Spreiding van welvaart laat in Italië nog veel te wensen Er zijn ook Italianen die het onmogelijke willen Helders marinemuseum is snel populair geworden KERKELIJK LEVEN Minister Beerman over het gratiebeleid Vier jaar voor dodelijke mesteek Duitse evangelische Spelen en wedden SPANJE Kirchentag 1963 Samen kerken in de Walvisbaai Paus over het toerisme DINSDAG 12 FEBRUARI 1963 Zuiden blijft achter Grondbezitters klagen Van twee walletjes I wee eeuwen historie in het Peperhuisje Kort nieuws v* 4* (Van onze correspondent) BONN. „Je kunt niet tegelijk je vrouw dronken hebben en het wijnvat vol", zegt een Italiaans spreekwoord. In het midden latende of een dronken echt vriendin zulk een begerenswaardig bezit is, zal de betekenis van dat spreekwoord wel duidelijk zijn. Maar de Italianen van onze tijd schijnen die „wijsheid der va deren" te hebben vergeten. Aan het begin van het jaar maken zij, zoals dat overal gebruikelijk is, de balans op over 1962. Wat blijkt? Voor het eerst zolang Italië bestaat, neemt de welvaart hier sterker toe dan in enig ander Europees land, sterker zelfs, veel sterker dan in de Verenigde Staten, om over Groot- Brittannië eenmaal met onverholen afgunst door de Italianen beschouwd als „het land van de vijf maaltijden" niet eens te praten. Het nationale inkomen van Italië is in 1962 met ongeveer zeven percent toegeno men vergeleken bij het jaar 1961. In de afgelopen jaren was steeds West-Duitsland in de eerste plaats het land van het „Wirtschaftswunder"; nu komt Ttalïë in zekere zin in de eerste plaats. Hoewel: statistieken zijn bedrieglijke dingen. En men moet er rekening met houden, dat het uitgangspunt bij Italië lager lag dan bij vrijwel alle andere landen. In werke lijkheid komt het dus hierop neer, dat het gemiddelde inkomen per hoofd der bevol king geleidelijk zozeer toeneemt, dat Ita lië de grote achterstand, die eenmaal be stond, aardig begint in te lopen. Bijna onvermijdelijk zal dit op den duur ook de structuur van het land wijzigen. In de industrie zijn de lonen reeds veel hoger dan bijvoorbeeld in Nederland, maar het leven is ook veel duurder, zodat het werkelijke loon van de Italiaanse fa brieksarbeider niet meer zal bedragen dan van zijn Nederlandse collega. De wer keloosheid, die een paar jaar geleden nog schrikbarend was, neemt snel af en is van twee miljoen in enkele jaren tijds gedaald tot ongeveer zeshonderdduizend, waarbij dan nog komt, dat althans in Noord- Italië ook de getrouwde vrouw door gaans werkt, zodat in het arbeidersgezin meer dan één loon binnenkomt. Geschool de werkkrachten worden schaars en het is waarschijnlijk, dat over een of twee jaar, indien de conjunctuur gunstig blijft (en de Italiaanse economisten laten opti mistische klanken horen) Italië niet langer werkkrachten naar elders zal uitzenden. .JSX9S,t*£O0 Minder gunstig is, dat nog altijd het zui den niet van het „economisch, wonder" profiteert en dat zelfs het verschil tussen noord en zuid van jaar tot jaar groter wordt. Het gevolg is een massale volks verhuizing van het zuiden naar het noor den. Een stad als Turijn, die geen geboor te-overschot heeft en waar integendeel meer mensen sterven dan er geboren wor den, zag dit jaar zijn bevolking met zeven tigduizend zielen toenemen en dat uitslui tend door immigratie uit het zuiden. Veel meer dan de helft der bevolking van die stad, die nu ruim een miljoen inwoners heeft is herkomstig uit het zuiden of uit de omgeving van Venetië, een ander onder ontwikkeld gebied. Voor Millaan geldt on geveer hetzelfde. De industrialisatie heeft afmetingen aangenomen, die voor de laatste oorlog niemand kon voorzien. De ondernemers van heden zijn beslist andere mensen dan die van twintig jaar geleden. Vroeger was de hoogste wijsheid van alle Italiaanse in dustriëlen: druk uitoefenen op de regering om door middel van hoge beschermende rechten alle buitenlandse concurrentie te weren. Achter die hoge tolmuur werden dan allerlei bedrijven en bedrijfjes opge bouwd, dié eigenlijk niet levensvatbaar wa ren. Het hoogtepunt bereikte dat protectio nisme onder het fascistische regime toen men naar algehele autarkie streefde en de handel met het buitenland zich beperkte tot het „noodzakelijk kwaad": import van bepaalde grondstoffen, zoals steenkool. De geest is thans beslist anders, al zijn er nog wel sectoren, waar men zich niet weet vrij te maken van de gedachte, dat een onderneming „beschermd" moet worden. Vooral in landbouwkringen denkt men er vaak nog zo over met het gevolg, dat er nog altijd regeringssteun wordt ver leend aan de boeren, die tarwe verbouwen en vooral aan do suikermagnaten, terwijl het stellig veel voordeliger zou zijn tarwe en suiker van elders te betrekken tegen de prijs van de wereldmarkt en bepaalde stukken grond, waar men met veel moeite een karige tarwe-oogst naar binnen haalt, te bestemmen voor andere, meer waarde volle, gewassen. De grondbezitters zijn de enigen die kla gen. Zij wijzen erop, dat het economisch wonder voor hen eigenlijk niet opgaat. In de industrie was de opbrengst in 1962 ne gen percent hoger dan in 1961; bij handel en verkeer zeven percent; bij de landbouw slechts twee percent. Toch was het een uitzonderlijk goed jaar en bedroeg de tar we-oogst ruim 95 miljoen quintaal (een quintaal is honderd kilo), veel meer dan Italië, waar men tegenwoordig veel min der brood eet dan twintig jaar geleden, nodig heeft.wat men met die dure tarwe de regering betaalt en slaat een groot deel van de oogst op in silo's zal doen? Is nu dat gejammer van de grondeige naren redelijk? Naar onze mening niet. Ze geven toe, dat de oogst van bijna alle produkten groter is geweest dan normaal. Maar zij klagen diep, omdat steeds meer boerenarbeiders het land verlaten en in de industrie gaan werken; dat geldt dan voor al voor de jongere krachten. Wanneer het lukt om met veel minder arbeiders gro ter oogsten te krijgen dan normaal, dan blijkt daaruit, dat men meer dan tot nu toe gebruik maakt van landbouwmachines en dat men rationeler te werk gaat onder andere door overvloediger gebruik van kunstmeststoffen. Dat is de normale gang van zaken in elk land, waar de industria lisatie plotseling een hoge vlucht neemt. Zou het niet zo zijn, dat de grondeige naars vooral jammeren, omdat zij steeds minder arbeiders vinden, die bereid zijn voor drie, vier gulden per dag (en dan niet meer dan een honderd dagen per jaar) op het land te werken? De lonen gaan ook in de landbouw omhoog, zelfs in het zuiden. Het lijkt een gezonde ont wikkeling. De agrariërs, die alleen maar heil^ ver wachten van de meest rechtse partijen, willen het onmogelijke. Zij vinden het best, dat de industriëlen grote winsten maken, maar kijken sip wanneer jonge boerenar beiders het dorp vaarwel zeggen en in de fabriek gaan werken. Zij willen hun goed kope, ongeschoolde werkkrachten houden. Een soortgelijke mentaliteit vindt men ook bij de conservatieven, die niet tot de agra riërs behoren. Uitstekend zeggen zij, dat de industrie zo bloeit. Prachtig de E.E.G., waarvan Italië meer dan enig ander der zes landen voordeel heeft. Het Italiaanse produkt, vooral het hoogwaardige produkt, verovert de wereldmarkt. Prachtig. Maar we zouden toch iets moe ten doen om die toevloed van goedkope landbouwprodukten, kaas, boter, slacht vee, enzovoort uit andere landen tegen te gaan. Ja, wij hebben onze geschoolde werkkrachten nu zelf nodig en spoedig zul len er weinig Italianen meer gevonden worden, die bereid zijn in Noord-Europa, ver van hun familie en in een slecht kli maat, te gaan werken. Dat zal een hele slag zijn voor onze economie, want dank zij die arbeiders komt er voortdurend een stroom van hoogwaardige vreemde valuta naar Italië. Heel erg; Wij zitten toch al tijd in het hoekje waar de slagen vallen, zo jammeren ze voort, ondanks hun sterk toenemende welvaart: „Je vrouw dronken en toch het wijnvat vol". Neen, het gaat echt niet. De minister van Justitie, mr. Beerman, heeft geantwoord op vragen van prof. Vondeling (P.v.d.A.) over het gratiebeleid inzake de in ons land nog gevangen ge houden oorlogsmisdadigers. Wijlen minister Donker, aldus minister Beerman, heeft destijds in de Tweede Kamer het door hem voorgenomen gratie beleid met betrekking tot de politieke delinquenten, met inbegrip van de Duitse oorlogsmisdadigers die van de doodstraf op levenslange gevangenisstraf waren ge gratieerd, aldus omschreven, dat te hun nen opzichte in het algemeen de levens lange gevangenisstraf niet behoorde te worden vervangen door een opjarenstel- ling, maar dat er onder hen gevallen denk baar waren (S.S.-gevallen en wapendra gers), waarin aan een andere gedragslijn niet zou zijn te ontkomen. Bij de behandeling van de justitiebegro tingen over 1954, 1955 en 1956 heeft mr. Donker zijn op 15 oktober 1952 ingenomen standpunt verruimd door te stellen, dat „de levenslangen" onder de politieke de linquenten, waartoe zowel de tot levens lange straffen veroordeelden als de groep der van de doodstraf gegratieerden ge rekend werden, ten aanzien van het gra tiebeleid moesten worden behandeld als gewone delinquenten. Hieraan lag de ge dachte ten grondslag dat de door hen ge pleegde kapitale misdrijven, met uitzon dering van de enkele zuiver politieke ge vallen, die voor een gunstiger beoordeling in aanmerking kwamen, met die van ge wone criminelen waren gelijk te stellen De opvolgers van minister Donker hebben deze lijn doorgetrokken en zijn daarbij van het standpunt uitgegaan, dat eer ab solute scheiding tussen de groep der levenslang veroordeelden en de tot levens lange gevangenisstraf gegratieerden niet wel mogelijk is. In de praktijk is ten aanzien van vrij wel alle levenslange politieke gedetineer den die gratieverzoeken hadden ingediend, dezelfde procedure gevolgd als bij de „gewone" levenslangen, die blijkens een in 1957 op instigatie van de toenmalige mi nister van Justitie gehouden onderzoek, be houdens een enkel geval van opneming in een krankzinnigengesticht, sinds het Wet boek van Strafrecht in 1886 in werking trad, na een detentieperiode van gemiddeld 12 a 15 jaar gegratieerd zijn, als regel door omzetting van de levenslange straf in een tijdelijke, en soms door kwijtschelding van het strafrestant. Sinds 1956 is derhalve in overeenstem ming met de door wijlen minister Donker in de jaren 1954-1956 gegeven verruiming van zijn oorspronkelijk in 1952 ingenomen standpunt een gratiebeleid gevolgd, waar bij ook minister Beerman zich heeft aan gesloten. Deze sector van het gratiebeleid is als regel een punt van overleg met het kabinet geweest en daarom kan worden ge steld, dat de regering hiermee heeft in gestemd. De Haagse rechtbank heeft een 51-jari- ge koopman uit Den Haag wegens het toe brengen van een dodelijke messteek ver oordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. De koopman was ten laste gelegd, dat hij op 29 september in een café een 31-jarige werkman, die als kastelein optrad, met een mes dodelijk heeft getroffen. De eis tegen hem was zes jaar gevangenisstraf. Bij een vechtpartij in het café wilde de kastelein tussenbeide komen. Dat werd hem noodottig, want terwijl de vechters bazen (vader, drie zoons en een vriend van de zoons) het café uitrenden werd de kastelein stervend achter de tapkast aan getroffen. De zoons van de koopman respectieve lijk 31, 29 en 23 jaar werden wegens open lijke geweldpleging veroordeeld tot gevan genisstraffen van respectievelijk een jaar, zes maanden en acht maanden. Anderhalf jaar. Wegens verduistering van 30.000 gulden en het plegen van vals heid in geschrifte ten nadele van een be drijf in Landsmeer heeft de rechtbank in Amsterdam een 54-jarige Amsterdammer veroordeeld tot een gevangenisstraf van mderhalf jaar. De man, die na zijn re patriëring uit Indonesië chef van de ad- ninistratie werd vervalste kasbewijzen. kasstaten en kwitanties. Hij leefde op gro te voet, voorgevend dat hij in Indonesië veel geld had verdiend. Dood naast fiets. Op de Bezuiden- houtseweg bij het Emmapark in Den Haag is de veertigjarige ambtenaar A den Duik uit Den Haag dood naast zijn fiets ge vonden. Sinds enkele maanden is in het Peper huisje, Buitenhaven 2 in Den Heldef, waar de marinevoorlichtingsdienst Den Helder zijn domicilie heeft, een ver zameling te zien dié al vijfduizend be zoekers heeft getrokken. De uniformen, scheepsmodellen en scheepsattributen4 die zo in trek zijn, vooral bij degenen, die tóch op .de boot naar Texel moeten wachten, vormen het Marine Museum. Twee eeuwen Koninklijke Marine wor den in dit Peperhuisje getoond. Al jaren leefde in Den Helder de ge dachte dat het mogelijk zou moeten zijn een dergelijk museum in te richten, maar de praktische mogelijkheden ontbraken. Er is indertijd zelfs sprake van geweest een marineschip, dat toen op de Rijkswerf lag daarvoor in te richten, maar de be zwaren bleken te groot. Toen mr. A. N. Baron de Vos van Steen- wijk toen schout-bij-nacht, nu vice-ad- miraal in Den Helder commandant Zeemacht Nederland werd gingen hij en zijn adjudant, luitenant-ter-zee 1 J. W. Lugard, de mogelijkheden peilen. Er werd een comité gevormd, waarin burgemees ter Rehorst en de MARVO-officier LTZ 1 D. Steenmeijer een belangrijke rol speel den, en men zag eindelijk zijn kans schoon toen de MP het Peperhuisje verliet en men zodoende ruimte beschikbaar kreeg in dit gebouwtje op het „Lands End". Van het begin af aan heeft men zich be perkingen opgelegd. Men streeft er naar de laatste twee eeuwen van de marine in beeld te brengen en een van de hoofddoe len daarbij is toch wel de marinemannen en -vrouwen wat meer te vertellen over De verzameling uniformen trekt voor al bij de jeugd grote belangstelling. Op de foto kijken twee Helderse jon gens naar het adelborsten-uniform. Zij hebben zich vast voorgenomen dat later zelf ook te dragen. hun eigen marine. Maar de praktijk heeft bewezen dat ook zeer veel burgers de weg weten te vinden naar dit huisje, waar men tal van boeiende facetten van het leven in de zeemacht bijeen ziet. In de verschillende zalen treft men his torische en moderne uniformen, uit monsteringen, schilderijen, zeekaarten, scheepsmodellen en vliegtuigmodellen. Er is een grote maquette waar men de ver- De grootste attractie in het Peper huisje is de periscoop, die een beeld geeft van de omgeving van Den Helder. schillende manieren van mijnenvegen bij een ziet, en ook zijn er verschillende „bloedvlaggen" vati de marine uit de laatste oorlog. Overigens ontbreekt de koopvaardij in de verzameling evenmin. Het meest spectaculaire in de verzame ling is ongetwijfeld de periscoop, waardoor men geheel Den Helder kan overzien. Na de ingebruikneming tijdens de vloot dagen heeft het stormgelopen en al. straks het toeristenseizoen begint zal dit onge twijfeld weer het geval zijn, zeker als VVV Den Helder in zijn excursies een be zoek aan dit museum opneemt. Tal van aanbiedingen heeft men al ontvangen en vrijwel dagelijks stromen nieuwe voorwer pen, die aan twee eeuwen marinehistorie herinneren, binnen. Het museum staat pas in zijn kinder schoenen. Nu heeft men een zolder, een zaal gelijkvloers en een kelder, maar door breekwerk zal men straks niet alleen meer ruimte krijgen maar ook meer mo gelijkheid de inventaris logisch in te de len. Al zal men lang niet alles uit kunnen stallen, zo groot is al de voorraad. Toch is men blij met een dergelijk grote hoeveelheid aan bezittingen, ook al omdat men nu het geëxposeerde zo nu en dan kan wisselen. Conservator Lugard wil be slist niet concurreren met andere musea en ook al daarom beperkt men zich be slist tot de twee laatste eeuwen. Wel ruilt hij regelmatig dingen met marine-inrich tingen, waarbij hij er 's zomers en de in richting er 's winters gebruik van maakt. De opzet is dus bescheiden, maar zoals uit het aantal bezoekers blijkt hebben ve len de weg al gevonden. Door meer pro paganda wil men trachten het komende seizoen tot een meer gerichte trek te ko men. De gunstige ligging van het Marine Museum op het punt waar Nederlands vasteland eindigt levert het museum in elk geval al veel bezoekers op, die misschien niet eens wisten, dat er in Den Helder een marinemuseum bestaat. Afrikaanse jeugd bijeen IN NAIROBI in Kenya is de eerste Algemene Christelijke Afrikaanse Jeugd Assemblee gehouden onder voorzitterschap van dr. John Karefa Smart, minister van Buitenlandse Za ken van Sierra Leone. De conferentie was georganiseerd onder de auspiciën van het jeugddepartement van de Wereldraad van Kerken, de Wereld raad voor christelijke opvoeding en zondagsschoolwerk, de Wereldconfe rentie van Christen Studenten en de wereldorganisaties van de YMCA en YWCA. De Afrikaanse jonge christenen ont moeten uitdagingen op geestelijk en we reldlijk terrein, aldus de voorzitter in zijn openingswoord tot de 400 afgevaar digden uit 35 landen. De kerk heeft in Afrika een revolutionaire rol gespeeld door zich in te zetten tegen iedere vorm van onderdrukking. Wij hebben het ein de van overheersing en van de afbraak van twee grote Europese rijken mee gemaakt. Maar wat gebeurd is, is niet genoeg. De jonge christenen in Afrika zijn geroepen deel te nemen aan de dienst der kerk, profetisch en herderlijk en tol actieve dienst op politiek, eco nomisch en maatschappelijk terrein. Twee andere sprekers, dr. Julius G. Kiano. parlementair secretaris van het departement voor economische ontwik keling in Kenya, en Bola Jge, de leider van de politieke actiegroep in Nigeria, pas uit zes maanden huisarrest ontsla gen, legden er de nadruk op, dat de eerste lase van de Afrikaanse revolu tie nagenoeg voorbij is, nu de meeste Afrikaanse volken zelfstandigheid heb ben verworven. Nu komen er weer nieu we problemen, daar deze jonge staten verantwoordelijkheid moeten dragen te genover massale honger en strenge in dividualistische tendensen. De Afrika nen willen thans ook dat iedereen hen zal aanvaarden als gelijken. De minister van opvoeding van Libe ria, John Payne Mitchell drong er op aan, dat in de toekomst de taak van de verkondiging van het Evangelie in Afrika in de eerste plaats aan Afrika nen opgedragen zou worden. Er is veel verscheidenheid onder de christenen, zei dr. Visser 't Hooft, de secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken. Het is noodzakelijk te stre- ven naar werkelijke eenheid, want het is verkeerd te spreken over ónze kerk, evenals het verkeerd is te spreken over ónze Christus. In een verklaring, vastgesteld tijdens de slotzitting, beloven de afgevaardig den bij hun terugkeer in eigen land en kerk hun volledige medewerking te ver lenen aan de leiders der kerken op de weg naar het door de Heer gestelde doel: de eenheid van de kerk op plaat selijk, nationaal en wereldniveau. „Waar dat noodzakelijk is zullen wij tot dat doel verantwoorde risico's durven nemen. Ons vertrouwen is op de Heilige Geest. Wij bezitten de vrijheid onder het kruis, dank zij Jezus Christus, de Heer." DE KONINKLIJKE Commissaris In New South Wales (Australië) stelt op 't ogenblik een onderzoek in naar het wedden in deze staat. De vraag is of er een wettelijk toezicht ingesteld moet worden, en zo ja in welke vorm. Na mens de Raad van Kerken in New South Wales, waarin de anglikaanse, methodistische, presbyteriaanse, con- gregationalistische kerken, de Kerk van Christus en het Leger des Heils zitting hebben, is een lid van de angli kaanse kerk in Sydney bij de commis saris geweest. Hij stelde dat New South Wales in zeer hoge mate ver slaafd is aan de speelwoede. Terwijl bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland per jaar ongeveer 52 miljoen pond verspeelt, is dat in New South Wales 326 miljoen pond, hoewel de bevolking maar half zo groot is. In Engeland zelf wordt per jaar bij de paardenraces een naar ver houding kleiner bedrag van een mil jard pond verwed. De commissaris wilde niet aanne men, dat iemand die een kleine inzet waagt op een renpaard, een zondaar zou zijn. Daarentegen stelde de kerke lijke vertegenwoordiger, dat vele men sen geloven, dat Christus indien Hij op aarde terug zou komen, een zelfde hou ding zou aannemen tegenover de lie den die er hun beroep van maken wed denschappen te boeken als Hij deed te genover de wisselaars in de tempel. Hij zou ze wegjagen. ov nesBD ZO JUIST is het voorlopige program ma verschenen van de elfde Duitse Evangelische Kirchentag die van 24-28 juli in Dortmund zal worden gehouden. Op woensdag hebben de openingsbije- komsten plaats. De drie volgende dagen worden besteed aan voorbereidingen en samenkomsten in discussiegroepen over het thema: „Mit Konflikten leben". 's Avonds zullen er telkens verschillende grote samenkomsten zijn, waarbij de deelnemers kennis kunnen nemen van het leven en het werk van de christen in een grote industriestad. Op zondag morgen zullen in alle kelken in Dort mund avondmaalsdiensten zijn, terwijl 's middags de grote slotbijeenkomst plaats heeft. Er zal tijdens deze Kirchentag onder meer gesproken worden over het onder werp: Joden en Christenen. Binnenkort verschijnt een voorbereidingsboekje, waarin de verschillende onderwerpen nader aan de orde gesteld worden, op dat men zich nu al (eventueel in plaat selijke gesprekskringen) kan voorberei den op de discussies. Er worden ten minste 40.000 deelne mers verwacht, die zo veel mogelijk bij particulieren worden ondergebracht. In de slotbijeenkomst op zondagmiddag zullen er mogelijk 'n half miljoen men sen bijeen zijn. Het geheel wordt door de plaats van samenkomst en door de gekozen onderwerpen gericht op het le ven van de christen in een grote stad, midden in de industrie van de moderne werejd. Ook vele buitenlandse gasten djn welkom en worden verwacht. ELK JAAR aan het begin van het ijs seizoen wordt midden in de Walvisbaai, waaraan Kaapstad (Zuid-Afrika) ligt, een godsdienstoefening gehouden op de schepen. Zij komen dan van alle kan ten zij aan zij liggen in diep water. Op een van de boten is een luidspre kersinstallatie aangebracht, die belang stellenden oproept mede aan boord van de scheepjes te gaan om samen op zee te kerken. De dienst gaat uit van de Nederduits gereformeerde kerk, die op die zondag geen kerkdienst op de vaste wal houdt. Daar er onder de schepe lingen ook vele leden van andere ker ken zijn, is het een oecumenische dienst. Op het schip met de luidsprekersinstal latie, dat op een kleine afstand van de andere gaat liggen, is een predikant die van daaruit de dienst leidt. Ieder jaar maakt dit bijzondere evenement grote indruk op de vele kerkgangers, speciaal op hen die rechtstreeks of zijdelings bij de visserij betrokken zijn. NA EEN driedaagse conferentie heb ben de Spaanse aartsbisschoppen enige bezwaren tegen een regeringsmaatregel teruggenomen, waardoor de protestan ten in Spanje wat meer vrijheid zou den krijgen. Dit wordt gezien als een gevolg van de contacten tijdens de eer ste zitting van het Vaticaanse concilie. De maatregel houdt in, dat niet-rooms- katholieke groeperingen wettelijke er kenning kunnen krijgen, eigendom kun nen bezitten en scholen mogen exploi teren. Ook huwelijken tussen protestan ten en rooms-katholieken die hun kerk verlaten, kunnen onder bepaalde voor waarden erkenning vinden. Het aantal protestanten in Spanje is ongeveer 30.000 op een totale bevolking van ongeveer 31 miljoen. De grootste groepen zijn de hervormde kerk van Spanje, de Quakers, de Spaanse evan gelische kerk en de Spaanse Baptisten Unie. Onder auspiciën van de Neder landse Vereniging „Het Evangelie in Spanje" zal begin maart de voorzitter van de synode der Spaans evangelische kerk een bezoek aan ons land brengen. Het is voor de derde keer dat dr. M. Gutiérrez in ons land komt. Ook nu is het de bedoeling dat hij belangstellen den zal voorlichten over de huidige stand van zaken met betrekking tot de verhouding rooms-ktaholiek - protes tant in Spanje. Paus Joannes heeft in een brief aan een te houden conventie van 'taliaanse priesters die in vakantieoorden dienen -22 februari) zjjn bezorgdheid uit gesproken over „de negatieve invloed die van het toerisme op de heiliging van de sabbatdag kan uitgaan." De paus zei dat toeristische r"gani- saties. die geïnspireerd worden door een christelijke kijk op het leven, waar door het toerisme kan bloeien in een klimaat van kalmte, gelukkige lichame lijke en morele ontspanning, aange moedigd 'moeten worden. De paus vervolgde: „Wij zijn ons allen welbewust van de bezorgdheid die zovele priesters, belast met de ielzorg, vervult tegenover de nieuwe levensge woonten, die het toerisme al geruime tijd met zich meebrengt. Het zijn ge woonten die van nadelige invloed zou den kunnen zijn op de heiliging --an de sabbatdag, op de beoefening ''an de godsdienst, op de 'eugdige moraliteit en zelfs op de eenheid van het gezin. Tezijnertijd dienen de nodige maat regelen getroffen te worden om gere gelde diensten te verzekeren in die ge bieden met de grootste toeristische toe vloed en om het godsdienstonderricht te verzekeren voor de menigte gelovi gen, die door het toerisme ver buiten het contact met hun parochies gebracht worden", aldus de paus. Mond- en klauwzeer. Wegens een geval van mond- en klauwzeer onder var kens heeft de directeur van de veeart senij kundige dienst een verbod ingesteld tot vervoer van varkens en herkauwers in de gehele gemeente Rijsseri Kolendamp. De negentienjarige stuur man Th. J. Muda uit Rotterdam is aan boord van het tankschip Vlissingen, dat in dc St. Janshaven te Rotterdam ligt, dood in 't vooronder aangetroffen. Koolmonoxyde is de oorzaak geweest.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7