Bedenkelijke aanval op Adlai Stevenson Halipluf De mafia stelt de wet op het zich economisch ontplooiende Advocaten nemen paleizen der bezit van de vergramde adel Haliplus jDricvcn aan cle redactie Drie journalisten pogen hem uit de omgeving van Kennedy weg te werken Hogere bijdrage voor krotopruiming Prinses Beatrixfonds ook voor spastici Bezwaren tegen wet op Kamers van Koophandel Verzending van zeepost Apa yang dapat dikerdjakan KAN, hanja KAN yang dapat menger- djakan sadja. De nieuwe miljonairs Uw vitaminenschild Mafia beheerst bouwplannen Baronnen en grootvorsten Advocaten van de mafia Nieuwe paleisheren VRIJDAG 1 FEBRUARI 1963 Geloofwaardig Minder stevig Loslippigheid Uit de toon De bevolking van Overijsel tegen griep, vermoeidheid, slapte, nervositeit, verkoudheid, 9 Kerkelijk Nieuws Zonderlinge wereld waarin miljonairs te boek staan als handwerkslieden Van onze correspondent) WASHINGTON In december hebben twee Amerikaanse journalisten, Charles Barrett en Stewart AIsop, een rel ontke tend tegen Stevenson, die gedurende de crisis over Cuba een slappe politiek zou hebben voorgestaan. Die journalisten pu bliceerden hun opzienbarende artikel in de Saturday Evening Post. Alsop heeft thans zijn aantijging in een „voetnoot voor de historici" nog eens onderstreept en zijn grote broer, Joseph Alsop, is hem in een bijtende kroniek bijgesprongen. Hun stel ling is, dat het Amerikaanse volk het recht heeft te weten, welk standpunt de mede werkers van de president innemen in ge heime besprekingen. Ware dat niet het ge val, dan zou ook Washington naar hun me ning een „politbureau" hebben, dat be sluiten zou nemen, die het volk zonder meer als hoogste wijsheid moet aanvaar den. De inkt waarmee de gebroeders over Stevenson schrijven, is zozeer gemengd met venijn, dat hun felle antipathie niet verborgen kan blijven. Antipathie is ieders goed recht, maar die bewering over het politbureau en de quasi-democratische leu zen, die in deze campagne worden aange heven, zijn bedenkelijke uitingen van jour nalistieke volksmennerij. Wat deze campagne aan het licht heeft gebracht omtrent Stevensons houding ge durende de grote crisis, lijkt geloofwaar dig. Stevenson's naaste medewerker Clay ton Fritchey schijnt aan deze journalisten te hebben meegedeeld, dat Stevenson ge durende 't topoverleg te Washington heeft gesuggereerd om de Russen een discussie over de liquidatie van bases in het voor uitzicht te stellen, indien zij van hun kant eerst de raketbedreiging op Cuba onge daan zouden maken. Een discussie over >ases zou gehouden moeten worden in het kader van algemene ontwapeningsonder handelingen. Men ziet uit bovenstaande parafrase van Stewart Alsop duidelijk, dat zijn broer Joseph de zaken beslist overdrijft, wan neer hij schrijft, dat Stevenson de Ameri kaanse bases, mei inbegrip van Guanta- namo, als ruilmiddel heeft willen gebrui ken om de raketten uit Cuba verwijderd te krijgen. Op zijn hoogst wilde Stevenson de Russen tien vogels in de lucht laten zien, om zelf één vogel in de hand te krij gen. Toch was de algemene houding van de topgroep te Washington „steviger" dan die van Stevenson. De meerderheid van Kennedy's raadgevers eiste zonder meer de verwijdering van de raketten. Officieel wenste men zelfs geen vage voorspiegelin gen aan de Russen te doen. Het -onderwerp van Amerikaanse bases jou pas aan de qe.- de kunnen komen fn een later stadium en inderdaad in het kader van ontwapenings besprekingen. Men moet al heel goed lezen, om uit de genoemde artikelen niet de indruk te krij gen, dat Stevenson een Russische terug tocht wilde kopen met het opgeven van Amerikaanse bases. Joseph Alsop schrijft: „Stevenson gaf advies, waarmee de meeste Amerikanen het niet eens wa ren." Een stelling die moeilijk te bewijzen is. In elk geval kan men wel zeggen, dat de meeste Amerikanen en het Westen in het algemeen, de politiek van de stevige regering te Washington achteraf hebben toegejuichtt en als juist erkend. Stevenson was naar alle waarschijnlijkheid de meest voorzichtige in de kopgroep. Het was onjuist, voor iedere betrokkene bij de crisis-besprekingen, daarover te spreken met buitenstaanders. Zelfs ach teraf. De Alsops hebben gebruik gemaakt van zekere loslippigheid en zo konden zij Stevensons positie aanzienlijk verzwak ten. Fritchey schijnt daartoe te hebben oijgedragen, al behoeft Stevenson zich ook liet te schamen voor de positie die hij volgèns Fritchey heeft ingenomen. Zulk topoverleg kan het best volledig ge- neim blijven. In dit geval waren Steven ons suggesties misschien voorzichtiger dan nodig. Maar het zou te betreuren zijn, ndien Stevenson bij een volgende gelegen- i.eid, wanneer de aanpak subtieler moest ijn, niet, opnieuw' zijn invloed kon doen :elden. Heeft het Amerikaanse volk inder daad het recht te weten, wat voor stand punt de medewerkers van de president in nemen? Stevenson, die de Verenigde Sta ten vertegenwoordigt in de UNO, alsmede de ministers en andere topfiguren, die deel uitmaakten van de kopgroep tijdens de cri sis, zijn door de president tot zijn assisten ten gekozen. Officieel heet een Ameri kaanse minister „secretaris". Hij advi seert de president en is niet „parlemen tair verantwoordelijk" aan het Congres. Hij kan dus ook niet door de volksverte genwoordiging naar huis worden gestuurd De president neemt zijn besluiten alleen. Op 1 februari treedt een nieuwe regeling in werking, die de gemeenten ruimere mo gelijkheden biedt voor de uitvoering van sanerings- en krotopruimingsplannen. Vol gens deze regeling zal het rijk 80 percent bijdragen in de door de minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid goed gekeurde kosten van verwerving van de terreinen en bestaande bouwwerken, waar voor de gemeente ten behoeve van de sa nering moet kunnen beschikken. Bijdragen die volgens de oude regeling zijn toege kend, komen niet voor herziening op basis van de nieuwe regeling in aanmerking. Tot dusver droeg het rijk in beginsel ten nogste 50 percent bij in de ongedekte >sten, welke door de opruiming van krot- m in te saneren gebieden ontstonden. De mogelijkheid tot toekenning van een •ijkspremie van 600 aan de gemeenten voor elk afgebroken krot die in januari 1962 werd geopend blijft ook met be trekking tot de saneringsgebieden bestaan. Adlai Stevenson In kabinetszittingen wordt niet gestemd. De president kan een man als Stevenson of een van zijn kabinetsleden wel afdan ken. Daar zijn allerlei beleefde methoden voor. i Wie de sfeer in de topgroep te Washing ton kent, zal toegeven dat een man als Stevenson daarin ietwat uit de toon valt. Velen zijn aanmerkelijk jonger dan hij. Zij zijn minder aarzelend dan Stevenson, maar vaak ook minder subtiel en hun hu mor is van een andere soort. Stevenson is een wat vreemde eend in de bijt en dat maakt hem, temidden van de „jonge Tur ken" niet bepaald gezien. Anderzijds is Stevenson de laatste vertegenwoordiger in de topgroep van de liberaal-humanistische vleugel der Democraten die onder Roose velt zo sterk was Kennedy kan Stevenson wel wegwerken, maar een deel van zijn partij zal hem dat kwallik nemen De campagne, die thans tegen Stevenson be gonnen is, kan echter omdat zij druk van onderop probeert te wekken een ontslag van Stevenson vergemakkelij ken. Het is zelden een geslaagde tournure om benamingen uit de Sovjet-Unie, zij het ook schertsend, tóèj'te'passen'hp Ameri kaanse omstandigheden Met of zonder ge- Toeimhoudingde topgroep te Washington is geen politbureau. Zou men echter in die topgroep zozeer naar eenparigheid stre ven, dat alleen lieden van een bepaald geestelijk slag het daar uithouden, dan zou zich in die kring een eenvormigheid beginnen te vertonen, waarop misschien de communisten nog jaloers konden zijn, maar die niet bevordelijk zou zijn voor scherpzinnig overleg waarbij een kwestie van alle kanten moet worden bezien. Het bestuur van het Prinses Beatrix-Po- liofonds heeft besloten tot uitbreiding van het werkterrein over te gaan. Sinds de op richting van 1956 was de zorg gericht op de bestrijding van de kinderverlamming. Nu zal deze zorg worden uitgebreid tot spastici, in nauw overleg met de Bond ter Bevordering van de Belangen van Spas tici. De naam van het fonds zal worden gewijzigd in Prinses Beatrix Fonds. Het Prinses Beatrix Fonds blijft geves tigd op het adres Bezuidenhoutseweg 253 te 's Gravenhage. Ook het gironummer 969 blijft ongewijzigd. Uit het voorlopig verslag van de Twee de Kamer over een nieuwe wet inzake de Kamers van Koophandel blijkt dat ver schillende Kamerleden het wetsontwerp overbodig vinden. Zij zijn niet overtuigd van de wenselijkheid de wet van 1950 te wijzigen of haar te vervangen door een nieuwe. Van een duidelijke behoefte aan een wijziging als gevolg van de ontwikke ling van de P.B.O. is hun tot dusver niet gebleken. Vele leden was het opgevallen dat de re gering niet het advies van de S.E.R. heeft gevolgd, die het toezicht op het financiële beleid aan deze raad wilde opdragen. Sommige leden stelden dat zij geen en kel bezwaar hebben tegen uitbreiding van het voorgestelde aantal werknemers in de Kamers van Koophandel. Een plotselinge grote uitbreiding zou in de praktijk ech ter zonder twijfel tot moeilijkheden aan leiding geven, menen zij. Volgens het wets ontwerp moet van de leden der Kamers van Koophandel tenminste eenderde voort komen uit de kringen van midden- en kleinbedrijf, tenminste eenderde uit de kring van de overige bedrijven en ten hoogste een vierde uit de kring der werk nemers. De minister stelt voor elke Ka mer vast hoe groot elk van deze catego rieën zal zijn. Volgens de tegenwoordige regeling hebben geen werknemers in de Kamers van Koophandel zitting. Verschillende andere leden achtten het ongewenst, dat ook niet overwegend in het bedrijfsleven werkzame, doch wel duur zaam in een bezoldigde functie gebonden personen tot lid van een Kamer van Koop handel zullen kunnen worden benoemd. Er bestaat naar hun mening ook geen be hoefte aan benoeming van secretarissen en bezoldigde bestuurders van organisa ties van ondernemers en werknemers. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek is de bevolking van Overijsel is in de periode tussen 19471960 toegeno men met bijna 137.000 personen (van 638.797 tot 775.759), ruim 21 percent. De hierbij inbegrepen bevolking in gestich ten, instellingen en tehuizen bedroeg in 1960 14.500 personen, 6.000 meer dan in 1947. De Ambonezenwoonoorden (in 1960 met een bezetting van bijna 1900 personen) kwamen in 1947 nog niet voor. Wat de leeftijd betreft valt ten op zichte van het totale bevolkingsaccres van 21 percent een sterke stijging op van de leeftijdgroepen van 5-9 jaar (met 36 per cent) en van 10-14 jaar (met 44 percent) en een eveneens belangrijk boven het ge middelde liggende toeneming van het aan tal 50-64 jarigen (met 39 percent) en van personen van 65 jaar en ouder (met 42 per cent). Van de in 1960 in de provincie Over ijsel wonende bevolking blijkt bijna 80 per cent ook in Overijsel te zijn geboren. De indeling naar kerkelijke gezindte toont aan, dat in relatieve zin sprake is van een geringe toeneming voor de gere formeerden 'van 11,6 in 1947 tot 12,2 per- v u, rmo "n't? vTqfpi cent in I960) en voor de groep „overige kerkelijke gezindten" (van 3,3 tot 3,5 pqr- c'ent). Van een grotere toeneming is spra ke voor rooms-katholieken (van 30,3 tot 31,9 percent) en voor personen zonder kerkelijke gezindte (van 13,4 tot 15 per cent). Daarentegenover staat een terug gang voor de Nederland~-Hervormden (van 41,4 tot 37,4 percent). Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd: staan achter de naam van het schip vermeld. Verenigde Staten ss „Soestdijk" 6 febr.; Argentinië ms ..Montferland" 5 febr. en ms „Cap San Antonio" 6 febr.; Australië ss „Oriana" 4 febr.; Brazilië ms „Eem- land" 6 febr.; Brits-Oost-Afrika ms „Pier re Loti" 5 febr. en ss „Africa" 7 febr.; Canada ss „Soestdijk" 6 febr.; Chili ms Weimar" 7 febr.; Ned. Antillen ms „Oranje Nassau" 5 febr.; Suriname ms „Kreon" 6 febr.; Rep. van Z.-Afrika en Z.-W.-Afrika ms „Ommenkerk" 6 febr. Inlichtingen betreffende de verzendings data van postpakketten geven de post kantoren. Advertentie Neem nu elke dag zo'n kleine capsule Haliplus die bovendien zo 0 gemakkelijk is in te nemen. U komt dan gezond de winter door. MULTIVfTAMIHEN VOOR HET HELB ÖEZIN1 flacon 100 capsule* f3,80 60 capsules f2,25 Ned. Herv. Kerk Beroepen te Oudshoorn (vac. A. Breure) (toez.) H. Koudstaal te Sleeuwijk. Aangenomen het beroep van de Genera le Synode als predikant voor buitengewone werkzaamheden (Evangelisatie in Frank rijk) R. Drost, kand. te Driebergen. Bedankt voor Boven-Hardinxveld B. M. Meyndert te Waarder Geref. Kerken (Vrijgemaakt) Bedankt voor Gramsbergen-Lutten a. d. Dedemsvaart J. Blomhof te Marknesse- Nagele (N.O.P.). Chr. Geref. Kerken Tweetal te Maarssen D. Henstra te Delft en M. W. Nieuwenhuijze te Amsterdam- West. Beroepen te Ouderkerk a. d. Amstel B. Bijleveld te Bussum. (Van onze correspondent) ROME. Op aandringen van de linkse partijen, in de eerste plaats van de socialisten, werd in Italië enige maan den geleden besloten tot een parlemen taire enquête inzake de mafia. Het ge heime (maar niet zo erg geheime) ge nootschap schijnt - in de laatste jaren steeds machtiger te worden en in het westelijk deel van het eiland Sicilië vol- gen de moorden elkaar op aan de lopen de band. De daders worden vrijwel nooit gegrepen, laat staan bestraft. Het heeft heel wat moeite gekost voor het zo ver kwam, dat 'n principe tot de enquête werd besloten. Alles is trouwens nog niet in kannen en kruiken en er zijn machten aan het werk om het besluit tot een dode letter te maken. Bovendien mag men er aan twijfelen of zulk een enquête veel aan de toestand zal veranderen. Volgens de laatste be richten zullen Kamerleden, dus ook de afgevaardigden in het gewestelijk parle ment "Va'fl Sicilië, worden béschónwd als.boven de wet te slaan; naar hun gedragingen zal de enquêtecommissie geen onderzoek instellen Als men weet, dat de openbare mening verschillende Kamerleden als leden of handlangers van „de eerbare sociëteit" beschouwt, dan is het duidelijk dat die berichten nogal wat stof deden opwaaien. De mafia is tengevolge van het econo misch wonder dat ook Sicilië niet onbe roerd laat, bezig een geheel ander karak ter te krijgen dan tot voor kort het geval was. Zij blijft vooralsnog beperkt tot de westelijke helft en in mindere mate het centrum van Sicilië. Catania en Messina zijn nooit „mafia-steden" geweest. Paler mo, Cefalu, Trapani, Agrigento en vooral Caltanissetta hebben het meest onder dit euvel te lijden. In de stad Palermo is de macht van het geheime genootschap dus danig toegenomen, dat de gehele stad er een ander karakter door heeft gekregen. Palermo, een der mooiste steden van Italië, een waar paradijs voor de toerist, maar een hel voor het overgrote deel der straatarme bewoners, ligt aan een diep blauwe zee en is, beschermd door wat Goethe „het mooiste voorgebergte ter we reld" noemde, een verrukkelijk gelegen natuurlijke haven. De naaste omgeving van de stad, de „Conca d'Oro" (gouden schelp) is een der meest vruchtbare stre ken ter wereld. Daar liggen de „Giardini", de sinaasappeltuinen, die waarschijnlijk de grootste rijkdom van Sicilië vormen. De eigenaars van die tuinen zijn sedert eeu wen steeds schatplichtig geweest aan de „tuinen-mafia", de best georganiseerde vorm van alle mafia's. In de laatste jaren begint de stad sterk te groeien. Er vestigen zich meer indus trieën en ook de haven neemt toe in be tekenis. Het gevolg is bouwspeculatie. De mafia, die altijd met haar tijd weet mee te-gaan, had dit voorzien. De -weelderige subtropische tuinen zijn dus opgekocht dopr „rpafigsilL bouwen wil moet met deze heren tot eert vergelijk komen. Zij be palen welke ondernemer de bouw zal uit voeren, zij kiezen de arbeiders uit, de op zichters, de nachtwakers en zij bepalen ook welk percentage van zijn toekomstige winst de eigenaar van het huis aan de mafia moet betalen om ongestoord van zijn eigendom te kunnen genieten. Viervijfde van alle grond is eigendom van „mafiosi". Een paar jaar geleden werd door de gemeenteraad een uitbreidings plan voor de stad goedgekeurd, maar om een of andere geheimzinnige reden ir het nooit geregistreerd, met het gevolg, dat in Palermo ieder naar hartelust kan bouwen Advertentie (Wat Kan kan kan Kan alleen) I. KAN juwelier - horïoger BARTEUORISSTRAAT 2 - HAARLEM (Indonesisch) TELEFOON 13004 Kinderbijslag (I). De inzender van 30- 1-1963 over de „egoïstische grote gezin nen" wil ik het volgende antwoorden. Ten eerste gaat het niemand in een vrij land aan hoeveel kinderen een ander wil heb ben. Ten tweede, als inzender zijn be lasting betaalt waar oorlogsmateriaal enz. voor gekocht wordt heeft hij er ook niets aan. Verder, een arbeider die zo ongeveer 80 gulden netto in de week verdient kan het niet zonder die kinderbijslag stellen. Diegenen die er luxe-dingen van kunnen doen zijn meestal de hogere gesalarieer- den, want direkteuren enz. van N.V.'s vangen ook kinderbijslag. Wat inzender meent over te veel bevolking? Er is plaats genoeg op deze wereld, en rustige plekjes zijn er nog genoeg in Nederland. Daar de mens een kudde-dier is kruipen velen bij elkaar op één plek, en de rusti ge plekjes blijven rustig, gelukkig voor mij en mijn kinderen. D. THOMASSE Kinderbijslag (II). In menig groot gezin, maar ook in het kleine, kan men met de K.B. grote stukken aanschaffen, waar je van je weekgeld niet over kunt prakki- zeren. Een nieuw bed, vloerkleed enz. Weet meneer dat een manteltje 60,- kost en een lange broek 20,-, schoenen 17,-, dekens f 50,-? Kan meneer het verschil zien dat een loon van 100,- met zijn tweeën gedeeld meer is dan met zijn zevenen? Weet meneer dat er veel meer auto's lopen voor kleine gezinnen dan voor grote? Weet meneer dat mijn gezin, 11 jaar ge trouwd, nog nooit met vakantie is ge weest, daar vakantiegeld voor andere doeleinden gebruikt moest worden? Me neer, wees dankbaar dat nu grote gezin nen netjes voor de dag kunnen komen en bent u jaloers op mijn K.B.; hoop alleen maar dat u nooit de zorgen krijgt voor een groot gezin. J. J. BRANDSE. Sneeuwcent. Onbegrijpelijk genoeg heb ik tot heden toe nog geen enkel commen- taar gelezen op de „Sneeuwcent", ingezon den, een twee weken geleden door één uwer. Ik geloof, dat hier inderdaad iets scheef zit met die cent en met dat kwart je (voor de kolenboer). Waarom moet de consument dat opvan gen? Zou het niet rechtvaardiger zijn, als melkboer, bakker, kolenman enz. hun even tuele kosten accepteerden als seizoenscha- de? Ten eerste valt het heus wel mee met die extra kosten, want er is met deze koude beslist veel meer brood en melk verbruikt, om maar niet te spreken van het enorm grote kolenverbruik. Kunnen die extra kosten (waarom die sneeuwcent zo noodzakelijk is) niet met de grotere om zet verrekend worden? Vroeger hadden melkboer, bakker e.d. bij sneeuw een z.g. duwer. Daar was toen de sneeuwcent voor. Maar nu is het maar een enkeling die een bijrijder heeft. Vrijwel alle bakfietsen, en duwkarren zijn nu vervangen door 3- of 4-wielige gemotoriseerde wagentjes, of wa re bestelauto's. En daarvoor is de hinder van de sneeuw nu niet groter d: i voor iedei ander. Als er dan nog extra kosten gemaakt worden, waarom moet dat dan op de consument terugvallen? Deze heeft evengoed z'n extra kosten deze winter: auto s slijten onder de slechts weersom standigheden, fiets en bromfiets moet veelal aan de kant, en we nemen bus of trein; aardappelen en groenteprijzen gaan weer zo lekker de lucht in, schoeisel slijt twee, drie keer zo hard, en wat kan die haard deze winter een kolen of oïie aan! Waarom wél de sneeuwcent, en het ko- lenkwartje. en niet de kou-cent voor de ijsman als het een slechte zomer is? Of het wolkendubbeltje voor de strandpach- ters, als er niemand naar het strand komt, weken, maanden lang, in onze zomers van de laatste jaren? En waarom geen regen kwartje voor de mensen van de fietsen- er autostallingen bij bos en strand? En wie vergoedt het Horecabedrijf z'n strop pen, door slechte zomers en winters? Zij allen schrijven dit toe aan seizoenschom melingen. Melkboer en bakker hebben geen last van seizoenen het verbruik blijft altijd eender. Waarom dan bij een gelegenheid als deze die sneeuwcent? Zóveel maal een cent is weer een kwartje, en elk kwartje is altijd nog een halfje brood of een halve liter melk. Kan iemand mij vertellen waarom het ene deel van de bevolking wel z'n seizoen- schade mag verhalen op de consument, en het andere niet? N. L.-W. Gratie voor „De Vier"? Als bezitters van een uitgebreide kollektie oorlogs- dokumentatie uit de jaren '40-'45 (in mei 1960 voor het eerst voor het publiek in Velsen tentoongesteld) die, beter dan welk na-oorlogs geschrift ook, een volkomen waarheidsgetrouw beeld geeft hoe er door de Nazi's gedacht en gehandeld werd, willen ook wij een krachtig protest doen horen, nu reeds voor de tweede maal enkele hoogleraren de invrijheidsstelling van de vier thans nog in Breda aanwezige oorlogsmisdadigers hebben gevraagd. Hoewel het een grootheid van geest kan zijn, mensen die eens een misstap begin gen, hun falen te vergeven, lijkt ons dit niet op te gaan bij delinquenten die, door hun buiten elke menselijke maatstap val lende wandaden, gerekend kunnen worden tot de psychopathische misdadigers. De thans nog in Breda vertoevende oorlogs misdadigers hebben het mensenjagen be oefend als een wetenschap, niet slechts gedreven door een kwade impuls (zoals iemand die eensklaps tot stelen komt), maar weloverwogen en principieel. Zij wisten terdege, dat de vestiging van Hit ler's Grootduitse Rijk betekende: totale vernietiging van het Joodse ras en onder werping van de Europese volkeren, en zij waren volkomen bereid hieraan mede te werken, erger, zij kamden de aan hun ter reur overgeleverde steden uit tot de laatste Joodse grijsaard, de laatste „niet-arische" baby. Het lijkt ons niet zonder risico, dit soort figuren de vrijheid te hergeven. Stuk voor stuk hebben wij hier te maken met zeker-niet-domme, in hun soort knap ge schoolde geesten, doordrenkt van Nazi- theoriën. Zij zullen tijdens de bijeenkom sten van de oud-SSers in Duitsland zeker niet op de achtergrond blijven en hun in vloed op de jongere generatie kan funest zijn. Ieder reëel denkend mens zal, dit over wegende, tot de conclusie komen, dat er voor bepaalde delinquenten een gratie- regel mag zijn, maar NOOIT voor hen die, door de perfiditeit van hun misdaden, het recht verspeelden zich nog mens te mogen noemen. En mochten er nog zijn, die hierover in twijfel verkeren, dan zullen wij dezen gaarne in de gelegenheid stellen te zien wat het Naizsme was, wat speciaal deze SD „Ambtenaren" in hun dagelijks werk aanrichtten, niet d.m.v, na de oorlog sa mengestelde anti-Nazi propaganda, maar aan de hand van authentieke stukken uit die donkere periode, waaronder materiaal dat door de beulen zelf werd vervaardigd, trots als zij waren op hun vakmanschap in massa-verdelging. Overigens, en dit ter nadere informatie willen wij onze verzameling zeker niet ge bruiken om de haat tegen het Duitse volk of tegen Nederlanders die destijds de ver keerde keuze maakten, te doen opleven, maar in een tijd als deze, nu bijeenkom sten van neo-Nazi's al weer als normaal schijnen te gelden en de Duitse soldaten- kalender van 1963 vol pathos „de over winningen tijdens de Rusland-veldtocht" memoreert, lijkt ons een confrontatie met het (nog zo nabije) verleden voor velen wel nuttig. Kollektie '40'45 „De Bezetting" P. A. VELDHEER J. J. SPANNINGA waar hij maar wil, en hoe hij maar wil. De stad groeit dus op een chaotische wijze zonder enig plan. Een heerlijke stad in een onbeschrijflijk mooie omgeving, maar gedoemd te verworden tot een samenraap sel van zinloze bouwsels. Twee jaar geleden was Palermo nog een stad waar de toon werd aangegeven door een groot aantal ongelooflijk rijke prinsen, markiezen, graven en baronnen. Zij waren eigenaars van landgoederen zo groot als bij ons hele provincies, droegen klinkende namen en waren eigenlijk in Europa de laatste overblijfselen van het „belle épo que". Vóór de eerste wereldoorlog werd „het grote publiek" van de wereldver maarde badplaatsen en van de luxehotels in Parijs, Wenen en Londen gevormd door Russische grootvorsten en Siciliaanse ba ronnen. De grootvorsten zijn reeds lang van het toneel verdwenenthans is de beurt gekomen van de Siciliaanse adel. Hun grote dag bij uitstek was ieder jaar weer de opening van het seizoen in het Palermitaanse „Teatro Massimo", een theater groter dan de Scala en met een toneel drie maal zo groot als dat van de Parijse opera. Voor de openings avond spreidden de „baronnen" al hun weelde ten toon en daar het ging om oude geslachten, overbeschaafd en decadent, was dat een heel andere, veel smaakvoller weelde dan die van de Milanese miljar dairs, die tenslotte rijkgeworden onderne mers zijn. Dit jaar was er bij de opening van h?t seizoen niet één drager van een klinkende naam in de zaal. Plotseling heeft de adel plaats gemaakt voor rijkgeworden notaris sen en advocaten. De oorzaak van die verandering ligt bij de mafia. De baron nen zijn het niet eens met de nieuwe land bouwpolitiek, die hen voor de keuze stelt, óf „hun,grond ter beschikking te stellen van de boeren, tegen vergoeding wel te verstaan, een vergoeding die door de staat wordt voorgeschoten, óf die grond te ver beteren en werkelijk rendabel te maken. Een heel enkele heeft de juiste oplos sing gevonden: een groot deel afstaan en het overblijvende met de ontvangen gelden behoorlijk ontginnen. De meesten daaren tegen hebben hun land eenvoudig ver kocht en zich teruggetrokken op hun ver vallen, vaak uit de middeleeuwen stam mende kastelen. Ook hun vorstelijke palei zen die de binnenstad van Palermo tot een architectonisch unicum maken, wer den verkocht. In die paleizen wonen nu no tarissen en advocaten. Waarom juist deze twee categorieën? Het is in Italië gebruikelijk, dat in de tijd omstreeks nieuwjaar in het stadhuis van elke gemeente de belastingregisters ter inzage liggen met de aanslag voor ieder burger volgens zijn inkomen in het afgelopen jaar. Dat de cijfers van die in komens heel zelden met de waarheid stro ken is een zaak, die we ditmaal buiten be schouwing laten. In Palermo waren er twee jaar geleden 100 burgers met een be lastbaar inkomen van meer dan vijf mil joen lire; dit jaar zijn het er maar liefst 1800! Dat is een percentage dat men ver der alleen in de rijke steden van het noor den vindt. Die grote verdieners zijn: nota rissen en advocaten, op grote afstand vol gen artsen en bouwondernemers. De groot grondbezitters, tot voor kort de enige rij ken in de stad, ontbreken totaal. Wel vin den we „metselaars", die honderd miljoen en meer per jaar verdienen en ook een „karrenvoerder" met een inkomen van tweehonderd miljoen. Want tal van beken de, schatrijke personen geven een inkomen op lager dan dat van een schoonmaak vrouw. In de zonderlinge nieuwe wereld die zich hier vormt en waar grote bouwspeculan- ten het verstandig oordelen zich nog „met selaar" of „karrenvoerder" te noemen, naar het eerzaam beroep dat zij tot voor enkele jaren uitoefenden, is de mafia op permachtig. Het gevolg is een nooit ein digende stroom van processen. Maar ter wijl in heel Italië de magistratuur er op aandringt meer rechtbanken in te stellen omdat de onafgewikkelde processen bij duizenden ophopen, verzoeken de advoca ten van Caltanissetta de rechtspraak te verlangzamen. Sicilië wemelt van de advo caten, maar de mafia zorgt ervoor, dat er van die grote massa slechts enkele, al tijd weer dezelfden, ook werkelijk als ver dedigers kunnen optreden. Dat zijn dan de advocaten en notarissen die honderden miljoenen verdienen, die wo nen in de paleizen met twee-driehonderd vertrekken, waar eenmaal de adel leefde en die. zij het met een volkomen gebrek aan smaak, tonen „wat ze waard zijn" bij de opening van het Teatro Massimo. De baronnen hebben zich mokkend te ruggetrokken, verbrassen hun nog altijd grote fortuinen, maar laten zich zelf niet meer zien bij de beroemde „eerste avond", die generaties lang voor hen het grootste feest van het jaar is geweest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7