A. v. Polanen bouwde in zeven jaar
v grote handel in visafval op
Zonnebloem Klimop in'62
Ondoelmatig optrekje
Collecte
Weerzien na achttien jaar
IJmond verenigingen
vandaag en morgen
Havenberichten
4
DONDERDAG 10 JANUARI 1963
TEHUIS GEZOCHT
Weekgeldje
Jonge Bram
Nertsfarms
Avondschool
Verre visserij
Nieuw bedrijf
Ruim 450 gestolen
op tanker in IJmuiden
De plannen voor een prot.
"chr. u.t.s. in Haarlem
Men kan tegenwoordig nog een Ame
rikaanse carrière maken. Dat heeft de
5C-jarige heer A. van Polanen, die vol-
ens zijn eigen zeggen is geboren in een
abeljauw-kissie, bewezen. In zeven jaar
bouwde hij een grote handel in visafval
op. Hij zal echter ook de eerste zijn die
toegeeft, dat die carrière niet allpen is
te danken aan eigen activiteiten, maar
ook aan de hulp van vrienden. En vrien
den heeft Bram van Polanen zeker, in en
om de IJmuidense vishal. Big Boss-
allures heeft Bram niet. En ook aan het
kantoortje in de loods aan de Vissers
havenstraat zou je niet zeggen dat Van
Polanen jaarlijks voor tienduizenden
guldens omzet. Dat kantoortje is zeer
klein; eerst moest de grote rode hond
Max er uit, toen konden wij er in. Het
is tevens groezelig, heet gestookt door
een potkachel en versierd met een
mooie-meisjes-kalender. Bram neemt
!>laats in zijn stoel, leunt achterover en
egt zijn in geitenharen sokken gestoken
voeten op het bureau. Dan steekt hij
van wal.
Woensdag vertrokken uit IJmuiden: Rodenbek
naar Bremen; Marie Schwinge, Frederiksvaerk,
ijzer van IJmuiden; Martin Thore, Rotterdam;
Helena, Lysekil, walsmateriaal van IJmuiden;
Fritz Thyssen, Narvik; San Rocco, Nordenham,
van IJmuiden; Vesta, Pernis; Duiveland, Bremen;
Harrogate, Goole; Calvijn, Rotterdam, van Zaan
dam; Sisukas, Rotterdam, van Zaandam; Egret,
Rotterdam; Rozenburgh, Köping, walsmateriaal
van IJmuiden; Roerdomp, Sluiskil, van Zaan
dam; Globe, Sluiskil, van Zaandam; Thorstein,
Bremen; Martha Ahrens, Hamburg; Thetis, Rot
terdam; Sulima, Hamburg; Taras, Rotterdam;
Belos, Rotterdam; Liberiakust, Bremen; Amstel-
stroom, Bristol; Aaltje, Hamburg; Aaltje, Ro
chester: Beyla, Hamburg.
Donderdag kwamen in IJmuiden aan: Werra-
stein van Antwerpen; Inspecteur Mellema, Fo-
wey, bijlegger IJmuiden; Denwick Heda D.,
Londen; Marathon, Paramaribo.
Donderdag vertrokken uit IJmuiden: Lindborg
naar Vasteras; Velsk, Riga, van IJmuiden; Gari-
fjord, Rotterdam; Bern, Kirkcaldy; Midas, Rot
terdam; Selenga, Klaipeda; Vicod, Halmstad,
walsmateriaal IJmuiden; Alcor, Antwerpen.
In het jaarverslag van de
stichting Zonnebloem-Klim
op te Beverwijk-Velsen
wordt het verheugend ge
noemd dat de cursussen voor
werkende meisjes op tijd
hebben kunnen beginnen,
vooral omdat de ruimte waar
de cursussen worden ge
geven, verre van goed is. Dat
ruimtegebrek maakte het
voor de leidsters niet gemak
kelijk. Toch werd er met veel
toewijding gewerkt. Men
heeft besprekingen gevoerd
voor een ei£en gebouw in
Beverwijk.
In augustus 1962 verliet
mejuffrouw I. van Tongeren
de leiding in Velsen, na vier
jaar lang haar werkzaam
heden met grote geestdrift te
hebben verricht. Zij gaat
verder studeren. Het vol
ledige leidsterswerk werd
tijdelijk overgenomen door.
mevrouw C. Hoek-Hansen.
Mejuffrouw J. A. Heine-
man verliet de dienst van de
stichting in juli. Zij werd
stafdocente aan de Rotter
damse Academie voor Sociale
Wetenschappen en Maat
schappelijk Werk. Mejuf
frouw A. P. de Boer, leidster
van voornamelijk de jonge
rengroepen, trad in het hu
welijk en daarmee uit de
stichting in juni. Zij \#erd
opgevolgd door mevrouw L.
R. van Unen-Haack.
Er deden in Beverwijk elf
bedrijven met 123 cursisten
mee, in Velsen eveneens elf
bedrijven met 74 cursisten.
Het cursusjaar omvatte de
volgende vakken: koken,
naaien, kinderverzorging en
-opvoeding, medische raad,
ziekenverpleging, maatschap
pelijke vorming, huiselijke
sfeer, handenarbeid, vrije
expressie, muziek en ritmiek.
Concluderend wordt gezegd
dat het werk van de Stich
ting Zonnebloem-Klimop in
stijgende lijn gaat. Bedrijven
verlenen veel medewerking
en gaan steeds meer het be
lang inzien van 't vormings
werk van jeugdige werk
nemers.
In de afgelopen periode
zijn behalve verscheidene
katten enkele grotere honden
naar het IJmuidense Ker-
bert-asiel gebracht. De Die
renbescherming had gehoopt
dat deze dieren in Velsen wel
weer gauw een nieuw tehuis
zouden vinden. Helaas is dat
niet het geval geweest. Men
vraagt zich nu af waar nu
de werkelijke honden- en
kattenvrienden blijven. Deze
honden en katten zijn, voor
zover dat tijdens hun ver
blijf in het asiel is gebleken,
kerngezond. Misschien kan
een aantal onzer lezers hun
een gastvrij huis beschikbaar
stellen. Voor degenen die
niet zoveel ruimte in huis
hebben zijn er in het asiel
nog 'n aantal vrolijke kleine
honden voorhanden.
Mevrouw Schmohl uit Be
verwijk verzocht ons mede
te willen delen, dat er weer
een grote partij speldjes en
broches voor de actie „Open
het Dorp" zijn bezorgd en ze
zou nu gaarne zien dat een
grote groep dames en meisjes
zich beschikbaar wilde stel
len om deze versierselen aan
de man of de vrouw te bren
gen. Deze oproep geldt ook
voor de besturen van andere
(vrouwen)-verenigingen, die
dus niet zelf behoeven te be
stellen. De speldjes kan men
afhalen bij mevrouw
Schmohl, Vondellaan 89, Be
verwijk. Ze kunnen echter
ook telefonisch worden be
steld (tel. 02510-4131) waarna
men het bestelde thuis ge
bracht krijgt. Speldjes die
men niet verkocht heeft kan
men weer terugbrengen.
„Ik ben twintig jaar vertegenwoordiger
geweest. En altijd al had ik het idee rijp
te zijn om voor mezelf te beginnen. De
crisistijd gaf me geen kans. Na de oorlog
kwam ik bij dezelfde baas terug. De zaak
liep echter achteruit en ik ging gewoon als
visknecht in de hal werken. Inkopen en
Verkopen deed ik toen ook, maar op lang
niet zo'n grote schaal als nu.
Ik had één hobby: motorfietsen. Een
mooie motor spaarde ik op. Ik verkocht
hem weer, want ik zag wat in dit bedrijf.
Zeshonderd gulden kreeg ik voor de ma
chine. Ik huurde een klein pakhuisje en
Rademaker gaf me een steekwagen, want
zonder zo'n ding doe je niks in ons be
drijf.
Ik begon in 1955. 's Nachts trawlers los
sen om mijn vrouw toch een weekgeldje
te geven. De eerste week kocht ik 365 kilo
visafval. Na twee maanden waren die zes
honderd gulden bijna op. Ik had nog vijf
tig piek op zak. Nu heb ik veel vrienden
en kennissen in de hal. Een van hen was
de vertegenwoordiger van een vishandel.
Jongen, zei hij tegen mij, aan visafval
hebben wij niks. Ik betaal je iedere
avond, zei ik. Hij vertelde het door aan
anderen, dat ik elke avond betaalde. Zo
kwam ik het jaar door en had ik het vis
afval van 20 percent van alle viskopers in
IJmuiden. Ik hoef nu 's avonds niet meer
te betalen. Het mag ook aan het eind van
de week, eens in de maand, met Pasen of
met Kerstmis. Het hindert niet. Het eerste
jaar zette ik 400 ton om. Ik zei tegen die
viskoper: hier is je steekwagen terug. Hij
hoefde hem niet te hebben. Koop er maar
een nieuwe bij, zei hij. Dat deed ik en
vier maanden daarna kocht ik een oude
auto voor duizend gulden, in '58 de eer
ste nieuwe en nu heb ik voor een ton lo
pen' drie vrachtwagens. Voor mezelf heb
ik een luxe-Mercedes aangeschaft. We zijn
met z'n zessen, vier man personeel, mijn
zoon Bram en ik. Dit gebouw kostte 15000
gulden. Tachtig procent van het visafval
komt in onze handen en we hebben een
jaaromzet van 150.000 gulden, buiten de
vis die ik gewoon over de veiling koop. Ik
heb naam gemaakt, maar vooral ook dank
zij de hulp van collega's kon ik mijn con
currenten achter me laten".
Van Polanen brengt het vissifval naar
bontfarms in het hele land en wat daar
voor niet bruikbaar is naar Hamburg en
Bremerhaven. Daar wordt het verwerkt
tot vismeel, tot traan voor margarine,
odeur en in Liga-biscuits. Over een
dag of tien gaat Van Polanen beginnen met
wekelijkse transporten van 100 ton naar
Bremerhaven. Jonge Bram (22 jaar) kwam,
nadat hij van de mulo was gekomen bij
zijn vader in dc zaak. Lange tijd hebben
zij het met z'n tweeën gedaan. Jonge Bram
haalde 's avonds verschillende diploma's,
die hem in staat moeten stellen de zaak
te drijven. Hij bracht enkele maanden door
in Noordduitse fabrieken, waar het visaf
val wordt verwerkt. Zijn vader noemt hem
een harde werker. Hij is voorbestemd het
bedrijf voort te zetten.
Van Polanen is het enige bedrijf dat vis-
afval-afnemers heeft in binnen- en buiten
land. Men houdt het vervoer volkomen in
eigen handen. Drie en twintig grote bont
farms in ons land worden door Van Pola
nen bevoorraad. „Wat die beesten krijgen
moet gelijk staan aan menselijk voedsel",
zegt, Bram senior. „Ze zijn heel gevoelig.
De vis wordt als gehakt gedraaid in het
andere voedsel en moet van goede kwali-
De heer A. Polanen: „Ik heb nu voor
een ton lopen."
teit zijn. Maar ze hoeven mijn vertegen
woordiger en mij over de kwaliteit van de
vis niks wijs te maken. Ik ben opgegroeid
in de vis en, ik zou haast zeggen, in een
kabeljauw-kissie geboren. Als er bij nert-
zen voedselvergiftiging optreedt, ben ik
verantwoordelijk als ik de vis heb gele
verd. Dus je moet wel goed uitkijken. Eén
vis mogen ze beslist niet hebben. Dat is de
hake. Est een nertz die, dan sterft hij.
Een klant van mij, een baronesse, had
eens gebrek aan visafval. De tuinman
kreeg opdracht op de markt vis te kopen.
Hij kocht hake, die door het voedsel werd
gedraaid. De nertzen werden vergiftigd.
Het was een klap van 23.000 gulden. De
baronesse was sportief. We kwamen er
achter dat het niet aan het door mij ge
leverde visafval had gelegen en ik draaide
er niet voor op, wat ik trouwens niet had
gekund".
Toen oude Bram en jonge Bram een
dikke boterham in het bedrijf konden ver
dienen, ging de oude anderhalf jaar lang
naar de avondschool, paar leerde hij de
nertz en diens voedsel uit en ter na kennen.
Vervolgens reisde hij de farms af om klan
ten te winnen en nu kan IJmuiden hem
niet genoeg visafval leveren om zijn afzet
te dekken. Van Polanen gaat zelf twee
keer in de maand naar Denemarken voor
inkoop en verkoop en ook in andere plaat
sen koopt hij visafval. Binnenkort gaat hij
een paar,honderd Lon in cellofaan verpakt
en ingevroren, leveren aan Zweden. Zweèd-
se vrachtauto's komen de lading halen.
Jonge Bram en oudé Bfébh werken döfe
en nacht. „Ik heb een prima vertegen
woordiger en ook met de jongens heb ik
het goed getroffen", zegt Van Polanen.
„Een baas hebben we niet. Het is „ome
Bram". We werken naar de beste denk
beelden, van wie ze ook komen".
De drukste tijd voor de levering aan
nertzenfarms is in de zomer. Dan gaat er
60 ton per week de deur uit. Van Polanen
koopt er dan consumptievis bij, met het
afval haalt hij het niet. Ook krijgt hij zo
veel procent van de doorgedraaide vis. In
de winter bestaat er een overproduktie,
want op de farms worden nu alleen de
fokdieren gehouden. Het teveel wordt in
gevroren. In het voorjaar gaan de nertzen
paren en ieder teefje is goed voor vier
jongen. De nertzprijzen zijn goed: 150 tot
180 gulden voor een velletje en vele farms
breiden dan ook uit.
Ook Van Polanen heeft zijn hoop ge
steld op de verre visserij. Dan komt er
voor hem veel meer afval. „Als het tegen
loopt, en dat weet ik pas over maanden,
kan ik gaan invriezen. Dan hoef ik nooit
met lege handen te komen", meent hij. In
een koelhuis heeft hij een vriescel van
40-50 kub. meter.
Hoewel Bram sr. zijn woordje best weet
te doen, noemt hij zichzélf geen man van
praten. „Ik heb het altijd zelf willen doen.
Van de grond af. Hoewel mijn tweede
vrouw een flink kapitaal had. Ik kan niet
stilzitten. Eerst was dit werk mijn bestaan,
nu is het een hobby".
Het einde van Van Polanen's werkkracht
is nog lang niet in zicht. Begin deze week
heeft hij het naast zijn loods gelegen pand
gekocht. Als hij de verschillende vergun
ningen, voor verbouwingen enzovoorts
heeft, wil hij daar een handel in oude en
nieuwe metalen, zeildoek, touwwerk en
dergelijke beginnen. Hij heeft daar nog een
vergunning voor. Jonge Bram zal dan
voornamelijk het visafvalbedrijf moeten
drijven.
Bram de oude vertelt: „Mijn hele fami
lie bestaat uit handelsmensen. Ik kom van
de Breesaap. Mijn moeder ventte met ap
pelen en peren op de grote boten. In de
eerste wereldoorlog verkocht zij soep en
snert aan de soldaten van het Forteiland.
Als jongetje van drie jaar moest ik mee
als „platmaker". Koud en verkleumd,
moest ik het medelijden opwekken. Van
de zes kinderen van ons gezin ben ik de
enige die iets voor zichzelf heeft aange
durfd. Mijn grootvader heeft tegen me ge
zegd: Bram, als je wat wil worden, begin
dan in de rommel. Daaraan is meer ver
dienen dan aan het mooie". Dat heeft
Bram waargemaakt.
Voor een bedrag van ruim 450 aan
buitenlands geld (150 Canadese dollars en
19000 Braziliaanse cruzeiro's) is gestolen
aan boord van een Engelse ertstanker,
die thans in IJmuiden wordt gelost bij
Hoogovens. Kort na aankomst van het
schip in de buitenhaven van het Hoogoven-
bedrijf, kwam de bootsman tot de ont
dekking, dat het geld uit zijn hut was
verdwenen. De Velsense politie heeft de
zaak in onderzoek.
De gemeenteraad van Haarlem heeft
tijdens zijn woensdagmiddag gehouden
vergadering geen kans gekregen zijn voor
of tegen uit te spreken ten aanzien van
een voorstel van burgemeester en wethou
ders een noodzakelijkheidsverklaring te
verlenen voor het oprichten en instand
houden van een protestants-christelijke
u.t.s. in Haarlem. Zoals wij in ons blad
van maandag 7 januari bericht hebben
had de stichting Christelijk Uitgebreid
Technisch Onderwijs voor Noord-Holland,
gevestigd te Beverwijk, zich met een ver
zoek hiertoe tot de gemeente Haarlem ge
wend. Het desbetreffende raadsvoorstel
werd namelijk door het college bij de
aanvang van de vergadering ingetrokken
en van de agenda afgevoerd.
DONDERDAG 10 JANUARI
„De Brulboei", Kanaalstraat, 19.30 u.:
Cursus decorbouw en belichting N.A.T.U.-
W.K.A.
Hervormd Jeugdhuis, Rembrandtlaan,
20 u.: Mr. M. van der Stoel spreekt over
„In dienst van de vrede" voor federatie
Velsen P.v.d.A.
VRIJDAG 11 JANUARI
Raadhuis, Velsen, 20 u.: Drs. H. J. Vier-
sen spreekt over „Is democratie nog mo
gelijk in het huidig tijdsbestel" voor Poli
tiek Jongeren Contact Velsen.
Hervormd Verenigingsgebouw, Bever
wijk, 20 u.: „Oan e Dunkant" uit Castricum
speelt „Saskia" voor „Us Memmetael".
Irenekapel, Beverwijk, 20 u.: Wim Dussel
spreekt over „Tussen Kremlin en Kapi-
tool".
Woensdag kwamen in IJmuiden aan: Rozen
burg van Antwerpen, voor IJmuiden; Otto, Ham
burg; Juno, Abö; Bab T. Norrköping, hout voor
Zaandam; Neder-Eems, Antwerpen; Pericles,
Antwerpen; Eemstroom, Shoreham; Jurgen
Wehr, Londen; Oihonna, Kemi; Trito, Le Havre;
Ludwigsburg, Rotterdam; Alme, Neath; Grebbe-
stroom, Liverpool; Seabreeze, Londen; Prinsen
beek, Funedal; Stadt Brake, Hudiksval; Jean E.,
Londen; Menje, Londen; Henriette B., Londen,
voor IJmuiden; World Cheer, Norfolk, kolen voor
IJmuiden; Irima, Le Havre; Labrador, Fowey;
Rijnstroom, Hull; Swift, Londen; Stad Alkmaar,
Narvik, erts voor IJmuiden; Irma, Rotterdam;
Heriot, Leith.
Hier worden kabeljauwkoppen bewerkt.
(Indien achter de scheepsnaam en de haven
van herkomst of bestemming geen nadere aan
duiding volgt, betekent dit dat het schip van of
naar Amsterdam is gegaan).
De koffers staan al gepakt
in de gang van het huis De
Weerdstraat 38, IJmuiden,
waar het echtpaar Smoor
woont. De heer en mevrouw
Smoor vertrekken zaterdag
aanstaande namelijk met het
stoomschip Waterman uit
Rotterdam naar Australië,
waar zij hun zoon Antoon en
zijn gezin een bezoek gaan
br.engen. Zij hebben Antoon
al achttien jaar niet gezien.
Zijn Australische vrouw en
hun kinderen kennen zij al
leen van foto's. „Het wordt
een hele onderneming. Maar
we hebben a gezegd, nu moe
ten we b zeggen ook", meent
de 71-jarige heer Smoor. „We
zijn erg gelukkig dat we
kunnen gaan", aldus zijn 70-
jarige vrouw (over twee jaar
zijn de heer en mevrouw
Smoor een halve eeuw ge
trouwd). Antoon Smoor was
bij het uitbreken van de oor
log in dienst van de marine.
„Onder een regen van bom
men ontsnapte de Nautilus,
waarop hij voer, uit Den
Helder", vertelt mevrouw.
Het schip week uit naar En
geland. „Jaren lang hoorden
we niets van hem. In augus
tus 1945 zagen we hem terug.
Toen zei hij: moeder ik ben
al twee jaar getrouwd. Dat
wisten we natuurlijk niet en
er ging even wel wat in ons
om." Antoon Smoor was in
de oorlog getrouwd met een
Australische. Zij wilde niet
meer hebben dat hij bleef
varen. Hij had al zoveel
meegemaakt: de Nautilus
werd in dichte mist door
een oorlogsschip overvaren
bij Engeland en Antoon
maakte ook de Slag in de
Javazee mee op een torpedo-
in regen, wind en ijzige
koude. Nu heeft dit hokje
geen dak, het is aan de
voorkant open en aan de
oostzijde helemaal dicht, zo
dat de dienstdoende agent
voortdurend om het hoekje
moet kijken om te kunnen
zien wat er uit de richting
Beverwijk komt Bij die han
deling staat hij buiten. Het
enige praktische nut van het
hokje is de beschutting die
het geeft tegen de uit het
noorden over de open vlakte
waaiende wind. Vooral bij
de huidige weersgesteldheid
beklagen wij de agenten die
bij dit kruispunt en onder
een zo volkomen ondoelma
tige bescherming dienst moe
ten doen.
bootjager. „Ik zou best naar
Holland willen komen",
schreef hij zijn ouders.
Steeds echter kwam er wat
tussen. Antoon tobde met
twee van zijn drie kinderen.
Hun gezondheidstoestand liet
een verblijf in ons kille
vochtige land niet toe. Artsen
raadden hem de reis af. Hij
gaf handen vol geld uit voor
de dokter. Er verliepen weer
enkele jaren. Antoon schreef:
„Moeder ik zal toch probe
ren te komen". Toen moest
zijn vrouw een ernstige ope
ratie ondergaan en weer ging
het bezoek aan Nederland
niet door. „Hier komen ook
oude mensen uit Holland",
meldde Antoon in een brief
en zijn moeder antwoordde:
„Toon, als jij vaders reis be
taalt betaal ik de mijne. Dan
kunnen we komen". Antoon
verkocht zijn huis om het
benodigde geld te krijgen.
Een kennis van het echtpaar
Smoor moest echter ook naar
Australië. Hij zei: „Ik betaal
die reis wel. In Australië
krijg ik het geld van Toon
wel terug." Zo kwam het
geld bij elkaar. De A.O.W.
van mevrouw, het pensioen
tje van meneer, beider spaar
centjes. Familie en vrienden
deden er nog wat bij, want
ook de twee kinderen van het
echtpaar Smoor, een zoon en
een dochter die beiden in
Dit zijn Antoon Smoor en
zijn Australische vrouw.
IJmuiden wonen, zijn dolblij
dat hun ouders de reis gaan
maken. Van de maatschap
pijen krijgen de bejaarde
reizigers korting op de reis-
prijs.
Antoon Smoor is nu 45
jaar. Velen hebben hem ge
kend in IJmuiden-Oost. Hij
woont in Palmyra-Fremant-
le, West-Australië, en heeft
een baan bij de spoorwegen.
Toch blijft hij een echte Ne
derlander, al bevalt het hem
best in Australië. „Moeder,
als ik een Hollandse boot
zie, gaat mijn hart open",
schreef hij in één van zijn
vele brieven, die altijd wor
den vergezeld van een schrij
ven van zijn vrouw en haar
schoonouders.
De heer en mevrouw
Smoor blijven acht maanden
weg. De heen- en terugreis
curen samen acht weken.
Toon betaalt de terugtocht.
Mevrouw Smoor is van plan
De heer en mevrouw P.
Smoor, die zaterdag naar
Australië vertrekken.
van de hele reis een dagboek
bij te houden. „Wat kunnen
ze voor jullie meenemen uit
Holland?", schreef de doch
ter van 't echtpaar aan haar
broer. „Het grootste cadeau
is, dat zij komen", was het
antwoord uit Australië. „We
kunnen de laatste dagen
moeilijk wegkomen", vertelt
mevrouw. „Er zijn zoveel
kennissen en familieleden die
afscheid van ons willen ne
men." Het echtpaar heeft tal
van vrienden in IJmuiden.
Mevrouw is een geboren
Velseroorder, haar man komt
uit Maassluis. Hij was 23
jaar lang machinist op traw
lers van de VEM en 19 jaar
lang machinist in de vis-
meelfabriek De Toekomst.
Hij heeft bij elkaar 32 jaar
gevaren, vanaf zijn twaalfde
jaar.
De Emmabloem-collecte in
Velsen, die door bijzondere
omstandigheden werd uitge
steld tot december 1962, heeft
een prachtige opbrengst ge
had, namelijk 3155,35. Het
bestuur van de Vereniging
tot Bestrijding der T.B.C.
voor alle gezindten, zegt al-
die hebben meegewerkt
dit mooie resultaat te
iken hartelijk dank.
Bij het kruispunt Wencke-
bachstraat-Koningsweg in
Velsen-Noord staat sinds
enkele weken een vreemd
bouwseltje. Het is vervaar
digd van serredeuren en
stukken schutting en kenne
lijk bedoeld ter bescherming
van de politiemannen, die op
genoemd kruispunt de ver
keerslichten moeten regelen