m
Een rondetafelconferentie
i-
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1963
DRIE
Spelen is leren
Jeugdpaleizen
Vakantie voor ouders
F A li iN
DOOR DE VERANDERDE SOCIALE omstandigheden wordt de
vrijetijdsbesteding een groeiend probleem. Vrijwel iedereen
welk beroep hij ook uitoefent krijgt steeds meer vrije tijd ter
beschikking. Om de betekenis van de vrije tijd voor de gezond
heid van het individu te bespreken, zijn drie artsen van de
Wereld Gezondheids Organisatie bijeen gekomen rond het band
opname-apparaat, om op verzoek van die organisatie dit pro
bleem nader te bespreken: dr. Victoria Winnicka, hoofd van de
afdeling voor de gezondheid van moeder en kind, dr. Louis Ver-
hoestraete, hoofd van de afdeling gezondheidszorg en gezond
heidsverbetering en dr. Eduardo E. Krapf, hoofd van de psychia
trische afdeling. Wij laten hier een samenvatting van hun gesprek
volgen.
Van links naar rechts: dr. Ver-
hoestraete, dr. Winnicka en dr. Krapf.
VRIJETIJDSBESTEDING
Interviewer: Wat verstaan wij eigenlijk onder vrije tijd?
Dr. Krapf: Het is altijd moeilijk een definitie te geven van
vertrouwde begrippen. Zoals prof. Huizinga zegt: „Er is
niet alleen de homo sapiens, de denkende mens, of homo
faber, de werkende mens, maar ook de spelende mens.
Dr. Verhoestraete: Wij kunnen onder vrijetijdsbesteding
die dingen samenvatten, die men niet doet als werk, maar
die men beschouwt als spel of amusement. In ieder geval
dient er onderscheid te zijn tussen vrije tijd en rusttijd.
Dr. Winnicka: Ik ben niet erg gelukkig met uw omschrij
ving van de spelende mens, denk maar eens aan een spelend
kind voor wie het spel wel degelijk werk is. Ik zou liever
zeggen: de werkende spelende mens. Dat is meer in over
eenstemming met wat het kind doet, want het maakt geen
onderscheid tussen werk en spel, het maakt dit onderscheid
pas als het opgegroeid is.
Interviewer: Met andere woorden: de volwassene werkt
niet als hij speelt en speelt niet als hij werkt.
Dr. Krapf: Om terug te komen Op
het onderscheid tussen vrije tijd en
rust: U zult zich herinneren, dat nog
niet zo lang geleden de arbeiders in
Amerika 8 uur werk, 8 uur slaap en
8 uur vrije tijd eisten.
Interviewer: Maar tegenwoordig
heeft de arbeidersbevolking meer vrije
tijd dan laten wij zeggen aan het be
gin van deze eeuw.
Dr. Winnicka: Niet overal. Het hangt
er helemaal van af. Er zijn nog tal
van streken waar mensen 10 of 12 uur
per dag werken.
Dr. Verhoestraete: Toch zijn er in
landen met een lange werkdag ogen
blikken van vrije tijd en ontspanning.
Iemand kan langer werken, maar mis
schien werkt hij tegelijkertijd niet zo
hard.
Dr. Winnicka: Het onderscheid tus
sen werk, rust en vrije tijd is vrij re
cent. In minder geïndustrialiseerde
streken stelt een boer of zijn vrouw het
niet zo scherp in zijn privé leven, hij
zegt: ik werk, ik slaap, ik ontspan
mij en dan werk ik weer.
Interviewer: In welk verband staat
deze kwestie met de Wereld Gezond
heids Organisatie?
Dr. Winnicka: Ik zou U willen her
inneren aan de definitie van gezond
heid van onze organisatie: „Gezond
heid is een toestand van algehele licha
melijke, geestelijke en sociale wel
stand." Dit is een zeer belangrijke stel
ling, die op elk gebied van de mense
lijke activiteit van toepassing is.
Dr. Krapf: De Wereld Gezondheids
Organisatie en vooral haar afdeling
voor geestelijke gezondheid, heeft al
dikwijls te maken gehad met proble
men, die ten nauwste verband hielden
met de vrijetijdsbesteding. Zo is er bij
voorbeeld een studiegroep in het leven
geroepen om het gevolg van de auto
matisering op het leven van de arbei
ders te bestuderen. Deze gevolgen zul
len zich wellicht sterker doen gevoelen
naar mate de arbeidsuren afnemen en
de vrije tijd toeneemt.
Interviewer: Gelooft U, dat er goe
de en slechte vrijetijdsbesteding be
staat?
Dr. Krapf: Ik zou deze vraag met
twee voorbeelden willen beantwoor
den. In de Verenigde Staten wordt
zeer hard gewerkt, maar ook zeer hard
gespeeld. Waarom? Omdat de inspan
ning van de arbeidsuren doorwerkt in
de vrije tijd. In Europa meent men,
dat het slecht is voor de arbeider om
altijd passief dezelfde beweging te ma
ken zonder dat hij persoonlijk deel
heeft aan het doel van de fabriek.
Daarom achtte men het noodzakelijk
de arbeiders in hun vrije tijd leiding
te geven, maar in deze vrije tijd tonen
zij precies dezelfde passiviteit. Om een
voorbeeld te geven: Wat ziet men zon
dags? In plaats van iets creatiefs te
doen, gaan massa's mensen naar voet
balwedstrijden. Zij zitten daar twee,
drie, vier uur volkomen passief te kij
ken naar de activiteit van twee elftal
len. Als psychiater acht ik dit een
slechte vrijetijdsbesteding.
Dr. Winnicka: Is dat nu zo erg?
Sommige mensen vinden het heerlijk
en waarom zou iets dat duizenden
mensen zoveel plezier geeft „slecht"
genoemd moeten worden?
Dr. Krapf Het is altijd prettig even
je neurose te kunnen vergeten.
Dr. Verhoestraete: Ik geloof, dat dr.
Winnicka groot gelijk heeft. Er zijn
slechts tot op zekere hoogte goede en
slechte vrijetijdsbestedingen. Het
hangt immers helemaal van de per
soonlijkheid af. Sommige mensen hou
den ervan druk bezig te zijn als zij
niets te doen hebben. Het punt waar
het om draait als men vrije tijd heeft,
is dat men moet kunnen doen waar
men zin in heeft. Maar ik geloof ook,
dat dr. Krapf gelijk heeft met te stel
len, dat het niet goed is om ontspan
ning als het ware voor te schrijven en
het iedereen op te dringen. Dat zien
wij min of meer in de economisch ont
wikkelde landen, waar de staat in het
belang van de gemeenschap haast elke
minuut van het leven van de enkeling
regelt.
Dr. Winnicka: Ik ben niet op de hoog
te van de situatie in het Westen, maar
ik weet, dat in mijn eigen land als er
een voetbalwedstrijd gespeeld wordt
niemand daar bepaald heen moet.
maar iedereen gaat en heeft ei alles
voor over om erbij te zijn. Ik blijf van
mening, dat een amusement, dat zó
veel ménsen een zó groot genoegen
geeft niet slecht kan zijn.
Dr. Krapf: Ik spreek U niet graag
tegen, maar ik geloof toch dat U on
gelijk hebt.
Dr. Winnicka: Waarom?
Dr. Krapf: U had het over prettige
vrijetijdsbesteding. Ik zal de laatste
zijn om tegen te spreken, dat slechte
vrijetijdsbesteding prettig kan zijn.
Wij weten maar al te goed, dat zeer
slechte dingen heel prettig kunnen zijn.
Maar ik geloof toch, dat U zich ver
gist. Ons doel is op het ogenblik een
goede vrijetijdsbesteding te vinden in
verband met haar inwerking op de sa
menleving. Van dat standpunt uit komt
het mij voor, dat een passief amuse
ment zoals het kijken naar een voet
balwedstrijd, het individu nog passie
ver maakt .Wat wij nodig hebben, is
daarentegen actieve verstrooiing om
daardoor het leven meer inhoud en
.creativiteit te geven. r
Dr. Wtnnicka: Maar dan op voor
waarde, dat die vrijetijdsbesteding of
zij nu actief of passief is, ontspanning
en genoegen biedt. In sommige landen
waar de vrijetijdsbesteding is georga
niseerd, kregen de arbeiders vrijaf
om dingen te doen, die hun superieu
ren goed voor hen achten; dus ook de
ontspanning werd een verplichting.
Dit is gelukkig niet meer zo. Ik ben
van mening, dat vrijetijdsbesteding, of
het nu voor de gezondheid is of op
voedkundig, individueel of gezamen
lijk, in de eerste plaats een genoegen
moet zijn. Anders heeft het woord voor
mij geen betekenis meer.
Dr. Krapf: Wat dit betreft, ben ik
het volledig met U eens. Het doel
moet blijven ontspanning en niet uit
putting.
Dr. Winnicka: Waar wij naar stre
ven is genoegen. Na acht uur werk, dat
dikwijls geen bevrediging geeft, want
niet iedereen krijgt het werk waar hij
van houdt, moet de arbeider de gele
genheid hebben om precies te doen
waar hij zin in heeft. Ik geloof, dat
deze persoonlijke vrijheid zeer belang
rijk is voor vrijetijdsbesteding.
Dr. Krapf: Maar wij moeten niet
vergeten, dat actieve en produktieve
vrije tijd op de lange duur meer vol
doening geeft. Na verloop van tijd ra
ken de mensen gehecht aan de hobbies,
die zij hebben gekozen. Zij willen al
tijd iets te knutselen hebben. Passief
amusement daarentegen kan op den
duur wel eens gaan vervelen en tegen
gaan staan.
Alcoholisme
Interviewer:
coholisme?
Dr. Krapf:
kent, dat er iets hélemaal niet in den
haak is.
Dr. Winnicka: Ik heb geen verstand
van alcoholisme, maar ik heb de in
druk, dat in de landen waar het alco
holisme heerst, de gemeenschap meer
schuld treft dan de enkeling. Het leven
kan zo drukkend worden, dat de men
sen in de drank vluchten.
Dr. Verhoestraete: In die omstan
digheden is drankmisbruik misschien
de enige mogelijkheid om initiatief te
tonen. Ik heb in een Zuidamerikaanse
land iets meegemaakt wat zeer tref
fend is voor wat U zegt. U weet, dat
de Indianen, die daar wonen doodarme
analfabeten zijn en wat doen zij? Eens
per week worden alle mannen dronken
en blijven op straat liggen tot hun
vrouwen hen naar huis slepen. De vol
gende week is het de beurt aan de
vrouwen om dronken te worden. Dat is
hun manier van ontspanning. Ik geef
dit voorbeeld, omdat ik er zeker van
ben, dat de enige manier om drank
misbruik onder de Indianen te bestrij
den, is hun levensvoorwaarden te ver
beteren, zodat zij ook de ontspan
ningsmogelijkheden krijgen, die zij nu
missen. Op het ogenblik is de drank
het enige wat zij hebben. Natuurlijk is
het een slecht tijdverdrijf, maar zij
hebben het grootste gelijk als zij naar
enige verstrooiing zoeken.
Interviewer: Nu wij het toch over
actieve en passieve ontspanning heb
ben: neem nu eens de man, die na
een uitputtende werkdag moe thuis
komt. Wat is beter voor hem: actieve
of passieve ontspanning?
Dr. Krapf: Ik geloof niet, dat actieve
ontspanning beslist vermoeiend moet
zijn. Actieve ontspanning betekent, dat
men iets om handen heeft, maar het
hoeft niet iets produktiefs te zijn. Als
men schaakt of bridget is men actief.
Aan het televisietoestel daarentegen is
men volkomen passief en kijken naar
een voetbalwedstrijd is zelfs nog er
ger. En wat de vraag over die ver
moeidheid betreft: het is hier meer
een speciaal geval. Als hij zich moe
voelt, kan hij beter gaan rusten en
daarna kan hij dan naar een geschikte
vorm van verstrooiing zoeken.
Interviewer: Hoe staat U tegenover
vrijetijdsbesteding voor kinderen?
Dr. Winnicka: In zijn eerste levens
jaar is het kind in het zogenaamde ge
lukkige tijdperk, zonder enige plich
ten; het zeer jonge kind lijkt in een
soort paradijs te leven. Dit is echter
een oppervlakkige visie, want in die
tijd is een kind, meer dan op welke an
dere leeftijd ook, bezig.met te leren le
ven. Het speelt weliswaar, maar het
maakt ook; éen zekere leertijd döor,
waarin het hard werken is geblazen.
Het spel is waarschijnlijk de beste
vorm van leren, als het maar een leuk
spel is. Neem nu een kind, dat pro
beert een stop op te klimmen. Eerst
lukt het niet, de tweede keer ook niet,
maar hij houdt vol met een energie,
die de meeste volwassenen niet zouden
opbrengen. Later gaat het kind naar
school. Dan breekt de tijd aan. dat de
gemeenschap ontspanning voor kinde
ren moet organiseren en hier kan de
stedebouwkunde een grote rol spelen
door ruimte te reserveren voor speel
plaatsen en speeltuinen. In onze mo-
teressante hiervan is, dat dit besef
duurt tot hij IS of 19 jaar oud is. Daar
na doet hij als het ware afstand van
zijn persoonlijkheid als teenager, zoals
iemand die een pak wegdoet, dat hij
niet langer nodig heeft. Hij wordt vol
wassen en gaat tot een andere groep
behoren.
Interviewer: Dit geldt misschien voor
Amerika, maar is dit in Europa ook het
geval
Dr. Winnicka: Niet overal. In de
Sovjet-Unie blijft de jeugd tot zijn ze
ventiende jaar op school en verdient er
doorgaans geen geld. Daarna treden
de jongelui spoedig toe tot de Commu
nistische Jeugd Beweging, waar zij
ook hun vrije tijd georganiseerd door
brengen. In de Sovjet-Unie zien wij
jongelui schaken, terwijl er een tiental
andere omheen staan te kijken. Er
wordt veel gedaan om de jongelui be
zig te houden en hun in hun ontspan
ning leiding te geven. Toch komen er,
vooral in de grote steden ook nozems
„stilyagi" voor. Zij komen voort uit de
gegoede families en niet uit de arbei
dersklasse of de plattelandsbevolking.
Dr. Krapf: Ja. Evenals in andere
landen komen de nozems gewoonlijk in
de grote steden voor.
Interviewer: Bestaat er een rêcreatie-
therapie voor de rijpere jeugd?
Dr. Krapf: Ja. In Zweden b.v. heeft
men onlangs een interessant experi
ment genomen. Het doel was een eind
te maken aan het kwaad, dat werd ge
sticht door jonge gangsters, zonder ech
ter de positieve kant van het leven in
clubverband teniet te doen. In Zweden
heeft men geprobeert de „gangs" wat
meer sociaal besef bij te brengen. Zo
heeft men ze gevraagd hun motorfiet
sen en auto's beschikbaar te stellen
om ouden van dagen een uitje te be
zorgen of om zieken en gebrekkigen te
vervoeren.
Interviewer: En wat was hun reactie,
want het is toch immers zo, dat deze
„gangs" erop uit zijn om de gemeen
schap last te bezorgen?
Dr. Krapf: Zij kregen het min of
meer als een uitdaging te horen en
juist om in de contramine te zijn, heb
ben zij zich uitmuntend van hun taak
gekweten.
Interviewer: Is het werkelijk zo nood
zakelijk om deze jongelui om te scho-
Wat denkt U van al-
Alcoholmisbruik bete-
derne steden wordt de noodzaak om
kinderen wat ruimte te laten dikwijls
verwaarloosd. Het spel is zeer be
langrijk voor een harmonische ontwik
keling.
Dr. Krapf Is het niet zo, dat op zes
jarige leeftijd de kinderen al georga
niseerde ontspanning nodig hebben?
Dr. Winnicka: Ja, zelfs al eerder. In
de „kindergarten" wordt de kinderen
van allerlei geleerd. In mijn land gaan
de kinderen al erg jong naar de „kin
dergarten" en leren daar allerlei nut
tige dingen. Zij vinden het leuk om
bloemen te kweken, voor dieren te zor
gen eri te tekenen b.v., maar ook in de
„kindergarten" krijgen de kinderen
een bepaalde vrije tijd waarin zij kun
nen doen wat zij willen.
Interviewer: De rijpere jeugd brengt
zeker geheel andere problemen met
zich mee?
Dr. Krapf: De laatste tijd staat de
jeugd in het centrum van de belang
stelling. Dertig jaar geleden waren er
ook teenagers in de psychologische zin
van het woord, maar zij waren geen
erkende groep in de samenleving. Te
genwoordig werken de teenagers en zij
worden ervoor betaald. Zij verdienen
genoeg geld om als klanten te worden
beschouwd, waarmede terdege reke
ning moet worden gehouden. Sommige
advertenties zijn er speciaal op gericht
om de teenagers als klanten te trekken.
Dit brengt natuurlijk met zich mee,
dat de teenager zichzelf als een per
soonlijkheid gaat beschouwen. Het in-
:'x
-
i,
X, X
ÏP
Doen waar je zin in hebt.
Kom, is dat nou zo erg, elke zondag
naar De Voetbal kijken
len? De jeugd moet toch een beetje
zijn gang kunnen gaan? Kunnen wij
de teugels niet wat laten vieren?
Dr. Krapf: Natuurlijk kan dat en dat
moet ook. Het gaat er niet om het ini
tiatief van de jeugd in andere banen
te leiden. Daarom zei ik ook, dat een
„gang" op zichzelf geen kwaad ding
behoeft te zijn, dat het zelfs zeer posi
tief kan zijn. Daarom ook moeten wij,
als wij met jonge mensen omgaan, on
ze morele eisen ook niet te hoog stel
len. „Goed" behoeft niet altijd te be
tekenen „moreel goed."
Dr. Winnicka: In de landên van
Oost-Europa kunnen kinderen en jon
ge mensen naar een jeugdpaleis gaan
om te worden ingelicht over fotografie,
filmen, om te spelen, allerlei dwaze
dingen te doen of machines in elkaar
te zetten. Het succes van dergelijke
jeugdpaleizen blijkt wel uit het feit,
dat zij zeer goed bezocht worden. Op
die manier worden de jonge talenten
dansers, zangers, ingenieurs, we
tenschapsmensen vroeg ontdekt en
aangemoedigd.
Interviewer: Zijn 'er ook mensen,
die geen vrije tijd hebben? Hoe staat
het met de mensen op het platteland,
waar de gehele dag gewérkt wordt.
Dr. Krapf: Ook zij hebben hun vrije
tijd.
Dr. Winnicka: Zij werken niet altijd.
Er is een oogsttijd en een zaaitijd en
er is ook een tijd, dat de aarde als
het ware slaapt, dan slapen zij ook.
Zij rusten uit en aan deze tijd van het
jaar danken wij de hoerenkunst en de
folklore. Er wordt in hout gesneden,
gezongen en muziek gemaakt. In de
bergen komt de boerenbevolking maan
denlang het huis niet uit, omdat de
wegen onbegaanbaar zijn en dan weet
men zich heel goed creatief bezig te
houden.
Interviewer: Kunt U iets over Uzelf
vertellen? Ik bedoel, hoe de doktoren
van de staf van de Wereld Gezondheids
Organisatie hun vrije tijd doorbrengen.
Dr. Krapf: Ik houd van lezen, auto
rijden, schaken of wat met vrienden
praten.
Dr. Winnicka: Ik lees, Of ik ga naar
de schouwburg of een concert. Ook hou
ik ervan om collega's bezig te zien,
b.v. mijn vriend Verhoestraete als hij
in zijn tuintje werkt.
Dr. Verhoestraete: Omdat ik vind,
dat vrije tijd actief moet worden be
nut, ga ik tennissen of in de tuin wer
ken. Ik houd ook van pianospelen en
chaufferen, daar rüst ik van uit.
Interviewer: Dus U vindt dat auto
rijden ook ontspannend kan zijn?
Dr. Verhoestraete: Niet in de stad.
Dr. Krapf: Als ik op reis ga, kom
ik achter het stuur, ook al ben ik moe,
zeer spoedig tot rust. Soms ga ik 's
avonds na het werk voordat ik thuis
kom even buiten de stad wat rijden.
Het geeft mij dezelfde voldoening, die
anderen bijvoorbeeld in een café vinden
Interviewer: Hoe verklaart U die uit
werking van het chaufferen?
Dr. Krapf: Misschien komt het, door
dat men hier geheel zelfstandig een han
deling verricht. Immers, in zijn werk
verricht men dikwijls handelingen in
samenwerking met anderen. Dat is ir
ritant, want men zou de dingen alleen
en op zijn eigen wijze willen doen, maar
niemand kan dat. Als je in je auto zit,
doet die auto precies wat jij wilt, je
hebt het helemaal voor het zeggen.
Interviewer: En de vrouwen? Hrbbên
de huisvrouwen eigenlijk wel vrije tijd?
Dr. Winnicka: Het werk van de huis
vrouwen wordt overal steeds eenvoudi
ger. In de winkels vindt zij vele arti
kelen klaar voor het gebruik: groenten,
vlees enz. Zij kan haar kinderen uitbe
steden en in het huishouden staan haar
de modernste hulpmiddelen ter beschik
king. Zij heeft dus tegenwoordig meer
gelegenheid voor ontspanning, maar het
is niet altijd makkelijk, want het ge
zin stelt elke dag zijn eisen. Neem
nu bijvoorbeeld de zondag. Zondag kan
verschrikkelijk zijn voor moeder, juist
omdat iedereen thuis is.
Dr. Krapf: Dan is er ook nog dê
vrouw, die zoveel te doen heeft, dat
zij als het ware inbreuk gaat maken
op de vrije tijd van haar man en hem
vrouwenwerk laat doen. Dit is iets
nieuws. Na een verkorte werkweek van
vijf dagen komt de man thuis. De
werkdagen van de vrouw zijn langer
en dus ligt het voor de hand, dat hij
haar in het huishouden helpt. Dus zegt
zij tegen hem: „Toe, help eens luiers
spoelen of afwassen".
Dr. Winnincka: Vrouwen klagen ge
woonlijk niet, dat zij te veel te doen
hebben, of dat hun mannen meer vrije
tijd hebben dan zij. Zij klagen erover,
dat hun werk niet de waardering krijgt,
die het verdient. Zo zal een vrouw toi
haar man zeggen; „Ik werk elke dag
maar. Mijn werk imponeert niet zoals
het jouwe, dat een mooie naam heeft.
Jij hebt een positie. Ik werk en werk
en doe veel dingen, die niet produktief
zijn. Ik zórg voor goed eten, maar dat
is even spoedig verorberd als verge-?
ten". Wat de vrouw hindert is het ge
brek aan waardering en niet het ge
brék aan vrije tijd.
Interviewer: Hoe denkt U over de
vakanties?
Dr. Verhoestraete: Ik geloof, dat het
aanbevelenswaardig is, dat de kinderen
naar een kindertehuis gaan en dat de
ouders hun eigen vakantie hebben er
gens waar de vrouw niets hoeft te doen.
Interviewer: Waarom moeten de kin
deren weg?
Dr. Verhoestraete: Omdat ouders, net
zo goed als de kinderen, dikwijls erg
lastig kunnen zijn. De mensen willen
dat niet graag toegeven. Zij denken,
dat zij altijd de ideale ouders zijn en
hun kinderen altijd de ideale kinderen,
maar ook de ouders hebben hun fouten
en dat kan zo nu en dan worden goed
gemaakt door de kinderen even l.et huis
uit te doen. De opvatting, dat een kind
altijd het best bij zijn ouders kan zijn,
is misschien fundamenteel wel juist,
maar dat betekent niet, dat een kind
voortdurend thuis gehouden moet wor
den. Kinderen moeten van tijd tot
tijd vakantie van hun ouders hebben
en omgekeerd.
Dr. Winnicka: In mijn land probeert
men gezinsvakanties te organiseren
voor hele families. Veel vaders klagen,
dat zij niet tegelijk vakantie hebben
met hun vrouw en kinderen, omdat de
verschillende leden van het gezin naar
verschillende oorden worden gezonden.
Als de mannen aan het werk zijn, heb
ben zij weinig contact met hun gezin
en zo kwam het verzoek om een maand
samen te kunnen zijn.
Dr. Verhoestraete: Juist. In zulke
omstandigheden willen zij graag bij el
kaar zijn. Maar als het gezin het ge
hele jaar samen is, doet zich de be
hoefte gevoelen om van tijd tot tijd uit
elkaar te gaan. Deze neiging komt
zelfs voor in de meest harmonische
gezinnen.
Dr. Krapf: Kinderen gaan natuur
lijk naar school. Als zij dat niet deden
zou het leven, zowel voor de kinderen
als voor de ouders ondraaglijk worden.
De school biedt de gelegenheid om de
kinderen even kwijt te zijn.
Dr. Verhoestraete: Dat hangt natuur
lijk van elk geval afzonderlijk af. Een
kind dat veel tederheid nodig heeft en
altijd behoefte heeft aan iemand, moet
bij zijn ouders blijven. Andere kinde
ren daarentegen hebben meer vrijheid
nodig en dan is het goed hen uit huis
te doen. Persoonlijk ben ik er niet ze
ker van, of de tegenwoordige neiging
om zijn kinderen niet naar kostscholen
te sturen wel verstandig is. Er kun
nen zeer veel goede redenen zijn om
een kind bij zijn ouders te laten, maar
dat gaat niet voor alle kinderen op.
Ik kan mij familieomstandigheden voor
stellen, waarin het voor een kind heel
wat beter zou zijn als het naar een
kostschool ging.
Dr. Krapf: De Wereld Gezondheids
Organisatie heeft zojuist een boekje
gepubliceerd over de scheiding van moe
der en kind, waarin deskundigen aan
tonen dat de scheiding van een kind
van zijn moeder niet altijd schadelijk
behoeft te zijn.
(Slot zie pagina 4)