I Muiterij op het Vrouwenschip HET ITALIAANSE MODEBEELD 1963 A VERWACHTINGEN WAT LONDEN ERVAN DENKT TANTE PATENT PANDA EN DE BEWOGEN BEWEGER o BIRCIT „YOKU" BROEREN LEERDE IN JAPAN DE BLOEMSCHIKKUNST door Henrick Binder 15 Om veryotgye rhaal JANUARI 1963 Uimëê..; :;A, gilpgi mniiiiiiiiiiiiiiimminiiiiiiiiiiiiiiiiiiHHiiiiiiiimniiiiHinniiiinminiiiiiiiDiiiiiiniiiiiiiiiinniiiHiiiiiiiiiiimiinniimninimmmmmmHmnmnHHmmm1111 H. S. '•"i lüülllllllllllllllllllilllllllll g 44) H Zeker: daarginds aan de oevers, H was het leven van alledag, daar werd g gekookt, gebraden, getimmerd, ge- zaagd, gewerkt waarschijnlijk werd er ook gevloekt, gedronken, gespeeld. H Maar dat was niet het belangrijkste, p Dit had ze in Londen ook gekend. Maar dat andere: dat alles volkomen H in zich opnemen dat zou ze voort- M aan steeds weer doen, ook in Port g Jackson. Ze was niet bang voor Port Jackson. 1 HOOFDSTUK XXVIII g Acht dagen later, in de avond voor- li dat de „Julian" de reis naar Rio zou voortzetten liep er een nieuwe Franse g snelzeiler binnen. Het schip bracht opwindende berichten uit Parijs mee. S Daar had de bevolking de Bastille be- g stormd, de burgers waren tegen de g bevoorrechte standen, de adel en de g geestelijkheid, in opstand gekomen, g De burgerpartij, die zich de partij van de volksvrienden noemde, had de g willekeurige arrestaties, de beruchte g Lettres de cachet, afgeschaft. Die g volksvrienden stonden onder leiding g van een zeer, fijngeestig man, de graaf g Mirabeau. De heerschappij van de g roués, de liederlijken, zoals het volk g ze noemde, van de ministers, de hof- p ambtenaren, de staatslieden, de prin- g sen en prinsessen was volledig gebro- g ken. De bezittende klasse, de adel g vluchtte uit Frankrijk weg, en door g intriges konden de troepen uit Parijs g verwijderd worden. Iedere dag werd het ergste gevreesd voor de koning, die nog in Versailles woonde. Maar H volgens geruchten zou het volk hem 1 dwingen, naar de Tuilerieën te verhui- g zen. Dit zou betekenen dat de koning dan alle macht volledig ontnomen g werd, want dan stond hij geheel on- g der toezicht van het verbitterde volk. g De kapitein nodigde de heren uit op een glas wijn, om dat opwindede g nieuws eens rustig te kunnen bespre- g ken. g „Die Fransen," zei kapitein Aitken, „zijn waarschijnlijk volkomen dron- g ken van geluk, omdat ze eindelijk de g mogelijkheid hebben de vrijheid te H verkrijgen, die wij Engelsen door de g Habeas Corpus al lang bezitten." g „De Habeas Corpus", antwoordde g Holbom, „heeft in Engeland alleen g maar de misdadigers aan de vrijheid g geholpen. En wat er ook in Frakrijk g gebeuren mag, het zal ook daar alleen g maar misdadigers de vrijheid bren- g gen." g „Maar er is toch ook een orde, een door God ingestelde orde," zei Ait- g ken. „Die orde heeft beslist niets met de Engelse regering te maken," ant- g woordde Holborn. „En ook niet met g de orde, die in Frankrijk door de g priesters verkondigd wordt. Ik vind g dat we de lieve God buiten alle za- g ken, en ook buiten politiek moeten la- g ten. Uit de gebeurtenissen in Frank- g rijk blijkt toch wel, dat die orde in g geen enkel land kan blijven duren." g Aitken voelde zich in het nauw ge il dreven. Ook hij was 't niet in alles eens g met de maatschappij, maar hij vond g het toch pijnlijk, als Holbom zijner g majesteits regering aanviel, die toch g beslist wel honderd maal beter was g dan die van Frankrijk. „U zult toch g wel moeten toegeven, dat de koning g door God is aangesteld." g „Ik heb hier geen enkel oordeel g over," verklaarde Holborn. g „Uw toon bevalt me niet," zei de g kapitein weer. „Wij spraken over de g orde", zei Holborn weer, „u sprak over g de koning, kapitejn". g „Wij spraken over de door God ge il wilde orde," verbeterde Aitken. g „Juist," zei Holborn, „en nu vraag g ik u, of in die door God gewilde orde g het ene deel van de mensheid, en g nochwel het kleinste, het recht heeft g om het andere deel van de mensheid, dus het grootste, te laten verhonge- g ren." g „U drukt u altijd graag een beetje 1 sterk uit," zei Aitken. „Op dergelijke 1 theorieën is de vrijheid van 't gepeu- g pel gebaseerd." g „Die vrijheid," riep Holborn. „is nu g eenmaal 't betreurenswaardige, maar g onvermijdelijke uiterste. Een mens fg moet wel stelen als men hem laat g verhongeren." g „U bent een revolutionair," zei Ait- ken. „Revolutionair waarvoor? vroeg Holborn. „Voor een door God gewilde orde," zei Aitken glimlachend. Nunham had met grote verbazing naar dit gesprek geluisterd. Die Hol- born verdedigde dus de misdadigers. Maar toen hij er later nog even met e Nicol over sprak, zei deze: „Hij heeft precies het tegenovergestelde be- doeld." I Toen de „Julian" de volgende mor- gen het anker lichtte, stond Nunham vertwijfeld en moe van het denken aan de reling en zag de rede van Saö Thiago verdwijnen. Terwijl de wind krachtig in de zei- len blies en de „Julian" over de gol- ven voortjoeg, had hij een gevoel als- s of alles boven hem in elkaar viel en hij bijna donker werd voor zijn ogen. E Hoe moest hij de volgende drie j maanden doorkomen? En daar kwam ook nog die ver- schrikkelijke Holborn aan, die zijn j morgenwandeling maakte. „Zo luitenant," vroeg hij, „valt het i afscheid u zwaar?" „Zeker," antwoordde Nunham. „Ja," zei dokter Holborn weer, „die viërmaster, is over eenentwintig dagen j als in Calais, hij blijft hier maar j vierentwintig uur liggen." Holborn liet Nunham nog woeden- I der achter dan hij al was. Hij zag, dat ook het Franse zeil- j schip het anker lichtte, de zeilen bol- j de zich en langzaam nog, voer het j weg in noordelijke richting. Over een- entwintig dagen! Waar zou hij zelf j zijn, over eenentwintig dagen? Toen aan het einde van die eerste j dag de zon onderging en Nunham i zijn avondwandeling over het dek be gon liep er een rilling door zijn hele lichaam. Eén eindeloze dag was nu voorbij. Eén enkele eindeloze dag van een eindeloze reis! Hij zag de zon on dergaan, de schemering sloop over het dek, alle voorwerpen werden onduide lijk en wazig. De dingen schenen nog dichter op elkaar te staan dan over dag. En om het schip heen was de ruisende zee, waarin de „Julian", in een altijd eendere cadans van links naar rechts en van rechts naar links schommelde. En door dat schom melen en wiegen kreunde en kraak te het. Stuurboord bakboord, stuur boord. Het was troosteloos eentonig, einde loos, oneindig. Toen George zich omdraaide, zag hij vijf stappen van zich vandaan een donkere vrouwelijke gestalte langs- glippen. Hij zag meer aan de manier van lopen, dan aan de gestalte, dat het Susan was. Hij aarzelende geen ogenblik, anders zou hij gezien hebben dat op vier stappen van hem verwijderd nog een man stond. George sprong op haar toe, geluidloos, snel als een roofkat, die een prooi bespringt. Susan was volkomen verrast, dat ze geheel verstijfde, maar zijn armen wa ren als van ijzer. Zij handen om klemden haar schouders. Haar hoofd lag tegen zijn ene arm aan, en haar gezicht bevond zich onbeschermd voor hem. „Lieve San", fluisterde hij. Zijn mond gleed langs haar lippen af, die van steen schenen te zijn, onneem baar. „Ik ga gillen," riep ze plotseling. „Gil maar," fluisterde hij. Maar bijna op hetzelfde ogenblik voelde hij een zware slag in zijn nek. Hij viel languit op het dek. Toen hij weer bijkwam, schemerde 't voor zijn ogen. Hij zag alleen maar sterren, die als duizenden lichtjes om hem heen dansten. Pas een hele tijd later drong het tot hem door, dat hij tegen de mast geleund zat, niet in staat, op te staan. Wat was er gebeurd? Wie had hem neergeslagen? Een slag, die alleen on der de vaklieden gebruikelijk is. Precies op dezelfde manier had hij zelf Wyatt in Leicester Field neerge slagen. De slag kon, als men hem op de juiste plaats toebracht, zelfs dode lijk zijn. Hij trachtte zijn hals te bewegen, naar rechts, naar links. Zijn halswer vels waren niet gekwetst, hoewel ie dere beweging hem pijn deed. (Wordt vervolgd) VOORAL VOOR Terwijl de shows voor het komen de seizoen in Parijs nu volop aan de gang zijn, organiseerde de „Ka toenkoning" Boussac een mode festival in Amsterdam, waarop mannequins van de bekende Pa- rijse huizen nieuwe modellen toonden van Dior en anderen. (AP) Na negen dagen modeshows in Rome en Florence heeft het Ita liaanse modebeeld lente-zomer 1963 vorm gekregen. Weliswaar geen vast omlijnde vorm, want de opvattingen van de ontwerpers onderling liepen tamelijk uiteen. Vast staat, dat de rokken voortaan de knie weer geheel bedekken. De taillelijn is verhoogd van voren en op zijn natuurlijke plaats van achteren. Platte naden of ceintuurs geven de taille aan. Wederom krijgt de rug alle aandacht. De collecties vertoonden veel rugdecolletés. De rokken vallen soepel om de taille en zijn recht. Losse gladde flap pen of platte plooien geven er een schort-effect aan. De invloed van de cape is sterk, vooral in de mouwen, die wijd zijn. De avondkleding vertoont vooral veel ballonmouwen, de kleding voor over dag kimono of half kimono, half in gezette mouwen. Verticale afgebiesde zakken of klep- zakjes in de voornaden op taille of heuphoogte vormen het meest voorko mende detail. Kleuren: pasteltinten, zo als rose, zacht geel, gember, maar ook zwart wit, marine-blauw, turquoise en koraalrood. Stoffen: linnen, shantung, crêpe en gladde of tweed-achtige wol. 's Avonds zijde, satijn, ottoman en ka toen-chiffon. Meer dan ooit wordt bor duurwerk dit jaar op avondkleding toe gepast. Lijnen: de „kangoeroe-lijn" van Enzo, een mouwlijn, die de vrouw verplicht, haar armen langs haar li chaam te houden. Valentino: de „bom lijn". Slanke, licht tonvormige rokken. Emilio Pucci's„gothisch silhouet" voor de haute-couture modellen, brede schouders, hoge taille, verder strak van lijn en zijn „Indonesische" boutique- kleding, die soepel en vloeiend van lijn is. „De Sagittarius pijl en boog lijn" van Luciani ontleent zijn naam aan de verbrede boog van de schouders en de rechte lijn van het lijfje eronder. De „champagne-kurk" lijn van Baratta is vrijwel aan die van Luciani gelijk. Voor het eerst dit jaar waren er bij de Italiaanse shores, vele confectionnairs aanwezig. 88 percent van het totale aantal. Een eerste stap naar de coör dinatie tussen couturier en industrie. nnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnr""'"*"""'*""'*""""""""",l""l,*l'*M''""l>""<l"l>lli>""l>"<l<lllw<' «MMMfMMtMNMMMMMMiMMiM'mMMMftllMMMMMMMMMMAMMMinM „IK WOU DAT ik een lokaaltje op de kop kon tikken. Een kleine ruimte, die ik helemaal op z'n Japans zou inrich ten. (Het behang heb ik er al voor, dat nam ik eens uit Tokio mee.) Dan zou ik een Japanse bloemschikcursus kun nen beginnen. De spulletjes liggen er al voor klaar. Vazen, prikkers, scharen en boeken". Birgit Broeren-Christensen, die nu in Zandvoort woont, is een van de weinige Westeuropese vrouwen, die een diplo ma van de Sogetsu Akademie in Tokio hebben en bevoegd is les te geven in de Japanse bloemschikkunst. DE BLOEMSCHIKKUNST betekent voor de Japanners veel meer dan voor ons, in het westen. „Ze nemen er de tijd voor en ze zijn heel kritisch. Ze beschouwen het écht als een kunst, zo als de schilder- en beeldhouwkunst". Dat komt duidelijk tot uiting in het „tokonoma". Een nis van 90 centime ter breedte en 180 centimeter hoogte !n de mooiste kamer van een Japans huis, waarin een bloemstuk staat. Dëke nis is het belangrijkste onderdeel van de kamer. Bezoekers nemen plaats voor het tokonoma en zitten stilzwijgend het kunstwerk te bewonderen. Misschien een enkele tak, kunstig gecombineerd met één bloem. Een compositie volgens een bepaalde traditie. Tijdens haar akademietijd heeft Bir git Broeren ook in een Japans gezin gewoond en zich zoveel mogelijk aan gepast aan de Japanse gewoontes. „Het - f Mevrouw Birgit Broeren-Christensen, die zo dolgraag de kunst die zij in Japan leerde, aan de Nederlandse vrouw wil doorgeven. is gebruikelijk dat ieder meisje schik ken leert, het hoort bij de opvoeding. Maar de grootste kunstenaars zijn de mannen. De directeur van de Sogetsu Akademie was een der allergrootsten. Voor de studenten was hij een afgod." BIRGIT BROEREN'S interesse voor het ikebana dateert al van*de tijd dat ze nog in Denemarken woonde. Zes jaar geleden kwam ze naar Nederland en enkele jaren daarna werd ze stewar dess bij de K.L.M. Drie-en-een-half jaar had ze gevlogen toen ze trouwde met chef-purser L. P. Broeren. In de vliegtijd kwam ze ook in Tokio. Een kans die ze aangreep om zich te verdiepen in de Japanse bloemschik kunst. Een verheven kunst, het „ike- bana", dat letterlijk betekent „bloemen voor het leven behouden". Een zeer oude kunst, die ontstaan is toen het boeddhisme China binnendrong. VOOR MEN afgestudeerd is aan een Akademie voor bloemschikkunst gaan er heel wat jaartjes voorbij. Eerst na tien jaar heeft men deze kunst geheel onder de knie. Het is niet zo maar het schikken van bloemen op een artis tiek mogelijke wijze. Er zit oneindig veel meer aan vast: traditie, religie, devotie, kennis van de historie, de ver houdingen in elk bloemstuk dat ge schikt moet worden volgens het sys teem: hemel, mens, aarde. Nog één examen en mevrouw Broe ren kan zelf examens afnemen. „Bin nenkort hoop ik weer even naar Tokio te gaan om mijn studie af te maken." Even naar Tokio. Een stad, die haar noch haar man onbekend is. De heer Broeren heeft in zijn functie als chef- purser veel te maken met de Japanse stewardessen, die voor de K.L.M. op de lijn Schiphol-Tokio vice versa vliegen. (Onlangs werden ze aangenomen in ver band met het Nederlandse stewar dessentekort). Tijdens de akademietijd kreeg Birgit Broeren de welluidende naam „Yoku" een bloemennaam, die de symbolische betekenis „veel geluk en voorspoed" draagt. „Iedereen die daar studeert krijgt een bloemennaam," zegt me vrouw Broeren. DE LIEFSTE WENS van Birgit Broe ren is dus een bloemschikschool in of bij Haarlem, waar ze aan zes of zeven cursisten per keer les zou kunnen ge ven. Iedere dag werkt ze aan de theo rie, die moet worden vertaald en uit getikt, want „ik wil geen half werk doen." Ze zou zo kunnen beginnen met haar cursus, als er maar een zaaltje te vinden was, waar ze deze bloemrijke en schone, in Tokio geleerde, kunst aan de Nederlandse vrouw kan overbren gen. (AP) Hoewel de Parijse shows nog aan de gang zijn, begint de vrouw anno 1963, naar aanleiding van de Italiaan se en Londense shows en op grond van verwachtingen nu toch gestalte te krij gen. Ze is slank, soepel, lang en sportief, maar vrouwelijk. Ze ziet er gezond uit, maar is nooit té zwaar en té blozend. Het bleke dodemasker heeft afgedaan. Haar make-up is nu doorzichtig, met een rose gloed. Geen blote knieën meer. In tegenstelling met de Italiaanse me ning zullen de rugdecolletés verdwijnen en zal de aandacht op de boezem val len. Decolletés zo wijd als het maar kan. De schouderlijn zal door de snit worden verbreed. De stof glijdt losjes langs het figuur met de hoge kleine boezem en de soe pele taille. De rokken zullen recht zijn en verkrijgen hun comfort door losse flappen of platte plooien. De lengte van het jasje varieert al naar de inzichten van de ontwerper. Kragen en revers zijn kleiner dan ooit. Geruchten over de terugkeer van de grijze flannel doen de ronde. De pruiken gaan er uit. Maar plukjes vals haar zullen door steeds meer vrou wen worden gebruikt. De kapsels wor den weer platter, tot grote voldoening van de hoedenontwerpers. (AP) TEGELIJK met de Italiaan se collecties, toonde Londen zijn lente- en zomercreaties. Matli's pakjes zijn simpel en volgen de lijn van het lichaam. Het jasje is tamelijk lang. Zowel hij als Hardy Amies, de couturier van koningin Eli zabeth, toonde slanke, kraagloze prin- sesselijn japonnen. Amies pakjes en jas sen zijn klassiek, maar niet stijf. Het voorpand sluit aan, de rugzijde is recht. De rokken zijn strak, maar niet onge makkelijk. John Cavanagh's jasjes zijn bijzonder kort. Karakteristiek voor hem is de soepelheid van lijn en stof. De mouwen verbreden zich naar de man chet, de rok naar de zoom. Cavanagh is uitverkoren het bruidsgewaad van prinses Alexandra te ontwerpen. De jasjes van Ronald Patterson zijn lang van achteren en kort aan de voor kant. Bij Michael is dat eveneens het geval. Evenals bij de Italiaanse kleding is de voorgeschreven Engelse taille- lijn hoog. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp 47. Tante Patent zonk tot over haar kruin weg in de zachte deegmassa die in een vat stond te rijzen. Zij probeerde zich van het deeg te ontdoen, maar dat bleek vrijwel onmogelijk. Wel zag ze kans om uit de ton te stijgen. Ze was een grote klomp deeg geworden. „Ik zal me er maar doorheen eten," dacht ze„en het belangrijkste is dat ik ontsnapt ben aan de woedende bende op straat. O, wat plakt dat deeg in mijn haar!" Zij begon de taaie substantie van zich af te trekken, maar ze werd er zo moe van, dat ze besloot zich maar neer te leggen op de eerste de beste plek die daar gelegenheid toe bood. „Wat een levenmurmelde tante Patent. „Aldoor achtervolgd en dan nog in een vat deeg te vallen. Kom, ik zal me ontspannen. Mijn moeder zei altijd al: Niets is zo goed tegen zenuwen als lekker ontspannen." Daar lag tante Patent. Ze had echter niet opgemerktdat ze tussen andere deegklompen was gaan liggen, ongebakken broden die op de oven lagen te wachten. 30103» POi») u 22. De verkoper zag voldaan toe hoe het roersel voor een groot bedrag aan waren in zijn bakje laadde. „Niets vergeten?" vroeg hij gedienstig, „als u nog voor één vijftig méér besteedt, krijgt u een ijskast cadeau". De ander antwoordde niet, doch schudde zoemend zijn inkopen recht. „Ik begrijp het niet", prevelde de agent, „maar ik krijg de indruk, dat de politie hier niet nodig is". Toen viel zijn oog op Panda en de heer Zielepopel, die nu ook waren binnengetreden en zijn gelaat klaarde op. „Met jullie heb i>c nog een appeltje te schillen", begon hij op scherpe toon, „Jullie zijn met dat voertuig door een rood verkeerslicht gereden, zonder rem en zonder achterlicht..." Het is geen voertuig!" viel Inertus Zielepopel hem gekwetst in de rede. De winke lier draaide zich gehinderd om. „Kan het niet wat rus tiger?" vermaande hij, „u stoort mijn klant". „Geen voertuig.maar een klant", mompelde de politie beambte verward. „Hm.Een klant hoeft geen achter licht te hebben, of een rem, of een richtingaanwijzer. Hoe zit het dan met de overtreding?"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 15