De wandelpier in data „Zonder pier al druk genoeg 's Winters wat meer vertier" s r WEZEN VAN BADPLAATS J ONTWERP BRENGT AANTASTING VAN Ondergetekende te is voor een pier in Zandvoort omdat is tegen een pier in Zandvoort omdat Leeftijdjaar. Handtekening n NATUURSCHOON MET ZICH Knoeiwerk Meer wintervertier Concurrentievrees Kan me niet schelen I V}at dmkt a aan de piet? „WIJ BRENGEN MILJOENEN aan deviezen binnen". Met dit argument heeft de burgemeester van Zandvoort, mr. H. M. van Fenema, eens de bouw van een wandelpier in Zandvoort ver dedigd. Het argument snijdt hout. Doch het staat lijnrecht tegenover de eveneens houtsnijdende bezwaren van een flatbewoner aan de boule vard: „Als die pier er komt is de kustlijn onderbroken. Dan kijken we hier altijd tegen zo'n pierlichaam op. Dat betekent nooit meer vrij uitzicht over zee". De meningen zijn dus verdeeld. Daarover is elders op deze pagina nog meer te lezen. Het is wat cru onomwonden neer te schrijven, dat het kamp van de pier-voorstanders vele lieden telt, die zich bij het vor ming van hun mening vrijwel uitslui tend hebben laten leiden door finan- cieel-economische motieven. Het zijn de mensen die brood in de pier zien. En die uit dien hoofde aan andere zaken zonder veel gewetensbezwaren voorbij gaan. Het zijn de materialisten onder ons. BIJ HUN TEGENVOETERS, de anti-pier-ders, doen heel andere mo tieven opgeld. Onder hen zult ge vele minnaars van de natuur, voorstanders van het ongerept handhaven van het tableau van horizon, zee, strand en duinen, natuurbeschermers en simpel weg mensen met gevoel voor schoon heid aantreffen. Het zijn de mensen, die de dood in de pier zien. De een- voudigen van geest, die oog hebben voor de verlokking van de wijde horizon, de betovering van de mane glans op het water, het kleurenspel van een zonsondergang. Zij gruwen van gekleurd kunstlichtschijnsel en de schittering van klatergoud, van de >4 helle gloed van neonlicht en het lawijt van luidsprekermuziek in een fluwelen zomernacht of op een grauwe winter- namiddag boven de zee voor Zand voort. Men behoeft echter geen sentimen tele dromer te zijn, om bezwaren tegen zo'n onnodig uitsteeksel in zee te koesteren. Het gaat nét iets te ver bij de exploitatie van de goede gaven, die de natuur ter recreatie schenkt: men moet van ophouden weten. En bovendienë: geld, materiaal en ar beidskrachten zijn in deze tijd heel wat efficiënter voor het algemeen belang te gebruiken. En daar de stranden van Neder land telkenjare drukker bevolkt wor den door recreatiezoekenden het is maar net wat voor wensen iedere mens op het stuk van recreatie stelt kan de bewonderaar van de natuur en de minnaar van de stilte toch al steeds minder aan onze Noordzeekust terecht. INTUSSEN IS DE PIER van Zand voort nog altijd niet het pa-pier sta dium voorbij. Er is nog geen spade in de grond gestoken, nog geen ku bieke centimeter beton gestort. En het zal nog wel even duren voor het zo ver is, omdat immers de minister voorlopig de afgifte van een rijks goedkeuring voor de bouw heeft op geschort. Juist in dit stadium men zou kunnen spreken van een „staakt het vuren" willen wij onze lezers vragen en in de gelegenheid stellen hun mening over de wandelpier van Zandvoort te geven. Een pier-enquête dus. Elders op deze pagina is daartoe een enquêteformulier afgedrukt, dat men kan invullen en uitknippen om zijn mening kenbaar te maken. Hebt ge meer op het hart dan het formu lier kan opnemen, geneer u niet en pak een stuk papier. De redactie ziet uw reactie met belangstelling tege moet en zal te zijner tijd de uitslag van deze enquête gaarne bekend maken. Het adres is: Redactie Haar lems Dagblad, Grote Houtstraat 93 en het wordt op prijs gesteld als de enveloppe de vermelding „Pier' draagt. Uit een voorstel van B. en W. van Zandvoort aan de gemeenteraad van die badplaats is het volgende ontleend. „Een bezwaar tegen de stichting van èen dergelijk bouwwerk (bedoeld wordt een wandelpier. Red.) is uiteraard, dat de ongetwijfeld fraaie kustlijn van Zand voort wordt onderbroken. Uit een oog punt van het ongerept bewaren van het natuurschoon kan men hiertegen oppo neren. Daar staat echter tegenover, dat het wezen van een badplaats onver mijdelijk met zich brengt een zekere aan tasting van natuurschoon". „De Zandvoortse boulevards, met hoe veel zorg in architectonisch en stede bouwkundig opzicht ook gebouwd, zul len voor de echte natuurliefhebber een kwalijk te waarderen vervanging zijn van de oorspronkelijke duinreep. Deze be bouwing wordt niettemin geaccepteerd omdat het toerisme nu eenmaal gepaard moet gaan met het stichten jan de daar voor nodige accommodatie". „De bouw van een wandelpier heeft ook onmiskenbare voordelen. In de nota inzake het toerisme, uitgegeven door de staatssecretaris van Economische Zaken, wordt niet alleen op overtuigende wijze aangetoond de toenemende economische betekenis van het toerisme, maar ook aangegeven door welke maatregelen de overheid het toerisme op verantwoorde wijze dient te bevorderen. Als een be langrijk punt wordt genoemd het tot stand brengen van een verscheidenheid van toeristische attracties in de verschil lende delen van het land, daar men de binnenlandse zowel als de buitenlandse toeristen voldoende mogelijkheden moet hieden zich te ontspannen. In dit ver band wordt in de nota onder andere ge noemd de totstandkoming van een wandelpier". Volgens het gemaakte ontwerp zal de wandelpier voor Zandvoort bestaan uit een haaks op de kust staand gedeelte ter lengte van 380 meter met aan het einde daarvan twee aftakkingen ter lengte van respectievelijk 145 en 95 meter. De groot ste lengte van de pier, exclusief de en- tree-partij op de zeereep, bedraagt derhal ve 525 meter. t De zuidelijke aftakking eindigt in een groot eiland, dat op een caisson zal wor den gebouwd. Op dit eiland, dat een dia meter heeft van 60 meter, zullen zonne terrassen, een café, een modern restau rant en een solarium worden ingericht. Op het noordelijke eiland zal het grote vermaakcentrum worden ondergebracht. Dit eiland wordt op pijlers gebouwd en krijgt een doorsnede ran 40 meter. Dat het gezegde „zoveel hoofden, zoveel zinnen" nog niets aan wijsheid heeft ingeboet, wordt duidelijk uit antwoorden, die „men" in Zandvoort geeft op de vraag: wat denkt u van de pier, bent u er voor of tegen? De meningen zijn ook omtrent dit kostbare, ingrijpende project verdeeld. „Men" blijkt zowel radicaal tegen als pertinent voor, onverschillig, twijfel achtig en sceptisch. Een vrij oppervlakkig opinie-onderzoek brengt één ding echter overduidelijk aan het licht: als „men" zou moeten beslissen over de aanleg van een wandelpier, zou deze er nooit komen. Omdat „men" het nooit eens zou worden. Waarmee het nut van een vertegen woordiging van de gehele burgerij in de vorm van een gemeenteraad weer eens bewezen wordt. Uit de „botsing der meningen" volgt hieronder een kleine bloemlezing. t verwachten van die pier, als nieuwe at tractie van Zandvoort, nog meer toeloop naar deze badplaats. Doch aan de andere kant zien ze een wandelpier met café's, restaurants, snackbars en allerlei moge lijkheden tot vermaak en ontspanning als een concurrent. De bouw van de pier berust op het zo genaamde „brug-principe", hetgeen wil zeggen dat de pier op pijlers zal worden gebouwd, die telkens een overspanning van 30 meter wandeldek zullen dragen. De pijlers zullen een doorsnede van 214 meter krijgen en onderling worden ver bonden door een hoofdelement van onge veer 140 ton, waarin een ruimte wordt uitgespaard voor technische voorzieningen, zoals elektrische en telefoonkabels, gas- en waterleiding, riolering, e.d. De gehele pier zal op de gemeentelijke riolering wor den aangesloten, zodat lozing van afval stoffen e.d. in zee uitgesloten is. Op de hoofdelementen rust een wandeldek, dat ruim 12 meter breed zal zijn. Het ontwerp voor de pier werd in sa menwerking gemaakt door het architec tenbureau Wijdeveld in Bennekom en het ingenieurs- en architectenbureau Postma in Rotterdam. De bouwkosten zullen naar schatting 12 miljoen gulden bedragen. De Kon. Mij. voor Havenwerken N.V., die de pier wil gaan bouwen, zou daarvoor personeel wil len recruteren van haar Portugese doch termaatschappij, de Companhia Portugue- sa de Trabalhos Potuarios Lda., waardoor de Nederlandse arbeidsmarkt niet beïn vloed zou worden en men tevens het voor deel had over in dit werk gespecialiseer de arbeiders te beschikken. „De pier, dat gaat toch niet door?", was de eerste reactie van een geboren en getogen Zandvoorter („ik woon hier al 75 jaar op de vraag, wat hij van de pierplannen dacht. Overigens achtte hij een pier in Zandvoort, of de plannen nu wel of niet of pas over enige tijd door zouden gaan, overbodig, „er hoeft hier helemaal geen pier te komen, het is hier zonder pier al druk genoeg". Toen deze oude Zandvoorter, leunend over het hek van de rotonde, eenmaal aan de praat raakte, legde hijde fundering van zijn oordeel bloot. „Er is hier na de oorlog al genoeg ver knoeid". zei hij, een straal tabaksap in het zand mikkend. „Neem nou de boule vard eens. Da's toch geen boulevard meer. Voor de oorlog, mijnheer, toen hadden we hier een boulevard, zo breed, dat er paar denrennen op gehouden konden worden. Nu kan je niet eens met de auto of de fiets de hele kust langs rijden. Omdat ze die rommel (armzwaai naar de flats en hotels achter zijn rug) boven op de reep hebben gezet. Dat lijkt toch nergens op. Een pier, laten ze eerst maar eens voor een goeie boulevard zorgen, zoals vroeger." Hij zweeg, een hele tijd. Toen draaide hij zich plotseling om en koerste naar het dorp. „Ik ga een bakkie thee halen", zie hij bij wijze van afscheid. Elders doodde een ober de tijd met door het raam naar buiten te kijken. Buiten hem was een loeiende oliehaard het enige levende element in de snackbar. Deze ober dacht, dat het wel een hele tijd zou duren voordat de plannen voor de pier nu, na uitstel van de rijksgoedkeuring, ver wezenlijkt zouden kunnen worden. Hij was voorstander van een pier. „Brengt nog meer toeristen naar Zandvoort en ons meer werk", meende hij. „De pier zal vooral ook 's winters wat meer leven in de brouwerij brengen". HOEWEL DE EERSTE spade voor de bouw van de Zandvoortse pier nog in de grond gestoken moet worden, heeft het project al een respectabele geschie denis. Eigenlijk begint die geschiedenis al voor de tweede wereldoorlog, omdat toen al gespeeld werd met de gedachte, dat in Zandvoort een wandelpier niet zou misstaan. Bepalen we ons tot con crete data en feiten, dan kan het vol gende „historisch overzicht" worden opgesteld. Op 22 juli 1960 richtte de Konink lijke Nederlandse Maatschappij voor Havenwerken N.V. in Amsterdam zich tot B. en W. van Zandvoort met een brief, waarin werd gezegd dat de ont wikkeling van het bezoek aan de bad plaats Zandvoort en de perspectieven dienaangaande voor de naaste en ver dere toekomst deze maatschappij tot de overtuiging hadden gebracht, dat Zand voort het niveau had bereikt waarbij kon worden gedacht aan de bouw van een wandelpier ter aanvulling van de toeristische accommodatie. Op 3 augustus 19§0 tiet het ge meentebestuur van Zandvoort aan „Havenwerken" weten, dat aan deze maatschappij voor de tijd van maxi maal een half jaar, met uitsluiting van anderen, het recht werd verleend plan nen voor de bouw van een pier in te dienen. Daarbij werd de keus gelaten tussen twee terreinen: het zogenaamde boulevardcentrum aan de kop van de Zeestraat (waar nu door Bouwes Ex ploitatie Mij. een hotel van 16 verdie pingen zal worden opgetrokken) en een terrein aan de kop van de Van Len- nepweg. Op 13 februari 1961 deelde „Ha venwerken" mee, dat de keus was ge- gevallen op het terrein aan de kop van de Van Lennepweg. De maatschappij achtte dat de meest gunstige plaats, mede met het oog op de tot stand te ir mnnnnnnnnnnnm-i Uit andere gesprekken werd duidelijk, dat de strandpachters de pier met ge mengde gevoelens tegemoet zien. Ook zij Dat concurrentiemotief vindt men ook, doch dan veel zwakker, terug onder de exploitanten van horecabedrijven en hier en daar ook onder de middenstanders in het dorp zelf. „Ik weet niet precies hoe het allemaal gaat worden, maar je hebt natuurlijk best kans, dat er bij die pier een nieuw soort centrum zal ontstaan. En dat zou natuurlijk nadelig zijn voor de zaken in het oude dorp", zei een van hen. Uit de verscheidenheid van meningen zijn dan nog twee categorieën op te die pen. Meningen van mensen, die eigenlijk geen mening hebben. „Een pier? Of ik voor of tegen een pier ben? Weet ik niet hoor, kan me niet schelen. Ze doen maar Soms krijgen die meningen nog een toevoegsel in de geest van: „Als je maar geld hebt kan je alles doen wat je wilt". En meningen van diegenen, die radicaal tegen een pier zijn. Dat zijn veelal men sen, die persoonlijk bij de pierplannen be trokken dreigen te geraken. Mensen die in de buurt van de plek, waar de pier is geprojecteerd, wonen en in het pier lichaam een bedreiging van hun uitzicht zien. Of mensen, die de natuur zo onge rept mogelijk willen laten en de pier een aantasting van de zee, het strand en de zeereep vinden. De man, die hier zo'n veldheersgebaar maakt, is de burgemeester van Zand voort, mr. H. M. vari Fenema. Hij is de grote promotor van een wandelpier in zijn gemeente. En dat is begrijpelijk, omdat hij, hoewel degelijk beseffend dat zo'n pier de kustlijn verstoort, meent dat dit object voor de voorspoed en de betekenis van Zandvoort als badplaats van groot belang is. De bur gemeester maakt hier geen V-teken; vorige week, toen hij het „1 april co mité" installeerde, droeg hij een don kere bril. „Da's mijn pier-bril", zei brengen directe verbindingen met het achterland. (Een probleem apart, waarvoor zoals bekend is twee oplos singen zijn aangegeven en door de provincie en een door de samenwer kende Zuidkennemerlandse gemeen ten doch waaromtrent nog t steeds geen beslissing is gevallen) „Haven werken" verzocht toen tevens om een optie op dit terrein tot einde 1962. Op 28 februari 1961 nam de ge meenteraad van Zandvoort in een be sloten vergadering een tweeledig be sluit: a) aan „Havenwerken" tot en met 31 december 1962 het recht van voor keur te verlenen tot het kopen van ter reinen aan de kop van de Van Lennep weg; b) B. en W. te machtigen de onder handelingen met de maatschappij om trent de inhoud van een eerlang te sluiten overeenkomst betreffende eigen domsoverdracht van de grond voort te zetten. Op 6 maart 1962 was er een in formatieve bijeenkomst van de Zand voortse raad, waarin Havenwerken de plannen toelichtte. Op 4 april 1962 werd een aan vraag om ryksgoedkeuring voor het bouwen van een wandelpier ingediend bij het departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Op 8 maart 1963 maakte het departement bekend, dat in verband met de spanning op de bouwmarkt en de achterstand in de woningbouw als gevolg van de strenge winter 1962 1963 onder meer voor de bouw van een wandelpier in Zandvoort voorlopig geen rijksgoedkeuring zou worden ver leend. Aan deze „pier-kroniek" zal over enkele dagen een nieuwe datum kunnen worden toegevoegd plus een tekst van de volgende inhoud: Op 26 maart 1963 besloot de ge meenteraad van Zandvoort, niette genstaande de opschorting van de rijksgoedkeuring, tot uitgifte in erf pacht aan „Havenwerken" van de strook grond, gelegen tussen de gepro jecteerde toegang tot de pier en de boulevard de Favauge, alsmede tot verlenging, voorlopig tot 31 december 1964, van de bij raadsbesluit van 28 februari 1961 aan „Havenwerken" verleende optie op de terreinen aan de kop van de Van Lennepweg, aan de landzijde van de boulevard. hij, doelend op de opschorting van de Rijksgoedkeuring. Overigens werd de foto gemaakt, toen mr. Van Fenema met een heel ander object bezig was, namelijk tijdens een excursie langs het gedachte tracé voor de „weg De Ranitz". Die weg en de pier hangen heel nauw met elkaar samen, vindt hij, want als de pier er komt zal er ook een nieuwe toegangsweg tot Zand voort moetén komen. Tijdens die excursie droeg de burgemeester óók een donkere bril, maar die diende ter bescherming tegen de zomerzon.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 5