De „Vijf" van Europa richten
hun hoop op minister Schroder
Geen reden voor paniek
over situatie bij de KLM
Koffie K REM ER Thee
Snellere verlichting van
rheumatiek en spierpijnen
door dr.
R. van
Eqmond
ADENAUERS SECONDANT IN PARIJS
Koel en zakelijk politicus, die Engeland
een warm hart toedraagt, wint aan gezag
Huissen krijgt nog
geen gemeenteraad
A.R.-Kamerleden die
niet terugkeren
Tweede Kamer wil het
couperen van paarde-
staarten weer toelaten
Gasflessen niet
verwarmen!
Een ton verduisterd
Een sober Tweede Kamerdebat
over een sobere nota
Koleh koleh voor
oorlogsmuseum
WOENSDAG 23 JANUARI 1963
Gemeen soldaat
In 1953 minister
Werkt uitermate actief in op de haard van de pijn
ter verlichting van rheumatiek, zenuwpijnen, spit, ischias en stijfheid
Televizier-procedure
wordt vervolgd
(Van onze correspondent)
BONN. In het Europese drama
de rol van de Westduitse minister van
Buitenlandse Zaken steeds groter ge
worden. Van hem, zo hoopte men, kon
den in de eerste plaats impulsen uitgaan
om de Fransen te brengen tot aanvaar
ding van Britse toetreding tot de Euro
pese Economische Gemeenschap en om
de Britten tot enige concessies te be
wegen. Dit laatste is gebeurd. De Fran
sen, met vooraan hun op glorie gestelde
president, waren onvermurwbaar. Wel
licht kan bondskanselier Adenauer bij
zijn bezoek aan Parijs iets bij hem be
reiken, als hij tenminste niet zijn diepste
neigingen volgt en De Gaulle steunt in
diens anti-Britse politiek.
Zozeer op Parjjs en de Frans-Westduitse
alliantie ingesteld als Adenauer is, zo Brits
georiënteerd is minister Gerhard Schroder,
Niet alleen studeerde hy korte tyd in
Edinburgh en spreekt hij goed Engels,
maar ook poogt hy in zijn kleding en op
treden het ideaal te benaderen van de
Engelse gentleman. Dat is bij Schroder
geen aanstellery, maar het komt voort uit
zy'n typisch Noordduitse achtergrond.
Weliswaar werd hij in Saarbrücken ge
boren, maar zijn jeugd bracht hij groten
deels door in de noordelijke deelstaat van
de Bondsrepubliek, Sleeswijk-Holstein
Daar ontwikkelde de in 1910 geboren jurist
de voor die streek kenmerkende terughou
dendheid, vaak koelheid, en de door het
Hanze-verleden bepaalde internationale
oriëntatie, die via de ligging aan zee vaak
een oriëntatie op de Angelsaksische wereld
was. Studeren deed Schroder in Bonn. In
1933 promoveerde hij tot doctor in de rech
ten. Na een assistentschap aan de univer
siteit vestigde hij zich in 1939 als advocaat
in Berlijn.
Om als jurist te kunnen werken was
Schroder in 1933 lid van de nationaal-
socialistische partij geworden. Uit alles
blijkt echter, dat hij dit alleen gedaan
heeft omdat hij er als jurist toe gedwon
gen werd. In 1938 trad Schroder namelijk
toe tot de Bekennende Kirche, de vleugel
van de Duitse protestantse kerk die mili
tant anti-nazi was. In 1941 trouwde
Schroder, die inmiddels voor de militaire
dienst was opgeroepen, met een half-joods
meisje uit Berlijn. Dat had tot gevolg dat
hij, ondanks zijn studie, in Hitiers leger
nooit hoger opklom dan de rang van sol-
daal. Na 1945 vestigde Schroder zich in
Düsseldorf, waar hij meewerkte aan de
wederopbouw van de kolen- en staalin
dustrie. Uit die tijd dateren de nauwe be
trekkingen die Schroder met de Ruhr
onderhoudt en die door velen als een ge
vaar worden beschouwd voor een onaf
hankelijke buitenlandse politiek der
Bondsrepubliek.
In 1953 werd hij, nadat hij lid was ge
worden van het partijbestuur van de
Christen-Democratiesche Unie, minister
van Binnenlandse Zaken. In deze functie
ontpopte hij zich als een voortreffelijk
ambtenaar, een scherp maar weinig op
windend redenaar en een betrekkelijk
autoritair bewindsman. Met de socialisti
sche oppositie lag Schroder in de jaren
1953'61 bijna constant overhoop; hij kon
zich er toen op beroemen een van de minst
geliefde politici van de Bondsrepubliek te
zijn. Zijn positie als trouwe slippedrager
vail Adenauer maakte hem evenwel als
minister vrijwel onaantastbaar.
In de herfst van 1961 nam Schroder de
buitenlandse teugels over van Heinrich
von Brentano, die zijn ambt neerlegde uit
misnoegen over de koehandel, die tiidens
de coalitiebesprekingen van die dagen be
dreven werd. Van dat moment af keerde
het getij der populariteit ten gunste van
Gerhard Schroder.
De installatie van de nieuwe gemeente
raad van het Betuwse plaatsje Huissen,
die morgen zou geschieden, zal niet door
gaan, omdat een der leden van de vorige
raad, de heer J. G. Timmermans, bij de
Kroon in beroep is gegaan tegen een uit
spraak van Gedeputeerde Staten van Gel
derland.
Dit raadslid had bij Gedeputeerde Staten
een bezwaarschrift ingediend tegen't raads
besluit tot toelating van de nieuwgekoze-
nen, omdat volgens hem geen opheldering
is verkregen inzake de gepleegde onregel
matigheden bij de gemeenteraadsverkie
zingen van 30 mei 1962. Na deze onregel
matigheden werd bij Koninklijk Besluit
bepaald dat de gekozenen niet konden
worden toegelaten en een nieuwe verkie
zing moest worden gehouden. Tegen de
voor de tweede keer gekozen raadsleden
diende de heer Timmermans een protest
in, maar Gedeputeerde Staten verklaar
den dit beroep niet ontvankelijk op grond
van een te late indiening. De requestrant
heeft zich toen in een telegram tot de
Kroon gewend met het verzoek het besluit
van Gedeputeerde Staten te vernietigen.
De heer Timmermans meent onder meer
dat tot op heden geen opheldering is ver
kregen over de onregelmatigheden, aange
zien het strafrechtelijke vooronderzoek
in deze zaak nog niet gesloten is. Het
raadslid meent, dat de mogelijkheid dus
niet is uitgesloten dat een of meer van
de nieuwe raadsleden direct of indirect bij
de gepleegde overtredingen van de Kies
wet betrokken zijn geweest. Voorts ver
zoekt hij het besluit van de raad van 18
december tot toelating van de nieuwe le
den niet uit te voeren totdat bij gerech
telijk vonnis uitspraak is gedaan in deze
zaak.
Zijn zakelijke manier van politiek be
drijven maakte zowel in binnen- als bui
tenland een gunstige indruk en zijn rela
tieve onafhankelijkheid van Adenauer
deed weldadig aan na de slaafse houding
die zijn voorganger steeds tegenover de
kanselier had aangenomen.
In de buitenlandse politiek toonde
Schroder zich van meet af aan een voor
stander van nauwe relaties met Washing
ton en Londen. In de kwestie Berlijn en
Duitsland bepleitte hij een soepele politiek,
die op de Angelsaksische bondgenoten niet
de indruk van halsstarrigheid en betwete
righeid zou maken. En de Europa-politiek
was hij steeds voorstander van een vol
ledig lidmaatschap van Engeland in de
E.E.G., een standpunt dat hij ook in de
christendemocratische fractie en het par
tijbestuur zo overtuigend naar voren
bracht, dat het het officiële regerings
standpunt werd, ondanks het feit dat Ade
nauer weinig voelde voor Britse toetre
ding en liever een klein Europa zag onder
Frans-Duitse leiding.
Jammer was het echter, dat Schroder
het afgelopen jaar maar zelden tijd vond
om zelf de onderhandelingen in Brussel
over de toetreding van Engeland bij te
wonen. Bonn werd daar grotendeels ver
tegenwoordigd door staatssecretaris Lahr,
die wel dezelfde denkbeelden als Schroder
koestert, maar toch minder gewicht in de
schaal legt. Op lager niveau werd Bonn
zelfs wel vertegenwoordigd door ambte
naren die fervente voorstanders zijn van
De Gaulle's Europese conceptie, hetgeen
uiteraard ongunstig moet hebben gewerkt
op het verloop van de besprekingen.
Aan Schroder heeft West-Duitsland
een politicus die koel en realistisch poli
tiek bedrijft. Zijn eigen carrière speelt
daarin zeker een grote rol. De kans is
dan ook verre van denkbeeldig, dat een
van de volgende kanseliers der Bonds
republiek Gerhard Schroder zal heten.
Minister van Buitenlandse Zaken
Gerhard Schroder.
Uit de lijst van Anti-revolutionaire kan
didaten voor het lidmaatschap van de
Tweede Kamer blijkt dat de heren dr.
J. A. H. J. S. Bruins Slot, A. W. Biewinga,
mr. B. Roosjen, dr. A. ^eerman en dr,
E. P. Verkerk niet in de Kamer zullen
terugkeren. Hun namen komen niet voor
op de lijst van de eerste vierentwintig
kandidaten van het Centrale Comité van
de partij.
Als het aantal Anti-revolutionaire Ka
merleden na de verkiezingen gelijk blijft
aan het huidige aantal veertien zul
len de heren B. Roolvink (staatssecreta
ris van Sociale Zaken en Volksgezondheid),
P. C. Elfferich en Tj. Walburg, mej. mr.
J. C. Rutgers en mr. dr. N. G. Geelker
ken hun plaatsen innemen. Als mej. Rut
gers wordt gekozen zal zij het eerste vrou
welijke Kamerlid van de Anti-revolutio
naire Partij zijn.
Advertentie
Advertentie
Niets werkt sneller, niets werkt aan
genamer, ter verlichting van pijn,
dan een behandeling met Algesal-bal-
sem. Het enige middel, dat het diaethyl-
amino-salicylaat in een speciale emulsie
met hoog doordringingsvermogen bevat
(U.S. Patent n° 2596674) dringt Algesal
direct door in het weefsel, de ge
wrichtsbanden en de spieren tot aan de
haard van de pijn, waar een onmid
dellijke verlichting ontstaat. Overtuigt
Uzelf van dit buitengewone doordrin
gingsvermogen wanneer U Algesal
uitwrijft, zult U merken, dat deze aan
vankelijk kleurloze wonderbalsem meer
en meer melkwit wordt en volledig in de
poriën verdwijnt (in plaats van een
oppervlakkige warmtesensatie op de huid
te veroorzaken), teneinde diep in te
werken op de pijnlijke weefsels.
Nog beter de pijnstillende werking
van Algesal "doorstraalt" weefsel en
spieren tot in de gewrichten, zodanig
dat een duurzaam gevoel van ver
lichting en welzijn in de plaats komt
van pijn of stijfheid. Maar, vergeet
niet Pijn slaat altijd onverwacht
toe 1 Zorgt er dus voor thuis altijd
een tube Algesal bij de hand te
hebben.
De Tweede Kamer heeft de motie- Van
Dongen (K.V.P.) waarin de regering werd
verzocht een wetsontwerp in te dienen om
het sinds twee jaar bestaande verbod tot
het couperen van paardestaarten ongedaan
te maken, aangenomen met 63 tegen 55
stemmen. Tegen waren alle leden der
P.v.d.A., S.G.P., P.S.P., C.P.N., één lid
van de K.V.P., één VV.D'er alsmede en
kele leden der A.R.P. en C.H.U. Minister
Marijnen had tegen de motie geen be
zwaar gemaakt. De regering zal zich er
over beraden.
Ridder. Tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau is benoemd E. A. Gale-
sloot, directeur van het openbaar slacht
huis en de keuringsdienst voor vee en
vlees te Amersfoort.
Er zijn de laatste dagen enige ongeluk
ken gebeurd met gasflessen. In Tiel ont
stond een hevige ontploffing in een slage
rij, toen een dienstmeisje een gasfles in
heet water trachtte te „ontdooien". Bij
temperaturen beneden het vriespunt levert
een butaangasfles geen gas meer, zodat
men er dan soms toe overgaat de gas
fles te verwarmen. Dit verwarmen kan
echter gevaar opleveren. Bij te sterke
verwarming kan de butaanfles de dan op
tredende abnormaal hoge gasdruk niet
weerstaan, waardoor een ontploffing volgt.
Het is dus zaak de butaanfles op een
plaats te zetten waar de temperatuur bo
ven het vriespunt blijft, bijvoorbeeld in
een normaal verwarmde kamer. Een gas
fles mag beslist niet blootgesteld worden
aan overmatige verhitting, dus niet bij
een brandende kachel worden geplaatst
of in een heetwaterbad. Het is voorts
noodzakelijk steeds de fleskraan bij het
niet gebruiken van het kooktoestel of ver
warmingsapparaat te sluiten, ook al is de
fles ogenschijnlijk leeg. Bij openstaande
fleskraan ;n oplopende binnenhuistempe-
ratuur gaat de butaanfles weer gas le
veren, hetgeen eveneens tot ongelukken
aanleiding kan geven.
Een 28-jarige Rotterdammer die zich
beleggingsadviseur noemt, wordt ervan
verdacht voor tenminste f 100.000, aan ef
fecten en eld van cliënten te hebben ver
duisterd. Er zijn tal van aangiften van
gedupeerden bij de politie binnengekomen,
die de man heeft gearresteerd. Vermoe
delijk heeft de beleggingsadviseur veel
geld verloren met speculeren.
(Van onze parlementaire redacteur)
De Tweede Kamer heeft gisteravond de regeringsnota over de moeilijkheden bij de
K.L.M. voor kennisgeving aangenomen. In antwoord op critiek van de fractievoor
zitter van de P.v.d.A., prof. Vondeling, zei minister Korthals, dat de nota sober was
gehouden omdat het ging over een in concurrentiestrijd verkerende onderneming.
Veel rumoer en veel mededelingen zouden een ongunstige uitwerking kunnen hebben.
De nu genomen beslissingen betreffen alleen de directie van de luchtvaartmaat-
schappy. Er is geen reden voor paniek. Uitdrukkelijk ontkende de bewindsman dat
er reeds besluiten waren genomen over de omvang van de K.L.M. en het lijnennet.
Wel zei de minister, dat de structuur van het lijnenpatroon heel belangrijk is en dat
deze kwestie zeker in de beschouwingen zal worden betrokken. Maar hierover zal
ruim overleg nodig zijn. „Want wij moeten goed weten: Wat wy besnoeien zyn we
kwijt", aldus drs. Korthals.
De minister zei dat de K.L.M. met een
klein land als basis, op wereldniveau
werkt. Andere luchtvaartondernemingen
steunen vaak op grote landen en op over
heidshulp. Na een voortdurende groei tot
begin 1961 kwam er een omslag door ve
le externe oorzaken. De concurrentiestrijd
kreeg een ander karakter, waardoor be
zinning op een nieuwe aanpak nodig werd
Minister Korthals liet hier het woord „zelf
inkeer" vallen. Zou de K.L.M. niet te
zeer zijn vergroeid met het verleden? Ver
wijten jegens personen noemde hij niet
juist.
„Wij staan nu aan het begin van een
nieuwe oriëntatie, waarover de directie
zich zal beraden", aldus de minister. Hi„
kon nog geen nauwkeurige cijfers geven
over de ontwikkeling van de K.L.M. in
1962. Wei houdt men rekening met een on
gunstig resultaat dat zou neerkomen op
een verlies van meer dan 70 miljoen
DE BALANS OPGEMAAKT
Aangezien binnenkort de
verkiezingen zullen leiden tot
een nieuwe kabinetsformatie,
is het nu een goed ogenblik
om de balans op te maken
van wat op het gebied van de
buitenlandse betrekkingen
onder het ministerie-De Quay
is bereikt. En vanzelf zal men
dan de blik verder terug rich
ten, omdat er in de loop van
meer dan tien jaar een onver
brekelijke band is gegroeid
tussen het buitenlands beleid
en de persoon van minister
Luns. Weliswaar was deze ge
durende de eerste vier jaren
van zijn optreden slechts me
de-minister, die naast de „ech
te" minister van Buitenlandse
Zaken, Mr. Beyen, zijn taak
uitoefende, maar sedertdien
heeft de heer Luns zich zozeer
een centrale plaats in het ka
binet verworven en hebben de
Nederlanders hem zo vaak op
hun beeldscherm gezien, dat
het soms lijkt alsof wij nooit
een andere minister van Bui
tenlandse Zaken hadden ge
had. En het opmaken van de
balans wordt daardoor groten
deels een oordeelvelling over
het beleid van minister Luns.
Deze minister, voortgekomen
uit de gelederen van de bui
tenlandse dienst, is een uitzon
derlijk man dit zullen zelfs
zijn grootste tegenstanders
moeten erkennen. Niet alleen
heeft hij zich in de loop van
al die jaren als een harde wer
ker doen kennen dat geldt
voor veel meer ministers, ook
ministers van Buitenlandse
Zaken, dan het grote publiek
misschien denkt, maar bo
vendien heeft hij met luider
stem namens Nederland ge
sproken telkens wanneer hem
dat goed docht. En dat laatste
is iets, dat van weinig Neder
landse ministers van Buiten
landse Zaken vóór hem kan
worden gezegd. Het is waar
dat de beide laatste voorgan
gers van de heer Luns op het
Plein, de heren Stikker en
Beyen, ook wel eens fors ge
tamboereerd hebben maar
dit waren geen vakministers
in de ogen van de Nederland
se diplomalen, politici en ho
ge ambtenaren! En vakminis
ters waren als regel zeer voor
zichtig, zeer gebalanceerd in
hun oordeel, zij traden op in
internationaal gezelschap met
een zekere licht-hautaine be
deesdheid (die niet verward
mag worden met bescheiden
heid). Dit gaf de Nederlanders
toentertijd de reputatie, zin te
hebben voor objectiviteit, doch
het kwam ons allemaal zeer
weinig te stade zodra de part
ners in het gesprek mensen
werden van een totaal andere
ethos of cultuur, mensen ook
zonder de goede manieren
welke eens onmisbaar wdren
in het diplomatieke verkeer.
Zo iemand, dan heeft minister
Luns met die verouderde Ne
derlandse traditie gebroken.
Wanneer men, zoals bij het
opmaken van de balans past,
nu vraagt waartoe al deze
energieke leiding gevoerd
heeft, dan.... blijkt er dien
tengevolge een zekere leegte
om Nederland heen te zijn
ontstaan. Het vacuum zou
zelfs volkomen zijn wanneer
er niet het vaste plechtanker
was van de NAVO. Dit bond
genootschap, waarop de ge
hele buitenlandse politiek zich
is blijven richten onder de op
eenvolgende kabinetten waar
in de heer Luns zat, bepaalt
al haar grote lijnen. Het om
gekeerde is niet waar: Neder
land bepaalt in genen dele de
politiek van de NAVO. „Na
tuurlijk niet!", zal men ge
neigd zijn uit te roepen. Im
mers wij als klein land kun
nen slechts dankbaar zijn voor
wat de grootste van alle grote
bondgenoten, Amerika, wil en
kan doen in het belang van
onze gezamenlijke defensie.
En dat is ook de houding van
de huidige minister van Bui
tenlandse Zaken blijkbaar ge
weest in dit ene, en wel
zeer belangrijke opzicht heeft
hij nooit een solo-partij gebla
zen zoals hij deed bij vele an
dere gelegenheden. Hij wilde
het niet en hij kon het niet,
om te spreken in de trant van
een wel eerlijke, maar toch
niet heel gelukkige uitspraak
van minister De Quay. Passief
heeft Nederland ondergaan
wat Amerika het uit hoofde
van het bondgenootschap op
legde: zeer zware defensie-
lasten, een bijzonder lange
diensttijd, en op onze bodem
bases voor onderdelen van de
Amerikaanse luchtmacht en
voor Amerikaanse kernwa
pens. Dit was kabinetspolitiek,
onder De Quay zo goed als
onder Drees. Voor zover Ne
derland zich in de NAVO deed
horen, was het steeds weer
als de getrouwe paladijn van
de Verenigde Staten. Een
trouw die in de Verenigde
Staten óf wel onopgemerkt is
gebleven, of anders voor zo
vanzelfsprekend werd gehou
den, dat Nederland er bij ons
weten nooit ofte nimmer enige
concrete tegemoetkoming aan
te danken heeft gehad. Men
denke slechts aan de beruchte
zaak van de landingsrechten
in Californië.
Terwijl minister Beyen de
grote stoot heeft helpen geven,
die leidde tot de verdragen
van Rome, trad onder minister
Luns de periode in van uit
werking en van consolidatie.
Misschien is dit Europese be
leid van de minister diens
grootste verdienste. Het is al
leen zo jammer, dat niemand,
die niet ter vergadering van
de Raad van Ministers van de
E.E.G. wordt toegelaten, er
een goed oordeel over kan
vormen. En er worden maar
zeer weinigen toegelaten, be
halve dan de ministers zelf,
de commissie-leden en de
steeds groeiende legers van
hoge ambtenaren nationale
zo goed als internationale.
Wanneer de Europese gedach
te ooit populair wil worden,
dan zullen de deuren in Brus-
sel veel vaker open moeten!
Maar hoe dan ook, wij geloven
te mogen zeggen dat ook daar,
dat misschien juist daar, mi
nister Luns menigmaal voor
Nederland een positie heeft
kunnen redden. Door de struc
tuur van de verdragen van
Rome zes partnerlanden,
die ieder een recht van veto
kunnen uitoefenen in extreme
gevallen is het mogelijk, de
Nederlandse invloed goed te
doen gevoelen. Een voordeel
dat straks, als het toch nog tot
uitbreidingen van de E.E.G.
mocht komen, onvermijdelijk
minder groot zal worden.
Van de E.E.G. naar de Be
nelux, il n'y a qu'un pas. Men
behoeft in feite zelfs geen en
kele stap te zetten, aangezien
men voor beide organisaties
met Brussel te maken heeft,
zou men misschien geneigd
zijn te denken. Maar zó simpel
zijn onze buitenlandse aange
legenheden nu weer niet. Ter
wijl voor E.E.G.-zaken in de
eerste plaats 't ministerie van
Buitenlandse Zaken verant
woordelijk is, speelt de Bene
lux daar in veel mindere ma
te. Wat is begonnen als een
douane-unie, was en is een
zaak, die vooral het ministerie
van Economische Zaken inte
resseert. Jammer misschien,
want ware het anders dan zou
de energieke minister Luns er
mogelijk eerder toe zijn ge
komen, te streven naar een
politieke Nederlands-Belgisch-
Luxemburgse samenwerking.
En juist daaraan heeft het
nogal eens ontbroken! Wan
neer Nederland en België een
enkele maal dezelfde weg gin
gen, dan deden zij dat toch
min of meer als twee in zich
zelf gekeerde, eenzame wan
delaars en niet als twee part
ners.
De instelling van de minis
ter inzake de verdere politieke
eenwording van Europa is in
hoge mate negatief geweest,
doch wij moeten toegeven dat
de minister hier een trouwe
tolk is geweest van de gevoe
lens die momenteel leven on
der het Nederlandse volk, dat
de plannen van De Gaulle en
Adenauer terecht afwijst.
Volmondig zijn wij het daar
enboven met minister Luns
eens, wanneer wij zijn politiek
ten aanzien van Engelands
toetreding tot de E.E.G. in be
schouwing nemen. Hier valt
niet te redetwisten over wat
wel en wat niet in het belang
van ons land is, en minister
Luns heeft onophoudelijk ge
streden voor dit belang, op dit
bepaalde punt.
En dan komen wij tot
Nieuw-Guinea. Hierop heeft
de minister het allermeest zijn
aandacht gericht, ja, hij heeft
alle middelen waarover het
land mogelijkerwijs kon be
schikken te baat genomen om
te bereiken wat hij wilde. Men
heeft dit doel zelfbeschikking
van de Papoeas genoemd maar
wij voor ons twijfelen of het
minister Luns ooit één slape
loze nacht heeft bezorgd dat
die zelfbeschikking tenslotte
aardig in het gedrang is geko
men. De hoge rekening be
staat niet alleen uit defensie-
en bestuurskosten, zij bestaat
ook en vooral uit een voort
bestaan van een vacuum in
plaats van redelijke betrek
kingen met Indonesië. Op de
balans van minister Luns is
dit zeker de grootste passief-
post: deze betrekkingen zijn
onder zijn bewind zó slecht en
bar geworden als maar moge
lijk is zolang twee landen nog
net niet in oorlog met elkaar
zijn. Dit heeft vele landgeno
ten, zomede de K.L.M., ernsti
ge verliezen berokkend. Erger
nog: het heeft enorm veel,
grotendeels nodeloos leed te
weeggebracht, onder Ambone
zen, Indische Nederlanders, ja,
en ook onder Indonesiërs en
Europese Nederlanders die het
anders gewild hadden maar
die de kans niet kregen. Het
gebeurt gelukkig niet dikwijls
dat in de Nederlandse politiek
het wapen van de verdacht
making wordt gehanteerd. Ten
aanzien van de leden van de
zogenaamde groep-Rijkens is
dat wél gebeurd. Toch is reeds
nu voor iedereen duidelijk ge
worden, dat wat die groep
wilde, in het uiteindelijk be
lang van Nederland lag.
Men kan naar eigen verkie
zing de cijfers invullen achter
deze balansposten en besluiten
welk voor- of nadelig saldo er
blijft na al die jaren minister
schap van de heer Luns. Op
één ding dient de aandacht te
worden gevestigd bij het op
maken van de rekening: er is
nog wat te koop aan restanten
anders gezegd, er zijn en
kele onafgedane zaken. Én wel
een nog niet geratificeerd ver
drag tussen Nederland en
West-Duitsland, met iets erin
dat schadeloosstelling heet,
maar die naam niet verdient.
Hoe trouwhartig oud-minister
Drees ook doktert aan een
verdeelschaal, er is zó weinig
om te verdelen over de onnoe
melijk veel getroffenen en hun
nabestaanden, dat de regering
er veel beter niet aan had
kunnen beginnen deze aal
moes te aanvaarden. Hopelijk
verwerpen de Kamers dit on
waardige verdragje. Door de
aangeboden schadeloosstelling
niet aan te nemen, en haar
vervolgens van rijkswege toch
aan de getroffenen uit te ke
ren, neemt Nederland geen
grotere last op zich dan één
jaar Nieuw Guinea ons placht
te kosten!
Het is alles niet zo bemoedi
gend, ook niet voor de opvol
ger van minister LunsWat
uw kroniekschrijver betreft,
hij wil gaarne langs deze weg
afscheid nemen van zijn lezers,
omdat hij voorlopig de pen
neerlegt. Want er is een tijd
van komen en van gaan, een
tijd van spreken en van zwij
gen....
Het rapport van het Amerikaanse bureau
McKinsey betreft alleen de organisatie
van de K.L.M. Het is een basis voor even
tueel te nemen maatregelen en deze zul
len ter kennis van het parlement worden
gebracht. De minister noemde het spij
tig dat geheime gegevens openbaar zijn
geworden. Dat zou ernstige gevolgen kun
nen hebben".
Prof. Vondeling had de dividenduitke
ring over 1960 „verlakkerij" genoemd, om
dat de ongunstige toestand toen al waar
neembaar zou zijn geweest. Dat ontkende
de minister.
In 1964 zal de steun van de overheid
aan de K.L.M. aflopen, maar het leek mi
nister Korthals redelijk, dat het dan aan
het bewind zijnde kabinet de K.L.M. niet
in de steek zou laten. Beslissingen over
het personeelsbeleid zijn niet genomen. De
nieuwe directie zal hieraan grote aan
dacht moeten schenken. Eventuele conse
quenties voor het personeel zullen met de
betrokken organisaties worden besproken.
Het leek de minister niet juist kritiek
te oefenen op de wijzigingen in de direc
tie, al is het begrijpelijk dat hier persoon
lijke gevoeligheden liggen.
De regering staat positief tegenover in
ternationale samenwerking op luchtvaart
gebied, maar een dergelijke oplossing kan
niet eenzijdig worden bereikt. Staatssecre
taris Stijkel merkte nog op dat de moge
lijkheid van overeenstemming in „Air
Union" ernstig zal moeten worden beke
ken.
De Kamer liet het er gisteren verder
bij en nam de nota voor kennisgeving aan.
Het ms „Maaslloyd" van de Koninklijke
Rotterdamsche Lloyd heeft op zijn thuis
reis van Nieuw Guinea een bijzonder ge
schenk meegenomen voor het oorlogsmu
seum in Leiden.
In Sorong verzochten namelijk enige
toen nog daar gelegerde officieren van
de Koninklijke Landmacht aan kapitein
G. F. Corver, de gezagvoerder van de
Maaslloyd, of het mogelijk zou zijn een
heel bijzondere kano, die uit één boom
stam was gehouwen en die gebruikt werd
voor patrouilletochten in kreken en der
gelijke door een volledig bepakte en ge
wapende tirailleurgroep, naar Nederland
mee te nemen. Men wilde deze namelijk
aanbieden aan het oorlogsmuseum.
De zogenaamde koleh koleh is de enige
in zijn soort en om sentimentele redenen,
zo zeiden zij, wilden de officieren haar
niet op Nieuw Guinea achterlaten.
Overtuigd dat de directie van de Ko
ninklijke Rotterdamsche Lloyd daartegen
geen bezwaar zou hebben heeft kapitein
Corver aangeboden het vaartuig gratis
aan dek te vervoeren.
De omroepverenigingen zijn door de ci
viele kamer van de Haagse rechtbank in
de gelegenheid gesteld het bewijs te leve
ren van hun stellingen in het proces tegen
hei weekblad „Televizier" ten aanzien van
de zogenaamde buitenland-programma's
en het plegen van een wanprestatie door
Televizier".
De omroepen eisen in dit proces dat „Te
levizier" verboden zal worden program
ma's in welke vorm dan ook te publice
ren. Daarbij v/erd namens de omroepen
onder meer aangevoerd dat de zogenaam
de buitenland-programma's (bestemd voor
omroepverenigingen in andere landen) ori
gineel werk zijn, waarop auteursrecht be
rust. Bovendien is „Televizier" er van be
schuldigd een wanprestatie te hebben ge
leverd door het bekend maken van gege
vens, waarvah het auteursrecht bij de om
roepverenigingen berust. Op deze punten
zullen de omroepen met bewijzen moeten
komen. Daartoe is een getuigenverhoor op
28 februari a.s. vastgesteld.
De eis in reconventie van „Televizier"
de omroepen zijn verplicht om de pro
gramma's ook aan „Televizier" te ver
strekken werd door de rechtbank afge
wezen. De rechtbank is van oordeel dat
de omroepen niet de plicht hebben deze
gegevens te verstrekken. Voor dit onder
deel van het proces werd „Televizier" ver
oordeeld in de kosten van het geding zijn
de ongeveer 280.-