De „Vijf" van Europa richten hun hoop op minister Schroder Geen reden voor paniek over situatie bij de KLM Koffie K REM ER Thee Snellere verlichting van rheumatiek en spierpijnen door dr. R. van Eqmond ADENAUERS SECONDANT IN PARIJS Koel en zakelijk politicus, die Engeland een warm hart toedraagt, wint aan gezag Huissen krijgt nog geen gemeenteraad A.R.-Kamerleden die niet terugkeren Tweede Kamer wil het couperen van paarde- staarten weer toelaten Gasflessen niet verwarmen! Een ton verduisterd Een sober Tweede Kamerdebat over een sobere nota Koleh koleh voor oorlogsmuseum WOENSDAG 23 JANUARI 1963 Gemeen soldaat In 1953 minister Werkt uitermate actief in op de haard van de pijn ter verlichting van rheumatiek, zenuwpijnen, spit, ischias en stijfheid Televizier-procedure wordt vervolgd (Van onze correspondent) BONN. In het Europese drama de rol van de Westduitse minister van Buitenlandse Zaken steeds groter ge worden. Van hem, zo hoopte men, kon den in de eerste plaats impulsen uitgaan om de Fransen te brengen tot aanvaar ding van Britse toetreding tot de Euro pese Economische Gemeenschap en om de Britten tot enige concessies te be wegen. Dit laatste is gebeurd. De Fran sen, met vooraan hun op glorie gestelde president, waren onvermurwbaar. Wel licht kan bondskanselier Adenauer bij zijn bezoek aan Parijs iets bij hem be reiken, als hij tenminste niet zijn diepste neigingen volgt en De Gaulle steunt in diens anti-Britse politiek. Zozeer op Parjjs en de Frans-Westduitse alliantie ingesteld als Adenauer is, zo Brits georiënteerd is minister Gerhard Schroder, Niet alleen studeerde hy korte tyd in Edinburgh en spreekt hij goed Engels, maar ook poogt hy in zijn kleding en op treden het ideaal te benaderen van de Engelse gentleman. Dat is bij Schroder geen aanstellery, maar het komt voort uit zy'n typisch Noordduitse achtergrond. Weliswaar werd hij in Saarbrücken ge boren, maar zijn jeugd bracht hij groten deels door in de noordelijke deelstaat van de Bondsrepubliek, Sleeswijk-Holstein Daar ontwikkelde de in 1910 geboren jurist de voor die streek kenmerkende terughou dendheid, vaak koelheid, en de door het Hanze-verleden bepaalde internationale oriëntatie, die via de ligging aan zee vaak een oriëntatie op de Angelsaksische wereld was. Studeren deed Schroder in Bonn. In 1933 promoveerde hij tot doctor in de rech ten. Na een assistentschap aan de univer siteit vestigde hij zich in 1939 als advocaat in Berlijn. Om als jurist te kunnen werken was Schroder in 1933 lid van de nationaal- socialistische partij geworden. Uit alles blijkt echter, dat hij dit alleen gedaan heeft omdat hij er als jurist toe gedwon gen werd. In 1938 trad Schroder namelijk toe tot de Bekennende Kirche, de vleugel van de Duitse protestantse kerk die mili tant anti-nazi was. In 1941 trouwde Schroder, die inmiddels voor de militaire dienst was opgeroepen, met een half-joods meisje uit Berlijn. Dat had tot gevolg dat hij, ondanks zijn studie, in Hitiers leger nooit hoger opklom dan de rang van sol- daal. Na 1945 vestigde Schroder zich in Düsseldorf, waar hij meewerkte aan de wederopbouw van de kolen- en staalin dustrie. Uit die tijd dateren de nauwe be trekkingen die Schroder met de Ruhr onderhoudt en die door velen als een ge vaar worden beschouwd voor een onaf hankelijke buitenlandse politiek der Bondsrepubliek. In 1953 werd hij, nadat hij lid was ge worden van het partijbestuur van de Christen-Democratiesche Unie, minister van Binnenlandse Zaken. In deze functie ontpopte hij zich als een voortreffelijk ambtenaar, een scherp maar weinig op windend redenaar en een betrekkelijk autoritair bewindsman. Met de socialisti sche oppositie lag Schroder in de jaren 1953'61 bijna constant overhoop; hij kon zich er toen op beroemen een van de minst geliefde politici van de Bondsrepubliek te zijn. Zijn positie als trouwe slippedrager vail Adenauer maakte hem evenwel als minister vrijwel onaantastbaar. In de herfst van 1961 nam Schroder de buitenlandse teugels over van Heinrich von Brentano, die zijn ambt neerlegde uit misnoegen over de koehandel, die tiidens de coalitiebesprekingen van die dagen be dreven werd. Van dat moment af keerde het getij der populariteit ten gunste van Gerhard Schroder. De installatie van de nieuwe gemeente raad van het Betuwse plaatsje Huissen, die morgen zou geschieden, zal niet door gaan, omdat een der leden van de vorige raad, de heer J. G. Timmermans, bij de Kroon in beroep is gegaan tegen een uit spraak van Gedeputeerde Staten van Gel derland. Dit raadslid had bij Gedeputeerde Staten een bezwaarschrift ingediend tegen't raads besluit tot toelating van de nieuwgekoze- nen, omdat volgens hem geen opheldering is verkregen inzake de gepleegde onregel matigheden bij de gemeenteraadsverkie zingen van 30 mei 1962. Na deze onregel matigheden werd bij Koninklijk Besluit bepaald dat de gekozenen niet konden worden toegelaten en een nieuwe verkie zing moest worden gehouden. Tegen de voor de tweede keer gekozen raadsleden diende de heer Timmermans een protest in, maar Gedeputeerde Staten verklaar den dit beroep niet ontvankelijk op grond van een te late indiening. De requestrant heeft zich toen in een telegram tot de Kroon gewend met het verzoek het besluit van Gedeputeerde Staten te vernietigen. De heer Timmermans meent onder meer dat tot op heden geen opheldering is ver kregen over de onregelmatigheden, aange zien het strafrechtelijke vooronderzoek in deze zaak nog niet gesloten is. Het raadslid meent, dat de mogelijkheid dus niet is uitgesloten dat een of meer van de nieuwe raadsleden direct of indirect bij de gepleegde overtredingen van de Kies wet betrokken zijn geweest. Voorts ver zoekt hij het besluit van de raad van 18 december tot toelating van de nieuwe le den niet uit te voeren totdat bij gerech telijk vonnis uitspraak is gedaan in deze zaak. Zijn zakelijke manier van politiek be drijven maakte zowel in binnen- als bui tenland een gunstige indruk en zijn rela tieve onafhankelijkheid van Adenauer deed weldadig aan na de slaafse houding die zijn voorganger steeds tegenover de kanselier had aangenomen. In de buitenlandse politiek toonde Schroder zich van meet af aan een voor stander van nauwe relaties met Washing ton en Londen. In de kwestie Berlijn en Duitsland bepleitte hij een soepele politiek, die op de Angelsaksische bondgenoten niet de indruk van halsstarrigheid en betwete righeid zou maken. En de Europa-politiek was hij steeds voorstander van een vol ledig lidmaatschap van Engeland in de E.E.G., een standpunt dat hij ook in de christendemocratische fractie en het par tijbestuur zo overtuigend naar voren bracht, dat het het officiële regerings standpunt werd, ondanks het feit dat Ade nauer weinig voelde voor Britse toetre ding en liever een klein Europa zag onder Frans-Duitse leiding. Jammer was het echter, dat Schroder het afgelopen jaar maar zelden tijd vond om zelf de onderhandelingen in Brussel over de toetreding van Engeland bij te wonen. Bonn werd daar grotendeels ver tegenwoordigd door staatssecretaris Lahr, die wel dezelfde denkbeelden als Schroder koestert, maar toch minder gewicht in de schaal legt. Op lager niveau werd Bonn zelfs wel vertegenwoordigd door ambte naren die fervente voorstanders zijn van De Gaulle's Europese conceptie, hetgeen uiteraard ongunstig moet hebben gewerkt op het verloop van de besprekingen. Aan Schroder heeft West-Duitsland een politicus die koel en realistisch poli tiek bedrijft. Zijn eigen carrière speelt daarin zeker een grote rol. De kans is dan ook verre van denkbeeldig, dat een van de volgende kanseliers der Bonds republiek Gerhard Schroder zal heten. Minister van Buitenlandse Zaken Gerhard Schroder. Uit de lijst van Anti-revolutionaire kan didaten voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer blijkt dat de heren dr. J. A. H. J. S. Bruins Slot, A. W. Biewinga, mr. B. Roosjen, dr. A. ^eerman en dr, E. P. Verkerk niet in de Kamer zullen terugkeren. Hun namen komen niet voor op de lijst van de eerste vierentwintig kandidaten van het Centrale Comité van de partij. Als het aantal Anti-revolutionaire Ka merleden na de verkiezingen gelijk blijft aan het huidige aantal veertien zul len de heren B. Roolvink (staatssecreta ris van Sociale Zaken en Volksgezondheid), P. C. Elfferich en Tj. Walburg, mej. mr. J. C. Rutgers en mr. dr. N. G. Geelker ken hun plaatsen innemen. Als mej. Rut gers wordt gekozen zal zij het eerste vrou welijke Kamerlid van de Anti-revolutio naire Partij zijn. Advertentie Advertentie Niets werkt sneller, niets werkt aan genamer, ter verlichting van pijn, dan een behandeling met Algesal-bal- sem. Het enige middel, dat het diaethyl- amino-salicylaat in een speciale emulsie met hoog doordringingsvermogen bevat (U.S. Patent n° 2596674) dringt Algesal direct door in het weefsel, de ge wrichtsbanden en de spieren tot aan de haard van de pijn, waar een onmid dellijke verlichting ontstaat. Overtuigt Uzelf van dit buitengewone doordrin gingsvermogen wanneer U Algesal uitwrijft, zult U merken, dat deze aan vankelijk kleurloze wonderbalsem meer en meer melkwit wordt en volledig in de poriën verdwijnt (in plaats van een oppervlakkige warmtesensatie op de huid te veroorzaken), teneinde diep in te werken op de pijnlijke weefsels. Nog beter de pijnstillende werking van Algesal "doorstraalt" weefsel en spieren tot in de gewrichten, zodanig dat een duurzaam gevoel van ver lichting en welzijn in de plaats komt van pijn of stijfheid. Maar, vergeet niet Pijn slaat altijd onverwacht toe 1 Zorgt er dus voor thuis altijd een tube Algesal bij de hand te hebben. De Tweede Kamer heeft de motie- Van Dongen (K.V.P.) waarin de regering werd verzocht een wetsontwerp in te dienen om het sinds twee jaar bestaande verbod tot het couperen van paardestaarten ongedaan te maken, aangenomen met 63 tegen 55 stemmen. Tegen waren alle leden der P.v.d.A., S.G.P., P.S.P., C.P.N., één lid van de K.V.P., één VV.D'er alsmede en kele leden der A.R.P. en C.H.U. Minister Marijnen had tegen de motie geen be zwaar gemaakt. De regering zal zich er over beraden. Ridder. Tot ridder in de orde van Oranje-Nassau is benoemd E. A. Gale- sloot, directeur van het openbaar slacht huis en de keuringsdienst voor vee en vlees te Amersfoort. Er zijn de laatste dagen enige ongeluk ken gebeurd met gasflessen. In Tiel ont stond een hevige ontploffing in een slage rij, toen een dienstmeisje een gasfles in heet water trachtte te „ontdooien". Bij temperaturen beneden het vriespunt levert een butaangasfles geen gas meer, zodat men er dan soms toe overgaat de gas fles te verwarmen. Dit verwarmen kan echter gevaar opleveren. Bij te sterke verwarming kan de butaanfles de dan op tredende abnormaal hoge gasdruk niet weerstaan, waardoor een ontploffing volgt. Het is dus zaak de butaanfles op een plaats te zetten waar de temperatuur bo ven het vriespunt blijft, bijvoorbeeld in een normaal verwarmde kamer. Een gas fles mag beslist niet blootgesteld worden aan overmatige verhitting, dus niet bij een brandende kachel worden geplaatst of in een heetwaterbad. Het is voorts noodzakelijk steeds de fleskraan bij het niet gebruiken van het kooktoestel of ver warmingsapparaat te sluiten, ook al is de fles ogenschijnlijk leeg. Bij openstaande fleskraan ;n oplopende binnenhuistempe- ratuur gaat de butaanfles weer gas le veren, hetgeen eveneens tot ongelukken aanleiding kan geven. Een 28-jarige Rotterdammer die zich beleggingsadviseur noemt, wordt ervan verdacht voor tenminste f 100.000, aan ef fecten en eld van cliënten te hebben ver duisterd. Er zijn tal van aangiften van gedupeerden bij de politie binnengekomen, die de man heeft gearresteerd. Vermoe delijk heeft de beleggingsadviseur veel geld verloren met speculeren. (Van onze parlementaire redacteur) De Tweede Kamer heeft gisteravond de regeringsnota over de moeilijkheden bij de K.L.M. voor kennisgeving aangenomen. In antwoord op critiek van de fractievoor zitter van de P.v.d.A., prof. Vondeling, zei minister Korthals, dat de nota sober was gehouden omdat het ging over een in concurrentiestrijd verkerende onderneming. Veel rumoer en veel mededelingen zouden een ongunstige uitwerking kunnen hebben. De nu genomen beslissingen betreffen alleen de directie van de luchtvaartmaat- schappy. Er is geen reden voor paniek. Uitdrukkelijk ontkende de bewindsman dat er reeds besluiten waren genomen over de omvang van de K.L.M. en het lijnennet. Wel zei de minister, dat de structuur van het lijnenpatroon heel belangrijk is en dat deze kwestie zeker in de beschouwingen zal worden betrokken. Maar hierover zal ruim overleg nodig zijn. „Want wij moeten goed weten: Wat wy besnoeien zyn we kwijt", aldus drs. Korthals. De minister zei dat de K.L.M. met een klein land als basis, op wereldniveau werkt. Andere luchtvaartondernemingen steunen vaak op grote landen en op over heidshulp. Na een voortdurende groei tot begin 1961 kwam er een omslag door ve le externe oorzaken. De concurrentiestrijd kreeg een ander karakter, waardoor be zinning op een nieuwe aanpak nodig werd Minister Korthals liet hier het woord „zelf inkeer" vallen. Zou de K.L.M. niet te zeer zijn vergroeid met het verleden? Ver wijten jegens personen noemde hij niet juist. „Wij staan nu aan het begin van een nieuwe oriëntatie, waarover de directie zich zal beraden", aldus de minister. Hi„ kon nog geen nauwkeurige cijfers geven over de ontwikkeling van de K.L.M. in 1962. Wei houdt men rekening met een on gunstig resultaat dat zou neerkomen op een verlies van meer dan 70 miljoen DE BALANS OPGEMAAKT Aangezien binnenkort de verkiezingen zullen leiden tot een nieuwe kabinetsformatie, is het nu een goed ogenblik om de balans op te maken van wat op het gebied van de buitenlandse betrekkingen onder het ministerie-De Quay is bereikt. En vanzelf zal men dan de blik verder terug rich ten, omdat er in de loop van meer dan tien jaar een onver brekelijke band is gegroeid tussen het buitenlands beleid en de persoon van minister Luns. Weliswaar was deze ge durende de eerste vier jaren van zijn optreden slechts me de-minister, die naast de „ech te" minister van Buitenlandse Zaken, Mr. Beyen, zijn taak uitoefende, maar sedertdien heeft de heer Luns zich zozeer een centrale plaats in het ka binet verworven en hebben de Nederlanders hem zo vaak op hun beeldscherm gezien, dat het soms lijkt alsof wij nooit een andere minister van Bui tenlandse Zaken hadden ge had. En het opmaken van de balans wordt daardoor groten deels een oordeelvelling over het beleid van minister Luns. Deze minister, voortgekomen uit de gelederen van de bui tenlandse dienst, is een uitzon derlijk man dit zullen zelfs zijn grootste tegenstanders moeten erkennen. Niet alleen heeft hij zich in de loop van al die jaren als een harde wer ker doen kennen dat geldt voor veel meer ministers, ook ministers van Buitenlandse Zaken, dan het grote publiek misschien denkt, maar bo vendien heeft hij met luider stem namens Nederland ge sproken telkens wanneer hem dat goed docht. En dat laatste is iets, dat van weinig Neder landse ministers van Buiten landse Zaken vóór hem kan worden gezegd. Het is waar dat de beide laatste voorgan gers van de heer Luns op het Plein, de heren Stikker en Beyen, ook wel eens fors ge tamboereerd hebben maar dit waren geen vakministers in de ogen van de Nederland se diplomalen, politici en ho ge ambtenaren! En vakminis ters waren als regel zeer voor zichtig, zeer gebalanceerd in hun oordeel, zij traden op in internationaal gezelschap met een zekere licht-hautaine be deesdheid (die niet verward mag worden met bescheiden heid). Dit gaf de Nederlanders toentertijd de reputatie, zin te hebben voor objectiviteit, doch het kwam ons allemaal zeer weinig te stade zodra de part ners in het gesprek mensen werden van een totaal andere ethos of cultuur, mensen ook zonder de goede manieren welke eens onmisbaar wdren in het diplomatieke verkeer. Zo iemand, dan heeft minister Luns met die verouderde Ne derlandse traditie gebroken. Wanneer men, zoals bij het opmaken van de balans past, nu vraagt waartoe al deze energieke leiding gevoerd heeft, dan.... blijkt er dien tengevolge een zekere leegte om Nederland heen te zijn ontstaan. Het vacuum zou zelfs volkomen zijn wanneer er niet het vaste plechtanker was van de NAVO. Dit bond genootschap, waarop de ge hele buitenlandse politiek zich is blijven richten onder de op eenvolgende kabinetten waar in de heer Luns zat, bepaalt al haar grote lijnen. Het om gekeerde is niet waar: Neder land bepaalt in genen dele de politiek van de NAVO. „Na tuurlijk niet!", zal men ge neigd zijn uit te roepen. Im mers wij als klein land kun nen slechts dankbaar zijn voor wat de grootste van alle grote bondgenoten, Amerika, wil en kan doen in het belang van onze gezamenlijke defensie. En dat is ook de houding van de huidige minister van Bui tenlandse Zaken blijkbaar ge weest in dit ene, en wel zeer belangrijke opzicht heeft hij nooit een solo-partij gebla zen zoals hij deed bij vele an dere gelegenheden. Hij wilde het niet en hij kon het niet, om te spreken in de trant van een wel eerlijke, maar toch niet heel gelukkige uitspraak van minister De Quay. Passief heeft Nederland ondergaan wat Amerika het uit hoofde van het bondgenootschap op legde: zeer zware defensie- lasten, een bijzonder lange diensttijd, en op onze bodem bases voor onderdelen van de Amerikaanse luchtmacht en voor Amerikaanse kernwa pens. Dit was kabinetspolitiek, onder De Quay zo goed als onder Drees. Voor zover Ne derland zich in de NAVO deed horen, was het steeds weer als de getrouwe paladijn van de Verenigde Staten. Een trouw die in de Verenigde Staten óf wel onopgemerkt is gebleven, of anders voor zo vanzelfsprekend werd gehou den, dat Nederland er bij ons weten nooit ofte nimmer enige concrete tegemoetkoming aan te danken heeft gehad. Men denke slechts aan de beruchte zaak van de landingsrechten in Californië. Terwijl minister Beyen de grote stoot heeft helpen geven, die leidde tot de verdragen van Rome, trad onder minister Luns de periode in van uit werking en van consolidatie. Misschien is dit Europese be leid van de minister diens grootste verdienste. Het is al leen zo jammer, dat niemand, die niet ter vergadering van de Raad van Ministers van de E.E.G. wordt toegelaten, er een goed oordeel over kan vormen. En er worden maar zeer weinigen toegelaten, be halve dan de ministers zelf, de commissie-leden en de steeds groeiende legers van hoge ambtenaren nationale zo goed als internationale. Wanneer de Europese gedach te ooit populair wil worden, dan zullen de deuren in Brus- sel veel vaker open moeten! Maar hoe dan ook, wij geloven te mogen zeggen dat ook daar, dat misschien juist daar, mi nister Luns menigmaal voor Nederland een positie heeft kunnen redden. Door de struc tuur van de verdragen van Rome zes partnerlanden, die ieder een recht van veto kunnen uitoefenen in extreme gevallen is het mogelijk, de Nederlandse invloed goed te doen gevoelen. Een voordeel dat straks, als het toch nog tot uitbreidingen van de E.E.G. mocht komen, onvermijdelijk minder groot zal worden. Van de E.E.G. naar de Be nelux, il n'y a qu'un pas. Men behoeft in feite zelfs geen en kele stap te zetten, aangezien men voor beide organisaties met Brussel te maken heeft, zou men misschien geneigd zijn te denken. Maar zó simpel zijn onze buitenlandse aange legenheden nu weer niet. Ter wijl voor E.E.G.-zaken in de eerste plaats 't ministerie van Buitenlandse Zaken verant woordelijk is, speelt de Bene lux daar in veel mindere ma te. Wat is begonnen als een douane-unie, was en is een zaak, die vooral het ministerie van Economische Zaken inte resseert. Jammer misschien, want ware het anders dan zou de energieke minister Luns er mogelijk eerder toe zijn ge komen, te streven naar een politieke Nederlands-Belgisch- Luxemburgse samenwerking. En juist daaraan heeft het nogal eens ontbroken! Wan neer Nederland en België een enkele maal dezelfde weg gin gen, dan deden zij dat toch min of meer als twee in zich zelf gekeerde, eenzame wan delaars en niet als twee part ners. De instelling van de minis ter inzake de verdere politieke eenwording van Europa is in hoge mate negatief geweest, doch wij moeten toegeven dat de minister hier een trouwe tolk is geweest van de gevoe lens die momenteel leven on der het Nederlandse volk, dat de plannen van De Gaulle en Adenauer terecht afwijst. Volmondig zijn wij het daar enboven met minister Luns eens, wanneer wij zijn politiek ten aanzien van Engelands toetreding tot de E.E.G. in be schouwing nemen. Hier valt niet te redetwisten over wat wel en wat niet in het belang van ons land is, en minister Luns heeft onophoudelijk ge streden voor dit belang, op dit bepaalde punt. En dan komen wij tot Nieuw-Guinea. Hierop heeft de minister het allermeest zijn aandacht gericht, ja, hij heeft alle middelen waarover het land mogelijkerwijs kon be schikken te baat genomen om te bereiken wat hij wilde. Men heeft dit doel zelfbeschikking van de Papoeas genoemd maar wij voor ons twijfelen of het minister Luns ooit één slape loze nacht heeft bezorgd dat die zelfbeschikking tenslotte aardig in het gedrang is geko men. De hoge rekening be staat niet alleen uit defensie- en bestuurskosten, zij bestaat ook en vooral uit een voort bestaan van een vacuum in plaats van redelijke betrek kingen met Indonesië. Op de balans van minister Luns is dit zeker de grootste passief- post: deze betrekkingen zijn onder zijn bewind zó slecht en bar geworden als maar moge lijk is zolang twee landen nog net niet in oorlog met elkaar zijn. Dit heeft vele landgeno ten, zomede de K.L.M., ernsti ge verliezen berokkend. Erger nog: het heeft enorm veel, grotendeels nodeloos leed te weeggebracht, onder Ambone zen, Indische Nederlanders, ja, en ook onder Indonesiërs en Europese Nederlanders die het anders gewild hadden maar die de kans niet kregen. Het gebeurt gelukkig niet dikwijls dat in de Nederlandse politiek het wapen van de verdacht making wordt gehanteerd. Ten aanzien van de leden van de zogenaamde groep-Rijkens is dat wél gebeurd. Toch is reeds nu voor iedereen duidelijk ge worden, dat wat die groep wilde, in het uiteindelijk be lang van Nederland lag. Men kan naar eigen verkie zing de cijfers invullen achter deze balansposten en besluiten welk voor- of nadelig saldo er blijft na al die jaren minister schap van de heer Luns. Op één ding dient de aandacht te worden gevestigd bij het op maken van de rekening: er is nog wat te koop aan restanten anders gezegd, er zijn en kele onafgedane zaken. Én wel een nog niet geratificeerd ver drag tussen Nederland en West-Duitsland, met iets erin dat schadeloosstelling heet, maar die naam niet verdient. Hoe trouwhartig oud-minister Drees ook doktert aan een verdeelschaal, er is zó weinig om te verdelen over de onnoe melijk veel getroffenen en hun nabestaanden, dat de regering er veel beter niet aan had kunnen beginnen deze aal moes te aanvaarden. Hopelijk verwerpen de Kamers dit on waardige verdragje. Door de aangeboden schadeloosstelling niet aan te nemen, en haar vervolgens van rijkswege toch aan de getroffenen uit te ke ren, neemt Nederland geen grotere last op zich dan één jaar Nieuw Guinea ons placht te kosten! Het is alles niet zo bemoedi gend, ook niet voor de opvol ger van minister LunsWat uw kroniekschrijver betreft, hij wil gaarne langs deze weg afscheid nemen van zijn lezers, omdat hij voorlopig de pen neerlegt. Want er is een tijd van komen en van gaan, een tijd van spreken en van zwij gen.... Het rapport van het Amerikaanse bureau McKinsey betreft alleen de organisatie van de K.L.M. Het is een basis voor even tueel te nemen maatregelen en deze zul len ter kennis van het parlement worden gebracht. De minister noemde het spij tig dat geheime gegevens openbaar zijn geworden. Dat zou ernstige gevolgen kun nen hebben". Prof. Vondeling had de dividenduitke ring over 1960 „verlakkerij" genoemd, om dat de ongunstige toestand toen al waar neembaar zou zijn geweest. Dat ontkende de minister. In 1964 zal de steun van de overheid aan de K.L.M. aflopen, maar het leek mi nister Korthals redelijk, dat het dan aan het bewind zijnde kabinet de K.L.M. niet in de steek zou laten. Beslissingen over het personeelsbeleid zijn niet genomen. De nieuwe directie zal hieraan grote aan dacht moeten schenken. Eventuele conse quenties voor het personeel zullen met de betrokken organisaties worden besproken. Het leek de minister niet juist kritiek te oefenen op de wijzigingen in de direc tie, al is het begrijpelijk dat hier persoon lijke gevoeligheden liggen. De regering staat positief tegenover in ternationale samenwerking op luchtvaart gebied, maar een dergelijke oplossing kan niet eenzijdig worden bereikt. Staatssecre taris Stijkel merkte nog op dat de moge lijkheid van overeenstemming in „Air Union" ernstig zal moeten worden beke ken. De Kamer liet het er gisteren verder bij en nam de nota voor kennisgeving aan. Het ms „Maaslloyd" van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd heeft op zijn thuis reis van Nieuw Guinea een bijzonder ge schenk meegenomen voor het oorlogsmu seum in Leiden. In Sorong verzochten namelijk enige toen nog daar gelegerde officieren van de Koninklijke Landmacht aan kapitein G. F. Corver, de gezagvoerder van de Maaslloyd, of het mogelijk zou zijn een heel bijzondere kano, die uit één boom stam was gehouwen en die gebruikt werd voor patrouilletochten in kreken en der gelijke door een volledig bepakte en ge wapende tirailleurgroep, naar Nederland mee te nemen. Men wilde deze namelijk aanbieden aan het oorlogsmuseum. De zogenaamde koleh koleh is de enige in zijn soort en om sentimentele redenen, zo zeiden zij, wilden de officieren haar niet op Nieuw Guinea achterlaten. Overtuigd dat de directie van de Ko ninklijke Rotterdamsche Lloyd daartegen geen bezwaar zou hebben heeft kapitein Corver aangeboden het vaartuig gratis aan dek te vervoeren. De omroepverenigingen zijn door de ci viele kamer van de Haagse rechtbank in de gelegenheid gesteld het bewijs te leve ren van hun stellingen in het proces tegen hei weekblad „Televizier" ten aanzien van de zogenaamde buitenland-programma's en het plegen van een wanprestatie door Televizier". De omroepen eisen in dit proces dat „Te levizier" verboden zal worden program ma's in welke vorm dan ook te publice ren. Daarbij v/erd namens de omroepen onder meer aangevoerd dat de zogenaam de buitenland-programma's (bestemd voor omroepverenigingen in andere landen) ori gineel werk zijn, waarop auteursrecht be rust. Bovendien is „Televizier" er van be schuldigd een wanprestatie te hebben ge leverd door het bekend maken van gege vens, waarvah het auteursrecht bij de om roepverenigingen berust. Op deze punten zullen de omroepen met bewijzen moeten komen. Daartoe is een getuigenverhoor op 28 februari a.s. vastgesteld. De eis in reconventie van „Televizier" de omroepen zijn verplicht om de pro gramma's ook aan „Televizier" te ver strekken werd door de rechtbank afge wezen. De rechtbank is van oordeel dat de omroepen niet de plicht hebben deze gegevens te verstrekken. Voor dit onder deel van het proces werd „Televizier" ver oordeeld in de kosten van het geding zijn de ongeveer 280.-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 6