Bedenkelijke aanval op
Adlai Stevenson
Halipluf
De mafia stelt de wet op het zich
economisch ontplooiende
Advocaten nemen
paleizen der
bezit van de
vergramde adel
Haliplus
jDricvcn aan cle redactie
Drie journalisten pogen hem uit de
omgeving van Kennedy weg te werken
Hogere bijdrage voor
krotopruiming
Prinses Beatrixfonds
ook voor spastici
Bezwaren tegen wet op
Kamers van Koophandel
Verzending van zeepost
Apa yang dapat dikerdjakan KAN,
hanja KAN yang dapat menger-
djakan sadja.
De nieuwe miljonairs
Uw vitaminenschild
Mafia beheerst bouwplannen
Baronnen en grootvorsten
Advocaten van de mafia
Nieuwe paleisheren
VRIJDAG 1 FEBRUARI 1963
Geloofwaardig
Minder stevig
Loslippigheid
Uit de toon
De bevolking van
Overijsel
tegen griep, vermoeidheid,
slapte, nervositeit, verkoudheid, 9
Kerkelijk Nieuws
Zonderlinge wereld waarin
miljonairs te boek staan
als handwerkslieden
Van onze correspondent)
WASHINGTON In december hebben
twee Amerikaanse journalisten, Charles
Barrett en Stewart AIsop, een rel ontke
tend tegen Stevenson, die gedurende de
crisis over Cuba een slappe politiek zou
hebben voorgestaan. Die journalisten pu
bliceerden hun opzienbarende artikel in de
Saturday Evening Post. Alsop heeft thans
zijn aantijging in een „voetnoot voor de
historici" nog eens onderstreept en zijn
grote broer, Joseph Alsop, is hem in een
bijtende kroniek bijgesprongen. Hun stel
ling is, dat het Amerikaanse volk het recht
heeft te weten, welk standpunt de mede
werkers van de president innemen in ge
heime besprekingen. Ware dat niet het ge
val, dan zou ook Washington naar hun me
ning een „politbureau" hebben, dat be
sluiten zou nemen, die het volk zonder
meer als hoogste wijsheid moet aanvaar
den.
De inkt waarmee de gebroeders over
Stevenson schrijven, is zozeer gemengd
met venijn, dat hun felle antipathie niet
verborgen kan blijven. Antipathie is ieders
goed recht, maar die bewering over het
politbureau en de quasi-democratische leu
zen, die in deze campagne worden aange
heven, zijn bedenkelijke uitingen van jour
nalistieke volksmennerij.
Wat deze campagne aan het licht heeft
gebracht omtrent Stevensons houding ge
durende de grote crisis, lijkt geloofwaar
dig. Stevenson's naaste medewerker Clay
ton Fritchey schijnt aan deze journalisten
te hebben meegedeeld, dat Stevenson ge
durende 't topoverleg te Washington heeft
gesuggereerd om de Russen een discussie
over de liquidatie van bases in het voor
uitzicht te stellen, indien zij van hun kant
eerst de raketbedreiging op Cuba onge
daan zouden maken. Een discussie over
>ases zou gehouden moeten worden in het
kader van algemene ontwapeningsonder
handelingen.
Men ziet uit bovenstaande parafrase
van Stewart Alsop duidelijk, dat zijn broer
Joseph de zaken beslist overdrijft, wan
neer hij schrijft, dat Stevenson de Ameri
kaanse bases, mei inbegrip van Guanta-
namo, als ruilmiddel heeft willen gebrui
ken om de raketten uit Cuba verwijderd
te krijgen. Op zijn hoogst wilde Stevenson
de Russen tien vogels in de lucht laten
zien, om zelf één vogel in de hand te krij
gen.
Toch was de algemene houding van de
topgroep te Washington „steviger" dan
die van Stevenson. De meerderheid van
Kennedy's raadgevers eiste zonder meer
de verwijdering van de raketten. Officieel
wenste men zelfs geen vage voorspiegelin
gen aan de Russen te doen. Het -onderwerp
van Amerikaanse bases jou pas aan de qe.-
de kunnen komen fn een later stadium en
inderdaad in het kader van ontwapenings
besprekingen.
Men moet al heel goed lezen, om uit de
genoemde artikelen niet de indruk te krij
gen, dat Stevenson een Russische terug
tocht wilde kopen met het opgeven van
Amerikaanse bases. Joseph Alsop
schrijft: „Stevenson gaf advies, waarmee
de meeste Amerikanen het niet eens wa
ren." Een stelling die moeilijk te bewijzen
is. In elk geval kan men wel zeggen, dat
de meeste Amerikanen en het Westen in
het algemeen, de politiek van de stevige
regering te Washington achteraf hebben
toegejuichtt en als juist erkend. Stevenson
was naar alle waarschijnlijkheid de meest
voorzichtige in de kopgroep.
Het was onjuist, voor iedere betrokkene
bij de crisis-besprekingen, daarover te
spreken met buitenstaanders. Zelfs ach
teraf. De Alsops hebben gebruik gemaakt
van zekere loslippigheid en zo konden zij
Stevensons positie aanzienlijk verzwak
ten. Fritchey schijnt daartoe te hebben
oijgedragen, al behoeft Stevenson zich ook
liet te schamen voor de positie die hij
volgèns Fritchey heeft ingenomen.
Zulk topoverleg kan het best volledig ge-
neim blijven. In dit geval waren Steven
ons suggesties misschien voorzichtiger
dan nodig. Maar het zou te betreuren zijn,
ndien Stevenson bij een volgende gelegen-
i.eid, wanneer de aanpak subtieler moest
ijn, niet, opnieuw' zijn invloed kon doen
:elden. Heeft het Amerikaanse volk inder
daad het recht te weten, wat voor stand
punt de medewerkers van de president in
nemen? Stevenson, die de Verenigde Sta
ten vertegenwoordigt in de UNO, alsmede
de ministers en andere topfiguren, die deel
uitmaakten van de kopgroep tijdens de cri
sis, zijn door de president tot zijn assisten
ten gekozen. Officieel heet een Ameri
kaanse minister „secretaris". Hij advi
seert de president en is niet „parlemen
tair verantwoordelijk" aan het Congres.
Hij kan dus ook niet door de volksverte
genwoordiging naar huis worden gestuurd
De president neemt zijn besluiten alleen.
Op 1 februari treedt een nieuwe regeling
in werking, die de gemeenten ruimere mo
gelijkheden biedt voor de uitvoering van
sanerings- en krotopruimingsplannen. Vol
gens deze regeling zal het rijk 80 percent
bijdragen in de door de minister van
Volkshuisvesting en Bouwnijverheid goed
gekeurde kosten van verwerving van de
terreinen en bestaande bouwwerken, waar
voor de gemeente ten behoeve van de sa
nering moet kunnen beschikken. Bijdragen
die volgens de oude regeling zijn toege
kend, komen niet voor herziening op basis
van de nieuwe regeling in aanmerking.
Tot dusver droeg het rijk in beginsel ten
nogste 50 percent bij in de ongedekte
>sten, welke door de opruiming van krot-
m in te saneren gebieden ontstonden.
De mogelijkheid tot toekenning van een
•ijkspremie van 600 aan de gemeenten
voor elk afgebroken krot die in januari
1962 werd geopend blijft ook met be
trekking tot de saneringsgebieden bestaan.
Adlai Stevenson
In kabinetszittingen wordt niet gestemd.
De president kan een man als Stevenson
of een van zijn kabinetsleden wel afdan
ken. Daar zijn allerlei beleefde methoden
voor.
i
Wie de sfeer in de topgroep te Washing
ton kent, zal toegeven dat een man als
Stevenson daarin ietwat uit de toon valt.
Velen zijn aanmerkelijk jonger dan hij.
Zij zijn minder aarzelend dan Stevenson,
maar vaak ook minder subtiel en hun hu
mor is van een andere soort. Stevenson is
een wat vreemde eend in de bijt en dat
maakt hem, temidden van de „jonge Tur
ken" niet bepaald gezien. Anderzijds is
Stevenson de laatste vertegenwoordiger in
de topgroep van de liberaal-humanistische
vleugel der Democraten die onder Roose
velt zo sterk was Kennedy kan Stevenson
wel wegwerken, maar een deel van zijn
partij zal hem dat kwallik nemen De
campagne, die thans tegen Stevenson be
gonnen is, kan echter omdat zij druk
van onderop probeert te wekken een
ontslag van Stevenson vergemakkelij
ken.
Het is zelden een geslaagde tournure om
benamingen uit de Sovjet-Unie, zij het
ook schertsend, tóèj'te'passen'hp Ameri
kaanse omstandigheden Met of zonder ge-
Toeimhoudingde topgroep te Washington
is geen politbureau. Zou men echter in die
topgroep zozeer naar eenparigheid stre
ven, dat alleen lieden van een bepaald
geestelijk slag het daar uithouden, dan
zou zich in die kring een eenvormigheid
beginnen te vertonen, waarop misschien
de communisten nog jaloers konden zijn,
maar die niet bevordelijk zou zijn voor
scherpzinnig overleg waarbij een kwestie
van alle kanten moet worden bezien.
Het bestuur van het Prinses Beatrix-Po-
liofonds heeft besloten tot uitbreiding van
het werkterrein over te gaan. Sinds de op
richting van 1956 was de zorg gericht op
de bestrijding van de kinderverlamming.
Nu zal deze zorg worden uitgebreid tot
spastici, in nauw overleg met de Bond ter
Bevordering van de Belangen van Spas
tici. De naam van het fonds zal worden
gewijzigd in Prinses Beatrix Fonds.
Het Prinses Beatrix Fonds blijft geves
tigd op het adres Bezuidenhoutseweg 253
te 's Gravenhage. Ook het gironummer
969 blijft ongewijzigd.
Uit het voorlopig verslag van de Twee
de Kamer over een nieuwe wet inzake de
Kamers van Koophandel blijkt dat ver
schillende Kamerleden het wetsontwerp
overbodig vinden. Zij zijn niet overtuigd
van de wenselijkheid de wet van 1950 te
wijzigen of haar te vervangen door een
nieuwe. Van een duidelijke behoefte aan
een wijziging als gevolg van de ontwikke
ling van de P.B.O. is hun tot dusver niet
gebleken.
Vele leden was het opgevallen dat de re
gering niet het advies van de S.E.R. heeft
gevolgd, die het toezicht op het financiële
beleid aan deze raad wilde opdragen.
Sommige leden stelden dat zij geen en
kel bezwaar hebben tegen uitbreiding van
het voorgestelde aantal werknemers in de
Kamers van Koophandel. Een plotselinge
grote uitbreiding zou in de praktijk ech
ter zonder twijfel tot moeilijkheden aan
leiding geven, menen zij. Volgens het wets
ontwerp moet van de leden der Kamers
van Koophandel tenminste eenderde voort
komen uit de kringen van midden- en
kleinbedrijf, tenminste eenderde uit de
kring van de overige bedrijven en ten
hoogste een vierde uit de kring der werk
nemers. De minister stelt voor elke Ka
mer vast hoe groot elk van deze catego
rieën zal zijn. Volgens de tegenwoordige
regeling hebben geen werknemers in de
Kamers van Koophandel zitting.
Verschillende andere leden achtten het
ongewenst, dat ook niet overwegend in het
bedrijfsleven werkzame, doch wel duur
zaam in een bezoldigde functie gebonden
personen tot lid van een Kamer van Koop
handel zullen kunnen worden benoemd.
Er bestaat naar hun mening ook geen be
hoefte aan benoeming van secretarissen
en bezoldigde bestuurders van organisa
ties van ondernemers en werknemers.
Volgens het Centraal Bureau voor de
Statistiek is de bevolking van Overijsel is
in de periode tussen 19471960 toegeno
men met bijna 137.000 personen (van
638.797 tot 775.759), ruim 21 percent. De
hierbij inbegrepen bevolking in gestich
ten, instellingen en tehuizen bedroeg in
1960 14.500 personen, 6.000 meer dan in
1947.
De Ambonezenwoonoorden (in 1960 met
een bezetting van bijna 1900 personen)
kwamen in 1947 nog niet voor.
Wat de leeftijd betreft valt ten op
zichte van het totale bevolkingsaccres van
21 percent een sterke stijging op van de
leeftijdgroepen van 5-9 jaar (met 36 per
cent) en van 10-14 jaar (met 44 percent)
en een eveneens belangrijk boven het ge
middelde liggende toeneming van het aan
tal 50-64 jarigen (met 39 percent) en van
personen van 65 jaar en ouder (met 42 per
cent).
Van de in 1960 in de provincie Over
ijsel wonende bevolking blijkt bijna 80 per
cent ook in Overijsel te zijn geboren.
De indeling naar kerkelijke gezindte
toont aan, dat in relatieve zin sprake is
van een geringe toeneming voor de gere
formeerden 'van 11,6 in 1947 tot 12,2 per-
v u, rmo "n't? vTqfpi
cent in I960) en voor de groep „overige
kerkelijke gezindten" (van 3,3 tot 3,5 pqr-
c'ent). Van een grotere toeneming is spra
ke voor rooms-katholieken (van 30,3 tot
31,9 percent) en voor personen zonder
kerkelijke gezindte (van 13,4 tot 15 per
cent). Daarentegenover staat een terug
gang voor de Nederland~-Hervormden
(van 41,4 tot 37,4 percent).
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet
zijn bezorgd: staan achter de naam van
het schip vermeld.
Verenigde Staten ss „Soestdijk" 6 febr.;
Argentinië ms ..Montferland" 5 febr. en
ms „Cap San Antonio" 6 febr.; Australië
ss „Oriana" 4 febr.; Brazilië ms „Eem-
land" 6 febr.; Brits-Oost-Afrika ms „Pier
re Loti" 5 febr. en ss „Africa" 7 febr.;
Canada ss „Soestdijk" 6 febr.; Chili ms
Weimar" 7 febr.; Ned. Antillen ms
„Oranje Nassau" 5 febr.; Suriname ms
„Kreon" 6 febr.; Rep. van Z.-Afrika en
Z.-W.-Afrika ms „Ommenkerk" 6 febr.
Inlichtingen betreffende de verzendings
data van postpakketten geven de post
kantoren.
Advertentie
Neem nu elke dag zo'n kleine capsule Haliplus die bovendien zo
0 gemakkelijk is in te nemen. U komt dan gezond de winter door.
MULTIVfTAMIHEN VOOR HET HELB ÖEZIN1
flacon
100 capsule* f3,80
60 capsules f2,25
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Oudshoorn (vac. A. Breure)
(toez.) H. Koudstaal te Sleeuwijk.
Aangenomen het beroep van de Genera
le Synode als predikant voor buitengewone
werkzaamheden (Evangelisatie in Frank
rijk) R. Drost, kand. te Driebergen.
Bedankt voor Boven-Hardinxveld B. M.
Meyndert te Waarder
Geref. Kerken (Vrijgemaakt)
Bedankt voor Gramsbergen-Lutten a. d.
Dedemsvaart J. Blomhof te Marknesse-
Nagele (N.O.P.).
Chr. Geref. Kerken
Tweetal te Maarssen D. Henstra te Delft
en M. W. Nieuwenhuijze te Amsterdam-
West.
Beroepen te Ouderkerk a. d. Amstel B.
Bijleveld te Bussum.
(Van onze correspondent)
ROME. Op aandringen van de
linkse partijen, in de eerste plaats van
de socialisten, werd in Italië enige maan
den geleden besloten tot een parlemen
taire enquête inzake de mafia. Het ge
heime (maar niet zo erg geheime) ge
nootschap schijnt - in de laatste jaren
steeds machtiger te worden en in het
westelijk deel van het eiland Sicilië vol-
gen de moorden elkaar op aan de lopen
de band. De daders worden vrijwel nooit
gegrepen, laat staan bestraft. Het heeft
heel wat moeite gekost voor het zo ver
kwam, dat 'n principe tot de enquête
werd besloten. Alles is trouwens nog
niet in kannen en kruiken en er zijn
machten aan het werk om het besluit
tot een dode letter te maken.
Bovendien mag men er aan twijfelen
of zulk een enquête veel aan de toestand
zal veranderen. Volgens de laatste be
richten zullen Kamerleden, dus ook de
afgevaardigden in het gewestelijk parle
ment "Va'fl Sicilië, worden béschónwd
als.boven de wet te slaan; naar hun
gedragingen zal de enquêtecommissie
geen onderzoek instellen Als men weet,
dat de openbare mening verschillende
Kamerleden als leden of handlangers
van „de eerbare sociëteit" beschouwt,
dan is het duidelijk dat die berichten
nogal wat stof deden opwaaien.
De mafia is tengevolge van het econo
misch wonder dat ook Sicilië niet onbe
roerd laat, bezig een geheel ander karak
ter te krijgen dan tot voor kort het geval
was. Zij blijft vooralsnog beperkt tot de
westelijke helft en in mindere mate het
centrum van Sicilië. Catania en Messina
zijn nooit „mafia-steden" geweest. Paler
mo, Cefalu, Trapani, Agrigento en vooral
Caltanissetta hebben het meest onder dit
euvel te lijden. In de stad Palermo is de
macht van het geheime genootschap dus
danig toegenomen, dat de gehele stad er
een ander karakter door heeft gekregen.
Palermo, een der mooiste steden van
Italië, een waar paradijs voor de toerist,
maar een hel voor het overgrote deel der
straatarme bewoners, ligt aan een diep
blauwe zee en is, beschermd door wat
Goethe „het mooiste voorgebergte ter we
reld" noemde, een verrukkelijk gelegen
natuurlijke haven. De naaste omgeving
van de stad, de „Conca d'Oro" (gouden
schelp) is een der meest vruchtbare stre
ken ter wereld. Daar liggen de „Giardini",
de sinaasappeltuinen, die waarschijnlijk de
grootste rijkdom van Sicilië vormen. De
eigenaars van die tuinen zijn sedert eeu
wen steeds schatplichtig geweest aan de
„tuinen-mafia", de best georganiseerde
vorm van alle mafia's.
In de laatste jaren begint de stad sterk
te groeien. Er vestigen zich meer indus
trieën en ook de haven neemt toe in be
tekenis. Het gevolg is bouwspeculatie. De
mafia, die altijd met haar tijd weet mee
te-gaan, had dit voorzien. De -weelderige
subtropische tuinen zijn dus opgekocht
dopr „rpafigsilL bouwen wil moet met
deze heren tot eert vergelijk komen. Zij be
palen welke ondernemer de bouw zal uit
voeren, zij kiezen de arbeiders uit, de op
zichters, de nachtwakers en zij bepalen
ook welk percentage van zijn toekomstige
winst de eigenaar van het huis aan de
mafia moet betalen om ongestoord van
zijn eigendom te kunnen genieten.
Viervijfde van alle grond is eigendom
van „mafiosi". Een paar jaar geleden werd
door de gemeenteraad een uitbreidings
plan voor de stad goedgekeurd, maar om
een of andere geheimzinnige reden ir het
nooit geregistreerd, met het gevolg, dat in
Palermo ieder naar hartelust kan bouwen
Advertentie
(Wat Kan kan kan Kan alleen)
I. KAN juwelier - horïoger
BARTEUORISSTRAAT 2 - HAARLEM
(Indonesisch)
TELEFOON 13004
Kinderbijslag (I). De inzender van 30-
1-1963 over de „egoïstische grote gezin
nen" wil ik het volgende antwoorden. Ten
eerste gaat het niemand in een vrij land
aan hoeveel kinderen een ander wil heb
ben. Ten tweede, als inzender zijn be
lasting betaalt waar oorlogsmateriaal enz.
voor gekocht wordt heeft hij er ook niets
aan. Verder, een arbeider die zo ongeveer
80 gulden netto in de week verdient kan
het niet zonder die kinderbijslag stellen.
Diegenen die er luxe-dingen van kunnen
doen zijn meestal de hogere gesalarieer-
den, want direkteuren enz. van N.V.'s
vangen ook kinderbijslag. Wat inzender
meent over te veel bevolking? Er is
plaats genoeg op deze wereld, en rustige
plekjes zijn er nog genoeg in Nederland.
Daar de mens een kudde-dier is kruipen
velen bij elkaar op één plek, en de rusti
ge plekjes blijven rustig, gelukkig voor
mij en mijn kinderen.
D. THOMASSE
Kinderbijslag (II). In menig groot gezin,
maar ook in het kleine, kan men met de
K.B. grote stukken aanschaffen, waar je
van je weekgeld niet over kunt prakki-
zeren. Een nieuw bed, vloerkleed enz.
Weet meneer dat een manteltje 60,- kost
en een lange broek 20,-, schoenen 17,-,
dekens f 50,-? Kan meneer het verschil
zien dat een loon van 100,- met zijn
tweeën gedeeld meer is dan met zijn
zevenen? Weet meneer dat er veel meer
auto's lopen voor kleine gezinnen dan voor
grote?
Weet meneer dat mijn gezin, 11 jaar ge
trouwd, nog nooit met vakantie is ge
weest, daar vakantiegeld voor andere
doeleinden gebruikt moest worden? Me
neer, wees dankbaar dat nu grote gezin
nen netjes voor de dag kunnen komen en
bent u jaloers op mijn K.B.; hoop alleen
maar dat u nooit de zorgen krijgt voor
een groot gezin.
J. J. BRANDSE.
Sneeuwcent. Onbegrijpelijk genoeg heb
ik tot heden toe nog geen enkel commen-
taar gelezen op de „Sneeuwcent", ingezon
den, een twee weken geleden door één
uwer. Ik geloof, dat hier inderdaad iets
scheef zit met die cent en met dat kwart
je (voor de kolenboer).
Waarom moet de consument dat opvan
gen? Zou het niet rechtvaardiger zijn, als
melkboer, bakker, kolenman enz. hun even
tuele kosten accepteerden als seizoenscha-
de? Ten eerste valt het heus wel mee met
die extra kosten, want er is met deze
koude beslist veel meer brood en melk
verbruikt, om maar niet te spreken van
het enorm grote kolenverbruik. Kunnen die
extra kosten (waarom die sneeuwcent zo
noodzakelijk is) niet met de grotere om
zet verrekend worden? Vroeger hadden
melkboer, bakker e.d. bij sneeuw een z.g.
duwer. Daar was toen de sneeuwcent voor.
Maar nu is het maar een enkeling die een
bijrijder heeft. Vrijwel alle bakfietsen, en
duwkarren zijn nu vervangen door 3- of
4-wielige gemotoriseerde wagentjes, of wa
re bestelauto's. En daarvoor is de hinder
van de sneeuw nu niet groter d: i voor
iedei ander. Als er dan nog extra kosten
gemaakt worden, waarom moet dat dan
op de consument terugvallen? Deze heeft
evengoed z'n extra kosten deze winter:
auto s slijten onder de slechts weersom
standigheden, fiets en bromfiets moet
veelal aan de kant, en we nemen bus of
trein; aardappelen en groenteprijzen gaan
weer zo lekker de lucht in, schoeisel slijt
twee, drie keer zo hard, en wat kan die
haard deze winter een kolen of oïie aan!
Waarom wél de sneeuwcent, en het ko-
lenkwartje. en niet de kou-cent voor de
ijsman als het een slechte zomer is? Of
het wolkendubbeltje voor de strandpach-
ters, als er niemand naar het strand komt,
weken, maanden lang, in onze zomers van
de laatste jaren? En waarom geen regen
kwartje voor de mensen van de fietsen-
er autostallingen bij bos en strand? En
wie vergoedt het Horecabedrijf z'n strop
pen, door slechte zomers en winters? Zij
allen schrijven dit toe aan seizoenschom
melingen. Melkboer en bakker hebben
geen last van seizoenen het verbruik
blijft altijd eender. Waarom dan bij een
gelegenheid als deze die sneeuwcent?
Zóveel maal een cent is weer een kwartje,
en elk kwartje is altijd nog een halfje
brood of een halve liter melk.
Kan iemand mij vertellen waarom het
ene deel van de bevolking wel z'n seizoen-
schade mag verhalen op de consument, en
het andere niet?
N. L.-W.
Gratie voor „De Vier"? Als bezitters
van een uitgebreide kollektie oorlogs-
dokumentatie uit de jaren '40-'45 (in mei
1960 voor het eerst voor het publiek in
Velsen tentoongesteld) die, beter dan welk
na-oorlogs geschrift ook, een volkomen
waarheidsgetrouw beeld geeft hoe er door
de Nazi's gedacht en gehandeld werd,
willen ook wij een krachtig protest doen
horen, nu reeds voor de tweede maal
enkele hoogleraren de invrijheidsstelling
van de vier thans nog in Breda aanwezige
oorlogsmisdadigers hebben gevraagd.
Hoewel het een grootheid van geest kan
zijn, mensen die eens een misstap begin
gen, hun falen te vergeven, lijkt ons dit
niet op te gaan bij delinquenten die, door
hun buiten elke menselijke maatstap val
lende wandaden, gerekend kunnen worden
tot de psychopathische misdadigers. De
thans nog in Breda vertoevende oorlogs
misdadigers hebben het mensenjagen be
oefend als een wetenschap, niet slechts
gedreven door een kwade impuls (zoals
iemand die eensklaps tot stelen komt),
maar weloverwogen en principieel. Zij
wisten terdege, dat de vestiging van Hit
ler's Grootduitse Rijk betekende: totale
vernietiging van het Joodse ras en onder
werping van de Europese volkeren, en zij
waren volkomen bereid hieraan mede te
werken, erger, zij kamden de aan hun ter
reur overgeleverde steden uit tot de laatste
Joodse grijsaard, de laatste „niet-arische"
baby. Het lijkt ons niet zonder risico, dit
soort figuren de vrijheid te hergeven. Stuk
voor stuk hebben wij hier te maken met
zeker-niet-domme, in hun soort knap ge
schoolde geesten, doordrenkt van Nazi-
theoriën. Zij zullen tijdens de bijeenkom
sten van de oud-SSers in Duitsland zeker
niet op de achtergrond blijven en hun in
vloed op de jongere generatie kan funest
zijn.
Ieder reëel denkend mens zal, dit over
wegende, tot de conclusie komen, dat er
voor bepaalde delinquenten een gratie-
regel mag zijn, maar NOOIT voor hen die,
door de perfiditeit van hun misdaden, het
recht verspeelden zich nog mens te mogen
noemen.
En mochten er nog zijn, die hierover in
twijfel verkeren, dan zullen wij dezen
gaarne in de gelegenheid stellen te zien
wat het Naizsme was, wat speciaal deze
SD „Ambtenaren" in hun dagelijks werk
aanrichtten, niet d.m.v, na de oorlog sa
mengestelde anti-Nazi propaganda, maar
aan de hand van authentieke stukken uit
die donkere periode, waaronder materiaal
dat door de beulen zelf werd vervaardigd,
trots als zij waren op hun vakmanschap
in massa-verdelging.
Overigens, en dit ter nadere informatie
willen wij onze verzameling zeker niet ge
bruiken om de haat tegen het Duitse volk
of tegen Nederlanders die destijds de ver
keerde keuze maakten, te doen opleven,
maar in een tijd als deze, nu bijeenkom
sten van neo-Nazi's al weer als normaal
schijnen te gelden en de Duitse soldaten-
kalender van 1963 vol pathos „de over
winningen tijdens de Rusland-veldtocht"
memoreert, lijkt ons een confrontatie met
het (nog zo nabije) verleden voor velen
wel nuttig.
Kollektie '40'45 „De Bezetting"
P. A. VELDHEER
J. J. SPANNINGA
waar hij maar wil, en hoe hij maar wil.
De stad groeit dus op een chaotische wijze
zonder enig plan. Een heerlijke stad in
een onbeschrijflijk mooie omgeving, maar
gedoemd te verworden tot een samenraap
sel van zinloze bouwsels.
Twee jaar geleden was Palermo nog een
stad waar de toon werd aangegeven door
een groot aantal ongelooflijk rijke prinsen,
markiezen, graven en baronnen. Zij waren
eigenaars van landgoederen zo groot als
bij ons hele provincies, droegen klinkende
namen en waren eigenlijk in Europa de
laatste overblijfselen van het „belle épo
que". Vóór de eerste wereldoorlog werd
„het grote publiek" van de wereldver
maarde badplaatsen en van de luxehotels
in Parijs, Wenen en Londen gevormd door
Russische grootvorsten en Siciliaanse ba
ronnen. De grootvorsten zijn reeds lang
van het toneel verdwenenthans is de
beurt gekomen van de Siciliaanse adel.
Hun grote dag bij uitstek was ieder jaar
weer de opening van het seizoen in het
Palermitaanse „Teatro Massimo", een
theater groter dan de Scala en met een
toneel drie maal zo groot als dat van de
Parijse opera. Voor de openings
avond spreidden de „baronnen" al hun
weelde ten toon en daar het ging om oude
geslachten, overbeschaafd en decadent, was
dat een heel andere, veel smaakvoller
weelde dan die van de Milanese miljar
dairs, die tenslotte rijkgeworden onderne
mers zijn.
Dit jaar was er bij de opening van h?t
seizoen niet één drager van een klinkende
naam in de zaal. Plotseling heeft de adel
plaats gemaakt voor rijkgeworden notaris
sen en advocaten. De oorzaak van die
verandering ligt bij de mafia. De baron
nen zijn het niet eens met de nieuwe land
bouwpolitiek, die hen voor de keuze stelt,
óf „hun,grond ter beschikking te stellen
van de boeren, tegen vergoeding wel te
verstaan, een vergoeding die door de staat
wordt voorgeschoten, óf die grond te ver
beteren en werkelijk rendabel te maken.
Een heel enkele heeft de juiste oplos
sing gevonden: een groot deel afstaan en
het overblijvende met de ontvangen gelden
behoorlijk ontginnen. De meesten daaren
tegen hebben hun land eenvoudig ver
kocht en zich teruggetrokken op hun ver
vallen, vaak uit de middeleeuwen stam
mende kastelen. Ook hun vorstelijke palei
zen die de binnenstad van Palermo tot
een architectonisch unicum maken, wer
den verkocht. In die paleizen wonen nu no
tarissen en advocaten. Waarom juist deze
twee categorieën?
Het is in Italië gebruikelijk, dat in de
tijd omstreeks nieuwjaar in het stadhuis
van elke gemeente de belastingregisters
ter inzage liggen met de aanslag voor
ieder burger volgens zijn inkomen in het
afgelopen jaar. Dat de cijfers van die in
komens heel zelden met de waarheid stro
ken is een zaak, die we ditmaal buiten be
schouwing laten. In Palermo waren er
twee jaar geleden 100 burgers met een be
lastbaar inkomen van meer dan vijf mil
joen lire; dit jaar zijn het er maar liefst
1800! Dat is een percentage dat men ver
der alleen in de rijke steden van het noor
den vindt. Die grote verdieners zijn: nota
rissen en advocaten, op grote afstand vol
gen artsen en bouwondernemers. De groot
grondbezitters, tot voor kort de enige rij
ken in de stad, ontbreken totaal. Wel vin
den we „metselaars", die honderd miljoen
en meer per jaar verdienen en ook een
„karrenvoerder" met een inkomen van
tweehonderd miljoen. Want tal van beken
de, schatrijke personen geven een inkomen
op lager dan dat van een schoonmaak
vrouw.
In de zonderlinge nieuwe wereld die zich
hier vormt en waar grote bouwspeculan-
ten het verstandig oordelen zich nog „met
selaar" of „karrenvoerder" te noemen,
naar het eerzaam beroep dat zij tot voor
enkele jaren uitoefenden, is de mafia op
permachtig. Het gevolg is een nooit ein
digende stroom van processen. Maar ter
wijl in heel Italië de magistratuur er op
aandringt meer rechtbanken in te stellen
omdat de onafgewikkelde processen bij
duizenden ophopen, verzoeken de advoca
ten van Caltanissetta de rechtspraak te
verlangzamen. Sicilië wemelt van de advo
caten, maar de mafia zorgt ervoor, dat
er van die grote massa slechts enkele, al
tijd weer dezelfden, ook werkelijk als ver
dedigers kunnen optreden.
Dat zijn dan de advocaten en notarissen
die honderden miljoenen verdienen, die wo
nen in de paleizen met twee-driehonderd
vertrekken, waar eenmaal de adel leefde
en die. zij het met een volkomen gebrek
aan smaak, tonen „wat ze waard zijn" bij
de opening van het Teatro Massimo.
De baronnen hebben zich mokkend te
ruggetrokken, verbrassen hun nog altijd
grote fortuinen, maar laten zich zelf niet
meer zien bij de beroemde „eerste avond",
die generaties lang voor hen het grootste
feest van het jaar is geweest.