Amerikaanse „Vredeskorps" begint (na zwakke start) vruchten af te werpen GMepeevAAft Förmattiinf- DE MODE VAN HET DETAIL Muiterij op het Vrouwenschip TANTE PATENT 1 te <3 PANDA EN DE BEWOGEN BEWEGER V door Hetirick Binder Djakarta wilde alleen coaches WOENSDAG 13 FEBRUARI 1963 9 Ons vervolgverhaal Strenge selectie Zware training Goodwill.kwekers lik (Van onze correspondent) WASHINGTON. Het Amerikaanse Vredeskorps bestaat thans anderhalf jaar. Toen president Kennedy begin januari zijn „troonrede" uitsprak, wees hij er op dat er een jaar geleden 900 vrijwilligers voor het korps in het buitenland werk zaam waren, maar dat hun aantal over een jaar 9.000 zou bedragen. De groei van het korps en het succes, dat deze vrijwilligers met hun werk blijken te hebben, wettigen de indruk, dat deze actie langzaam maar zeker slaagt in haar opzet om daadwerkelijke hulp te verlenen en wederzijds begrip te bevorderen. ONLANGS vertelden twee Indonesische diplomaten mij, dat het Vredeskorps thans ook vrijwilligers naar Indonesië zou zen den, een aantal van 38. Zes daarvan zou den leraren zijn en de overige 32. sportinstructeurs. Op het hoofdkantoor van het Vredes korps te Washington bevestigde men mij dat die cijfers inderdaad juist waren. Drie maanden lang zal een groep Amerikanen dit voorjaar aan de universiteit van Iowa worden voorbereid op hun taak in Indo nesië en daarna zullen er inderdaad voor de tijd van twee jaar 32 sport coaches en zes leerkrachten naar Indonesië vertrek ken. Het Vredeskorps stuurt zijn vrijwilligers alleen dan, wanneer een bepaald land er om vraagt. Men komt daarbij zoveel mo gelijk tegemoet aan bijzondere wensen. In donesië is vrij huiverig wanneer er steun wordt aangeboden, maar sport-trainers le ken Djakarta waarschijnlijk niet gevaar lijk voor de neutraliteit. Men verzocht coa ches van topklasse te sturen, want men hoopt onder hun leiding deelnemers te trainen voor de Olympische en Aziatische Spelen. Ook in Thailand en Tunesië zijn heel wat sporttrainers van het Vredes korps werkzaam. MEN ZAL zich misschien afvragen, of trainers nu vap zo groot nut zijn voor de ze landen. Al te sceptisch moet men echter mijns inziens niet zijn. De selectie bij het Vredeskorps is heel streng en men ver wacht niet alleen van de vrijwilligers dat zij goed zijn in hun speciale vak, maar Advertentie BESCHERM U TEGEN BESMETTING MET de keelontsmettende tabletten ook dat zij een goed kameraad zijn in hun omgeving en dat zij de mensen, ook na hun werktijd, helpen op alle mogelijke ge bieden. Ook daardoor kan men wederzijds begrip aankweken en steun verlenen. En dat zijn, zoals gezegd, de doelstellingen van deze beweging. Begin 1963 had het Vredeskorps 1235 vrijwilligers aan het werk in Afrika, 1161 in Latijns Amerika, 847 in het Verre Oos ten en 443 in het Naburige Oosten en Zuid- Azië, in totaal 3686. Zij geven les en bou wen scholen (soms zowel het een als het ander), zij helpen bij het aanleggen van wegen, het bouwen van bruggen en het spannen van telefoondraden. Zij verlenen eerste hulp, assisteren in de landbouw en proberen aan vrouwen betere-kinderver zorging te leren en betere methoden om het huishouden te doen. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilli gers is 25 jaar en de mannen zijn bijna tweemaal zo talrijk als de vrouwen. Men moet 18 zijn om bij het korps te worden toegelaten, maar een maximum leeftijd kent men niet. Er zijn ook vrijwilligers van boven de zestig. REEDS TIJDENS zijn campagne voor het presidentschap heeft Kennedy het idee van het Vredeskorps (afkomstig van en kele Congresleden) krachtig naar voren gebracht. Zijn regering heeft na januari 1961 de actie zeer bevorderd. Ondanks het officiële optimisme van hogerhand, was de start mijns inziens niet bijzonder indruk wekkend. Twintigduizend vrijwilligers ga ven zich op in die beginperiode. Dit is niet zo heel veel, wanneer men in aanmerking neemt dat Amerika 180 miljoen inwoners heeft. Van de 20.000 bleek slechts een klein gedeelte werkelijk bruikbaar te zijn. Maar, zoals gezegd, de actie begint thans pas goed op gang te komen en al is het Vredeskorps nog altijd een kleine „Gide onsbende", de waarde en kracht ervan zijn bewezen. HOE KOMT MEN in het Vredeskorps? Allereerst moet de kandidaat Amerikaan zijn en boven de 18. Men moet een lange vragenlijst invullen en referenties opge ven. Al die feiten worden „gevoed" aan een computer en wanneer men voor een project ergens in het buitenland een be paald soort vrijwilligers nodig heeft, is de juiste categorie in een oogwenk te vinden door de computer aan het werk te zet ten. De kandidaten worden dan opgeroepen en verder geslecteerd. Een aantal wordt aangenomen als groep die men gaat trai nen. Die groep gaat voor twee of meer maanden naar een universiteit, waar een periode begint van intensief werken: men leert summier de taal van het gebied waar men heen gaat, men wordt bekend gemaakt met de geaardheid van het land, en volk, men wordt ook physiek getraind en medisch zowel als psychologisch nauw keurig geobserveerd. Wie aangenomen is voor training is er nog niet zeker van te worden uitgezonden. Ongeveer 16 percent valt nog af. Maar wat dan overblijft, is in derdaad een zeer select stel mensen. Van de vrijwilligers die men heeft uitgezonden, zijn er dan ook maar heel weinig misluit. Men wordt uitgestuurd voor ongeveer twee jaar. In die periode kan men geen luxe verwachten: men eist dat de vrijwilligers leven op ongeveer hetzelfde niveau als de mensen in het doorgaans arme land waar zij gaan werken. Het zakgeld is maar ge ring, maar de korpsleden kunnen erop re kenen, dat in Amerika 75 dollar voor hen op zij gezet wordt voor elke maand van geslaagde arbeid. Op die manier krijgen zij na hun terugkeer een aardig spaarpotje. VEEL VAN DE vrijwilligers zijn onder nemende jongelui die na hun studietijd een tijdlang de wereld in willen gaan en van nut willen zijn voor hun medemen sen. Dat hun idealisme gemengd is met welbegrepen eigenbelang (het is goed voor een jongmens, een tijd in het buitenland te zijn), acht men bij het Vredeskorps aller minst een bezwaar. Het blijkt in de praktijk moeilijk om handwerkslieden en boeren te vinden, die zich willen opgeven als vrijwilligers. Toch heeft men hard behoefte aan hen. Graag zou men ook meer negers onder de vrij willigers hebben. DE REGERING te Washington hoopt, dat verscheidene vrijwilligers na hun pe riode van twee jaar, hun ervaring ook ver der ten dienste willen stellen van hun land en de wereld. Dit soort mensen kan men bijvoorbeeld uitstekend gebruiken in de di plomatieke dienst en in het voorlichtings apparaat. Wie „The ugly American" gele zen heeft, zal begrijpen, dat het vredes korps Amerika veel goed kan doen in het buitenland en veel blunders van vroeger jaren kan doen vergeten. De kosten stijgen natuurlijk, naarmate het vredeskorps zich uitbreidt. In het eerste jaar trok het Congres er dertig miljoen dollar voor uit, het tweede jaar 59 miljoen en thans heeft de regering ver zocht om een toewijzing van 108 miljoen dollar. Het begrotingsjaar loopt tot medio 1964. Dan hoopt men 13.000 vrijwilligers aan het werk te hebben in dte wereld. Voor Amerika zijn die uitgaven voor het Vre deskorps niet groot. Zelden heeft men met zo weinig geld zoveel goeds kunnen berei ken. Vredeskorpsleden aan het werk. Links: lesgeven in Latijns-Amerika, rechts: wegenaanleg in Afrika. Parijs is nog steeds toonaangevend voor het ieder seizoen wisselende uiterlijk van de vrouw. Van Parijs moet de mode het hebben. De collectie's lente-zomer 1963 zijn nu gepresenteerd. Parijs decreteert geen nieuwe lijnen. Wat in de vooraf gaande jaren mocht mag nog steeds. Het is alweer het détail dat de mode van dit jaar bepaalt, leder seizoen verschijnen er nieuwe détails, keren terug in een geva rieerde vorm of maken plaats voor andere. Over die détails blijken de ontwerpers het meestal wel eens te zijn. Alleen is er een verschil in voorkeur, een voorkeur die in sommige gevallen leidt tot het thema waar op de collectie is gebaseerd. Pakjes en mantels zijn van "voren aan gesloten, aan de rugzijde wijd. „Sunray"- plooien (Pierre Cardin en Mare Bohan- Dior). De jasjes van de pakjes zijn vrij kort of tunieklengte, 9/10 bij Yves Saint Laurent. De voorpanden sluiten niet met knopen maar worden alleen door een ceintuur bij elkaar gehouden (Cardin en Jacques Heim). Een ander veel voorko mend jasje is geïnspireerd op het heren overhemd (Pierre Balmain, Laurent, Jac ques Griffe en Hubert de Givenchy. Soms hebben de jasjes kleine rugceintuurtjes (Jacques Esterel en Heim), soms juist ceintuurtjes alleen van voren-(4e Given chy). De blouses volgen de lijn van het jasje en zijn vaak mouwloos. Laurent brengt blouses als boerenkielen gerimpeld aan de hals. De schouderlijn is verbreed, kimono-, pof- of capemouwen. Altijd laag ingezet of aangeknipt. Raglanmouwen bij Made leine de Rauch. De mouwen rijken tot aan de pols en eindigen vaak in een manchet (Laurent). De halslijn: kleine revers, overhemd kragen of zonder kraag met een diepe split tot aan de taille, opgevuld met een linnen inzetje van contrasterende kleur (Cardin, Jean Desses en Bohan). Ruches, chiffon sjaals verzachten de uitsnijding van de hals. Bohan imiteert struisvogel veren van aan repen geknipte organdie en plant ze langs de wijde decolleté's van verscheidene van zijrr avondjurken. Favo riet is de halterhalslijn (Bohan). Het rug décolleté is laag, soms bedekt met dra perieën. De rokken zijn simpel en strak van lijn. Bij Coco Chanel, Heim Griffe en Given chy schorteffecten door losse voorflap of tuniekrok met splitten. In de collecties van Cardin en Bohan ook wel rokken met plooien vanuit de heup. Stoffen: effen of bedrukt met grote bloemmotieven (rozen). Avondtoiletten zijn geborduurd of bezaaid met parels ail- letten en andere kostbare of minde ist- bare glinsterigheden. (Yves Saint La..rent, die vaak de mouwen contrasterend van materiaal, motief of kleur met de rest van japon of jasje maakt, borduurt voor 's avonds alleen de mouwen). Veel gebruikt materiaal is organza, chiffon, organdie, zijde en brokaat. Flannel, linnen of tweed voor overdag. Kleuren: pasteltinten, zwart, wit. marine blauw en turquoise. De tailles zijn over het algemeen hoog, de zomen reiken tot onder de knie. Klepzakjes, biezen en oprijgen zijn de détails die een al te zakelijk ensemble wat vervrouwelijken. Een model voor de gastvrouw. Het is een ontwerp van de Italiaanse Elea- nora Garnett. Dit Oosterse ensemble is vervaardigd van een nieuw soort zwart jersey, het vestjasje is van rode linnen, afgezet met goudkleurige noppen en zwarte franje. 55) „Charles," vroeg Nicol, „heb je iemand hier in de buurt zien rond zwerven?" „Neen, bottelier." Nicol opende de deur. Hij keek de rekken na. Er was niets weg. Geen haak was leeg. Aan de wand hingen keurig gepoetst, de scherp geslepen entermessen. Achtenveertig stuks. „Nu," zei Nicol, „waar ziet u een verandering?" „Aan deze muur moet het zijn." Gill stond er al de hele tijd voor en bekeek de houten wand aandachtig. „Maar er is toch niets te zien," riep Nicol. Met zijn stormlamp be lichtte hij de muur. „Toch moet het," zei Gill hardnek kig. „Waarom moet het dan?" vroeg Nicol. „Omdat deze muur aan de ge vangenis grenst. Bottelier, zoudt u dat kruitvat misschien even opzij wil len zetten?" „Natuurlijk" En toen viel zijn mond open van verbazing. Achter het vat zag hij in de muur een gat, groot genoeg om een vrouw door te laten. „Gill," zei Nicol, „aan jou hebben we waarschijnlijk allemaal ons leven te danken!" „Dat hebben we aan dat vat van u te danken," antwoordde Gill. „Het was toch duidelijk, dat de messen pas op het allerlaatste ogenblik tevoor schijn mochten komen, namelijk op het ogenblik, waarop de stokjes weg geworpen en de messen met een snel le greep van onder de rokken uitge haald moesten worden. Ik had Susan al opgedragen, het me onmiddellijk te laten weten als een van de meis jes vanmorgen vroeg om een of ande re reden in de gevangenis moest zijn. Ik rekende natuurlijk op Nancy Fer- rel. Maar laten we nu eens een kijkje in de gevangenis gaan nemen," ein digde Gill. Nicol schoof het vat op zijn plaats terug, sloot de wapen kamer af en ging met Gill naar het ernaast liggende vertrek. „Kijk. daar," riep de bottelier. In de hoek lagen netjes met de hand bij elkaar geveegd, de kleine stukjes hout en splintertjes van het gat. Nancy Fer- rel had haar werk keurig gedaan. „Maar daaronder moet ook het in strument liggen, waarmee ze dat klaar heeft gespeeld." Inderdaad vond Nicol, verstopt on der de splinters, een soort beitel. „Maar," riep hij, „hoe had Nancy Ferrel dan de wapens uit de afgeslo ten cel moeten brengen! Want ik kan zelf nog maar nauwelijks het slot van de cel openkrijgen, en bovendien zijn er nog drie zware grendels, die alle met ijzeren tanden vastzitten in de balk." Gill liep naar de deur en begon die met. zijn gezonde hand af te tasten. „Hier," zei hij, en wees op een half losgemaakte plaat, die voorzichtig weer op zijn oude plaats was terug gedrukt. Gill zag nu alles duidelijk voor zich: „De hele troep zou dan hier komen, terwijl ze boven met het doopfeest bezig waren, de kleine Nan cy zou hun de messen uitreiken en aan de anderen, die niet dansten, de pistolen. De sleutel van de gevange nis zouden ze dan een kwartiertje la ter uit de broekzak van de dode Nicol gehaald hebben. Ik zal de zaak pas aan de kapitein melden, als we Rio voorbij zijn. Ik heb mijn redenen, om er mee te wachten." Het werd een prachtig feest. Nicol wachtte gespannen op de messendans. Hij had de dringende raad van Gill opgevolgd en van het gebeurde in de wapenkamer nog geen melding gemaakt. Hij vond het nu jammer, dat kapitein Aitken als eer ste de geselstraf had afgeschaft. Met Gill, de kapitein, de luitenant, dokter Holborn en de andere officieren zat hij voor de grote mast. Maar voor zichtigheidshalve was hij nog een maal beneden geweest om zich er van te overtuigen of alles in de wa penkamer nog in orde was. Nu zat hij naast Gill en met een zeker onge noegen keek hij naar de zogenaamde dans. Dat genoegen werd al spoedig een zeer gemengd gevoelen. Dit was helemaal geen dans, het was je reinste exercitie! Edith Sharow tikte met een hamer de bevelen. De groep van het achterdek rukte in rijen van zes, de stokjes voor zich uitzwaaiend, op naar de grote mast. Op een hamerslag weken ze terug, en van de andere kant rukte nu een tweede, precies eendere groep naar de grote mast op. De eerste groep deelde zich in tweeën en marcheerde opnieuw naar het midden van het schip, nog altijd met die harde, scherpe stap. De eerste groep scheen de tweede te achtervolgen, maar week dan bij de volgende hamerslag zelf weer terug. De bewegingen van de beide groepen werden hoe langer hoe sneller uitgevoerd. Nicol begon nu de bedoeling van de dans te begrijpen: hij was zo op gezet, dat de toeschouwers voortdu rend in het ongewisse bleven, van welke kant de danseressen oprukten. De ogen van de toeschouwers waren op die manier gedwongen, alsmaar heen en weer te kijken, van de een naar de ander, want die groepen gin gen maar steeds door met zich te delen, aan te sluiten en weer uit el kaar te gaan. Drie korte hamersla gen klonken: beide groepen storm den met opgeheven stokken in twee halve cirkels op de toeschouwers af, en het volgende ogenblik eindigden ze de dans met een diepe buiging voor de kapitein. Gill stootte Nicol aan: „Kijk u eens om," zei hij zacht. Terwijl het applaus nog over het hele dek weerklonk, stond achter de ruggen van de toeschouwers, zoals dat waarschijnlijk ook voor de werke lijke opstand voorzien was, de élite van de fluisterhoek met opvallend- sombere gezichten: Sarah Sabolah stond voorop. „Volgens de processtukken weten ze allemaal heel goed met pistolen om te gaan," fluisterde Gill. „Zo," zei Holborn na afloop van de dans tegen Nicol. „Nu gaat onze Gill onmiddellijk weer naar zijn kajuit." Gill toonde weinig geestdrift voor dat voorstel. Hij had graag nog het een en ander gehoord, die middag. „Voor mij," zei Holborn peinzend, „was die hele dans niets anders dan een generale repetitie voor een uiterst gevaarlijke aangelegenheid." „Dat was het ook," zei Gill. „Maar wat hadden die stokken te betekenen?" wilde Holborn weten. „Messen," was Gill's antwoord. „En waarom gooiden ze de stokken steeds weer weg?" „Omdat het maar stokken waren. De messen moesten op het laatste ogenblik tevoorschijn komen, vanon der hun rokken." „Welke messen?" vroeg Holborn. „Onze messen, de entermessen uit de wapenkamer. Vlijmscherp, blin-» kend, goed onderhouden, ongeveer 18 duim lang en licht gebogen. De beste waar uit Sheffield. „Ik, idioot!" fluisterde Holborn. „Waarom?" vroeg Gill, „zonder Ni- col's vat zouden wij het niet minder geweest zijn. Nancy Ferrel was van plan de wapenkamer leeg te halen." De kapitein, die zich na de dans te rugtrok, om de algemene vrolijkheid niet te hinderen, zag vanuit zijn hut op het achterdek het uitgelaten gedoe met weinig vreugde aan. Hij wist niet, wat hij ervan denken moest. Die merkwaardige manier van opmarche ren, volkomen militair, het leek in niets op een dans... Hij yroeg het Gill, misschien kon die hem er iets meer over vertellen. Gill wist immers alles. „Oude zeeroverstactiek," verklaar de Gill, toen Aitken hem op kwam zoeken. Maar hij wilde nog even wachten, voor hij zijn grote tegenaan val opende. Daar had hij zijn redenen voor. Die middag werd er veel gelachen en gezongen. Op het voordek was een echte klei ne dansvloer ingericht; Susan en Bil ly die tegen de reling geleund ston den, speelden gitaar. Achter Billy, op een luik, zaten Sha row en Sabolah. „Ga je gang maar lieveling," hoor de Billy Sabolah zeggen, „vanavond heb ik nog iets héél prettigs voor je in petto." (Wordt vervolgd) Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt "n Fiep Westendorp 58. „Mijn gelukwensen"... fluisterde de voorzit ter van de schoonheidscommissie. „U bent de Ko ningin. U bent de mooiste van allemaal." „Dank U..." zei tante Patent ontroerd en verlegen. „Ik had er niet op gerekend. En ik geloof ook niet dat ik de titel van Miss Saturnus helemaal verdiend heb"... „En Uw staart is de donzigste van allen ging de voorzitter vleiend voort. „Eh... dat is heel vriende lijk van U" zei tante Patent en ze dacht: „O, als ik hem maar niet verlies, die lamme staart". Er werd een groot banket gehouden en tante Patent had natuurlijk de ereplaats. Er klonk een zoete wals en gerinkel van kristal en gemurmel van honderden stemmen. Tante Patent tuurde de zaal in en pro beerde haar vrienden te vinden, maar ze zag hen niet. „Dames en Heren," riep de voorzitter terwijl hij zijn glas hief. „Ik stel voor om een drievoudig hoera uit te brengen op onze schoonheidskoningin Miss Saturnus." Een geweldig gejuich steeg op. En toen zag tante Patent tot haar verbijstering de deur opengaan en twee bijzonder onaangename hoofden om het hoekje verschijnen. 33. Met vlijtige vingers maakte Inertus Zielepopel van de doktersinstrumenten een roersel, dat al spoedig tot leven kwam en vastberaden de cel uit stapte. Op de gang gaf het een bewaker, die daar vreedzaam zat te peinzen, een keurend tikje onder de knieschijf. Het been ging met een ruk omhoog, evenals de bewaker zelf, toen deze het vreemde toestelletje in het oog kreeg. „Help!" riep hij met overslaande stem. „De instru menten van de dokter zijn op hol!" Commissaris Vleesjager zat intussen het rapport over de arrestatie in de zelfbedieningswinkel te lezen en schudde bezorgd het hoofd. „Er is geen twijfel aan," mompelde hij, „die gen ten zijn ernstig overspannen. Zij zien dingen die niet kunnen bestaan. Ik ben blij dat ik ze naar en rust huis heb gestuurd!" Op dat moment snelde de getroffen bewaker krijsend voorbij, maar de commissaris zag hierin slechts een bewijs temeer dat het hele korps overwerkt Was en keek er zelfs niet van op. Daardoor zag hij ook het roersel niet, dat met een geheven hamertje op hem afste vende.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 9