lü
WOENSDAG 9 JANUARI 1963
ï'-Sr$b'
L.ji'Jl '■hnoiiiil U» J'lnWil..! ''if
breuk voldoende voor wondkoorts en de
gevaarlijkste infecties.
Maar nu komt het, mijn zegsman be
weert bij hoog en bij laag, dat, toen de
familieleden drie dagen later bij de hut
van de tovenaar terugkeerden, de ge
wonde nog precies in dezelfde houding
werd aangetroffen als waarin zij hem
hadden achtergelaten. De tovenaar komt
tevoorschijn, blaast het poeder van de
plek, waar drie dagen geleden nog de
wonde was en zegt: „Sta maar op"
en de man stond op en liep.
Ik hoorde van dit geval en slaagde erin
de doktoren van het ziekenhuis over te
halen een röntgen-foto te maken van het
been. Wat de tovenaar in die drie dagen
heeft uitgehaald, weet natuurlijk nie
mand, maar een feit is, dat er op de
röntgenfoto geen spoor van een breuk te
zien was. Bedrog? Er zijn tientallen ge
tuigen, die desnoods willen zweren, dat
het been echt gebroken is geweest
O, als je sterke verhalen zoekt in die
richting, dan zit Afrika er vol van."
Wilko A. G. M; Bergmans
verbleef onlangs in de Afri
kaanse wildernis, waar hij de
kans kreeg een echte seance
bij de medicijnman in Ban-
toeland bij te wonen en wat
nog nooit een westerse foto
graaf was gelukt... ook te fo
tograferen. Dit avontuur
was niet zonder gevaar want
in het begin stonden de tove
naars en diens volgelingen
hem naar het leven.
twintig jaar op zijn kans loert. Geen
schijn van kans, heus
Een paar weken later vertrok ik met
een missionaris naar de Woodlands.
Voor de laatste tocht had ik de grote
Xosa-stam uitgekozen, een nog zeer pri
mitieve negerstam, waarvan het grootste
deel nog nooit met een blanke in aan
raking was geweest. Onze kleine kara
vaan wij hadden een paar dragers bij
ons arriveerde op een middag in de
brandende hitte bij een kraal en omdat
ik onderweg net een film had volgescho
ten, wilde ik nog gauw een nieuwe film
in mijn camera doen. Ik zocht naar een
beschaduwde plek, zag vlak bij een ver
laten negerhut en ging er naar binnen.
Dat kostte mij bijna het leven. De hut
stond geheel apart en achteraf bedacht
ik, dat m'n gids me wel had mogen
waarschuwen. Hij kon namelijk weten,
dat zo'n hut, die helemaal apart staat,
meestal de woning is van: de tove
naar. Uitgerekend de hut van de tove
naar ontwijdde ik met mijn bezoek. Ik
was nog bezig met het inzetten van een
nieuwe film, toen ik buiten een door
merg en been dringende gil hoorde. Een
praktisch naakte neger rende, gewapend
met een zware strijdknots op me af. In
een minimum van tijd was ik omringd
door een krijsende menigte negers, die
allemaal gewapend waren met asse
gaaien (korte speren) en ik moet eer
lijk bekennen, dat ik me bepaald onpret
tig begon te voelen toen ik al die spitse
speerpunten op me gericht zag. Buiten
de kring stond 'n doodsbleke missiona
ris. Ik hoorde hem iets roepen tegen zijn
tolk, maar het volgende ogenblik ont
namen de dansende lijven van het neger
ballet me weer het uitzicht. „Op dat
ogenblik," vertelde de missionaris me la
ter, „gaf ik geen cent meer voor uw
leven. De kerels waren absoluut door
het dolle heen, want in hun ogen had
u de zwaarste heiligschennis bedreven,
die mogelijk was. De hut van een tove
naar is werkelijk taboe voor iedereen."
Vermoedelijk kreeg ik uitstel van exe
cutie, doordat ik me zo kalm hield. Ik
was me eigenlijk van geen kwaad be
wust, meende zelfs nog een ogenblik dat
deze' krijgsdans èen soort van wèlkom
was. Bovendien waren ze kennelijk toch
ook nieuwsgierig naar wat ik eigenlijk
aan het doen was met dat vreemde blin
kende „doosje". Mijn camera, die ik nog
steeds in mijn hand had, (eventueel
schietklaar) liet ik aan de riem om mijn
hals bengelen en ik greep in mijn zak
naar mijn sigaretten. De tovenaar, die
vlak voor mij stond, bood ik er een aan,
maar hij deinsde achteruit alsof ik hem
vergif offreerde, dus stak ik zelf een si
garet op. Uiterste verbazing bij deze pri
mitieve mensen bij het zien van rook uit
zo'n wit dingetje en toen ik opnieuw met
een uitnodigend gebaar de doos voor hen
openhield, graaiden er onmiddellijk vijf,
zes handen in. Daarmee had ik het pleit
gewonnen. Ik herademde enigszins en
maakte van de gelegenheid gebruik om
enkele opnamen te maken. Deze manipu
latie vertrouwden ze niet, maar ik wenk
te de tovenaar, beduidde de anderen, dat
ze voor de hut moesten blijven staan en
liet hem door de zoeker kijken. Eerst
zag hij blijkbaar niets, maar plotseling
ontdekte hij het beeld van zijn stamge
noten. stiet een vreugdekreet uit, begon
te lachen, wees in de camera, en vervol
gens naar de mannen, om mij duidelijk
te maken, dat hij het werkelijk gezien
had.
De missionaris kwam naast mij staan,
veegde zich het zweet van het voorhoofd
en zei: „Man, daar zijn we door het oog
van de naald gekropen." Maar reeds
was mijn jachtinstinct weer ontwaakt:
„Kunt u niet via uw tolk vragen of de
tovenaar zich in zijn tovenaarskostuum
wil steken? Zeg hem maar, dat hij in
vol ornaat in de zoeker zal komen.
Er volgde een voor mij onverstaan
baar dialoog tussen de tovenaar en onze
tolk. Het duurde veel langer dan het
overbrengen van dit eenvoudige bericht
kon kosten en ik wilde de moed al op
geven, toen plotseling het gezicht van de
tovenaar verhelderde. Hij begreep het!
Onmiddellijk verdween hij in zijn hut om
enkele minuten later in vol ornaat in de
deuropening te verschijnen. In zijn rech
terhand hield hij een soort scepter, een
hoorn van een sabelantilope geklemd. Hij
zag er ongelooflijk uit, met de leeuwen
manenmuts op het hoofd en de kleurige
snoeren van amuletten op de borst. Daar
had ik nu het object zomaar in de schoot
gegooid gekregen. Voordat-ie goed en
wel besefte, dat hij er op stond, had ik
hem al enkele malen, in diverse houdin
gen, op de film vastgelegd. Nu of nooit,
dacht ik en ik liet vragen of hij geen
seance wilde geven. Maar hij was me al
voor, stuurde een boodschapper naar de
naastbij gelegen kraal, die even later
terug kwam met een: tovenares. In
tegenstelling met andere negervrouwen
laten vrouwelijke wonderdokters hun
haar groeien en met haar witgekalkte
gezicht, een jurk van een jonge leeuwen
huid en een bende van kleurige kralen,
was ze ideaal voor een foto. De hele
middag waren wij te gast bij de tove
naar. Er kwam Zelfs nog een leerlinge
van de tovenaar ten tonele. Ook zij werd
natuurlijk door mij vereeuwigd en als
klap op de vuurpijl kreeg ik de gelegen
heid om een echte seance te fotografe
ren. Er kwam een jonge neger-moeder
op zijn „spreekuur" met een schattig
klein kindje, dat ziek was en ik kreeg
het hele ritueel voor de lens.
De „consultatie" speelde zich inder
daad af, zoals enkele weken geleden door
mijn gastheer was verteld. In trance gaf
de tovenaar de moeder instructies hoe
ze ervoor moest zorgen, dat haar kind
niet alleen beter werd, maar als extra
toegift voorspelde de wonderman, dat de
kleine later grote macht zou krijgen.
Voor dit advies nu, moest de vrouw be
talen in de vorm van 'n „Donkey" (d.i.
een ezel). De tovenaars zijn in geheel
DE MOEILIJKHEID is natuurlijk, dat
al die dingen niet te controleren zijn.
Maar telkens sta je voor onoplosbare
raadsels. Hoe te oordelen over die hard
nekkige verhalen over het z.g. doden op
afstand. Een klein poppetje van hout of
klei, het primitieve portret van iemand,
die men uit de weg wil ruimen, wordt
door de tovenaar met de scherpe punt
van een agavedoorn doorstoken. De be
trokkene wordt op dat moment doodziek
en lijdt hevige pijn. Een diagnose' kan
zelfs door een blanke dokter niet worden
vastgesteld. De „uitverkorene" sterft zo
dra het ritueel van de tovenaar met het
doorsteken van het poppetje is opgehou
den. Er is natuurlijk veel bedrog bij,
zeker negentig percent van de zwarte
tovenaars zijn uiteindelijk niets anders
dan een handig soort oplichters, die ge
bruik maken van de primitieve toestand
van hun stamgenoten. Slimmeriken, die
goed komedie kunnen spelen. Ook zij do
den op afstand, maar zij hebben er hel
pers bij, die b.v. slangengif of iets an
ders in het eten van hun slachtoffers
mengen. Dit laatste is vaak geconsta
teerd. Maar in het eerste geval? Waar
om kunnen wij geen diagnose of doods
oorzaak vaststellen? Er zijn tovenaars
die zulke vreemde dingen uithalen, welke
wij met onze westerse beschaving voor
lopig nog niet op een natuurlijke manier
kunnen verklaren."
„Zo iemand zou ik graag fotograferen",
zei ik. „Als ik nog een serie van
zo'n tovenaar kon maken, zou mijn re
portage rond zijn."
„En natuurlijk een gegarandeerd ech
te," spotte mijn gastheer, „inclusief een
seance! Onmogelijk, zet dat maar uit je
hoofd. Neushoorns en olifanten zijn heel
wat gemakkelijker voor de lens te krij
gen. Neen, echt waar, daar hoef je niet
op te rekenen. Ik ken iemand, die deze
streek heel goed kent en al meer dan
Afrikaanse tovenaars
ONZE SAFARI WAS voortreffelijk ge
weest en toen de zwarte boy, na een uit
stekend diner de cognac serveerde,
strekte mijn gastheer de benen en zucht
te voldaan: „Nou, dat hebben wij wel
verdiend
Mijn Afrikatrip was bijna rond. Alleen
de Woodlands nog en ik aarzelde
een tovenaar. Mijn gastheer keek mij
aan: „Een tovenaar? Ach, ach, toch de
romantiek van het mysterieuze, zwarte
werelddeel hè?? Zwarte magie, duistere
riten „Bestaan ze werkelijk of
komen al die verhalen uit de duimen van
romanschrijvers, die dit land alleen ken
nen van plaatjes?"
„Ik zou niet durven beweren dat ze
niet bestaan".
Mijn gastheer keek peinzend de gestal
te van zijn negerbediende na, die met
een dienblad geruisloos dóór de deur
verdween.
„Maar wat is echt? Hier neem een
verse sigaar als het je interesseert,
kan ik je een verhaal vertellen, waar
van ik de zegsman persoonlijk ken; ik
sta voor zijn betrouwbaarheid in. Luis
ter Vorig jaar brak er hier ergens
in de „Bush" een neger zijn scheenbeen.
Het was volgens alle mensen, die het
ongeluk zagen, een gecompliceerde
breuk waarbij het gekraakte been door
de huid naar buiten stak. Op een burrie
werd hij naar een tovenaar vervoerd,
vergezeld van een grote optocht van fa
milieleden en nieuwsgierigen. Dat gaat
zo hier. De grote tovenaar kwam uit zijn
hut naar buiten en gaf opdracht de ge
wonde voor zijn hut te leggen. Vervol
gens werd er een vreemd ritueel afge
wikkeld, waarvan het belangrijkste was,
dat de tovenaar in trance moest gera
ken. Een groep vrouwen begon, in een
halve cirkel voor de hut gehurkt, te zin
gen. Het van pijn kreunende slachtoffer
en de tovenaar waren vóór de hutope
ning. Een schier eindeloos herhaald ge
zang weerklonk, waarbij de vrouwen
zacht in de handen klapten. Dit gezang
is voor onze westerse oren verre van
welluidend, maar de tovenaar begon er
van te sidderen en te beven; zijn ogen
rolden door hun kassen en ineens stootte
hij een rauwe kreet uit. Onmiddellijk
hield het gezang op. Of hij op dat mo
ment een of andere inspiratie krijgt is
niet te controleren, maar in dit geval
stond hij volkomen verwezen op, deed
een greep in een soort poeder, dat er
uitzag als gemalen steen en strooide dit
over de beenwonde uit. Voorlopig was
deze seance afgelopen en hij beduidde
hierna, dat iedereen weg moest gaan;
over drie dagen en nachten kon men de
gewonde neger gezond terug komen ha
len. Maar tijdens die periode mocht nie
mand de ongelukkige benaderen. Goed,
het schijnt, dat de man drie dagen en
nachten voor die hut gelegen heeft; geen
eten en drinker.; overdag gloeiend heet
en 's nachts bitter koud. Voor een nor
maal mens al om te bezwijken; voor
iemand met een gecompliceerde been-
stonden
mij naar
het leven
donker Afrika, althans naar wildernis
maatstaven gerekend, zeer welgestelde
lieden. Hun macht en aanzien en ook dat
van de kraalopperhoofden drukt zich dan
ook uit in het bezit van zoveel mogelijk
vee en ook van verscheidene vrouwen.
Toen onze vriendschap zó intiem dreig
de te worden, dat de tovenaar mijn
camera vroeg, kreeg ik ineens haast. On
getwijfeld zou dit „tovermiddel" zijn
aanrien nog aanmerkelijk vergroot heb
ben, maar met enkele busjes van tropen-
filmverpakking was hij toch ook kinder
lijk blij!
De enige vraag, die me kwellen bleef,
was, of dit nou een echte tovenaar
geweest was of zo'n ongeorganiseerde,
die eigenlijk geen vestigingsvergun
ning verdiende. Daarop kon niemand mij
antwoord geven. De missionaris zei al
leen: „Ik merkte wel, dat hij in z'n kraal
ongelooflijk hoog in aanzien stond, maar
op zich zegt dat niets. Overigens maakt
dit voor de foto's weinig uit, want de
pseudo-wonderdokters zijn zo mogelijk
nóg geheimzinniger dan de echte
Mocht u, lezer, in de Woodlands een
neger ontmoeten met een amulettenko-
kertje om zijn hals van een tropenfilm-
verpakking, dan weet u welke film daar
in heeft gezeten.