I Muiterij op het Vrouwenschip
„De eerste trede naar de hemel"
Wansmaak viert hoogtij op bizarre
dodenakker nabij Hollywood
0
ONZE KERSTPRIJSVRAAG
TANTE PATENT
PANDA EN DE MEESTERSECRETARIS
r
n
door Hen riek Binder
„Lawaai in fabrieken
niet schadelijk voor
de gezondheid"'
r e
Ons vervolgverhaal
MENSEN IN
AMERIKA (6)
De hoogste waarde
Huid genezing
Kunst en glamor
Met bulldozers
MAANDAG 24 DECEMBER 1962
7
w
Voor de goede oplossingen stellen wij een eerste
prijs van 100,-, een tweede van 75,-, een derde
van 50,-, een vierde van 25,- tien van 10,- en
vijftig van 5,- beschikbaar, waarnaar alleen
abonnees kunnen mededingen.
In totaal is dus 600,- aan prijzen beschikbaar voor
64 goede oplossingen.
i 15)
De hand, die Nunham hem bood, druk-
te hij krachtig. Ze hadden beiden van
het eerste ogenblik sympathie voor
elkaar opgevat. Op dat ogenblik kwam
John Nicol voorbij.
„Kom hier, bottelier", riep Aitken,
I „hier is onze nieuwe luitenant."
Hij stelde hen beiden aan elkaar voor.
Nunham was voldoende bekend met
de werkzaamheden en de plichten
g van een bottelier.
E „De „Julian" is binnen vier dagen
reisvaardig", verklaarde Aitken. „We
E hebben geluk gehad, dat wil zeggen",
voegde hij er nadrukkelijk aan toe,
E „geluk door het ongeluk van een he-
E leboel meisjes. De koninklijke rege-
S ring heeft de graafschappen door de
rechters laten doorzoeken op meisjes
van onbehoorlijk gedrag. Daarginds
H staat de laatste groep honderden-
twee meisjes er zijn er maar vier
bij die uit Londen komen."
Ze keken alle drie in dee aangewezen
S richting. De barkas was juist bezig
de meisjes in te laden. Het was een
E lastige onderneming. De beklagens-
S waardige wezens moesten met hun
5 ketens over een smalle loopplank lo-
pen. Velen struikelden en klemden
S zich angstig gillend aan de plank vast.
De constabel vloekte en brulde.
„Zo'n vervloekte constabel!" schold
E de kapitein. „Wat heeft zo'n man er
E aan, de meisjes over de plank te
drijven. Maar hij vindt het leuk als
ze gillen van angst, als ze struikelen
s of in het water vallen." Hij wierp
'n onderzoekende blik op Nunham.
„Wel, luitenant Smasbury", zei hij,
5 „u hebt zeker wel gehoord, dat ik het
met uw voorganger niet helemaal
E eens was over de behandeling van de
S meisjes, en u weet waarschijnlijk al,
wat voor 'n slechte naam ik in Lon-
S den heb gekregen. Ze schelden me
uit voor een humane idioot. Maar ik
kan er niets aan doen. Ik vind dat
de mens al genoeg gestraft isdoor-
dat hij geboren werd."
Nunham lachte. „In dit opzicht zul
len we wel met elkaar kunnen opschie
ten, kapitein. Ik heb, wat dat betreft,
dezelfde opvatting."
De kapitein knikte: „Sir John Swin-
burn heeft me veel over u verteld.
U hebt toch de menselijkheid aan zijn
bronnen bestudeerd, in Frankrijk, bij
de beroemde heer Voltaire en de ge
leerde heer d'Alembert?"
Nunham keek verlegen over de bar
kas. Er klopte iets niet in de bewe
ringen van Smasbury. Voltaire? d'A
lembert? Frankrijk? Wat waren dat
voor onbekende namen in het leven
van de heer Smasbury?
„U hoeft niet verlegen te worden",
zei Aitken. „Sir John heeft veel met
u op, ondanks uw moeder. Laatst
heeft hij tamelijk lang en uitvoerig
met me over u gesproken en hij zei,
dat hij een eervolle opdracht voor u
zou hebben, als u van de reis met de
„Julian" terug bent."
Nunham lachte: „Wel dat heeft im
mers nog meer dan een jaar de tijd".
Nicol had met grote aandacht geluis
terd. De barkas had zich net van de
kant losgemaakt en kwam nu lang
zaam naar de „Lady Julian".
„Allemaal ketenen, allemaal kete
nen. We zullen vanmorgen heel wat
te doen krijgen, luitenant. Als u me
toestaat, neem ik nu de meisjes ge
lijk in ontvangst. Nunham knikte:
„Dat doet me genoegen. Ik moet me
immers eerst een beetje in laten wij
den in mijn werk".
„Ik denk dat de bottelier u, zoveel
als u dat wenst, wel behulpzaam zal
zijn. Hij heeft de ordedienst en het
toezicht. Maar u kunt alles zo inrich
ten als u het wenst, luitenant Smas
bury."
Maar Smasbury verklaarde zich er
akkoord mee, dat alles zo bleef als
kapitein Aitken het geregeld had.
De barkas legde aan en de consta
bel kwam de valreep oplopen, met
een heleboel processtukken onder zijn
arm. Nicol wendde zich tot luitenant
Smasbury: „We moeten nu in Londen
nog een klerk op zien te scharrelen.
De processtukken moeten, voor we
in Port Jackson komen, allemaal
overschreven zijn. De kopieën moeten
we weer naar Londen terugbrengen"
„Zorgt u voor de klerk?" vroeg
Nunham.
„Ik zal het proberen, luitenant,
maar het zal heel lastig zijn. Iemand
die matroos is, kan geen klerk zijn,
en iemand die klerk is, wil geen ma- e
troos zijn. Laat de meisjes maar bo- j|
ven komen", zei hij tot de constabel. s
„Naar boven!" brulde de constabel, e
„en vlug, anders vallen er klappen!" g
Nicol rende naar de valreep. Het
scheelde weinig, of hij had de consta-
bel over boord gegooid. „Hou je bek!" j|
riep hij, „alleen wij hebben hier op
het schip te bevelen. Straks breken
die meisjes hun benen nog, en dan e
kunnen wij ze tot hun dood verple- j|
gen. Doe maar langzaam aan", riep n
hij naar beneden, „geen haast, jullie s
kunnen allemaal mee."
De kapitein liet Nunham zijn hut
zien. „We hebben het hier heel gezel- g
lig", zei Aitken. Een man droeg Nun-
ham's koffer achter hen aan. „We wo- e
nen met zijn zessen op het achter- E
dek, dokter Holborn, de scheepsarts
die komt pas zaterdag de bot- 5
telier Perkings, de eerste stuurman,
samen met de tweede, Jerry Haw- g
kins, en u en ik."
„Aardig", zei Nunham.
„Nietwaar?" riep Aitken blij. „De
koninklijke regering heeft heel wat g
kosten gehad om me de reis met de-
ze lading aangenaam te kunnen ma- e
ken. Dan moest u het benedendek E
eens zien! Een smerig laadruim heb g
ik in een slaapzaal veranderd, met e
een nieuwe vloer van hardhout en g
groter gemaakte, maar natuurlijk g
getraliede vensters in de scheepswan- s
den. Dat heeft de koninklijke rege- e
ring allemaal moeten betalen."
HOOFDSTUK X
De man, die Nunham naar het logies e
van luitenant Smasbury gestuurd had
om diens koffer te halen, stond voor 5
College Hill 7, nam een sleutel uit e
zijn zak en opende de deur.
College Hill 7 was temidden van de
tuinen gelgen en de huizen stonden e
niet dicht bij elkaar. Er gingen maar g
weinig mensen door deze straat, en
'snachts moest het er heel donker
zijn, want de enige lantaarn stond g
bij de kruising van Cloak Lane.
De man had de deur geopend, als-
of hij in het huis thuishoorde. Maar e
zodra hij in de gang stond, bleef hij g
stilstaan om te luisteren. Hij had de n
huisdeur half open laten staan, alsof e
hij van plan was er ieder ogenblik g
weer uit te springen. Hij duwde de
rechterdeur open. Het verjrek was leeg
er waren alleen wat kisten en zakken, e
die langs de muren waren opgesta- g
peld. Toen liep hij voorzichtig ver-
der door de gang en wierp een blik g
in de keuken. Ook de keuken was g
leeg. Daarnaast was het kelderluik, g
De man keek naar het kelderluik en e
schoof -rer toen plotseling een zware g
kist op, die ernaast stond. Toen luis-
terde hij weer in, gespannen en sloop g
naar boven. Daar waren maar twee e
kamers, die elegant waren ingericht, E
een slaapkamer en een woonkamer.
Beide schenen sinds lange tijd niet e
opgeruimd en er was niemand. De e
man sprong in enkele stappen de E
trap weer af en sloot de huisdeur aan E
de binnenkant. De sleutel liet hij in g
het slot steken. E
Opeens scheen hij over veel tijd te e
beschikken. Hij iep terug naar de p
keuken en nam uit de kast, brood, s
boter, ham en een bus biscuits, pak- e
te alles in een kist en zette die voor p
in de gang. E
Toen ging hij weer naar boven, naar
de woonkamer, waar een koffer stond, e
Hij maakte hem open en scheen p
er verscheidene dingen in te zoeken.
Maar hij nam er alleen maar twee s
stel ondergoed uit en een doosje, dat p
scneergerei bevatte, het ondergoed en p
andere kleinigheden en deed ze in de e
kist. In de kamer naast de gang e
stootte hij van binnen uit de venster- p
luiken open, keek rechts en links de p
straat af, sloot ze toen weer, cme->de E
daarna haastig de huisdeur, zette de p
koffer en het kistje op straat en draai- p
de zorgvuldig tweemaal de sleutel om. e
Toen liep hij langzaam met de kof- E
fer en de kist College Hill af in de p
richting van Old Swan. e
Aan de oever stond hij een tijdje g
na te denken, maar tenslotte ging p
hij de herberg binnen, die daar op de p
hoek stond, ging zitten en bestelde een e
glas port. De waard scheen niet erg E
veel vertrouwen in hem te stellen, p
want hij had hem al de hele morgen e
op de hoek van Old Swan zien rond- e
hangen. g
(Wordt vervolgd)
(Van onze correspondent)
WASHINGTON. Wil men Amerika op zijn slechtst zien, dan moet men
bij Los Angeles het bekende kerkhof en mausoleum bezoeken dat Forest
Lawn heet. In een reclameboek wordt dit kerkhof genoemd: „de eerste trede
naar de hemel". De sfeer die hier tot uiting komt een sfeer van halfzacht
fondant en harde commercialiteit is helaas ook één van de aspecten van
de Amerikaanse maatschappij. Mijn reportage daarover zal sommigen mis
schien wat cru aandoen. Het is niet grof bedoeld, alleen maar eerlijk.
EEN KERKHOF kan mooi (zijn. Op
een wandeltocht in de bergen ten Wes
ten van Washington bijvoorbeeld, komt
men soms langs een oude, verlaten
boerenbegraafplaats. Het hek hangt
scheef en het gras schiet hoog op tus
sen de met mos bedekte grafstenen.
Sommige namen zijn nog te ontcijferen
en het blijkt dat men daar omstreeks
1920 voor het laatst begraven heeft.
Nog maar kort geleden eigenlijk en nu
reeds ziet men zo overduidelijk hoe
vergankelijk zelfs de kentekens zijn,
die de mens achterlaat: „gelijk een
bloem des velds" zegt de Bijbel.
Maar dr. Hubert Eaton, stichter van
Forest Lawn en inmiddels ook van drie
„filialen" in deze streek, lijkt voor de
eeuwigheid te bouwen. „Moderne con
structie, die bestand is tegen* aardbe
vingen" zegt hij in een van zijn recla
mefolders. Waar is Eaton doctor in?
Misschien in de lijmkunde, misschien
in de fondant-chemie, maar van econo
mie schijnt hij ook verstand te hebben.
Ik zal veel citejren uit de grafschrif
ten, die ik ter plaatse Tieb gezien. Zij
waren vrijwel alle gebeiteld in mar
mer. Want minder kan het al niet en
het doet zoveel plechtiger en overtui
gender aan dan ordinaire reclame
borden
EéN GROTE marmeren plaat draagt
het opschrift „De Reden". Daar wordt
betoogd, dat alle diensten in Forest
Lawn „economisch gecentraliseerd"
zijn: afleggen, begraven of cremeren,
bloemen enzovoort. De beitelaar ver
volgt dan: „Daarom heeft uw dollar
meer koopkracht in Forest Lawn dan
in enige instelling van deze soort."
Bovendien wordt betoogd, dat „de ón
derneming er niet op uit is om winst te
maken." Dat klinkt, zacht gezegd, on
waarschijnlijk, want dit is zonder twij
fel big business.
Eén goed ding kan ik over Forest
Lawn beslist zeggen: het terrein na
bij Hollywood is prachtig. Groene
heuvels met vrij zwaar geboomte.
Advertentie'
Huidzuiverheid-Huidgezondheid
Voeien en oksels fris door Purol-poeder.
De veronderstelling dat het aanhoudende
lawaai in fabrieken het ontstaan van hoge
bloeddruk, suikerziekte en andere ziekten
kan veroorzaken en zelfs kan leiden tot
geestesaandoeningen, heeft de Amerikaan
se medicus, dr. Aram Glorig, aanleiding
gegeven een speciale studie van dit onder
werp te maken, zo meldt USIS.
Dr. Glorig's studie heeft uitgewezen, dat
niets er op wijst dat lawaai enige invloed,
heeft op de gezondheid, behalve dan een
vermindering van het gehoor. Zijn onder
zoek heeft zich echter uitsluitend uitge
strekt tot het lawaai dat in fabrieken
wordt veroorzaakt. Hij kan daarom niets
zeggen over de gevolgen, van lawaai dat
met grote energie gepaard gaat, zoals bij
voorbeeld dat wat veroorzaakt wordt door
straalvliegtuigen, want dit onderzoek is
nog niet afgesloten.
Volgens deze deskundige hangt het ge-
hoorverlies af van de intensiteit en het
trillingsgetal van het geluid. Hij merkt in
dit verband op dat het gehoorverlies bij
het ouder worden ongeveer 15 decibel be
draagt en dit verlies kan zonder ernstige
schade voor het vermogen om gesprek
ken te voeren worden geleden.
Overal hangt een geur van bloemen en
dennen. Op die heuvels staan echter
kolossale, kerkachtige beton gebouwen,
o.a. een reuze-mausoleum, waarin de
as van duizenden kan worden bewaard.
Voorts zijn er allerlei kapelletjes en
niet te vergeten een enorme betonnen
„doos" waarbinnen men heeft opge
steld ,,'s wereld^ grootste religieuze
schilderij". U begrijpt: daar is Rem-
brandts nachtwacht niets bij. Die enor
me schildering van Jan Styka beeldt de
kruisiging uit juist vóór het moment
waarop de beulen hun werk zullen be
ginnen. „Het schilderij", zo zegt een
zalvende stem door een luidspreker, „is
twintig verdiepingen hoog.als men
het op zijn kant zet." Ik had er nooit
aan gedacht, maar de Afsluitdijk .is
wel dertig kilometer hoog als men hem
overeind zet
TWINTIG MINUTEN lang praat die
met wonderolie gesmeerde mechani
sche stem over dit Cinerama-schilderij.
Een geprojecteerd pijltje wijst de figu
ren aan, waarop de spreker de aan
dacht wil vestigen en muziek (natuur
lijk van ,,'s werelds grootste compo
nisten") tracht de sfeer nog te verster
ken. Toen, na 20 minuten, onder klok
gelui, het gordijn zich sloot voor het
reuzen-schilderij, was het een ogenblik
doodstil. „Let's go!", zei opeens een
jongetje van zes jaar. Ik hoop, dat hij
zo zal blijven reageren bij dergelijke
gelegenheden.
Gebouwen en tuinen staan stampvol
met ,,'s werelds grootste kunstwerken".
Dr. Eaton zpu zich bijvoorbeeld scha
men als hij geen kopieën kon tonen
van vrijwel alle beroemde beelden van
Michel Angelo. Maar ook toont hij voor
keur voor afbeeldingen van zoetige
schoonheid, zachtere vormen en met
décolleté's die zelfs in Hollywood niet
meer door de beugel zouden kunnen.
Forest Lawn is rijkelijk overgoten
met een zware melodramatische room
saus. In het mausoleum toont men om
het uur bijvoorbeeld een gebrandschil
derd rafim, dat een vrije copie is van
Leonardo's „Laatste Avondmaal!'. In
1924 (ik citeer weer een tedere luid-
sprekerstem) zag dr. Eaton, dat de be
noemde muurschildering in Milaan ver
loren dreigde te gaan. „Er is één ma
nier om het schilderij te behouden!"
riep hij uit. Hij kende namelijk een
meisje in Perugia, dat nog de kunst
verstond, gebrandschilderd glas te ma
ken. Zij bleek bereid, de Amerikaanse
doctor te helpen door een kopie te fa
briceren van Da Vinci's meesterwerk.
Maar welk een spanning moesten dat
meisje en de doctor nog doorstaan!
„De figuur van Judas brak vijf keer in
stukken bij het bakken. Het leek wel
of de duivel er mee speelde." Maar,
hallelujah! de zesde '-eer bleef Ju
das heel
DE GECREMEERDEN krijgen hun
plaats in het mausoleum, maar op de
glooiende heuvels is nog steeds ruimte
voor een traditionele begrafenis. De
graven worden aangeduid net vlaklig-
gende, bronzen naamplaten. Dat komt
het tuinlandschap ten goede en verge
makkelijkt het machinale grasmaaien.
De verschillende gedeelten hebben
ter oriëntatie liefelijke namen zoals
„Sluimerland", „Rusthaven", „Zonsop
gang-helling" en „Babyland".
Ach, ik weet het wel. Velen die hier
hun dierbare doden begraven, doen nog
een laatste poging om zo lief en goed
mogelijk voor hen te zijn. Hun smaak
en dat kunnen zij nauwelijks helpen
is hun ingegoten door stroperige ad
vertenties en bombastische films. Dat
„Een eerlijk zeemansgraf" of een kuil,
die een tanige doodgraver maakt,
nobeler zijn, kunnen zij niet meer be
grijpen.
Met de doodgravers wil ik eindigen,
want zij hebben in Forest Lawn de
diepste indruk op mij gemaakt. Ik liep
\a//z
daar rond tegen de avond. De zon stond
al laag, maar op diverse plaatsen ston
den nog doodkisten onder een zeil. Men
begraaft namelijk niet, waar familie en
vrienden bij zijn. Die kisten moesten
dus omtrent de avondschemering wor
den weggewerkt: spitsuur voor de
doodgravers. En daar kwamen zij aan:
een ploeg bouwvakarbeiders met gele
helmen op. Zij reden op twee machi
nes: >de eerste een graafwerktuig dat
met reuzehappen snel een graf dolf;
de tweede een kiep-auto, die de happen
tijdelijk opving en de aarde weer
terugstortte in de kuil, odra de kist
was neergelaten. Het was in een om
mezien gebeurd. En reeds naderde een
ander vehikel. Weer mannen met hel
men. Deze machine was voorzien van
een motorische stamper en na enige
minuten van energiek gedreun was de
grond weer volkomen vlak en kon er
een grasmatje over uitgespreid wor
den
's AVONDS bezocht ik vrienden,
die weieens een begrafenis op dat
terrein hadden bijgewoond. Er was
een dienst geweest in een van de
kerkjes het venster stond open en
men zag de groene dennen en Cali
fornia's blauwe lucht. Plotseling be
gon er een vogel prachtig te zingen.
Het was te mooi om waar te zijn. En
het was ook niet waar. Het was een
grammofoonplaat.
Op pagina 8 vindt u de tweede aflevering van de prijsvraag voor de
feestdagen, waarvan de eerste is opgenomen in de krant van afgelopen
zaterdag. De prijsvraag wordt gepubliceerd in drie afleveringen, waarvan
de laatse na de kerstdagen in de krant zal verschijnen. Het geheel bestaat
uit drie pagina's met willekeurig genummerde foto's, tezamen 48 afbeel
dingen vormend. Deze 48 afbeeldingen hebben betrekking op een spreek
woord van 48 letters, dat wordt gevormd uit de beginletters van de
48-.dingen~of begrippen, die door de foto's worden uitgebeeld. Het gaat er
dus om uit te vinden wat de foto's voorstellen.
Men moet er natuurlijk rekening mee houden, dat één voorwerp, dat in
een foto wordt uitgebeeld, met verschillende benamingen zou kunnen
worden aangeduid. Dat is belangrijk, omdat het om de eerste letter van
die aanduiding gaat. Wanneer er bijvoorbeeld een aardbei zou zijn af
gebeeld, zou het bedoelde woord „aardbei" maar ook „vrucht" kunnen zijn,
zodat de letter „A" of de letter „V" is bedoeld.
Uiteraard hebben we de foto's niet te gemakkelijk gemaakt. Enkele zult
u ongetwijfeld snel herkennen, maar de herkenning van andere zal
zeker heel wat hoofdbrekens kosten.
Nu bent u er bepaald niet, wanneer u als oplossing alleen het spreek
woord inzendt. Want dan zou de opgave wel erg makkelijk zijn. Wanneer
u bijvoorbeeld 30 foto's zoudt hebben herkend, en dus dertig letters (op
de juiste plaats volgens de nummering) van het spreekwoord van 48 letters
zoudt hebben gevonden, dan laat dit spreekwoord zich gemakkelijk vinden.
Terwijl u dan 18 foto's nog niet zoudt hebben „thuisgebracht".
U dient dus alle foto's te herkennen en uw oplossing dient te bestaan uit
de genummerde opgave van alle foto's, waarvan de beginletters tezamen
het gevraagde spreekwoord opleveren.
Oplossingen in gesloten enveloppe, voorzien van naam en adres van de
inzender, dienen voor maandag 14 januari a.s. te 12 uur v.m. in het bezit
te zijn van de redactie. Op de enveloppe vermelden: „Kerstprijsvraag".
Tenslotte: genoeglijke ontspanning en veel succes.
——finrrnmrnnnnnnnnnfinfinnnfinnn.iiififui
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
17. „Zie je wel... ik dacht het wel," zei neef Boor
devol. „We komen hier niet levend vandaan." „Een
nieuw monster," riep tante Patent. „Een soort spook
dier. En ik dacht nogal dat het een uiterst moderne
zitbank was. Zouden er dan op heel Saturnus geen
beschaafde lieden wonen? Grijp dié boom vast, neef.
Dit is onze kans." Ze grepen zich stevig vast aan
een tak waar het spookdier onder doorliep. „Wel
daar hangen we nu," zei tante. „En dan te denken
dat ik alleen maar eventjes de neuskegel van de
Ruimtevaarder wou bezichtigen. En dan te denken
dat mijn bruine bonen thuis nog op een pitje staan.
Ze zijn stellig aangebrand..."
CW. MA»TIN TOONW*
SS-".?
53. „Foei manneke!" riep Joris, terwijl hij de handel
vlug in de oorspronkelijke stand terugdrukte, „ge moogt
niet overal met uw vingertjes aanzitten. Zie nu toch,
wat ge gedaan hebt!" En hij keek zorgelijk naar de
met goud en modder gevulde politiemotor, die hen ach
tervolgde. „Net goed," zei Panda vinnig, „nu weet de
politie tenminste, dat het gestolen goud in deze zuig-
wagen zit! Je kunt het nu lekker niet meer verbergen!"
„Toch wel, toch wel," sprak de heer Golderop opge
ruimd, „ik weet een plekje waar de buit veilig is. Daar
gaan we nu op af. Is het niet heerlijk spannend?"
„O, wat bent u slecht, meneer Golderop!" riep Panda
verontwaardigd, „u werkt zelf bij een bank, dus moet
u weten.„Stil even, manneke," viel Joris hem in
de rede, „ik wil graag even van meneer Golderop
horen, waar dat veilige plekje is." „In mijn eigen bank
natuurlijk," antwoordde de heer Golderop opgetogen,
„in mijn eigen Bikkeldammer Bankl"