I Muiterij op het Vrouwenschip
TANTE PATENT
PANDA EN DE BEWOGEN BEWEGER
Verliefdheids
toeslag
door Henrick Binder
Gymnastiek voor
honderdf arigen
Roemeense prins in
zijn recht gesteld
JUIIIllllllUIIIIilllllllllllllllil
MAANDAG 14 JANUARI 1963
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
1 30)
Nieuw wapen in de strifd tegen de kanker?
EEN REVOLUTIONAIRE methode
voor de behandeling van bepaalde kan
kergevallen wordt sinds kort in het Lon-
dense St. Thomas Hospital toegepast.
De patiënt wordt in een stalen cilinder
gesloten, waarin een verhoogde zuur
stof druk wordt opgewekt, en vervolgens
bestraald door een rond de cilinder cir
kelende radioactieve bundel in dit
geval een z.g. kobalt-„bom".
Na jaren procederen
•S3! :V»
,1 ■i-*»""*
'jftfcy
MS
:OP. MA»TEN TOONDfIt
=3
7. „Wat is dat voor iets raars?! riep Panda, „hoe
komt het dat dat dingetje beweegt?!" „Omdat ik inner
lijk bewogerj, ben", antwoordde de onbekende, met een
stille glimlach, „Als ik dat ben draag ik mijn gevoe
lens altijd over. Dat is een behoefte, ziet u? Daarom
is nu uw tafelzilver bewogen". Deze verklaring maak
te Panda niet veel wijzer. Nieuwsgierig volgde hij het
vreemde gevalletje, dat zich nu zacht rinkelend naar
de keuken bewoog. Daar was Jolliepop met een ver
ongelijkt gezicht bezig de vaat te wassen. „Jolliepop!"
riep Panda, „er is iets raars aan de hand!" „Daar
twijfel ik niet aan, meneer Panda", antwoordde de
verbolgen knecht zonder om te kijken, „wanneer u rare
elementen aan uw tafel noodt, kunt u van alles ver
wachten. En indien u thans komt, om mijn hulp in te
roepen, zal ik dat verzoek moeten afwijzen. Ik laat mij
niet bewegen, om.Op dat moment prikte het appa
raatje, dat ongemerkt genaderd was, hem met een
vorkje in de kuit.
u van de stad, is het niet geweldig? Alle etalages
zijn hoog in de lucht gebouwd, zodat men er gemak
kelijk langs kan vliegen. En straks gaan we een kop
je koffie drinken in een hele hoge lunchroom." „Is
er niet ergens een kapper?" vroeg tante Patent.
Mijn haar moet nodig gewatergolfd worden." „O,
daar is er een, waar je gewoon naar binnen kunt
vliegen", juichte juffrouw Tuttema.
De nieuwste vorm van „werknemers
binding" is in Japan uitgevonden. Het
is een „Verliefdheidsbijslag" ter bevor
dering van de harmonische sfeer in de
fabriek, die de Kyomeisja muziekinstru
mentenmaatschappij uitbetaalt aan haar
jonge personeelsleden. Het succes van
deze maatregel heeft een gunstig ont
haal gevonden bij andere Japanse
ondernemingen, die thans op het idee
willen inhaken.
Kyomeisja betaalt jonge mannelijke
en vrouwelijke werknemers, die de
directie formeel verwittigen van het
feit dat zij verliefd op elkaar zijn, op
het loon een maandelijkse bijslag van 500
jen (ongeveer 5 gulden).
Tot dusver is één zo'n werknemers
paartje getrouwd, terwijl vier andere
zich verloofd hebben.
„Tot dusverre is nog geen enkel
paartje dat liefdestoeslag geniet, uiteen
gegaan, maar zelfs indien een paar de
verloving verbreekt volgt er geen boete,
aldus Muniyuki Kitahara, de 31-
jarige president-directeur van Kyo
meisja. „Het idee is, de produktiviteit
en de goede sfeer in de fabriek te be
vorderen en dat is gelukt."
Voordien tobde de onderneming met
een aantal arbeidsproblemen die mees
tentijds door persoonlijke jaloezie ont
stonden. Thans dient de openbare aan
kondiging van een liefdesaffaire als een
waarschuwing aan het andere personeel,
het jonge geluk niet te verstoren.
De onderneming streeft ernaar, der
gelijke paartjes zij aan zij te laten wer
ken. Zij worden tevens aangemoedigd,
na hun huwelijk te blijven werken.
„Wij zijn tegenwoordig net een grote
familie," aldus Kitahara.
32. Het was een stralende ochtend, toen tante Pa
tent en neef Boordevol afscheid namen van hun
gastheer. Ze werden afgehaald door juffrouw Tutte
ma, die hen de stad zou laten zien. Natuurlijk had
den ze alle drie de fladdertjes aan. „Tot weerziens",
riep de minister beminnelijk. „En komt u nog eens
terug?" riep zijn vrouw. „Allerliefste mensen, vindt
u ook niet?" riep juffrouw Tuttema. „En wat zegt
TiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHi
(Van onze correspondent)
=3
H „Nu niet meer", zei ze.
„Alle donders", riep Nicol, „nu
H moeten we misschien wel naar Ply-
j§ mouth terug varen!"
„Niet nodig", zei ze, „ik ga mee
naar Port Jackson."
j§ „Dat had u gedacht", riep hij woe-
3 dend. Geloof dat maar niet! Ik ken
3 kapitein Aitken! En dat ligt ook nog
3 bovenop mijn mooie stoffen! Die heb-
ben we voor onze nieuwe kleerma-
jj§ kerij nodig."
£3 „Nou, kalm maar", zei Lil, „ik heb
H ze nu toch niet meer nodig," Nicol's
H onvriendelijke toon stelde haar teleur.
3 „Zoudt u me tenminste willen op-
helpen?" Hij reikte haar, nog altijd
woedend, zijn grote handen.
H „Mag ik naar mrs. Barnley gaan?"
3 vroeg Lill.
„Eerst naar de kapitein! Ik kan
hem dit nieuwtje niet onthouden."
S De kapitein zat met de luitenant en
3 de dokter aan het ontbijt. Aitken was
volkomen sprakeloos, toen een bleke
3 vreemde vrouw binnenkwam, en hem
3 door Nicol als blinde passagier werd
H voorgesteld.
Op hetzelfde ogenblik begon de an
il ders zo vrome Aitken godslasterlijk te
3 vloeken. Maar toen schrok ze nog
3 meer, een ongeveer veertigjarige man,
f§ lang en schraal met een diepe me
ss lancholieke trek om de mond. keek
§j haar onderzoekend aan door zijn brille-
5 glazen. Ze wist bijna zeker dat het
de echte luitenant Smasbury was, die
3 daar voor haar zat. En de valse zat
3 naast hem George!
H De kapitein rukte haar uit haar over-
peinzingen los. „Vrouw", riep hij.
3 „hoe ben je op het krankzinnige idee
H gekomen?"
jg „Dat kan ik u alleen maar onder
3 vier ogen vertellen", verklaarde Lil.
„Ach wat onder vier ogen. Dat is
onzin", riep Aitken grof, „ik heb niets
met u te maken onder vier ogen."
3 Haar ogen waren, nog altijd tè zeer
3 door de „echte" Smasbury in belsag
H genomen. Ja, zo moest hij er uit zien:
die afwezige blik, die bittere trek om
3 de mond, die zwaarmoedigheid in zijn
gehele houding.
„Nou kom maar op met wat u te
3 vertellen hebt," riep Aitken.
3 „Dit is de scheepsarts, dokter Hol-
born, en dit is luitenant Smasbury.
3 Hier aan boord hebben we geen ge
il heimen."
g§ „Daarom ben ik juist hier," dacht
3 Lil, „ik ben de kamenier van mrs.
3 Barnley, Lil Knotherwell, Leicester
H Field in Londen."
H „We hebben geen kamenier voor
3 mrs. Barnley nodig. Daar houden we
3 ons hier niet mee op," onderbrak de
3 kapitein haar.
„Maar een vroedvrouw," zei Lil.
H „Een wat?" vroeg Aitken.
3 „Kapitein," zei Lil, „mijn meeste-
§j res hoopt op een kind. Ik kan die
3 vrouw, die me haar hele leven trouw
§1 geweest is, in zo'n verschrikkelijke
3 toestand niet alleen laten." Aitken
3 was geheel verbijsterd.
3 „Is dat waar?" vroeg hij, en hij
3 zag, dat Nicol veelbetekenend knikte.
3 De kapitein wendde zich tot de dok-
3 ter. „Wat doen we in zo'n geval?"
H De aangesprokene keek onafgebro-
3 ken naar Lil. Zijn blik was gesluierd,
3 raadselachtig, ondoorgrondelijk. „We
3 zijn dan de vrouwen naar beste krach-
ten behulpzaam."
H Het viel Aitken niet op, dat de dok-
3 ter in het meervoud sprak.
3 „In elk geval hebben we geen
3 vroedvrouw aan boord."
Lil keek f scherp naar de dokter.
3 „Och," zei hij, „in dat geval helpen
3 de vrouwen elkaar wel."
3 „Elkaar?" vroeg Aitken. „U wilt
s dus zeggen, dat er wel meer vrouwen
3 in die toestand zullen komen."
H „De meesten zelfs," was het ant-
3 woord van de dokter.
3 „ik zet u in Teneriffe aan land," zei
H Aitken bits tegen Lil.
5 „Moet u maar zien, hoe u van Afri-
j§ ka naar Londen terug komt."
3 „Hoeveel dagen is dat nog?" vroeg
3 Lil bescheiden.
3 „Dagen?" gromde de kapitein. „We
ll ken! Drie weken lang zet ik u op
water en brood."
3 „Nog een vrouw erbij," dacht hij,
3 „Breng die vrouw naar buiten," zei
H Aitken kwaad tegen Nicol, alsof die
3 er schuld aan had, dat ze hier was.
Nunham zei met een streng gezicht: 3
„Stop die vrouw voorlopig maar in
mijn hut, ik kom direct."
Toen Lil door Nicol in de hut ge- g
bracht werd, zag ze tot haar teleur- 3
stelling een klerk zitten, begraven in 3
de processtukken. Hij keek heel even 3
op, en schreef toen onmiddellijk weer
verder.
„Goede morgen," zei Lil. 3
„Goede morgen," zei de man, ter- 3
wijl hij verdei schreef in zijn lijst, g
„Bent u altijd aan het werk hier
in de hut?" vroeg Lil geprikkeld.
De man gaf geen antwoord en ging 3
door met zijn werk.
„Ik heb u iets gevraagd," riep Lil 3
boos. 3
„Ik heb niets geantwoord," ant-
woordde de schrijver, zonder naar j=
haar op te kijken.
George maakte een eind aan de on-
verkwikkelijke situatie. 3
„Gaat u maar naar mrs. Barnley," g
zei hij tegen Lil. „Zij zal er voor g
zorgen dat u een ontbijt krijgt van 3
de kok. Gill, breng deze vrouw naar jj|
het ruim."
„Ze weet de weg," was Gills ant-
woord, „ze heeft immers zaterdag al
mrs. Barnley bezocht." 3
„Ja," zei Lil, „ik vind de weg al-
leen wel, daar heb ik die man niet 3
voor nodig. Mag ik op het schip blij- 3
"Ven?" vroeg ze toen. 3
„Dat zulen we nog wel zien," was 3
Georges antwoord, „daar kan alleen 3
de kapitein over beslissen."
„Kan ik de kapitein straks nog even jg
spreken?"
'„Ik denk het niet, ga eerst maar 3
naar beneden, al het andere korrit 3
vanzelf." 3
Toen ze de deur van de slaapzaal 3
opende, zag ze aan het einde van het 3
vertrek Maud in gesprek met een 3
vrouw, die haar op het eerste gezicht
niet erg beviel. Ze was een half hoofd 3
groter dan Maud, een knokige, grof 3
gebouwde vrouw met een paardenge-
zicht, het vette, gevlochten haar hing
verward over haar voorhoofd. Ze had
haar armen over haar borst gekruist, 3
lachte honend en liet daarbij twee jg
rijen gele tanden zien. 3
„Jij zult ons hier niet lang meer
commanderen, mijn liefje," zei ze. 3
„Ik raad je aan, je maar heel kalm 3
te houden, anders ziet het er niet best 3
voor je uit." 3
Lil zag, Hat Nell, die naast Maud 3
stond, naar voren wilde springen, jg
Maar Maud legde haar arm op Nells 3
schouder. „Laat maar," zei ze, „maak 3
het die vrouw toch niet zo makkelijk. 3
Ze wil een vechtpartij uitlokken, maar g
zoiets zou hier nooit geduld worden." g
„Wie zou hier iets niet dulden?" 3
schreeuwde het mens. „Jij misr 3
scheiri?" Ze wendde zich lachend tot g
een dikke, vette vrouw die naast haar g
stond. „Wat zeg je me daarvan, Sa- 3
rah? Zullen we ze maar vast aanpak- 3
ken?" g
De dikke vrouw, die met Sarah was 3
aangesproken, richtte haar afgestomp-
te blik op Maud. „Een klein voor- g
proefje zou haar geen kwaad doen," 3
zei ze. „Dan weet ze gelijk wie het gj
hier beneden voor het zeggen heeft." 3
Ze keeiden zich om naar de meis- g
jes, die zich om haar en de grote 3
vrouw geschaard hadden. „Edith Sha-
row deelt hier de lakens uit," 3
schreeuwde ze met een schorre stem. g
„Alleen maar Edith Sharow," rie- 3
pen twintig, dertig meisjes als in koor. g
„Het schijnt dat ik net op tijd ge- 3
komen ben," dacht Lil. „En die ka- 3
pitein wil me nog wel in Teneriffe aan 3
land zetten! Binnen acht dagen is het g
hier moord en doodslag."
Niemand had het binnenkomen van g
Lil opgemerkt, want allen waren naar 3
het achterge eelte van het ruim geko- 3
men om naar het twistgesprek tussen 3
Edith Shartow en Maud Barnley te 3
luisteren. 3
Lil liep snel naar George terug. Hier 3
moest George helpen, maar toen ze g
binnenkwam, zat er alleen maar weer g
die ellendige pennelikker. 3
„Waar is de luitenant?" riep ze. g
„Hij is niet hier," zei hij, weer zon- 3
der op te kijken. g
„Dat zie ik," riep ze. „Maar ik moet 3
hem spreken, want beneden zijn ze
in opstand gekomen tegen mrs. Barn- g
ley."
(Wordt vervolgd) s
estraling onder druk:
een Engelse uitvinding
In een nevenliggend vertrek zit de arts
achter de vele meters en knoppen via
welke hij voortdurend de temperatuur,
hartslag en hersengolven van de patiënt
controleert en zo nodig direct in het
bestralingsproces kan ingrijpen.
NADAT DE PATIëNT in de cilinder is
_ereden wordt het stalen gevaarte met
twaalf 7ware bouten afgesloten. Vervolgens
wordt dit op een slede onder de kobalt-
bestraler („A" op de foto) gereden en
wel zo dat de radioactieve bundel precies
op de te bestralen plaats in het lichaam
van de patiënt gericht is. Deze vorm van
radiotherapie met een rondcirkelende be
stralingsbron (dit teneinde beschadigingen
aan het omliggende gezonde weefsel te
voorkomen) wordt ook ten onzent reeds
toegepast. Nieuw bij de Britse methode is
echter dat de patiënt nu in een cilinder
wordt behandeld, waarin de zuurstofdruk
sterk verhoogd kan worden en wel tot vier
maal de normale waarde.
DEZE BEHANDELING is gebaseerd
op een ontdekking, in 1953, van de
röntgenoloog dr. L. H. Gray dat tumor
gezwellen bij muizen veel sneller be
schadigd werden door radioactieve
straling als men de diertjes tijdens de
bestraling zuurstof onder hoge druk
toediende in luchtdichte stalen con
tainers.
HET ST. THOMAS HOSPITAL is het
eerste dat op experimentele basis -
met deze nieuwe behandeling van mense
lijke kankerpatiënten begon. De stalen ci
linder werd ontworpen door Britse artsen
in samenwerking met enkele technici en
De cilinder rust op een instelslede, die
de patiënt straks, m zijn hermetisch
gesloten stalen kamertje, precies op de
gewenste plaats onder de radio-actieve
bundel van het bestralingsapparaat (A
op de foto) zal brengen: een kwestie
van fracties van millimeters!
is het eerste ter wereld. De bouw van
het apparaat met toebehoren heeft een
half miljoen gulden gekost. Reeds zijn
meer dan honderd patiënten behandeld in
„het ruimteschip", zoals het ziekenhuis
personeel de stalen cilinder noemt.
INDERDAAD moet de patiënt in het ap
paraat zich ongeveer net zo eenzaam voe
len als een astronaut op zijn tocht door
het heelal, want als de cilinder gesloten
is, verlaat iedereen de behandelruimte en
is zijn enige contact met de buitenwe
reld de kleine microfoon, die boven zijn
hoofd in de cilinder is opgehangen. Via
die microfoon kan hij spreken met de arts
in een nevenliggend vertrek, die achter
een ingewikkeld tableau met allerlei me
ters en schakelaars zit. Op dat tableau kan
de medicus voortdurend de zuurstofdruk
in de cilinder aflezen, maar ook de stra
lingsintensiteit, de hartslag en bloeddruk
van de patiënt, diens temperatuur en zelfs
zijn hersengolven controleren. Voor visuele
controle is er alleen een kleine venster
van loodglas tussen de behandelruimte en
de arts aan het schakelbord, dit om on
gewenste radioactieve Uitstralingen tot bui
ten de behandelkamer te voorkomen.
DEZE NIEUWE therapie wordt alleen
toegepast bij gevallen die niet chirurgisch
behandeld kunnen worden. Meestal krijgt
de patiënt zes bestralingen in een tijdvak
van drie weken, terwijl iedere bestraling
een kwartier vergt. De resultaten zijn vol
gens de doktoren zo hoopgevend dat een
ander Londens ziekenhuis besloten heeft,
zich eveneens een dergelijke cilinder aan
te schaffen. Ook in de V.S. bestaat grote
belangstelling voor deze nieuwe behande^
ling. Een lid van het medische team van
St. Thomas' Hospital is onlangs, op uit
nodiging van een aantal Amerikaanse spe
cialisten, naar Washington gevlogen om
ook daar behulpzaam te zijn bij de in
richting van een dergelijke installatie.
Professor Leon Binet, de deken van de
Franse Académie van Wetenschappen
heeft aan dit hooggeleerde gezelschap vori
ge week onthuld dat Frankrijk momenteel
ongeveer driehonderd honderdjarigen telt.
Onder de Parijse eeuwlingen die in grote
meerderheid in zeer bescheiden levensom
standigheden verkeren, staat tegenover el
ke drie vrouwen slechts één man. Prof.
Binet heeft dan ook als zijn overtuiging
uitgesproken dat de vrouwen fysiek veel
beter toegerust zijn in de strijd om het be
staan dan de „sterke" sexe. Uit een on
derzoek naar de levensomstandigheden van
een groot aantal honderdjarigen heeft de
hoogleraar de slotsom getrokken dat kort
ademigheid onder hen de meest voorko
mende kwaal is. Hij schrijft daarom spe
ciale gymnastieklessen voor, waarmee in
vele Franse bejaardentehuizen trouwens
al begonnen is. Ook door lichte operaties
kunnen, verzekert hij. kleine ouderdoms
kwalen vaak gemakkelijk verholpen wor
den. In dat verband citeerde de professor
het geval van een 93-jarige, die hij tien
jdar geleden opereerde en die nu de trap
pen van zijn woning op een drafje be
stijgt, zich op een verbazingwekkend ge
heugen mag beroemen en zich voor zijn
bloeddruk tegenover geen enkele jonge ke
rel hoeft te schamen.
Het opperste hof van beroep van Frank
rijk heeft deze week in een arrest beves
tigd dat Mirceano Lambrino zichzelf Roe
meens prins mag noemen. Tevens werd
bepaald dat hij recht heeft op de helft
van het landgoed van de wijlen ex-koning
Carol van Roemenië.
Volgens het arrest van het hof is Carol,
toen hij nog kroonprins was in het ge
heim getrouwd met Marie Valentine Lam
brino. Het huwelijk werd in 1918 in Odes-
sa gesloten. Korte tijd nadat Mirceano uit
dit huwelijk geboren was werd de echtver
bintenis door een Roemeens hof om staats-
redenen ontbonden. Mevrouw Lambrino
werd verbannen en voedde haar zoon in
Frankrijk op.
Later trouwde koning Carol met prinses
Helena. Zij kregen een zoon Michael, die
na de tweede wereldoorlog koning van Roe
menië was tot aan de communistische
staatsgreep. Na het overlijden van ex-ko
ning Carol in 1953, in Lissabon, begon Mir
ceano Lambrino een reeks processen om
erkenning te verkrijgen als zijn wettige
zoon. Portugese gerechtshoven bevestig
den zijn eis in 1955 en verschillende Fran
se instanties hebben hem ook erkenning
verleend.
Ex-koning Michael vocht echter de uit
spraken van deze lagere gerechtshoven
aan en bracht het geval voor het Cour de
Cassation in Parijs dat dan thans defini
tief uitspraak gedaan heeft.