A. v. Polanen bouwde in zeven jaar v grote handel in visafval op Zonnebloem Klimop in'62 Ondoelmatig optrekje Collecte Weerzien na achttien jaar IJmond verenigingen vandaag en morgen Havenberichten 4 DONDERDAG 10 JANUARI 1963 TEHUIS GEZOCHT Weekgeldje Jonge Bram Nertsfarms Avondschool Verre visserij Nieuw bedrijf Ruim 450 gestolen op tanker in IJmuiden De plannen voor een prot. "chr. u.t.s. in Haarlem Men kan tegenwoordig nog een Ame rikaanse carrière maken. Dat heeft de 5C-jarige heer A. van Polanen, die vol- ens zijn eigen zeggen is geboren in een abeljauw-kissie, bewezen. In zeven jaar bouwde hij een grote handel in visafval op. Hij zal echter ook de eerste zijn die toegeeft, dat die carrière niet allpen is te danken aan eigen activiteiten, maar ook aan de hulp van vrienden. En vrien den heeft Bram van Polanen zeker, in en om de IJmuidense vishal. Big Boss- allures heeft Bram niet. En ook aan het kantoortje in de loods aan de Vissers havenstraat zou je niet zeggen dat Van Polanen jaarlijks voor tienduizenden guldens omzet. Dat kantoortje is zeer klein; eerst moest de grote rode hond Max er uit, toen konden wij er in. Het is tevens groezelig, heet gestookt door een potkachel en versierd met een mooie-meisjes-kalender. Bram neemt !>laats in zijn stoel, leunt achterover en egt zijn in geitenharen sokken gestoken voeten op het bureau. Dan steekt hij van wal. Woensdag vertrokken uit IJmuiden: Rodenbek naar Bremen; Marie Schwinge, Frederiksvaerk, ijzer van IJmuiden; Martin Thore, Rotterdam; Helena, Lysekil, walsmateriaal van IJmuiden; Fritz Thyssen, Narvik; San Rocco, Nordenham, van IJmuiden; Vesta, Pernis; Duiveland, Bremen; Harrogate, Goole; Calvijn, Rotterdam, van Zaan dam; Sisukas, Rotterdam, van Zaandam; Egret, Rotterdam; Rozenburgh, Köping, walsmateriaal van IJmuiden; Roerdomp, Sluiskil, van Zaan dam; Globe, Sluiskil, van Zaandam; Thorstein, Bremen; Martha Ahrens, Hamburg; Thetis, Rot terdam; Sulima, Hamburg; Taras, Rotterdam; Belos, Rotterdam; Liberiakust, Bremen; Amstel- stroom, Bristol; Aaltje, Hamburg; Aaltje, Ro chester: Beyla, Hamburg. Donderdag kwamen in IJmuiden aan: Werra- stein van Antwerpen; Inspecteur Mellema, Fo- wey, bijlegger IJmuiden; Denwick Heda D., Londen; Marathon, Paramaribo. Donderdag vertrokken uit IJmuiden: Lindborg naar Vasteras; Velsk, Riga, van IJmuiden; Gari- fjord, Rotterdam; Bern, Kirkcaldy; Midas, Rot terdam; Selenga, Klaipeda; Vicod, Halmstad, walsmateriaal IJmuiden; Alcor, Antwerpen. In het jaarverslag van de stichting Zonnebloem-Klim op te Beverwijk-Velsen wordt het verheugend ge noemd dat de cursussen voor werkende meisjes op tijd hebben kunnen beginnen, vooral omdat de ruimte waar de cursussen worden ge geven, verre van goed is. Dat ruimtegebrek maakte het voor de leidsters niet gemak kelijk. Toch werd er met veel toewijding gewerkt. Men heeft besprekingen gevoerd voor een ei£en gebouw in Beverwijk. In augustus 1962 verliet mejuffrouw I. van Tongeren de leiding in Velsen, na vier jaar lang haar werkzaam heden met grote geestdrift te hebben verricht. Zij gaat verder studeren. Het vol ledige leidsterswerk werd tijdelijk overgenomen door. mevrouw C. Hoek-Hansen. Mejuffrouw J. A. Heine- man verliet de dienst van de stichting in juli. Zij werd stafdocente aan de Rotter damse Academie voor Sociale Wetenschappen en Maat schappelijk Werk. Mejuf frouw A. P. de Boer, leidster van voornamelijk de jonge rengroepen, trad in het hu welijk en daarmee uit de stichting in juni. Zij \#erd opgevolgd door mevrouw L. R. van Unen-Haack. Er deden in Beverwijk elf bedrijven met 123 cursisten mee, in Velsen eveneens elf bedrijven met 74 cursisten. Het cursusjaar omvatte de volgende vakken: koken, naaien, kinderverzorging en -opvoeding, medische raad, ziekenverpleging, maatschap pelijke vorming, huiselijke sfeer, handenarbeid, vrije expressie, muziek en ritmiek. Concluderend wordt gezegd dat het werk van de Stich ting Zonnebloem-Klimop in stijgende lijn gaat. Bedrijven verlenen veel medewerking en gaan steeds meer het be lang inzien van 't vormings werk van jeugdige werk nemers. In de afgelopen periode zijn behalve verscheidene katten enkele grotere honden naar het IJmuidense Ker- bert-asiel gebracht. De Die renbescherming had gehoopt dat deze dieren in Velsen wel weer gauw een nieuw tehuis zouden vinden. Helaas is dat niet het geval geweest. Men vraagt zich nu af waar nu de werkelijke honden- en kattenvrienden blijven. Deze honden en katten zijn, voor zover dat tijdens hun ver blijf in het asiel is gebleken, kerngezond. Misschien kan een aantal onzer lezers hun een gastvrij huis beschikbaar stellen. Voor degenen die niet zoveel ruimte in huis hebben zijn er in het asiel nog 'n aantal vrolijke kleine honden voorhanden. Mevrouw Schmohl uit Be verwijk verzocht ons mede te willen delen, dat er weer een grote partij speldjes en broches voor de actie „Open het Dorp" zijn bezorgd en ze zou nu gaarne zien dat een grote groep dames en meisjes zich beschikbaar wilde stel len om deze versierselen aan de man of de vrouw te bren gen. Deze oproep geldt ook voor de besturen van andere (vrouwen)-verenigingen, die dus niet zelf behoeven te be stellen. De speldjes kan men afhalen bij mevrouw Schmohl, Vondellaan 89, Be verwijk. Ze kunnen echter ook telefonisch worden be steld (tel. 02510-4131) waarna men het bestelde thuis ge bracht krijgt. Speldjes die men niet verkocht heeft kan men weer terugbrengen. „Ik ben twintig jaar vertegenwoordiger geweest. En altijd al had ik het idee rijp te zijn om voor mezelf te beginnen. De crisistijd gaf me geen kans. Na de oorlog kwam ik bij dezelfde baas terug. De zaak liep echter achteruit en ik ging gewoon als visknecht in de hal werken. Inkopen en Verkopen deed ik toen ook, maar op lang niet zo'n grote schaal als nu. Ik had één hobby: motorfietsen. Een mooie motor spaarde ik op. Ik verkocht hem weer, want ik zag wat in dit bedrijf. Zeshonderd gulden kreeg ik voor de ma chine. Ik huurde een klein pakhuisje en Rademaker gaf me een steekwagen, want zonder zo'n ding doe je niks in ons be drijf. Ik begon in 1955. 's Nachts trawlers los sen om mijn vrouw toch een weekgeldje te geven. De eerste week kocht ik 365 kilo visafval. Na twee maanden waren die zes honderd gulden bijna op. Ik had nog vijf tig piek op zak. Nu heb ik veel vrienden en kennissen in de hal. Een van hen was de vertegenwoordiger van een vishandel. Jongen, zei hij tegen mij, aan visafval hebben wij niks. Ik betaal je iedere avond, zei ik. Hij vertelde het door aan anderen, dat ik elke avond betaalde. Zo kwam ik het jaar door en had ik het vis afval van 20 percent van alle viskopers in IJmuiden. Ik hoef nu 's avonds niet meer te betalen. Het mag ook aan het eind van de week, eens in de maand, met Pasen of met Kerstmis. Het hindert niet. Het eerste jaar zette ik 400 ton om. Ik zei tegen die viskoper: hier is je steekwagen terug. Hij hoefde hem niet te hebben. Koop er maar een nieuwe bij, zei hij. Dat deed ik en vier maanden daarna kocht ik een oude auto voor duizend gulden, in '58 de eer ste nieuwe en nu heb ik voor een ton lo pen' drie vrachtwagens. Voor mezelf heb ik een luxe-Mercedes aangeschaft. We zijn met z'n zessen, vier man personeel, mijn zoon Bram en ik. Dit gebouw kostte 15000 gulden. Tachtig procent van het visafval komt in onze handen en we hebben een jaaromzet van 150.000 gulden, buiten de vis die ik gewoon over de veiling koop. Ik heb naam gemaakt, maar vooral ook dank zij de hulp van collega's kon ik mijn con currenten achter me laten". Van Polanen brengt het vissifval naar bontfarms in het hele land en wat daar voor niet bruikbaar is naar Hamburg en Bremerhaven. Daar wordt het verwerkt tot vismeel, tot traan voor margarine, odeur en in Liga-biscuits. Over een dag of tien gaat Van Polanen beginnen met wekelijkse transporten van 100 ton naar Bremerhaven. Jonge Bram (22 jaar) kwam, nadat hij van de mulo was gekomen bij zijn vader in dc zaak. Lange tijd hebben zij het met z'n tweeën gedaan. Jonge Bram haalde 's avonds verschillende diploma's, die hem in staat moeten stellen de zaak te drijven. Hij bracht enkele maanden door in Noordduitse fabrieken, waar het visaf val wordt verwerkt. Zijn vader noemt hem een harde werker. Hij is voorbestemd het bedrijf voort te zetten. Van Polanen is het enige bedrijf dat vis- afval-afnemers heeft in binnen- en buiten land. Men houdt het vervoer volkomen in eigen handen. Drie en twintig grote bont farms in ons land worden door Van Pola nen bevoorraad. „Wat die beesten krijgen moet gelijk staan aan menselijk voedsel", zegt, Bram senior. „Ze zijn heel gevoelig. De vis wordt als gehakt gedraaid in het andere voedsel en moet van goede kwali- De heer A. Polanen: „Ik heb nu voor een ton lopen." teit zijn. Maar ze hoeven mijn vertegen woordiger en mij over de kwaliteit van de vis niks wijs te maken. Ik ben opgegroeid in de vis en, ik zou haast zeggen, in een kabeljauw-kissie geboren. Als er bij nert- zen voedselvergiftiging optreedt, ben ik verantwoordelijk als ik de vis heb gele verd. Dus je moet wel goed uitkijken. Eén vis mogen ze beslist niet hebben. Dat is de hake. Est een nertz die, dan sterft hij. Een klant van mij, een baronesse, had eens gebrek aan visafval. De tuinman kreeg opdracht op de markt vis te kopen. Hij kocht hake, die door het voedsel werd gedraaid. De nertzen werden vergiftigd. Het was een klap van 23.000 gulden. De baronesse was sportief. We kwamen er achter dat het niet aan het door mij ge leverde visafval had gelegen en ik draaide er niet voor op, wat ik trouwens niet had gekund". Toen oude Bram en jonge Bram een dikke boterham in het bedrijf konden ver dienen, ging de oude anderhalf jaar lang naar de avondschool, paar leerde hij de nertz en diens voedsel uit en ter na kennen. Vervolgens reisde hij de farms af om klan ten te winnen en nu kan IJmuiden hem niet genoeg visafval leveren om zijn afzet te dekken. Van Polanen gaat zelf twee keer in de maand naar Denemarken voor inkoop en verkoop en ook in andere plaat sen koopt hij visafval. Binnenkort gaat hij een paar,honderd Lon in cellofaan verpakt en ingevroren, leveren aan Zweden. Zweèd- se vrachtauto's komen de lading halen. Jonge Bram en oudé Bfébh werken döfe en nacht. „Ik heb een prima vertegen woordiger en ook met de jongens heb ik het goed getroffen", zegt Van Polanen. „Een baas hebben we niet. Het is „ome Bram". We werken naar de beste denk beelden, van wie ze ook komen". De drukste tijd voor de levering aan nertzenfarms is in de zomer. Dan gaat er 60 ton per week de deur uit. Van Polanen koopt er dan consumptievis bij, met het afval haalt hij het niet. Ook krijgt hij zo veel procent van de doorgedraaide vis. In de winter bestaat er een overproduktie, want op de farms worden nu alleen de fokdieren gehouden. Het teveel wordt in gevroren. In het voorjaar gaan de nertzen paren en ieder teefje is goed voor vier jongen. De nertzprijzen zijn goed: 150 tot 180 gulden voor een velletje en vele farms breiden dan ook uit. Ook Van Polanen heeft zijn hoop ge steld op de verre visserij. Dan komt er voor hem veel meer afval. „Als het tegen loopt, en dat weet ik pas over maanden, kan ik gaan invriezen. Dan hoef ik nooit met lege handen te komen", meent hij. In een koelhuis heeft hij een vriescel van 40-50 kub. meter. Hoewel Bram sr. zijn woordje best weet te doen, noemt hij zichzélf geen man van praten. „Ik heb het altijd zelf willen doen. Van de grond af. Hoewel mijn tweede vrouw een flink kapitaal had. Ik kan niet stilzitten. Eerst was dit werk mijn bestaan, nu is het een hobby". Het einde van Van Polanen's werkkracht is nog lang niet in zicht. Begin deze week heeft hij het naast zijn loods gelegen pand gekocht. Als hij de verschillende vergun ningen, voor verbouwingen enzovoorts heeft, wil hij daar een handel in oude en nieuwe metalen, zeildoek, touwwerk en dergelijke beginnen. Hij heeft daar nog een vergunning voor. Jonge Bram zal dan voornamelijk het visafvalbedrijf moeten drijven. Bram de oude vertelt: „Mijn hele fami lie bestaat uit handelsmensen. Ik kom van de Breesaap. Mijn moeder ventte met ap pelen en peren op de grote boten. In de eerste wereldoorlog verkocht zij soep en snert aan de soldaten van het Forteiland. Als jongetje van drie jaar moest ik mee als „platmaker". Koud en verkleumd, moest ik het medelijden opwekken. Van de zes kinderen van ons gezin ben ik de enige die iets voor zichzelf heeft aange durfd. Mijn grootvader heeft tegen me ge zegd: Bram, als je wat wil worden, begin dan in de rommel. Daaraan is meer ver dienen dan aan het mooie". Dat heeft Bram waargemaakt. Voor een bedrag van ruim 450 aan buitenlands geld (150 Canadese dollars en 19000 Braziliaanse cruzeiro's) is gestolen aan boord van een Engelse ertstanker, die thans in IJmuiden wordt gelost bij Hoogovens. Kort na aankomst van het schip in de buitenhaven van het Hoogoven- bedrijf, kwam de bootsman tot de ont dekking, dat het geld uit zijn hut was verdwenen. De Velsense politie heeft de zaak in onderzoek. De gemeenteraad van Haarlem heeft tijdens zijn woensdagmiddag gehouden vergadering geen kans gekregen zijn voor of tegen uit te spreken ten aanzien van een voorstel van burgemeester en wethou ders een noodzakelijkheidsverklaring te verlenen voor het oprichten en instand houden van een protestants-christelijke u.t.s. in Haarlem. Zoals wij in ons blad van maandag 7 januari bericht hebben had de stichting Christelijk Uitgebreid Technisch Onderwijs voor Noord-Holland, gevestigd te Beverwijk, zich met een ver zoek hiertoe tot de gemeente Haarlem ge wend. Het desbetreffende raadsvoorstel werd namelijk door het college bij de aanvang van de vergadering ingetrokken en van de agenda afgevoerd. DONDERDAG 10 JANUARI „De Brulboei", Kanaalstraat, 19.30 u.: Cursus decorbouw en belichting N.A.T.U.- W.K.A. Hervormd Jeugdhuis, Rembrandtlaan, 20 u.: Mr. M. van der Stoel spreekt over „In dienst van de vrede" voor federatie Velsen P.v.d.A. VRIJDAG 11 JANUARI Raadhuis, Velsen, 20 u.: Drs. H. J. Vier- sen spreekt over „Is democratie nog mo gelijk in het huidig tijdsbestel" voor Poli tiek Jongeren Contact Velsen. Hervormd Verenigingsgebouw, Bever wijk, 20 u.: „Oan e Dunkant" uit Castricum speelt „Saskia" voor „Us Memmetael". Irenekapel, Beverwijk, 20 u.: Wim Dussel spreekt over „Tussen Kremlin en Kapi- tool". Woensdag kwamen in IJmuiden aan: Rozen burg van Antwerpen, voor IJmuiden; Otto, Ham burg; Juno, Abö; Bab T. Norrköping, hout voor Zaandam; Neder-Eems, Antwerpen; Pericles, Antwerpen; Eemstroom, Shoreham; Jurgen Wehr, Londen; Oihonna, Kemi; Trito, Le Havre; Ludwigsburg, Rotterdam; Alme, Neath; Grebbe- stroom, Liverpool; Seabreeze, Londen; Prinsen beek, Funedal; Stadt Brake, Hudiksval; Jean E., Londen; Menje, Londen; Henriette B., Londen, voor IJmuiden; World Cheer, Norfolk, kolen voor IJmuiden; Irima, Le Havre; Labrador, Fowey; Rijnstroom, Hull; Swift, Londen; Stad Alkmaar, Narvik, erts voor IJmuiden; Irma, Rotterdam; Heriot, Leith. Hier worden kabeljauwkoppen bewerkt. (Indien achter de scheepsnaam en de haven van herkomst of bestemming geen nadere aan duiding volgt, betekent dit dat het schip van of naar Amsterdam is gegaan). De koffers staan al gepakt in de gang van het huis De Weerdstraat 38, IJmuiden, waar het echtpaar Smoor woont. De heer en mevrouw Smoor vertrekken zaterdag aanstaande namelijk met het stoomschip Waterman uit Rotterdam naar Australië, waar zij hun zoon Antoon en zijn gezin een bezoek gaan br.engen. Zij hebben Antoon al achttien jaar niet gezien. Zijn Australische vrouw en hun kinderen kennen zij al leen van foto's. „Het wordt een hele onderneming. Maar we hebben a gezegd, nu moe ten we b zeggen ook", meent de 71-jarige heer Smoor. „We zijn erg gelukkig dat we kunnen gaan", aldus zijn 70- jarige vrouw (over twee jaar zijn de heer en mevrouw Smoor een halve eeuw ge trouwd). Antoon Smoor was bij het uitbreken van de oor log in dienst van de marine. „Onder een regen van bom men ontsnapte de Nautilus, waarop hij voer, uit Den Helder", vertelt mevrouw. Het schip week uit naar En geland. „Jaren lang hoorden we niets van hem. In augus tus 1945 zagen we hem terug. Toen zei hij: moeder ik ben al twee jaar getrouwd. Dat wisten we natuurlijk niet en er ging even wel wat in ons om." Antoon Smoor was in de oorlog getrouwd met een Australische. Zij wilde niet meer hebben dat hij bleef varen. Hij had al zoveel meegemaakt: de Nautilus werd in dichte mist door een oorlogsschip overvaren bij Engeland en Antoon maakte ook de Slag in de Javazee mee op een torpedo- in regen, wind en ijzige koude. Nu heeft dit hokje geen dak, het is aan de voorkant open en aan de oostzijde helemaal dicht, zo dat de dienstdoende agent voortdurend om het hoekje moet kijken om te kunnen zien wat er uit de richting Beverwijk komt Bij die han deling staat hij buiten. Het enige praktische nut van het hokje is de beschutting die het geeft tegen de uit het noorden over de open vlakte waaiende wind. Vooral bij de huidige weersgesteldheid beklagen wij de agenten die bij dit kruispunt en onder een zo volkomen ondoelma tige bescherming dienst moe ten doen. bootjager. „Ik zou best naar Holland willen komen", schreef hij zijn ouders. Steeds echter kwam er wat tussen. Antoon tobde met twee van zijn drie kinderen. Hun gezondheidstoestand liet een verblijf in ons kille vochtige land niet toe. Artsen raadden hem de reis af. Hij gaf handen vol geld uit voor de dokter. Er verliepen weer enkele jaren. Antoon schreef: „Moeder ik zal toch probe ren te komen". Toen moest zijn vrouw een ernstige ope ratie ondergaan en weer ging het bezoek aan Nederland niet door. „Hier komen ook oude mensen uit Holland", meldde Antoon in een brief en zijn moeder antwoordde: „Toon, als jij vaders reis be taalt betaal ik de mijne. Dan kunnen we komen". Antoon verkocht zijn huis om het benodigde geld te krijgen. Een kennis van het echtpaar Smoor moest echter ook naar Australië. Hij zei: „Ik betaal die reis wel. In Australië krijg ik het geld van Toon wel terug." Zo kwam het geld bij elkaar. De A.O.W. van mevrouw, het pensioen tje van meneer, beider spaar centjes. Familie en vrienden deden er nog wat bij, want ook de twee kinderen van het echtpaar Smoor, een zoon en een dochter die beiden in Dit zijn Antoon Smoor en zijn Australische vrouw. IJmuiden wonen, zijn dolblij dat hun ouders de reis gaan maken. Van de maatschap pijen krijgen de bejaarde reizigers korting op de reis- prijs. Antoon Smoor is nu 45 jaar. Velen hebben hem ge kend in IJmuiden-Oost. Hij woont in Palmyra-Fremant- le, West-Australië, en heeft een baan bij de spoorwegen. Toch blijft hij een echte Ne derlander, al bevalt het hem best in Australië. „Moeder, als ik een Hollandse boot zie, gaat mijn hart open", schreef hij in één van zijn vele brieven, die altijd wor den vergezeld van een schrij ven van zijn vrouw en haar schoonouders. De heer en mevrouw Smoor blijven acht maanden weg. De heen- en terugreis curen samen acht weken. Toon betaalt de terugtocht. Mevrouw Smoor is van plan De heer en mevrouw P. Smoor, die zaterdag naar Australië vertrekken. van de hele reis een dagboek bij te houden. „Wat kunnen ze voor jullie meenemen uit Holland?", schreef de doch ter van 't echtpaar aan haar broer. „Het grootste cadeau is, dat zij komen", was het antwoord uit Australië. „We kunnen de laatste dagen moeilijk wegkomen", vertelt mevrouw. „Er zijn zoveel kennissen en familieleden die afscheid van ons willen ne men." Het echtpaar heeft tal van vrienden in IJmuiden. Mevrouw is een geboren Velseroorder, haar man komt uit Maassluis. Hij was 23 jaar lang machinist op traw lers van de VEM en 19 jaar lang machinist in de vis- meelfabriek De Toekomst. Hij heeft bij elkaar 32 jaar gevaren, vanaf zijn twaalfde jaar. De Emmabloem-collecte in Velsen, die door bijzondere omstandigheden werd uitge steld tot december 1962, heeft een prachtige opbrengst ge had, namelijk 3155,35. Het bestuur van de Vereniging tot Bestrijding der T.B.C. voor alle gezindten, zegt al- die hebben meegewerkt dit mooie resultaat te iken hartelijk dank. Bij het kruispunt Wencke- bachstraat-Koningsweg in Velsen-Noord staat sinds enkele weken een vreemd bouwseltje. Het is vervaar digd van serredeuren en stukken schutting en kenne lijk bedoeld ter bescherming van de politiemannen, die op genoemd kruispunt de ver keerslichten moeten regelen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 4