Muiterij op het Vrouwenschip f Emporia's pensions voor stieren: laatste ür halte op de weg van alle rundvlees TANTE PATENT l PANDA EN DE MEESTERSECRETARIS 3 iOSRAM door Henrick Binder m KRUID JfAGELRIJK VAN SULTAN SEYiDIN MOEILIJKHEDEN 11 MAANDAG 10 DECEMBER 1962 imnfiiiiiiuiiiiinitii Onv vervolgverhaal WÊËm 1 mm Armen van Tokio leven van de verkoop van hun eigen bloed 3) Ja, hij was bijna geneigd te ge- 5 loven, dat de werkelijke waarde van S de gestolen voorwerpen voor haar 1 slechts bestond in de meer of minder grote moeilijkheden, die ze onder af vond bij het zich toeëigenen ervan. S Waar bleef Maud nu toch! Het was zeer verontrustend. Ook Jar- S ry wachtte. Hij wilde naar Nell, in het Africa House, maar hij had het H nog nooit gewaagd, vóór George het p huis te verlaten. =j Het rijtuig kwam niet. De klok van st. Bennet sloeg drie uur. H „Er is iets gebeurd," riep George. 3 „Dat denk ik al de hele tijd," zei 3 Jarry. Nunham ftikte in zijn opwin- ding de pruik van zijn hoofd en slin- p gerde haar als een vod op de grond. 5 De afgerukte pruik onthulde een vol- H komen ander mens, iemand die tot g alles in staat was, een persoonlijkheid p zonder scrupules, die de fima Nun- 1 ham Jarry had opgebouwd, p Beneden klonk hpt belletje van het H kantoor. Waarschijnlijk de klerken, g die terugkwamenvan de lunch. Nun- j§ ham bukte zich, nam de pruik en zet- P te hem voor de spiegel weer op. „Ik p rijd naar het Strand", zei hij. „Bin- H nen tien minuten weet ik, in welke winkel het gebeurd is. Hoe kan ik je g bereiken?" g William Jarry had het voordeel, g dat hij nooit onmiddellijk antwoordde, g Op die manier kon hij overleggen, hoe g hij zijn afspraak met Nell geheim kon g houden. g „Zeg maar waar," antwoordde hij. g George keek Jarry onderzoekend g aan. g Jarry's hersens werkten een beetje g langzaam, die van Nunham veel snel- Ier. Jarry hield van Nell, maar in de ogen van Nunham was deze liefde gevaarlijk. Nell was de chef van het magazijn in High Holborn en ze maakte de vrachtbrieven voor de doorverkoop van die waren die 's nachts door Bully naar Holborn ge zonden werden. Ze bezat de gave, do cumenten heel precies te kunnen na maken. Dit talent had Nunham al dik wijls geholpen: hij hoefde Nell alleen maar een document te laten zien, of ze maakte er voor hem een, dat pre cies eender was. Maar Nell deed dat alleen maar uit liefde voor Marry en Nunham moest er zich dikwijls het hoofd over breken, hoe hij haar zijn dankbaarheid daarvoor kon bewijzen. Het contact, dat Nell met Nunham en Jarry had mocht niet bekend wor den. Het zou kunnen opvallen, als Jarry met Nell gezien werd. Maar het was nu niet het ogenblik, om daar met Jarry over te spreken. Nunhamdacht, plotspling aan iets anders: „Hoeveel baar geld hebben we in huis?" „Niet veel ongeveer tweehonderd pond." „Ga dan naar de bank en haal dui zend pond. Laat het je in tienponds- biljetten geven, doe alles in een en veloppe en breng het naar Lil. Zij zal het voor mij bewaren. Zorg dan, dat je om half vier voor de New Ex change bent." Toen ging hij snel naar buiten. HOOFDSTUK II Nunham hield in Canon Street een leeg huurrijtuig aan. „Strand," riep hij. Hij keek strak uit het raam, nog steeds in de hoop dat hij Maud's rij tuig zou tegenkomen. Maar al zijn tu ren was vergeefs, en zijn angst om Maud werd hoe langer hoe groter. Even voor Charing Cross stapte Geor ge uit en liep langzaam en op zijn gemak als een man, die spoed iets onwaardigs vindt, terug naar New Ex change. Maar al na twintig schreden verstijfde hij van schrik. Voor New Exchange was een bab belhoekje,! waar de mensen bij el kaar de laatste nieuwtjes te vertellen Toen hij er langs liep, hoorde hij dat de naam van Maud Barnley ge noemd werd. George ging met zijn rug naar twee heren toestaan, waar van de ene er zijn verbazing over uit drukte, dat mrs. Barnley een dieveg ge kon zijn. Maud Barnley stond be kend als een van de elegantste vrou wen van Londen, graag gezien in de winkels aan het Strand, bij Jennings Palmers, bij Christobal, bij Selden- ham Balling. En nu zou ze bij Max- ton gepakt zijn? Nunham wilde zekerheid hebben. Hij was niet bekend bij Maxton en j kon er dus rustig naar binnen gaan. j Hij haalde een lege snuifdoos uit zijn zak, die van zwaar dukaatgoud ge- j maakt was, maar de veer van het j deksel was kapot. Maxton kwam zelf j naar hem toe. Nunham vroeg, of dat kleine averijtje direct gerepareerd I kon worden. „Zeker", zei Maxton en j hij liet een bediende komen, die het voorwerp mee naar achteren nam, om I er een nieuwe veer in te zetten. Het was niet moeilijk voor Nun- j ham, om met Maxton in gesprek te komen. „Vertel eens, is het waar dat mrs. j Barnley bij u gearresteerd is?" Maxton was blij, dat hij het ver- haal aan een zo voornaam heer kon j vertellen; hij was pas sinds enkele j maanden hier aan het Strand geves- i tigd en trachtte klandizie te verkrij- j gen onder de rijken en de aanzienlij- j ken. „Een grote dag in Londens geschie denis," zei hij. „Bow Street verkeert in de grootste opwinding. Mister Bre wer is al hier geweest. Men gelooft algemeen, dat we een zeer grote die vegge op het spoor zijn." Nunham trok een ongelovig gezicht: „Mrs. Barnley is een van de rijkste vrouwen van Londen," zei hij. „Ik ken haar persoonlijk heel goed." „Maar. mijnheer, dat weten we, haar rijtuig is in het hele Strand be kend." „Hebt u haar zelf betrapt?" „Ze heeft met was gewerkt. Een nieuwe truc, die ik nog niet kende. Ik zou de diefstal niet ontdekt hebben, als ik niet de gewoonte had, met mijn vingers, zo als ik nu net op de toon bank leun, de onderkant van de hou ten rand vast te houden. En toen voel de ik, terwijl ik zo naast haar stond en de rand van de toonbank beetpak te, een ring, die bijna in mijn han den viel. Ik hoefde er niet naar te kijken. Ik wist onmiddellijk, terwijl ik verder met haar sprak, dat het mijn mooiste stuk was: 'n acht ka raats blauwwitte diamant, die ze drie minuten tevoren in haar mooie han den gehad had, om hem te bewon deren. Goed, dacht ik bij mezelf, het beste is, de steen weer op de zelfde plaats terug te drukken. Want het had geen nut, als ik hem zelf in mijn hand had; ik moest hem immers in mrs. Barnley's tas vinden. De hele tijd lang onderhield ik me met haar, zodat ze niet de minste argwaan kon koesteren. Toen wendde ik me opzet telijk af, om ergens iets uit de vitrine te nemen en het haar te tonen. Dit servies hiér, mijnheer, liet ik haar zien." Alaxton wees een zeer fijn bewerkt tUjgeservies van zilvergerand porse lein aan. Hij vervolgde: „Het is een heel exquis werkstukje, 'n paar dagen geleden uit Venetië aangekomen. Mrs. Barnley wilde het onmiddellijk ko pen. „Waar moet ik het heen zen den?" vroeg ik en ik boog me over de toonbank, om het adres op te schrijven. Daarbij greep ik weer de rand vast. De ring was verdwenen." Nunham keek met lege ogen naar de slimme zakenman, die vervolgde: „Mijnheer, het is me werkelijk niet om de reclame te doen, maar gelooft u me: ik was blij, toen ik de ring niet meer op zijn plaats vond. Een van de beroemdste vrouwen van Londen in mijn zaak als winkeldievegge ge vat! Èen vrouw, in wier huis lords en hertogen komen! U weet, dat ze een jarenlange vriendschap met de her tog en hertogin van Dunstable had! Neen, mijnheer, ze kon me niet ont snappen. Ik deed, alsof me plotse ling iets inviel. Nadat ik haar adres had opgeschreven, vroeg ik, of ik haar het kostbaarste stuk van mijn verza meling mocht laten zien, en ik ver zocht haar, naar achteren, in mijn kantoortje te komen. Daar toonde ik het haar: twee voortreffelijke, door mij zelf vervaardigde handboeien, waarbij de veer automatisch dicht klapt. Ze schreeuwde niet, ze huilde niet, ze zat daar, gelaten als een la dy. Ze glimlachte zejfs, en vroeg me voor welk bedrag ik mijn handgesme- de koopwaar weer terug wilde nemen. Ik werd bijna zelf door haar van mijn stuk gebracht. Zoals ze daar zat, had niemand kunnqn vermoeden, dat ver borgen onder die prachtige kant, haar handen geboeid in haar schoot lagen. (Wordt vervolgd) TT-r—sssgsttw W' ■1,:- Sv:wav!^:?'wk,>wsy> (Van onze correspondent) WASHINGTON. In het hart van Noord-Amerika, midden in de onafzienbare prairievl akten van de staat Kansas, werd dezer dagen een heel merkwaardige persconferentie gehouden. Girdner Crofoot, pensionhouder voor 15.000 stieren, zat boven op een hekmarkant tekende zich zijn gespierde gestalte af tegen de felblauwe lucht. Aan de koude, harde wind was hij kennelijk gewend. Een groep van tien buitenlandse correspondenten vuurde vragen op hem af en in snelle reacties deed hij niet onder voor president Kennedy in Washington. Maar dat heb ik hem maar niet gezegd, want Kansas is heel republi- keins en Crofoot ongetwijfeld ook. Girdner Crofoot is nu 38 jaar. Hij, j||?V zijn vader (62) en zijn broer (32) zijn met niets begonnen. Nu hebben ze een stierenpension waar 15.000 dieren tegelijk in de kost kunnen zijn. En die 15.000 worden verzorgd door vijftien mannen, de drie Crofoots in begrepen. MAAR HET wordt tijd, wat concreter te worden over dat pensionbedrijf in Em poria; dat van de Crofoots en de pensions van vele anderen, van de Andersons bij voorbeeld. Het pension van de Crofoots is enigszins een uitzondering. Zij hebben in het algemeen geen stieren van goeden huize te logeren geen Herefords of An gus bijvoorbeeld maar meer wat men in de hondenwereld „straatstieren" zou noemen. Tien onafhankelijke opkopers zoe ken de ranches in de staat Texas af en wanneer zij een vrachtauto vol hebben met weliswaar geen nobele, maar toch groeikrachtlge jonge stieren, ondernemen zij de lange tocht naar het pension in Kansas. De Crofoots weten wat ze aan die opkopers hebben en over de betaling rij zen meestal geen moeilijkheden. Zou dit pension adverteren, dan zouden de stieren te horen krijgen: „Overvloedige, eindeloze maaltijden en summum van rust. Prima verzorging in eenvoudige sfeer. Mest wordt regelmatig verwijderd." GEWOONLIJK duurt de vakantie voor de stieren 120 dagen. Zij winnen ruim twee pond per dag aan gewicht en ze zijn gezellig onder leeftijdgenoten (van een a twee jaar). Aan het eind van hun verblijf gaan ze per bus naar Kansas City of een andere grote plaats en daar eindigt hun jonge leven. Maar daarover hoeven ze zich tijdens hun vakantie gelukkig de kop niet te breken. NOG concreter: de stieren komen ter vetmesting uit het zuiden naar dë prairie- Een verblijf in de open p rairie is aan te raden. mm gebieden van het Midden-Westen, omdat het goedkoper is, de stier naar het voer te brengen dan het voer naar de stier (om een pond vlees te „maken" heeft een stier tien pond voer nodig). HET MENU bij de Crofoots? Dat va rieert en wordt geleidelijk voedzamer. Meestal is het een mengsel van o.a. maïs, melasse en vitaminen. Vroeger toonden de Amerikanen voorkeur voor slachtvee dat 3, 4 of 5 jaar oud was, maar in deze tijd nu vrijwel iedereen aan de lijn WANNEER U erover denkt in de kruidnagelhan del te gaan, kunt u het bes te contact zoeken met zijne hoogheid sultan Seyid Sir Abdoellah-bin-Khalifa, die het koninklijk paleis op het Beit-e!-Ajaib-plein in Zan zibar bewoont. Deze exo tische vorst is namelijk in zijn koninkrijk, dat de ei landen Zanzibar en Pemba nabij de kust van Oost- Afrika omvat, eigenaar van vierenhalf miljoen kruid nagelbomen, waarmee hij 80 percent van de wereld- kruidnagelbehoeften kan dekken. In de enorme „goedangs". de pakhuizen van de kruid nagelkwekers van Zanzibar, liggen echter thans nog 22.000 ton kruidnagels, overgebleven van de oog sten van de afgelopen twee jaar. Volgens het controlebu reau voor de kruidnagel handel zijn de aankopen van Indonesië in 1961 met vijfachtste en die van In dia met viervijfde van die van 1960 teruggelopen. In dia en Indonesië zijn van oudsher de voornaamste kopers op de kruidnagel- markt. DE SULTAN, die als on metelijk rijk geldt, stelt desondanks zeer veel be lang in het welvaren van de kruidnagelhandel, die een groot deel van zijn on derdanen een levensonder houd verschaft en normaal een derde van alle rege ringsinkomsten oplevert in de vorm van exportwinsten en belastingen. Daarbij komt rog een prestigekwes tie. Het is namelijk een van zijn voorouders, Deyid Said- bin-Sultan (1824-1856) ge weest, aan wie het begin van de kruidnagelindustrie wordt toegeschreven. Hij raadde zijn volk aan, veel kruidnagelbomen te plan ten en zijn advies vond ge willige oren, aangezien de boom zo goed als geen ver zorging vereist en zelfs niet behoeft te worden gesnoeid. Dat 's in het hete, loom makende klimaat van Zan zibar een uitgesproken voordeel, waarbij dan nog komt dat de bomen 60 jaar of langer dragen. DE KRUIDNAGEL is de ongeopende knop van de kruidnagelboom. De knop pen worden geplukt als ze een rose kleur beginnen te krijgen en op het punt staan open te barsten. Dat plukken gebeurt nog altijd met de hand. Voor de ehor- me oogst van 1957 zijn meer dan 40.000 Afrikanen van het vasteland gekomen om te helpen. Vroeger werden Het pension van de Andersons. denkt wenst men het vlees van jonger vee. Die stieren bij Crofoot staan dag in dag uit in afgebakende, grasloze „weiden". Met opzet zoekt men glooiend terrein, om dat het regenwater daar beter wegloopt. Een afdak of een schuur om te schuilen hebben deze eenvoudige pensiongasten niet. Maar 'ze zijn robuust en kunnen wel tegen een buitje. Bij de Andersons hebben de gasten het beslist beter. Maar daar logeert dan ook de bovenvermelde aristocratie (baron Hereford en graaf Angus). Daar hebben ze wel grote schuren. Edoch, het eind van de vakantie is hetzelfde: ze gaan de weg van alle stierenvlees. ALS IK eventuele aspirant-vakantiegan gers in Texas een raad mag geven: pro beer terecht te komen, niet op de grasloze terreinen waar dag in dag uit de automa tisch zich ontladende vrachtauto's de etensgoten langs de kant gevuld houden met krachtvoer, maar tracht een vakantie te reserveren op de prairies met „Blue- stem"- en „Buffalo"-gras. In laatstge noemde, meer natuurlijke pensions van andere exploitanten heeft men veel meer de ruimte en de bloemenweelde in mei is een lust voor het stierenoog. Men wordt er ook dik, maar langzamer en dat heeft gelijk zelfs een domme koe kan begrij pen beslist zijn voordelen. Advertentie Handel in mensenbloed er slaven voor gebruikt, maar Zanzibar is thans een Brits protectoraat, dat bin nenkort vrij zal worden en de slavenhandel is er, even als de harem van de sultan, verleden tijd. Na het plukken worden knoppen en stelen van el kaar gescheiden en ge droogd. Uit de minder goe de knoppen en stelen wordt olie gedistilleerd. Er wor den op grote schaal proeven genomen om gebruiksmo gelijkheden voor kruidna gelolie te vinden. De Afri kanen en Arabieren hier gebruiken deze olie hoofd zakelijk als een smeersel dat tegen vele kwalen zou helpen. BIJ HET ZOEKEN van nieuwe markten voor de scherp riekende knopjes heeft men artikelen als naar kruidnagel riekende insec ten verdelgingsmiddelen, appel- en pruimensap met een kruidnagelaroma, mid delen om onaangename geuren te verdrijven, cho colade met een kruidnagel- smaak en een insectenaf weermiddel geproduceerd. Maar nog steeds hangt de welvaart van het kruidna gelrijk in hoofdzaak van In dia en Indonesië af en deze landen kopen op het ogen blik met. EEN RODE KRUISploeg, bestaande uit studenten van de Wased -universi teit in Tokio, is naar de beruchte slop penwijk Sanya van deze miljoenenstad getrokken om 'n onderzoek in te stellen nr.ar de toestand van de zogenaamde „inktvissen": mensen die leven van de verkoop van hun bloed. De studenten hebben vastgesteld, dat ongeveer 500 behoeftige bewoners van de wijk hun bestaan rekken door de verkoop van meer dan 4.000 kubieke centimeter bloed per persoon per maand. BLOEDBANKEN mogen ingevolge de Japanse wet van dezelfde donor slechts eens per maand bloed aannemen tot een maximum van 500 kubieke centimeter. Ambtenaren van het ministerie van So ciale Voorzorg noemen de hoeveelheid bloed, die sommige personen volgens de studenten elke maand verkopen, onge looflijk. Zij verklaren te betwijfelen, dat aan de verkopers telkens als zij bij de transfusiedienst verschenen werd toegestaan bloed te geven. Zij voegden hieraan, dat aan de bepaling, dat nie mand meer dan eens per maand bloed mag afstaan, geen sanctie in de vorm van strafbepaling verbonden is. De ambtenaren van het ministerie deelden mede, dat zij proberen de bui tensporige bloedverkoop tegen te gaan door inspectie en controle van de do nors bij de bloedbanken, maar in het rapport van de studenten wordt ver klaard, dat deze particuliere bloedban ken hebben ontdekt, op welke wijze met de voorschriften de hand kon worden gelicht. De „inktvissen" ontvangen volgens de studenten voor elke 200 kubieke cen timeter bloed de tegenwaarde van on geveer vier tot vijf gulden. IN HET rapport wordt verder ver meld, dat sommige banken autobussen uitsturen om bloedgevers op te halen. Voorts wordt meegedeeld, dat er ban ken zijn, die onzuiver bloed kopen, dat hier „bloedafval" heet en dat wordt ge bruikt in lotions voor dames, welke de huid zouden verjongen. De bloedban ken zouden aan deze handel grof geld verdienen. De studenten hebben 50 bloedverko pers ondervraagd en hun verklaringen op de geluidsband opgenomen. Er was een man bij, die beweerde dat hij in één maand 8.000 kubieke centimeter bloed had verkocht. Als gevolg van het buitensporig bloed geven hadden vele verkopers klachten over kortademigheid, krampen in de benen, rillingen en weinig weerstands vermogen tegen koude. Zij vertelden dat zij proberen op krachten te blijven door dingen als spinazie en stoofpot van ingewanden te eten en vers kippe- bloed te drinken. Men geeft de bloedverkopers van Sanya volgens het rapport de bijnaam „inktvissen" omdat zij van hun eigen bloed leven, precies als dat griezelige dier met de vele vangarmen die soms zijn eigen ledematen zou verslinden. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp [0=0 YCT 5. „Mag ik u even mijn ruimtepak laten zien?" vroeg de astronaut. „Nou gauw dan," zei tante Pa tent, „want ik heb mijn bruine bonen op een zacht gasje laten staan, dus zo heel veel tijd heb ik met. 't Is wel een charmant pak!" „Het kan een druk van duizend atmosferen doorstaan en het heeft naast in gebouwde zuurstofapparaten ook ingebouwde lollies," zei de ruimtevaarder trots. „Ja," zei neef Boorde vol, „en zo'n pak is bestand tegen kosmische gam ma-deeltjes!" „Mogen wij de pakken voor de grap even aantrekken?" „Natuurlijk," zei Peter Dreun, de beroemde astronaut en hij hielp tante met het aansnoeren van de helm. „Wel zwaar hoor," zei tan te, „maar straks, als u gelanceerd bent, dan is u gewichtloos." „O meneer, dat lijkt me toch zo heer lijk. Als u eens wist hoeveel moeite ik altijd moet doen, om er een pondje af te krijgen!" CO». MASTEN TOONDt* 41. „Kijk," sprak de kluisbewaarder, hier ligt het goud opgestapeld. Het is onmogelijk, omHij brak af en staarde verblekend naar de lege kluis. „Wèg!" hijgde hij verpletterd, „alles is weg!" „Ziet u nu wel?" zei Panda. „Ja, ik zie het," bromde agent Maneschijn grimmig, „of beter: ik zie het niet. Dus is alles dui delijk." En, zich streng tot Panda wendend, vervolgde hij: „Waar heb je dat goud gelaten?!" „Ik?" riep Panda, „ik heb toch steeds gezegd, dat de loodgieters. „Niet afdwalen!" bulderde Maneschijn, „het gaat om goud, niet om lood!" „Juist!" loeide de kluisbewaarder, „honderd ton! Waar heb je die gelaten? Maak je zak ken leeg!" Nadat zij zich ervan hadden overtuigd, dat Panda zelfs geen klein staafje goud bij zich had, begon het tot de agent en de bankbeamten door te dringen, dat deze goudroof te groot van opzet was om door een kleine Panda alleen te zijn gepleegd. „Hij moet mede plichtigen hebben gehad," stelde de portier scherpzinnig vast. „Alles wijst daarop," beaamde agent Maneschijn. „Wie zijn hier het laatst in de kluis geweest?" „De loodgieters.antwoordde de kluisbewaarder naden kend. „Tjamompelde de portier broedend, „en hij heeft zich iets over loodgieters laten ontvallen." „De zaak is duidelijk," besloot agent Maneschijn, „die lood gieters waren zijn medeplichtigen!" I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 11