390.- E Op een boerderij 19 eeuwen geleden in het duinland van Velsen-Noord AUTOFINANCIERING échte borrel voor hem klaar... wees gezellig - neem 'n échte borrel..^ PERSIANER-PA TTES s PERSIANER-PATTES MANTEL AEg. Vloerenbedrijf „UNICUM" Zoals men de man aan zijn kleren kent In dit dagblad VKuüAG 28 DECEMBER 1962 7 Potten met gaten Natuursteen Glas en metaal Lood om oud ijzer Houten voorwerpen Kotter in moeilijkheden LUXE VERHUUR zonder chauffeur RENAULTS DAUPHINE OPELS REKORD H. POST Frans Halsstraat 13 - Tel. 7565 H. J. Calkoen Een modieuze lange bontmantel voor een bijzonder lage prijs I (In bruin en zwart) FRANS VAN DAALEN Straks komt hij thuis van zijn werk. Dan begint de dag voor hen samen. En natuurlijk begint die feestelijk... met een échte borrel. Een vrouw beseft, dat haar man die verdiend heeft en ook zijzelf geniet van dat half uurtje ontspanning. Daarom zet zij nü de glazen vast klaar. Soms gaan zij 's avonds nog een eindje om. Dan zal haar man, van zijn kant, haar onthalen op die gezelligheidsdrank-bij uitstek... een échte borrel. OUDE GE NEVER - JONGE jE NEVER - BRANDEWIJN - CITROEN Het is wonderlijk 'om te bedenken, dat er hier al mensen woonden toen de ster straalde boven Bethlehem, mensen die wij met een gerust hart Velsenaren rnogen noemen, omdat de naam Fèlison volgens geleerde naamkundigen prae- historisch is. Rondom de onlangs aan het licht gekomen boerderij op het Hoog oventerrein, die er zeker nog in de eerste eeuw na Chr. stond, maar die misschien ouder van aanleg is, zijn in de laatste maanden allerlei dingen gevonden, die ons iets vertellen kunnen over het dagelijks leven der bewoners. Aarden vaas en rond kookpotje. Opvallend veel stukken vaatwerk kwa men en komen nog steeds tevoorschijn, duizenden grote en kleine scherven van zacht gebakken klei, rossig, lichtgeel, grijs en zwart. Het moet haast wel zó zijn, dat de vrouwen elke week een „pottebakkers- dag" hadden, waarbij de voorraad werd aangevuld en de gebroken stukken ver dwenen in greppels en afvalkuilen. Het is dan ook niet verwonderlijk om op meer dan één plaats voorraden ongebruikte klei aan te treffen en mogelijk hebben com pacte houtskoolplekken iets te maken met het bakproces. Een draaischijf kende men niet en evenmin goede ovens, zoals de Romeinen die gebruikten. Maar ondanks dit primitieve procédé, is het bewonderingswaardig, hoe men kans zag grote, dunwandige voorraadsvaten te maken, naast allerlei kleiner vaatwerk, zo als kookpotten en een enkele kom of bak; kannen werden niet vervaardigd. De vor men zijn steeds eenvoudig en doelmatig en de versiering beperkt zich tot de rand, die soms is gekarteld met vingertopindruk- ken, dan weer gekerfd met nagels of met een stokje. Wat opvalt is, dat bij kleine, plaatselijke verschillen, toch de „stijl" van dit Friese aardewerk over de gehele linie herken baar blijft. Het is typisch vaatwerk van kleigrondbewoners, ook al zaten die. dan hier op de zandgronden. Soms is de on derste helft van een kookpot „besmeten", dit is opzettelijk ruw gemaakt met ribbels en reliefplekken; verondersteld wordt, dat dit diende om het oppervlak te vergroten, waardoor de warmte langer werd vastge houden. Het is aardig om te zien, hoe soms aan de rand van zo'n pot de over gekookte etensresten zijn vastgekorst; mi croscopisch onderzoek zou hier nog heel wat kunnen vertellen over het menu! Volgens onderzoekingen van prof. Van Giffen, at men bij voorkeur een dikke brei van melk, meel, vlees en wat groente. Ook tarwe- en gerstekoeken werden gebakken, terwijl uit vlaszaad (dat wij. terplaatse vonden) olie werd geperst, zowel voor con sumptie als voor -'erlichting. Opvallend was de grote hoeveelheid speelschijfjes, uit de wand van een pot gesneden, die wij bij onze boerderij vonden. Het waren er meer dan twintig, wat een onzer opgra vers de opmerking ontlokte, dat wij hier stellig met een speelhol te maken hadden! Tot de uitzonderlijke vondsten behoren een drietal potten, waarin men vóór het bakken zorgvuldig een rond gat heeft aan gebracht, met een doorsnee van 1 cm. Dit is bijvoorbeeld het geval met de slanke „vaas" op onze afbeelding, die met zijn smalle voet en een middenin de bodem een type vertoont dat geheel afwijkt van het normale. Waarschijnlijk werd dit stuk, dat wij uit de scherven konden reconstrueren, als een soort trechter gebruikt, staande in de wij de opening van een andere pot. Maar. wij vonden hem aan de rand van het erf. waar dit met een lauwe helling afliep in een vrij brede sloot. Mogelijk dus heeft men er water in geschept en daarbij de vinger op het gat gehouden? „De kruik gaat zolang tewater tot hij breekt." Wel nu, hij is bezweken en men heeft hem terplaatse laten liggen, niet vermoedend hoe snuffelaars van haast tweeduizend jaar later hem voorzichtig zouden opgra ven. Een tweede potfragment vertoont een keurig gat vlak onder dé rand. Dit type is eveneens bekend uit de Friese terpen; recht ertegenover bevond zich nog zo'n gat, men kon er een stok door steken en hem zo optillen van het vuur. Een derde gat, nu in de zijwand van een pot (of kom?) vlak boven de bodem, verschaft ons meer kopzorg. Mogelijk zijn er meer van dergelijke gaten geweest en dan kunnen wij te doen hebben met een vorm om kaas in te maken. Het is een beetje te gewaagd om hier te denken aan een „zielegat", zoals wij dit kennen bij enige eeuwen oudere urnen; de as van de gecremeerde dode werd hier in verzameld en.de ziel van de overlede ne moest kunnen ontsnappen naar betere gewesten. Maar, crematies hebben wij tot nu toe niet gevonden. Naast de slanke trechterpot staat op onze afbeelding een gezellig, rond kookpotje, zoals er vele aan het licht kwamen. De kleur varieert van grijs tot diep zwart. Het behoort tot het „gesmoorde" aardewerk. Door de brand- greppel af te dekken met zoden en de rook van natte takken erin toe te laten, ont stond op de pot een neerslag van fijne kooldeeltjes, die zich later fraai liet po lijsten. Herhaaldelijk vinden wij ronde grind- keien, die in de duinen niet thuis horen; ongetwijfeld hebben vele ervan gediend, om het nog weke aardewerk glad te ma ken. Vaak zijn, vooral aan de binnenzijde sporen hiervan zichtbaar. Zou het toeval lig zijn, dat juist bij houtskoolplekken stukgeslagen vuursteen meermalen wordt aangetroffen? Maar de meest spectaculaire vondst op dit gebied was een groot, langwerpig stuk grijze steen, rechthoekig in doorsnede en naar schatting minstens tien kilogram zwaar! Het lag op de hoek van het erf, vlak bij de sloot die dit aan de noordzijde begrensde. Het is verleidelijk om hier aan een grenspaal te denkei). Hoeveel moeite heeft men ervoor over gehad, om deze steen hier naartoe te sjou wen; de meest nabije plaats van her komst is het Gooi aan dergelijke grens palen werd in oude tijden grote betekenis gehecht, zelfs zózeer, dat zij als heilig werden beschouwd. Bekend is, hoe nog in de Middeleeuwen op de hoek van een ak ker een heiligenbeeldje werd geplaatst. Maar natuurlijk kunnen wij deze steen ook op een heel wat nuchterder manier verklaren: de vrouwen die hun wasgoed reinigden in de sloot, kunnen hem gebruikt hebben om hun kledingstukken verder schoon te kloppen. De gevonden stukjes glas zijn alle van Romeinse oorsprong en vergelijkbaar met die, welke bij de Velsertunnel voor de dag kwamen. Er is een heldergroen fragment bij, een stuk van een fles die in een hou ten vorm moet zijn vervaardigd, een rand van een kommetje met ingeslepen gleuf en een prachtig stuk licht- en donkerblauw geaderd millefiore-glas, deel van een nb- belkom in Noord-Italië gemaakt. Je wrijft wel even je ogen uit, als je dit onder het duinzapó vandaan haal.U.„, - Van de '22 metaalvondsten zijn er ëen drietal hierbij afgebegld. Eeji overzicht van het géheel "leidt tót' intéressante con clusies. Van bronzen mantelspelden (fibu lae) vonden wij maar liefst zes stuks, vier van het eenvoudige (Romeinse) „soi- datentype" en nog twee andere. Zij horen alle thuis in de eerste eeuwen, zijn ver- Houten boemerang en katapult. vaardigd in werkplaatsen, die contact on- hielden met de Romeinen. Niet in één werkplaats, want analyse van het metaal heeft uitgemaakt, dat dit bij alle van ver schillende samenstelling is. Naast vrijwel zuiver roodkoper, komt brons voor en ook messing. De hierbij getoonde speld is een echte voorloper van onze veiligheidsspeld, die echter al minstens duizend jaar in ve lerlei vormen en variaties bestond. Dit exemplaar kwam glanzend als goud en geheel gaaf onder de veenlaag van daan. Hij is uit één stuk koper vervaar digd, de veer is nog intact en je kunt hem zó opsteken! Dergelijke fibulae wer den gebruikt om de kleding bij de schou der vast te steken. Verder zijn er stukjes gereedschap van brons of messing: een haak, het handvat van een beiteltje en het blad van een schaar. Wie weet, welke schone Velserin daarmee eens haar blon de haarstreng heeft afgeknipt. De rossig- blonde vlechten waren bij de Romeinen zeer in tel en de donkerharige dames uit Rome tooiden zich er gaarne mee! Geestig is het afgebeelde gespje, dat met zijn klinknagel zo modern aandoet. Het riempje dat er eens aan vast zat, was nog flauw als een donker spoor in het zand zichtbaar. Ook van een grotere gordelgesp werd de fraai bewerkte naald gevonden. Maar ech te bronzen naalden behoorden tot het ge bruiksgoed van de vrouw. Een drietal er van zijn gevonden. Van 8 tot 10 cm. lang met scherpe punt en in het verdikte eind een langwerpig oog, waar zeer goed een wollen draad doorheen kan worden gesto ken. Wij denken hierbij even aan de vele spinklosjes', de verzwaringen der weefge touwen en de schapebotten. Een lange, bronzen haarnaald met ronde knop en versiering van ingegrifte streep jes hoort ook in deze categorie thuis; even als een platte schakel met twee gaatjes (en een barnstenen kraal), onderdelen van een halssieraad. Maar haast aandoenlijk is het goudkleurige vingerringetje, ge maakt uit een puntige strip metaal, waar van de einden om elkaar heen zijn gesla gen. Was dit simpele dingetje eens het eigendom van een kind? Tot de zeldzame vondsten behoren drie stukken lood: 't afgebeelde gewicht weegt 48 gram: er komen kleine kerfjes op voor, maar of deze enige betekenis hebben? Een groter stuk, onregelmatiger van vorm. min of meer driehoekig, weegt precies het dub bele. 96 gram. Een loden strip schijnt on afgewerkt. Temidden hiervan deden wij onze enige "ïjzervoftdst, e&h langwerpig, hier en daar iets gebogen voorwerp, rechthoekig in doorsnee. Misschien is het de steel van een schuifsleutel, maar het kan ook zijn, dat de smid halverwege de produktie is blijven steken. Bekend is, dat onze 1ste eeuwse Velsenaren al de kunst verstonden om uit ijzeroer door verhitting in oventjes een sponsachtig halffabrikaat te maken, waaruit door gloeien en hameren bruik baar ijzer ontstond. IJzerslakken komen in deze cultuurlaag meermalen voor.. Toch is het onjuist, om hier te spreken van pri mitieve hoogoventjes, want om ijzer wer kelijk te smelten waren de bereikbare temperaturen te laag. Als bijzondere vondst willen wij nog even een dertig centimeter lang stuk walvisbot noemen, het eind van de linkeronderkaak van een ongeveer 10 m. lang dier. Het is aan één zijde keurig glad afgezaagd en vertoont verder nog vele ondiepe zaagsne den. Mogelijk vervaardigde men uit de harde buitenkorst kleine gebruiksvoorwer pen. Het moet aan het strand zijn opge raapt. Zoals reeds eerder werd gemeld, ligt vrij diep onder de 1ste eeuwse cultuurlaag een nog oudere laag, die op ongeveer 500 vóór Chr. kan worden gedateerd. Hij rust op een compacte veenlaag, waarin overblijf selen van drijvende waterplanten voor komen. Genoemde cultuurlaag vertoont sporen van akkerbewerking en bevat hier en daar slechts een scherf van aardewerk, dat afwijkt van het hoger gelegene, maar dat langs de hele Noordzeekust in de vóór christelijke ijzertijd wordt aangetroffen. Tot nu toe kon slechts een gering deel onderzocht worden, maar tot de belangrijk ste vondsten behoren enkele houten voor werpen, door mensen bewerkt. Twee daar van treft u aan op onze afbeelding. Bo venaan de „boemerang", die bijna een hal ve meter lang is. De bovenkant is bol, de onderkant plat en de zijkanten en ein den zijn met zorg bijgesneden. Kleine in deukingen een beide uiteinden doen ver moeden, dat men eerst met een pees het stuk hout in de gewenste vorm heeft ge bogen en het daarna, natgemaakt en ver hit boven een vuur, verder heeft afge werkt. Van dit zeer breekbare voorwerp wordt thans een nauwkeurig model ver vaardigd. Op deze wijze zal het blijken of hij „werkt", d.i. of hij zich draaiend door de lucht beweegt en misschien bij de wer per terugkeert. Wij kennen boemerangs uit Australië, maar nagenoeg niet uit Euro pa. Wel staan zij afgebeeld op grotten- schilderingen uit de oude steentijd. Prof. Clark in Cambridge de man die beschouwd wordt als de deskundige bij uit stek op het gebied van antieke, houten wapens was zeer enthousiast over deze vondst. Hij schrijft ons, dat hij maar één vergelijkbaar exemplaar kent, een vondst gedaan in Denemarken in een laag die uit ongeveer 3000 vóór Chr. stamt. Naar zijn mening moeten er ook later nog zijn ge bruikt, maar daaraan is dan door de vin ders niet voldoende aandacht besteed. On ze tweede afbeelding: een gevorkte stok, is aan de onderzijde scherp afgesneden; mogelijk was deze mik in gebruik als ka- Tijdens de visserij heeft de Schevening- se kotter Barracuda in de afgelopen nacht het net in de schroef, gekregen. Hierdoor geraakte het vaartuig stuurloos. De sleep boot „Titan" van N.V. Bureau Wijsmuller heeft hedenmorgen omstreeks half acht vast gemaakt. De sleep is vanmorgen in IJmuiden aangekomen. De SCH. 14 is eigendom van de firma Gebroeders Mo lenkamp. Het schip is in 1913 gebouwd en was de vroegere ARN. 15. BURGERLIJKE STAND VAN HEEMSKERK GEBOREN: Elisabeth, d. van W. Post en J. Dijkstra; Francina, d. van L. Overdorp en J.E. Nietfeld; Ralf, z. van A. J. Wegges- ser en L. Schwabe; Johanna M„ d. van P. N. Limmen en J. E. Duin; Stanley, z. van E. G. Meles en G. F. Horst; Catharina N„ d. van N. J. Straatman en C. M. B. Dol; Cor nells J., z. van I. L. Takacs en P. J. W. Boe ree; Wilhelmina B. A., d. van P. O. Genee en A. A. C. Lek; Margaretha A. M., d. van P. Sinnige en A. J. H. Schouws; Maria J. L. B., d. van J. J. M. Dam en M. A. J. Kaandorp; Henderikus J„ z. van C. Schoo- nenberg en A. M. Helmerhorst; Ilse, d., van P. N. Smit en W. van Calsbeek; Sylvia M. G„ d. van F. Bekker en M. G. Rens; Ber- nardus G., z. van C. B. Bosland en C. P. Nielen; Lucia M. M., d. van R. Krastel en V. M. Soeterik; Nicolette A. M. J„ d. van G. J. Mulder en J. M. Stam; Irene, d. van W. Posma en N. Viskil ONDERTROUWD: JJ. J. Betjes en M. van der Wal. GETROUWD: R. Schrieken en C. F. Ockers; B. B. Hofmeijer en Th. G. van Leeuwen; D. J. de Vries en M. G. W. Huis man; J. L. H. van Elferen en K. E. Th. Bruins. Advertentie Voorloper van ons veiligheidsspeldje, gesp en loodgewicht. tapult of diende hij voor een ander doel. Hoe dit ook zij, deze houtvondsten ma ken, dat wij met vernieuwde interesse on ze oude cultuurlaag zullen onderzoeken, zodra de tijden daar rijp voor zijn! uw Modehuls klein parket, olastic tapijt, linoleum rubber en plastic in banen en tegels.. Trapbekleding. ROOSVELDSTRAAT 18 - HAARLEM - TEL. 14039 BRONSTEEWEG 48 - HEEMSTEDE - TEL 39675 ken» men de zaak aan het blad, waarin zl) adverteert Is uw advertentie emirleed met het vertrouwen, dat dit daablad heeft. Lodewtfk van Deyssellaan 196 - Haarlem - Tel. 57553 Het assurantiekantoor met de betere service

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 7