Max Ernst-expositie in het
Keulse Wallraf-Richartzmuseum
DE PROGRAMMA'S
Concertgebouworkest met
jazzmusici op het podium
Nijhoffprijzen voor Johannes Piron
en Charles B. Timmer
Oud-actrice Marie
Faassen overleden
Cellist Rostropovitsj naar Haarlem
WOENSDAG 30 JANUARI 1963
7
A W nabeschouwingen
De radio geeft donderdag
T elevisieprogramma
Goede variatie
André Spoor
Damshuizer
7. D.
Rob du Bois
Concert op 5 februari met Radio Fiiharmonisch Orkest
Dick de Reus naar
Radio Filharm. Orkest
Leo de Hartogh naar
Rotterdam
'v
HILVERSUM I 402 m. 7.00 AVRO. 7.50
VPRO. 8.00 AVRO. 20.00-24.00 NA
TIONAAL PROGRAMMA T.G.V.
DE VERJAARDAG VAN H.K.H.
PRINSES BEATRIX.
AVRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym
nastiek. 7.20 Lichte grammofoonmuziek.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO: 8.00
Nieuws. 8.15 Programma-overzicht: Aan
sluitend: lichte grammofoonmuziek. 9.00
Gymnastiek voor de vouw. 9.10 De groen
teman. 9.15 Oude kamermuziek (gr.) 9.35
Waterstanden. 9.40 Morgenwijding. 10.00
Arbeidsvitaminen. 10.50 Voor de kleuters.
11.00 Huishoudelijke zaken, lezing. 11.15
Omroeporkest: moderne muziek. 12.00
Licht instrumentaal ensemble en zangso
list. 12.30 Mededelingen t.v.c. land- en tuin
bouw. 12.33 Uit het bedrijfsleven, lezing.
12.43 Orgelspel. 13.00 Nieuws. 13.15 Mede
delingen, eventueel actueel of grammo
foonmuziek. 13.25 Beursberichten. 13.30
Promenade-orkest en zangsoliste: amuse
mentsmuziek. 14.00 Zangrecital: klassieke
liederen. 14.30 Voor de vrouw. 15.05 Zing
met ons mee 15.30 Voordracht. 15.45 Licht
instrumentaal ensemble. 16.00 Vijftien
jaar Notedop: radioprogramma in een
Notedop. 17.00 Voor de jeugd. 18.00 Nws.
18.15 Eventueel actueel. 18.20 Pianospel.
18.30 Sportpraatje. 18.35 Gesproken brief.
18.40 Instrumentaal kwintet en zang. 19.00
Voor de kinderen. 19.05 Carrousel, pro
gramma dat alle kanten opgaat. 19 35
Voor de jeugd. NATIONAAL PROGRAM
MA: 20.00 Nieuws. 20.05 Weet U nog wel
Koninklijke Hoogheid?, herinneringen aan
de Aziatische reis van H.K.H. Prinse Bea
trix. 20.40 Radio Filharmonisch orkest en
solist: Klgssieke en moderne muziek. 21.25
Nederland in sneeuw en ijs, klankbeeld.
22.00 Frisia Cantat: Koorzang van Friese
volksliederen. 2.30 Nieuws. 22.40 Omroep
orkest en solist: moderne muziek. 23.25
Pianorecital: k&ssieke en romantische
werkjes. 23.50 Dagsluiting. 23.55-24.00 Nws.
HILVERSUM II. 298 m. 7.00 KRO. 10.00
NCRV. 11.00 KRO. 14.00 NCRV 20.00-
24.00 NATIONAAL PROGRAMMA.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Morgengebed.
7.15 Grammofoonmuziek en strip voor de
jeugd. 7.55 Overweging. 8.00 Nieuws. 8.15
Lichte grammofoonmuziek. 8.50 Voor de
huisvrouw. 9.40 Schoolradio. NCRV: 10.00
Grammofoonmuziek. 10.03 Klassieke ka
mermuziek (gr.). 10.15 Morgendienst. 10.45
Mannenkoor (gr.) KRO: 11.00 Voor de zie
ken. 11.45 Geestelijke liederen. 12.00 Mid
dagklok-noodklok. 12.04 Lichte muziek.
12.25 Voor de boeren. 12.35 Mededelingen
ten behoeve van land- en tuinbouw. 12.38
Draaien maar!!!: lichte grammofoonmu
ziek. 13.40 Wissewassen...: licht program
ma (herhaling van zondag j.l.) NCRV:
14.00 Metropole orkest. 14.35 Ik wil mijn
kinderen terug, hoorspel (deel 3-herha-
ling van maandag 28 januari j.l.). 15.30
Licht instrumentaal trio. 16.00 Bijbelle
zing. 16.20 Klarinet en piano: Moderne mu
ziek. 16.45 Moderne vierhandige pianomu
ziek (gr.) 17 00 Voor de jeugd 17.30
Schoolzang. 17.40 Beursberichten. 17.45 Ne
derlandse liederen. 18.15 Sportrubriek.
18.30 Latijns-Amerikaans orkest. 18.50 So
ciaal perspectief, lezing. 19.00 Nieuws en
weerpraatje. 19.10 Geestelijke liederen
(gr.). 19.30 Radiokrant. 19.50 Politieke le
zing. 20.00-24.00 Nationaal programma
t.g.v. de verjaardag van H.K.H. Prinses
Beatrix: 20.00 Nieuws. 20.05 Kapel van de
Koninklijke Luchtmachtlichte muziek.
20.30 Ballade van wat eeuwig blijft in
jeugd, radio-documentaire. 21.20 Draak
steken, gevarieerd programma. 21.55 Weet
U nog wel Koninklijke Hoogheid?, herin
neringen aan de Aziatische reis van H.K.H.
Prinses Beatrix. 22.30 Nieuws. 22.40 Hoorn
ensemble: amusementsmuziek. 23.00 Om
het achtkantig huis, een poëtisch program
ma. 23.15 Metropole orkest en solisten.
23.50 Dagsluiting. 23.55-24.00 Nieuws.
BRUSSEL. 324 m. 12.00 Nieuws. 12.03 Lich
te muziek. 12.30 Weerbericht. 12.35 Lichte
muziek. 12.50 Beursberichten. 1300 Nws.
13.15 Kamermuziek. 14.00 Nieuws. 14.03
Schoolradio. 16.00 Nieuws. 16.03 Beursbe
richten. 16.09 Franse les. 16.24 Lichte mu
ziek. 17.00 Nieuws. 17.15 Voor de kinde
ren. 17.50 Klassieke muziek. 18.00 Nieuws.
18.03 Koorzang. 18.18 Paardesportberich-
ten. 18.20 Voor de soldaten. 18.50 Radio
kroniek. 19.00 Nieuws. 19.30 Lezing. 19.40
Lichte muziek. 20.00 Clavecimbelrecital.
20.30 Symfonieconcert. 21.30 Boekbespre
king. 21.45 Liederen. 22.00 Nieuws. 22.15
Chansons. 23.00 Nieuws. 23.05 Uitzending
gewijd aan de opera.
VOOR WOENSDAG
KRO: 17.00 Voor de kinderen. 17.15 Vei
lig verkeer. 17.25 Voor de kinderen. NTS
17.35-17.45 De Verrekijker, jeugdjournaal
KRO: 19.30 Van onze sportredacteur NTS
20.00 Journaal en weeroverzicht. KRO
20.20 Actualiteiten. 20.45 Vloekjes bij de
thee, gevarieerd programma (deel 2).
21.00 TV-dansant. 21.40 De grenzen van
het leven, documentair programma 22.25
Epiloog. NTS: 22.35-22.40 Journaal.
VOOR DONDERDAG
AVRO: 14.30-15.15 Voor de vrouw. 15 30-
15.45 Voor de kleuters. NCRV: 19.30 On
derweg naar morgen: maandelijkse popu-
lair-wetenschappelijke serié programma's
déél 5. NTS: 20.00 Journaal. NCRV: 20.20
Memo. 20.30 Filmkader. 21.00 Frans meis
jeskoor Les Djinns. NTS: 21.20 Aan de
vooravond, TV-spel. NCRV: 22.40 Dagslui
ting. NTS: 22.50-22.55 Journaal.
Het Wallrof-Richartz
Museum, waarin Max
Ernst in de zomer
van 1961 de hem door
de stad Keulen toe
gekende Stephan
Lochner-medaille in
ontvangst nam, heeft
nu gepoogd dit ver
zuim goed te maken
door een grote over
zichtstentoonstelling
in te richten, waarop
naast schilderijen en
collages ook vele
plastieken te zien
zijn. De bezoeker van
de expositie, waar
men terecht kan tot
en met 3 maart, wordt
wegwijs gemaakt in
de vaak bizarre we
reld van de schilder
door een catalogus
van meer dan voor
treffelijk gehalte.
Men treft er zwart
wit reprodukties van
de belangrijkste wer
ken in aan, voorts
een paar kleuren-
reprodukties, verder
een goede inleiding
van Carola Giedion-
Welcker, waarin uit
voerig wordt inge
gaan op de thema's
en symbolen in Max
Ernsts werk, en ten
slotte een door de
schilder zelf samen
gesteld biografisch
overzicht. Dit laatste
is de beste inleiding,
die men maar wen
sen kan, daar het niet zozeer belangrijke
data bevat als wel leidende gedachten, in
vallen en ontmoetingen.
MAX ERNST GAAT DOOR voor een
litteraire schilder. Zijn thema's zijn meestal
bedacht, zijn symboliek is vaak litterair
getint. In een groot deel van zijn werk
valt de nauwe relatie met het litteraire
surrealisme op, waarmee Ernst zulke
nauwe betrekkingen onderhield. Vooral na
1920, toen Max steeds sterker in contact
kwam met André Breton en Paul Eluard,
speelt in zijn werk de gedachte een grote
rol, dat een nieuwe poëtische werkelijk
heid moest worden geschapen door asso
ciatie van tegendelen.
In deze tijd formuleert Ernst de collage
techniek dan ook zo: „Zij is de systema
tische uitbuiting van het toevallige of
kunstmatig geprovoceerde samentreffen
van twee of meer in wezen vreemde reali
teiten op een ogenschijnlijk daarvoor on
geschikt vlak en de vonk poëzie, die bij
het naar elkaar toe brengen van deze reali
teiten overspringt".
IN DEZE PERIODE hebben zijn doe
ken en collages uitgebreide titels, die
weergeven dat zij als poëtisch geheim
schrift moeten worden opgevat. Zo bij
voorbeeld de titels „Twee jonge Meisjes
maken een Tochtje door de Hemel," „Flin
ker dan de Maan," „De Start van de Kas
tanjeboom," „Twee en Twee zijn Een",
„IJslandschappen, Ijspegels en Steensoor
ten van het Vrouwelijke Lichaam." Dada
is aan dit alles niet vreemd en niet voor
niets zijn vele van deze werken eigendom
van Ernsts dadaïstische vriend Tristan
Tz3f3
Ook na de dadaperiode is Max Ernst
zijn werken blijven voorzien van titels, die
vaak even „gek" zijn, al missen zij steeds
meer die ongerijmdheid, die typerend was
voor de twintiger jaren. Nog in 1957 noemt
hij een doek „De Prinsen slapen slecht"
en in 1953 „Vier Vogels en vijf Vliegende
Schotels," ook titels die er op uit zijn de
beschouwer te amuseren.
Want men moet niet denken dat Max
Ernst beledigd zou zijn als de beschouwer
van zijn schilderijen en collages plus ti
tels lacht. Geenszins. Ernst is weliswaar
van een diepe ernst in zijn kunst, maar
hij versmaadt de humor zeker niet en hij
erkent ronduit het humoristische aspect
van zijn surrealistische werk. Zo is er geen
twijfel aan dat het onderschrift „Zij heb
ben te lang in het Bos geslapen" onder
een doek, waar half menselijke half plant
aardige op boomstronken lijkende wezens
dolen, mede gekozen is om de humoristi
sche werking.
MAAR DEGENE, die alleen maar lacht
ziet voorbij aan het andere, wat Ernst met
dit doek wil zeggen: het bos is bedreiging
en rustplaats tegelijk voor de mens: men
is er vrij en geeft zich over aan de natuur,
maar het bos is ook gevaarlijk, tast de
mens aan, maakt hem tot boom of plant,
maakt hem lachwekkend en tragisch tege
lijk.
Deze dubbel werking, positief en nega
tief is typerend voor Max Ernst. Het is
ook het wezen van zijn privéfantoom de
vogel Loplop, over wie hij vertelt: „Hij
schonk mij een hart in een kooi, de zee
in een kooi, twee bloembladen, drie bla
den, een bloem en een jong meisje."
Loplop gaat overal met Ernst mee. Hij
vliegt hem achterna als hij in het begin
van de tweede wereldoorlog van Frankrijk
uit naar de Verenigde Staten gaat, hij in
spireert de schilder tot zijn vele vogel
schilderijen, hij is enerzijds grappig
maar hoort aan de andere kant bij die we
reld van fatale en fantastische verschrik
kingen, die in alle doeken van Max Ernst
vorm krijgt.
„Schnabelpaar" van Max Ernst.
de persoonlijkheid van de schilder en zij
werken daarom ook picturaal overtuigen
der.
Vooral in zijn meer recentere doeken
en plastieken komt de inspiratie bij Ernst
regelrecht uit deze lagen voort en wordt
zijn kunstenaarschap minder dan voorheen
versnipperd door allerlei litteraire bijbe
doelingen. Mij hebben dan ook de latere
werken op de Keulse expositie het meest
overtuigd, doeken zoals „Mundus est Fa
bula", 1959, bijna een condensering van
Max Erns. artistieke credo, „Vater Rhein"
1953, „Ein Kristall, seine Witwe und sein
Kind", 1961, „Muschelblumen", 1955.
Sprinkhanenlied aan de Maan", 1953.
WERKEN, WAARIN het schilderen op
de eerste plaats komt, waar kleur en ex
pressie de plaats in hebben genomen van
wat in vroegere perioden van Ernsts kunst
bloedeloosheid lijkt. In deze latere doe
ken, maar ook in de hoogtepunten van
de middenperiode, zoals „De versteende
stad" uit 1939, heeft de schilder Max
Ernst het gewonnen van de revolutionaire
hemelbestormer, die eens uittrok om de
schilderkunst te vernietigen door al schil
derend en dichtend een buiten picturale
dichterlijke werkelijkheid op te roepen.
In de voortreffelijke catalogus wordt
een klein vers geciteerd dat de schrijver
Michel Butor voor Max Ernst geschreven
heeft. Het begint zo:
l'homme aux yeux fous
qui voulatt tuer la peinture
m-ais la peinture était sa vie
et fut plus forte
Het legt de vinger op de kern van Max
Ernsts leven, op de overwinning die de
schilder in hem behaalde.
HET BEZOEK aan de tentoonstelling in
het Wallraf-Richartz museum is een avon
tuur. Ook als bezoeker moet men wat
wagen en niet bang zijn voor ontmoetin
gen met Loplop, vreemde vleesachtige
wezens, met gedrochten en vermolmde,
vergane en toch hoogst levendige vegeta
tie. Men moet de droom aandurven en
niet terugschrikken voor de nachtmerries,
die verre in de meerderheid zijn. Maar
het avontuur loont. In de. droomwereld
van Max Ernst blijkt wijsheid, humor,
vaak schoonheid te zijn.
De man met de ogen vol waanzin
die de schilderkunst doden wilde
maar schilderen was zijn leven
en dat was sterker
De Russische meestercellist Rostropo-
vitsj, die op dinsdag 5 januari in
Haarlem zal optreden met het Radio
Filharmonisch Orkest.
Advertentie
(Van onze correspondent)
BONN. De nu 71 jaar oude schilder Max Ernst is een zoon van het Rijnland.
Op 2 april 1891 werd hij geboren in de tussen Keulen en Bonn gelegen kleine
stad Brühl, waar keurvorst-bisschop Clemens August in de 18de eeuw het be
roemde Schloss Brühl liet bouwen. Toch heeft het lang geduurd voordat een
grote overzichtstentoonstelling van het werk van Max Ernst te zien was in de
omgeving, waar hij opgroeide. De laatste keer dat in deze contreien een Ernst-
expositie werd gehouden was in 1951 in Brühl. Dat liep toen slecht af: het pu
bliek bleef weg en alles eindigde met een financieel debacle voor de organisator.
DE GRANDSEIGNEURALE vogel Lop-
op, Ernsts tweede ik, hoort tot de sym
bolen in zijn werk, die authentiek zijn,
evenals de bomen, de plantengroei, de
versteende steden en de verschelpte bloe
men. Zij stammen, in tegenstelling tot de
zuiver gefantaseerde symbolen uit de Da
daperiode, uit de wezenlijke lagen van
Een interessant voorprogramma ging
vooraf aan de hoofdfilm „De nachten van
Cabiria", het alom geprezen meesterwerk
van Fellini, dat ons vooral weer trof door
de feilloze weergave van de situaties,
waarin de naar geluk hunkerende prosti
tuee telkens weer verzeild raakte.
De avond begon met een door de auteur
Leonard de Vries samengestelde documen
taire „Ongewone hobbies", die erg aardig
was, maar gezien zijn signalerend karak
ter te weinig van die bijzondere vormen
van vrijetijdsbesteding behandelde. En
doordat de samensteller meende te moe
ten eindigen met zijn eigen, wat passieve
hobby: het verzamelen van phonograaf-
rollen zakte deze film, waarin zoveel actie
ve ontspanning was vastgelegd, op het ein
de in elkaar.
Het viel ons op, dat de door Carillonfilms
vervaardigde rolprent, gewijd aan het zeer
veel omvattende werk van de 75-jarige Ko
ninklijke Nederlandse Heide Maatschap
pij veel weg had van de gebruikelijke
„t.v.-documentaire", waarin filmfragmen
ten, foto's en sprekers elkaar almaar in
het beeld afwisselen. Het leek ons overi
gens een kopie van een kleurenfilm, waar
in men zich beijverd had braaf alle acti
viteiten van de jubilerende organisatie vast
te leggen. Dat het zo'n brokkelig geheel
werd, kan dus ook aan de opdracht-geef
ster gelegen hebben.
In welke gevaarlijke toestand het 110e lid
van de Verenigde Naties, de Afrikaanse
staat Oeganda zich bevindt, kwam goed tot
uitdrukking in een zeer uitgebreide En
gelse reportage-film. De grote verdeeld
heid en de haat van de door „koningen"
geleide stammen, die samen de bevolking
van dit pas onafhankelijk geworden land
vormen, werden behoorlijk geregistreerd.
Ongewild bood de t.v. ons deze avond een
schrijnend contrast: hongersnood bij tien
duizenden in Oeganda verkommerende
vluchtelingen (uit Belgisch Kongo) en een
overdaad aan levensmiddelen op de jaar
lijkse tentoonstelling van land- en tuin-
bouwprodukten t.g.v. de „Grüne Woche" in
Berlijn. Deze uitstekende AVRO-reportage
leerde ons wel, hoe belangrijk West-Duits-
land (dat n.m. per dag een kwart miljoen
gulden kaas van ons afneemt) als afzetge
bied van Nederland is.
Winterhulp en winterhulp
Volgens een uitvoerig bericht van de
Belgische correspondent vèn „Het Vrije
Volk" hebben vele Nederlanders (ook stel
ler dezes) zich ten onrechte geërgerd aan
de lovende woorden die de Vlaamse No
belprijswinnaar Prof. Heymans in een
door de KRO overgenomen t.v.-interview
wijdde aan de Belgische Winterhulp, een
organisatie waarin hij e enbelangrijke func
tie vervulde.
In tegenstelling met de gelijknamige Ne
derlandse organisatie, zou die Belgische
Winterhulp in het geheel niet „fout", maar
zelfs zeer goed geweest zijn. Dit werd ons
bevestigd door een onverdacht man, de
letterkundige Nico Rost, die een belang
rijk aandeel had in tiet Belgische verzpts-
wérk (hij werd daar Ook gearresteerd).
I Wij haasten ons, Professor Heymans onze
verontschuldigingen aan te bieden voor
het feit, dat wij zo'n verkeerd licht wier
pen op het (en zijn) Belgisch Winterhulp-
werk. De KRO had dit pijnlijke misver
stand kunnen voorkomen, als slechts een
van zijn vele medewerkers tijdig kennis
genomen had van de inhoud en de achter
gronden van dit t.v.-interview, dat 3 da
gen van te voren opgenomen werd. Een en
kele, inleidende mededeling was dan af
doende geweest.
MET HET CONCERTGEBOUWORKEST
traden gisteren in de goed gevulde Grote
Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw
vijf merkwaardige solisten op: pianist
Cees Slinger, tenorsaxofonist Harry Ver-
beke, trompettist Cees Smal, bassist Jo-
han Engels en slagwerker Jacques Schols,
tezamen vormend „The Diamond Five",
in jazzkringen bekend als een van de bes
te Nederlandse jazz-ensembles.
De organisatoren van deze avond heb
ben met dit optreden beoogd eens een
proef te nemen met de integratie van
twee muzieksoorten, die in het normale
muziekleven strikt van elkaar gescheiden
plegen te blijven. Men heeft daarvoor de
weg gekozen die het meest voor de hand
ligt: vóór de pauze speelde het Concert
gebouworkest, na de pauze voerden „The
Diamond Five" twee improvisaties uit en
tot slot speelden beide samen in het Con
certino voor orkest en jazzkwintet van
Otto Ketting. Op deze wijze werden zo
duidelijk mogelijk de contrasten en over
eenkomsten getoond tussen beide muziek
genres en er werd tenslotte een poging
tot werkelijke integratie gedaan.
OM MET HET EIND te beginnen: die
integratie mislukte. Maar dat lag niet zo
zeer aan de idee op zichzelf of aan de mu
sici, als wel aan het feit dat Kettings
Concertino een goedkoop en weinig over
tuigend, daarbij veel te langdurig stuk
is. De vijf solisten, die in hun eigen num
mers hadden bewezen een voortreffelijke,
vitale en interessante muziek te kunnen
produceren, moesten hier een partij spe
len, die ver beneden hun eigen artistieke
niveau lag, terwijl ook het orkest weinig
interessants te berde kon brengen. Onze
bewondering gaat intussen zowel uit naar
Bernard Haitink en zijn orkestleden als
naar de jazzmusici, die allen met grote
kunde en met enthousiasme aan dit ex
periment hebben deelgenomen. De compo
nist werd door Haitink op het podium ge
nodigd en deelde in het applaus.
VOOR DE PAUZE werden de ouverture
uit Bachs eerste orkestsuite, Ibéria van
Debussy en de Variazioni van Kees van
Baaren uitgevoerd. Het was jammer dat
Haitink, vooral in Debussy, minder in
vorm leek: Ibéria klonk mat en ongeïn
spireerd. Van Baarens orkestvariaties ble
ken eens te meer een sterk en uitstekend
geproportioneerd werk, dat ondanks de
wat schoolse en niet zeer genuanceerde
vertolking bij het in hoofdzaak jeugdige
publiek goed aansloeg.
Johannes Piron en Charles B. Timmer (rechts) in de Haagse raadzaal na de
uitreiking der prijzen.
Dick de Reus, thans eerste-concertmees-
ter van het Rotterdams Filharmonisch Or
kest, is met ingang van 1 september be- j
noemd tot eerste-concertmeester van het i
Radio Filharmonisch Orkest. Hij is geën
gageerd voor 60 concerten per jaar.
Jacob van der Woude blijft bij de ove
rige 50 concerten zijn werkzaamheden als
eerste-concertmeester voortzetten, zo deelt
het secretariaat van de Nederlandse Ra
dio Unie mee.
KUNSTMAAND ORKEST
In verband met ziekte van mevrouw Gré
Brouwenstijn is het concert van het Kunst-
maand Orkest, dat donderdag 31 januari
's avonds in de grote zaal van het Concert
gebouw te Amsterdam zou plaatshebben,
verschoven naar zondag 10 februari 8.15
uur, eveneens in het Concertgebouw. Reeds
gekochte plaatsbewijzen blijven geldig.
Met ingang van 1 september zal Leo de
Hartogh de Haagse Comedie verlaten. Hij
heeft een contract gesloten met de direc
tie van het Nieuw Rotterdams Toneel.
MARIE FAASSEN, stammende uit een
familie van toneelspelers, dochter van de
acteur Alexander Faassen, werd 7 maart
1872 in Rotterdam geboren. Na de h.b.s.
te hebben doorlopen debuteerde zij als
zeventienjarige bij Le Gras en Haspels in
„Zwarte Griet", een stuk van haar oom
Rosier Faassen. Zij huwde met Ternooy
Apel en vertrok naar Amsterdam, waar
zij eerst speelde bij Charles de la Mar
(vader van Nap), later bij De Toneelver
eniging, waar zij o.a. optrad in stukken
van Heyermans. Na de opheffing van dit
ensemble speelde zij voorts bij de gezel
schappen van Verkade en Verbeek, Van
der Lugt Melsert en Saalborn. Na de oor
log was Marie Faassen verbonden aan het
Amsterdams Toneelgezelschap en aan Het
Nederlandse Volkstoneel, waar zij in 1949
optrad in „Voerman Henschel". Zij jubi
leerde in 1950, toen zij zestig jaar actrice
was, als Kniertje in „Op Hoop van Zegen".
Enkele andere belangrijke rollen van Ma
rie Faassen waren: Marietje in „Op hoop
van Zegen" en Eva Bonheur.
Het zesde concert van de dinsdag-serie
van het Noordhollands Philharmonisch Or
kest, op 5 februari a.s., wordt verzorgd
door het Radio Filharmonisch Orkest on
der leiding van Jean Fournet. De wereld
beroemde Russische meestercellist Mstis-
lav Rostropovitsj zal aan dit concert solis
tische medewerking verlenen. Het concert
wordt geopend met de Ouverture „Le car
naval Romain" van Berlioz, waarna Ros
tropovitsj het Celloconcert van Schumann
zal uitvoeren. Na de pauze is Rostropovitsj
solist in de Rococovariaties van Tsjaikof-
sky: het concert wordt besloten met „Le
Sacre du printemps" van Strawinsky.
MSTISLAV ROSTROPOVITSJ werd in
1927 te Bakou geboren uit een familie van
musici. Op 8-jarige leeftijd kreeg hij cello-
les van zijn vader, die zelf leerling was
van de beroemde Russische artist Alexan
dre Verjbilovitsj. In 1943 werd Mstislav
Rostropovitsj leerling van het conservato
rium van Moskou, waar hij drie jaar later
met glans zijn eindexamen behaalde. Nog
voordat hij zijn studie beëindigd had, be
gon Rostropovitsj zijn uitgebreide concert
werkzaamheden. Zijn debuut maakte hij
in duo met Vaclav Richter en in trio met
Emil Gilels en Leonid Kogan. Verscheide
ne malen behaalde hij op concoursen de
eerste prijs: in 1945 te Moskou, in 1947 op
het Jeugdfestival te Praag, in 1949 te Boe
dapest op het Internationale cello-concours
en tenslotte behaalde hij in 1950 te Praag
de Prix Vigan. Voor zijn buitengewone
verdiensten op muziekgebied werd Rostro
povitsj in 1951 de Stalin-prijs toegekend.
Zes jaar later ontving hij de titel „Ver
dienstelijk Artist van de U.S.S.R."
Rostropovitsj is pedagogisch werkzaam
als docent aan het conservatorium te Mos
kou. Hij is een veelzijdig begaafd musicus;
hij speelt piano en vertoont een nief alle
daags componistisch talent. Als auteur van
een reeks interessante cello-stukken werd
Rostropovitsj in 1950 toegelaten tot de
Unie van Sovjet-componisten. Verscheide
ne Russische componisten hebben werken
aan hem opgedragen.
Aan de 39-jarige Johannes Piron en de
55-jarige Charles B. Timmer zijn gisteren
in de Haagse raadzaal door de voorzitter
van het Prins Bernhard Fonds, prof. mr.
W. F. de Gaay Fortman, de Martinus Nij-
hoffprijzen voor vertalingen uitgereikt;
aan de eerste voor zijn Nederlands-Duitse
aan de laatste voor zijn Russisch-Neder-
landse vertalingen. De jury bestond uit
prof. dr. S. Dresden, prof. dr. P. Minde-
raa, mr. E. Straat, Dolf Verspoor, Bert
Voeten en Adriaan Morriën.
Johannes Piron, die in 1923 te Frank
fort aan de Main werd geboren, kwam
na zijn opleiding op de quakerschool
Kasteel Eerde bij Ommen en een verblijf
tijdens de oorlogsjaren te Amsterdam
hij moest er onderduiken en was lid van
de K.P. onder invloed van Wolfgang
Cordan tot vertalen. Hij heeft reeds 26
poëzie- en prozawerken vertaald. Alleen
reeds door de omvang en de aard van zijn
vertalingen was hij aldus de jury
een belangrijke kandidaat voor de prijs.
„De verscheidenheid van de litteratuur,
die door Piron is vertaald, geeft blijk van
een virtuoos en zelfs voor vertalers on
gewoon aanpassingsvermogen, waaraan
evenwel niets is opgeofferd van de andere
kwaliteiten, waarover een bekwaam verta
ler dient te beschikken, zoals nauwgezet
heid, verfijnde zorg voor het detail, ge
voel voor de geur en kleur van een werk,"
aldus het juryrapport.
De jury was algemeen van mening dat
de vertalingen van Charles B. Timmer uit
het Russisch van uitzonderlijk hoog gehal
te leken te zijn. Zij heeft het oordeel
van deskundigen ingewonnen, omdat zij
meende dat haar competentie op dit ge
bied bedenkelijk tot nul nadert. Haar oor
deel heeft zij echter bevestigd gezien. Uit
de ook in dit geval zeer talrijke vertalin
gen blijkt steeds een grote beheersing van
het Nederlands. De heer Timmer heeft al
leen reeds wat de omvang van zijn ver
taalwerk betreft zeer veel verricht. Tsje-
chov, Dostojevski, Gogolj, gedichten van
Pasternak, Toergenjev en onlangs nog de
verhalen van Babel vormen een indruk
wekkende hoeveelheid van uitzonderlijk
belangrijke litteratuur.
DE OUD-ACTRICE Marie Faassen is
gisteren op 90-jarige leeftijd in een rust
huis te Amsterdam overleden. De crema
tie heeft zaterdag te Westerveld plaats na
aankomst van de t~cin van 10.31 uur.
i