6
WOENSDAG ï7 FEBRUARI 1963
w
Chinezen öeven de toon aan
m
Brits
Borneo
duizend jaar geleden voeren de eerste
emigranten uit het Hemelse maar hon
gerende Rijk in wankele prauwen naar
het groene en vruchtbare Borneo) zonk
terug op een minimaal welvaartsniveau.
De toenmalige regerehde sultan was ten
einde raad. Dankbaar aanvaardde hij het
aanbod van een oud functionaris der
Oost Indische Compagnie, de Engelsman
James Brooke, het land tot nieuwe
bloei te brengen. Brooke kreeg alle vol
machten om zijn doel te bereiken. Op
rigoureuze wijze roeide hij de zeeroverij
uit en als dank benoemde de sultan hem
tot radjah van Serawak. De blanke rad-
jah werd door de bevolking en vooral
door de Chinezen, op handen gedragen.
Toen hij stierf was geheel Noordelijk
Borneo vast in Britse handen. De eer
ste wereldoorlog ging onopgemerkt aan
het eiland voorbij maar in de jaren van
de Japanse bezetting was het zeer ru
moerig en.onveilig voor de Jappen.
De koppensnellers waren weer actief ge
worden en de inboorlingen, die tijdens
het Britse gezag hun lievelingssport niet
mochten beoefenen kregeen weer vrij
spel. Hoeveel Japanse hoofden er zijn
gevallen is niet bekend, maar zeker is,
dat menige invasie-soldaat is gevallen
onder het sluipmoordenaarszwaard der
koppensnellers. Zelf heb ik zo'n inge-
schrompeld mensenhoofd als trofee op 't
schild van een Dajakker ergens in het
woeste binnenland gezien,
Het leek er ép dat Brits Borneo een
oord van rust en welvaart zou gaan wor
den. De zgn. vrijheidsstrijders in het oer
woudrijk kregen geen voet aan de grond.
Tot hét moment, dat zij vanuit Indonesië
morele steun, geld en wapens kregen.
De herauten van Soekarno, die de on
rust prediken en die optreden in oranje
kleurige uniformen werden steeds dries
ter. Maar hun aantal bleef voorlopig
klein De bevolking en vooral de Chine
zen waren helemaal niet gediend van de
jungle-fighters die het gemunt hadden op
hun geld en goederen omdat zij zelf niet
wilden werken. Maar al te goed herin
nerde men zich de partisanenstrijd in de
oerwoedhel van Malaya, het buurland,
dat zich na harde, bijna uitzichtsloze
strijd ontworstelde aan de communisti
sche wurggreep.
Het zou struisvogelpolitiek zijn te ont
kennen, dat Borneo zich niet in een ge
deelte van de wereld bevindt, waar het
krachtveld zwaar geladen is en de ge
beurtenissen van de afgelopen weken
hebben bewezen, dat de Indonesiërs ook
hier in troebel water vissen. Zelf ont
moette ik in Jesselton, een inwoner van
Djakarta, die druk openbare gebouwen
liep te fotograferen en die mij in goed
Nederlands vroeg hoe de zaken in Ne
derland er bij stonden. ,,De Nederlan
ders willen de tijd tegenhouden," lachte
hij wat minachtend. „Je kunt de vloed
Door Wüko A. G M. Bergmans, die
vlak voor de troebelen in Broenei
uitbraken, enkele weken in dit
nieuwe krachtveld van de wereld
politiek verbleef en die tijdens zijn
zwerftochten door stad en land van
Brits Borneo o.m, kennis maakte
met enkele „herauten" van de door
Soekarno gesteunde vrijheidsstrijd
der Maleiers in dit oerwoudrijk.
Van Jesselton naar Broenei, waar de
verzetshaard van de vrijheidsstrijders ge
vestigd was, is slechts een half uur vlie
gen. In het sultanaat, dat onlangs het
centrum was van een explosie van onrust
zijn de Maleiers sterk in de meerder
heid. Het is een stad gebouwd op palen
en de meeste woningen staan half in het
water. De mensen leven op of aan de
zee met zijn delta's en savannen. On
voorstelbaar is de hygiënische toestand
waarin tientallen duizenden leven en toen
ik de mensen het -bad- en rioolwater zag
drinken, begreep ik waarom cholera en
tyfus in dit gebied zo'n prachtig broei
nest hebben. De Maleiers, die ik sprak
en die ik bezig zag aan hun werk wa
ren mij niet vijandig gezind. Zij waren
alleen lui en vies. Een van de leiders
der ondergrondse beweging, die zich te
genover mij bekend maakte, sprak vloei
end Engels en hij verklaarde: „Denk
niet dat macht of geweld de vrijheid kun
nen tegenhouden. Wij worden nu door de
Britten in de gaten gehouden, maar we
zullen hen verrassen. Wij hebben geld,
veel geld nodig. Rovers of bandieten zijn
wij niet. En wie money heeft zal ons
een deel van zijn rijkdom moeten af
staan, anders nemen we het met geweld.
Mijn mannen zijn verborgen in de rim
boe en zij dragen geïmproviseerde uni
formen. Wij zullen ons land van de over
heersers en de Chinezen onze aarts
vijanden en uitbuiters bevrijden. De
tijd zal komen, Hollander!"
Het spreekt vanzelf, dat de heraut zich
niet wilde laten fotograferen en hij ver
dween uit mijn buurt zoals hij was ge
komen. Plotseling en snel. Door een toe
foto boven links
Ling Beng Siew in zijn eenvoudig
kantoor, waar millioenen omgaan.
foto links
Tafereeltje in Broenei, de stad waar
de onlusten van onlangs een hoogte
punt bereikten.
foto boven rechts
Maleise arbeider van Ling Beng Siew.
ER HEERSTE EEN ERNSTIGE CHO-
LERA-EP1DEMIE in Brits Borneo, toen
ik onlangs met een vliegtuig van de Ma
layan Airways het op Groenland en
Nieuw-Guinea na grootste eiland ter we
reld was neergestreken. Bij mijn vertrek
uit Ceylon hadden de medische autori
teiten nauwgezet mijn gezondheidspapie
ren gecontroleerd en toen alles in orde
was bevonden, gaven zij mij de waar
schuwing mee: „Het is en blijft gevaar
lijk. Uw inenting tegen cholera is wel
iswaar nog niet verlopen, maar riskant
blijft het! U vertrekt op eigen risico..!"
Dat heb ik maar gedaan en het heeft
mij niet gespeten. De kennismaking met
Brits Borneo, het oerwoudrijk dat ik in
zijn volle breedte heb bereisd, was niet
alleen boeiend aan natuurschoon maar de
komende onrust was duidelijk te bespeu
ren. Nadat ik in de wachtkamer van het
vliegveld van Sibue 'n plaatsje van circa
dertigduizend inwoners op de splitsing
van de geweldige jungle-rivieren de Re-
jang en de Igan door een inlandse arts
opnieuw was ingeënt tegen de cholera,
ben ik met een pijnlijke arm het im
mense land der Da jakkers gaan verken
nen. Voor ik U ga vertellen over mijn
verrassende ontmoetingen op het eiland
van de koppensnellers, is het goed
„Borneo" eens aan U voor te stellen.
In 1531 zetten de eerste Europeanen
vaste voet aan wal op Kelemantan zoals
de bevolking van Borneo het eiland
noemt. Het waren een paar bemannings
leden. van de expeditie van Magelhaens,
die bezig was per zeilschip een reis om
de globe te maken. Het was op de ge
denkwaardige en laatste tocht van de
grote ontdekkingsreizigers (Magelhaens
stierf aan tyfus op de Philippijnen),
dat zijn opvolger op Borneo contact zocht
met de sultan van Broenei. Deze was
echter niet gesteld op de blanke indrin
gers en hij wilde hen niet eens zien.
Wel was hij genegen met hen door een
gat in een muur te praten. Het gesprek
verliep niet ongunstig en korte tijd la
ter hadden de Portugezen de eerste han
delsfactorij in Broenei. Sindsdien zijn de
„witte" mensen nooit meer uit Borneo
weggeweest. De Portugezen gingen.de
Engelsen kwamen.In de negentiende eeuw
was de macht van de sultans afgebrok
keld. Hij was het opperhoofd geworden
van een troep zeerovers, die hun gevaar
lijk maar zeer lucratief bedrijf in de
Zuid Chinese Zee uitoefenden. Handels
vloten begonnen de kust van Borneo te
mijden als de pest en in enkele jaren
tijds was de commerce tussen oost en
west volkomen dood. De eertijds zo wel
varende Chinese gemeenschap (meer dan
van de zee toch ook niet aan banden leg
gen. Jammer... jammer., er zijn nog zo
veel banden, die ons verbinden. We zijn
op de goede weg nu Nieuw-Guinea van
de kaart is geschrapt en West Irian
heet." De man, die voorgaf zaken in hen
nep te deen, richtte zijn dure camera op
het telefoonkantoor van Jesselton en ver
dween toen grijnzend.
val kwam ik later in contact met een
van de invloedrijkste Chinezen van Brits
Borneo, de houtvlottenkoning Ling Beng
Siew, die ik over mijn ontmoeting met
de vrijheidsstrijder vertelde.
Ling Beng Siew, die 36 jaar is en on
getwijfeld een van de rijkste mannen
van Zuidoost-Azië, keek ernstig toen hij
zei: „Wanneer de Maleiers eens wat min
der over politieke vrijheid spraken en wat
harder werkten om hun gezinnen te vrij
waren van honger en ziekten.I dan zou
Borneo het meest ideale land ter wereld
zijn. Maar de meesten zijn lui, gemak
zuchtig en inplaats van te werken net zo
als wij dit doen, gaat mijnheer op jacht
en laat hij zijn gezin verpauperen in de
hutten op het water. De Chinezen wor
den gehaat, dat weten we, maar die haat
komt voort uit jaloezie. Wij sparen onze
krachten niet. en sipds duizend jaar zijn
mijn voorvadéreh actief geweest in dit
land. dat ik als mijn enige vaderland be
schouw." Ling Beng Siew, vader van ze
ven zoons en twee dochters, was van me
ning dat de Chinezen en de Nederlanders
in hetzelfde schuitje varen.
„Jullie zijn er in Indonesië uitge
gooid", zegt hij zonder omhaal. „Maar
dacht je dat mijn rasgenoten het zo
makkelijk hebben daarginds. En nu wil
die Soekarno ook hier gaan intrigeren.
Of hem dat lukken zal? Is niet te ho
pen, want wanneer de Britten, de Hol
landers (ja hoor, onze technici, zeelie
den en planters doen het best in Broe
nei en omgeving) en de Chinezen ver
trekken. zal het oerwoud weer komen.
De lianen van de jungle zullen hun rech
ten hernemen en wie is daar de dupe
van. het volk, de Dajakkers met hun
vrouwen en kinderen. Het vleugje be
schaving zal spoedig verdwijnen en in
plaats van opbouw zal er een trieste
neergang zijn". De intelligente Chinees,
die een portret van Tsjang-Kai-Tsjek in
zijn kantoor had hangen, voerde mij
naar de grote rivier waar houtvlotten
kwamen aangedreven in de richting van
de zagerij. „Ik heb duizend mensen in
dienst. Behalve zaagmolens heb ik ook
rubberplantages. Mijn arbeiders delen
in de winst en er is nog nooit iemand
ontevreden bij mijn vandaan gegaan.
Jonge kerels met een goed verstand pik
ik uit mijn werkers en zij kunnen op
mijn kosten gaan studeren in Kuching
of Singapore. Mijn zoons zijn niet meer
dan deze jongens. Helemaal in de geest
van mijn gestorven vader laat ik scholen
bouwen. Mijn vader wgs een groot pio
nier.Met diepe eerbied sprak Ling
Beng Siew over zijn vader. En onder
wijl keek hij uit over het land, dat kolos
saal rijk is aan bodemschatten en hout.
„Wanneer we de kans hebben met mo-
dere middelen dit land bloot te leggen,
zal de wereld nog eens wat zien. Wij
prijzen ons gelukkig dat tal van Neder
landse schepen onze havens weten te
vinden. De K.N.S.M. en iedereen, die
e'èflijkê handel wil "drijveif ffiel^Brits
Borneo is welkom. Wannéér de intrigan-
ten en onrustzaaiers zich koest houden
zal het gezicht van Borneo totaal ver
anderen. Over vijf en twintig jaar ken
je het land niet meer terug. We heb
ben de mankracht', de energie, een on
uitputtelijke houtrijkdom en een „wegen
net" van goed bevaarbare rivieren. Bor
neo gaat een grote toekomst tegemoet
Hulp, talent en ervaring van buitenlan
ders kunnen we goed gebruiken, maar
in de eerste plaats moeten we op ons
zelf vertrouwen. Voor jullie, de Chine
zen uit het westen hebben wij echte
Chinezen groot respect.Ling Beng
Siew heeft naar hij mij onlangs schreef
de gevechten in zijn land overleefd. Zijn
brief was niet in mineur maar hier en
daar een tikkeltje teleurgesteld van toon.
„God geve" (Ling Beng Siew is net als
de meeste Chinezen in Noord Borneo me
thodist) zo schreef hij, „dat de plan
nen van Macmillan en Abdoel Rahman
van Malaya tot het stichten varf een
Maleise Federatie verwezenlijkt mogen
worden. Pas dan zal het volledig rustig
worden in Noord Borneo en zullen de
„herauten" van het leed, de brandstich
ting en vernieling, geen kansen meer
krijgen. Tot ziens in Rotterdam. Ik geef
je wel een telefoontje uit het Parkhotel
wanneer ik daar op doorreis naar Lon
den neerstrijk".
H