Muiterij op het Vrouwenschip
PHOTOKINA 1963
GOUDZOEKERS IN ALASKA
GEVEN DE HOOP NIET OP
Tante Patent en buurman Bezig
PANDA EN DE BEWOGEN BEWEGER
Verdwijnt de „volautomatische"
camera alweer van het toneel?
i
Ons vervolgverhaal
door Hen riek Binder
NU KOPEN
LATER BETALEN
O
DINSDAG 19 MAART 1963
9
Stormachtige ontwihheliing in
fototechnieh en camerabouw
Gezinscamera
Goedkoper filmen
Betere kleurenfilms
mr -
Rectificatie
.Volksprojectors
Felle concurrentie
PERSOONLIJKE LENING
84)
De hertog gaat waarschijnlijk als gou
verneur naar Nieuw Zuid-Wales. U
zelf zult in Port Jackson vrij zijn. De
hertogin verzocht me, U naar de
„Seventrue" te laten overgaan.
Ik heb het afgewezen, omdat ik
gisteravond meer wist dan de hertog.
Nunham is aan boord van de „Seven
true". De hertog zal het nog heel
moeilijk met hem krijgen, want ook
dokter Holbom heeft er de voorkeur
aan gegeven, met de „Seventrue"
mee te varen."
Maud stond op en reikte kapitein
Aitken de hand. „Ik zal uw goedheid
en beleid nooit vergeten, kapitein,"
zei ze bewogen.
„U bent natuurlijk van vandaag af
volkomen vrij op de „Julian." U kunt
heengaan waar u wilt en ik zal Nicol
de nodige instructies geven. Ik ver
zoek u alleen maar, uiterst streng
voor de meisjes te zijn. Mocht u nog
wensen hebben, dan kunt u altijd bij
mij terecht."
Een noodweer dat diezelfde avond
nog boven Kaapstad losbarstte, en in
de baai zeven schepen tot zinken
bracht, was helemaal naar Nicol's
hart. De storm, die in zijn hart woed
de, was niet minder hevig.
Uit die storm kwam twee dagen la
ter de „Guardian" als een wrak naar
Kaapstad, gesleept door een Ameri
kaans zeilschip. Het schip zag er ver
schrikkelijk uit: versplinterde mas
ten, een gebroken stuurwiel, de re
ling volkomen weggeslagen en de kiel
vol water. De „Guardin," een oorlogs
schip van vierentwintig kanonnen, dat
onder bevel stond van kapitein Port-
lock, die het opperbevel over beide
schepen voerde, moest langs dezelfde
route als de „Julian" een groot aan
tal belangrijke dingen naar Port Jack
son brengen. Nu hielp het door de
storm half verwoeste schip Nicol op
andere gedachten te komen.
De „Julian" moest het belangrijk
ste deel van de lading overnemen,
vooral meel, waaraan in de nieuwe
kolonie een dringende behoefte be
stond.
Gedurende de weken, dat Aitken
met de „Julian" voor Kaapstad lag,
had iedereen volop werk. Ook de
meisjes moesten meehelpen, de la
ding te stuwen.
Maar er kwam ook nog iets anders
bi] Aitken zag dat in Kaapstad een
reusachtige stapelplaats voor wol aan
het groeien was. Hij hoorde van de
onmetelijke kudden schapen, die de
steppen van het Kaapland bevolkten.
Hij dacht er niet lang over na, maar
kocht onmiddellijk drieënzeventig
moederschapen en twee bokken.
Het was een daad vap historische
betekenis, die van zeer veel belang
voor de ontwikkeling van Australië
zou worden.
In het benedendek werd een vroe
ger herderinnetje gevonden, dat met
het hoeden van schapen vertrouwd
was.
Zwaargeladen en tot in de onderste
kielruimen volgestouwd lichtte de
„Lady Julian" op de vijfde maart
1790 het anker, voor de laatste etappe
van de reis.
De „Seventrue" was een prachtig
schip, waarop het verblijf veel aange
namer was dan ot de „Julian". Het
was een van de nieuwste en sierlijk
ste snelzeilers die de Kroon bezat.
Alles op het schip draaide om de
hertog.
Dit hooggeplaatste personage had
allerlei zorgen en hij gaf zich niet de
minste moeite, om die voor zijn om
geving te verbergen.
De hertog vond het uiterst onaan
genaam, dat hij het lot van George
vermoedelijk in handen van Sir Phi
lip zou moeten leggen Hij kende Sir
Philip heel goed, en Sir Philip hem.
En daarom juist zou deze man alles
doen om de hertog niet door een goed
kope vriendendienst te verplichten,
evenmin als de hertog genegen zou
zijn, zo'n vriendendienst aan te ne
men.
George's lot was eigenlijk maar
een kwestie van uitstel en dit uitstel
was geheel afhankelijk van het feit of
de hertogin zou verklaren in Port
Jackson te wille' blijven of niet.
Als ze in Port Jackson bleven, dan
kon de hertog Nunham tot zijn per
soonlijke gevangene verklaren en op
de aankomst van de „Julian" wach- §1
ten. Dat waren dan twee maanden
die hij gewonnen had om Nunham g
voor de strop te bewaren. Maar als
ze niet in Port Jackson bleven, dan jjg
kon hij hem mee terugnemen naar
Londen. Dat betekende zes maanden s
uitstel. {g
Maar het bleef gelijk, of hij nu in s
Port Jackson of in Londen van de
muiterij vrij gesproken werd als
Geoge Nunham dreigde hem toch j=
de strop.
Het was begrijpelijk dat de hertog
reeds slechter gehumeurd werd, want H
hij zag geen uitweg. De enige, tegen
wie hij nog vriendelijk was, was Nun-
ham zelf. Maar Nunham was ook de
enige, die werkelijk genoot van de reis jg
met de „Seventrue". George was
steeds opgeruimd, uitgelaten zelfs, en s
na enkele dagen al had hij zich de
hele bemanning tot vriend gemaakt, §j
Vooral de matrozen waren geestdrif-
tig over hem. George was immers op-
gegroeid met de taal, die door het
zeevolk gebruikt werd. Hij kon in al- g
le dialecten vloeken en lachen. g
Op een morgen lag de toverachtige
baai van Port Jackson voor hen In g
het licht van de opgaande zon gleed
de „Seventrue" dat reusachtige wa- §g
terbekken in, waaraan nu de stad
Sydney ligt.
„We blijven", zei de hertogin, toen g
.ze de baai zag.
„Is dat je vaste besluit?" vroeg de g
hertog.
„Ik hoop ook het jouwe," zei de s
hertogin. „Dit is immers veel meer g
dan we verwachtten." g
De hertog nam George apart en
keek hem ernstig aan: „Ik houd u op
de „Seventrue," zei hij, „als mijn g
personlijke gevangene. We zullen g
wachten tot de „Julian" er ook is.
Daarna zullen we wel verder zien." g
George maakte een buiging. Het g
volgende ogenblik draaiden beiden
zich verbaasd om: het enige kanon g
van de citadel loste een saluutschot g
en de vlag van het koninkrijk ging g
omhoog. Uit het wachthuis, aan het g
strand, kwam een halve compagnie g
soldaten, die keurig in het gelid het g
geweer presenteerden. g
Aan 't strand stond Sir Philip Mar-
gate hen op te wachten.
De hertog was verbaasd: hij kwam g
hier voor Sir Philip toch alleen maar g
als passagier. Sir Philip kon immers g
niet weten, dat de hertogin pas en- g
kele minuten geleden besloten had, in g
Port Jackson te blijven.
Maar toen Philip de hertog en de g
hertogin begroette, werd het raadsel g
opgelost: Lord North had een Oostin- g
dië-vaarder opgedragen, .een atftweg
langs Port Jackson 'te maken. Zijn g
plan stond al sinds maanden va.st, de g
hertög op de gouverneurspost te krij- jg
gen. En dus had hij Sir Philip ge- g
schreven, dat hij met de „Seventrue' g
de hertog als gouverneur van de nieu- g
we Britse nederzetting kon verwach-
ten. g
HOOFDSTUK LIV
Sir Philip was een vijfenzestig jaar M
oude heer, die oprecht blij was met g
de komst van de hertog, want als g
commandant van de citadel kwam hij g
niet ver met het beheer van de kolo- g
nie. De Engelse regering had tot nu g
toe niet begrepen wat een kostbare g
grond ze bezet hield, en er was eigen- g
lijk geen dag, waarop Sir Philip ging g
slapen zonder op de onbekwame re- g
gering te vloeken. Maar nu zou dat g
allemaal anders worden.
De jonge nederzetting was elfhon- g
derddertig koppen sterk, achthonderd
gevangenen en driehonderd soldaten, g
Bovendien nog dertig officieren en g
ambtenaren, de dokter inbegrepen. g
Gedurende de afgelopen twee jaren s
hadden de gevangenen al een twee g
mijl brede strook woest oerwoud, ach- g
ter de baai veranderd in vruchtbare g
grond. Zestig blokhutten stonden aan g
de noordelijke rand van de neder- g
zetting, iedere hut had een stukje g
grond waarop een aardig tuintje was g
aangelegd, benevens gereedschaps- en g
voorraadschuren.
Voor die blokhutten werden nu bed- g
den, tafels en stoelen in elkaar ge-
timmerd. De gevangenen werkten als g
bezetenen sinds ze gehoord hadden, g
dat er een transport meisjes onderweg g
was, met wie ze zouden kunnen trou-
(Wordt vervolgd
KEULEN, maandag Nu de Photokinda 1963 de eerste stormloop van pers en
publiek achter de rug heeft, is de beurt aan de handel. Maandag, dinsdag en
woensdag zijn namelijk „handelaarsdagen" waarop in principe slechts inkopers
toegang hebben. Donderdag tot en met zondag a.s. zijn dan weer publiekdagen,
wat het voordeel heeft, dat het zakendoen in een rustige sfeer kan plaats hebben,
terwijl toch iedereen aan zijn trekken komt.
Na alle technische Photokina-
bespiegelingen even een lachertje:
twee platen uit „De lachende ca
mera", de vrolijkste show van de
twaalf bijzondere foto-exposities in
de Keulse jaarbeurshal 3.
OVER DE voornaamste nieuwtjes heb
ben wij zaterdag al bericht. Zij staan alle
in het teken van de voortschrijdende auto
matic en dat geldt voor het geheel
aanbod op deze foto-wereldbeurs. Een be
langrijke nieuwe tendens duidt op terrein-
verlies voor de volautomatische fototoe
stellen, die in 1960 op de vorige Photo-
kina het marktbeeld beheersten. Daar
naast is in de laatste tijd de verbeterde
halfautomatische camera op de voorgrond
getreden: toestellen waarbij de fotograaf
weer zelf kan ingrijpen in de keuze van
de belichtingstijd, waarbij het diafragma
dan automatisch aangepast wordt. Vele
amateurs prefereren dit nieuwe type bo
ven de „volautomatiek" omdat men daar
bij volledig in het duister tast omtrent de
lensopening en de sluitertijd, waarmee
zulk een toestel gelieft te werken. De des
kundigen voorspellen zelfs dat de volauto
matische camera geheel van het toneel
verdwijnen zal.
De camerafabrieken hebben deze ont
wikkeling uitgebuit voor het lanceren van
twee volstrekt nieuwe cameratypen: de ge
zinscamera en de halfautomatische sy
steemcamera. De gezinscamera heeft het
voordeel, dat iedereen ermee overweg
kan. Moeder-de-vrouw kan er automatisch
mee fotograferen, haar meer technisch of
artistiek-aangelegde zoon kan de automa-
titek uitschakelen en alle instellingen naar
eigen wens regelen.
Het tweede type, de automatische sy
steemcamera, maakt deze nieuwe vinding
ook interessant voor de vakman. Voor hem
heeft de fotoindustrie een aantal toestel
len gebouw I, waarbij de voordelen van de
ze „selectieve automatie" (vrije tijden
keus met automatische diafragmasturing)
ook op de wisselobjectieven (groothoek- en
telelenzen) behouden blijven, terwijl ook
instelling „met de hand" onder alle om
standigheden mogelijk blijft. De automati
sche camera, destijds speciaal voor de be
ginnende amateur ontwikkeld, zal dan ook
in de toekomst steeds meer toegepast wor
den in de vakfotografie.
IS BIJ HET FOTOTOESTEL de. belich-
ngsautomatiek min of meer een kwestie
yan bgjdlsiifKscomfort, bij", de, Sma 11 iinroa4
me'ra wsrdt «zij steeds meer een noodza
kelijkheid om tot geslaagde opnamen te
komen, bijvoorbeeld bij het „panoramise-
ren" een filmisch expressiemiddel bij
uitstek van een felverlichte scène naar
een schaduwpartij. Kenmerken voor de
jongste ontwikkeling op dit gebied is de
smalfilmcamera met belichtingsmeting
door de „zoomlens". Deze heeft het voor
deel, dat bij het veranderen van de brand
puntlengte steeds dezelfde beeldhoek ge
meten wordt die de lens omvat.
Naast de superklasse die alle accessoi
res en extra-mogelijkheden ingebouwd heb
ben, is er ook een groeiend aanbod van
eenvoudiger en billijker smalfilmcamera's,
dat zich op de man met de smalle beurs
richt. Veelal ook met een simpele belich
tingsautomaat uitgerust en daardoor ook
voor de beginneling goede resultaten ga
randerend, kunnen deze toestellen een be
langrijke rol spelen bij de popularisering
van het filmen. Vooruitlopend op deze ont
wikkeling zijn opnieuw een groot aantal
industrieën (waaronder diverse dit tot
voor kort alleen fototoestellen produceer
den) met grote energie in de cine-fabricage
gedoken.
frequentiebereik en meer mogelijkheden
voor speciale akoestische effecten.
De ontwikkeling op het terrein van de
kleurenfilm heeft de laatste tijd tot be
langrijke verbeteringen van het produkt
geleid. Vele nieuwe kleurenfilms hebben
tegenwoordig een contourscherpte die tot
voor kort onbereikbaar leek. Ook de kwa
liteit van de jdeurenweergave is verbe-
terd, evenals de algemene gevoeligheid
(die voor sommige merken bijna verdub
beld is). Belangrijker nog is de belich
tingsspeelruimte van diverse color-omkeer
films. Was de grens tussen een mislukte
opname en een voltreffer vroeger slechts
plusminus een kwart blende, met het nieu
we materiaal kan men een vólle stop over
belichten (soms nog meer) en toch prima
dias of smalfilms verkrijgen!
OOK HET KLEURIGE papierbeeld
totnogtoe stiefkind van de kleurenfotogra
fie, heeft aanzienlijke verbeteringen on-
11*1
Een onduidelijke telefoonverbinding
met Keulen was er de oorzaak van,
dat in ons Photokina-verslag van
zaterdag (onder het hoofdje „Nou
veautés") enkele fouten waren afge
drukt. De laatste zin onder „Rolleiflex"
luidde: „Rollei-Mutar" voor alle Rol-
leiflexen voor afstandsbediening tot
300 meter". Dit had moeten zgn: „Rol-
lei-motor.... etc." Onder „Agfa"
stond o.m.: ,twce nieuwe 8 mm
200 m.-smalfilmreflexcamera's". Dit
moest zijn: twee nieuwe 8 mm.
zoo m-smalfilmreflexcamera's". Ten
slotte, onder „Kilfitt": „Een 66 spiegel
reflex met verwisselbare lenzen en
sluiter tot 0,05 sec." Hier had moeten
staan: „Een 6«x 6 spiegelreflex,
etcmet spleetsluiter tot 1/500
9f
Ook bij de smalfilmprojectoren gaan de
eenvoudige uitvoeringen terrein winnen.
Diverse „volksprojectoren" worden- voor
een vrij redelijke prijs zelfs al met
zoomlenzen en met automatische filmin
voering geleverd, die een einde maken aan
het gehannes met het inbrengen van de
film via de sprockets en spoeltjes. Voor
de superfilmers zijn er nieuwe geluidspro
jectors en koppelapparaten voor de band
recorder. Da laatste oplossing is niet
slechts de goedkoopste maar biedt veelal
ook een betere geluidskwaliteit, een groter
ÖeVj^a'^nteh eerste wat betreft het ne
gatiefmateriaal (dunner en scherper),
maar ook door vereenvoudiging en ra
tionalisering van de afwerkprocédé's,
waardoor anderzijds de prijzen van de
kleurenfoto's gedrukt konden worden.
Daarnaast wint de kleurige papierafdruk
van color-omkeerdia's waarvoor tegen
woordig al verscheidene procédé's be
staan aan betekenis.
DE PHOTOKINA 1963 weerspiegelt be
halve deze nieuwe tendenzen ook de moor
dende concurrentie in de internationale
foto- en cine-industrie. Van de 604 expo
santen (in 1960:550) zijn bijna de helft
(44,1 percent) buitenlandse firma's, maar
waarover de Duitsers zich vooral zor
gen maken dat is over het Japanse aan
bod, dat thans met 33 merken ter beurze
verschenen is en wat erger is ook
met een collectie nieuwigheden die van
grote inventiviteit en kwaliteit getuigt.
Nog is i'.e Duitse Bondsrepubliek de groot
ste producent en exporteur van foto
apparatuur en materialen, maar de Ja
panners hebben zich een debiet verwor
ven dat zich van jaar tot jaar uitbreidt.
En daarachter doemt dan nog een hele
rij van landen op, die ook een gooi naar
de Duitse uitvoermarkten wagen. Toch
hebben de Duitsers hun land en ook
hun Photokina wederom wijd geopend
voor alle concurrentie. De V.S. zijn ver
tegenwoordigd met 63 exposanten, Frank
rijk met 55 firma's, Engeland en Zwit
serland beide met 30, Nederland met elf
en vele andere. De Keulse beurs is dan
ook het trefpunt geworden van alle vak
mensen, amateurs en nieuwsgierigen. In
1960 boekte zij 217.000 bezoekers uit 107
landen; ditmaal zal zij stellig het halve
miljoen halen.
Herman Croesen
ANCHORAGE (Reuter) Hoewel de
sneeuw in de bergen van Alaska nog
meters hoog ligt, staan de goudzoekers
al voor de vijftiende maal klaar om de
hergen in te trekken, leder jaar weer,
tegen de tijd dat de dooi inzet, trekken
hoopvolle avonturiers naar de berg San-
ford in Midden-Alaska om daar te gaan
zoeken naar het wrak van een vliegtuig
uxicirin volgens de geruchten voor ver
scheidene miljoenen dollar aan goud
ligt. Het is in maart 1948 tegen de
4.940 meter hoge top van de berg, die
320 km ten oosten van Anchorage ligt,
te pletter gevlogen.
HET VLIEGTUIG was eigendom van de
Northwest Oriental-luchtvaartmaatschap-
pij en was onderweg van Sjanghai naar
New York. Op de hele route was maar een
obstakel van die hoogte, en daar vloog
het tegenop. De dertig passagiers kwamen
om het leven. Hoe het ongeval zich heeft
toegedragen is nooit bekend geworden. Het
vliegtuig gleed volgens ooggetuigen na de
botsing tegen de berg meer dan 600 meter
omlaag voor het in een afgrond tot stil
stand kwam en uitbrandde. Niet lang
daarna verspreidde zich het gerucht dat
zich aan boord van het vliegtuig een be
langrijke goudzending, de koopsom voor
een tanker en het loon van de bemanning
van deze tanker, bevonden had. Aanvanke
lijk zwegen de autoriteiten en functiona
rissen van de luchtvaartmaatschappij hier
over, maar later ontkenden zij dat er goud
aan boord zou zijn.
DE GOUDZOEKERS blijven echter op
timistisch en volhardend. De laatste vijf
tien jaar zijn zij er steeds weer op uitge
trokken om het wrak te bereiken, maar
niemand is daar nog in geslaagd. Een van
hen kwam met behulp van aluminium lad
ders tot op 90 meter van de nog zichtbare
staart, maar hij moest het opgeven. Ver
scheidene zoekers werden gewond bij val
partijen, maar steeds weer zijn er nieuwe
kandidaten voor de legendarische goud
schat.
Advertentie
NEDERLANDSCHE MIDDENSTANDSBANK N.V
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
UHISSJll.
FEATURES SYNDICATE
20. „O Buurman Bezig," zei tante Patent, „wat
onvoorzichtig dat u zomaar uit het ziekenhuis bent
weggelopen. En oonog zonder gips! Hoe voelt u
zich nou?" „Ik voel me prima," zei Buurman Bezig.
„Ik ben blij dat ik even bij u thuis ben gekomen
'om eens rustig met u teOuwe lelijke nachtpit!"
schreeuwde hij plotseling. „Wat zegt u nou?" vroeg
tante Patent. Maar toen volgde ze zijn blik. Op tafel
zat het mens. „Zuster Kliviariep tante Patent
met trillende stem. „Ga dadelijk wegbrulde
Buurman Bezig, „ouwe winterpeen! Gore stoomtuf-
fer. Stuk rattekruit! Ga je weg!" „Hi, hi
riep zuster Klivia met haar schorre stem. Wee
wee! Uilen en raven over u en uw ganse geslacht
tot in lengte van dagen!" „Adder! Schrale brand
ladder! Gootmakreel!" gilde Buurman Bezig. „Met
schelden komen jullie niet verder," zei tante Patent
sussend. „Zou er niet wat meer begrip'kunnen heer
sen tussen u beiden? Kom, geef elkaar de hand en
laten we alles eens redelijk uitpraten." Maar Buur
man Bezig luisterde niet. Hij stond op en kwam drei
gend op zuster Klivia af. Met zijn volle gewicht sprong
hij op haar.met het resultaat dat zuster Klivia
dwars door de muur verdween als een schim.
tW.tUIWMUiuumsw'
62. „Geef patiënt Brakkeput nog een poeder, zuster
Ali," sprak dokter Geestemelker bezorgd, „hij heeft een
inzinking. Hij heeft een roersel gezien." De geneesheer
wachtte tot de overspannen beambte het heilzame poe
der had geslikt en vervolgde op kalmerende toon: „Ont
span je, arme lijder, en zeg mij langzaam na: „Roerse
len bestaan niet. Het zijn waanvoorstellingen van agen
ten, die rust nodig hebben." Voordat brigadier Brakkeput
deze heilzame woorden kon herhalen, werd de deur van
de ziekenzaal krachtig opengeworpen door commissaris
Vleesjager. „Dokter, ik heb onmiddellijk mijn agenten
nodig!" riep deze, „ze moeten deze arrestant opsluiten!
Het is een gevaarlijke misdadiger! Hij maakt roerse
len!"