R FILATELIE f Het vlindervangertje 1: Dammen m m. Toneelbrief uit Wenen i ZATERDAG 23 MAART 1963 Erbij PAGINA V 1 - -- V-f Ifcfr1' - I» M r wm, HÜ ÜI .MM.. B. Dukel M. van Doorninck v OOST-DUITSLAND. Ter gelegen heid van de Voorjaarsbeurs te Leipzig is eeyi serie van drie waarden uitgege ven met afbeeldingen van gebouwen in deze stad. Op de 10 pf. (groen en zwart) fl ïpftii'r,;:5?irlss! Lu? t a#*iSiBeiaaBiwiaiBM!-«Sr s. -i 'ii'aVs' "k'Ï Mïï lijij fl {1-5" 14H if i) J rt 15 S ai l-' fl |y:S4 Ji 31i ifRjIlUsNiJiltaïê :,4 ziet men het Barthels Hof (17481872). op de 20 pf. (rood en zwart) het nieuwe stadhuis en op de 25 pf. (blauw en zwart) de klokketoren-torenhuis aan de Karl Marx-Platz. De zegels zijn ontwor pen door Dietrich Dorfstecher uit Oost- Berlijn. ANTILLEN. De postadministratie van de Ned. Antillen geeft binnenkort de I volgende bijzondere postzegels uit: a. j een anti-hongerzegel met een toeslag i van 10 cent die een zwarte opdruk van een korenaar op een gewone frankeer zegel van 20 cent met het opschrift Tegen de honger toont, b. een zegel met het borstbeeld van Carlos Piar in de waarde 20 cent (zwart en vermiljoen) en c. twee zegels ter gelegenheid van het IVe Caraïbische congres voor Gees telijke volksgezondheid (van 17 tot 23 april a.s.). De zegel van 20 cent (don kerblauw en okergeelgeeft de figura tie van de „Family Relationship" weer en die van 25 cent (lichtblauw en rood, draagt het Egyptisch kruis.als embleem van de Geestelijke volksgezondheid. Alle zegels zijn gedrukt bij Joh. En schedé en Zonen te Haarlem. FRANKRIJK. De Franse posterijen ge ven op 22 maart a.s. een postzegel van 0.50 fr. uit in het kader van de anti hongeractie van de Voedsel- en land bouworganisatie (F.A.O.) van de UNO De zegel vertoont een van honger uit geputte oude vrouw die haar handen naar drie korenaren heft. Het ontwerp en de gravure zijn van René Cottet. DENEMARKEN brengt op 21 maart een anti-hongerzegel ter waarde van 35 öre in omloop, waarop een korenaar en de zon voorkomen. De zegel is ont worpen door de Deen Mads Stage en graveerd door de Zweed Czeslaw Slania. ITALIË. Ter herinnering aan het feit, dat vijfhonderd jaar geleden de filosoof der renaissance Giovanni Pico della Mirandola (14631494) werd ge boren is een postzegel van 30 lire (lei grijs) verschenen met zijn portret. GROENLAND. Ter vervanging van de koerserende zegels met het portret van koning Frederik IX zijn de volgen de frankeerzegels verschenen: a. koning Frederik IX in Anorak in de waarden 20, 25, 30, 40, 50 en 80 öre en b. met de afbeelding van een ijsbeer in de waarden 1, 2, 5 en 10 kronen. ZUIDSLAVIE. Een anti-hongerpost- zegel in de waarde 50 dinars (bruint zal op 21 maart verkrijgbaar worden gesteld met als voorstelling een koren aar en het embleem van de UNO. JAPAN. De Japanse posterijen bren gen op 21 maart een anti-hongerzegel van 10 yen, die de wereldbol, waarom heen de woorden Freedom from hunger met daarnaast het embleem van de F.A.O. vertoont. ARGENTINIË. De honderdvijftigste verjaardag van de slag van Salta is filatelistisch herdacht door de uitgifte van een postzegel van 2 pesos (groi I De zegel vertoont het monument „20 februari", dat in de stad Salta werd opgericht. Er zijn twee miljoen exem plaren gedrukt. ZWITSERLAND. De jaarlijkse pro- nagnndazegels zullen op 21 maart in circulatie worden gebracht. De reeks bestaat uit zes waarden. De 5 rp. is gewijd aan het 50-jarig bestaan van de Zwitserse padvindersbond, de 10 rp. aan het 100-jarig bestaan van de Zwit serse Alpen-club, de 20 rp. aan het 50- iarig bestaan van de Lötschbergspoor- weg, dé 30 rp. aan de anti-honger cam- igne van de F.A.O., de 50 rp. aan het euwfeest van het Rode Kruis en noo en 50 rp. aan de eerste internationale iostconferentie te Parijs in 1863. Afge beeld zijn respectievelijk een verken ner, het embleem van de Alpen-club. het Luegelkjinnviadukt, drie korenaren met tekst, het jubileumsembleem van het Rode Kruis en het Hotel des Postes te Parijs. SNIJDEN De meeste spelers weten tegenwoordig wel, dat men met acht hoge troeven samen (zonder de vrouw) in principe op de vrouw moet snijden. Dit berust op de eenvoudige regel, dat wanneer men vijf kaarten ener kleur mist deze op z'n gunstigst 3 2 bij de tegenpartij zijn verdeeld en dat er 3 kansen tegen 2 zijn, dat de vrouw bij de driekaart zit. Soms kan men er goed aan doen eerst eens aas of heer te spelen de vrouw zou sec kunnen zitten. Die speel wijze moet men echter weer nalaten als men daardoor de kans zou opgeven twee maal te kunnen snijden op de vrouw. Hier van een voorbeeld uit toernooispel: B 9 3 0? A 5 O B 10 4 H B 10 8 2 8 9HV97 O A H 9 8 3 954 W O V 5 4 2 10 8 6 4 7 6 2 A 3 Zwart: 2, 3, 5, 6, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24. Wit: 27, 28, 31, 32, 33, 35, 38, 39, 40, 42, 43, 45, 47, 48, 49, 50. Mef wit aan zet geven wij de voorkeur aan 39-34. Na 31-J26 moet zwart met 2-8 vervolgen met volkomen gelijke stand. 16) 31-26 12-17. 17) 47-41. Nu kan 17-22 volgen, waarna wit niet 28x17 11x31 36x27 23-28 32x12 21x32 38x27 en met 24-30 35x24 20x36 met winst voor zwart. Is het dus het beste, dat zwart met 17) 17-22 zich vrij maakt zonder nadelige gevolgen, het was juist de foutzet en het verlies van de partij toen zwart met 17) 2-7 vervolgde. 18) 41-37 17-22? 19) 26x17 22x31. 20) 37x26 11x22. 21) 28x17. Wit staat stuk voor. 16-21? 22) 17-12 7-11. 23) 26x17 18x7. 24) 39-34 11x22. 25) 33-29 24x33. 26) 38x27 en zwart gaf, met twee stukken achter, op. Hier volgt nog een partij uit dit jeugd- toernooi. KEES PIPPEL OOOOOOOOOOCOOOCyyXlOOOOCÓOOCOOOOiXXXJOCX^OOOOOOOOOOOOOOOCXX: A H 10 8 7 O B 3 2 O V 5 V 7 6 Zuid gever, OW kwetsbaar. Biedvèrloop: zuid eei schoppen - west doublet - noord redoublet - oost twee harten - zuid en west pasten - noord twee schoppen - oost en zuid pasten - west drie harten - noord drie schoppen - allen pasten. Het drie-schoppen eindcontract van NZ was juist - en de kwetsbare OW konden moeilijk verder bieden. West speelde ruitenaas voor en toen oost daarop afsignaleerde met ruiten twee, speelde west hartenheer na; subtiel spel zou zijn die hartenheer aan west te laten, doch de leider liet hartenaas op tafel nemen en meteen harten naspelen om tot een aftroefslag van zijn derde harten te kunnen komen. West kwam met harten vrouw aan slag, incasseerde vervolgens ruitenheer en speelde toen harten na die noord moest introeven met 'schoppen drie. De tafel (noord) had nu nog twee schop pens over; als zuid het contract wilde maken, moch,t hij géén slag meer in troef verliezen. Uit noord werd schoppenboer gespeeld oost legde klein (met vier troe ven tegen is het dekken zeer slecht, daar west niets in schopoen kan hebben) en zuid ging „in trance". Om „de kans mee te nemen" dat de schoppenvrouw bij west sec zou kunnen zitten, nam hij tenslotte de boer over met schoppenheer en ving slechts de schop penzes bij west. Zuid vervolgde met kla ver, oost nam klaveraas en speelde klaver na waardoor noord aan slag kwam. Nu volgde de schoppen negen van tafel oost klein, en zuid nam over met de tien. De snit gelukte maar het succes was nihil, daar oost schoppenvrouw en vijf over had, zodat hij altijd nog een troefslag moest maken. Eén down. De goede speelwijze was geweest, direct de schoppenboer te laten lopen (snijden). Dit Was gelukt en hierna had noord schop pen negen kunnen spelen, overnemen met schoppen tien in zuid en daarna troefaas en ook troefheer vlotweg spelen- oost maakt dan géén troefslag. Enals west nu troefvrouw sec had gehad, vraagt u? Wel lezer, dan was u één down gegaan; maar ik vraag u*— indien oost vier schoppens heeft en west slechts één, hoe gróót is dan de kans dat die éne kaart de vrouw is? Als u zegt 1 kans op 5, hebt u het vraagstuk goed opgelost en begrijpt u tevens, waarom u met dichte kaarten moet snijden. Dat is een reken sommetje, waarvoor geen bijzondere brid- gekennis nodig is. Bridgevraag dezer week: fZuid) A H 8 4 3 9 H 9 7 4 <>5 H10 8 Oost gever, allen kwetsbaar. Biedver- loop: oost een ruiten - zuid doublet - west past - noord een harten - oost drie ruiten - wat moet zuid doen? Antwoord elders op deze pagina. DC5^^^X30OOO^^TOOOOOO^^^XX)C)OC^^^DOOOoÓ^^^)OOO0OÖ Zwart: 5, 8, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 23, 29. Wit: 28, 30, 31, 32, 34, 38, 39, 40, 43, 45. In deze stand aan zet vervolgde wit met 1) 39-33? waarna zwart op meesterlijke en geniale wijze de partij in zijn voordeel be sliste. 1) 12-17. 2) 33x24 18-22. 3) 38-33 of? 13-18. 4) 24x2 23-29. 5) 34x21 16x49. 6) 28x17 49x8. 7) 2x10 en 5x14 waarna zwart op tempo wint. Een juweel van een afwikkeling! K. PIPPEL OOOOOOC'Doorwv"OC>*x^^- V/, 3DOOOOOOOOOOOOOOOOC T. SIJBRANDS Zwart: 3, 5, 7, 8, 9, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 25, 26. Wit: 27, 28. 32, 33, 34, 35, 37, 39, 40, 42, 43, 45, 47, 48. 49. In deze stand was de 13-jarige veelbe lovende CDA'er Sijbrands met wit aan zet. Overzichtelijker en veiliger was 43-38. Toen de ondernemende Sijbrands de uitval naar 22 nam, ontwikkelde zich het vol gende spel: 1) 28-22 7-11. 2) 33-28 20-24. 3) 42-38 5-10. 4) 38-33 10-14 5) 48-42 12-17. 6) 42-38 24-30 7) 35x24 39x30. 8) 33-29? 30-35. 9) 49-44. Leuk is op 9) 38-33 35x44 49x40 14-19 43-38 en zwart wint door 25-30 19-23 17x28 en de vreemde slag 21x14. 9) 18-23. 10) 32x10 17x28. 11) 32x23 21x41. 12) 47x36 15x4. Nu is een zetje voor zwart mogelijk naar 6 door 23-18 34-30 en 43-38 Het zetje verliest. 13) 38-33 11-17. 14) 29-24 17-21. 15) 34-30 25x34. 16) 40x29 21-27. 17) 43-39 13-18. 18) 32x12 8x17. 19) 45-40 en met een verrassend offer bracht Kees de partij tot winst. 27-32 38x27 17-21 winst. de vraag, hoe zwart nog een winstpoging kan wagen. De zwartspeler vond er zo waar iets op, namelijk 1) c4-c3! Op deze verrassende wijze komt de c-pion nader bij het promotiedoel. Wit mag na melijk niet slaan, omdat hij na 2) Tc3:? Kb2 de promotie van de a-pion niet meer kan beletten. Vandaar 2) Kf7-f6 Iets beters is er niet, maar thans is er, door de opmars van de c-pion, een principieel ver schil met de diagramstelling ontstaan. De zwarte koning kan nu namelijk wél naar boven wandelen 2) Kal-b2! 3) Tc7- b7t Kb2-a3. 4) Tb7-a7t Ka3-b3. 5) Ta7-b7t Kb3-c4t Deze manoeuvre was zojuist nog niet mogelijk. 6) Tb7-c7t Onvoldoende is natuurlijk 6) Ta7 wegens c2 en één van de pionnen loopt door. 6) Kc4-b5! De pointe. De koning loopt de toren zover tegemoet dat deze geen schaak meer kan geven. 7) Tc7-b7t Kb7-c6 (Ka6 gaat nóg vlugger). 8) Tb7-a7 c3-c2. 9) Ta7-a8 Kc6-b7 en wit gaf het op. Dit was het verloop van het slot der in 1962 in de U.S.S.R. gespeelde partij LivenRakitin. Knap werk van de zwartspeler, om de winst voor het bord te vinden. Kende hij wel licht de volgende studie, welke J. Berger in 1888 componeerde? ^ooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc ...wyy/.y 3ÓÓÖ^^)0000(^^^OD<XX50d^^^C)0000^^^X3000C5C Wit: Kg6, Ta8. Zwart: Kcl, pion a4-c2. Zwart aan zet wint. Er zijn twee verschil len met de vorige stand: 1) hier staat de c-pion voorop; 2) de witte koning staat iets dichterbij. Deze verschillen leiden, na een identiek begin, tot geheel nieuwe verwik kelingen. 1) a4-a3! Bekend! 2) Kg6-f5! Kcl-b2. 3) Ta8-b8+ Kb2-c3. 4) Tb8-c8t Kc3-b3. 5) Kf5-e4! Ziehier de nieuwe mogelijkheid. 5) Tb8t leidt tot ons uit dia gram I bekende varianten, bijvoorbeeld 5) Ka4. 6) Tc8 (of 6) Ta8t Kb5 7) Tc8 a2 enz.) a2. 7) Ke4 Kb5. 8) Tb8t Kc6. 8) Ta8 Kb7 en wint. Na de sterke tekstzet gaat het niet meer zo gemakkelijk verder. Het plausibele 5) a2? is namelijk onvol doende voor de winst, omdat na 6) Kd3! de witte koning een belangrijke rol 'gaat spe len Zie a) 6)alD. 7) Tb8f Ka3. 8) Ta8t Kb2. 9) Tal: remise, b) 6) Kb4. 7) Tb8t Kc5. 8) Ta8 en zwart moet nog zelfs op passen om niet te verliezen. 8) clD! 9) Tc8t Kb4! 10) Tel: Kb3 en zwart houdt, nét remise. 5) Kb3-b2! Zeer verras send. Nu de witte koning op de e-lijn staat, gaat de zwarte terug, omdat hij zich aan stonds, op die e-lijn, aan schaakjes kan onttrekken. 6) Tc8-b8t Kb2-c3. 7) Tb8-c8+ Kc3-d2. 8) Tc8-d8t Kd2-el! Ziehier de pointe. Wit kan geen schaak meer geven Onvoldoende ware 8) Ke2 wegens 9) Tc8 a2?? 10) Tc2:t en wit wint. 9) Td8-c8 a3-a2. 10) Tc8-h8 c2-clD en wint. Wellicht meent de lezer, die het voren staande aandachtig heeft bestudeerd, dat hij de geheimen van dit genre eindspel nu doorgrondt. Hij toetse deze mening aan onderstaande opgave: De 15-jarige hbs-leerling Kees Pippel in IJmuiden is 2 maart jongstleden jeugd kampioen van Noord-Holland geworden. In de paasweek zal Kees in Apeldoorn uit komen in de strijd om de nationale jeugd- titel. Wij verwachten, dat Pippel hoge ogen zal gooien. Hieronder de beslissende partij tegen Splunteren, die door de IJmuidenaar ge wonnen werd. Wit: Pippel; zwart: Splunteren. 1) 33-28 18-23. 2) 31-27 12-18. 3) 37-31 17-21 4) 31-26 20-24. 5) 26x17 11x31. 6) 36x27 7-12. 7) 34-30 6-11. 8) 41-36 1-6. 9) 39-33 12-17. 10) 30-25 14-20. 11) 25x14 9x20. 12) 44-39 4-9. 13) 46-41 10-14. 14) 41-37 8-12. 15) 37-31 17-21. Stand na de vijftiende zet. SPLUNTEREN OOOOOOOOOOOCOOOOOCXDOOODOOOOOOOOOCOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOC X y/////// y//Auiï y//////A. s soooooooooooooooooococoooooooooocooooocooocioqc, EINDSPELFINESSES I De finesses van het schaakspel komen vooral in het eindspel tot hun recht. Het komt dan vaak aan op een enkel tempo, een schier onzichtbare nuance, een ver borgen detail. Vandaar dat grootmeesters gewoonlijk een vérgaande vereenvoudiging in het middenspel niet uit de weg gaan, indien hun daarna een minimaal eindspel voordeeltje resteert. Want juist in het eind spel manifesteert zich een krachtsverschil het best. Deze maal willen wij het bovenstaande illustreren met enige toreneindspelen. XX3000000000000000000000000000000000000000000C ER LIEP EEN klein jongetje over de grote heide. Een jongetje met een heel groot net in de hand. Het was vlindernet, want het ventje wilde vlin ders vangen om die dan te gaen ver kopen aan een heel knappe professor. De ouders van het jongetje waren erg arm en ze vonden het daarom heel fijn als hij 's avonds thuis kwam met een paar dubbeltjes. Soms waren er zelfs wel kwartjes bij, maar alleen als Frans, zo heette hij, een heel mooi gekleurde vlinder bij de professor had gebracht. Vandaag kon hij maar geen vlinder in zijn net krijgen. Hij had er pas één gezien, maar die fladderde zo hoog dat Frans er niet bij kon komen al was hij ook twee keer zo groot geweest. Een beetje somber liep hij verder over de grote hei, want hij wist dat zijn moeder juist vandaag het geld zo hard nodig had om er eitjes van te kopen voor zijn zieke vader. IHet jongetje zuchtte diep en slofte moe verder, maar ineens..wat flad derde daar? Daarachter die grote struik was dat een vlinder? Het kon bijna niet. Frans had nog nooit zo'n vlinder gezien. Het dier was wel vijf keer zo groot als de grootste vlinder die hij ooit gevangen had en had schitterende kleuren, die weerkaatsten in het zon licht. Haastig liep de jongen naar de struik en hield zijn net al vast in de hoogte om er de prachtige vlinder zo snel mogelijk in te vangen. „Als ik die naar de professor breng", dacht de jongen, „dan geeft hij er me vast wel een gulden voor en misschien zelfs wel meer. NU WAS HIJ VLAKBIJ het dier en kón zijn ogen bijna niet geloven. Nee, zoiets moois had hij nog nooit van zijn leven gezien. De vleugels leken wel van goud gemaakt en het lijf van zuiver zilver. De kop was vuurrood en leek wel een edelsteen die de jongen eens in de stad achter het raam van een heel mooie winkel had gezien. Met trillende handen stak Frans zijn net in de hoog te en ging er heel heel langzaam mee naar de vlinder. Hij liep op zijn tenen om maar geen lawaai te maken. Op eens. daar kletste het net naar be neden. Net te laat. Langzaam fladder de de wonderlijke vlinder weg „Jammer", fluisterde de jongen en weer liep hij achter het mooi gekleurde dier. Maar telkens als hij dacht dat hij de vlinder bijna had, vloog hij nog juist weg. Het werd al later en later en de jon gen lette niet meer op de weg. Hij keek alleen nog maar naar de vlinder en toen hij hem na uren nóg niet had, kwamen er grote tranen in zijn ogen Nóg eens probeerde hij het, maar toen het weer niet lukte om de vlinder te vangen, barstte Frans opeens in snikken uit. Hij was zo moe geworden van het van gen en hij had zo gehoopt zijn moeder blij te maken. Maar ineens klonk er naast hem een heêl lieve stem die zei: „Huil toch niet m'n jongen, het is hier tóch veel te X '/777/7/. 'f' -^^qqq0qqOOOOO'*iO'*XY~)OOOr7*/~irv^~v~^'^'~^r >OOOOOOOOOOOOOOl"ïOOOOOOC PIPPEL Wit: Kf7, Tc7. Zwart: Kal, pion a2-c4 Kan zwart aan zet winnen? .Gewoon" gaat het niet. Zie bijvoorbeeld 1) Kb2. 2) Tb7t en zwart komt niet verder. Gaat hij met de koning naar de c-lijn, dan volgt 3) Ta7 en de koning moet weer terug: pro beert hij 2) Ka3. 3) Ta7t Kb3. 4) Tb7t Ka4. 5) Ta7f dan lukt het evenmin. Blijft Wit: Kb7, Tc7. Zwart: Kcl, pion a5-a7-c2. Wit aan zet. Hoe loopt het af? Oplossing volgende week. Mr. Ed. Spanjaard •uapieq :uba uaop poq apuaSrpaouiuBB jaq aifuefsui aisraa ui faoui pjoou ua uap.iooA\iuB a; ua; -jsq uaa sfqaajs tuo iooui af si jads ua H V 5 1 9 O S 9 8 A db SA» :piaaqaooA[iq do uap -aiq uafaotu uapiBq aaAvj pjoou jez aifenfis uaAagag ap ui qjaaq umunuiui uaaS fiq sjb uapaiq faoui uapiBq uaa UBp aaaui pjoou isp JS'ioa aapuB ua uaa un 'p-iooAAfue -a3 fjaaq uapisq uaa apaouuB 7m pjoou aaquBBM 'uapieeqaup aup ua suaqna aatA faui ;jaaq pds uaa pjoou fep 'jBBqquap sjiaz st fan 'uapaiq (uaf-ieq jbta :ubb;s feet) uafjBq aup uaaS ua uassed qoo uep jaiq faoui jaiadspinz aa 'uCiz af fjaoq pjaas -eqa§ fqoejq ataqua uaaS do ua fsaa/Aag st uaSuoMpaS poq saaufjBd fep 'uajjasaq af paoS ptnz fuatp ratfenfis aqf;ta3jap ui :qaaM jazap SeeJAaSpuq do pjooMfuy (Vervolg van pag. 3) zonder meer, de overgang te groot en dus haalde hij met hulp van gast- decoratrice Bauer-Ecsy het histori sche toneel wat naderbij door ander zijds het 18e eeuws balcon tot over de (onmisbare) „Rampe" door te trek ken. Een stijl caprice met in het al tijd geïnteresseerde Wenen nogal uit eenlopende reacties. En wij denken hier aan de critiek op een uit de kap beur teling nederdalend bladerdak en licht kroon, waarrftee de blote hemel uit Shakespeare's tijd de ontwerpers le lijk in hun hemd liet staan. Wat ons betreft: het zij de combinatie Haugk- Bauer graag vergeven in deze niet vol ledig consequent te hebben kunnen zijn! mooi om te huilen!" Verschrikt droog de Frans zijn tranen en toen hij opkeek zag hij een beeldschone vrouw naast zich staan... Maar hij zag nog meer, de heide was verdwenen en in plaats daarvan waren ze bij een groot meer en midden in dat meer lag een schitterend wit kasteel. Om het meer was bos, een groot bós. Wat schrok hij, want dit had hij nog nooit gezien. „Waar ben ik?", riep hij angstig en de mooie dame antwoordde: „Je bent bij de vlinderkoningin," en het leek wel of haar stem opeens heel treu rig klonk. „Daar in dat witte kasteel woon ik met al de vlinders die er op de heide over de velden en in de bossen flad deren. In dat kasteel worden mijn vlin ders geboren en als ze oud zijn komen ze er om te sterven. Maar nu is hét kasteel bijna leeg. Er woont in de stad een geleerde man die koopt van een klein jongetje al de vlinders die hij vangt. De geleerde man maakt die vlinders dood en prikt ze dan op een stuk karton..." NU ZWEEG DE VLINDERKONIN GIN en ze keek Frans ernstig aan. Hij kreeg een kleur van schaamte en op eens begon hij weer te huilen. „Ik, ik verdien centen voor mijn moeder", snik te hij, „mijn vader is al zo lang ziek en.Huilend vertelde hij alles aan de vlinderkoningin en deze luisterde heel aandachtig naar hem en toen hij klaar was zei ze: „Je bent een lieve jongen. Luister, als jij me belooft geen vlinders meeri te vangen, dan zal ik jè een paar kruiden mee geven waarvan je vader meteen beter wordt. Beloof je me idat?" Frans knikte snel met zijn hoofd, want omdat hij nog steeds huil de kon hij geen antwoord geven. Toen haalde de vlinderkoningin vanuit de plooien van haar kleed twee zakjes. „Kijk", zei ze, „geef deze zakjes aan je moeder. In het een zitten de krui den en in het ander korreltjes goud daar kan ze nieuwe kleren en eten van kopen." Ineens was de vlinderkoningin verdwenen en toen de jongen om zich heen keek zag hij, dat hij weer aan het begin van de heide stond. ,',Heb ik nu gedroomd?" vr.oeg hij verbaasd, maar in zijn handen hield hij de twee zak jes. Nu rende Frans zo hard hij maar kon naar huis en om nog harder te kunnen lopen wierp hij zijn vlindernet in de struiken, want dat ding had hij toch niet meer nodig. De vader van de jongen was de volgende dag al beter en na een week kon hij weer werken. Van het goud kocht de moeder allemaal kleren en eten en Frans kreeg van het goud dat over was een nieuwe fiets. Zo was iedereen weer blij; de vlinderkoningin, de vader en de moeder van Frans en Frans zelf. Alleen de professor was niet blij, want nooit meer kwam er een jongetje bij hem aanbel len om vlinders te brengen en om ze zelf te vangen, ja, daarvoor was hij te geleerd JAN NELISSEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 19