w/4 Beter de essays dan de verhalen Politiebezoekcn verhogen de feestvreugde aanzienlijk COXtC S. M. i T;r;* Anti-rookmagiër Robert Jasper predikt opstand der verslaafden Toen het laagje water in het huis van de schilder Fred Wessels was bevroren, kon de ijs-happening beginnen. Op klompen en op schaatsen gleed men door de woning! De aanstichter van het feest Robert Jasper (geheel rechts) liet zich niet onbetuigd. Ook de schrijver Simon Vinkenoog (in het midden met sigaret) en zijn vrouw maakten hier veel plezier, evenals twee Amerikaanse gasten (links). Iedereen is op een dergelijke happening welkom, mits hij maar mee (gek) doet. Twee arbeiders uit de Jordaan voelden zich heel goed thuis tussen de bewuste nicotinisten. Eén van hen hield spontaan een toespraak waarin hij (met de wekker in de hand) wees op het tijdelijke van het bestaan: daarom doe waar je zin in hebt. de beeldbuis en de nicotine verslaafde publiek. En dat allemaal omdat men marihuana een verdovend middel noemt, terwijl het slechts een opwek kend middel is. Het grote probleem, de algemene verslaving, die zelfs kan ker veroorzaakt, wordt echter niet aan gepakt. Zo zit onze maatschappij in el kaar. Het magisch centrum, van waar uit de verslaving wordt bestreden, lijkt de enige oplossing te bieden, tenzij de overheid ingrijpt. In ieder geval gaan wij met ons marihu-project door tot de tabaksreclame in Nederland is verbo den". „Het is een schandaal dat ik als eenvoudige charlatan de opstand der verslaafden moet prediken omdat alle officiële instanties niet verder komen dan vast te stel len dat het roken van sigaretten kanker kan verwek ken", is de strijdkreet van de veel omstreden Robert Jasper (Grootveld), de Amsterdamse ex-glazenwasser, die niets nalaat om de aandacht op zich te vestigen ten einde zijn anti-rookideeën ingang te doen vinden. De 30-jarige zoon van een Amsterdamse meubelmaker heeft, hoe men ook over zijn acties denkt, veel voor zijn ideaal tabaksreclame verboden in Nederland over gehad. Hij bracht enkele dagen op een vlotje in de Am sterdamse grachten door, werd 60 dagen gegijzeld om dat hij tientallen reclamebiljetten voor sigaretten met de K van Kanker had beklad en hij stak zijn eigen kerk, de K-tempel in brand tijdens een rook-ritueel. Van een medewerker) Zo nu en dan zet ik nóg wel eerts een K'tje op een affiche maar we hebben tegenwoordig grotere stunts: de happenings, het marihuettespel en de winkel die binnenkort in de Jordaan geopend zal worden. DIT ALLES vormt slechts een on derdeel van Roberts streven: Amster dam het magisch centrum van de we reld. van waaruit het dope-leger dat via het sigaretje is geïntroduceerd kan worden bestreden. „Ik zie de peper bussen met de sigaretten-reclame als de totempalen van onze asfalt- jungle. Zoals bij de primitieven wor den hier rook-offers gebracht: de ni cotinisten die aan kanker overlijden. Het klinkt cru, maar het is de af schuwelijke waarheid", zegt Robert Jas per. Hij wijst erop dat in vele landen de tabaksreclame beperkt wordt gehouden en in Italië zelfs geheel verboden is. Amsterdam is volgens de eerste wes terse anti-rookmagiër bij uitstek ge schikt om binnen zijn grachtengordel het magisch wereldcentrum te herber gen. Op zogenaamde „happenings" moeten dan alle profeten hun ideeën kunnen lanceren. „Zelfs in Amsterdam lopen vele profeten rond: Hendrik Wil lem Exel, de leider van de buiten ker kelijke beweging; Nicolaas Kroese; Ton Haantjes Dekker; Lou de Palingboer. Bovendien moeten er in een swinging town als Amsterdam jazz-kelders ko men waar de jazzmusici zich kunnen uitleven, want als dat niet kan, raken ze aan de verdovende middelen. Dit alles zal Amsterdam een enorme pu bliciteit opleveren en duizenden toeris ten", meent Robert Jasper. Men heeft al heel wat happenings. bijeenkomsten waar ieder zich vrij mag uiten, hoe dan ook achter de rug. In de galerie L.S.D. aan de Prin sengracht opende Robert Jasper een expositie van anti-rookschilderijen van Fred Wessels. Hier wérden de anti- rokershoest (ugche-ugche-ugche) en de publicity-song ten gehore gebracht. De ijs-happening bij schilder Wessels thuis. Tijdens de hevige vorstperiode liet men een laagje water op de vloer lopen, zodat Ingrid Valerius spoedig daarna een schaatsdemonstratie kon geven. Bij de meest recente happening in het Belgische plaatsje Dendermonde werd een dertigtal Amsterdammers door de politie aangehouden en drie uur vast gehouden, zodat de anti-rook lessen van Robert Jasper niet konden doorgaan. Alle spel-attributen van het marihuettespel werden in beslag geno men, omdat de politie dacht het hier om marihuana ging. IN HET MARIHUETTESPEL speelt de zogenaamde „marihu" een grote rol. Volgens de definitie van de anti rook magiër is marihu ieder rookbaar gedroogd kruid, behalve tabak, dat men nicoteer pleegt te noemen. Het hoofd motief van het spel is verwarring stich ten en de mensen te confronteren met het nicotine-probleem. Er zijn honderden pakjes gedroogde kruiden, stro, zeegras en meer rook- gevende zaken m omloop, die slechts het mysterie ronde de marihu willen vergroten. Vraag de uitvinder van het spel, Robert Jasper, met naar de spelregels: „Iedereen mag er gewoon spelregels bij maken, de mens moet tenslotte creatief blijven. Wij wer ken met kettingbrieven en opdrachten om een bepaald soort marihu te be machtigen". Het spel kan ook gespeeld worden met een plattegrond van Am sterdam als „ganzenbord". De dobbel stenen wijzen dan uit welke opdracht men moet vervullen. Uit de voorlopige spelregels citeren wij de puntenwaardering: arrestatie door de politie in verband met marihu: 100 punten; huiszoeking in verband met marihu: 50 punten; verhoor door de politie 10 punten; vrijwillig bezoek aan de politie: 50 punten „Natuurlijk", zegt Robert Jasper, „de politie ver trouwt de zaak maar half en terecht, want marihu kan ook marihuana zijn. Wij willen de politie niet jennen. Wij willen alleen het probleem van de ver slaving aan de orde stellen". DE LAATSTE MAANDEN heeft hij zich bezig gehouden met het slaan van een brug tussen de marihuana-rokers en de nicotinisten. Robert vraagt zich af waarom het marihuana roken zo ta boe moet zijn, terwijl het vast staat dat men van sigaretten roken kanker kan krijgen. Op dit punt is de Amster damse semi-arts Bart Huges, zoon van een arts, het met Robert eens. Hij wil het taboe rond de marihuana, waar van het z.i. medisch is bewezen dat het geen nadelige gevolgen veroor zaakt, doorbreken De dochter die zijn vrouw Barbara hem op 19 januari j.l. schonk, draagt dan ook de naam Maria Juana. Semi-arts Huges wil alvorens verde re stappen te doen, de nodige me dische onderzoekingen verrichten. Hoe wel hij zowel als Robert Jasper niet gelooft dat marihuana schadelijk is, achten zij het wel een groot sociaal gevaar. „Stel je voor dat de melkboer marihuana gaat roken en lekker „high' wordt, dan weigert hij immers ooit nog melk rond te brengen", zegt Robert. „Men zou misschien rook-bewijzen kun nen invoeren. Niet dat marihuana ver slaving tot gevolg heeft, maar gewoon uit sociale overwegingen. Ik geloof dat marihuana genezende eigenschappen kan hebben. Dat hoop ik ook te be wijzen", aldus Huges. Robert Jasper vertelt jaren marihua na te hebben gerookt, maar hij zegt daar van de ene op de andere dag mee te zijn opgehouden. „Zo nu en dan pak ik nog wel eens een stickie, als ik in het milieu verkeer, het marihuana milieu". DE POLITIE noemt de actie van Robert Jasper slechts voor een zeer klein gedeelte gemeend en waanzinnig omdat dit niet de manier is om de zaak aan te pakken, zonder medische adviezen. Robert Jasper zegt dat er volop rap porten zijn over het gevaar van het roken, maar omdat men van hoger hand helemaal niets doet, zet hij zijn actie voort. Vooral de ontwikkelingen rond het marihuette-spel heeft de volle aandacht van de politie. Een inval bij auteur Simon Vinkenoog leverde echter niets op, slechts een leuke happening voor de aanhangers van Huges en de anti rook magiër. De politie wordt door de „happeners" zelf op de hoogte gehou den, echter zó dat er nooit één ma- rihuana-sigaret kan worden gevonden. „Het spijt me voor de politie", zegt Robert Jasper, „maar het is nu een maal de enige manier gebleken om de overheid met het marihuana-taboe en het nicotine-probleem te confronteren". Als de politie een inval doet in ver band met het gebruik van marihuana als verdovend middel, zegt Robert Jas per daarover: „dan komen de nicotinis ten (want alle agenten roken) achter de cannibisten (henneprokers) aan. De vaak alcoholische journalisten brengen daarover dan verslag uit aan het aan IN DE JORDAAN zal binnenkort het winkeltje worden geopend waar alle attributen voor het marihuette-spel te koop zijn. De winkel krijgt de naam „druk-stoor". Behalve de officiële ope ning van de winkel, staan er nog vele happenings op het programma van de anti-rookmagiër. Bovendien worden in de K-tempel (tegenwoordig in het ge heim) nog steeds anti-rookbijeenkom- sten gehouden. Het pandje waarin de kerk van Robert Jasper is gevestigd (in de Korte Leidse Dwarsstraat) is eigendom van Nicolaas Kroese, met wie Robert sinds de brand gebrouilleerd is. „Hij eist 20.000 schadevergoeding. Maar ik vind dat het huisje er alleen maar op vooruit is gegaan door de brand. De muren zijn nu prachtig ge blakerd, terwijl er in het dak een keu rig rookgat is gebrand", aldus de gees tenbezweerder van de K.-kerk. Voor de happenings bestaat altijd veel belangstelling, wat gezien de exclusieve voordrachten niemand zal verbazen. Zo ondervond men belangstelling van Harry Mulisch, Nic. Kroese, Ingrid Valerius, Joka Beretty, Simon Vinken oog en Ramses Shaffy. De conclusie uit deze wonderlijke ge beurtenissen rond het Leidseplein moet echter zijn dat het hier slechts een zielige poging betreft de maatschappe lijke orde te doorbreken, verwarring te stichten en zichzelf interessanter te maken door het scheppen van een mys terieuze sfeer. De zinledige „happe nings" die men houdt om die sfeer op te roepen en de aandacht op zich te vestigen, zijn soms gevaarlijk en ze leveren de politie veel extra werk op. Ingrijpen is voor de politie vaak onbe gonnen- werk omdat niets strafbaars kan worden geconstateerd. „Als we een inval doen, zien we wel dat er marihuana is gerookt, maar daar hebben we niets aan. We moeten de marihuana zelf zien te vinden. Maar ze zorgen er wel voor dat ons dat niet lukt. Onze bezoeken verhogen slechts de feestvreugde en het succes van de happening", verzucht de politie. „Het is waanzin, vooral nu de marihuana-ro kers in de actie tegen de tabak zijn gemengd". Robert Jasper Grootveld, de anti rookmagiër van Amsterdam in groot ceremonieel tenue op de „(js happe ning" in het huis van zijn volgeling, de schilder Fred Wessels. Als be wuste nicotinisten willen zij de ver slaving aan de nicotine bestrijden, onder andere door het roken via slangen uit de „nico-heer", een fles met vloeistof waaraan vele slangen zjjn gekoppeld. Stro, tabak, zeegras; ailes kan via de „nico-heer" gerookt worden, terwijl Robert het verderfe lijke van het roken predikt. Maar Robert Jasper zegt dat dit nog maar het begin is. Heel Amsterdam wil hij op stelten zetten, tot de ta baksreclame verboden is. KINGSLEY AMIS, My Enemy's Enemy - Gollancz, London NIGEL DENNIS, Dramatic Essays - Weidenfeld Nicolson, London DE BESTE MANIER voor een le zer om plezier te vinden in Kingsley Amis' verhalen in „My Enemy's Ene my" is misschien er de voornaam ste gegevens uit te halen en daar zijn eigen verbeelding op aan het werk te zetten. De eerste drie spelen in het Engelse leger in België en Duitsland, aan het eind van de vorige oorlog. In het titelverhaal laat de hoofdpersoon de kans voorbijgaan, uit vrees dat hij er last mee zal krijgen, om de slordi ge luitenant Dalessio te waarschuwen dat er een administratieve hinderlaag voor hem gelegd wordt; aan het slot zien wij hem overstelpt met zelfver wijt, nadat hij voor lummel is uitge maakt door een andere officier die de U\ fl»> waarschuwing wel heeft gegeven, on verschillig voor last. In het tweede ver haal onderscheidt de luitenant Archer zich, verstandig genoeg om in 'te zien dat hij met verontwaardiging niet ver der zal komen, door een emotionele be tuiging van schuldbesef tegenover een ongegronde beschuldiging van zijn ma joor; zijn vrienden staan versteld van zijn taktische zelfbeheersing, en hij zelf, lijkt erdoor opgegroeid te zijn, minder nerveus en onzeker dan hij vroeger altijd was. In het derde zien wij de majoor Raleigh, die wij al eer der ontmoet hadden, in de war raken door de spanningen in zijn eigen onrij pe maar eerzuchtige natuur; en aan het slot voelt hij dat hij nooit in zwar tere diepten zal zinken dan nu de Con servatieven bovendien de eerste ver kiezingen na de oorlog verloren heb ben het Conservatieve middenstands gevoel is altijd een onmisbare steun geweest voor zijn karakter. De andere verhalen, over situaties in het burger leven, zijn niet minder belangwekkend in hun gegevens: een indruk van een meisje dat haar levenslust pas her vindt als zij van het rechte pad, waar zij met moeite en goede bedoelingen op gebracht was, teruggekeerd is naar het kronkelige; dan nog een paar an dere, en tenslotte een verhaal in de trant van de science fiction, een aftak king van de litteratuur waar Kingsley Amis al jaren lang veel belangstelling voor getoond heeft en waarvan hij ge regeld de nieuwst verschenen boeken bespreekt. DE REDEN INTUSSEN waarom al deze interessante onderwerpen het best door de lezer bij zichzelf overdacht kunnen worden, is dat de verhalen niet geslaagd zijn. Het is moeilijk te zeg gen waar dat door komt. Het zal wel voornamelijk een kwestie van techniek zijn, dat de toon hier in het algemeen mat is. Amis komt beter tot zijn recht als hij de grotere ruimte van de roman tot zijn beschikking heeft, zou men kun nen veronderstellen; voor verhalen is hij niet geconcentreerd genoeg. Het is alsof hij denkt dat wij evenveel geduld zullen tonen in het afwachten van de opheldering van zijn bedoeling als wan neer hij een roman schrijft. Het is jammer, want de morele situaties die als gegevens dienen zijn allemaal goed gedefinieerd; maar na „My Enenmy's Enemy" gelezen te hebben moeten wij terugkeren naar een van zijn romans, naar „Lucky Jim" of naar „Take a Girl like You", om ons te overtuigen dat deze zelfde taal in andere om standigheden levendig kan zijn. VOOR EEN LEZER die behoefte heeft aan een boek met korte stukken waar van hij niet alleen de ideeën maar ook de tekst zelf kan genieten, zijn de „Dramatic Essays" van Nigel Dennis beter geschikt dan wat Kingsley Amis deze keer heeft geleverd. Het is een ander soort werk, samengesteld uit de toneelbesprekingen die Dennis bijdraagt aan het maandblad „Encounter"; maar het is toch niet zo dat het alleen of zelfs bij voorkeur leesbaar is voor wie de opvoeringen zelf gezien heeft. De kritieken, die trouwens in „Encoun ter" vaak te lang na de première ver schijnen om de toneelbezoeker van praktische dienst te zijn, gebruiken de voorstellingen vooral als voedsel voor algemene ideeën over het toneel, en la ten zich een paar jaar later nog steeds heel goed lezen. Nigel Dennis is dan ook. zoals men kon verwachten, een criticus van de litteraire en niet van de dramatische school: hij is meestal meer geïnteresseerd in de teksten dan in de opvoeringen. Al heeft hij af en toe ook concrete ideeën te bieden over de regie, zijn voornaamste belangstel ling blijft voor wat de stukken mee te delen hebben. Daarnaast onderscheidt hij zich als een meester van de informele schrijf trant. Op het eerste gezicht lijkt het soms of de demonstratie van zijn eigen persoonlijkheid en gedachtensprongen en grappen van meer belang geacht wordt dan de onderwerpen die hij be handelt. Als de verrassing over zijn manieren van uitdrukken voorbij is, blijkt dat toch niet zo te zijn. Het zijn heel pertinente en verhelderende din gen die hij zegt bijvoorbeeld over to neelstukken die tot de ruimte van het theater beperkt blijven (Pinter's The Caretaker is daar voor hem een voor beeld van) en andere die het leven bui ten het theater in hun verbeeldingswe reld opnemen; of over naturalisme te genover transpositie van de praktische gegevens; of over de interpretatie in moderne termen van oude stukken en van oude onderwerpen voor nieuwe stukken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 13