Vrij Vormen: creatief
werk voor bejaarden
Strijd tegen het analfabetisme
ooo
A A A A A
s van
e Courant
1
-
J
niinniinmiininiiiii
TWEE VAN ELKE
VIJF MENSEN
KUNNEN LEZEN
NOCH SCHRIJVEN
Biografie van Churchill
Dick J. Dijs
- .,i, -
A V,
'a .a1":?-..
\M y 'iïxV
&Z&-Ï1P "ASX":
ti-rj.: Mh-
Oude handen hebben nieuwe ontspanning gevonden. De 77-jarige heer S. Bier
man leerde op Vrij Vormen met de pen te tekenen. Nu doet hij niet liever.
KAN MEN BEJAARDEN leren
creatief bezig te zijn?
Het gros van hen die zich met
bejaardenzorg bezig houden, zal op
deze vraag krachtig neen schudden.
„Inderdaad, een mens is nooit te
oud om te leren" zo zullen zij be
reidwillig meewauwelen. „Doch een
bejaarde man of vrouw creatief werk
leren dat is te veel gevraagd".
Maar wie zo redeneert, zit ver
naast de waarheid.
Te boud gesproken?
Zie: een klein zaaltje in de Wit-
tenstraat te Amsterdam. Aan de
muren hangt een groot aantal kleur
rijke schilderingen. En aan een tien
tal tafeltjes beoefenen bejaarde
mannen en vrouwen vol overgave
hun liefhebberij. Er wordt geschil
derd en getekend, geboetseerd en
linoleum gesneden.
„Ik heb vroeger nooit kunnen
tekenen", zegt de 77-jarige, met een
dikke, zilvergrijze haardos gesierde
S. Bierman, van beroep behanger
en stoffeerder geweest. „Maar hier
heb ik het geleerd. Dat is wat ik nu
maak". Met trots wijst hij op een
wand waarvan zéker vijftien pen
tekeningen zijn bevestigd. „Ik teken
nu wat graag. Elke woensdag kom
ik hier. Thuis doe ik ook bijna niets
anders. Ik wil nu mee blijven doen
IN SOMMIGE LANDEN is analfabetisme onwettig, in
andere moeten dienstplichtigen leren lezen en schrijven.
In België geldt een leerplichtwet voor de gedetineerden
in de staatsgevangenissen, terwijl in tal van landen, zonder
het nu bepaald wettelijk voor te schrijven, leerprogramma's
worden ingevoerd voor speciale groepen, zoals immigran
ten, diepzeevissers en bewoners van afgelegen streken. Een
en ander blijkt uit een enquête, die de Unesco in de lid
staten heeft laten houden in verband met een onderzoek
naar het analfabetisme in de wereld. Uit zevenenzestig
landen kwam een antwoord binnen; slechts elf konden
berichten, dat het analfabetisme geen probleem meer was,
aangezien bet aantal analfabeten tot een te verwaarlozen
minimum was gereduceerd.*). De andere landen rappor
teerden een analfabetisme van drie a vier percent oplopend
tot 85 a 90 percent over de gehele bevolking.
zolang m'n lichaam het volhoudt".
Vol levenslust drukt hij de schou
ders naar achteren, gooit de kop in
de nek daarmee aantonend dat
hij nog heel wat jaartjes hoopt mee
te huppelen.
„Ik kom hier nu zeven jaar", zegt
de eveneens 77-jarige heer K. La
bree. „Ik heb wat tekenen en lino-
leumsnijden geleerd fijn werk.
Het is een uitlaat, ziet u! Ik heb het
thuis ook veel gedaan. Maar nu m n
vrouw is overleden, komt daar niets
meer van. Ik huur nu een gemeubi
leerde kamer en ('ziehier een klein,
maar bitter stukje tragiek.en
daar durf je geen rommel te maken
DE HEREN BIERMAN en Labree
zijn twee van de ongeveer twintig
trouwe bezoekers van de cursus „Vrij
Vormen", waarvan de heer W. Kwek-
silber, chef van de culturele afde
ling van de gemeentelijke dienst voor
sociale zaken in Amsterdam, met vol-
Leider van Vrij Vormen is Frank
Klinkenberg (41). „Wij willen de sla
pende fantasie van de bejaagden
wekken, hen behoeden voor vereen
zaming, hen creatief bezig laten zijn".
doening zegt: „Wij oogsten er heel
veel succes mee. Het is een waar
genoegen de bejaarden nieuwe mo
gelijkheden van vrijetijdsbesteding
te zien ontdekken. Er gaat een nieuwe
wereld voor hen open. Ze kunnen
ergens over meepraten, ze kunnen
wat laten zien. Zij krijgen weer
wat levensvreugde. En is dat niet
verblijdend?"
De opzet van „Vrij Vormen" is
niet op een schoolse wijze bejaarde
tekenaars en schilders te kweken. De
leider, de 41-jarige Frank Klinkenberg
zegt: Wij willen de fantasie van de
deelnemers wekken. Wij willen hen
activeren. De meeste bejaarden wor
den passief beziggehouden zoet-
houderij waaraan ze zo weinig heb
ben. Wij leren hun dingen waarbij ze
zelf iets kunnen creëren. De resul
taten zijn soms verbluffend".
Hij haalt een grote map van on
der de tafel vandaan, vol met tien
tallen aquarellen, pentekeningen, li-
noleumaf drukken. „Dit is gemaakt
door een vrouwtje van 82 jaar", zegt
hij, een havengezicht te voorschijn
trekkend. „Zij was onze oudste deel
neemster. Sinds kort komt zij niet
meer. Het is haar te zwaar gewor
den. Heel jammer, want zij schilder
de graag. En heel aardig, zoals u
ziet. Zij had nog nooit een penseel
vastgehouden. Volkomen onbevangen
dus nog. Hun leeftijd doet er dan
niet toe".
Linoleumsnede van een ruim 50-jarige
deelnemer.
„VRIJ VORMEN" is niet uitslui
tend opgericht met het doel bejaar
den scheppend bezig te leren zijn.
Na de oorlog begon de gemeente
Amsterdam als eerste in het land met
sociaal-cultureel werk voor werklo-
lozen, ten einde zo hun her-aanpas
sing tot de maatschappij te bevor
deren. Er werden lezingen gehouden
over de meest uiteenlopende onder
werpen. Cursussen (Nederlands, Frans
Duits, Engels. Spaans, E.H.B.O., ge
schiedenis, litteratuur) werden op
touw gezet. Men maakte excursies.
Door de hoogconjunctuur gedwon
gen is dit culturele werk van karakter
veranderd: de werklozen verdwenen
uit de groepen, gehandicapten en be
jaarden namen hun plaats in. Voor
hen worden nu ook discussie-midda
gen met, bijvoorbeeld, bekende schrij
vers, musici, schilders en politici ge
organiseerd. Er worden bezoeken aan
musea gebracht, men beluistert ge
zamenlijk gramofoonplaten en be
spreekt de muziek. De taalcursussen
zijn gehandhaafd. Bejaarde ouders
van geëmigreerde kinderen leren En
gels ten einde met hun kleinkinderen
via uitgewisselde geluidsbanden te
kunnen spreken. Enkelen van de „oud
jes" zijn zo ver gevorderd dat zij
tijdens de cursussen voor beginners
de docenten assisteren. Een ander
heeft zich op het Spaans geworpen.
Hij spreekt het nu vloeiend, heeft
zelfs een aantal toneelstukken ver
taald.
Wie dit alles verneemt, zal met
overtuiging ja-knikken op de bewe
ring van dr. Stieglitz, die in Time
eens schreef: „Het gezegde dat oude
mensen niets nieuws meer kunnen le
ren is een onwaarheid die wordt ver
breid door jongeren "die de ouderen
graag aan de kant willen zetten. En
door luie oude mensen die een ex
cuus willen hebben voor hun geluier".
HET CULTUREEh-SOClALE werk
voor bejaarden, het eerst door de ge
meente Amsterdam aangevat, is in
tal van plaatsen in enigerlei vorm
nagevolgd: in Rotterdam en Den
Haag, in Deventer, Gouda, Haarlem,
Arnhem, Utrecht, Winschoten en
Zaandam kunnen bejaarden ook le
zingen en discussie-middagen bijwo
nen, passief en actief van muziek ge-
genieten, naaien, koken (alleenstaande
mannen!) en vreemde talen leren.
Maar in hoeveel plaatsen worden hoe
veel honderden bejaarden nog slechts
zoet gehouden met een spelletje kaart
of een partijtje sjoelen?
IN ECUADOR, Indonesië en Turkije
zijn alle burgers aan een leerplichtwet
onderworpen. Ook Egypte, Grieken
land, Haïti, Hongarije, Mexico en Viet-
Nam kennen onderwijswetten, terwijl
in een dozijn overige landen het anal
fabetisme op de een of andere manier
wordt bestreden. De meeste landen
werken echter met aantrekkelijke me
thodes om volwassen analfabeten klas
sikaal onderwijs te laten volgen. Men
stelt allerlei materiële beloningen in
het vooruitzicht: van onderscheidingen,
trofeeën en huishoudelijke artikelen tot
landbouwwerktuigen en zaden. Maar
het meeste initiatief gaat volgens de
regeringen van de mensen zelf uit. Het
vooruitzicht op een betere betrekking,
hogere lonen, het feit dat men „mee
kan komen" met de kinderen die op
de lagere school zijn, of de wens om
brieven te kunnen schrijven naar fami
lie of kennissen en het loutere plezier
te kunnen lezen en schrijven wat men
maar wil, het zijn alle redenen die de
volwassenen ertoe brengen de school te
bezoeken.
Het A.B.C.boek is nog altijd de basis
om te leren lezen en schrijven. Toch
berichtten dertien landen, dat ook de
radio voor dit doel is ingeschakeld, ter
wijl weer andere ook de film gebrui
ken. Uit rapport blijkt tevens, dat de
televisie een steeds grotere plaats in het
onderwijs inneemt, zoals in Cuba, Ita
lië, Mexico, de Verenigde Arabische
Republiek en de Verenigde Staten.
IN VEELTALIGE LANDENen
meer dan de helft van het aantal lan
den, dat aan de enquête deelnam is
veeltalig brengt de taal speciale
problemen met zich mee. Waar moge
lijk bedient men zich bij het onderwijs
van de inheemse taal, maar in som
mige gevallen, zoals Ghana, Indonesië
en Soedan, worden zoveel verschillen
de talen gesproken, dat het onmogelijk
is om in al die talen afzonderlijke cur
sussen te geven. In India echter spre
ken zeer grote groepen mensen een
van de hoofdtalen, „zodat de taal daar
geen moeilijkheden oplevert". De Phi-
lippijnen meldden daarentegen, dat de
acht hoofdtalen en achtenveertig dialec
ten, die daar gesproken worden de
voorziening van leermateriaal tot een
„gecompliceerde aangelegenheid" ma
ken. Ook in Iran, waar behalve tal van
dialecten, Perzisch, Turks, Arabisch,
Armeens en Koerdisch wordt gespro
ken. werkt de veeltaligheid remmend
op het onderwijs.
IN DERGELIJKE gevallen moet er
een keuze worden gemaakt in welke
taal of talen moet worden onderwezen
en in hoeverre er kan worden overge
schakeld op een officiële taal. Het gaat
hier om Nigeria, waar Engels de of
ficiële taal is. In Lagos, de federale
hoofdstad, worden de lessen gegeven in
het Yoruba, het Hansa en het Engels.
In Oost-Nigeria in het lbo en het Efik;
in het noorden van het land wordt in
drieëntwintig talen onderwijs gegeven,
in het westen in tien. Engels volgt la
ter, pas wanneer de bevolking in de
moedertaal kan lezen en schrijven.
Veel landen kampem met de moeilijk
heid de mensen op peil te houden wan
neer zij al enigszins kunnen lezen en
schrijven Men werkt dan met een
speciaal soort feuilletons voor begin
ners, leesboekjes, geïllustreerde uitga
ven, aanplakbiljetten enz. Bovendien
wordt de mogelijkheid geschapen in
groepsverband te studeren. Er zijn
voortgezette cursussen in de plichten
van de burger, opvoeding, talen, alge
mene ontwikkeling of enig ander cultu
reel onderwerp. Verenigingen, centra en
musea verlenen hun medewerking aan
dit werk, maar de hulp die vooral de
bibliotheken bieden, is van onschatbare
waarde.
DE MOEILIJKHEDEN, die de cam
pagne tegen het analfabetisme onder
vindt, bestaan uit een gebrek aan per
soneel. doeltreffende administratie en
financiële middelen om de toekomstige
leerlingen te stimuleren, aldus het rap
port. Ondanks deze enorme bezwaren
worden in vijfenzeventig percent van de
ondervraagde landen grootscheepse
plannen uitgewerkt. India, Afganistan
en Indonesië bestrijden het analfabetis
me in hun Nationaal Ontwikkelingspro
gramma. Op vier na verklaarden alle
aan de enquête deelnemende landen
vastomlijnde plannen te hebben om de
bevolking te leren lezen en schrijven.
Volgens de jongste statistieken van
de Unesco, die in 1957 werden gepubli
ceerd, zijn er naar schatting zeven
honderdmiljoen analfabeten op de we
reld, dat wil zeggen twee van de vijf
personen.
Het is een van de belangrijkste ta
ken van het ogenblik deze mensen te
helpen op de weg, die naar ontwikke
ling leidt.
MET DIT DOEL voor ogen heeft de
Algemene Vergadering van de Unesco
besloten de Verenigde Naties een groot
scheeps plan voor te leggen betreffen
de een wereldcampagne tegen het anal
fabetisme, dat zou moeten worden uit
gevoerd in het kader van het Ontwik
kelingstienjarenplan van de Verenigde
Naties. Met deze campagne, die beoogt
in tien jaar tijds driehonderddertig mil
joen mensen van 15 tot 50 jaar te leren
lezen en schrijven, zal achthonderd-
drieëentachtig miljoen dollar zijn ge
moeid, verdeeld over een periode van
tien jaar.
OM DIT TE kunnen verwezenlijken,
zal een krediet moeten worden gegeven
van tenminste drieëndertig miljoen aan
de betrokken landen door middel van
tweezijdige of meerzijdige overeenkom
sten, met een aanvullende jaarlijkse
lening van tien miljoen, teneinde de
Unesco in staat te stellen de campagne
te beginnen. Hoe het ook zij, dit jaar
zal de organisatie beginnen met de lid
staten te helpen de onderwijsmethoden
te vervolmaken. In dit verband kunnen
de audio-visuele methoden wij den
ken hier vooral aan televisie een rol
van doorslaggevende betekenis gaan
spelen.
1) Australië. Wit-Rusland, Finland, West-
Jultsland, Luxemburg. Nederland, Nieuw-
Zeeland, Noorwegen. Roemenië, Oekraïne,
USSR.
DE ZOON van Sir Winston M
Churchill, Randolph Churchill, heeft, M
geholpen door een groep onderzoe- g
kers, een begin gemaakt met de offi- g
ciële biografie van de grote Britse g
staatsman. Het werk zal vele jaren gj
in beslag nemen en vermoedelijk vijf s
delen omvatten. Elk deel zal worden g
aangevuld met een of meer delen g
brieven en documenten. Hoewel er tij- g
dens het leven van Sir Winston niets g
zal worden gepubliceerd, is de heer g
Randolph Churchill al een heel eind
gevorderd met het verzamelen van
het materiaal voor de eerste twee g
delen, die de periode 1874-1914 zullen g
behandelen. Michael Wolff, die aan g
het hoofd staat van de wetenschappe- g
lijke staf, heeft verklaard dat er g
300.000 brieven door te lezen zijn. .g
Heinemann Ltd. zal de biografie in g
Groot-Brittannië publiceren; uitgevers g
in zeven Europese landen hebben de g
publikatierechten voor hun land reeds g
aangekocht. s
DIE OMSTANDIGHEID doet de
vraag rijzen of de dag waarop iemand
met pensioen gaat, dan toch een deur
moet zijn die toegang geeft tot het
donkere gat van verveling, slechts
hier en daar opgehelderd door een
pinkelend sterretje in de vorm van
een kaartmiddag.
Zij die zich voor de ontspanning
van de bejaarden inspannen, zullen
daarop vastberaden: „Neen, volstrekt
niet!" antwoorden. Maar waarom dan
wordt er op de honderden soosmid-
dagen voor bejaarden nog zo on
eindig veel gekaart? „Zij willen niet
anders" luidt het antwoord, als men
hier en daar zijn licht opsteekt. Maar
is dat wel zo? Is het kaarten en het
sjoelen bij bejaarden inderdaad zo
populair? Of worden zij tot deze be
zigheid gedwongen, bij gebrek aan
andere, aan rijkere tijdspasseringen?
Wordt hier niet de afgeleide waar
heid tot absolute waarheid verheven?
En hoeveel bejaarden zullen er niet
eenzaam in hun huisje blijven, stijf
hoofdig weigerend een soosmiddag te
bezoeken omdat zij er niet voor voe
len de ganse middag met ruiten
aas, klaverboer en schoppenvrouw
voor te brengen?
„Kaarten en andere spelen doden
de tijd, maar na afloop vinden de
mensen zichzelf terug in hun oude
sleur. Er is geen enkele inhoud aan
hun leven gegeven", heeft een socio
loog hierover geschreven.
ZOALS GEZEGD HEEFT een aan
tal gemeenten reeds het heilzame
Amsterdamse voorbeeld nagevolgd.
Maar de cursus „Vrij Vormen" is,
voor zover mijn inlichtingen strek
ken, nog uniek. Welke op levensbe
schouwelijke basis gestichte bejaar
denvereniging, welke afdeling van de
Unie voor Vrouwelijke Vrijwilligers,
welke directie van welk bejaarden
centrum gaat eens in Amsterdam
haar licht opsteken? Als zij de be
jaarden met vrij vormen bezig zien,
zal hun nu nog mogelijke terughou
ding snel plaats maken voor leven
dige belangstelling.