HUISWERK EN TELEVISIE
Ingrid Tonnon heeft
3000 toneelkostuums
„De winkelier stemt lijst vier"
Onderontwikkelden, wij komen!
Per ongeluk
PAM
Rijmen als reclame
hardstikke goed waardeloos pedt
pedt waardeloos hardstikke goed
hardstik a ps pedt
pedt wj spuigat [e goed
hardstikj_Es pedt
pedt waardeloos hardstikke goed
hardstikke goed waardeloos pedt
ZATERDAG 23 FEBRUARI 1963
KAREL KRASWINKEL
ZWART OP WIT
Pagina voor jongeren.
Redactie: Gerda Hanekroot,
Henny Schoute,
Dirk Nolles,
Lex Muller.
Redactie-adres: Grote Houtstraat 93,
Haarlem.
„Moeten wij ons laten beschimpen?
Grof laten beledigen door een keurig
spaarzaam burgerventje. Neen, nu niqt
en nimmer, zelfs niet als hij een pijler
der economie is", zo reageert een lezer
op de uitlatingen van de „Brave Burger"
„Maar laat hij dan toch begrijpen dat onze
idealen vroeger, reeds lang geleden, zijn
stukgelopen op hun zielloze bekrompen
heid", zegt hij onder andere verder in
zijn brief. „Het is weer een typisch voor
beeld van de onverschillige en passieve
burger", schrijft een ander. „Hier volgen
gedeelten van verdere reacties. „Wij en
je soortgenoten, met jullie broodtrom
meltjes, shagdozen en thermosflessen lau
we koffie. Jullie doen me denken aan een
groep brave burgers in een huis. Plotse
ling. een truiartist komt binnen en
zegt: „Jongens het huis staat op instor
ten" en gaat weer weg. Niet alleen hoon
gelach volgt. Een stem roept": „moet
je hem eens horen zo'n. verder komt
hij niet. Stenen vallen, het huis stort in.
De laatste brief.
Geachte redactie, in verband met het
ingezonden artikel in „Zwart op Wit" (12
jan.), zou ik willen opmerken dat het
mij verheugt eindelijk eens een krachtig
regelrecht woord, na alle theatrale ver
haaltjes en meizoete gedichtjes, die U
plaatste, aan te treffen; en wel, nil mira-
bundum, van onze goede oom Anonymus.
Wij allen kennen de brave Anonymus
als een man jong van hart en spontaan
van tong. Wij weten op welk een voor
treffelijke wijze hij, hoewel hij zelf toch
niet zo jong meer, de jeugd wist te sti
muleren en te leiden. De redactie van
Zwart op Wit mag zich voorwaar geluk
kig prijzen dat een dergelijke man bereid
is Z.ó.W. te protegeren, want houdt zijn
opmerking er niet voorgoed mee op te
houden geen grandioze belofte voor de
toekomst in? Oompje Anonymus U heeft
gelijk als u Z.o.W. tot nu toe een kleu
terachtig ouwemannetjes gedoe noemt,
als u een krachtig geluid, ja zelfs ge
schreeuw, verlangt van ongegrepenen
(liefst zondetf naam en adres nietwaar,
een ongegrepene moet zich niet laten grij
pen, nietwaar?). Als ik lees, dat u de re
dactie adviseert zichzelf te zijn, zie ik u
weer voor mijeen kerel uit een stuk,
een man wars van alle intellectuele za
ken, zoals de stukken van Kraswinkel
en mej. Haenen, kortom een tam-tam
vent. Dat u vraagt uw brief onverkort op
te nemen bewijst eens te meer weer uw
grote bescheidenheid: wat is het H.D.
dat het een stuk van de grote Anonymus
niet in zijn geheel op zou nemen? Nu
oom, in de hoop spoedig weer iets van u
te vernemen, uw Paul Wormer.
Nu is er op deze pagina genoeg ge
vochten over het al of niet braaf of bur
ger zijn. De meningen daarover zijn zeer
verdeeld, dat zullen ze wel blijven.
Henk, die naam zullen we hem geven,
is een gezonde jongeman met een gezonde
afkeer van studeren. Schijnt op een
zomerdag de zon bijzonder uitdagend
dan schuift hij, zonder té grote gewetens
bezwaren, de studieboeken opzij om aan
het strand een frisse neus te halen. „Het
is maar wat je belangrijker vindt", ver
klaart hij zorgeloos. Hierover verschilt
hij van mening met zijn papa en deze
denkt er ook vanavond anders over. Hij
vraagt Henk hoe het is gegaan op school
en informeert naar zijn werk voor mor
gen. De zoon erkent dat hij, ondanks de
voetbalwedstrijd, een repetitie zal moeten
leren en, omdat hij tot het laatste mo
ment rekende op de barmhartigheid van
zijn leraar er geen letter van heeft voor
uitgeleerd. Waarschijnlijk zal Henk, het
waarom van zijn studie niet duidelijk be
seffend, verontwaardigd, tegenstribbe
lend en mokkend de trap naar zijn kamer
opklimmen om te blokken terwijl Feijen-
oord met een nul wint.
Een andere Henk zit met een boek op
zijn schoot in de huiskamer waar even
voor acht uur de grootste lichten worden
gedoofd en de wijzer van de televisieklok
op het bleekblauwe scherm langzaam
naar de acht verspringt. Niemand heeft
vanavond naar het huiswerk van deze
jongeman geïnformeerd en hij zal wel
gek zijn daar uit zichzelf over te be
ginnen.
Tussen de opening van een nieuwe
verkeersweg en een toespraak van De
Gaulle leest hij drie regels van het eerste
hoofdstuk. Om half negen zijn het er tien.
Omdat de omroepster een korte pauze
aankondigt ontdekt papa, tijdens het aan
steken van een sigaar een ogenblik van
het scherm wegkijkend, behalve de overi
ge leden van zijn gezin cok de zoon, die
nog steeds probeert zijn aandacht te ver
delen tussen boek en televisie. Papa's
vraag „moet je niet werken" valt on
gelukkig net op het moment dat de voet
ballers het veld opstormen, terwijl een
opgetogen publiek de tribunes tracht af
te breken. De wedstrijd begint, mama
legt haar breiwerk opzij.
De factoren voor een mislukte repetitie
zijn nü in ruime mate aanwezig. Mama
bezweek zwijgend, papa capituleerde hal
verwege en Henk, een tekort aan nacht
rust in het vooruitzicht, loopt een beste
kans de volgende week te horen dat hij
zijn proefwerk onvoldoende heeft ge
maakt. Hoogstens spiekt hij nog een zes
bij elkaar. Waarschijnlijk zal hij eerst de
televisie vervloeken, daarna zichzelf.
Tóch zou het zinloos zijn een houten
kast met ingewanden van draadjes en
lampen de oorzaak te noemen, van een
mislukte repetitie. Een dure gepolitoerde
kist, die men de naam „televisietoestel"
gaf, voor een verborgen verleider uit te
schelden en, bijvoorbeeld met een bijl, in
splinters te slaan. Het communicatiemid
del weg te wensen en daarmee alle tele
visietechnici, programmaleiders en an
dere medewerkers een al dan niet dik
belegde boterham te misgunnen, ook al
is niet altijd iedereen het eens over de
resultaten van de inspanningen van deze
mensen. In werkelijkheid is hier geen
sprake van een strijd tussen Henk en zijn
televisieapparaat.
Een leraar maakte een afspraak met
zijn leerlingen. „Morgen zorgen jullie
Ze hebben al dagen van tevoren op het proefwerk gekankerd en in de klas
heeft Henk, anders een beste pleiter, de leraar gevraagd de helft ervan uit te
stellen tot de volgende week. De argumenten werden onverbiddelijk van de
hand gewezen. Morgenochtend zullen alle leerlingen van de klas een uur
lang moeten laten zien wat zij van de lessen in de voorbije drie maanden
hebben onthouden. Morgenochtend een repetitie terwijl vanavond om half
negen de voetbalwedstrijd Feijenoord—Reims over de televisie zal worden
uitgezonden
ervoor zes hoofdstukken te kennen".
Ze hebben geprobeerd er onderuit
te komen en toen dit niet gelukte heeft
Henk verzuimd zijn vinger op te steken
om zijn leraar te vertellen dat hij de
repetitie in géén geval grondig zal leren.
Het belang van de repetitie komt in
dit geval niet eens ter sprake want het
blijft tenslotte een onbeantwoorde vraag
of een toekomstig atoomdeskundige, om
maar eens een voorbeeld te noemen, ooit
gebruik zal maken van de wetenschap
dat Floris de vijfde niet door een toeval
lige voorbijganger, maar door de edelen
werd vermoord. Maar Henk maakte de
afspraak om dit, al dan niet belangrijke,
al dan niet juiste feit uit het hoofd te
leren opdat hij het de volgende dag des
gevraagd moeiteloos op zijn proefwerk
papier kan invullen.
Voor het volbrengen van deze opdracht
heeft de jongen rust nodig, een ruimte
waar hij zich kan concentreren. Wanneer
er van die ruimte geen gebruik wordt
gemaakt of de ruimte zelfs helemaal ont
breekt werken school en gezin elkaar
tegen. En dat zal toch niet de bedoeling
zijn geweest van de vader, die besloot
zijn zoon, na het verstrijken van de leer
plichtige leeftijd, verder te laten leren,
hem op die manier dwingend minstens
zes uur per dag door te brengen in een
schoollokaal.
Men kan gemakkelijk de totale ver
antwoordelijkheid op de nog niet volwas
sen schouders van de schoolganger schui
ven door van hem te verwachten dat hij
verstandig genoeg is zich aan de macht
van het ontspannende televisietoestel te
ontworstelen, zijn boeken onder de arm
te nemen en desnoods buitenshuis een
gelegenheid te zoeken om te studeren.
Hij zal er zich dan eerst bewust van
moeten worden dat het de overige leden
van het gezin blijkbaar absoluut niet in
teresseert welke vorderingen hij op
school maakt. Statistieken uit televisie
land Amerika, berichten van bezorgde
ouders over zoons en dochters die uren
lang naar het scherm turen en alle in
teresse in studeren verloren schijnen te
Toen de 22-jarige Haagse, maar in
Haarlem geboren, Ingrid Tonnon op de
Technische School voor het Kledingbe
drijf een aanbieding kreeg om na het
eind-examen bij de hofkleermakers Dom-
hoff in Den Haag te komen werken,
klopte dat helemaal niet met haar plan
nen. ..Ik wil liever toneelkleding maken,"
zei ze tegen een van haar verbaasde
onderwijzers. Hij protesteerde. „Dat vind
ik zonde en als je er ooit nog eens spijt
van krijgt, kom er dan maar weer eens
op terug."
Ingrid ging toneelkleding maken en
nog geen jaar daarna vertelde hij haar,
dat ze van alle leerlingen, die in vijfen
twintig jaar zijn afgeleverd, het meeste
sukses heeft bereikt.
Dit vertelde Ingrid, de eigenaresse van
zo'n slordige drieduizend stuks toneelkle
ding. Een aantal om even je wenkbrau
wen voor op te trekken. Van die gewel
dige voorraad heeft ze ruim vierhonderd
kledingstukken zelf gemaakt. De rest
kocht ze met een „testamentje," een le
ning bij haar vader en de bank, van een
gepensioneerd costumier aan de Prinsen
gracht in Amsterdam.
Die romantische inboedel hangt nu in
het sousterrain van haar ouderlijke wo
ning aan het Zonnenoord. Het is veel
te klein, alles hangt op elkaar en je
kan slechts één stap in de ruimte zet
ten; daarna is er geen doorkomen meer
aan want je blijft tegen de kostuums
van hellebaardiers, Louis XIV, Willem
de Zwijgers, Mary Stuart en alle mo
gelijke graven en gravinnen, Sinterkla
zen en zwarte Pieten aan hangen.
Uit wat Ingrid vertelt heeft ze suc
ces. De Nederlandse Comedie gaf haar
opdracht om in een week negen kos
tuums te ontwerpen en te naaien voor
„Het leven van Galilei"; Delftse stu
denten huurden historische kleding voor
een toneelstuk tijdens het derde lustrum;
Cruys Voorbergh is vaste klant; de
„magische" Kalanag bestelde kleding bij
haar en gaat dit voor het komende
seizoen weer doen; De Nederlandse Ope
ra; De Boutens Akademie, instituut voor
Toneelkunst en Musische Vorming is een
selecte groep waarvoor zij dag en nacht
werkt. Artiesten, die veeleisend zijn, om
dat ze pas kort voor de eerste voor
stelling aan de kostuums denken.
Ingrid, Nederlands jongste costumière,
zegt, dat ze erfelijk belast is met mode.
Haar grootmoeder hield zich bezig met
de haute couture. Van haar overgroot
ouders stamt het familiebezit: 120 stuks
antieke kleding, waarvan nu een gedeel
te in het kostuummuseum in Den Haag
is tentoongesteld. Daarvoor zorgde Cruys
Voorbergh, verzot op antieke kleding, die
Ingrid belde om advies. „Hij nam de
hele pluk mee, heeft zelf wat gehouden
Het schijnt mij toe
op een dag vol zon
toe dat onverklaarbaar
mijn schaduw eens verdween
sluipend over bleek beton
toch was mijn hand
zo halfweg opgeheven
in de strakgespannen lucht
maar mijn schaduw was verdwenen
zonder omzien over bleek beton.
J. LINDEBOOM
Dit moet u eigenlijgik nóg eens lezen, en.
goed op u laten inwerken. Ik wacht
wel even
Zo, en dan komen we nu langzamer
hand tot het ware meesterschap onder de
commerciële rijmers. Eerst nog een voor
beeldje uit de goede middenklasse:
Van kip tot keuken
zonder breuken.
(Op een geperst-papieren doosje waarin
zes eieren kunnen worden opgeborgen).
Suggestief van beeld, goed rijmwerk, dit
laatste nog versterkt door de alliteratie
in het eerste lid. Maar mijn rijmhemel
opende zich toch pas in volle schittering
toen ik in de Zaanstreek een croqueta-
rium binnenstapte en las:
Zo kronkelt niet
ons levenspad,
bij Karsten
eten wij patat.
Elk voor zich,
de staat voor allen,
Karsten
voor de nassi-ballen.
Hier is een virtuoos aan het werk. Het
raffinement waarmee een verbinding
wordt gelegd tussen bovenpersoonlijke,
transcendente waarden en het object van
de reclameboodschap, verleent aan deze
verzen een dwingende kracht, een onont
koombare suggestiviteit. Toen ik danook
de winkel verliet, kon mijn gemoed
slechts nederig en geslagen instemmen
met de laatste boodschap die bij de deur
was aangebracht:
Een kloek besluit
en korte metten:
alleen naar Karsten
voor croquetten.
hebben behoeven niet te dienen als be
wijs voor de regel dat de tijd, besteed
aan het kijken naar de televisie, zal moe
ten worden afgetrokken, van de studie
tijd. Behalve voor de allervlugsten bete
kent dit verloren tijd. Verloren tijd die
had moeten worden gebruikt om een an
der doel te bereiken, een voldoende cijfer
voor een proefwerk en uiteindelijk een
diploma. Ook hier gaat het niet om de
vraag of het bezit van dat diploma later
van enig nut zal blijken te zijn.
Wanneer er in Amerika wordt gemop
perd op kinderen die alleen maar televi
siekijken zou men de vraag kunnen stel
len waarom de kankerende ouders het
toestel dan niet afzetten.
Tussen de situatie van Henk de eerste
en Henk de tweede liggen de talloze an
deren. Van jongens en meisjes die nog
gemakkelijker voor de aantrekkings
kracht van de televisie bezwijken, van
degenen die zonder de minste moeite de
verleiding weerstaan. Van ouders die
gemakkelijk een veelbelovend program
ma kunnen uitdraaien in het belang van
de studerende zoon of dochter en de va
ders en moeders die deze mogelijkheid
sinds het plaatsen van het apparaat nim
mer hebben overwogen.
De invloed van de televisie op de ont
wikkeling van een jeugd kan tenslotte
alleen maar worden bepaald door de
mens. Met het oog daarop maakten de
technici aan het apparaat een zeer be
langrijke knop. Die waarmee men het
toestel naar believen aan of af kan zetten.
Ingrid Tonnon en haar grootste vriend:
de paspop.
en de rest ging naar het museum," ver
telt Ingrid.
Haar enige zorg voor het ogenblik is
een zo gauw mogelijk vereffenen van
de lasten die ze kreeg door de grote
investering en een groot atelier te
bemachtigen waar de toneelkleding over
zichtelijk kan worden opgehangen, zodat
ze niet meer in spijkerbroek onder de
rekken hoeft te kruipen om met een zak
lantaarn naar een bepaald kostuum te
zoeken. Waar ze haar klanten kan ont
vangen en waar ze genoeg ruimte heeft
om deze gecompliceerde kleren te ver
vaardigen.
Henny
Op het pijpen van pam
bewegen mijn vogels
zich in gezichtskring
doch jij bent het schot
hagel
dat alle vogels doodt
en waarvan de damp
een maan vormt
ongereptheid.
WIL CONSTRUCTOR
(20 jaar)
Tiener-kleding staat in het middelpunt
van de belangstelling. Haute-couturiers
wijden er shows aan. Maar ook de tie
ners zelf houden shows van eigenge
maakte kleding. Leerlingen van een
kleine honderd industrie- en huishoud
scholen toonden van de week hun op
vattingen over de mode ter gelegenheid
van de 18e Internationale Huishoudbeurs
,n het RAI-gebouw te Amsterdam. Van
De Nederlandse regering heeft beslo
ten een Jongeren Vrijwilligers Program
ma tot bijstand aan de minder ontwik
kelde landen op te zetten. De minister
van buitenlandse zaken, mr. J. M. A. H.
Luns, heeft dit tjjdens een persconferen
tie in Den Haag meegedeeld.
Dan vraag je je in de eerste plaats
af wat men precies bedoelt met dat
„minder ontwikkeld". Geestelijke ont
wikkeling? Terwijl in de „meer ontwik
kelde" landen de kranten bijna dagelijks
berichten publiceren over „geestelijke
nood". Informeer maar eens bij de ver
schillende kerkgenootschappen. Het lijkt
dus enigszins zinloos een lachende, zor
geloze „onderontwikkelde" op te schepen
met de geestelijke chaos uit de „ont
wikkelde" gebieden.
Dat zal dus niet de bedoeling zijn. Dc
lichamelijke ontwikkeling? Wanneer ze
het daar net zo inrichten als hier zitten
ze er over vijftig jaar ook met tekorten
aan zwembaden, gymnastiekzalen, re
creatieterreinen, bossen, zon. Dan rotten
de gebitten van die kinderen ook weg
voor ze tien jaar oud zijn. Door de ont
wikkeling in onze wereld.
Dan zal dat dus ook niet de bedoeling
zijn. De technische ontwikkeling? „On
baatzuchtige hulp op agrarisch gebied, in
de woningbouw en de hygiëne", heeft de
minister gezegd. Vooral dat in de wo
ningbouw is een lachertje. Wanneer
de „onderontwikkelden" maar voldoende
technische hulp krijgen zal het niet meer
zolang duren of ze stichten fabrieken,
chemische fabrieken die het rivierwater
vergiftigen, automobielfabrieken, vlieg
tuigfabrieken en dan zal het niet lang
meer duren eer zij zelf nauwkeurig bom
men kunnen fabriceren. Grote en klein
tjes.
Het kost ons 800.000 gulden om 50 jon
geren naar de „onderontwikkelde" lan
den te sturen. Laten we hopen dat dit
bedrag van de defensiebegroting zal wor
den genomen.
Ontwikkeld of onderontwikkeld, het
lijkt een ingewikkelde zaak
de grote-mensen-mode treKKen ae tieners
zich niet zo heel veel aan. Ze dragen wat
ze willen, wat ze lekker vinden zitten of
wat hen onderscheidt van anderen. Op
de foto toont Wilhelmien Willems uit
Kerkrade een door haar ontworpen en uit
gevoerd strandpakje. Origineel is het
zeker, praktisch is het ook. Maar de
draagster rekent kennelijk niet op een
warme zomer.
DE WINKELIER STEMT LIJST
VIER las ik ten tijde van de gemeente
raadsverkiezingen op een aanplakbord in
een Nederlands provinciestadje. Hoewel
ik niet wist wat zich achter lijst 4 ver
school, is de slagzin mij bijgebleven
een duidelijk bewijs, dunkt me, voor de
werfkracht van het rijm. Dat onze
neringdoende middenstand daar eveneens
oog voor heeft, is mij duidelijk geworden
door de verhoogde alertheid die ik sinds
dien voor commerciële rijmen aan de dag
heb gelegd. Ziehier een greep uit mijn
oogst:
Eet ijs
van Denijs.
Dit is een elementair begin, aan te
vullen met talloze andere eenvoudige
voorbeelden („Koek van Hein, is steeds
fijn"; „Slager Mees, voor al uw vlees"
etc.), Aanmerkelijk oorspronkelijker is al:
Ruit genekt?
Wij komen direct.
Dit is in al zijn kortheid ontegen
sprekelijk een verrassende en effectrijke
boodschap. Toen ik haar las op een
bestelautootje met twee van die schuin
tegen elkaar opstaande houten raam
werken voor het vervoer van glasruiten
betrapte ik mij zelfs op de aandrang
mij spoorslags naar huis te begeven om
daar enig destructief glasgerinkel te ont
ketenen (voor mijn stelling over de werf
kracht zie boven). Mijn volgende voor
beeld stelt ons voor een probleem:
Brood van Vermaat
smaakt.
Hier is het de consument niet goed
duidelijk of bij de opsteller van de tekst
eigenlijk wel de bedoeling heeft voor
gezeten een rijm te vervaardigen, een on
duidelijkheid die frustrerend werkt.
Bovendien dringt zich de vraag op hoe
het brood van Vermaat smaakt. Een on
bevredigende tekst dus.
Bij ons volgende voorbeeld is de opzet
tot rijmen onmiskenbaar aanwezig, maar
de dichter is in zijn pogingen consequent
tekort geschoten. Ik vond het, gedrukt op
een visitekaartje, op de tafeltjes van
hotel De Kroon in het zuiden des lands,
en koester het als de parel van mijn ver
zameling:
Is het weer soms koud en nat
Er zijn aanwezig twee biljarts
Ook voor vergaderingen en feest
Slaag je bij „Kroon" nog steeds
Er is nog slaapgelegenheid voor
20 personen
En op alle kamers kan men water
;,i laten stromen.