TANTE PATENT--.: PANDA EN DE MEESTERSECRETARIS Muiterij op het Vrouwenschip Er zijn nog rustige vakantieoorden in de Oostenrijkse bergen door Hen riek Binder VRIJDAG 4 JANUARI 1963 7 ÏÏftËsTI Ons vervoigverhaal V.V.V. garandeert de stilte in 80 uitgezochte bergdorpjes 1 22) v V'- oorspronkelijk stripverhaal Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 24. Tante Patent en neef Boordevol keken ver rast naar juffrouw Tuttema, die iedereen op Sa- turnus scheen te kennen. Ze schudde telkens de hand van een goede kennis en wuifde vrolijk naar kin dertjes die met hun floddertjes boven de huizen vlo gen op weg naar school. „Een iedereen heeft hier een staart", prevelde neef Boordevol, „en auto's zijn hier ook precies zoals bij ons." „Wat heeft de ver keersagent een prachtige staart", zei tante Patent. „Och ja", zuchtte juffrouw Tuttema, „het enige wat mij hier bedroeft is, dat ik zelf geen staart heb." „Maar ja, wat niet is kan komen." Ik heb altijd nog hoop, dat ik vandaag of morgen een staart zal krijgen. Maar kom, ik breng U naar mijn beste vrind, de Minister van Interplanetaire Zaken." 60. „Heb ik dat niet mooi geregeld?" vroeg meneer Golderop, zodra hij met Joris alleen was. „Mooi ge regeld voor uzelve, ja," antwoordde Joris ontevreden, „onze buit waarvoor ik heb gewerkt en gezwoegd, zit nu in uw kluizen. Maar hoe krijg ik thans mijn deel." „Maar natuurlijk kunt ge er een deel van krijgen," antwoordde de bankpresident opbeurend, „als u maar de gebruikelijke weg bewandelt door een lening bij mijn bank te sluiten." „Ah, een lening", zei Joris oplevend, „dus dat kan?" „Zeker" antwoordde de heer Golderop, „maar natuurlijk moeten we dan eerst inlichtingen in winnen over uw betrouwbaarheid. Zo gaat dat." Maar Joris luisterde al niet meer. „Inlichtingen over mijn betrouwbaarheid," mompelde hij verbitterd, „dat maakt het me onmogelijk, om over mijn rechtmatig aandeel in de buit te beschikken. Foei wat lelijk! Nooit ga ik meer met bankpresidenten in zee; ze zijn veel te onbetrouwbaar!" WENÉN Nu ons dagelijks leven steeds gejaagder en rustelozer wordt, wil een groot gedeelte van de toeristen in zijn spaarzame vakantieoorden werkelijk uitrusten, van de natuur genieten, wandelingen maken en getuige zijn van het stille, pastorale leven op het platteland of in een eenzaam bergdorpje, zoals er hier in Oostenrijk nog vele zijn. Hier wordt het dagelijkse leven nog geregeld door de jaargetijden, door het weer en het werk op akker en weide. In zulk een rustige omgeving komt men niet alleen lichamelijk tot rust, maar men vindt ook de weg tot zichzelf, tot de herbezinning op datgene wat in het leven hoofdzaak is en bijzaak. (Van onze correspondent) OM TE BEANTWOORDEN aan deze steeds toenemende vraag naar een rustige vakan tie heeft het Oostenrijkse vreemdelingenverkeer na nauwkeurig onderzoek een lijst van 80 zogenaamde „ontspan ningsdorpen" opgesteld. Deze liggen over het gehele land verspreid: van de provincies Vorarlberg en Tirol in 't wes ten tot aan Neder-Oostenrijk en Burgenland bij de Hongaar se grens. Deze vakantieplaat sen zijn bijzonder geschikt voor gezinnen met kinderen, voor mensen ook die de eerste stormachtige jeugd al achter de rug hebben en die nu een verantwoordelijke en dus zwa re positie bekleden, die hen gretig doet uitzien naar echte verpozing en ontspanning. De ze mensen hebben er niets op tegen dat de jeugd zich op haar eigen manier tijdens de va kantie vermaakt, maar zij ver wachten dat de jongeren onder elkaar blijven en de „ontspan ningsdorpen" met rust zullen laten. Daarom heeft het vreemdelingenverkeer met op zet zulke plaatsen uitgezocht, die wel aan het internationale peil beantwoorden, maar die toch niet mondain of duur zijn. IN DEZE ontspanningsdor pen vindt men geen bars of koffiehuizen met music-box, De andere kant van de me daille: geen „ontspannings dorp". geen „thé dansant" en vooral geen luidruchtigheid, 's Avonds na tien uur is het er doodstil en men zorgt er voor dat het ook rustig blijft tijdens de siesta na het middageten. Het enige dat men daar overdag hoort is de stem van de na tuur: het zingen van de vo gels en het klateren van de bosbeek, soms onderbroken door het luiden van een kerk klok, de hamerslag van de tim merman of de muziek van de dorpsharmonie op zondag. MEN KAN hierover volle dige informaties vinden in het boekje „Erholungsdörfer in Österreich", dat in elk goed reisbureau kosteloos verkrijg baar is. Om u echter vast een indruk te geven, volgt hier een keuze speciaal uit Voralberg en Tirol, omdat deze provin cies 't meest door onze landge noten worden bezocht. Maar wat hier over deze dorpen wordt gezegd, geldt eveneens voor de andere. Aan de hoofdverkeersweg tussen Dornbirn en Feldkirch in Vorarlberg liggen al dade lijk vier echte „ontspannings dorpen", namelijk Fraxen, Viktorsberg, Röthis en Laterns. Zij liggen alle aan een uitste kende autoweg, maar ze zijn ook per trein of autobus ge makkelijk te bereiken. Ten zuiden van Dornbirn, nabij het Bodenmeer liggen er weer drie vrij dicht bij elkaar, namelijk Schnifis, Raggal en Silbértal. Maar beperken wij ons tot de dadelijk thuié. Alle dorpen lig gen in de onmiddellijke omge ving van grote bossen, waar men urenlang ongestoord kan wandelen en waar men in het juiste seizoen een overvloed aan paddestoelen en bosbessen vindt. De genoemde dorpen in Vorarlberg liggen zo hoog, dat men er een prachtig uitzicht heeft op het Rijndal. Meestal ontdekt men in de omgeving oudheidkundige bezienswaar digheden, bijvoorbeeld een zeer oud klooster in Viktors berg, een gothisch kerkje uit de veertiende eeuw in Röthis en Laterns. Niet zelden is er in zo'n dorp een werkelijk goed musicerende harmonie, die op zaterdag en zondag in schil derachtige klederdracht op treedt. Juist in zulke ontspan- ningsdórpen staan de kleder drachten nog hoog in ere. WIE DÊ VOORKEUR geeft aan Tirol, vindt zulke dorpen al dadelijk in de omgeving van de hoofdstad Innsbruck. Navis bijvoorbeeld, ten zuiden van de hoofdstad, heeft een zeer bekende harmonie, maar het dorp ligt al iets hoger dan het gemiddelde van Vorarlberg, namelijk 1343 meter, terwijl het nog meer zuidelijk gelegen Obernberg al bijna tot 1400 meter reikt. Ook hier vindt men vOlop gelegenheid om lange wandelingen te maken, maar wie hogerop wil en over de passende kleding en berg schoenen beschikt, kan hier zonder gevaar móóie bergtoch ten maken. Ten oosten van Innsbruck komt men bij Gna- denwald, dat weer niet zo hoog ligt (880 meter) en vanwaar men mooie uitstapjes kan ma ken naar Wattens met zijn modern overdekt zwembad. Ook kan men van hier naar de zoutmijnen in Solbad Hall gaan, waar men nog andere bezienswaardigheden aantreft. Oostelijk van Gnadenwald ligt het aardige bergdorp Münster, waar iedere toerist terecht de raad krijgt, een uitstapje te voet, per trein of met de bus naar het romantische stadje Rattenberg te maken. Stuk voor stuk zijn deze vier va kantieplaatsjes Navis, Obern berg, Gnadenwald en Münster echte ontspanningsdorpen, waar men werkelijk tot rust komt. Men behoeft slechts een briefje te schrijven aan het gemeentebestuur en krijgt dan nauwkeurige inlichtingen over hotels, pensions en prijzen. De toerist wordt behandeld als een gast, aan wie men ook graag de boerenhoeven laat zien met de oude handwerk- meubels en gebruiksvoorwer pen. Men kan er gewoon bin nenlopen en een praatje ma ken, waarbij dan al dadelijk blijkt dat deze bevolking in de bergen beslist niet „achterlijk" is, maar van de andere kant toch in een rustige en natuur lijke atmosfeer blijft leven I en dat is het juist, wat een I groot gedeelte van de tegen- J woordige toeristen zoekt. ïïiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiniiniiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiNiiiiiiii 1 Daar was een man in uniform be- i zig de sloep los te maken. E „In orde", zei Aitken, „die zaak is 5 dus afgedaan." Hij knikte Gill kort toe en liet de 5 wachtpost zijn plaats weer innemen. Nunham groette de saluerende S wachtpost. E „Iets gebeurd?" E „Niets, luitenant," zei de wachtpost. Nunham kon de slaap niet vatten. Morgennacht zou hij College Hill E gaan doorzoeken, maar hij wist, dat S het een kwestie van leven en dood S zou zijn. Als deze Wyatt werkelijk het hoofd van de Oxford organisatie was, zou zelfs Lil nog met 'n inbraak re- kening moeten houden. Deze Wyatt E behoorde tot de typen, die niet uit noodweer naar het mes grijpen, maar het vooral gebruiken om zich het werk gemakkelijker te maken. Hij S wist uit zijn verleden dat er twee me- thoden waren: men kon een huis eerst H moeizaam bespioneren, tot men de ge- 5 legenheid had er rustig en met over- leg aan het werk te gaan, maar men kon ook, als een tijger uit het oer- E woud, eenvoudig zo'n huis binnendrin- E gen en, zonder scrupules, alles afma- ken wat maar tegenstand kon bieden. Dat was Wyatt's methode. En zo'n man had Lil laten lopen! HOOFDSTUK XIII „Wat George kan, kan ik ook," dacht Lil. Ze stond die morgen vroeg op. Het idee, dat die Wyatt vrij rond- s liep in Londen, en dat door haar E schuld George, Maud en het hele plan van George in gevaar gebracht was, liet haar niet met rust en bezorgde E haar een bijna slapeloze nacht. Het was wel een opwindende vriendschap het was altijd een opwindende vriendschap geweest, die ze met Geor- E ge, Maud en Nell gehad had, maar 5 ze kon hen nu toch onmogelijk in de steek laten. En zo stond Lil op met een vast plan in haar hoofd, ging naar de zol- der en zocht daar een hele tijd in de i koffer van haar gestorven broeder. Maar ze had toch nooit gedacht, dat E ze nog eens zelf de kleren van haar broer zou dragen. Hij was even groot als zij, die geliefde broer, aan wie ze eigenlijk haar stille, teruggetrokken j= leven te danken had. Want hij had haar 'n aardig sommetje nagelaten. En dit huisje, waarin ze hem verzorgd had, sinds ze niet meer bij Maud was, j= behoorde haar, sinds zijn vroege dood geheel alleen toe. Pas toen ze in zijn kostuum ge- g= kleed voor de spiegel stond, merkte zij dat hij toch wel gezetter geweest was dan ze gedacht had. En dus be- E gon ze de schouders en de andere S plaatsen, die te ruim waren, zorgvul- dig op te stoppen. E Pitt's door weer en wind gebruin- E de huid deed ze met schmink en poe- der herleven. Een kleine bakkebaard overblijfsel van George's vermom- ming verborg haar meisjesachtige wangen, en een oude bril met rose- kleurige glazen, zoals die enkele ja- E ren geleden in Londen nog mode ge- weest was en in de graafschappen trouwens nog gedragen werd, zette de kroon op haar werk. s Toen verliet ze het huis, met een reistas in haar hand, niet meer als Lil, maar als een welgedane man van ongeveer vijfendertig jaar, die met veel zorg de huisdeur afsloot en lang- E zaam wegschreed. Maar voor ze de deur uitging, had ze nog een briefje goed zichbaar bij de koude haard ge- E legd E „Ik ben bij een zekere heer Wyatt, College Hill 7. Mocht ik niet terugko- men, dan zal men waarschijnlijk mijn lijk in de kelder van dat huis kunnen E vinden." Het kwam goed uit dat ze, toen ze vannacht met George in de keuken zat E wat verkouden was geworden. Haar stem was hees, en nu nauwelijks van een mannestem te onderscheiden. Het belangrijkste scheen haar, alles heel E langzaam te doen: langzaam lopen, langzaam bewegingen maken, lang- zaam spreken. Haar broer Pitt had haar daarmee, toen hij nog leefde, S dikwijls tot vertwijfeling gebracht. Nu hoefde ze hem alleen maar na te doen en dat gaf haar houding een zeker- heid, die natuurlijk aandeed. S In Thames Street vroeg ze naar de eerste vier. Zij liggen alle op een hoogte van tussen 500 en 800 meter en het zijn dus ech te bergdorpen, waar de lucht niet al te ijl is. De omgeving Boerenhoeve in een Tirools ontspanningsdorp. Rondom dennebomen, op de achter grond de kalkrotsen van de „Wilde Keizer". Klederdracht uit Bregenz en omgeving (Vorarlberg). Wie zware bergtoeren wil on dernemen, moet naar Tirol gaan. DE MEESTE hotelletjes en pensions zijn proper en heb ben gewoonlijk stromend wa ter, maar dit laatste is niet al tijd het geval bij particulieren, die eveneens kamers ter be schikking stellen. Ook is er in het dorp zelf of in de naaste omgeving een dokter, soms ook een tandarts. Het eten is smakelijk, meestal typisch Oostenrijks, dus met veel vlees, maar met minder aard appelen en weinig groente, ge woonlijk sla. De prijzen voor volledig pension liggen gemid deld rond de 60 schilling, dat is ongeveer 9,Bij particu lieren betaalt men voor een eenpersoonskamer tussen 10 en 15 schilling, dus ten hoog ste 2,25, doch daar is geen ontbijt bij inbegrepen. Soms liggen de prijzen iets hoger, bijvoorbeeld in Röthis (tussen 60 en 90 schilling), maar dan is de accommodatie beter en moderner. Doch waar men ook komt, men voelt zich overal weg. Ze wilde te voet naar College Hill gaan. Toen ze in die afgelegen straat kwam, zag ze opeens Wyatt's hoofd uit het geopende raam komen. Het huis, dat ze vlak voor zich zag, was dus waarschijnlijk nummer 7, en het was blijkbaar Wyatt's slechte ge weten geweest, dat hem naar het raam gejaagd had, zodra hij voetstap pen hoorde in College Hill. Ze liep langs het huis, bleef toen staan en keek zoekend om zich heen. Ze zag Wyatt nu achter in de kamer staan; hij keek boos naar haar. Langzaam liep ze naar het venster. Wyatt kwam weer naar voren en riep: „Zoekt u iemand?" „Ja", antwoordde Lil met een treu rige stem, „ik zoek mijn broer. Hij woont in College Hill". „Hoe heet uw broer dan?" „Smasbury" Er kwam onmiddellijk een vriende lijke grijns op Wyatt's gezicht. „Bent u een broer van mijn vriend Smasbury?", riep hij. „Kom toch bin nen!" Lil's hart klopte snel, toen Wyatt de deur voor haar opende. „Is hij thuis?" „Helaas niet," antwoordde Wyatt, „hij komt niet voor vanavond thuis. Maar gaat u toch zitten. Waar komt u vandaan?" „Uit New Bradford." George had haar vannacht verteld, dat Smasbury in New Bradford geboren was. „Dan is hij zeker al op de „Ju lian?" informeerde Lil met Pitt's stem. Wyatt schrok, niet om die andere, die inplaats van Smasbury en van hem dienst deed op de „Julian," maar omdat de ontdekking van deze broer ook voor hem wel eens gevaarlijk zou kunnen zijn. Hij had er al spijt van, dat hij gezegd had dat Smasbury deze avond thuis zou komen. Maar dat was gekomen, omdat hij erop rekende dat luitenant Smasbury hem inderdaad vanavond een bezoek zou komen bren gen, wel niet met vriendschappelijke bedoelingen, maar om met hem af te rekenen. Maar hij was daar al op voorbereid, en nu vroeg hij zich af of het niet beter was deze mister Smas bury alvast daarheen te sturen, waar hij van plan was vanavond ook zijn broer, de luitenant heen te zenden. „Doet u toch vooral uw jas uit," vroeg Wyatt met opvallende beminne lijkheid. „We kunnen toch altijd nog naar de „Julian" gaan." Lil schudde haar hoofd. „Ik wil u niet lastig vallen, als mijn broer er niet is," zei ze langzaam. „Het heeft toch weinig nut hier maar te blijven zitten," Wyatt scheen helemaal overstuur. ,Eén ding wist hij: deze man mocht in geen geval zijn huis weer verla ten. „U hebt inderdaad volkomen ge lijk." riep Wyatt. „Maar wilt u niet tenminste de spullen van uw broer ge lijk meenemen? Het is maar een klei ne koffer, en hij zal wel erg blij zijn, als hij het nu al daar heeft." „Graag," zei Lil, „als hij tenmin ste niet te zwaar is." „Komt u maar mee," zei Wyatt, en hij stond op. Hij was al in de gang. Lil zag, dat hij de gang doorliep, maar toen zag ze ook dat hij heel snel, maar toch merkbaar, iets met de loper deed, die de vloer van de gang bedekte. Lil keek al lang weer op, toen Wyatt op de trap stond. Ze kende het trucje! Maar een paar stap pen op de loper, die los over een ge opend luik heenlag, een zware val in de diepe kelder, en het slachtoffer lag, dikwijls met verbrijzelde beenderen of gebroken nek, in de val en kon be roofd worden. „Kom toch hier," riep Wyatt naar beneden. „Ik ken de spullen van uw broer niet. U kunt ze toch beter dan ik bij elkaar zoeken en in de koffer pakken?" „Och nee," klok het langzame ant woord, „ik ken zijn bullen'ook niet. Ik wacht wel beneden, waarom zou ik eerst nog die trap oplopen?" „Nu ja," zei Wyatt, een beetje ge prikkeld, „dan wacht u maar, ik ben dadelijk weer beneden." „Gevaarlijk om door die gang te lo pen" dacht Lil opnieuw. Ze had de stappen, die Wyatt genomen had goed onthouden. (Wordt vervolgd) is heuvelachtig met goede we gen of paden, zodat men flin ke, maar niet al te bezwaar lijke wandelingen kan maken. f

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7