V FILATELIE IJll jj VOOR JULLIE De bloemen van Bart je Bridge tiemm Aif, Mysterie en avontuur Op rolschaatsen EEN BIJT ZATERDAG 8 DECEMBER 1962 Erbij PAGINA VIJF m. B. Dukel f® mm. wm>. wm. Bert Japiti Cor Beek Cor Beek i PORTUGAL. Voor de Dag van de postzegel 1962 is een serie van drie zegels uitgekomen in de waarden 1, 2 en 2.80 esc. De zegels brengen alle St. V Zenon de koerier in beeld. Van de 1 esc. zijn zes miljoen en van de 2 en 2.80 esc. elk een miljoen exemplaren gedrukt. PARAGUAY. Een serie van elf zegels is uitgegeven bij gelegenheid van het tweede Vaticaanse concilie. De 50, 70 c., 1.50, 2 en 3 g. laten een duif met een olijftak in zijn snavel zien en de 5, 10, 12.45, 18.15, 23.40 en 36 g. geven een gestileerde voorstelling van een duif, een schip en de zon. BULGARIJE. Naar aanleiding van het achtste congres van de Bulgaarse communistische partij is een serie van vier waarden verkrijgbaar gesteld: 1 st. emchanisering van de landbouw (land bouwmachines), 2 st. elektrificatie van de spoorwegen (elektrische lokomotief), 3 st. de zware industrie (staalfabriek) en 13 st. de portretten van de commu nistenleiders Blagoeff en Dimitroff. De oplage bedraagt 200.000 series. HONGARIJE. Met afbeeldingen van roofvogels is een serie van acht waar den uitgegeven. Op de 30 f. ziet men de oehoe of grote ooruil, op de 40 f. de visarend, op de 60 f. de havik, op de 80 f. de dwergadelaar, op de 1 ft. de rivierarend, op de 2 ft. de gier, op de 3 ft. de steenarend en op de 4 ft. de torenvalk. De zegels zijn in zes kleuren offset gedrukt. De oplage bedraagt 420.000 getande en 12.000 ongetande GRIEKENLAND. De Griekse poste rijen hebben twee postzegels het licht doen zien die gewijd zijn aan de sociale verzekering van de landbouwers. Het zijn een 1.50 en een 2.50 dr., gedrukt in drie kleuren. Het ontwerp bestaat uit twee handen die een korenaar om vatten. ETHIOPIË. Ter gelegenheid van de 32ste verjaardag van de kroning -van keizer Haile Selassie is een serie van zeven waarden verschenen. De zegels vertonen Ethiopische koningen die veel voor de bevordering van het Christen dom in Ethiopië hebben gedaan. 10 c. Bazen (7 j. v. Chr. tot 10 j. na Chr.) en scène van de geboorte van Christus, ■f. -It"» alsmede een gezicht op het oude Beth lehem! 15 s. Ezana (325) en stad met minaretten; 20 c. Kaleb (520) en zeil schepen; 50 c. Lalibela (11901228) en een kerk; 60 c. Yekuno Amlak (1270) en inlands dorp; 75 c. Z ara Jacob (14341468) en offervuur; 1 dollar 1 Leb na Dengel (1508) en strijdende i legers. ISRAËL. Op 26 december a.s. zal een serie van vier waarden verschijnen met afbeeldingen van in de Rode Zee-wate ren bij de Zuidisraëlische haven Elat voorkomende vissen. De zegels zijn uit gevoerd in veelkleurendruk naar ont werpen van de gebroeders M. en G. Shamir uit Tel Aviv. De waarden en wetenschappelijke namen zijn: 3 ag. Heniochus Acuminatus, 6 ag. Chaeto- don Lunula, 8 ag. Pterois Volitans en 12 ag. Holacanthus Imperator. TSJECHOSLOW AKIJE. Ter gelegen heid van de 45ste verjaardag van de Russische oktoberrevolutie zijn twee zegels in omloop gebracht in de waar den 30 h. (zwart en blauw) en 60 h. (zwart en rood). Beide zegels vertonen de kruiser „Aurora" die in 1917 het paleis van de tsaar in St. Petersburg beschoot. UNO. De postadministratie van de UNO heeft twee zegels, 4 cents (blauw) en 11 cents (kastanjebruin) uitgegeven die gewijd zijn aan het vreedzaam ge bruik van de ruimte. De zegels ver tonen een olijftak die een baan om de aarde maakt. CAYMANSEILANDEN. Op deze Brit se eilanden, gelegen in de Caraïbische Zee ten westen van Jamaica is een nieuwe serie frankeerzegels in omloop 1 <\YV H IM I gebracht met verschillende voorstel lingen: De reeks bestaat uit vijftien waarden, lopende van V» d. tot en met 1 pond. Alle zegels dragen bovendien het portret van koning Elizabeth II. UIT NATIONAAL KAMPIOENSCHAP. De eerste drie paren van de wedstrijd die 270 partijen lang was, C. Kaiser-Kok- kes, Slavenburg-Kreyns en Ligthart-Zijl- stra, zijn ook zéker de drie besten die dit jaar in de meesterklasse A hebben meege daan. De overige paren hadden met wat meer of minder geluk nog wel een paar plaatsen kunnen stijgen of dalen zeker ook de paren v. d. A-Groos en Van Bem- mel Suyck—Leeuwin, die de Haagse uit tocht uit de meesterklasse A bijna volledig maakten. Deze gedegradeerden zullen hun plaats moeten afstaan aan Cats-Verboog en Hoenselaar-Rebattu, de twee Amster damse paren die het vorige jaar uit afde ling A naar B degradeerden en nu in één seizoen het terrein hebben herwonnen. Voor de zoveelste maal werd daarmee het bewijs geleverd, dat de afdeling A vrijwel verzadigd" is wat speelsterkte betreft hoewel er misschien nog jong talent te vinden is, dat in de hoofdklassen moeizaam omhoog krabbelt. Het spel, dat ik het meest instructieve van het gehele toernooi vond, was een vol gende tegenspelfiguur: 4> 5 C H 2 O H B 10 8 7 H 10 9 7 4 A 9 4 OAVB 10 964 O 5 4" 3 3 2 West had met zijn zevenkaart geopend met drie harterq noord en oost hadden ge past, waarna zuid vier schoppen bood waarop iedereen paste. West deed, wat men in zulke gevallen het beste kan doen beginnen met een aas. om de situatie eens verder te kunnen bekijken. De eerste slag bestond uit: west harten aas, noord harten twee, oost harten vijf en zuid harten drie. Wat moet west in slag twee naspelen? Denkt u er maar eens over na, alvorens verder te lezen. Indien u het geheim van de oplossing doorgrondt, hebt u in elk geval één der gaven die nodig zijn om zulk een toernooi te kunnen winnen. Diverse zaken zijn zeker, a) dat zuid geen vier schoppen geboden zal hebben, met drie kleine hartentjes in handen zodat harten naspelen geen zin heeft.b) dat oost zijn kleinste harten heeft bijge- speeld en dus niet een hogere. Het belangrijkste dat u zich realiseren moet is echter, dat uw partner evenzéér geweten heeft dat u (west) in slag no. 2 voor een naspel-probleem bent komen te staan. Aangezien die partner nu in slag no. 1 de kans heeft gehad, met een hoge of een lage harten duidelijk te maken of hij van de overblijvende kleuren (behalve harten en troef), de hóógste dan wel de laagste nagespeeld wil hebben mag men van die meesterklassepartner verwachten dat het bijspelen van de harten vijf (zijn laagste) betekende, dat hij klaveren en niet ruiten wil zien. Speelt men ruiten na in slag 2, dan speelt men bridge als enkeling en niet als deel genoot met een partner, die óók weet dat hij er zit om hulp te bieden. Ruiten naspelen bezorgt zuid twaalf sla gen zeven hoge schoppens met vijf rui tens (zuid had ruitenaas-vrouw-3). Klaver naspelen zou oost in staat gesteld hebben klaveraas te maken voor een score van slechts elf slagen door zuid. In een parenwedstrijd betekent zulk een ge mist slagje het verschil tussen falen en succes hebben. Bridgevraag dezer week: West is gever, niemand kwetsbaar. Zuid heeft: *VB10 9AB10 9ÓHB754-A10 West past - noord past - oost één harten - zuid één Sansatout - west doubleert - noord en oost passen - wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. Zoals wij reeds zeiden is deze stand, ob jectief gezien, remise, omdat zwart bij de beste verdediging van wit niet verder kan komen. Maar zwarts taak is veel gemakke lijker. Niet alleen is hij een (dubbel-)pion vóór die onder omstandigheden kan wor den opgelost of een extra tempo incorpo reert, maar bovendien heeft hij de „goede" loper (namelijk van de tegengestelde kleur als die der velden, waarop de pionnen op de koningsvleugel zijn gefixeerd). Kan hij met zijn koning binnendringen dan is het met wit gedaan. Nu kan wit dat binnen dringen beletten, doch hij moet er nauw keurig op toezien dat hij niet in tempo- dwang geraakt. Het zorgenkind is daarbij pion f3. Als wit, in tempodwang, de dek king daarvan moet loslaten, valt zijn stel ling ineen. Men zie nu hoe Keres zijn enige kans waarneemt. 41) Rd3-e2 Wit behoeft slechts zorg vuldig af te wachten. 41) Kb6-a5. 42) Re2-d3 Ra4-b3. 43) Rd3-e2 Ka5-a4. 44) Kd2-cl Rb3-e6. 45) Re2-dlf Re6-b3. De „Losbladige Schaakberichten", van welker analyses wij een dankbaar gebruik maakten, tekent hierbij aan: „Psycholo gische oorlogsvoering! Hoewel Keres zeer goed weet hoe hij verder moet, tracht hij bij zijn tegenstander de waakzaamheid te doen verslappen door een, objectief gezien, onnodige zettenherhaling. Men onder schatte overigens de betekenis van der gelijke zaken niet; ze horen evenzeer bij het schaakspel als fijne tactiek of diepe strategie!" 46) Rdl-e2 b7-b5. 47) Kcl-d2 c7-c6! Een fijn zetje dat dient om veld b5 te dekken en de diagonaal a4-e8 te sluiten. 48) Kd2-cl c5-c4. Niet aanstonds 48) b4 wegens 49) c3-c4 en zwart kan nergens door. 49) Kcl-d2 b5-b4. Het zwarte plan wordt langzamerhand duidelijk en het spook der tempodwang nadert. Dit zien we bijvoorbeeld als wit nu zou hebben vervolgd met 50) cb4: Na Kb4:. 51) Rfl Ra4 dreigt zwart met 52) Kb3 beslissend binnen te dringen. Wit kan dit nog even afwenden met 52) Re2 (teneinde Kb3? met 53) Rdlf te be antwoorden), maar na 52) c5! is de dwangpositie een feit. Er volgt steeds Kb3 benevens c4-c3 met winst. 50) Kd2-cl! b4xc3. 51) b2xc3 Ka4-a3. 52) Re2-fl Rb3-a2. Weer het argeloze zet- herhalen gelijk bij de 45ste zet. 53) Kcl-c2 Ra2-b3f. 54) Kc2-cl Rb3-a4! 55) Rfl-e2 Hier faalt 55) Rc4:? op Pb5! Wit moet dan ruilen, waarna hij het resterende pionnen- eindspel op tempo verliest, omdat de zwar te koning zich achter de pionnen bevindt en daardoor of sneller is, of wit uit-tem- peert. Men ziet hier het belang van 47) c6! 55) Ka3-a2! ->•«-) q Nog een moeilijk te weerleggen winst- poging. 56) Re2xc4f. Tot zover had de Neder lander geanalyseerd maar de braintrust zag nog iets dieper. Niet juist ware in plaats van de tekstzet 56) Rfl? omdat dan de zwarte koning binnendringt. Zie de volgende geraffineerde variant: 56) Kb3' (nu is Rdlf niet meer bij de hand) 57) Kd2 Kb2 (dreigt Rb3-a2 Kb3 be nevens Rbl-d3) 58) Rc4: Rb5! 59) Re6! (wit hoeft niet te ruilen, nu hij e2 bestrijkt) c5. 60) Rf7 Rfl 60) Kei Rd3! 62) Kd2 c4. 63) Re6 Kb3. 64) Rt'7 Rfl. 65) Kei Rg2. 66) Kf2 Rhl en zwart wint. 56) Ka2-a3. 57) Rc4-e2? Jammer, jammer. Door dit kleine mis- greepje wordt het werk van uren nét be dorven. Voldoende voor remise was 57) Rfl! omdat wit nu Kb3 wél kan toelaten. Zie 57) Rfl Kb3. 58) Kd2 Kb2. 59) Rg2 Rb5. 60) Rh3! en zwart komt niet verder daar het offer 60) Re2 te gevaarlijk is. De tekstzet is psychologisch begrijpelijk, om dat hij Kb3 belet. Maar hij leidt tot tempo dwang. 57) Ra4-b5. 58) Re2-dl. Afruil voert weer tot het bekende verloren pion- neneindspel. 58) Ka3-a2! De beslis sende dwangpositie is een feit. 59) Kcl-d2 Ka2-b2. 60) Rdl-c2 Rb5-e2! en het pleit is beslecht. Na 61) Ra4 Rf3:. 62) Rc6: Rg4:. 63) Re8 Re6. 64) Rb5 g4. 65) Rfl Kb3 capitu leerde Bouwmeester met ere. Men moge over het instituut .braintrust" denken zo als men wil, het schonk ons dit klassieke lopereindspel van volmaakte perfectie! ging het als volgt. 1) 45-40 19-24. 2) 39-34 29-33. 3) 38x29 24x33. 4) 43-38 8-12. 5) 38x29 22-28. 6) 32x23 21x32. 7) 37x28 26x48. 8) 29-24 48x19. 9) 23x25 remise. Het is interessant om in deze ongewone stand een en ander eens critisch te bekijken. Na 1) 45-40 19-24 is geen winst meer aanwezig. Maar mooie varianten komen op het bord indien wit 1) 45-40 19-23. 2) 39-33 20-24. 3. 43-38 enz. enz. neemt. Van de 13-jarige Albert Pater, lid van de jeugdclub Gezellig Samenzijn in Am sterdam, zijn de volgende vier vraag stukken. OOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOCOOOOOOCOOOC/^C m o oopocooooooocoooooccoocooocooooooccocooococoooooooooooa Sb0<^»0CI000<^^OTO0000^^»XX)000^^^xr<yxx>530CO00O3C. Zwart: 12, 13, 15, 19, 24, 26, 35. Wit: 22, 25, 31, 33, 44, 47, 50. 1) 22-18 dwingt 13x22. (Op 12x23 wint 25-20). 2) 33-28 22x33. 3) 44-40 26x37. 4) 47-41 37x46. 5) 25-20 35x44. 6) 50x28 46x23 7) 20x7 19-23. 8) 7-1 23-28. 1-29 en wit wint. Het tweede probleem (van Albert in samenwerking met de 12-jarige Tonnie Slybrants). Zwart: 8, 9, 10, 27, 29, 40. Wit: 19, 28, 37, 38, 39, 49. Wit speelt en wint met' vijf zetten. Derde probleem van Albert. Zwart: 7, 15, 17, 23, 24, 28. Wit: 25, 26, 32, 39, 42. Wit speelt en wint in drie zetten. Voor de laatste twee problemen niet de stukken verplaatsen doch ze oplpssen. Tot slot een zeer fraai vraagstuk van Albert waarvan de oplossing dertien zetten diep is. Daarna ontstaat een boeiend eind spel met de volgende stelling. Wit dam op een. Zwart vier stukken op 9, 12, 14, 17. Ook van dit eindspel graag de volledige oplossing. De cijferstand is als volgt. Wit: 15 stuk ken; 6, 20, 25, 30, 34, 35, 38. 40, 41, 42, 43, 47, 48, 49, 50. Zwart: 15 stukken; 1, 11, 15, 17, 19, 21, 23, 27. 28, 29, 31, 32, 33, 39, 45. Wit speelt en wint. (Oplossingen en correspondentie te zen den aan het adres van de damredacteur, B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, ljmuiden). BOUWMEESTERS VERGEEFS GEVECHT TEGEN DE BRAINTRUST (slot) Vorige week hebben wij geschetst, hoe een gehele Russische braintrust van vak mensen 's nachts een afgebroken partij systematisch ontrafelt en de volgende morgen de betrokken speler vóór de her vatting de gevonden resultaten, met psy chologische instructies en al, mededeelt. Ditmaal willen wij laten zien, hoe onze landgenoot Bouwmeester daarvan het slachtoffer werd in de jongste Olympiade te Warna. De afgebroken stelling was als volgt: KERES C<XXXXXX)OC)OOOOOOOC)OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCCCCCOOO In de eerste-klasse-competitie Kenne- merland kwam in de wedstrijd DCIJ 2 Ver. Kath. Dammers aan bord 4 de vol gende stelling voor. C. VAN DUIVENBODE (DCIJ) COOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOOOOOOOOOOOOOOCX>DOOOOOC OOOOOOOOOO' -y >^OcA'X>ooOOOOOOncryjOO< XV^OO'vTOOOOOOC •uaqqaq noz uapoqag spaaj (B aip ftq 'peq anatq aSuB( aSipaee uaa pjoou sje jBp 'uajjasaq jaoui pinz 'uapiaj aag-ia joj pEBMq uba noz jaq jajqnopaj jo uaqna aaMj 'Afiq ufiz noz pmz uba poq Mr. Ed. Spanjaard mop aaaz'uaa uaAagag jjaaq guiimuajsui aaajjaz uaa uassBd a; joop aaujJBd sp sjb (b -jooa uajqanjA aj gaM poq paooMjueaaA uauiojqoA uaa jtn 'jqaajs pftjiB st jajj •)BBg uMop uaa uaiqossiui jo jqBBiu jau (ads ;aq pinz jspoz 'djnq afjaaq uaa jjaaq pjoou jo poquap uaa uep aa)qoa(s jaa/A poqaaM; uaa jbbui 'st jqaajs jaeajuoa op? jep giuiaAi oz Jjaaq pjoou jo uapaqjjfipSoui aaMj snp ufiz ag •uadoj aj gaM ajsuaM jajqnop jaq jin jaiu jaupiBd ufiz jBp paooqag jjaaq ua UBBpag poq-ys I isqsjoadsaj aaaz uaa jjaaq pinz BOUWMEESTER (aan zet) OOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOI D. RUMP (VKD) Zwart: 3, 6, 8, 13, 16, 18, 19, 20, 21, 22, 26, 29. Wit: 27, 31, 32, 36, 37, 38, 39, 41, 42, 43, 45, 46. Zwart staat gewonnen, zou men zo zeg gen. De heer Rump werd vindingrijk toen het gevaar dreigde. Er werd gespeeld 1) 45-40. Nu zou met 19-23 het spel door zwart wel gewonnen worden. Toen echter zwart met 19-24 vervolgde, hebben wij geen winst meer kunnen ontdekken. In de partij :naaAi aazap SBBJAaSpuq do pjoaMjuy (Vervolg van pag. 2) proces, en de majoor wordt door advo catuur en rechterlijke macht zo naar zijn zin bediend, dat hij een lang uit gestorven traditie van zijn geslacht nieuw leven inblaast: hij wordt weer een fervent procedeerder! De pointe van het verhaal is al vrij vroeg te voor zien, maar dat neemt niet weg dat de lezer zich een paar uur hoogst genoeg lijk heeft beziggehouden voor hij die e pointe bereikt. Het procédé heeft iets lichtelijk Wodehouse-achtigs (zelfs van die typische Wodehouse-namen als Glossop en Buttonstep dragen tot die sfeer bij), met dit verschil dat het zich grotendeels in de rechtszaal afspeelt. Mogelijk interesseert niet ieder zich evenzeer voor die lange rechtszaaldia logen, maar wie die specifieke sfeer van de Engelse-rechtszaal-uit-de-litera- tuur ook in zijn speurderslectuur weet te waarderen, zal zeker smullen van de spitse manier waarop die bij Cecil ge tekend wordt. HET WAS REUZE DRUK in de stad. Langs alle straten stonden de mensen in dikke rijen te wachten. Waarop? Op een optocht? Niet op een optocht. Op wie dan? Op de koningin! Ja, de ko ningin zou langskomen, de koningin in de gouden koets! En omdat het weer een heel jaar zou duren voordat dat nóg eens zou gebeuren, waren er zo ont zettend véél mensen komen kijken. Ook kinderen. De meeste kinderen za ten vóór de grote mensen, op de stoep rand. En als de motor van de politie voorbijkwam, lachte de agent vrolijk naar de allerkleinsten. Iedereen was blij. Natuurlijk, want de koningin zou immers komen! Maar toch IN EEN EXTRA brede straat stonden midden tassen de mensen vier mooie, fluwelen stoelen en een bankje, ook met fluweel erop. Kijk, nu kwamen er twee dames en twee heren in hun zon dagse kleren en gingen op die stoelen zitten. En een klein meisje, in een wit te jurk met een heleboel strookjes en strikjes, en een prachtige bos bloemen in haar hand, kwam achter hen aan. Haar ene hand gleed steeds langs haar jurk, die zó mooi was dat ze er bijna niet mee durfde te gaan zitten. Maar eindelijk zat ze toch, op haar bankje, vóór de vier grote stoelen en zelfs nog vóór de stoeprand, een klein eindje op de straat. En iemand fluisterde tegen iemand anders: „Ziet u dat schattige Matthijs zwiert sierlijk over straat. Zeg, jongens, kijk hoe fijn dat gaat! Het asfalt is mooi glad. Hij rijdt daar met een strak gezicht En houdt zich goed in evenwicht. Wat moeilijk is dat! O hée, daar komt een meisje aan. Zij wil Matthijs passeren gaan. Kijk uit toch alletwee! Hoe moet dat nou! Daar staat een kar! Matthijs raakt even in de war En struikelt dan, ach jee! Maar, kijk, hij is weer opgestaan En trekt zich van die val niets aan. Hij lacht, die deugeniet! Want rolschaatsen is fijn, vindt hij, En vallen, ach, dat hoort erbij, Want anders leer je 't niet! Marjan van Beek Een bijt in het ijs, een bijt in het ijs!, kwebb'len de karpers, seinen de snoeken, en heel eigenwijs roept een stekeltje blij: Wie lucht happen wil, die moet het hier zoeken! Een bijt in het ijs een bijt in het ijs!' kwaken de eenden, krijsen de meeuwen. Een kleine plek water, een badje voor één, maar lékker in winters van vriezen en sneeuwen! Een bijt in het ijs, pas op zeg, een bijt!, roepen de jongens, gillen de meisjes. Ze schrikken en maken een wijde boog, dan schaatsen ze door op luidsprekerwijsjes. Maar ook Koning Winter die heeft het gehoord, en 's nachts, als het stil is, zonder één briesje, vriest boven de karpers en boven de snoeken het water weer dicht met een dun, stevig vliesje meisje daar? Dat mag bloemen aanbie - den. Aan de Koningin. Strakjes." Maar vlakbij het meisje zat Bartje. Bartje moest telkens naar de bloe men kijken die op haar schoot lagen en hij werd helemaal warm als hij eraan dacht dat de koningin straks hier precies hier! zou stoppen. Dan zou ze wachten tot het mooie meisje een buiginkje had gemaakt en haar bloemen had aangeboden.of misschien éérst de bloemen en daarna het buiginkje, dat wist hij niet zo goed. Het moest in elk geval wel een erg lief meisje zijn, als van alle kin deren juist zij de koningin bloemen mocht geven! MAAR TOEN SCHROK Bartje. „Toe jö, kijk vóór je!" zei het meisje erg onvriendelijk en stak haar tong uit. Eerst was Bartje boos, maar al gauw bedacht hij een plannetje. Wat zou dat malle kind raar opkijken als er nóg één was die bloemen mocht geven aan de koningin! En als dat óók een kind zoil zijn en hier in de buurt, zodat ze het goed kon zien! En toen hoefde hij niet eens verder te denken. Hij was al tussen de men sen doorgeglipt en rende al naar het plantsoen. Daar bloeiden madeliefjes in het gras en boterbloemen en paar debloemen en er was ook één kla vertje-vier. Bartje plukte vliegensvlug een bosje van alles door elkaar, haal de een elastiekje uit zijn zak en bond dat om de steeltjes. Zo, nu was het net een échte bos bloemen, alleen een beetje kleiner. Als hij nu nog maar op tijd terug was! Het lukte. Net toen hij op zijn oude plaatsje terug was, kwam de gouden koets er in de verte aan, glimmend in de zonneschijn. De paarden liepen eerst nog op een sukkeldrafje, daarna gingen ze stapvoets en... hielden bij het mooie- meisje-met-de-prachtige-bloemen halt. Het werd even heel stil in de straat. Iedereen keek eerst naar de koningin en dan naar de prins en dan naar het meisje met de bloemen. Eén ogenbilk aarzelde ze. Misschien zat haar haar niet netjes meer of misschien was er wel een plooitje gekomen in haar jurk of misschien wist ze niet meer wat ze zeggen moest (want dat had ze natuur lijk uit haar hoofd geleerd en zoiets ver geet je altijd erg gauw). Maar daarna stapte ze toch flink naar de koets toe, maakte eerst haar buiginkje en gaf daarna de bloemen of net andersom, dat had Bartje van opwinding niet ge zien en glimlachte naar de koningin alsof ze écht een vriendelijk meisje was. En daarmee was het voorbij. De man op het voorste paard wilde al doorrij den, maar de koningin leunde een beet je uit de koets en maakte een gebaar, dat hij nog even wachten moest. Had de koningin Bartje gezien? NOU EN OF! Bartje was ook naar de koets gelopen, maar verlegen was hij achter het meisje met de mooie jurk blijven staan. Nu wenkte de ko ningin hem en vroeg of hij die bloe metjes zelf geplukt had voor haar en hoe hij zo gauw aan dat elastiekje was gekomen dat om de steeltjes zat.. En Bartje vertelde haar dat hij altijd van alles in zijn zakken had. En hij trok ze binnenste buiten om te laten zien wat er in zat. Toen viel er van alles op de grond en alle mensen schaterden en iedereen keek van de koningin naar de prins en van de prins naar Bartje. Maar het mooiste was, dat Bartje helemaal vergeten was waaróm hij zijn plannetje bedacht had. Hij dacht er niet meer aan dat het mooie meis je eigenlijk een bijzonder naar meisje was en dat hij die bloemen had willen aanbieden om haar te plagen. En toen de koningin hem vroeg waaróm hij dat allemaal zo op zijn eigen houtje ge daan had, antwoordde hij met een kleur van verlegenheid: „Omdat u.. omdat ik., omdat ik u een verschrikkelijk lie ve mevrouw vind..!" En dat meende hij werkelijk!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 17