionnen bevindt
en daardoor of sneller is, of wit uit-tem-
peert. Men ziet hier het belang van 47)
c6! 55) Ka3-a2!
->•«-) q
Nog een moeilijk te weerleggen winst-
poging.
56) Re2xc4f. Tot zover had de Neder
lander geanalyseerd maar de braintrust
zag nog iets dieper. Niet juist ware in
plaats van de tekstzet 56) Rfl? omdat dan
de zwarte koning binnendringt. Zie de
volgende geraffineerde variant: 56)
Kb3' (nu is Rdlf niet meer bij de hand)
57) Kd2 Kb2 (dreigt Rb3-a2 Kb3 be
nevens Rbl-d3) 58) Rc4: Rb5! 59) Re6! (wit
hoeft niet te ruilen, nu hij e2 bestrijkt)
c5. 60) Rf7 Rfl 60) Kei Rd3! 62) Kd2 c4.
63) Re6 Kb3. 64) Rt'7 Rfl. 65) Kei Rg2.
66) Kf2 Rhl en zwart wint. 56) Ka2-a3.
57) Rc4-e2?
Jammer, jammer. Door dit kleine mis-
greepje wordt het werk van uren nét be
dorven. Voldoende voor remise was 57)
Rfl! omdat wit nu Kb3 wél kan toelaten.
Zie 57) Rfl Kb3. 58) Kd2 Kb2. 59) Rg2 Rb5.
60) Rh3! en zwart komt niet verder daar
het offer 60) Re2 te gevaarlijk is. De
tekstzet is psychologisch begrijpelijk, om
dat hij Kb3 belet. Maar hij leidt tot tempo
dwang. 57) Ra4-b5. 58) Re2-dl. Afruil
voert weer tot het bekende verloren pion-
neneindspel. 58) Ka3-a2! De beslis
sende dwangpositie is een feit. 59) Kcl-d2
Ka2-b2. 60) Rdl-c2 Rb5-e2! en het pleit
is beslecht. Na 61) Ra4 Rf3:. 62) Rc6: Rg4:.
63) Re8 Re6. 64) Rb5 g4. 65) Rfl Kb3 capitu
leerde Bouwmeester met ere. Men moge
over het instituut .braintrust" denken zo
als men wil, het schonk ons dit klassieke
lopereindspel van volmaakte perfectie!
ging het als volgt. 1) 45-40 19-24. 2) 39-34
29-33. 3) 38x29 24x33. 4) 43-38 8-12. 5)
38x29 22-28. 6) 32x23 21x32. 7) 37x28 26x48.
8) 29-24 48x19. 9) 23x25 remise. Het is
interessant om in deze ongewone stand
een en ander eens critisch te bekijken. Na
1) 45-40 19-24 is geen winst meer aanwezig.
Maar mooie varianten komen op het bord
indien wit 1) 45-40 19-23. 2) 39-33 20-24.
3. 43-38 enz. enz. neemt.
Van de 13-jarige Albert Pater, lid van
de jeugdclub Gezellig Samenzijn in Am
sterdam, zijn de volgende vier vraag
stukken.
OOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOCOOOOOOCOOOC/^C
m o
oopocooooooocoooooccoocooocooooooccocooococoooooooooooa
Sb0<^»0CI000<^^OTO0000^^»XX)000^^^xr<yxx>530CO00O3C.
Zwart: 12, 13, 15, 19, 24, 26, 35.
Wit: 22, 25, 31, 33, 44, 47, 50.
1) 22-18 dwingt 13x22. (Op 12x23 wint
25-20). 2) 33-28 22x33. 3) 44-40 26x37. 4)
47-41 37x46. 5) 25-20 35x44. 6) 50x28 46x23
7) 20x7 19-23. 8) 7-1 23-28. 1-29 en wit wint.
Het tweede probleem (van Albert in
samenwerking met de 12-jarige Tonnie
Slybrants). Zwart: 8, 9, 10, 27, 29, 40. Wit:
19, 28, 37, 38, 39, 49. Wit speelt en wint
met' vijf zetten.
Derde probleem van Albert. Zwart: 7,
15, 17, 23, 24, 28. Wit: 25, 26, 32, 39, 42.
Wit speelt en wint in drie zetten. Voor de
laatste twee problemen niet de stukken
verplaatsen doch ze oplpssen.
Tot slot een zeer fraai vraagstuk van
Albert waarvan de oplossing dertien zetten
diep is. Daarna ontstaat een boeiend eind
spel met de volgende stelling. Wit dam
op een. Zwart vier stukken op 9, 12, 14, 17.
Ook van dit eindspel graag de volledige
oplossing.
De cijferstand is als volgt. Wit: 15 stuk
ken; 6, 20, 25, 30, 34, 35, 38. 40, 41, 42, 43,
47, 48, 49, 50. Zwart: 15 stukken; 1, 11, 15,
17, 19, 21, 23, 27. 28, 29, 31, 32, 33, 39, 45.
Wit speelt en wint.
(Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur,
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125,
ljmuiden).
BOUWMEESTERS VERGEEFS GEVECHT
TEGEN DE BRAINTRUST (slot)
Vorige week hebben wij geschetst, hoe
een gehele Russische braintrust van vak
mensen 's nachts een afgebroken partij
systematisch ontrafelt en de volgende
morgen de betrokken speler vóór de her
vatting de gevonden resultaten, met psy
chologische instructies en al, mededeelt.
Ditmaal willen wij laten zien, hoe onze
landgenoot Bouwmeester daarvan het
slachtoffer werd in de jongste Olympiade
te Warna.
De afgebroken stelling was als volgt:
KERES
C<XXXXXX)OC)OOOOOOOC)OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCCCCCOOO
In de eerste-klasse-competitie Kenne-
merland kwam in de wedstrijd DCIJ 2
Ver. Kath. Dammers aan bord 4 de vol
gende stelling voor.
C. VAN DUIVENBODE (DCIJ)
COOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOOOOOOOOOOOOOOCX>DOOOOOC
OOOOOOOOOO' -y >^OcA'X>ooOOOOOOncryjOO< XV^OO'vTOOOOOOC
•uaqqaq noz uapoqag spaaj
(B aip ftq 'peq anatq aSuB( aSipaee uaa
pjoou sje jBp 'uajjasaq jaoui pinz 'uapiaj
aag-ia joj pEBMq uba noz jaq jajqnopaj
jo uaqna aaMj 'Afiq ufiz noz pmz uba poq
Mr. Ed. Spanjaard mop aaaz'uaa uaAagag jjaaq guiimuajsui
aaajjaz uaa uassBd a; joop aaujJBd sp sjb (b
-jooa uajqanjA aj gaM poq paooMjueaaA
uauiojqoA uaa jtn 'jqaajs pftjiB st jajj
•)BBg uMop uaa
uaiqossiui jo jqBBiu jau (ads ;aq pinz jspoz
'djnq afjaaq uaa jjaaq pjoou jo poquap
uaa uep aa)qoa(s jaa/A poqaaM; uaa jbbui
'st jqaajs jaeajuoa op? jep giuiaAi oz Jjaaq
pjoou jo uapaqjjfipSoui aaMj snp ufiz ag
•uadoj aj gaM ajsuaM jajqnop jaq jin jaiu
jaupiBd ufiz jBp paooqag jjaaq ua UBBpag
poq-ys I isqsjoadsaj aaaz uaa jjaaq pinz
BOUWMEESTER (aan zet)
OOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOI
D. RUMP (VKD)
Zwart: 3, 6, 8, 13, 16, 18, 19, 20, 21, 22,
26, 29.
Wit: 27, 31, 32, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 43,
45, 46.
Zwart staat gewonnen, zou men zo zeg
gen. De heer Rump werd vindingrijk toen
het gevaar dreigde. Er werd gespeeld
1) 45-40. Nu zou met 19-23 het spel door
zwart wel gewonnen worden. Toen echter
zwart met 19-24 vervolgde, hebben wij geen
winst meer kunnen ontdekken. In de partij
:naaAi aazap SBBJAaSpuq do pjoaMjuy
(Vervolg van pag. 2)
proces, en de majoor wordt door advo
catuur en rechterlijke macht zo naar
zijn zin bediend, dat hij een lang uit
gestorven traditie van zijn geslacht
nieuw leven inblaast: hij wordt weer
een fervent procedeerder! De pointe
van het verhaal is al vrij vroeg te voor
zien, maar dat neemt niet weg dat de
lezer zich een paar uur hoogst genoeg
lijk heeft beziggehouden voor hij die e
pointe bereikt. Het procédé heeft iets
lichtelijk Wodehouse-achtigs (zelfs van
die typische Wodehouse-namen als
Glossop en Buttonstep dragen tot die
sfeer bij), met dit verschil dat het zich
grotendeels in de rechtszaal afspeelt.
Mogelijk interesseert niet ieder zich
evenzeer voor die lange rechtszaaldia
logen, maar wie die specifieke sfeer
van de Engelse-rechtszaal-uit-de-litera-
tuur ook in zijn speurderslectuur weet
te waarderen, zal zeker smullen van de
spitse manier waarop die bij Cecil ge
tekend wordt.
HET WAS REUZE DRUK in de stad.
Langs alle straten stonden de mensen
in dikke rijen te wachten. Waarop? Op
een optocht? Niet op een optocht. Op
wie dan? Op de koningin! Ja, de ko
ningin zou langskomen, de koningin in
de gouden koets! En omdat het weer
een heel jaar zou duren voordat dat
nóg eens zou gebeuren, waren er zo ont
zettend véél mensen komen kijken.
Ook kinderen. De meeste kinderen za
ten vóór de grote mensen, op de stoep
rand. En als de motor van de politie
voorbijkwam, lachte de agent vrolijk
naar de allerkleinsten. Iedereen was
blij. Natuurlijk, want de koningin zou
immers komen!
Maar toch
IN EEN EXTRA brede straat stonden
midden tassen de mensen vier mooie,
fluwelen stoelen en een bankje, ook
met fluweel erop. Kijk, nu kwamen er
twee dames en twee heren in hun zon
dagse kleren en gingen op die stoelen
zitten. En een klein meisje, in een wit
te jurk met een heleboel strookjes en
strikjes, en een prachtige bos bloemen
in haar hand, kwam achter hen aan.
Haar ene hand gleed steeds langs haar
jurk, die zó mooi was dat ze er bijna
niet mee durfde te gaan zitten. Maar
eindelijk zat ze toch, op haar bankje,
vóór de vier grote stoelen en zelfs nog
vóór de stoeprand, een klein eindje op
de straat. En iemand fluisterde tegen
iemand anders: „Ziet u dat schattige
Matthijs zwiert sierlijk over straat.
Zeg, jongens, kijk hoe fijn dat gaat!
Het asfalt is mooi glad.
Hij rijdt daar met een strak gezicht
En houdt zich goed in evenwicht.
Wat moeilijk is dat!
O hée, daar komt een meisje aan.
Zij wil Matthijs passeren gaan.
Kijk uit toch alletwee!
Hoe moet dat nou! Daar staat een kar!
Matthijs raakt even in de war
En struikelt dan, ach jee!
Maar, kijk, hij is weer opgestaan
En trekt zich van die val niets aan.
Hij lacht, die deugeniet!
Want rolschaatsen is fijn, vindt hij,
En vallen, ach, dat hoort erbij,
Want anders leer je 't niet!
Marjan van Beek
Een bijt in het ijs, een bijt in het ijs!,
kwebb'len de karpers, seinen de
snoeken,
en heel eigenwijs roept een stekeltje
blij:
Wie lucht happen wil, die moet het
hier zoeken!
Een bijt in het ijs een bijt in het ijs!'
kwaken de eenden, krijsen de meeuwen.
Een kleine plek water, een badje
voor één,
maar lékker in winters van vriezen
en sneeuwen!
Een bijt in het ijs, pas op zeg, een bijt!,
roepen de jongens, gillen de meisjes.
Ze schrikken en maken een wijde boog,
dan schaatsen ze door op
luidsprekerwijsjes.
Maar ook Koning Winter die heeft
het gehoord,
en 's nachts, als het stil is, zonder
één briesje,
vriest boven de karpers en boven
de snoeken
het water weer dicht met een dun,
stevig vliesje
meisje daar? Dat mag bloemen aanbie -
den. Aan de Koningin. Strakjes."
Maar vlakbij het meisje zat Bartje.
Bartje moest telkens naar de bloe
men kijken die op haar schoot lagen
en hij werd helemaal warm als hij
eraan dacht dat de koningin straks
hier precies hier! zou stoppen.
Dan zou ze wachten tot het mooie
meisje een buiginkje had gemaakt en
haar bloemen had aangeboden.of
misschien éérst de bloemen en daarna
het buiginkje, dat wist hij niet zo
goed. Het moest in elk geval wel een
erg lief meisje zijn, als van alle kin
deren juist zij de koningin bloemen
mocht geven!
MAAR TOEN SCHROK Bartje. „Toe
jö, kijk vóór je!" zei het meisje erg
onvriendelijk en stak haar tong uit.
Eerst was Bartje boos, maar al gauw
bedacht hij een plannetje. Wat zou dat
malle kind raar opkijken als er nóg
één was die bloemen mocht geven aan
de koningin! En als dat óók een kind
zoil zijn en hier in de buurt, zodat
ze het goed kon zien!
En toen hoefde hij niet eens verder
te denken. Hij was al tussen de men
sen doorgeglipt en rende al naar het
plantsoen. Daar bloeiden madeliefjes
in het gras en boterbloemen en paar
debloemen en er was ook één kla
vertje-vier. Bartje plukte vliegensvlug
een bosje van alles door elkaar, haal
de een elastiekje uit zijn zak en bond
dat om de steeltjes. Zo, nu was het
net een échte bos bloemen, alleen een
beetje kleiner. Als hij nu nog maar
op tijd terug was!
Het lukte. Net toen hij op zijn oude
plaatsje terug was, kwam de gouden
koets er in de verte aan, glimmend in
de zonneschijn. De paarden liepen eerst
nog op een sukkeldrafje, daarna gingen
ze stapvoets en... hielden bij het mooie-
meisje-met-de-prachtige-bloemen halt.
Het werd even heel stil in de straat.
Iedereen keek eerst naar de koningin
en dan naar de prins en dan naar het
meisje met de bloemen. Eén ogenbilk
aarzelde ze. Misschien zat haar haar
niet netjes meer of misschien was er
wel een plooitje gekomen in haar jurk
of misschien wist ze niet meer wat ze
zeggen moest (want dat had ze natuur
lijk uit haar hoofd geleerd en zoiets ver
geet je altijd erg gauw). Maar daarna
stapte ze toch flink naar de koets toe,
maakte eerst haar buiginkje en gaf
daarna de bloemen of net andersom,
dat had Bartje van opwinding niet ge
zien en glimlachte naar de koningin
alsof ze écht een vriendelijk meisje was.
En daarmee was het voorbij. De man
op het voorste paard wilde al doorrij
den, maar de koningin leunde een beet
je uit de koets en maakte een gebaar,
dat hij nog even wachten moest. Had
de koningin Bartje gezien?
NOU EN OF! Bartje was ook naar
de koets gelopen, maar verlegen was
hij achter het meisje met de mooie
jurk blijven staan. Nu wenkte de ko
ningin hem en vroeg of hij die bloe
metjes zelf geplukt had voor haar en
hoe hij zo gauw aan dat elastiekje was
gekomen dat om de steeltjes zat.. En
Bartje vertelde haar dat hij altijd van
alles in zijn zakken had. En hij trok
ze binnenste buiten om te laten zien
wat er in zat. Toen viel er van alles
op de grond en alle mensen schaterden
en iedereen keek van de koningin naar
de prins en van de prins naar Bartje.
Maar het mooiste was, dat Bartje
helemaal vergeten was waaróm hij
zijn plannetje bedacht had. Hij dacht
er niet meer aan dat het mooie meis
je eigenlijk een bijzonder naar meisje
was en dat hij die bloemen had willen
aanbieden om haar te plagen. En toen
de koningin hem vroeg waaróm hij dat
allemaal zo op zijn eigen houtje ge
daan had, antwoordde hij met een kleur
van verlegenheid: „Omdat u.. omdat
ik., omdat ik u een verschrikkelijk lie
ve mevrouw vind..!" En dat meende
hij werkelijk!