Mode niet aan tijd gebonden tl A AR MAANDAG 31 DECEMBER 1962 5 Eochanteresse Uit of thuis Sport en zede e* Voetentooi G. H. Geen enkel land bezit het monopolie van de mode w* w**ur 1 Elisabeth Talor als Cleopatra, de Egyptische koningin van vóór onze jaartelling, wier kapsel en make-up in deze tjjd weer modern zjjn. 2 De kanten kragen, zoals Frans Hals ze in de Gouden Eeuw schilderde, inspi reren de ontwerpers van nu tot een nieuwe mode. VOORAL VOOR sterdamse confectionnair tot het ont werpen van de Frans Hals-japon. De grote kanten kraag is er het kenmerk van. Tijdens de Spaanse bezetting aan het begin van de 17de eeuw ontstond de kanten kraag in Holland. In het be gin geplooid en stijf gesteven. Het hoofd rustte op de kraag als op een bord. Het haar was in die tijd kort. Maar als in de dertiger jaren de kragen weer los over de schouder mogen vallen komen de lange lokken terug. En naarmate het haar langer wordt, worden de kragen kleiner totdat zij helemaal uit het mode beeld verdwijnen en de halsdoek er voor in de plaats komt. In de Gouden Eeuw is Holland rijk en dat komt in de kleding tot uiting. Zijde, kant, fluweel laken en damast waren de stoffen uit die tijd en de kleuren: zilver, goudbruin, rood en wit. De kle ding was pompeus, had overdadige vul lingen en men trok zelfs meer aan dan strikt noodzakelijk, om te laten zien hoe rijk men wel was. HET BETOVERENDE kapsel „En- chanteresse" anno 1962 was de haar dracht van Keizerin Elisabeth van Oos tenrijk in 1855. Strak achterovergekamd haar met op de kruin een toef van pijpe- krullen. Het is een variatie op het iets minder strenge kapsel, waarbij de ha ren in twee pijpekrullen langs het ge zicht vielen. Dikwijls had het haar in deze tweede rokoko-periode in het mid den een scheiding. De rokken waren wijd en onder de buitenste rok gingen wel 10 onderrokken schuil, hetgeen op den duur toch te zwaar werd, waardoor de crinoline er aan te pas moest ko men. De crinoline had soms van onde ren een doorsnede van 2 tot 2meter. In plaats van mantels ging men nu drie-hoeks sjaals dragen. Ook volants werden nu de mode. Volants aan de rok aan de hals en aan de mouwen. Het aantal volants nam steeds toe. Keizerin Eugenie, vrouw van Napoleon II, een beroemde schoonheid, droeg in 1859 een baljurk met 103 volants. DE GASTVROUWJURK, die vooral in Parijs zeer geliefd is, maar ook in Ne derland bezig is de vrouwen te ver overen, is eigenlijk nog niet in de his torie vertoond. We weten ook niet goed waarmee we te doen hebben. We zien avondjurken, die bestaan uit een lange tweed rok en tweed jasje met eronder een feestelijke bloese. Deze mode doet 5 Badpakken deden omstreeks 1890 hun intrede. Veranderden sindsdien vele malen van model en materiaal, maar keren nu weer tot hun oorspron kelijke model terug. |U 1 n9ST0lVi>» Dn >V ir ;lj, ken. Een fiets was vóór 1890 een on zedig ding, de berijdster moest dan im mers een broek dragen, weliswaar een met wijdpoffende pijpen, maar het was een broek. Een een broek is voor een vrouw onzedig. De klokrok wordt uitge vonden, die de vrouw voldoende bewe gingsvrijheid geeft om zoveel te fietsen als ze wil. Ook het badpak kwam in deze tijd in de mode. Gestreept met kantjes en strikjes, maar er kón in wor den gezwommen. Nu dragen wij weer ongeveer dezelfde badpakken, zelfs zul len we eerstdaags weer moeten geloven aan de pijpen tot de knie! De onafhankelijke positie van de vrouw anno 1900 vindt haar symboli sche vorm in de pofmouw, die de schou ders verbreedt. De pofmouw, de brede revers en de jabots geveh de vrouw de zo zeer begeerde kordate gestalte. 3 „Enchanteresse" is de naam van dit eigentijdse kapsel, waarmee Elisabeth van Oostenrijk in haar tjjd, in 1855, furore maakte. nog het meest denken, vanwege haar sportiviteit, aan het wandelcostuum om streeks 1900, hoewel er van ingepinde tailles geen sprake is. Hetzelfde ensem ble zonder jasje heet als het thuis in de huiskamer wordt gedragen plotseling gastvrouwjurk. Voor deze laatste toe toepassing voelen we meer. Tweed is op de eerste plaats warm. Een avondjurk is per definitie niet warm. De gastvrouwjurk stelt als eer ste eis: behagelijkheid. Daar komen warme stoffen voor in aanmerking. Tweed is sportief. Het sportieve en het huiselijke vinden in de lange gastvrouw- rok hun combinatie. IN DE LAATSTE tien jaar van de 19de eeuw probeert de ongehuwde vrouw zich een zelfstandige positie te verove ren. Vóór die tijd was de vrouw die niet aan de man kon komen volledig afhankelijk van de liefdadigheid van een of ander familielid. Tegelijkertijd begint de vrouw sportief te worden. De vorige generaties kenden het woord sportief nauwelijks en als ze het wel kenden was het verboden eraan te den- DE OOSTERSE tunique, die de voor bode is van de latere hemdjurk, zonder of met verlaagde taille, is onder in vloed van de Russische balletten van Diaghilev in Europa bekend geworden. De Parijse ontwerper Paul Poiret lan ceerde de tunique aan het begin van de eerste wereldoorlog. Tevens bevrijdt hij de vrouw van de lange rok en van het corset. Tijdens de oorlog beleeft de crinoline nog een kleine opleving. Maar na de oorlog heeft de hoepelrok voor goed afgedaan, 't Streven van de archi tect Le Corbusier naar functionalisme in de architectuur van huizen en hun inte rieur slaat ook aan bij de mode. De ligne-garQonne, hemdjurk en jongens kapsel steken de kop op. De moderne tunique heeft in de loop der jaren al verscheidene veranderin gen ondergaan. De laatste tunique lijkt alleen nog maar in de verte op het losse hemd, dat over een broek of strak ke rok wordt gedragen, en heeft meer weg van een te lang, kort jasje. Maar de invloed van het Oosterse kledingstuk blijft merkbaar. SCHOENEN zijn zeer aan mode onder hevig. Maar welke vormen de schoenen ook mogen aannemen, steeds weer zijn bepaalde onderdelen te herkennen. De hakvorm, de hakhoogte, de plaatsing van de hak, onder de hiel of iets naar voren, de versiering, de sluiting met ve ters, riempjes met knoopjes of met gespen, de uitsnijding, hoog of een deel van de tenen vrij latend, de in ere her stelde laars. Alles komt terug, verdwijnt weer voor een poosje, maar zal nog eens en nog eens uit de oude doos worden gehaald terwille van de mode, die twee keer per jaar van uiterlijk wil veranderen, ech ter nooit aan een bepaalde tijd voor goed gebonden. Een volgende mode zal haar achterhalen en haar gebruiken als bron van inspiratie. „Britse en Nederlandse vrouwen", zo verklaarde een Amerikaanse journalis te, „zijn onelegant, saai en durven niets." Zij vond het vooral erg, dat zij liever gemakkelijke dan chique kleding dragen en schoenen nemen die „eerder de voeten dan de ogen strelen." Zij cri- tiseerde in het algemeen hun passie voor het onopvallende. „Het is duidelijk", zegt zij, „dat een Hollands en Engels meisje niet van een man verwacht, dat hij naar haar kijkt". Betekenen deze uitlatingen nu dat de Amerikaanse vrouw een grote voor sprong heeft op het gebied van elegan ce en modekennis? Neen, want een bekend Amerikaans modeontwerper heeft kortgeleden gron dig zijn beklag gedaan over de manier waarop de Amerikaanse vrouw zich kleedt en opmaakt. Vervelend „Het beroemde „schone" uiterlijk van de Amerikaanse vrouw begint ver velend te worden", zegt de in Califor- nië woonachtige James Galanos. „Europese vrouwen zien er niet zo pasgewassen uit, maar wel veel inte ressanter", beweert hij. Hij levert kritiek op Amerikaanse vrouwen van alle leeftijden en alle maatschappelijke standen, voor hun eenvoudige smaak betreffende acces soires. Hij spreekt met afschuw over de duizenden „eenvoudige" pakjes, „eenvoudige" japonnen, „eenvoudige" hoedjes en „eenvoudige handschoenen", die door hen gedragen worden. „Teveel „eenvoudige dingen", moppert hij. Zich „eenvoudig" kleden is ook niet alles." Nog meer kritiek Volgens hem stelt de Amerikaanse vrouw frisheid en eenvoudige kledij in de plaats van interessante ensembles. Hij is niet de enige, die critiek heeft op de Amerikaanse manier van kleden. Ook Sue Clair, een Amerikaanse man nequin, die nu voor Nina Ricci in Pa rijs werkt, heeft een aanval op dit ge bied gelanceerd. Het blijkt wel dat geen enkel land het monopolie van goede of slechte smaak bezit. Slechts één land valt hier buiten. „De Italiaanse vrouw", zo klinkt het twijfelachtige maar leuke compli ment van een Fransman, „is te vrouwe lijk om ooit modem te zijn". 4 De tweed gastvrouwjurk, of zo u wilt, avondjurk heeft nog het meest weg van het wandelcostuum rondom de eeuwwisseling. DE GESCHIEDENIS herhaalt zich. Ook in de wereld der mode. Hetgeen niet wil zeggen dat er geen ontwikke ling heeft plaats gehad. Alle moderne kleren vinden hun oorsprong in het verleden. Werkelijk nieuwe kledingstuk ken worden niet meer uitgevonden. Daar is trouwens geen behoefte aan. De kunst van het modeontwerpen bestaat uit het zich bewust of onbewust laten inspireren op oude ideeën erop voortborduren en ze aan te passen aan de moderne tijd. Maar dikwijls zien we ook vondsten van vroeger in dezelfde vorm terugkeren, zij het in een minder primitieve uitvoering. Een voorbeeld daarvan is de poncho, vroeger een dierenvel met een gat erin voor het hoofd, nu van geweven stoffen, al of niet met capuchon. Ook kapsels van de laatste tijd zijn vaak inspiraties op of nauwkeurige copieën van haardrachten van eeuwen her. De versierselen in de vorm van paleizen, zeilschepen en vogels op de torenhoge kapsels uit de tweede helft van de 18e eeuw, zijn dit jaar, weliswaar op iets minder grote schaal, overgenomen. Het dragen van vals haar was vroe- er een teken van hoge stand, daarna alleen nog maar van aalhoofdigheid en geldt nu ineens weer voor uiterst mo dieus. Iedere vrouw, die met de mode wil meedoen, zou zich als het goed is, een pruik moeten aanschaffen. De make-up heet van de twintigste eeuw te zijn. In feite is de tatouage al het begin van de make-up. En de Egypte- naren van 3000 jaar voor Christus kenden reeds de „ge zichtsbeschildering". Zo zijn er nog talloze andere voor beelden te bedenken, zoals de terugkomst van de Empire- lijn, verhoogde taille uit 1800, de „gar$onne"-stijl, verlaag- 6 De poncho, tuni que, casaque of kiel, gaan alle uit van hetzelfde prin cipe. Een rechte lap met in het midden een gat voor het hoofd Steeds weer ver schijnt er een nieuwe variatie in 't jaarlijkse mode beeld. de taille, rattekopjes uit 1928, enz. We beperken ons nu echter tot het „nieuws" van het afgelopen jaar. De foto's op deze pagina tonen de modesnufjes anno 1962. Op de tekening staan dezelfde snufjes, maar in de tijd geplaatst waaruit ze afkomstig zijn. HET CLEOPATRA-KAPSEL en de bijbehorende make-up maakte dit jaar opgang naar aanleiding van de film over de Egyptische koningin Cleopatra, waarin Elisabeth Taylor de hoofdrol speelt. De Egyptische vrouwen vóór onze jaartelling deden al aan make up. De zwarte contour van de ogen werd met zwart loodgit verlengd met een streep van de buitenste ooghoek in de richting van het oor. De wimpers werden aangezet. Ze gebruikten groen malachiet voor de oogschaduw en rood henna voor lippen en nagels. Zij droe gen pruiken, aanvankelijk als bescher ming tegen de zon, van gekruld scha penwol of van mensenhaar, die het ge zicht vierkant omraamden. Met parfum werd kwistig omgespron gen. Ze olieden het hele lichaam en smeerden op hun haar een geparfumeer de zalf. Zalf, olie en groente waren de eisen bij de eerste staking in de ge schiedenis bekend, ter gelegenheid van de bouw van een pyramide. In het allereerste begin bestond de Egyptische kleding uit dierenvellen. Pas toen de weefkunst in Egypte doordrong kwamen de lendendoeken in gebruik, die steeds mooiere borduursels kregen. Later werd er nog een opperkleed, tuni ca van verfijnde meestal doorzichtige stof, linnen of katoen aan toegevoegd. De kleur was overwegend wit. De rouw- kleur blauw. Men liep blootvoets. Al leen de hoog geplaatste personen droe gen sandalen. DE FRANS HALS-tentoonstelling dit jaar in Haarlem inspireerde een Am-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1962 | | pagina 5