Vreugden en verdriet van liet weekend* toerisme T I -Disco discoucs h "k~~ De Mroimdl, waar Parijs op is gebouwd, schoof jaar 4000 km. omhoog m fc, „Bouwspelement" NEGEN MUZEN f*' ZATERDAG 2 3 MAART 1963 Erbij PAGINA 1W EG éÈk Rob du Bols T-'l 'm MEER VRIJE TIJD, meer geld om uit te geven, sneller vervoer en de zucht om mee te doen zijn de grote stimu lansen voor het snel groeiend toerisme, dat nieuwe hotels doet verrijzen en in winkels de kassa's laat rinkelen. De moderne mens is hard op weg terug te keren tot het zwervend bestaan van de nomade, zo lijkt het althans, want het klopt niet met de werkelijkheid. De stedeling in het westen van Nederland bijvoorbeeld blijft maar liever thuis, tenminste op zijn weekeinden. Een onlangs ge houden onderzoek in Amsterdam, Rotterdam, Hilversum en Zaandam heeft getoond, dat ongeveer vijftig percent van de bevolking de zondagochtend thuis blijft; zondag middag is dat percentage ongeveeer 35. Daar staat tegen over dat 26 percent er 's zondags op uittrekt om de vrije dag buiten de woonplaats door te brengen. Die mensen trekken er dan in de regel al vroeg op uit, ze snellen de drukte vooruit. Men gaat vooral in dié steden naar buiten, waar de omgeving aantrekkelijk is. Om Rotterdam is nu niet zo heel veel te beleven, daarom blijven de meeste bewoners van de Maasstad (tachtig percent) thuis, tegen zestig percent van de Hilversummers die in het Gooi meer mogelijkheden voor recreatie hebben. U-9 MEN ZOU NU DENKEN, dat het voortdurend groeiende autopark in Ne derland de meeste mensen er wel toe zou brengen verder weg te trekken dan vroeger toen zij nog met openbare ver voermiddelen moesten reizen. Dat blijkt echter in het geheel niet het geval te zijn. De bezitters van motorvoertuigen worden zoals bekend alleen maar gemakzuchtiger. Zij blijven dicht bij hun woonplaats, ongeveer 75 percent van de autobezitters die 's zondagsmid dags naar buiten gaan blijven binnen een straal van dertig kilometer. De Rijksdienst voor het Nationale Plan die dit in 1956 gedane onderzoek nu pas publiceert, is daarom van mening, dat verdergaande motorisering van het ver keer de problemen alleen nog zal ver groten. Men gebruikt zijn wagen om la ter van huis te gaan, als tijdsbeparend middel dus en in plaats van spreiding in de tijd te veroorzaken leidt'het auto- toerisme tot concentratie. Daarmee wordt de behoefte aan recreatiegebie den juist om de grote steden nog drin gender. HET THUISBLIJVEN hangt nauw samen met de leeftijd: oudere mensen blijven meer thuis. Vrouwen zijn meer aan hun huis gebonden dan mannen Ruim 20 percent van de bevolking der vier steden gaat 's morgens naar de kerk. Er zijn echter ook nog wel an dere oorzaken voor het thuisblijven te vinden. De staatssecretaris voor econo mische zaken, drs. F J. W Gijzeis, heeft onlangs een nota aan de Tweede Kamer gezonden over het toerisme. Als men daarin leest dat in 1960 onge veer één miljard gulden door binnen- en buitenlandse toeristen is uitgegeven (en dat was een jaar met een slechte zomer) dan begrijpt men, dat velen lie ver de eigen woonplaats verkiezen bo ven een tocht naar buiten in de file van auto's. De staatssecretaris verwacht dat in 1970 het toerisme 2 miljard zal opbrengen. De toeristen gaan natuur lijk meer uitgeven, maar ook hun aan tal zal nog stijgen. TERECHT WIL MEN een spreiding in tijd en ruimte bereiken en daartoe een grotere propaganda gaan voeren. Maar of dat veel zal helpen blijft de vraag. Men zou haast zeggen, de en quête van het Nationale Plan wijst in een geheel andere richting. Op zondag ver weg gaan met de auto is voor ve len een probleem. Het rijden is in de drukte geen plezier op zondagen ge beuren de meeste ongelukken en er blijft weinig tijd voor de recreatie op JIII!l!lllllllll!llllllllllllll!!lllll!!l(ll!IIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIilllllll!lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll||illl||||||||||||lll|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||jjj DE SERENADE OPUS 24 voor klarinet, viool, altviool, cello, man doline, gitaar en zangstem van Arnold Schönberg is een bijzonder boeiend werk en dat niet alleen door de hoge kwaliteiten, die dit betrek kelijk onbekende stuk tot een van de hoogtepunten uit Schönbergs oeuvre maken, maar ook door de historische plaats die het inneemt in de ontwikkelingsgang van deze wet gever der moderne muziek. Het stuk is namelijk geschreven in 1923, in de tijd dus dat de componist schoorvoetend begon de door hem ontwikkelde twaalftoonstechniek in praktijk te brengen. De serenade is dan ook nog niet, zoals de onmiddel lijk erna gecomponeerde pianosuite, volledig dodekafoon, het is veeleer een werk dat de problemen, die de componist voor het componeren met de serie van twaalf tonen voorzag, probeerde voor te bereiden. De twaalf toonstechniek speelt een rol, maar wordt nog niet echt toegepast. De serenade ts dan ook het eerste werk na jaren waarin de componist zich weer met de klassieke vormge ving tevreden stelt: het toonhoogte probleem woog nog zo zwaar, dat hij zich met andere problemen, speciaal met dat van de vorm, niet ook bezig kon houden. Dat geeft aan de ene kant het stuk een enigzins hybridisch karakter, aan de andere kant is het werk mede hierdoor voor de muziek liefhebber die zich met Schönbergs kunst nog weinig heeft bezig ge houden een van de meest toegan kelijke uit diens oeuvre. De plaat die het Londense Melos-ensemble onder leiding van Bruno Maderna van het werk maakte is dan ook in de aandacht van het muziekminnend publiek sterk aan te bevelen, ook al omdat de uitvoering, op enkele klei nigheden na, voortreffelijk is en de kwaliteit van de opname alle lof verdient. ONZE LANDGENOOT Evert van Tright heeft met de Wiener Sympho- niker onder Bernard Paumgartner een opname gemaakt van het derde hoboconcert in g klein van Handel, die in Philips' serie Musikalische Edelsteine op 45 toeren is uitge bracht. Helaas is er over deze op name weinig goeds te vertellen, want dit hoboconcert behoort niet VANDAAG worden besproken opnamen van het Melos Ensemble onder Bruno Maderna met de Serenade van Schönberg (Londen l'Oiseau Lyre OL 250). van de Wie ner Symphonlker onder Bernard Paum gartner met medewerking van Evert van Tright in het derde hoboconcert van Han del 'Philips 400 249 AE), van het Orchestre des Concerts Lamoureux onder Roberto Benzi met Nikita Magaloff als solist in het eerste pianoconcert van Chopin (Philips «10119 VR) en van de bariton Gérard Sou zay en de pianist 'alton Baldwin in Schu berts Winterreise (Philips A 02254/55 AL) tot de beste uitingen van Handel, de Wiener Symphoniker spelen be trekkelijk plichtmatig, Evert van Tright blijkt niet geheel tegen zijn virtuoze partij opgewassen en de opnamekwaliteit is niet slecht, maar ook niet bijzonder goed. DE PIANIST Nikita Magaloff is een bekend en gevierd virtuoos, die stellig uitstekend piano kan spelen Dat dit nog geen garantie is voor een goede uitvoering van een piano concert blijkt uit zijn uitvoering van het eerste pianoconcert van Chopin Magaloff heeft van dit concert merk waardige opvattingen, die ons echter doen vermoeden dat zijn kijk op Chopin een oppervlakkige is. De tempi liggen dan weer te hoog in de virtuoze delen, dan weer te laag als het erom gaat Chopins ken nelijk veronderstelde sentimentali teit in het licht te stellen. Roberto Benzi geeft met het Lamoureux orkest een begeleiding die weinig kan redden. Dat ligt evenwel niet aan Benzi, maar aan het feit, dat de orkestpartij eigenlijk weinig belang rijk is. De opname is technisch goed TENSLOTTE DAN NOG de op name die de Franse bariton Gérard Souzay met Dalton Baldwin aan de vleugel maakte van Schuberts Win terreise. Het is wonderbaarlijk, hoe deze Fransman zich altijd weer in iedere taal en in iedere stijl thuis blijkt te voelen: zijn Duits is onbe rispelijk, zijn gevoel voor Schubert is feilloos, zoals het dat ook is voor Debussy of voor Bach of voor welke muziek dan ook. Daarbij is deze Winterreise zeker een van zijn best- gelukte opnamen: Souzay zingt de vierentwintig liederen zo fascine rend, dat men vaak vergeet, dat de pianobegeleidingen van Dalton Bald win niet helemaal het hoge peil van de zanger evenaren. Op de vierde plaatkant heeft men ter complete ring acht liederen uit „Schwanen- gesang" opgenomen, die de indruk ken van de Winterreise nog eens be vestigen. Ook technisch is dit twee tal platen buitengewoon fraai. ïïiniiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiijr STELT U ZICH EENS een bord hete brei voor, de oppervlakte borrelt, stijgt en daalt door de hitte, die binnenin de massa gevangen zit. Ver gelijk dat bord hete brei dan met een segment van het aardoppervlak. Ook hier doen zich stijgingen, dalingen en verschuivingen voor; ook de aard korst, die wij toch „vaste grond" noe men, is in beroering geweest. Maar dit alles heeft plaats gehad volgens geologische tijdsbegrippen. Zo heeft bijvoorbeeld de grond waar nu Parijs ligt 500.000 miljoen jaar nodig gehad om als bovenste aardlaag 2.500 mijl naar het noorden te verschuiven. Deze veronderstelling over de topografische vorming van de aarde, zowel te land als op de bodem van de zee, werd onlangs geopperd in het gebouw van de Unesco te Parijs door dr. Roger Revelle, wetenschappelijk adviseur van het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken en directeur van het Scripps Institute of Oceanography te La Jolla, Californië. DEZE HYPOTHESE vormde het sluitstuk van een lezing, die dr. Re velle hield ter herdenking van Anton Bruun tijdens de tweede zitting van de Intergouvernementale Oceanografische Commissie. Dr. Bruun, die 13 decem ber 1961 overleed, was de eerste voor- ziter van deze commissie en leider van de Deense „Galathea"-expeditie, die als eerste de bewijzen leverde van leven in de diepste diepten van de ocea nen. Onderzoekingen aangaande de oor sprong van de aarde zijn ter zee veel gemakkelijker te doen, omdat hier slechts een waterlens de wetenschappe lijke waarnemer aan de oppervlakte scheidt van de diepere aardlagen, die de verklaring moeten geven van ver schijnselen uit de vroegste tijden. „De aarde onder de zee verschilt fundamenteel van de diepere aardlagen van het vaste land", zo betoogde dr. Revelle. „Het vaste lanc' bestaat uit betrekkelijk lichte rotsmassa's van de aardkorst als reusachtige compacte me talen vlotten aan de oppervlakte van een enorme bevroren hoogoven. Onder het zeeoppervlak bevindt zich echter slechts een dunne metaalschuimlaag over de zwaardere massa's van de aardkorst". NA DEZE TOELICHTING gaf dr. Re velle een kort overzicht van de ont wikkeling van de oceanografische me thoden na de tweede wereldoorlog en de daardoor geleverde bijdragen tot de kennis van onze planeet. Dankzij precisie-dieploden bijvoor beeld is het mogelijk geworden een be gin te maken met het in kaart bren gen van de oceaanbodem. Een zware opgave, want het gaat hier om 70 pet van het aardoppervlak, terwijl de ove rige 30 pet toegankelijke vaste grond eigenlijk nog betrekkelijk kort geleden werd gekarteerd. De ruggegraat van de oceaan WE WETEN NU dat „het midden van de oceaan" niet het diepst en het verst verwijderd is. De grote oceanen worden min of meer in tweeën gedeeld door een hoge onderzeese bergrug. De gedeelten met de diepste troggen in de aarde bevinden zich tegenwoordig langs de kusten van het vaste land. In de Stille Zuidzee bijvoorbeeld vormen de ze groeven als het ware een rand om de oceaan. Deze wetenschap gaf aan leiding tot de convectie-theorie. m.a.w dat de warmtestuwing-stroom een rol speelt in de vorming van de aardkost. Met behulp van een convectie-maquette toonde dr. Revelle zijn gehoor aan, dat de aardkorst op sommige plaatsen naar omlaag wordt getrokken en elders om hoog wordt gestuwd. Daarna gaf dr. Revelle een verklaring voor dit ver schijnsel. Aangezien het warmtegelei- dingsvermogen van de rotsen in de aardkorst gering is, kan de hitte, die op grote diepten ontstaat, slechts ont snappen door een opwaartse beweging van hete gesteenten. Hieruit volgt, dat de hitte-stroom het hoogst is boven de toppen van de bergrug in het midden van de oceaan en het laagst boven de diepe troggen. Om deze theorie te be wijzen, werd de „Spencer F. Baird" uitgerust, een omgebouwde zeesleper, die dr. Revelle beschreef als „een van die kleine met olie bedekte ongerieflijke scheepjes, waarop oceanografie bedre ven wordt". De Baird had een lier, die wel iets weghad van een onderdemaat- se sloep op een achtersteven en die ge bruikt werd om meetapparaten voor de warmtestroom te laten zakken tot op een diepte van 5000 meter. Deze ap paratuur bestond uit een lange speer met twee thermisters. die twee meter van elkaar op de speer waren gemon teerd. Wanneer de speer in de zeebo dem werd geplaatst kon men dus het temperatuurverschil op twee hoogten waarnemen. Aan de hand van de re sultaten van dit werk in de Stille Zuid zee kon dr Revelle aantonen, dat de warmtegeleiding veertig maal hoger is boven de ruggen dan boven de troggen DANKZIJ ONDERZOEKINGEN van een geheel andere aard kon hij de convectie-theorie nog meer kracht bij zetten. Voor de kusten van Noord- Amerika heeft men in de Stille Zuid zee een aantal breuken ontdekt, die zich tot 2000 mijl uit de kust uitstrekken. Oceanografen hebben ter zee kunnen constateren, dat aan het eind van iedere breuk wijzigingen in het mag netische veld van de aarde optreden. De magnetische waarnemingen aan het andere eind van de breuk stemmen niet overeen en dit wijst erop, dat grote stukken van de zeebodem niet alleen gebroken zijn, maar ook langs elkaar zijn geschoven. Dr. Revelle scheen nu te gaan goochelen. Wanneer de stukken honderden mijlen konden worden verplaatst pasten ze. Met an dere woorden, er hadden zich langs de ze breuken grote verschuivingen in de aardkost voorgedaan, soms zelfs tot over een afstand van 700 mijl. „Hier door aldus dr. Revelle —is het vraagstuk aangaande continentale stroom een kleinigheid feworden". Adelaide's thuisreis TENSLOTTE BESTEEDDE dr. Re velle aandacht aan het werk van prof. P. S. M. Blackett Van de Londense Universiteit. Prof. Blackett is een spe cialist in paleomagnetische waarneming, d.w.z. de bestudering van de magne tische velden van gesteente uit ver schillende tijdperken. Door de oriënta tie te bestuderen van de magnetische kristallen in die rotsen, kan hij ze ge bruiken al§ kompassen om hun geo grafische ligging in het verleden te be palen. Deze studies tonen aan, dat geduren de de laatste 500.000 miljoen jaar de grond waar Parijs op is gebouwd 2,500 mijl noordwaarts is opgeschoven, en die van Denver 1,500 mijl. Delhi, dat „snel ler" reisde, bewoog zich 2,500 mijl naar het noorden in 150 miljoen jaar, ter wijl Adelaide in Australië naar het zuiden verschoof, maar daarna terug keerde naar haar oorspronkelijke plaats van 300 miljoen jaar geleden. Deze uitslagen ondersteunen eveneens de convectie-theorie, maar dit blijft slechts theorie. „We moeten nu met be wijzen aankomen", besloot dr. Revelle. „Momenteel zijn wij detectives zonder een corpus delicti, want wij hebben slechts de bovenste tien meter van de aardkost onderzocht. Ik hoop, dat bin nen de komende tien jaar vanaf een do zijn schepen boringen tot honderden meters diep in de zeebodem zullen wor den gedaan. de plaats van aankomst. Slechts tien percent van de stadsbevolking trok er de gehele zondag op uit, en vijf 'per cent het gehele weekeinde. Misschien wordt dit een veelvuldiger voorkomend verschijnsel als het inkomen verder ge stegen is, zodat men financieel beter in staat is om vrijdagavond of zater dagochtend weg te trekken en pas zondagavond weer thuis te komen. Maar het weer zal ook hier van be tekenis zijn evenals sportwedstrijden en de televisie-uitzendingen. WE MOETEN MEER INZICHT heb ben in het snel wisselend patroon van vrijetijds- en vakantiebesteding, zegt de staatssecretaris en het lijkt een goed plan om meer onderzoekingen te gaan doen. We kunnen de ontwikkelingen niet op hun beloop laten, want de mo derne mens moet niet het gevoel heb ben in het toch al zo volle Nederland opgesloten te zitten. En die situatie dreigt te ontstaan als niet tijdig ge poogd wordt regulerend in te grijpen. Men zal vooral het toerisme aan de kust moeten spreiden, want de kust lijn is wel heel wat langer dan het stuk waar het toerisme zich op concentreert. Thuisblijven is uitstekend als het op basis van vrijwilligheid geschiedt en de stedeling er volkomen tevreden mee is. Voelt hij zich er echter toe genoopt, dan komt hij ook in zijn vrije tijd niet los van de „druk van zijn omgeving", hetgeen tot psychische onrust kan lei den. Het is nodig dat de mens zichzelf in rust en stilte kan beleven. Het ge motoriseerde vervoer blijkt daartoe nu juist geen mogelijkheid te bieden, zo als de zaken nu staan. Spreiding in ruimte en tijd zal men alleen dan kun nen bereiken als men de motieven die tot het wegtrekken leiden, kent. Daar voor is onderzoek nodig. Moeilijker is het die motieven zo 1e veranderen, dat de structuur van het toerisme zich wij zigt. W. Langeveld Vrijdag 29 maart zal in het Seinpost Theater te Scheveningen de première van de kleurenfilm „Bouwspelement" worden gegeven, die in opdracht van werkgevers en werknemers in het bouwbedrijf en met hun medewerking is vervaardigd onder regie van Char les A. Huguenot van der Linden. De vertoningsduur van de film is 18 mi nuten. Voorafgaande aan de première zullen door Mies Bouwman de prijzen behorende bij de prijsvraag „Wij Bou wen" worden uitgereikt. De prijsvraag werd in november 1962 uitgeschreven onder de werknemers en leerlingen in het bouwbedrijf ter ge legenheid van het gereedkomen van de 1-miljoenste naoorlogse woning. In to taal kwamen bijna 11.000 oplossingen binnen. Een jury van vier leden heeft onder toezicht van notaris mr. C. H. C. M. Martens de oplossingen beoordeeld en de 70 beschikbare prijzen toegewezen. Deze prijzen zijn vier jeugdprijzen ter waarde van 100, 200, 300 en 400 en voorts 50 prijzen ter waarde van 100, 10 prijzen ter waarde van 500, 2 prijzen ter waarde van 1.000, een prijs ter waarde van 2.000, een prijs ter waarde van 3.000, een prijs ter waarde van 5.000 en als hoogste prijs: een woonhuis ter waarde van f 25.000. Oscar Peterson. Het Oscar Peterson- Trio zal, versterkt door gasttrompettist Roy Eldridge, op zaterdagavond 6 april a.s. een concert geven in de Scheveningse Kurzaal en vervolgens een nachtconcert in het Concertgebouw te Amsterdam. Het is meer dan drie jaar geleden dat deze be faamde Amerikaanse jazzmusici voor het laatst in ons land te horen waren. Hun impresario is Paul Acket. „Les Compagnons de la Chanson". „Les Compagnons de la Chanson" zullen in april een korte tournee door Nederland maken en daarbij op 9 april optreden in het gebouw voor K. en W. in Den Haag, op 10 april in de Rivierahal in Rotterdam en op 11 april in het Concertgebouw in Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 16