Dr. E. van Raalte haalde een veelzijdige
vrijzinnige voorman uit het ver
DE PROGRAMMA'S
Nederlandse Schooltelevisie
begint haar werk
Arnhemse Toneelschool voorlopig gered
4
DINSDAG 8 JANUARI 1963
De pianist Olshansky
Dixie-begrafenis
Frank Tuttle overleden
nabeschouwingen
Saai programma
Dr. D. Bostypische vertegenwoordiger
van vooruitstrevende middenklasse
J. H. Bartman
De radio geeft woensdag
T elevisieprogramma
Examens
OP 1 JANUARI 1963 is de Stichting Nederlandse Onderwijs Televisie haar
werkzaamheden begonnen. Een periode van jarenlang beraad over de pedago
gische, didactische en organisatorische vraagstukken van de Nederlandse school
televisie is hiermee voorlopig afgesloten. De basis voor dit experiment is ge
vonden in de overeenkomst tussen de N.O.T. en de N.T.S., die omstreeks half
juli 1962 voor de duur van twee jaar werd aangegaan. De N.O.T. treedt daarbij
op als uitvoerend lichaam van het gehele georganiseerde onderwijs, de N.T.S.
als technische uitzendinstantie van het georganiseerde omroepbestel.
HET FEIT, dat de Stichting N.O.T. haar
werkzaamheden begint, betekent niet dat
schooltelevisie-uitzendingen vóór het na
jaar van 1963 kunnen worden tegemoet-
gezien. De voorbereiding van daadwerke
lijk experimentele uitzendingen met daar
aan gekoppelde wetenschappelijke evalua
tie van de programma's zal nog geruime
tijd vergen.
De N.O.T. wil komen tot een eerste ex
perimentele serie uitzendingen, die de
schooltelevisie op een zo gunstig mogelijke
wijze in het onderwijs introduceert. Te-
DE HIMALAYA blijft fascineren. Dat
blijkt ook wel uit het grote aantal boeken
dat er over expedities naar dit gebied
verschijnt. Het onderwerp is nu wel zeer
actueel omdat juist een Nederlandse expe
ditie met succes een beklimming van de
Nilgiri heeft volbracht.
Twee grote huurlieden van deze „blau
we bergen" zijn de Dhaulagiri en de An
napoerna. Deze twee bergen waren het
doelwit van de befaamde expeditie van
Maurice Herzog. De Dhaulagiri werd door
de Fransen onneembaar geacht, waarna
ze de Annapoerna veroverden. Herzog's
boek „„DE ANNAPOERNA-EXPEDITIE
kan nog altijd gelden als een onovertrof
fen boek over de beklimming van een Hi
malayaberg.
Later is de „Dhaulagiri" toch gevallen.
Een Zwitserse expeditie onder leiding van
Max Eiselin maakte gebruik van een
nieuwe route en inderdaad bleek het toen
mogelijk de kolossale ijsberg te verove
ren.
Eiselin heeft over dit avontuur een
boek 9 geschreven, dat belangwekkende
aspecten heeft, speciaal omdat er voor
het eerst gewag wordt gemaakt van het
gebruik van een vliegtuig (De „Yeti") bij
een dergelijke expeditie. Helaas heeft de
schrijver dit aspect sterk overdreven, zo
dat men meer dan honderd bladzijden
leest over de tochten die met dit vliegtuig
werden ondernomen.
Eiselin vertelt dan verder over proble
men met motóren en over het verongeluk
ken van de „Yeti", waarna de expeditie
het tenslotte toch te voet moest zien te
klaren.
Een sterke topploeg wist tenslotte de
berg te veroveren, maar uit het boek
krijgt men maar een gebrekkige indruk
van de toedracht. Eiselin is namelijk zelf
niet bij deze aanvalspoging aanwezig ge
weest, en het verhaal van de schitterende
prestatie van de overwinnaars wordt dan
ook in enkele bladzijden afgedaan.
Hoewel het boek van Hillary over de
(mislukte) beklimming van de Makaloe -)
ook niet groots is, is het toch heel wat
aantrekkelijker dan het boek van zijn
Zwitserse collega. Er is overigens een
merkwaardige parallel: Eiselin kon door
accomodatiemoeilijkheden zijn kamp tij
dens de operaties vrijwel niet verlaten,
Hillary moest op het beslissende moment
wegens zuurstofgebrek de terugtocht aan
vaarden. Maar hij ziet kans in zijn boek
toch een logisch doorgaand verhaal te
schrijven, waarin men de operaties van
touwlengte tot touwlengte volgt.
In dit opzicht loopt zijn stijl van Vertel
len evenwijdig met die van Colonel Hunt
in „De beklimming van de Mount Eve
rest": als lezer heeft men het gevoel elke
plek te kennen. Ook de verschillende per
soonlijkheden komen in het boek van
Hillary beter uit de verf dan in dat van
Eiselin.
Hillary's boek handelt niet alleen over
de Makaloe: het eerste deel is door Des-
mond Doig geschreven en heeft het onder
zoek naar de „Verschrikkelijke sneeuw
man" tot grondslag. Een grote plaats is
ook ingeruimd aan de onderzoekingen
naar het menselijk gedrag bij langdurig
verblijf op grote hoogte. Maar hoewel dus
grote stukken van het boek meer docu
mentair dan avontuurlijk zijn blijft men
toch geboeid lezen, omdat het nu eenmaal
goed geschreven is.
In beide boeken vormen de illustraties
een uitstekend deel; er zijn tal van zwart
wit- en kleurenfoto's.
1) Max Eiselin, „De verovering van de Witte
Berg" (J. J. Romen en Zonen, Roermond-Maas
eik).
2) Sir E. Hilary en Desmond Doig, „Hoog in de
ijle lucht". (Scheltens en Giltay, Amsterdam).
gelijkertijd wil zij aan de hand van uit'
gebreid wetenschappelijk onderzoek na
gaan of de opzet va- deze serie, gege
ven de Nederlandse onderwijssituatie, aan
het gestelde doel beantwoordt.
Voor het eerste schooltelevisie-jaar, dat
dus niet eerder dan eind 1963 zal begin
nen, staan niet veel meer dan twintig uit
zendingen op het programma. De beperkt
heid van zowel de beschikbare zendtijd
als de financiële mogelijkheden dwingt
hiertoe.
DE SCHOOLTELEVISIE zal zich wat de
programmering betreft op vier hoofdge
bieden gaan bewegen. Het vak maat
schappijleer, dat binnenkort voor het ge
hele voortgezet onderwijs verplicht zal
worden gesteld, vormt de aanleiding voor
enige uitzendingen in de lijn van de
maatschappelijke vorming. Een tweede
hoofdgebied zal bestaan in voorlichting op
het terrein van de huidige beroepskeuz
en schoolkeuzeproblematiek. Een derde
categorie zal worden gewijd aan actuele
voorlichting over de nieuwste natuurwe
tenschappelijke en technologische ontwik
kelingen. Tenslotte zal de groeiende be
hoefte aan praktische kennis van minstens
één der moderne vreemde talen uitgangs
punt voor enige experimentele uitzendin
gen zijn. Naast deze vier hoofdgebieden
gaan de gedachten uit naar culturele,
ethische en esthetische vorming.
Een contactcommissie, bestaande uit be
stuursvertegenwoordigers van N.T.S. en
N.O.T. beoogt de samenwerking tussen
beide instanties soepel te laten verlopen.
In deze „Contactcommissie Schooltelevi
sie" hebben namens de N.O.T. zitting mr.
J. J. Hangelbroek, G. J. v.d. Brink en mr.
N. W. A. Brink en namens de N.T.S. mr.
A. H. van de Veen, J. W. Rengelink en
drs. A. J. J. van der Made. Het contact
en het overleg met het onderwijs heeft
plaats door middel van een grotendeels
uit de pedagogische centra gerecruteerde
programmaraad, die de richtlijnen voor de
programmering aangeeft en de jaarpro
gramma's kritisch beoordeelt. De program
maraad bestaat uit drie programmacom
missies van resp. het protestants-christe
lijk, het roomskatholiek en het openbaar
en bijzonder-neutraal onderwijs. In elk
van deze commissies heeft bovendien
een representant zitting van een van de
betrokken omroepverenigingen of groep
van omroepverenigingen als verbindings
man tussen onderwijs en omroep. De finan
ciële consequenties voor het beperkte aan
tal scholen dat aan het schooltelevisie-ex
periment in zijn eerste fase zal deelne
men, zullen nog nader in overleg met
verschillende instanties worden geregeld.
Het staat iedere school geheel vrij de
experimentele schooltelevisieuitzendingen,
die tijdens de schooluren via het gewone
kanaal zullen worden uitgezonden en dus
voor iedereen te ontvangen zijn, te volgen.
Het is echter de bedoeling dat de school-
televisielessen zo goed mogelijk in het
onderwijs worden geïntegreerd. Een goede
verwerking van de gepresenteerde stof is
van het grootste belang. De Stichting
N.O.T. zal de scholen uitvoerige hand
leidingen verstrekken.
Op woensdag 9 januari 1963 a.s. 8 uur
zal de jonge Amerikaanse pianist Ludwig
Olshansky een recital geven in de Tuin-
zaal van het Concertgebouw. Het pro
gramma bestaat o.a. uit werken van Char
les Ives, Ravel (Valses nobles et senti-
mentales), Beethoven (sonate op.57) en
Chopin (Vier Ballades).
Ludwig Olshansky werd in New York
geboren en kreeg zijn muzikale opleiding
aan de Juilliard School of Music. Aan deze
school werden hem de twee hoogste prij
zen nl. de Frank Damrosch en de Morris
Loeb Memorial-prijs uit gereikt. De Dam-
rosch-prijs valt slechts diegene te beurt,
die de hoogste graad bereikt in de exa
menklasse en de Loebprijs aan de pianist
met de beste prestaties en het grootste
talent.
De kunstenaar voltooide zijn studie bij
Irwin Freundlich. Enkele jaren geleden
werd Ludwig Olshansky voor een optreden
in New York uitgekozen tijdens een audi
tie, gehouden door „One Hour of Music
Inc.", een organisatie die jonge arties
ten in staat stelt zich te presenteren,
vóór ze in New York zullen debuteren.
In maart 1959 maakte de pianist zijn
eerste grote Europese tournee, waarbij
hij concerteerde in Stockholm, Kopenha
gen, Oslo, Londen, Amsterdam en We
nen. In 1962 herhaalde hij met groot suc
ces zijn tournee, en trad op in vele be
langrijke muziekcentra.
tJ'H "»U
V
De minister van O.K. en W., mr. Cals,
heeft zondag in Goirle het instituut
Pro Afrika" officieel geopend. Op de
bijgaande foto zien we de bewindsman
in gesprek met mgr. C. Gatimu, die de
inzegening verrichtte.
Vrienden hebben maandag de jazz-kla-
rinettist John Casimir in New Orleans, de
geboortestad van Dixieland ten grave ge
dragen. Casimir, die rijk noch beroemd
was maar door zijn getrouwen zeer bewon
derd werd om zijn spel, stierf donderdag
in de ouderdom van 64 jaar.
De begrafenisstoet was drie huizenblok
ken lang. Honderden mensen bewezen hem
op de trottoirs de laatste eer. Casimir was
beroemd om de klagende toon, die hij aan
zijn klarinet kon ontlokken om de jam
merklachten van treurende vrouwen te
imiteren. Bij zijn begrafenis spraken de
trompetten als rouwklagers, terwijl de
trombones als een groepje rouwzangers
antwoordden. Maar niemand kon zo de
menselijke droefheid op een klarinet ver
tolken als John Casimir en daarom pro
beerde niemand het ook.
Frank Tuttle, de bekende filmregisseur
die Alan Ladd zijn eerste rol als filmster
gaf, en die ook andere beroemde film
sterren geregisseerd heeft, is op de leef
tijd van 70 jaar overleden.
De loopbaan van Tuttle werd in 1951
aan het wankelen gebracht nadat hij voor
een commissie voor onamerikaanse acti
viteiten van het Huis van Afgevaardig
den had toegegeven dat hij van 1937 tot
1947 communist is geweest. Hij verklaar
de voor de commissie dat het hem speet,
en dat vele communisten niet beseften dat
zij meewerkten aan een samenzwering om
de Amerikaanse regering omver te wer
pen. Tuttle heeft in zijn laatste jaren in
Amerika en Europa films gemaakt waar
onder „Heil on Frisco Bay", met Alan
Ladd. Tot degenen die onder zijn leiding
hebben gewerkt behoren Bing Crosby,Geor
ge Raft, Clara Bow en Addie Cantor.
De Arnhemse gemeenteraad heeft maan
dag de toneelschool in dé Gelderse hoofd
stad voorlopig in het leven gelaten. Voor
lopig, dat wil zeggen, voor de tijd van een
jaar. Bij de begrotingsbehandeling in de
cember was een motie ingediend, waarin
bezwaren werden geopperd tegen de hoge
subsidie aan de Arnhemse Toneelschool
80.000 voor 1963). Toen in december
over de motie werd gestemd, waren er
19 stemmen voor en 19 negen, zodat zij
opnieuw in stemming zou moeten worden
gebracht. Indien er geen verrassend feit
was bekendgemaakt, zou gisteren de mo
tie weer op tafel zijn gekomen. Dat ver
rassende feit was een bekendmaking door
raadsvoorzitter burgemeester Matser van
een op 4 januari gedateerd telegram van
minister Cals, waarin deze zich bereid ver
klaart in het subsidietekort der school over
1963 bij te dragen tot een maximum van
50 percent en tot een maximaal bedrag
van f 70.000 de rest van het tekort zal de
gemeente zelf bijpassen. Nader overleg
over de subsidiëring over 1964 kan plaats
vinden.
De telegrafische bereidverklaring van
minister Cals is voor de raad unaniem vol
doende reden geweest om de motie terug
te nemen. De toezegging van minister
Cals betekent, dat het rijk maximaal de
helft betaalt van het totale tekort, groot
136.000, derhalve een bedrag van 68.000.
HEIDI BRÜHL ERNSTIG ZIEK.
De jonge Duitse filmactrice Heidi Brühl
heeft maandag in een ziekenhuis in Mün-
chen een spoedoperatie moeten ondergaan
wegens buikvliesontsteking. Haar toestand
wordt ernstig genoemd.
Tot dusver was de rijksbijdrage 40 percent
van het totale tekort, ofwel 40.000,-.
De raad heeft de consequentie aanvaard
dit jaar de Toneelschool 80.000 subsidie
te verlenen. Hij heeft zich hierbij neerge
legd omdat hij circa 13.500 meer van het
rijk ontvangt. Waarom dan nu de motie
niet in stemming gebracht? De mening
van tal van raadsleden is en blijft: de ge
meente zit er voor 1963 toch aan vast. B.
en W. hebben dus de tijd om dit jaar te
proberen minder subsidie te betalen.
Op 25 januari zal de bekende zangeres
Eve Boswell in het AVRO-televisie-
programma Music-Hall optreden. De
foto toont de zangeres (midden, voor
grond) in een modieus pakje en met
een pet van panterbont, tijdens een
repetitie in Hilversum.
Wij bleven gisteravond weer eens gezel
lig thuis, om een voorstelling bij te wo
nen van de NTS-bioscoop, die o.m. van
ons beeldscherm gebruik maakt.
Het voorprogramma bestond uit een do
cumentaire van Jaap Nieuwenhuis, geti
teld „Waterwegen in miniatuur", die over
de waterloopkundige laboratoria in Delft
en in Voorst handelde. Deze rolprent, die
ook proeven liet zien ten behoeve van de
pieren van IJmuiden en het Noordzeeka
naal, had (om een toepasselijke term te
gebruiken) te weinig diepgang, om werke
lijk te kunnen boeien. Wij kregen heel veel
meetinstrumenten, maquettes en registra
tieapparaten te zien. Daartegenover had
men nagelaten de film te verlevendigen
met scènes van de werkelijke projecten,
zoals het Delta-gebied en IJmuiden. Het
was ons te oppervlakkig en te saai.
Even saai was de hoofdfilm „Tumult in
Toga" (geestiger is de Engelse titel „Bro
thers in Law") van de Britse broeders
Roy en John Boulting, die eens de wereld
beroemde film „Seven days to Noon
maakten. „Tumult in Toga" bedoeld als sa
tire op de tradities van de Britse advoca
tuur en rechtspraak, kwam, hoe Engels
de sfeer ook was, niet boven het niveau
uit van een te gemakkelijk opgebouwde
klucht. De hoofdpersoon, een jong advo
caat, was ongeloofwaardig dom en onhan
dig; de verwikkelingen waren doorgaans
bijzonder doorzichtig en het geheel duur
de veel en veel te lang.
J. Damshuizer
I'JU JJ 'C/ nr.rj liJaV -J-> n.s n^..» i
,nsix ris
ALLE RESPECTABELE gemeenten
hebben hun staatsliedenbuurt, bij de on
stuimige bevolkingsaanwas der laatste
jaren is dat bijna onvermijdelijk. En zo
tooien we onze gestroomlijnde straten
met de namen uit een politiek verleden,
waarvan Thorbecke en Troelstra, in min
dere mate ook Schaepman en Abraham
Kuyper, dank zij de schoolboekjes nog
een zekere historische herinnering wak
ker roepen.
Met Goeman Borgesius, Groen van
Prinsterer, De Savornin Lohman, Cort
van der Linden en andere dragers van
dubbele namen is het in dat opzicht nog
heel wat slechter gesteld en degenen die
niet tot de regeringsbanken wisten door
te dringen behoeven zelfs niet op zo'n
openbaar herkenningsteken te rekenen.
Het aanbrengen van een straatnaam
bordje duidt dikwijls trouwens minder
op verdienstelijkheid dan op politieke
verwantschappen tussen de aldus geëer
de en degenen die daartoe het besluit
namen.
DE KANS IS DAN ook groot dat de
meesten verbaasd „Wie is dat?" zullen
vragen als ze de bij Van Gorcum en Comp.
te Assen uitgegeven en door dr. E. van
Raalte geschreven biografie van dr. D*
Bos in de boekhandel tegenkomen. Het
werk is tot stand gekomen met financiële
steun van de Stichting Dr. D. Bos-fonds,
welke tevens door middel van een her
denking van de honderdste verjaardag van
de geboorte van deze Nederlandse staats
man, in de vergaderzaal van de Tweede
Kamer, poogde diens nagedachtenis wat
uit het grote vergeetboek der geschiede
nis te halen.
NA LEZING VAN HET belangwekkende
boek van dr. Van Raalte is er alle aan
leiding om zich eens te meer verbijsterd
af te vragen waartoe toch eigenlijk al het
menselijk streven in deze wereld dient.
Hier wordt ons het portret getekend van
een man met uitzonderlijke bekwaamhe
den, die de beste van zijn vierenvijftig
levensjaren heeft gewijd aan de openba
re zaak. Zijn veelzijdigheid kende geen
grenzen. Gepromoveerd aan de Groninger
universiteit tot doctor in de wis- en na
tuurkunde op een proefschrift over volu
meveranderingen van Diëlectrica ontwik
kelde hij zich later tot een deskundige op
het gebied van bedrijfsboekhoudingen, was
hij tegelijkertijd een onvermoeibaar strij
der voor de vernieuwing van het onderwijs
in al zijn geledingen, toonde hij zich door
kneed in middenstandsvraagstukken, be
pleitte hij als Kamerlid een vooruitstre
vende politiek in het toenmalige Neder-
landsch-Indië, werd hij de centrale figuur
in de vrijzinnige partijen. Weliswaar wist
hij als kabinetsformateur de verkiezings
overwinning van de linkerzijde in 1913
niet uit te buiten, maar de werkelijke be
kroning van zijn kortstondig leven de
rede tussen openbaar en bijzonder onder
wijs vindt in die mislukte formatie-ar
beid haar oorsprong.
VAN RAALTE zou zichzelf niet zijn ge
weest indien hij volstaan had met een
levensbeschrijving van zijn held zonder
meer. De eerste onder de parlementaire
journalisten kwam natuurlijk met een
paar documentaire vondsten aanzetten,
lekkere hapjes voor de politieke fijnproe
ver. Daartoe behoort in de eerste plaats
de ontdekking in de papieren-Cort van der
Linden dat deze formateur van het in
1913 opgetreden extra-parlementair kabi
net de gedachte van een staatscommis
sie ter bevrediging van de op het terrein
der onderwijsfinanciering levende wensen
heeft ontleend aan het advies dat zijn vrij
zinnig-democratische voorganger in de for
matie aan de Koningin had uitgebracht.
Dat die inderdaad tot stand gekomen com
missie haar arbeid tot een goed eind kon
brengen was alweer te danken aan de ka
raktereigenschappen, de takt, het beleid,
de verdraagzaamheid van haar voorzitter,
die geen andere kon zijn dan deze dr. D.
Bos, die daarmee als het ware de juist
heid bevestigde van de hele reeks eerder
beklede voorzitterschappen en dat wa
ren er zoveel dat hij er met zijn fractie
voorzitter, prof. mr. H. L. Drucker, wel
eens moeilijkheden om had.
Dat „dramatisch conflict met Drucker",
zoals dr. Van Raalte het noemt, komt ons
toch wat opgeblazen voor, al was het maar
omdat de schrijver uit de mond van de
schier legendarische K. ter Laan een
van de paar hoogbejaarden waarmee Van
Raalte gesproken heeft om het uit de do
cumenten oprijzende beeld met levende ge
tuigenissen aan te vullen heeft verze
kerd dat hij, hoewel jarenlang in de Ka
mer in de onmiddellijke nabijheid van
Drucker en Bos gezeten, nooit iets van een
minder goede verstandhouding tussen die
twee heeft gemerkt. Bovendien heeft Dru
cker ten tijde van de kabinetsformatie in
1913 een doorslaand bewijs van zijn ach
ting voor Bos gegeven toen hij van een
ministerpost in het kabinet-Cort van der
Linden afzag omdat Bos daartegen was.
HIERMEE KOMEN WIJ OP het eerste
van de twee bezwaren welke wij tegen het
werk van dr. Van Raalte koesteren. Wij
kunnen ons namelijk niet aan de indruk
onttrekken dat Bos voor de auteur eigen
lijk onaantastbaar is. Nu is bewondering
voor de behandelde figuur zowel begrijpe
lijk als terecht. Al was het slechts om
het feit dat deze voorvechter voor een ge
zonde middenstand zich fel kantte tegen
het idee van de minderwaardigheid van
de handenarbeid. En hij verweet de „ge
goede ouders" dat ze „geen afstand kun
nen doen van hun vooropgezette mening,
dat hun zoon, evenals zijn vrienden, hoge
re burgerschool of gymnasium, ja later de
universiteit moet kunnen bezoeken. Waar
om? Omdat hij gegoed is. Die ongelukkige
gedachte bederft niet alleen de onderwijs
inrichtingen, maar de gehele opvoeding
van het volk". Let wel: dit schreef Bos
al in 1910. Een halve eeuw later kunnen
we zijn verzuchting nog ongewijzigd her
halen.
Dat neemt niet weg dat zelfs Bos zijn
tekortkomingen had. Die lagen zeker niet
uitsluitend in zijn neiging te veel hooi op
de vork te willen nemen, zoals Van Raalte
vergoelijkend toegeeft. Juist in de corre
spondentie met Drucker blijkt iets van de
.Jein xi
i ,iu -wag .iiuq
geïrriteerdheid en (over)gevoëligheic!
waarvan de in het boek opgenomen hand
schriftanalyse gewaagt. Het is niet uitge
sloten dat Van Raalte zich vooral heeft
willen beijveren de door prof. mr. N. E. H
van Esveld en J. P. Gribling in hun bio
grafieën over Theub respectievelijk Aalber
se gewekte indruk, als zou Bos een min
of meer streberische figuur zijn geweest
weg te nemen.
WAT VAN RAALTE vermeldt over de
tegenstellingen tussen de voormannen van
de toenmalige vrijzinnig-democratische
bond doet vooral verlangen naar een bio
grafie van de altijd weer opduikende
„boodschapper" met zijn kernachtige si
tuatieschetsen: mr. H. P. Marchant, de
latere minister van Onderwijs.
ZO SCHRIJVEN WIJ HET eveneens aan
de verering van Van Raalte voor Bos
toe, dat hij de oorzaken van de misluk
king der door Bos in 1913 ondernomen
kabinetsformatie eenzijdig bij Troelstra
zoekt. Uit de in het boek opgenomen
correspondentie tussen Bos en Troelstra
voor het eerst volledig en samenhan
gend gepubliceerd —blijkt immers duf
delijk dat de socialistische partijleider zeer
principiële argumenten had om geen
bondgenootschap met de zogenoemde Vrij
zinnige concentratie aan te gaan. WeliS'
waar had de S.D.A.P. enkele concrete pro
grammapunten met de drie vrijzinnige
partijen gemeen, maar de samenwerking
zou onmiddellijk schipbreuk lijden bij gro
te stakingen en bij vraagstukken van
militaire en koloniale aard. Wij menen dat
niet alleen de ervaringen opgedaan tij
dens het Franse Volksfront van 1936, maar
zelfs die van de Nederlandse na-oorlogse
coalitiekabinetten hebben bewezen dat het
moeilijk compromissen sluiten is tussen
socialistische en niet-socialistische partij
en. Troelstra heeft dat duidelijker gezien,
dan zijn navolgers.
In datzelfde verschilpunt schuilt het ant
woord op de vraag waarom een ongetwij
feld groot en verdienstelijk man als dr.
Bos in vergetelheid is geraakt. Niet zo
zeer omdat, zoals Van Raalte stelt, er
in ons land een betreurenswaardig tekort
bestaat aan het echt beleven van de pu
blieke zaak, maar omdat Bos in wezen
niet door een nieuwe maatschappij-orde
ning, maar door het aanbrengen van klei
nere en grotere verbeteringen de onvolko
menheden van de bestaande samenleving
wilde corrigeren. Daarin nu verschilt hij
niet van de meeste vergeten naamgevers
in onze staatsliedenwijken, die meer goed
willend dan visionair waren.
Tenslotte het tweede bezwaar tegen de
ze overigens zo welkome bijdrage tot de
kennis van onze politieke geschiedenis.
Dr. Van Raalte gaat er teveel van uit dat
iedereen net zoveel weet van het bespro
ken tijdperk als hijzelf. Wat wij in dit boek
hebben gemist is een hoofdstuk gewijd aan
de algemene politieke situatie, in Neder
land in de jaren dat Bos daarin een hoofd
rol speelde. Een beschouwing dus over
partijformaties en haar programma's en
over de grote politieke vragen in de perio
de tot en met de eerste wereldoorlog. Het
zou het onderwerp voor een groter publiek
toegankelijk hebben gemaakt. Zowel de fi
guur van dr. Bos als het gedegen vak
werk van dr. Van Raalte rechtvaardigden
dat.
HILVERSUM I. 402 m 746 kc.s. 7.00 VARA
10.00 VPRO. 10.20 VARA. 19.30
VPRO 20.00-24.00 VARA.
VARA. 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym
nastiek. 7.20 Socialistisch strijdlied. 7.23
Lichte ochtendklanken (gr.) (Om 7.35 Van
de voorpagina, praatje). 8.00 Nieuws. 8.18
Lichte grammofoonmuziek. 8.40 Orgelspel.
9.00 Gymnastiek voor de vrouw. 9.10
Kookpraatje. 9.15 Klassieke grammofoon
muziek. 9.35 Waterstanden. 9.40 Schoolra
dio. VPRO: 10.00 Inzicht en uitzicht
Achter de schermen, lezing. 10.05 Morgen
wijding. VARA: 10.20 Voor de vrouw.
11.00 Tel uit je winst, een spel van spelle
tjes. 12.00 Voor het platteland. 12.05 Lich
te grammofoonmuziek (12.30-12.33 Mede
delingen t.b.v. land- en tuinbouw). 13.00
Nieuws. 13.15 Lichte orkestmuziek. 13.45
Gesproken portret. 14.00 Radio-kameror
kest en solisten: klassieke muziek. 15.00
De strijd om de klant, toespraak. 15.10
Voor de jeugd. 17.00 Amateursprogramma.
17.30 Tentoonstellingsagenda. 17.35 Licht
instrumentaal Trio. 17.50 Regeringsuitzen
ding: Geven en nemen Tips voor weg
gebruikers. 18.00 Nieuws en commentaar.
18.20 Actualiteiten. 18.30 Lichte muziek.
19.00 Voor de kinderen. 19.10 VARA-Varia.
Daarna: Lichte grammofoonmuziek. 19.20
We zijn weer eens geteld, toespraak.
VPRO: 19.30 Voor de jeugd. VARA: 20.00
Nieuws. 20.05 Promenade-orkest en so
praan: Beroemde walsen. 20.45 Kaf en Ko
ren wekelijkse notities 20.55 Achttien
jaar getrouwd, hoorspel. 22.05 Italiaans
ensemble en zangsolist. 22.30 Nieuws. 22.40
Actualiteiten. 23.00 Klassieke en moderne
kamermuziek (opn.). 23.55-24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00
24.00 NCRV.
NCRV: 7.00 Nieuws en SOS-berichten.
10 Dagopening. 7.25 Oude grammofoon
muziek. 7.45 Radiokrant. 8.00 Nieuws. 8.15
Lichte grammofoonmuziek. 8.30 Idem. 9.00
Voor de zieken. 9.35 Lichte grammofoon
muziek. 9.40 Voor de vrouw. 10.10 Gram
mofoonmuziek. 10.15 Morgendienst. 10.45
Samenzang. 11.10 De jeugd op eigen wie
ken, hoorspel. 11.40 Lichte grammofoon
muziek. 12.10 Licht ensemble. 12.30 Mede
delingen ten behoeve van land- en tuin
bouw. 12.33 Licht orkest. 12.53 Grammo
foonmuziek, eventueel actualiteiten. 13.00
Nieuws. 13.15 Musette-ensemble. 13.35 Ka
mermuziek (gr.). 14.30 Lichte grammo
foonmuziek. 15.00 Jong Nederland musi
ceert. 15.50 Bijbelvertelling voor de
jeugd. 16.00 Voor de jeugd. 17.15 Vrije
tijdwel besteed! 17.30 Lichte gram
mofoonmuziek. 17.40 Beursberichten. 17.45
Licht instrument, trio. 18.05 Vrouwenkoor.
18.30 Het spektrum, lezingen. 18.45 Licht
pianospel (gr.). 19.00 Nieuws en weer-
praatje. 19.10 Mededelingen of grammo
foonmuziek. 19.15 Leger des Heilskwartier
(gr.). 19.30 Radiokrant. 19.50 City-Theater
orkest en solisten: lichte muziek. 20.15
Omroeporkest en solist: Klassieke en mo
derne muziek. 21.10 In de winkel van Sin-
keFis~an<rter<koöp!?, lezing. 21.30 Koor
zang (gr.). 21.40 Kanttekeningen. 21.55
Piano en viool: klassieke muziek. 22.30
Nws. 22.40 Avondoverdenking. 22.55 Ope
ramuziek (gr.). 23.45 Lichte grammofoon
muziek. 23.55-24.00 Nieuws.
BRUSSEL 324 m.
12.00 Nieuws. 12.03 Lichte muziek. 12.30
Weerbericht. 12.35 Lichte muziek. 12.50
Beursberichten. 13.00 Nieuws. 13.15 Kamer
muziek. 14.00 Nieuws. 14.03 Schoolradio.
15.00 Kinderkoor. 15.30 Symfonische mu
ziek. 16.00 Nieuws. 16.03 Beursberichten.
16.09 Engelse les. 16.24 Lichte muziek.
17.00 Nieuws. 17.15 Altviool en piano. 17.45
Lichte orkestmuziek. 18.00 Nieuws. 18.03
Kamermuziek. 18.10 Lekenmoraal en filo
sofie. 18.30 Voor de soldaten. 18.50 Radio
kroniek. 19.00 Nieuws. 19.40 Muziek voor
de 'jeugd. 19.55 Pianorecital. 20.00 Een
eeuw Russische muziek. 21.00 Pianomu
ziek a quatre mains. 21.30 Pedagogisch
praatje. 21.40 Lichte muziek. 22.00 Nieuws.
22.15 Volksmuziek uit China. 22.35 De Ze
ven Kunsten. 23.00 Nieuws. 23.05 Geva
rieerde muziek. 23.55 Nieuws. 24.00-0.15
Voor de zeelieden.
VOOR DINSDAG
NCRV: 19.30 Onderweg naar morgen,
maandelijkse rubriek op het terrein van de
wetenschap. NTS: 20.00 Journaal. NCRV:
20.20 Memo. 20.30 De reis van hun leven,
documentaire film. 20.45 Pas geperst. 21.10
Leven aan touwtjes: poppenspel. 21.35 Con
cilie en oecumene, forumgesprek. 22.10 Sa
menzang: geestelijke liederen. NTS: 22.20-
22.25 Journaal.
VOOR WOENSDAG
AVRO: 17.00 Voor de kinderen. NTS:
17.35-17.45 De Verrekijker, jeugdjournaal.
AVRO: 19.30 Commentaar: kritisch bulle
tin. NTS: 20.00 Journaal en weeroverzicht.
AVRO. 20.20 In AVRO's Televizier. NTS:
20.30 Mag ik U uitnodigen, Juffrouw?, mu
zikaal amusementsprogramma. AVRO:
21.15 Literaire ontmoetingen. 21.50-22.40
Rondo Sinfonico: klassieke orkestmuziek.
ARNHEM Geslaagd voor: Bouwkun
dig uitvoerder: A. Buijert, aspirant; water
bouwkundig opzichter-tekenaar: P. Meyer,
weg- en waterbouwkundig opzichter: M.
Booden, betonbouwkundig uitvoerder: C.
J. Visser, alleen te Haarlem; voor aspirant
landmeetkundige: G. Boot te Haarlem;
voor hoger technisch basisexamen werk
tuigbouw: H. P. M. Stolwijk te Heemstede;
R. Priem te Haarlem, P. C. van Konings-
bruggen te Zandvoort, F. J. W. van Vlij
men te Haarlem, D. S. Pines te Haarlem,
G. P. Tesselaar te Heemstede, F. M. Nelis
te Haarlem, W. Loerakker te Haarlem, C.
J. F. Oud te Haarlem, A. E. Piekhaar te
Aerdenhout; voor uitgebreid technisch
basisexamen werktuigbouw: J. Kloos te
Haarlem en W. J. Bol te Santpoort; voor
hoger technisch basisexamen elektrotech
niek: T. Kool, L.Paardekoper, H. C. Hon-
hof. G. J. van Bedaf, allen te Haarlem en
G. H. Kippersluis te Santpoort; voor basis
examen technisch chemicus: M. J. van
Egmond, C. van Schooten en F. J. Bahlen,
allen te Haarlem.