Spreiding van welvaart laat in
Italië nog veel te wensen
Er zijn ook Italianen die
het onmogelijke willen
Helders marinemuseum is
snel populair geworden
KERKELIJK LEVEN
Minister Beerman over
het gratiebeleid
Vier jaar voor
dodelijke mesteek
Duitse evangelische
Spelen en
wedden
SPANJE
Kirchentag 1963
Samen kerken in
de Walvisbaai
Paus over het
toerisme
DINSDAG 12 FEBRUARI 1963
Zuiden blijft achter
Grondbezitters klagen
Van twee walletjes
I wee eeuwen historie in het Peperhuisje
Kort nieuws
v* 4*
(Van onze correspondent)
BONN. „Je kunt niet tegelijk je
vrouw dronken hebben en het wijnvat
vol", zegt een Italiaans spreekwoord. In
het midden latende of een dronken echt
vriendin zulk een begerenswaardig bezit
is, zal de betekenis van dat spreekwoord
wel duidelijk zijn. Maar de Italianen van
onze tijd schijnen die „wijsheid der va
deren" te hebben vergeten. Aan het
begin van het jaar maken zij, zoals dat
overal gebruikelijk is, de balans op over
1962. Wat blijkt? Voor het eerst zolang
Italië bestaat, neemt de welvaart hier
sterker toe dan in enig ander Europees
land, sterker zelfs, veel sterker dan in
de Verenigde Staten, om over Groot-
Brittannië eenmaal met onverholen
afgunst door de Italianen beschouwd als
„het land van de vijf maaltijden" niet
eens te praten.
Het nationale inkomen van Italië is in
1962 met ongeveer zeven percent toegeno
men vergeleken bij het jaar 1961. In de
afgelopen jaren was steeds West-Duitsland
in de eerste plaats het land van het
„Wirtschaftswunder"; nu komt Ttalïë in
zekere zin in de eerste plaats. Hoewel:
statistieken zijn bedrieglijke dingen. En
men moet er rekening met houden, dat
het uitgangspunt bij Italië lager lag dan
bij vrijwel alle andere landen. In werke
lijkheid komt het dus hierop neer, dat het
gemiddelde inkomen per hoofd der bevol
king geleidelijk zozeer toeneemt, dat Ita
lië de grote achterstand, die eenmaal be
stond, aardig begint in te lopen.
Bijna onvermijdelijk zal dit op den duur
ook de structuur van het land wijzigen.
In de industrie zijn de lonen reeds veel
hoger dan bijvoorbeeld in Nederland,
maar het leven is ook veel duurder, zodat
het werkelijke loon van de Italiaanse fa
brieksarbeider niet meer zal bedragen
dan van zijn Nederlandse collega. De wer
keloosheid, die een paar jaar geleden nog
schrikbarend was, neemt snel af en is van
twee miljoen in enkele jaren tijds gedaald
tot ongeveer zeshonderdduizend, waarbij
dan nog komt, dat althans in Noord-
Italië ook de getrouwde vrouw door
gaans werkt, zodat in het arbeidersgezin
meer dan één loon binnenkomt. Geschool
de werkkrachten worden schaars en het
is waarschijnlijk, dat over een of twee
jaar, indien de conjunctuur gunstig blijft
(en de Italiaanse economisten laten opti
mistische klanken horen) Italië niet langer
werkkrachten naar elders zal uitzenden.
.JSX9S,t*£O0
Minder gunstig is, dat nog altijd het zui
den niet van het „economisch, wonder"
profiteert en dat zelfs het verschil tussen
noord en zuid van jaar tot jaar groter
wordt. Het gevolg is een massale volks
verhuizing van het zuiden naar het noor
den. Een stad als Turijn, die geen geboor
te-overschot heeft en waar integendeel
meer mensen sterven dan er geboren wor
den, zag dit jaar zijn bevolking met zeven
tigduizend zielen toenemen en dat uitslui
tend door immigratie uit het zuiden. Veel
meer dan de helft der bevolking van die
stad, die nu ruim een miljoen inwoners
heeft is herkomstig uit het zuiden of uit
de omgeving van Venetië, een ander onder
ontwikkeld gebied. Voor Millaan geldt on
geveer hetzelfde.
De industrialisatie heeft afmetingen
aangenomen, die voor de laatste oorlog
niemand kon voorzien. De ondernemers
van heden zijn beslist andere mensen dan
die van twintig jaar geleden. Vroeger was
de hoogste wijsheid van alle Italiaanse in
dustriëlen: druk uitoefenen op de regering
om door middel van hoge beschermende
rechten alle buitenlandse concurrentie te
weren. Achter die hoge tolmuur werden
dan allerlei bedrijven en bedrijfjes opge
bouwd, dié eigenlijk niet levensvatbaar wa
ren. Het hoogtepunt bereikte dat protectio
nisme onder het fascistische regime toen
men naar algehele autarkie streefde en de
handel met het buitenland zich beperkte
tot het „noodzakelijk kwaad": import van
bepaalde grondstoffen, zoals steenkool. De
geest is thans beslist anders, al zijn er
nog wel sectoren, waar men zich niet weet
vrij te maken van de gedachte, dat een
onderneming „beschermd" moet worden.
Vooral in landbouwkringen denkt men
er vaak nog zo over met het gevolg, dat
er nog altijd regeringssteun wordt ver
leend aan de boeren, die tarwe verbouwen
en vooral aan do suikermagnaten, terwijl
het stellig veel voordeliger zou zijn tarwe
en suiker van elders te betrekken tegen
de prijs van de wereldmarkt en bepaalde
stukken grond, waar men met veel moeite
een karige tarwe-oogst naar binnen haalt,
te bestemmen voor andere, meer waarde
volle, gewassen.
De grondbezitters zijn de enigen die kla
gen. Zij wijzen erop, dat het economisch
wonder voor hen eigenlijk niet opgaat. In
de industrie was de opbrengst in 1962 ne
gen percent hoger dan in 1961; bij handel
en verkeer zeven percent; bij de landbouw
slechts twee percent. Toch was het een
uitzonderlijk goed jaar en bedroeg de tar
we-oogst ruim 95 miljoen quintaal (een
quintaal is honderd kilo), veel meer dan
Italië, waar men tegenwoordig veel min
der brood eet dan twintig jaar geleden,
nodig heeft.wat men met die dure
tarwe de regering betaalt en slaat een
groot deel van de oogst op in silo's zal
doen?
Is nu dat gejammer van de grondeige
naren redelijk? Naar onze mening niet. Ze
geven toe, dat de oogst van bijna alle
produkten groter is geweest dan normaal.
Maar zij klagen diep, omdat steeds meer
boerenarbeiders het land verlaten en in de
industrie gaan werken; dat geldt dan voor
al voor de jongere krachten. Wanneer het
lukt om met veel minder arbeiders gro
ter oogsten te krijgen dan normaal, dan
blijkt daaruit, dat men meer dan tot nu
toe gebruik maakt van landbouwmachines
en dat men rationeler te werk gaat onder
andere door overvloediger gebruik van
kunstmeststoffen. Dat is de normale gang
van zaken in elk land, waar de industria
lisatie plotseling een hoge vlucht neemt.
Zou het niet zo zijn, dat de grondeige
naars vooral jammeren, omdat zij steeds
minder arbeiders vinden, die bereid zijn
voor drie, vier gulden per dag (en dan
niet meer dan een honderd dagen per
jaar) op het land te werken? De lonen
gaan ook in de landbouw omhoog, zelfs
in het zuiden. Het lijkt een gezonde ont
wikkeling.
De agrariërs, die alleen maar heil^ ver
wachten van de meest rechtse partijen,
willen het onmogelijke. Zij vinden het best,
dat de industriëlen grote winsten maken,
maar kijken sip wanneer jonge boerenar
beiders het dorp vaarwel zeggen en in de
fabriek gaan werken. Zij willen hun goed
kope, ongeschoolde werkkrachten houden.
Een soortgelijke mentaliteit vindt men ook
bij de conservatieven, die niet tot de agra
riërs behoren. Uitstekend zeggen zij, dat
de industrie zo bloeit. Prachtig de E.E.G.,
waarvan Italië meer dan enig ander der
zes landen voordeel heeft. Het Italiaanse
produkt, vooral het hoogwaardige produkt,
verovert de wereldmarkt.
Prachtig. Maar we zouden toch iets moe
ten doen om die toevloed van goedkope
landbouwprodukten, kaas, boter, slacht
vee, enzovoort uit andere landen tegen te
gaan. Ja, wij hebben onze geschoolde
werkkrachten nu zelf nodig en spoedig zul
len er weinig Italianen meer gevonden
worden, die bereid zijn in Noord-Europa,
ver van hun familie en in een slecht kli
maat, te gaan werken. Dat zal een hele
slag zijn voor onze economie, want dank
zij die arbeiders komt er voortdurend een
stroom van hoogwaardige vreemde valuta
naar Italië. Heel erg; Wij zitten toch al
tijd in het hoekje waar de slagen vallen,
zo jammeren ze voort, ondanks hun sterk
toenemende welvaart: „Je vrouw dronken
en toch het wijnvat vol". Neen, het gaat
echt niet.
De minister van Justitie, mr. Beerman,
heeft geantwoord op vragen van prof.
Vondeling (P.v.d.A.) over het gratiebeleid
inzake de in ons land nog gevangen ge
houden oorlogsmisdadigers.
Wijlen minister Donker, aldus minister
Beerman, heeft destijds in de Tweede
Kamer het door hem voorgenomen gratie
beleid met betrekking tot de politieke
delinquenten, met inbegrip van de Duitse
oorlogsmisdadigers die van de doodstraf
op levenslange gevangenisstraf waren ge
gratieerd, aldus omschreven, dat te hun
nen opzichte in het algemeen de levens
lange gevangenisstraf niet behoorde te
worden vervangen door een opjarenstel-
ling, maar dat er onder hen gevallen denk
baar waren (S.S.-gevallen en wapendra
gers), waarin aan een andere gedragslijn
niet zou zijn te ontkomen.
Bij de behandeling van de justitiebegro
tingen over 1954, 1955 en 1956 heeft mr.
Donker zijn op 15 oktober 1952 ingenomen
standpunt verruimd door te stellen, dat
„de levenslangen" onder de politieke de
linquenten, waartoe zowel de tot levens
lange straffen veroordeelden als de groep
der van de doodstraf gegratieerden ge
rekend werden, ten aanzien van het gra
tiebeleid moesten worden behandeld als
gewone delinquenten. Hieraan lag de ge
dachte ten grondslag dat de door hen ge
pleegde kapitale misdrijven, met uitzon
dering van de enkele zuiver politieke ge
vallen, die voor een gunstiger beoordeling
in aanmerking kwamen, met die van ge
wone criminelen waren gelijk te stellen
De opvolgers van minister Donker hebben
deze lijn doorgetrokken en zijn daarbij
van het standpunt uitgegaan, dat eer ab
solute scheiding tussen de groep der
levenslang veroordeelden en de tot levens
lange gevangenisstraf gegratieerden niet
wel mogelijk is.
In de praktijk is ten aanzien van vrij
wel alle levenslange politieke gedetineer
den die gratieverzoeken hadden ingediend,
dezelfde procedure gevolgd als bij de
„gewone" levenslangen, die blijkens een in
1957 op instigatie van de toenmalige mi
nister van Justitie gehouden onderzoek, be
houdens een enkel geval van opneming in
een krankzinnigengesticht, sinds het Wet
boek van Strafrecht in 1886 in werking
trad, na een detentieperiode van gemiddeld
12 a 15 jaar gegratieerd zijn, als regel
door omzetting van de levenslange straf in
een tijdelijke, en soms door kwijtschelding
van het strafrestant.
Sinds 1956 is derhalve in overeenstem
ming met de door wijlen minister Donker
in de jaren 1954-1956 gegeven verruiming
van zijn oorspronkelijk in 1952 ingenomen
standpunt een gratiebeleid gevolgd, waar
bij ook minister Beerman zich heeft aan
gesloten. Deze sector van het gratiebeleid
is als regel een punt van overleg met het
kabinet geweest en daarom kan worden ge
steld, dat de regering hiermee heeft in
gestemd.
De Haagse rechtbank heeft een 51-jari-
ge koopman uit Den Haag wegens het toe
brengen van een dodelijke messteek ver
oordeeld tot vier jaar gevangenisstraf. De
koopman was ten laste gelegd, dat hij op
29 september in een café een 31-jarige
werkman, die als kastelein optrad, met een
mes dodelijk heeft getroffen. De eis tegen
hem was zes jaar gevangenisstraf.
Bij een vechtpartij in het café wilde
de kastelein tussenbeide komen. Dat werd
hem noodottig, want terwijl de vechters
bazen (vader, drie zoons en een vriend
van de zoons) het café uitrenden werd de
kastelein stervend achter de tapkast aan
getroffen.
De zoons van de koopman respectieve
lijk 31, 29 en 23 jaar werden wegens open
lijke geweldpleging veroordeeld tot gevan
genisstraffen van respectievelijk een jaar,
zes maanden en acht maanden.
Anderhalf jaar. Wegens verduistering
van 30.000 gulden en het plegen van vals
heid in geschrifte ten nadele van een be
drijf in Landsmeer heeft de rechtbank in
Amsterdam een 54-jarige Amsterdammer
veroordeeld tot een gevangenisstraf van
mderhalf jaar. De man, die na zijn re
patriëring uit Indonesië chef van de ad-
ninistratie werd vervalste kasbewijzen.
kasstaten en kwitanties. Hij leefde op gro
te voet, voorgevend dat hij in Indonesië
veel geld had verdiend.
Dood naast fiets. Op de Bezuiden-
houtseweg bij het Emmapark in Den Haag
is de veertigjarige ambtenaar A den Duik
uit Den Haag dood naast zijn fiets ge
vonden.
Sinds enkele maanden is in het Peper
huisje, Buitenhaven 2 in Den Heldef,
waar de marinevoorlichtingsdienst Den
Helder zijn domicilie heeft, een ver
zameling te zien dié al vijfduizend be
zoekers heeft getrokken. De uniformen,
scheepsmodellen en scheepsattributen4
die zo in trek zijn, vooral bij degenen,
die tóch op .de boot naar Texel moeten
wachten, vormen het Marine Museum.
Twee eeuwen Koninklijke Marine wor
den in dit Peperhuisje getoond.
Al jaren leefde in Den Helder de ge
dachte dat het mogelijk zou moeten zijn
een dergelijk museum in te richten, maar
de praktische mogelijkheden ontbraken.
Er is indertijd zelfs sprake van geweest
een marineschip, dat toen op de Rijkswerf
lag daarvoor in te richten, maar de be
zwaren bleken te groot.
Toen mr. A. N. Baron de Vos van Steen-
wijk toen schout-bij-nacht, nu vice-ad-
miraal in Den Helder commandant
Zeemacht Nederland werd gingen hij en
zijn adjudant, luitenant-ter-zee 1 J. W.
Lugard, de mogelijkheden peilen. Er werd
een comité gevormd, waarin burgemees
ter Rehorst en de MARVO-officier LTZ 1
D. Steenmeijer een belangrijke rol speel
den, en men zag eindelijk zijn kans schoon
toen de MP het Peperhuisje verliet en
men zodoende ruimte beschikbaar kreeg
in dit gebouwtje op het „Lands End".
Van het begin af aan heeft men zich be
perkingen opgelegd. Men streeft er naar
de laatste twee eeuwen van de marine in
beeld te brengen en een van de hoofddoe
len daarbij is toch wel de marinemannen
en -vrouwen wat meer te vertellen over
De verzameling uniformen trekt voor
al bij de jeugd grote belangstelling.
Op de foto kijken twee Helderse jon
gens naar het adelborsten-uniform.
Zij hebben zich vast voorgenomen dat
later zelf ook te dragen.
hun eigen marine. Maar de praktijk heeft
bewezen dat ook zeer veel burgers de weg
weten te vinden naar dit huisje, waar men
tal van boeiende facetten van het leven
in de zeemacht bijeen ziet.
In de verschillende zalen treft men his
torische en moderne uniformen, uit
monsteringen, schilderijen, zeekaarten,
scheepsmodellen en vliegtuigmodellen. Er
is een grote maquette waar men de ver-
De grootste attractie in het Peper
huisje is de periscoop, die een beeld
geeft van de omgeving van
Den Helder.
schillende manieren van mijnenvegen bij
een ziet, en ook zijn er verschillende
„bloedvlaggen" vati de marine uit de
laatste oorlog. Overigens ontbreekt de
koopvaardij in de verzameling evenmin.
Het meest spectaculaire in de verzame
ling is ongetwijfeld de periscoop, waardoor
men geheel Den Helder kan overzien.
Na de ingebruikneming tijdens de vloot
dagen heeft het stormgelopen en al. straks
het toeristenseizoen begint zal dit onge
twijfeld weer het geval zijn, zeker als
VVV Den Helder in zijn excursies een be
zoek aan dit museum opneemt. Tal van
aanbiedingen heeft men al ontvangen en
vrijwel dagelijks stromen nieuwe voorwer
pen, die aan twee eeuwen marinehistorie
herinneren, binnen.
Het museum staat pas in zijn kinder
schoenen. Nu heeft men een zolder, een
zaal gelijkvloers en een kelder, maar door
breekwerk zal men straks niet alleen
meer ruimte krijgen maar ook meer mo
gelijkheid de inventaris logisch in te de
len. Al zal men lang niet alles uit kunnen
stallen, zo groot is al de voorraad.
Toch is men blij met een dergelijk grote
hoeveelheid aan bezittingen, ook al omdat
men nu het geëxposeerde zo nu en dan
kan wisselen. Conservator Lugard wil be
slist niet concurreren met andere musea
en ook al daarom beperkt men zich be
slist tot de twee laatste eeuwen. Wel ruilt
hij regelmatig dingen met marine-inrich
tingen, waarbij hij er 's zomers en de in
richting er 's winters gebruik van maakt.
De opzet is dus bescheiden, maar zoals
uit het aantal bezoekers blijkt hebben ve
len de weg al gevonden. Door meer pro
paganda wil men trachten het komende
seizoen tot een meer gerichte trek te ko
men. De gunstige ligging van het Marine
Museum op het punt waar Nederlands
vasteland eindigt levert het museum in elk
geval al veel bezoekers op, die misschien
niet eens wisten, dat er in Den Helder
een marinemuseum bestaat.
Afrikaanse jeugd bijeen
IN NAIROBI in Kenya is de eerste
Algemene Christelijke Afrikaanse
Jeugd Assemblee gehouden onder
voorzitterschap van dr. John Karefa
Smart, minister van Buitenlandse Za
ken van Sierra Leone. De conferentie
was georganiseerd onder de auspiciën
van het jeugddepartement van de
Wereldraad van Kerken, de Wereld
raad voor christelijke opvoeding en
zondagsschoolwerk, de Wereldconfe
rentie van Christen Studenten en de
wereldorganisaties van de YMCA en
YWCA.
De Afrikaanse jonge christenen ont
moeten uitdagingen op geestelijk en we
reldlijk terrein, aldus de voorzitter in
zijn openingswoord tot de 400 afgevaar
digden uit 35 landen. De kerk heeft in
Afrika een revolutionaire rol gespeeld
door zich in te zetten tegen iedere vorm
van onderdrukking. Wij hebben het ein
de van overheersing en van de afbraak
van twee grote Europese rijken mee
gemaakt. Maar wat gebeurd is, is niet
genoeg. De jonge christenen in Afrika
zijn geroepen deel te nemen aan de
dienst der kerk, profetisch en herderlijk
en tol actieve dienst op politiek, eco
nomisch en maatschappelijk terrein.
Twee andere sprekers, dr. Julius G.
Kiano. parlementair secretaris van het
departement voor economische ontwik
keling in Kenya, en Bola Jge, de leider
van de politieke actiegroep in Nigeria,
pas uit zes maanden huisarrest ontsla
gen, legden er de nadruk op, dat de
eerste lase van de Afrikaanse revolu
tie nagenoeg voorbij is, nu de meeste
Afrikaanse volken zelfstandigheid heb
ben verworven. Nu komen er weer nieu
we problemen, daar deze jonge staten
verantwoordelijkheid moeten dragen te
genover massale honger en strenge in
dividualistische tendensen. De Afrika
nen willen thans ook dat iedereen hen
zal aanvaarden als gelijken.
De minister van opvoeding van Libe
ria, John Payne Mitchell drong er op
aan, dat in de toekomst de taak van
de verkondiging van het Evangelie in
Afrika in de eerste plaats aan Afrika
nen opgedragen zou worden.
Er is veel verscheidenheid onder de
christenen, zei dr. Visser 't Hooft, de
secretaris-generaal van de Wereldraad
van Kerken. Het is noodzakelijk te stre-
ven naar werkelijke eenheid, want het
is verkeerd te spreken over ónze kerk,
evenals het verkeerd is te spreken over
ónze Christus.
In een verklaring, vastgesteld tijdens
de slotzitting, beloven de afgevaardig
den bij hun terugkeer in eigen land en
kerk hun volledige medewerking te ver
lenen aan de leiders der kerken op de
weg naar het door de Heer gestelde
doel: de eenheid van de kerk op plaat
selijk, nationaal en wereldniveau.
„Waar dat noodzakelijk is zullen wij tot
dat doel verantwoorde risico's durven
nemen. Ons vertrouwen is op de Heilige
Geest. Wij bezitten de vrijheid onder
het kruis, dank zij Jezus Christus, de
Heer."
DE KONINKLIJKE Commissaris In
New South Wales (Australië) stelt op 't
ogenblik een onderzoek in naar het
wedden in deze staat. De vraag is of
er een wettelijk toezicht ingesteld moet
worden, en zo ja in welke vorm. Na
mens de Raad van Kerken in New
South Wales, waarin de anglikaanse,
methodistische, presbyteriaanse, con-
gregationalistische kerken, de Kerk
van Christus en het Leger des Heils
zitting hebben, is een lid van de angli
kaanse kerk in Sydney bij de commis
saris geweest. Hij stelde dat New
South Wales in zeer hoge mate ver
slaafd is aan de speelwoede. Terwijl
bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland per jaar
ongeveer 52 miljoen pond verspeelt, is
dat in New South Wales 326 miljoen
pond, hoewel de bevolking maar half
zo groot is. In Engeland zelf wordt per
jaar bij de paardenraces een naar ver
houding kleiner bedrag van een mil
jard pond verwed.
De commissaris wilde niet aanne
men, dat iemand die een kleine inzet
waagt op een renpaard, een zondaar
zou zijn. Daarentegen stelde de kerke
lijke vertegenwoordiger, dat vele men
sen geloven, dat Christus indien Hij op
aarde terug zou komen, een zelfde hou
ding zou aannemen tegenover de lie
den die er hun beroep van maken wed
denschappen te boeken als Hij deed te
genover de wisselaars in de tempel. Hij
zou ze wegjagen.
ov nesBD
ZO JUIST is het voorlopige program
ma verschenen van de elfde Duitse
Evangelische Kirchentag die van 24-28
juli in Dortmund zal worden gehouden.
Op woensdag hebben de openingsbije-
komsten plaats. De drie volgende dagen
worden besteed aan voorbereidingen en
samenkomsten in discussiegroepen over
het thema: „Mit Konflikten leben".
's Avonds zullen er telkens verschillende
grote samenkomsten zijn, waarbij de
deelnemers kennis kunnen nemen van
het leven en het werk van de christen
in een grote industriestad. Op zondag
morgen zullen in alle kelken in Dort
mund avondmaalsdiensten zijn, terwijl
's middags de grote slotbijeenkomst
plaats heeft.
Er zal tijdens deze Kirchentag onder
meer gesproken worden over het onder
werp: Joden en Christenen. Binnenkort
verschijnt een voorbereidingsboekje,
waarin de verschillende onderwerpen
nader aan de orde gesteld worden, op
dat men zich nu al (eventueel in plaat
selijke gesprekskringen) kan voorberei
den op de discussies.
Er worden ten minste 40.000 deelne
mers verwacht, die zo veel mogelijk bij
particulieren worden ondergebracht. In
de slotbijeenkomst op zondagmiddag
zullen er mogelijk 'n half miljoen men
sen bijeen zijn. Het geheel wordt door
de plaats van samenkomst en door de
gekozen onderwerpen gericht op het le
ven van de christen in een grote stad,
midden in de industrie van de moderne
werejd. Ook vele buitenlandse gasten
djn welkom en worden verwacht.
ELK JAAR aan het begin van het ijs
seizoen wordt midden in de Walvisbaai,
waaraan Kaapstad (Zuid-Afrika) ligt,
een godsdienstoefening gehouden op de
schepen. Zij komen dan van alle kan
ten zij aan zij liggen in diep water.
Op een van de boten is een luidspre
kersinstallatie aangebracht, die belang
stellenden oproept mede aan boord van
de scheepjes te gaan om samen op zee
te kerken. De dienst gaat uit van de
Nederduits gereformeerde kerk, die op
die zondag geen kerkdienst op de vaste
wal houdt. Daar er onder de schepe
lingen ook vele leden van andere ker
ken zijn, is het een oecumenische dienst.
Op het schip met de luidsprekersinstal
latie, dat op een kleine afstand van de
andere gaat liggen, is een predikant die
van daaruit de dienst leidt. Ieder jaar
maakt dit bijzondere evenement grote
indruk op de vele kerkgangers, speciaal
op hen die rechtstreeks of zijdelings bij
de visserij betrokken zijn.
NA EEN driedaagse conferentie heb
ben de Spaanse aartsbisschoppen enige
bezwaren tegen een regeringsmaatregel
teruggenomen, waardoor de protestan
ten in Spanje wat meer vrijheid zou
den krijgen. Dit wordt gezien als een
gevolg van de contacten tijdens de eer
ste zitting van het Vaticaanse concilie.
De maatregel houdt in, dat niet-rooms-
katholieke groeperingen wettelijke er
kenning kunnen krijgen, eigendom kun
nen bezitten en scholen mogen exploi
teren. Ook huwelijken tussen protestan
ten en rooms-katholieken die hun kerk
verlaten, kunnen onder bepaalde voor
waarden erkenning vinden.
Het aantal protestanten in Spanje is
ongeveer 30.000 op een totale bevolking
van ongeveer 31 miljoen. De grootste
groepen zijn de hervormde kerk van
Spanje, de Quakers, de Spaanse evan
gelische kerk en de Spaanse Baptisten
Unie. Onder auspiciën van de Neder
landse Vereniging „Het Evangelie in
Spanje" zal begin maart de voorzitter
van de synode der Spaans evangelische
kerk een bezoek aan ons land brengen.
Het is voor de derde keer dat dr. M.
Gutiérrez in ons land komt. Ook nu is
het de bedoeling dat hij belangstellen
den zal voorlichten over de huidige
stand van zaken met betrekking tot de
verhouding rooms-ktaholiek - protes
tant in Spanje.
Paus Joannes heeft in een brief aan
een te houden conventie van 'taliaanse
priesters die in vakantieoorden dienen
-22 februari) zjjn bezorgdheid uit
gesproken over „de negatieve invloed
die van het toerisme op de heiliging
van de sabbatdag kan uitgaan."
De paus zei dat toeristische r"gani-
saties. die geïnspireerd worden door
een christelijke kijk op het leven, waar
door het toerisme kan bloeien in een
klimaat van kalmte, gelukkige lichame
lijke en morele ontspanning, aange
moedigd 'moeten worden.
De paus vervolgde: „Wij zijn ons
allen welbewust van de bezorgdheid die
zovele priesters, belast met de ielzorg,
vervult tegenover de nieuwe levensge
woonten, die het toerisme al geruime
tijd met zich meebrengt. Het zijn ge
woonten die van nadelige invloed zou
den kunnen zijn op de heiliging --an de
sabbatdag, op de beoefening ''an de
godsdienst, op de 'eugdige moraliteit
en zelfs op de eenheid van het gezin.
Tezijnertijd dienen de nodige maat
regelen getroffen te worden om gere
gelde diensten te verzekeren in die ge
bieden met de grootste toeristische toe
vloed en om het godsdienstonderricht
te verzekeren voor de menigte gelovi
gen, die door het toerisme ver buiten
het contact met hun parochies gebracht
worden", aldus de paus.
Mond- en klauwzeer. Wegens een
geval van mond- en klauwzeer onder var
kens heeft de directeur van de veeart
senij kundige dienst een verbod ingesteld
tot vervoer van varkens en herkauwers in
de gehele gemeente Rijsseri
Kolendamp. De negentienjarige stuur
man Th. J. Muda uit Rotterdam is aan
boord van het tankschip Vlissingen, dat in
dc St. Janshaven te Rotterdam ligt, dood in
't vooronder aangetroffen. Koolmonoxyde
is de oorzaak geweest.