R
FILATELIE
f
Het vlindervangertje
1:
Dammen
m m.
Toneelbrief uit Wenen
i
ZATERDAG 23 MAART 1963
Erbij
PAGINA V
1 -
--
V-f
Ifcfr1'
-
I»
M r wm, HÜ ÜI .MM..
B. Dukel
M. van Doorninck
v
OOST-DUITSLAND. Ter gelegen
heid van de Voorjaarsbeurs te Leipzig
is eeyi serie van drie waarden uitgege
ven met afbeeldingen van gebouwen in
deze stad. Op de 10 pf. (groen en zwart)
fl ïpftii'r,;:5?irlss! Lu?
t a#*iSiBeiaaBiwiaiBM!-«Sr s.
-i
'ii'aVs' "k'Ï Mïï lijij fl {1-5"
14H if i) J rt 15 S ai l-'
fl
|y:S4 Ji 31i ifRjIlUsNiJiltaïê :,4
ziet men het Barthels Hof (17481872).
op de 20 pf. (rood en zwart) het nieuwe
stadhuis en op de 25 pf. (blauw en
zwart) de klokketoren-torenhuis aan de
Karl Marx-Platz. De zegels zijn ontwor
pen door Dietrich Dorfstecher uit Oost-
Berlijn.
ANTILLEN. De postadministratie van
de Ned. Antillen geeft binnenkort de
I volgende bijzondere postzegels uit: a.
j een anti-hongerzegel met een toeslag
i van 10 cent die een zwarte opdruk van
een korenaar op een gewone frankeer
zegel van 20 cent met het opschrift
Tegen de honger toont, b. een zegel met
het borstbeeld van Carlos Piar in de
waarde 20 cent (zwart en vermiljoen)
en c. twee zegels ter gelegenheid van
het IVe Caraïbische congres voor Gees
telijke volksgezondheid (van 17 tot 23
april a.s.). De zegel van 20 cent (don
kerblauw en okergeelgeeft de figura
tie van de „Family Relationship" weer
en die van 25 cent (lichtblauw en rood,
draagt het Egyptisch kruis.als embleem
van de Geestelijke volksgezondheid.
Alle zegels zijn gedrukt bij Joh. En
schedé en Zonen te Haarlem.
FRANKRIJK. De Franse posterijen ge
ven op 22 maart a.s. een postzegel van
0.50 fr. uit in het kader van de anti
hongeractie van de Voedsel- en land
bouworganisatie (F.A.O.) van de UNO
De zegel vertoont een van honger uit
geputte oude vrouw die haar handen
naar drie korenaren heft. Het ontwerp
en de gravure zijn van René Cottet.
DENEMARKEN brengt op 21 maart
een anti-hongerzegel ter waarde van
35 öre in omloop, waarop een korenaar
en de zon voorkomen. De zegel is ont
worpen door de Deen Mads Stage en
graveerd door de Zweed Czeslaw
Slania.
ITALIË. Ter herinnering aan het
feit, dat vijfhonderd jaar geleden de
filosoof der renaissance Giovanni Pico
della Mirandola (14631494) werd ge
boren is een postzegel van 30 lire (lei
grijs) verschenen met zijn portret.
GROENLAND. Ter vervanging van
de koerserende zegels met het portret
van koning Frederik IX zijn de volgen
de frankeerzegels verschenen: a. koning
Frederik IX in Anorak in de waarden
20, 25, 30, 40, 50 en 80 öre en b. met
de afbeelding van een ijsbeer in de
waarden 1, 2, 5 en 10 kronen.
ZUIDSLAVIE. Een anti-hongerpost-
zegel in de waarde 50 dinars (bruint
zal op 21 maart verkrijgbaar worden
gesteld met als voorstelling een koren
aar en het embleem van de UNO.
JAPAN. De Japanse posterijen bren
gen op 21 maart een anti-hongerzegel
van 10 yen, die de wereldbol, waarom
heen de woorden Freedom from hunger
met daarnaast het embleem van de
F.A.O. vertoont.
ARGENTINIË. De honderdvijftigste
verjaardag van de slag van Salta is
filatelistisch herdacht door de uitgifte
van een postzegel van 2 pesos (groi I
De zegel vertoont het monument
„20 februari", dat in de stad Salta werd
opgericht. Er zijn twee miljoen exem
plaren gedrukt.
ZWITSERLAND. De jaarlijkse pro-
nagnndazegels zullen op 21 maart in
circulatie worden gebracht. De reeks
bestaat uit zes waarden. De 5 rp. is
gewijd aan het 50-jarig bestaan van de
Zwitserse padvindersbond, de 10 rp.
aan het 100-jarig bestaan van de Zwit
serse Alpen-club, de 20 rp. aan het 50-
iarig bestaan van de Lötschbergspoor-
weg, dé 30 rp. aan de anti-honger cam-
igne van de F.A.O., de 50 rp. aan het
euwfeest van het Rode Kruis en noo
en 50 rp. aan de eerste internationale
iostconferentie te Parijs in 1863. Afge
beeld zijn respectievelijk een verken
ner, het embleem van de Alpen-club.
het Luegelkjinnviadukt, drie korenaren
met tekst, het jubileumsembleem van
het Rode Kruis en het Hotel des Postes
te Parijs.
SNIJDEN
De meeste spelers weten tegenwoordig
wel, dat men met acht hoge troeven samen
(zonder de vrouw) in principe op de vrouw
moet snijden. Dit berust op de eenvoudige
regel, dat wanneer men vijf kaarten ener
kleur mist deze op z'n gunstigst 3 2 bij de
tegenpartij zijn verdeeld en dat er 3
kansen tegen 2 zijn, dat de vrouw bij de
driekaart zit. Soms kan men er goed aan
doen eerst eens aas of heer te spelen de
vrouw zou sec kunnen zitten. Die speel
wijze moet men echter weer nalaten als
men daardoor de kans zou opgeven twee
maal te kunnen snijden op de vrouw. Hier
van een voorbeeld uit toernooispel:
B 9 3
0? A 5
O B 10 4
H B 10 8 2
8
9HV97
O A H 9 8 3
954
W O
V 5 4 2
10 8 6 4
7 6 2
A 3
Zwart: 2, 3, 5, 6, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16,
18, 19, 20, 21, 23, 24.
Wit: 27, 28, 31, 32, 33, 35, 38, 39, 40, 42,
43, 45, 47, 48, 49, 50.
Mef wit aan zet geven wij de voorkeur
aan 39-34. Na 31-J26 moet zwart met 2-8
vervolgen met volkomen gelijke stand.
16) 31-26 12-17. 17) 47-41. Nu kan 17-22
volgen, waarna wit niet 28x17 11x31 36x27
23-28 32x12 21x32 38x27 en met 24-30 35x24
20x36 met winst voor zwart. Is het dus het
beste, dat zwart met 17) 17-22 zich vrij
maakt zonder nadelige gevolgen, het was
juist de foutzet en het verlies van de partij
toen zwart met 17) 2-7 vervolgde.
18) 41-37 17-22? 19) 26x17 22x31. 20) 37x26
11x22. 21) 28x17. Wit staat stuk voor. 16-21?
22) 17-12 7-11. 23) 26x17 18x7. 24) 39-34
11x22. 25) 33-29 24x33. 26) 38x27 en zwart
gaf, met twee stukken achter, op.
Hier volgt nog een partij uit dit jeugd-
toernooi.
KEES PIPPEL
OOOOOOOOOOCOOOCyyXlOOOOCÓOOCOOOOiXXXJOCX^OOOOOOOOOOOOOOOCXX:
A H 10 8 7
O B 3 2
O V 5
V 7 6
Zuid gever, OW kwetsbaar. Biedvèrloop:
zuid eei schoppen - west doublet - noord
redoublet - oost twee harten - zuid en west
pasten - noord twee schoppen - oost en
zuid pasten - west drie harten - noord drie
schoppen - allen pasten.
Het drie-schoppen eindcontract van NZ
was juist - en de kwetsbare OW konden
moeilijk verder bieden.
West speelde ruitenaas voor en toen
oost daarop afsignaleerde met ruiten twee,
speelde west hartenheer na; subtiel spel
zou zijn die hartenheer aan west te laten,
doch de leider liet hartenaas op tafel
nemen en meteen harten naspelen om tot
een aftroefslag van zijn derde harten te
kunnen komen. West kwam met harten
vrouw aan slag, incasseerde vervolgens
ruitenheer en speelde toen harten na
die noord moest introeven met 'schoppen
drie.
De tafel (noord) had nu nog twee schop
pens over; als zuid het contract wilde
maken, moch,t hij géén slag meer in troef
verliezen. Uit noord werd schoppenboer
gespeeld oost legde klein (met vier troe
ven tegen is het dekken zeer slecht, daar
west niets in schopoen kan hebben) en
zuid ging „in trance".
Om „de kans mee te nemen" dat de
schoppenvrouw bij west sec zou kunnen
zitten, nam hij tenslotte de boer over met
schoppenheer en ving slechts de schop
penzes bij west. Zuid vervolgde met kla
ver, oost nam klaveraas en speelde klaver
na waardoor noord aan slag kwam.
Nu volgde de schoppen negen van tafel
oost klein, en zuid nam over met de tien.
De snit gelukte maar het succes was
nihil, daar oost schoppenvrouw en vijf
over had, zodat hij altijd nog een troefslag
moest maken. Eén down.
De goede speelwijze was geweest, direct
de schoppenboer te laten lopen (snijden).
Dit Was gelukt en hierna had noord schop
pen negen kunnen spelen, overnemen met
schoppen tien in zuid en daarna troefaas
en ook troefheer vlotweg spelen-
oost maakt dan géén troefslag.
Enals west nu troefvrouw sec had
gehad, vraagt u? Wel lezer, dan was u één
down gegaan; maar ik vraag u*— indien
oost vier schoppens heeft en west slechts
één, hoe gróót is dan de kans dat die éne
kaart de vrouw is? Als u zegt 1 kans op 5,
hebt u het vraagstuk goed opgelost en
begrijpt u tevens, waarom u met dichte
kaarten moet snijden. Dat is een reken
sommetje, waarvoor geen bijzondere brid-
gekennis nodig is.
Bridgevraag dezer week: fZuid)
A H 8 4 3 9 H 9 7 4 <>5 H10 8
Oost gever, allen kwetsbaar. Biedver-
loop: oost een ruiten - zuid doublet - west
past - noord een harten - oost drie ruiten
- wat moet zuid doen? Antwoord elders op
deze pagina.
DC5^^^X30OOO^^TOOOOOO^^^XX)C)OC^^^DOOOoÓ^^^)OOO0OÖ
Zwart: 5, 8, 12, 13, 14, 16, 18, 19, 23, 29.
Wit: 28, 30, 31, 32, 34, 38, 39, 40, 43, 45.
In deze stand aan zet vervolgde wit met
1) 39-33? waarna zwart op meesterlijke en
geniale wijze de partij in zijn voordeel be
sliste. 1) 12-17. 2) 33x24 18-22. 3) 38-33
of? 13-18. 4) 24x2 23-29. 5) 34x21 16x49.
6) 28x17 49x8. 7) 2x10 en 5x14 waarna
zwart op tempo wint. Een juweel van een
afwikkeling!
K. PIPPEL
OOOOOOC'Doorwv"OC>*x^^-
V/,
3DOOOOOOOOOOOOOOOOC
T. SIJBRANDS
Zwart: 3, 5, 7, 8, 9, 12, 13, 15, 16, 18, 19,
20, 21, 25, 26.
Wit: 27, 28. 32, 33, 34, 35, 37, 39, 40, 42,
43, 45, 47, 48. 49.
In deze stand was de 13-jarige veelbe
lovende CDA'er Sijbrands met wit aan zet.
Overzichtelijker en veiliger was 43-38.
Toen de ondernemende Sijbrands de uitval
naar 22 nam, ontwikkelde zich het vol
gende spel: 1) 28-22 7-11. 2) 33-28 20-24.
3) 42-38 5-10. 4) 38-33 10-14 5) 48-42 12-17.
6) 42-38 24-30 7) 35x24 39x30. 8) 33-29?
30-35. 9) 49-44. Leuk is op 9) 38-33 35x44
49x40 14-19 43-38 en zwart wint door 25-30
19-23 17x28 en de vreemde slag 21x14.
9) 18-23. 10) 32x10 17x28. 11) 32x23
21x41. 12) 47x36 15x4. Nu is een zetje voor
zwart mogelijk naar 6 door 23-18 34-30 en
43-38 Het zetje verliest. 13) 38-33 11-17.
14) 29-24 17-21. 15) 34-30 25x34. 16) 40x29
21-27. 17) 43-39 13-18. 18) 32x12 8x17. 19)
45-40 en met een verrassend offer bracht
Kees de partij tot winst. 27-32 38x27 17-21
winst.
de vraag, hoe zwart nog een winstpoging
kan wagen. De zwartspeler vond er zo
waar iets op, namelijk 1) c4-c3! Op
deze verrassende wijze komt de c-pion
nader bij het promotiedoel. Wit mag na
melijk niet slaan, omdat hij na 2) Tc3:?
Kb2 de promotie van de a-pion niet meer
kan beletten. Vandaar 2) Kf7-f6 Iets
beters is er niet, maar thans is er, door de
opmars van de c-pion, een principieel ver
schil met de diagramstelling ontstaan. De
zwarte koning kan nu namelijk wél naar
boven wandelen 2) Kal-b2! 3) Tc7-
b7t Kb2-a3. 4) Tb7-a7t Ka3-b3. 5) Ta7-b7t
Kb3-c4t Deze manoeuvre was zojuist nog
niet mogelijk. 6) Tb7-c7t Onvoldoende
is natuurlijk 6) Ta7 wegens c2 en één van
de pionnen loopt door. 6) Kc4-b5! De
pointe. De koning loopt de toren zover
tegemoet dat deze geen schaak meer kan
geven. 7) Tc7-b7t Kb7-c6 (Ka6 gaat nóg
vlugger). 8) Tb7-a7 c3-c2. 9) Ta7-a8 Kc6-b7
en wit gaf het op. Dit was het verloop
van het slot der in 1962 in de U.S.S.R.
gespeelde partij LivenRakitin. Knap
werk van de zwartspeler, om de winst
voor het bord te vinden. Kende hij wel
licht de volgende studie, welke J. Berger
in 1888 componeerde?
^ooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooc
...wyy/.y
3ÓÓÖ^^)0000(^^^OD<XX50d^^^C)0000^^^X3000C5C
Wit: Kg6, Ta8. Zwart: Kcl, pion a4-c2.
Zwart aan zet wint. Er zijn twee verschil
len met de vorige stand: 1) hier staat de
c-pion voorop; 2) de witte koning staat iets
dichterbij. Deze verschillen leiden, na een
identiek begin, tot geheel nieuwe verwik
kelingen. 1) a4-a3! Bekend! 2) Kg6-f5!
Kcl-b2. 3) Ta8-b8+ Kb2-c3. 4) Tb8-c8t
Kc3-b3. 5) Kf5-e4! Ziehier de nieuwe
mogelijkheid. 5) Tb8t leidt tot ons uit dia
gram I bekende varianten, bijvoorbeeld
5) Ka4. 6) Tc8 (of 6) Ta8t Kb5 7) Tc8 a2
enz.) a2. 7) Ke4 Kb5. 8) Tb8t Kc6. 8) Ta8
Kb7 en wint. Na de sterke tekstzet gaat
het niet meer zo gemakkelijk verder. Het
plausibele 5) a2? is namelijk onvol
doende voor de winst, omdat na 6) Kd3! de
witte koning een belangrijke rol 'gaat spe
len Zie a) 6)alD. 7) Tb8f Ka3. 8) Ta8t
Kb2. 9) Tal: remise, b) 6) Kb4. 7) Tb8t
Kc5. 8) Ta8 en zwart moet nog zelfs op
passen om niet te verliezen. 8) clD!
9) Tc8t Kb4! 10) Tel: Kb3 en zwart houdt,
nét remise. 5) Kb3-b2! Zeer verras
send. Nu de witte koning op de e-lijn staat,
gaat de zwarte terug, omdat hij zich aan
stonds, op die e-lijn, aan schaakjes kan
onttrekken. 6) Tc8-b8t Kb2-c3. 7) Tb8-c8+
Kc3-d2. 8) Tc8-d8t Kd2-el! Ziehier de
pointe. Wit kan geen schaak meer geven
Onvoldoende ware 8) Ke2 wegens 9)
Tc8 a2?? 10) Tc2:t en wit wint. 9) Td8-c8
a3-a2. 10) Tc8-h8 c2-clD en wint.
Wellicht meent de lezer, die het voren
staande aandachtig heeft bestudeerd, dat
hij de geheimen van dit genre eindspel nu
doorgrondt. Hij toetse deze mening aan
onderstaande opgave:
De 15-jarige hbs-leerling Kees Pippel
in IJmuiden is 2 maart jongstleden jeugd
kampioen van Noord-Holland geworden.
In de paasweek zal Kees in Apeldoorn uit
komen in de strijd om de nationale jeugd-
titel. Wij verwachten, dat Pippel hoge ogen
zal gooien.
Hieronder de beslissende partij tegen
Splunteren, die door de IJmuidenaar ge
wonnen werd.
Wit: Pippel; zwart: Splunteren.
1) 33-28 18-23. 2) 31-27 12-18. 3) 37-31
17-21 4) 31-26 20-24. 5) 26x17 11x31. 6)
36x27 7-12. 7) 34-30 6-11. 8) 41-36 1-6. 9)
39-33 12-17. 10) 30-25 14-20. 11) 25x14 9x20.
12) 44-39 4-9. 13) 46-41 10-14. 14) 41-37
8-12. 15) 37-31 17-21. Stand na de vijftiende
zet.
SPLUNTEREN
OOOOOOOOOOOCOOOOOCXDOOODOOOOOOOOOCOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOC
X y/////// y//Auiï y//////A. s
soooooooooooooooooococoooooooooocooooocooocioqc,
EINDSPELFINESSES I
De finesses van het schaakspel komen
vooral in het eindspel tot hun recht. Het
komt dan vaak aan op een enkel tempo,
een schier onzichtbare nuance, een ver
borgen detail. Vandaar dat grootmeesters
gewoonlijk een vérgaande vereenvoudiging
in het middenspel niet uit de weg gaan,
indien hun daarna een minimaal eindspel
voordeeltje resteert. Want juist in het eind
spel manifesteert zich een krachtsverschil
het best.
Deze maal willen wij het bovenstaande
illustreren met enige toreneindspelen.
XX3000000000000000000000000000000000000000000C
ER LIEP EEN klein jongetje over
de grote heide. Een jongetje met een
heel groot net in de hand. Het was
vlindernet, want het ventje wilde vlin
ders vangen om die dan te gaen ver
kopen aan een heel knappe professor.
De ouders van het jongetje waren erg
arm en ze vonden het daarom heel
fijn als hij 's avonds thuis kwam met
een paar dubbeltjes.
Soms waren er zelfs wel kwartjes
bij, maar alleen als Frans, zo heette
hij, een heel mooi gekleurde vlinder
bij de professor had gebracht. Vandaag
kon hij maar geen vlinder in zijn net
krijgen. Hij had er pas één gezien,
maar die fladderde zo hoog dat Frans
er niet bij kon komen al was hij ook
twee keer zo groot geweest. Een beetje
somber liep hij verder over de grote
hei, want hij wist dat zijn moeder juist
vandaag het geld zo hard nodig had
om er eitjes van te kopen voor zijn
zieke vader.
IHet jongetje zuchtte diep en slofte
moe verder, maar ineens..wat flad
derde daar? Daarachter die grote struik
was dat een vlinder? Het kon bijna
niet. Frans had nog nooit zo'n vlinder
gezien. Het dier was wel vijf keer zo
groot als de grootste vlinder die hij
ooit gevangen had en had schitterende
kleuren, die weerkaatsten in het zon
licht. Haastig liep de jongen naar de
struik en hield zijn net al vast in de
hoogte om er de prachtige vlinder zo
snel mogelijk in te vangen. „Als ik
die naar de professor breng", dacht
de jongen, „dan geeft hij er me vast
wel een gulden voor en misschien zelfs
wel meer.
NU WAS HIJ VLAKBIJ het dier en
kón zijn ogen bijna niet geloven. Nee,
zoiets moois had hij nog nooit van zijn
leven gezien. De vleugels leken wel van
goud gemaakt en het lijf van zuiver
zilver. De kop was vuurrood en leek
wel een edelsteen die de jongen eens in
de stad achter het raam van een heel
mooie winkel had gezien. Met trillende
handen stak Frans zijn net in de hoog
te en ging er heel heel langzaam mee
naar de vlinder. Hij liep op zijn tenen
om maar geen lawaai te maken. Op
eens. daar kletste het net naar be
neden. Net te laat. Langzaam fladder
de de wonderlijke vlinder weg
„Jammer", fluisterde de jongen en
weer liep hij achter het mooi gekleurde
dier. Maar telkens als hij dacht dat
hij de vlinder bijna had, vloog hij nog
juist weg.
Het werd al later en later en de jon
gen lette niet meer op de weg. Hij keek
alleen nog maar naar de vlinder en toen
hij hem na uren nóg niet had, kwamen
er grote tranen in zijn ogen Nóg eens
probeerde hij het, maar toen het weer
niet lukte om de vlinder te vangen,
barstte Frans opeens in snikken uit.
Hij was zo moe geworden van het van
gen en hij had zo gehoopt zijn moeder
blij te maken.
Maar ineens klonk er naast hem een
heêl lieve stem die zei: „Huil toch niet
m'n jongen, het is hier tóch veel te
X '/777/7/. 'f'
-^^qqq0qqOOOOO'*iO'*XY~)OOOr7*/~irv^~v~^'^'~^r >OOOOOOOOOOOOOOl"ïOOOOOOC
PIPPEL
Wit: Kf7, Tc7. Zwart: Kal, pion a2-c4
Kan zwart aan zet winnen? .Gewoon" gaat
het niet. Zie bijvoorbeeld 1) Kb2.
2) Tb7t en zwart komt niet verder. Gaat
hij met de koning naar de c-lijn, dan volgt
3) Ta7 en de koning moet weer terug: pro
beert hij 2) Ka3. 3) Ta7t Kb3. 4) Tb7t
Ka4. 5) Ta7f dan lukt het evenmin. Blijft
Wit: Kb7, Tc7.
Zwart: Kcl, pion a5-a7-c2.
Wit aan zet. Hoe loopt het af? Oplossing
volgende week.
Mr. Ed. Spanjaard
•uapieq
:uba uaop poq apuaSrpaouiuBB jaq aifuefsui
aisraa ui faoui pjoou ua uap.iooA\iuB a; ua;
-jsq uaa sfqaajs tuo iooui af si jads ua
H V 5 1 9 O S 9 8 A db SA»
:piaaqaooA[iq do uap
-aiq uafaotu uapiBq aaAvj pjoou jez aifenfis
uaAagag ap ui qjaaq umunuiui uaaS fiq sjb
uapaiq faoui uapiBq uaa UBp aaaui pjoou
isp JS'ioa aapuB ua uaa un 'p-iooAAfue
-a3 fjaaq uapisq uaa apaouuB 7m pjoou
aaquBBM 'uapieeqaup aup ua suaqna aatA
faui ;jaaq pds uaa pjoou fep 'jBBqquap
sjiaz st fan 'uapaiq (uaf-ieq jbta :ubb;s feet)
uafjBq aup uaaS ua uassed qoo uep jaiq
faoui jaiadspinz aa 'uCiz af fjaoq pjaas
-eqa§ fqoejq ataqua uaaS do ua fsaa/Aag
st uaSuoMpaS poq saaufjBd fep 'uajjasaq
af paoS ptnz fuatp ratfenfis aqf;ta3jap ui
:qaaM jazap SeeJAaSpuq do pjooMfuy
(Vervolg van pag. 3)
zonder meer, de overgang te groot en
dus haalde hij met hulp van gast-
decoratrice Bauer-Ecsy het histori
sche toneel wat naderbij door ander
zijds het 18e eeuws balcon tot over de
(onmisbare) „Rampe" door te trek
ken. Een stijl caprice met in het al
tijd geïnteresseerde Wenen nogal uit
eenlopende reacties. En wij denken hier
aan de critiek op een uit de kap beur
teling nederdalend bladerdak en licht
kroon, waarrftee de blote hemel uit
Shakespeare's tijd de ontwerpers le
lijk in hun hemd liet staan. Wat ons
betreft: het zij de combinatie Haugk-
Bauer graag vergeven in deze niet vol
ledig consequent te hebben kunnen
zijn!
mooi om te huilen!" Verschrikt droog
de Frans zijn tranen en toen hij opkeek
zag hij een beeldschone vrouw naast
zich staan...
Maar hij zag nog meer, de heide was
verdwenen en in plaats daarvan waren
ze bij een groot meer en midden in dat
meer lag een schitterend wit kasteel.
Om het meer was bos, een groot bós.
Wat schrok hij, want dit had hij nog
nooit gezien. „Waar ben ik?", riep hij
angstig en de mooie dame antwoordde:
„Je bent bij de vlinderkoningin," en het
leek wel of haar stem opeens heel treu
rig klonk.
„Daar in dat witte kasteel woon ik
met al de vlinders die er op de heide
over de velden en in de bossen flad
deren. In dat kasteel worden mijn vlin
ders geboren en als ze oud zijn komen
ze er om te sterven. Maar nu is hét
kasteel bijna leeg. Er woont in de
stad een geleerde man die koopt van
een klein jongetje al de vlinders die
hij vangt. De geleerde man maakt die
vlinders dood en prikt ze dan op een
stuk karton..."
NU ZWEEG DE VLINDERKONIN
GIN en ze keek Frans ernstig aan. Hij
kreeg een kleur van schaamte en op
eens begon hij weer te huilen. „Ik, ik
verdien centen voor mijn moeder", snik
te hij, „mijn vader is al zo lang ziek
en.Huilend vertelde hij alles aan
de vlinderkoningin en deze luisterde
heel aandachtig naar hem en toen hij
klaar was zei ze: „Je bent een lieve
jongen. Luister, als jij me belooft geen
vlinders meeri te vangen, dan zal ik jè
een paar kruiden mee geven waarvan
je vader meteen beter wordt. Beloof je
me idat?" Frans knikte snel met zijn
hoofd, want omdat hij nog steeds huil
de kon hij geen antwoord geven. Toen
haalde de vlinderkoningin vanuit de
plooien van haar kleed twee zakjes.
„Kijk", zei ze, „geef deze zakjes aan
je moeder. In het een zitten de krui
den en in het ander korreltjes goud
daar kan ze nieuwe kleren en eten van
kopen." Ineens was de vlinderkoningin
verdwenen en toen de jongen om zich
heen keek zag hij, dat hij weer aan
het begin van de heide stond. ,',Heb ik
nu gedroomd?" vr.oeg hij verbaasd, maar
in zijn handen hield hij de twee zak
jes. Nu rende Frans zo hard hij maar
kon naar huis en om nog harder te
kunnen lopen wierp hij zijn vlindernet
in de struiken, want dat ding had hij
toch niet meer nodig. De vader van de
jongen was de volgende dag al beter
en na een week kon hij weer werken.
Van het goud kocht de moeder allemaal
kleren en eten en Frans kreeg
van het goud dat over was een nieuwe
fiets. Zo was iedereen weer blij; de
vlinderkoningin, de vader en de moeder
van Frans en Frans zelf. Alleen de
professor was niet blij, want nooit meer
kwam er een jongetje bij hem aanbel
len om vlinders te brengen en om ze
zelf te vangen, ja, daarvoor was hij te
geleerd
JAN NELISSEN