Dr. E. van Raalte haalde een veelzijdige vrijzinnige voorman uit het ver DE PROGRAMMA'S Nederlandse Schooltelevisie begint haar werk Arnhemse Toneelschool voorlopig gered 4 DINSDAG 8 JANUARI 1963 De pianist Olshansky Dixie-begrafenis Frank Tuttle overleden nabeschouwingen Saai programma Dr. D. Bostypische vertegenwoordiger van vooruitstrevende middenklasse J. H. Bartman De radio geeft woensdag T elevisieprogramma Examens OP 1 JANUARI 1963 is de Stichting Nederlandse Onderwijs Televisie haar werkzaamheden begonnen. Een periode van jarenlang beraad over de pedago gische, didactische en organisatorische vraagstukken van de Nederlandse school televisie is hiermee voorlopig afgesloten. De basis voor dit experiment is ge vonden in de overeenkomst tussen de N.O.T. en de N.T.S., die omstreeks half juli 1962 voor de duur van twee jaar werd aangegaan. De N.O.T. treedt daarbij op als uitvoerend lichaam van het gehele georganiseerde onderwijs, de N.T.S. als technische uitzendinstantie van het georganiseerde omroepbestel. HET FEIT, dat de Stichting N.O.T. haar werkzaamheden begint, betekent niet dat schooltelevisie-uitzendingen vóór het na jaar van 1963 kunnen worden tegemoet- gezien. De voorbereiding van daadwerke lijk experimentele uitzendingen met daar aan gekoppelde wetenschappelijke evalua tie van de programma's zal nog geruime tijd vergen. De N.O.T. wil komen tot een eerste ex perimentele serie uitzendingen, die de schooltelevisie op een zo gunstig mogelijke wijze in het onderwijs introduceert. Te- DE HIMALAYA blijft fascineren. Dat blijkt ook wel uit het grote aantal boeken dat er over expedities naar dit gebied verschijnt. Het onderwerp is nu wel zeer actueel omdat juist een Nederlandse expe ditie met succes een beklimming van de Nilgiri heeft volbracht. Twee grote huurlieden van deze „blau we bergen" zijn de Dhaulagiri en de An napoerna. Deze twee bergen waren het doelwit van de befaamde expeditie van Maurice Herzog. De Dhaulagiri werd door de Fransen onneembaar geacht, waarna ze de Annapoerna veroverden. Herzog's boek „„DE ANNAPOERNA-EXPEDITIE kan nog altijd gelden als een onovertrof fen boek over de beklimming van een Hi malayaberg. Later is de „Dhaulagiri" toch gevallen. Een Zwitserse expeditie onder leiding van Max Eiselin maakte gebruik van een nieuwe route en inderdaad bleek het toen mogelijk de kolossale ijsberg te verove ren. Eiselin heeft over dit avontuur een boek 9 geschreven, dat belangwekkende aspecten heeft, speciaal omdat er voor het eerst gewag wordt gemaakt van het gebruik van een vliegtuig (De „Yeti") bij een dergelijke expeditie. Helaas heeft de schrijver dit aspect sterk overdreven, zo dat men meer dan honderd bladzijden leest over de tochten die met dit vliegtuig werden ondernomen. Eiselin vertelt dan verder over proble men met motóren en over het verongeluk ken van de „Yeti", waarna de expeditie het tenslotte toch te voet moest zien te klaren. Een sterke topploeg wist tenslotte de berg te veroveren, maar uit het boek krijgt men maar een gebrekkige indruk van de toedracht. Eiselin is namelijk zelf niet bij deze aanvalspoging aanwezig ge weest, en het verhaal van de schitterende prestatie van de overwinnaars wordt dan ook in enkele bladzijden afgedaan. Hoewel het boek van Hillary over de (mislukte) beklimming van de Makaloe -) ook niet groots is, is het toch heel wat aantrekkelijker dan het boek van zijn Zwitserse collega. Er is overigens een merkwaardige parallel: Eiselin kon door accomodatiemoeilijkheden zijn kamp tij dens de operaties vrijwel niet verlaten, Hillary moest op het beslissende moment wegens zuurstofgebrek de terugtocht aan vaarden. Maar hij ziet kans in zijn boek toch een logisch doorgaand verhaal te schrijven, waarin men de operaties van touwlengte tot touwlengte volgt. In dit opzicht loopt zijn stijl van Vertel len evenwijdig met die van Colonel Hunt in „De beklimming van de Mount Eve rest": als lezer heeft men het gevoel elke plek te kennen. Ook de verschillende per soonlijkheden komen in het boek van Hillary beter uit de verf dan in dat van Eiselin. Hillary's boek handelt niet alleen over de Makaloe: het eerste deel is door Des- mond Doig geschreven en heeft het onder zoek naar de „Verschrikkelijke sneeuw man" tot grondslag. Een grote plaats is ook ingeruimd aan de onderzoekingen naar het menselijk gedrag bij langdurig verblijf op grote hoogte. Maar hoewel dus grote stukken van het boek meer docu mentair dan avontuurlijk zijn blijft men toch geboeid lezen, omdat het nu eenmaal goed geschreven is. In beide boeken vormen de illustraties een uitstekend deel; er zijn tal van zwart wit- en kleurenfoto's. 1) Max Eiselin, „De verovering van de Witte Berg" (J. J. Romen en Zonen, Roermond-Maas eik). 2) Sir E. Hilary en Desmond Doig, „Hoog in de ijle lucht". (Scheltens en Giltay, Amsterdam). gelijkertijd wil zij aan de hand van uit' gebreid wetenschappelijk onderzoek na gaan of de opzet va- deze serie, gege ven de Nederlandse onderwijssituatie, aan het gestelde doel beantwoordt. Voor het eerste schooltelevisie-jaar, dat dus niet eerder dan eind 1963 zal begin nen, staan niet veel meer dan twintig uit zendingen op het programma. De beperkt heid van zowel de beschikbare zendtijd als de financiële mogelijkheden dwingt hiertoe. DE SCHOOLTELEVISIE zal zich wat de programmering betreft op vier hoofdge bieden gaan bewegen. Het vak maat schappijleer, dat binnenkort voor het ge hele voortgezet onderwijs verplicht zal worden gesteld, vormt de aanleiding voor enige uitzendingen in de lijn van de maatschappelijke vorming. Een tweede hoofdgebied zal bestaan in voorlichting op het terrein van de huidige beroepskeuz en schoolkeuzeproblematiek. Een derde categorie zal worden gewijd aan actuele voorlichting over de nieuwste natuurwe tenschappelijke en technologische ontwik kelingen. Tenslotte zal de groeiende be hoefte aan praktische kennis van minstens één der moderne vreemde talen uitgangs punt voor enige experimentele uitzendin gen zijn. Naast deze vier hoofdgebieden gaan de gedachten uit naar culturele, ethische en esthetische vorming. Een contactcommissie, bestaande uit be stuursvertegenwoordigers van N.T.S. en N.O.T. beoogt de samenwerking tussen beide instanties soepel te laten verlopen. In deze „Contactcommissie Schooltelevi sie" hebben namens de N.O.T. zitting mr. J. J. Hangelbroek, G. J. v.d. Brink en mr. N. W. A. Brink en namens de N.T.S. mr. A. H. van de Veen, J. W. Rengelink en drs. A. J. J. van der Made. Het contact en het overleg met het onderwijs heeft plaats door middel van een grotendeels uit de pedagogische centra gerecruteerde programmaraad, die de richtlijnen voor de programmering aangeeft en de jaarpro gramma's kritisch beoordeelt. De program maraad bestaat uit drie programmacom missies van resp. het protestants-christe lijk, het roomskatholiek en het openbaar en bijzonder-neutraal onderwijs. In elk van deze commissies heeft bovendien een representant zitting van een van de betrokken omroepverenigingen of groep van omroepverenigingen als verbindings man tussen onderwijs en omroep. De finan ciële consequenties voor het beperkte aan tal scholen dat aan het schooltelevisie-ex periment in zijn eerste fase zal deelne men, zullen nog nader in overleg met verschillende instanties worden geregeld. Het staat iedere school geheel vrij de experimentele schooltelevisieuitzendingen, die tijdens de schooluren via het gewone kanaal zullen worden uitgezonden en dus voor iedereen te ontvangen zijn, te volgen. Het is echter de bedoeling dat de school- televisielessen zo goed mogelijk in het onderwijs worden geïntegreerd. Een goede verwerking van de gepresenteerde stof is van het grootste belang. De Stichting N.O.T. zal de scholen uitvoerige hand leidingen verstrekken. Op woensdag 9 januari 1963 a.s. 8 uur zal de jonge Amerikaanse pianist Ludwig Olshansky een recital geven in de Tuin- zaal van het Concertgebouw. Het pro gramma bestaat o.a. uit werken van Char les Ives, Ravel (Valses nobles et senti- mentales), Beethoven (sonate op.57) en Chopin (Vier Ballades). Ludwig Olshansky werd in New York geboren en kreeg zijn muzikale opleiding aan de Juilliard School of Music. Aan deze school werden hem de twee hoogste prij zen nl. de Frank Damrosch en de Morris Loeb Memorial-prijs uit gereikt. De Dam- rosch-prijs valt slechts diegene te beurt, die de hoogste graad bereikt in de exa menklasse en de Loebprijs aan de pianist met de beste prestaties en het grootste talent. De kunstenaar voltooide zijn studie bij Irwin Freundlich. Enkele jaren geleden werd Ludwig Olshansky voor een optreden in New York uitgekozen tijdens een audi tie, gehouden door „One Hour of Music Inc.", een organisatie die jonge arties ten in staat stelt zich te presenteren, vóór ze in New York zullen debuteren. In maart 1959 maakte de pianist zijn eerste grote Europese tournee, waarbij hij concerteerde in Stockholm, Kopenha gen, Oslo, Londen, Amsterdam en We nen. In 1962 herhaalde hij met groot suc ces zijn tournee, en trad op in vele be langrijke muziekcentra. tJ'H "»U V De minister van O.K. en W., mr. Cals, heeft zondag in Goirle het instituut Pro Afrika" officieel geopend. Op de bijgaande foto zien we de bewindsman in gesprek met mgr. C. Gatimu, die de inzegening verrichtte. Vrienden hebben maandag de jazz-kla- rinettist John Casimir in New Orleans, de geboortestad van Dixieland ten grave ge dragen. Casimir, die rijk noch beroemd was maar door zijn getrouwen zeer bewon derd werd om zijn spel, stierf donderdag in de ouderdom van 64 jaar. De begrafenisstoet was drie huizenblok ken lang. Honderden mensen bewezen hem op de trottoirs de laatste eer. Casimir was beroemd om de klagende toon, die hij aan zijn klarinet kon ontlokken om de jam merklachten van treurende vrouwen te imiteren. Bij zijn begrafenis spraken de trompetten als rouwklagers, terwijl de trombones als een groepje rouwzangers antwoordden. Maar niemand kon zo de menselijke droefheid op een klarinet ver tolken als John Casimir en daarom pro beerde niemand het ook. Frank Tuttle, de bekende filmregisseur die Alan Ladd zijn eerste rol als filmster gaf, en die ook andere beroemde film sterren geregisseerd heeft, is op de leef tijd van 70 jaar overleden. De loopbaan van Tuttle werd in 1951 aan het wankelen gebracht nadat hij voor een commissie voor onamerikaanse acti viteiten van het Huis van Afgevaardig den had toegegeven dat hij van 1937 tot 1947 communist is geweest. Hij verklaar de voor de commissie dat het hem speet, en dat vele communisten niet beseften dat zij meewerkten aan een samenzwering om de Amerikaanse regering omver te wer pen. Tuttle heeft in zijn laatste jaren in Amerika en Europa films gemaakt waar onder „Heil on Frisco Bay", met Alan Ladd. Tot degenen die onder zijn leiding hebben gewerkt behoren Bing Crosby,Geor ge Raft, Clara Bow en Addie Cantor. De Arnhemse gemeenteraad heeft maan dag de toneelschool in dé Gelderse hoofd stad voorlopig in het leven gelaten. Voor lopig, dat wil zeggen, voor de tijd van een jaar. Bij de begrotingsbehandeling in de cember was een motie ingediend, waarin bezwaren werden geopperd tegen de hoge subsidie aan de Arnhemse Toneelschool 80.000 voor 1963). Toen in december over de motie werd gestemd, waren er 19 stemmen voor en 19 negen, zodat zij opnieuw in stemming zou moeten worden gebracht. Indien er geen verrassend feit was bekendgemaakt, zou gisteren de mo tie weer op tafel zijn gekomen. Dat ver rassende feit was een bekendmaking door raadsvoorzitter burgemeester Matser van een op 4 januari gedateerd telegram van minister Cals, waarin deze zich bereid ver klaart in het subsidietekort der school over 1963 bij te dragen tot een maximum van 50 percent en tot een maximaal bedrag van f 70.000 de rest van het tekort zal de gemeente zelf bijpassen. Nader overleg over de subsidiëring over 1964 kan plaats vinden. De telegrafische bereidverklaring van minister Cals is voor de raad unaniem vol doende reden geweest om de motie terug te nemen. De toezegging van minister Cals betekent, dat het rijk maximaal de helft betaalt van het totale tekort, groot 136.000, derhalve een bedrag van 68.000. HEIDI BRÜHL ERNSTIG ZIEK. De jonge Duitse filmactrice Heidi Brühl heeft maandag in een ziekenhuis in Mün- chen een spoedoperatie moeten ondergaan wegens buikvliesontsteking. Haar toestand wordt ernstig genoemd. Tot dusver was de rijksbijdrage 40 percent van het totale tekort, ofwel 40.000,-. De raad heeft de consequentie aanvaard dit jaar de Toneelschool 80.000 subsidie te verlenen. Hij heeft zich hierbij neerge legd omdat hij circa 13.500 meer van het rijk ontvangt. Waarom dan nu de motie niet in stemming gebracht? De mening van tal van raadsleden is en blijft: de ge meente zit er voor 1963 toch aan vast. B. en W. hebben dus de tijd om dit jaar te proberen minder subsidie te betalen. Op 25 januari zal de bekende zangeres Eve Boswell in het AVRO-televisie- programma Music-Hall optreden. De foto toont de zangeres (midden, voor grond) in een modieus pakje en met een pet van panterbont, tijdens een repetitie in Hilversum. Wij bleven gisteravond weer eens gezel lig thuis, om een voorstelling bij te wo nen van de NTS-bioscoop, die o.m. van ons beeldscherm gebruik maakt. Het voorprogramma bestond uit een do cumentaire van Jaap Nieuwenhuis, geti teld „Waterwegen in miniatuur", die over de waterloopkundige laboratoria in Delft en in Voorst handelde. Deze rolprent, die ook proeven liet zien ten behoeve van de pieren van IJmuiden en het Noordzeeka naal, had (om een toepasselijke term te gebruiken) te weinig diepgang, om werke lijk te kunnen boeien. Wij kregen heel veel meetinstrumenten, maquettes en registra tieapparaten te zien. Daartegenover had men nagelaten de film te verlevendigen met scènes van de werkelijke projecten, zoals het Delta-gebied en IJmuiden. Het was ons te oppervlakkig en te saai. Even saai was de hoofdfilm „Tumult in Toga" (geestiger is de Engelse titel „Bro thers in Law") van de Britse broeders Roy en John Boulting, die eens de wereld beroemde film „Seven days to Noon maakten. „Tumult in Toga" bedoeld als sa tire op de tradities van de Britse advoca tuur en rechtspraak, kwam, hoe Engels de sfeer ook was, niet boven het niveau uit van een te gemakkelijk opgebouwde klucht. De hoofdpersoon, een jong advo caat, was ongeloofwaardig dom en onhan dig; de verwikkelingen waren doorgaans bijzonder doorzichtig en het geheel duur de veel en veel te lang. J. Damshuizer I'JU JJ 'C/ nr.rj liJaV -J-> n.s n^..» i ,nsix ris ALLE RESPECTABELE gemeenten hebben hun staatsliedenbuurt, bij de on stuimige bevolkingsaanwas der laatste jaren is dat bijna onvermijdelijk. En zo tooien we onze gestroomlijnde straten met de namen uit een politiek verleden, waarvan Thorbecke en Troelstra, in min dere mate ook Schaepman en Abraham Kuyper, dank zij de schoolboekjes nog een zekere historische herinnering wak ker roepen. Met Goeman Borgesius, Groen van Prinsterer, De Savornin Lohman, Cort van der Linden en andere dragers van dubbele namen is het in dat opzicht nog heel wat slechter gesteld en degenen die niet tot de regeringsbanken wisten door te dringen behoeven zelfs niet op zo'n openbaar herkenningsteken te rekenen. Het aanbrengen van een straatnaam bordje duidt dikwijls trouwens minder op verdienstelijkheid dan op politieke verwantschappen tussen de aldus geëer de en degenen die daartoe het besluit namen. DE KANS IS DAN ook groot dat de meesten verbaasd „Wie is dat?" zullen vragen als ze de bij Van Gorcum en Comp. te Assen uitgegeven en door dr. E. van Raalte geschreven biografie van dr. D* Bos in de boekhandel tegenkomen. Het werk is tot stand gekomen met financiële steun van de Stichting Dr. D. Bos-fonds, welke tevens door middel van een her denking van de honderdste verjaardag van de geboorte van deze Nederlandse staats man, in de vergaderzaal van de Tweede Kamer, poogde diens nagedachtenis wat uit het grote vergeetboek der geschiede nis te halen. NA LEZING VAN HET belangwekkende boek van dr. Van Raalte is er alle aan leiding om zich eens te meer verbijsterd af te vragen waartoe toch eigenlijk al het menselijk streven in deze wereld dient. Hier wordt ons het portret getekend van een man met uitzonderlijke bekwaamhe den, die de beste van zijn vierenvijftig levensjaren heeft gewijd aan de openba re zaak. Zijn veelzijdigheid kende geen grenzen. Gepromoveerd aan de Groninger universiteit tot doctor in de wis- en na tuurkunde op een proefschrift over volu meveranderingen van Diëlectrica ontwik kelde hij zich later tot een deskundige op het gebied van bedrijfsboekhoudingen, was hij tegelijkertijd een onvermoeibaar strij der voor de vernieuwing van het onderwijs in al zijn geledingen, toonde hij zich door kneed in middenstandsvraagstukken, be pleitte hij als Kamerlid een vooruitstre vende politiek in het toenmalige Neder- landsch-Indië, werd hij de centrale figuur in de vrijzinnige partijen. Weliswaar wist hij als kabinetsformateur de verkiezings overwinning van de linkerzijde in 1913 niet uit te buiten, maar de werkelijke be kroning van zijn kortstondig leven de rede tussen openbaar en bijzonder onder wijs vindt in die mislukte formatie-ar beid haar oorsprong. VAN RAALTE zou zichzelf niet zijn ge weest indien hij volstaan had met een levensbeschrijving van zijn held zonder meer. De eerste onder de parlementaire journalisten kwam natuurlijk met een paar documentaire vondsten aanzetten, lekkere hapjes voor de politieke fijnproe ver. Daartoe behoort in de eerste plaats de ontdekking in de papieren-Cort van der Linden dat deze formateur van het in 1913 opgetreden extra-parlementair kabi net de gedachte van een staatscommis sie ter bevrediging van de op het terrein der onderwijsfinanciering levende wensen heeft ontleend aan het advies dat zijn vrij zinnig-democratische voorganger in de for matie aan de Koningin had uitgebracht. Dat die inderdaad tot stand gekomen com missie haar arbeid tot een goed eind kon brengen was alweer te danken aan de ka raktereigenschappen, de takt, het beleid, de verdraagzaamheid van haar voorzitter, die geen andere kon zijn dan deze dr. D. Bos, die daarmee als het ware de juist heid bevestigde van de hele reeks eerder beklede voorzitterschappen en dat wa ren er zoveel dat hij er met zijn fractie voorzitter, prof. mr. H. L. Drucker, wel eens moeilijkheden om had. Dat „dramatisch conflict met Drucker", zoals dr. Van Raalte het noemt, komt ons toch wat opgeblazen voor, al was het maar omdat de schrijver uit de mond van de schier legendarische K. ter Laan een van de paar hoogbejaarden waarmee Van Raalte gesproken heeft om het uit de do cumenten oprijzende beeld met levende ge tuigenissen aan te vullen heeft verze kerd dat hij, hoewel jarenlang in de Ka mer in de onmiddellijke nabijheid van Drucker en Bos gezeten, nooit iets van een minder goede verstandhouding tussen die twee heeft gemerkt. Bovendien heeft Dru cker ten tijde van de kabinetsformatie in 1913 een doorslaand bewijs van zijn ach ting voor Bos gegeven toen hij van een ministerpost in het kabinet-Cort van der Linden afzag omdat Bos daartegen was. HIERMEE KOMEN WIJ OP het eerste van de twee bezwaren welke wij tegen het werk van dr. Van Raalte koesteren. Wij kunnen ons namelijk niet aan de indruk onttrekken dat Bos voor de auteur eigen lijk onaantastbaar is. Nu is bewondering voor de behandelde figuur zowel begrijpe lijk als terecht. Al was het slechts om het feit dat deze voorvechter voor een ge zonde middenstand zich fel kantte tegen het idee van de minderwaardigheid van de handenarbeid. En hij verweet de „ge goede ouders" dat ze „geen afstand kun nen doen van hun vooropgezette mening, dat hun zoon, evenals zijn vrienden, hoge re burgerschool of gymnasium, ja later de universiteit moet kunnen bezoeken. Waar om? Omdat hij gegoed is. Die ongelukkige gedachte bederft niet alleen de onderwijs inrichtingen, maar de gehele opvoeding van het volk". Let wel: dit schreef Bos al in 1910. Een halve eeuw later kunnen we zijn verzuchting nog ongewijzigd her halen. Dat neemt niet weg dat zelfs Bos zijn tekortkomingen had. Die lagen zeker niet uitsluitend in zijn neiging te veel hooi op de vork te willen nemen, zoals Van Raalte vergoelijkend toegeeft. Juist in de corre spondentie met Drucker blijkt iets van de .Jein xi i ,iu -wag .iiuq geïrriteerdheid en (over)gevoëligheic! waarvan de in het boek opgenomen hand schriftanalyse gewaagt. Het is niet uitge sloten dat Van Raalte zich vooral heeft willen beijveren de door prof. mr. N. E. H van Esveld en J. P. Gribling in hun bio grafieën over Theub respectievelijk Aalber se gewekte indruk, als zou Bos een min of meer streberische figuur zijn geweest weg te nemen. WAT VAN RAALTE vermeldt over de tegenstellingen tussen de voormannen van de toenmalige vrijzinnig-democratische bond doet vooral verlangen naar een bio grafie van de altijd weer opduikende „boodschapper" met zijn kernachtige si tuatieschetsen: mr. H. P. Marchant, de latere minister van Onderwijs. ZO SCHRIJVEN WIJ HET eveneens aan de verering van Van Raalte voor Bos toe, dat hij de oorzaken van de misluk king der door Bos in 1913 ondernomen kabinetsformatie eenzijdig bij Troelstra zoekt. Uit de in het boek opgenomen correspondentie tussen Bos en Troelstra voor het eerst volledig en samenhan gend gepubliceerd —blijkt immers duf delijk dat de socialistische partijleider zeer principiële argumenten had om geen bondgenootschap met de zogenoemde Vrij zinnige concentratie aan te gaan. WeliS' waar had de S.D.A.P. enkele concrete pro grammapunten met de drie vrijzinnige partijen gemeen, maar de samenwerking zou onmiddellijk schipbreuk lijden bij gro te stakingen en bij vraagstukken van militaire en koloniale aard. Wij menen dat niet alleen de ervaringen opgedaan tij dens het Franse Volksfront van 1936, maar zelfs die van de Nederlandse na-oorlogse coalitiekabinetten hebben bewezen dat het moeilijk compromissen sluiten is tussen socialistische en niet-socialistische partij en. Troelstra heeft dat duidelijker gezien, dan zijn navolgers. In datzelfde verschilpunt schuilt het ant woord op de vraag waarom een ongetwij feld groot en verdienstelijk man als dr. Bos in vergetelheid is geraakt. Niet zo zeer omdat, zoals Van Raalte stelt, er in ons land een betreurenswaardig tekort bestaat aan het echt beleven van de pu blieke zaak, maar omdat Bos in wezen niet door een nieuwe maatschappij-orde ning, maar door het aanbrengen van klei nere en grotere verbeteringen de onvolko menheden van de bestaande samenleving wilde corrigeren. Daarin nu verschilt hij niet van de meeste vergeten naamgevers in onze staatsliedenwijken, die meer goed willend dan visionair waren. Tenslotte het tweede bezwaar tegen de ze overigens zo welkome bijdrage tot de kennis van onze politieke geschiedenis. Dr. Van Raalte gaat er teveel van uit dat iedereen net zoveel weet van het bespro ken tijdperk als hijzelf. Wat wij in dit boek hebben gemist is een hoofdstuk gewijd aan de algemene politieke situatie, in Neder land in de jaren dat Bos daarin een hoofd rol speelde. Een beschouwing dus over partijformaties en haar programma's en over de grote politieke vragen in de perio de tot en met de eerste wereldoorlog. Het zou het onderwerp voor een groter publiek toegankelijk hebben gemaakt. Zowel de fi guur van dr. Bos als het gedegen vak werk van dr. Van Raalte rechtvaardigden dat. HILVERSUM I. 402 m 746 kc.s. 7.00 VARA 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 19.30 VPRO 20.00-24.00 VARA. VARA. 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym nastiek. 7.20 Socialistisch strijdlied. 7.23 Lichte ochtendklanken (gr.) (Om 7.35 Van de voorpagina, praatje). 8.00 Nieuws. 8.18 Lichte grammofoonmuziek. 8.40 Orgelspel. 9.00 Gymnastiek voor de vrouw. 9.10 Kookpraatje. 9.15 Klassieke grammofoon muziek. 9.35 Waterstanden. 9.40 Schoolra dio. VPRO: 10.00 Inzicht en uitzicht Achter de schermen, lezing. 10.05 Morgen wijding. VARA: 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Tel uit je winst, een spel van spelle tjes. 12.00 Voor het platteland. 12.05 Lich te grammofoonmuziek (12.30-12.33 Mede delingen t.b.v. land- en tuinbouw). 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte orkestmuziek. 13.45 Gesproken portret. 14.00 Radio-kameror kest en solisten: klassieke muziek. 15.00 De strijd om de klant, toespraak. 15.10 Voor de jeugd. 17.00 Amateursprogramma. 17.30 Tentoonstellingsagenda. 17.35 Licht instrumentaal Trio. 17.50 Regeringsuitzen ding: Geven en nemen Tips voor weg gebruikers. 18.00 Nieuws en commentaar. 18.20 Actualiteiten. 18.30 Lichte muziek. 19.00 Voor de kinderen. 19.10 VARA-Varia. Daarna: Lichte grammofoonmuziek. 19.20 We zijn weer eens geteld, toespraak. VPRO: 19.30 Voor de jeugd. VARA: 20.00 Nieuws. 20.05 Promenade-orkest en so praan: Beroemde walsen. 20.45 Kaf en Ko ren wekelijkse notities 20.55 Achttien jaar getrouwd, hoorspel. 22.05 Italiaans ensemble en zangsolist. 22.30 Nieuws. 22.40 Actualiteiten. 23.00 Klassieke en moderne kamermuziek (opn.). 23.55-24.00 Nieuws. HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00 24.00 NCRV. NCRV: 7.00 Nieuws en SOS-berichten. 10 Dagopening. 7.25 Oude grammofoon muziek. 7.45 Radiokrant. 8.00 Nieuws. 8.15 Lichte grammofoonmuziek. 8.30 Idem. 9.00 Voor de zieken. 9.35 Lichte grammofoon muziek. 9.40 Voor de vrouw. 10.10 Gram mofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45 Samenzang. 11.10 De jeugd op eigen wie ken, hoorspel. 11.40 Lichte grammofoon muziek. 12.10 Licht ensemble. 12.30 Mede delingen ten behoeve van land- en tuin bouw. 12.33 Licht orkest. 12.53 Grammo foonmuziek, eventueel actualiteiten. 13.00 Nieuws. 13.15 Musette-ensemble. 13.35 Ka mermuziek (gr.). 14.30 Lichte grammo foonmuziek. 15.00 Jong Nederland musi ceert. 15.50 Bijbelvertelling voor de jeugd. 16.00 Voor de jeugd. 17.15 Vrije tijdwel besteed! 17.30 Lichte gram mofoonmuziek. 17.40 Beursberichten. 17.45 Licht instrument, trio. 18.05 Vrouwenkoor. 18.30 Het spektrum, lezingen. 18.45 Licht pianospel (gr.). 19.00 Nieuws en weer- praatje. 19.10 Mededelingen of grammo foonmuziek. 19.15 Leger des Heilskwartier (gr.). 19.30 Radiokrant. 19.50 City-Theater orkest en solisten: lichte muziek. 20.15 Omroeporkest en solist: Klassieke en mo derne muziek. 21.10 In de winkel van Sin- keFis~an<rter<koöp!?, lezing. 21.30 Koor zang (gr.). 21.40 Kanttekeningen. 21.55 Piano en viool: klassieke muziek. 22.30 Nws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55 Ope ramuziek (gr.). 23.45 Lichte grammofoon muziek. 23.55-24.00 Nieuws. BRUSSEL 324 m. 12.00 Nieuws. 12.03 Lichte muziek. 12.30 Weerbericht. 12.35 Lichte muziek. 12.50 Beursberichten. 13.00 Nieuws. 13.15 Kamer muziek. 14.00 Nieuws. 14.03 Schoolradio. 15.00 Kinderkoor. 15.30 Symfonische mu ziek. 16.00 Nieuws. 16.03 Beursberichten. 16.09 Engelse les. 16.24 Lichte muziek. 17.00 Nieuws. 17.15 Altviool en piano. 17.45 Lichte orkestmuziek. 18.00 Nieuws. 18.03 Kamermuziek. 18.10 Lekenmoraal en filo sofie. 18.30 Voor de soldaten. 18.50 Radio kroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Muziek voor de 'jeugd. 19.55 Pianorecital. 20.00 Een eeuw Russische muziek. 21.00 Pianomu ziek a quatre mains. 21.30 Pedagogisch praatje. 21.40 Lichte muziek. 22.00 Nieuws. 22.15 Volksmuziek uit China. 22.35 De Ze ven Kunsten. 23.00 Nieuws. 23.05 Geva rieerde muziek. 23.55 Nieuws. 24.00-0.15 Voor de zeelieden. VOOR DINSDAG NCRV: 19.30 Onderweg naar morgen, maandelijkse rubriek op het terrein van de wetenschap. NTS: 20.00 Journaal. NCRV: 20.20 Memo. 20.30 De reis van hun leven, documentaire film. 20.45 Pas geperst. 21.10 Leven aan touwtjes: poppenspel. 21.35 Con cilie en oecumene, forumgesprek. 22.10 Sa menzang: geestelijke liederen. NTS: 22.20- 22.25 Journaal. VOOR WOENSDAG AVRO: 17.00 Voor de kinderen. NTS: 17.35-17.45 De Verrekijker, jeugdjournaal. AVRO: 19.30 Commentaar: kritisch bulle tin. NTS: 20.00 Journaal en weeroverzicht. AVRO. 20.20 In AVRO's Televizier. NTS: 20.30 Mag ik U uitnodigen, Juffrouw?, mu zikaal amusementsprogramma. AVRO: 21.15 Literaire ontmoetingen. 21.50-22.40 Rondo Sinfonico: klassieke orkestmuziek. ARNHEM Geslaagd voor: Bouwkun dig uitvoerder: A. Buijert, aspirant; water bouwkundig opzichter-tekenaar: P. Meyer, weg- en waterbouwkundig opzichter: M. Booden, betonbouwkundig uitvoerder: C. J. Visser, alleen te Haarlem; voor aspirant landmeetkundige: G. Boot te Haarlem; voor hoger technisch basisexamen werk tuigbouw: H. P. M. Stolwijk te Heemstede; R. Priem te Haarlem, P. C. van Konings- bruggen te Zandvoort, F. J. W. van Vlij men te Haarlem, D. S. Pines te Haarlem, G. P. Tesselaar te Heemstede, F. M. Nelis te Haarlem, W. Loerakker te Haarlem, C. J. F. Oud te Haarlem, A. E. Piekhaar te Aerdenhout; voor uitgebreid technisch basisexamen werktuigbouw: J. Kloos te Haarlem en W. J. Bol te Santpoort; voor hoger technisch basisexamen elektrotech niek: T. Kool, L.Paardekoper, H. C. Hon- hof. G. J. van Bedaf, allen te Haarlem en G. H. Kippersluis te Santpoort; voor basis examen technisch chemicus: M. J. van Egmond, C. van Schooten en F. J. Bahlen, allen te Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 4