Muiterij op het Vrouwenschip
Prille jeugd en hoge ouderdom
worden niet voldoende uitgebuit
-*•*
mm.
SI
Gestie eindelijk vrij man
Tante Patent en buurman Bezig
PANDA EN DE BEWOGEN BEWEGER
ft
Ons vervolgverhaal
door Hen riek Binder
F', '■-i
LACHEN OM DE KENNEDY'S
mmm®:
MAANDAG 25 MAART 1963 -
lUlllllllllllUlUüliUIIIIIIII
„Hersen-kartograaf"
„leder volk tweetalig"
TWEE BELANGWEKKENDE
THEORIEEN VAN EEN
BEFAAMDE NEUROLOOG
Jong geleerd...
W ill''
--h Hifi
„Tweede jeugd"
IOR/Haarlems Dagblad
k
pilliiiililllllllllllllllllllii'
'v'; ;v v >w-
Tl
89)
„Goéd dan," zei Sir Philip.
Maar op datzelfde ogenblik kwam
iemand van de acht naar binnen stor
men: „De citadel meldt de „Lady Ju
lian aan de horizon!"
Sir Philip vergat dadelijk Lil vol
komen. Hij moest er rekening mee
houden, dat de „Julian" al over een
uur in de baai kon zijn. En voor die
tijd had hij nog veel te doen.
Sir Philip had opdracht gegeven,
dat onmiddellijk nadat de „Julian"
binnengelopen was, 't proces tegen
Nunham moest beginnen. Dit zou de
hele zaak aanmerkelijk vereenvoudi
gen, als ze Aitken direkt bij de aan
komst al konden verhoren.
„Roep het gerecht tezamen," zei
Sir Philip, „bericht zijn hoogheid en
zeg dokter Holborn, dat hij zich ter
beschikking van het gerecht moet
houden. En vraag miss Knotherwell,
of ze het morgen met me wel be
spreken."
„Het gerecht komt direct bijeen."
zei Stevens buiten tegen Lil. „Sir
Philip verzoekt u morgen terug te
komen."
Ze dacht na. Over een uur werd
recht gesproken over George. Als ze
rekening hield met de verbittering,
die in Port Jackson tegen hem en de
..Julian" heerste, dan was het wel te
verwachten dat hij Maud nooit meer
te zien zou krijgen, maar direkt uit
de gerechtszaal naar de terechtstel
lingsplaats op de binnenplaats van de
citadel zou verdwijnen.
Vastbesloten liep ze dus naar de
deur van Sir Philip's kamer. Zeker
het was zeer ongemanierd, op dit
ogenblik naar hem toe te gaan. Maar
ondanks dat deed ze het.
„Lieve miss Knotherwell," riep hij
onvriendelijk, „het is me onmogelijk
met u te spreken."
Maar Lil sloot gelaten de deur ach
ter zich en zei één enkele zin tegen
Sir Philip.
Toen was het hem helemaal niet
meer onmogelijk, met haar te spre
ken. Integendeel: hij liet direct daar
op dokter Moxton binnenroepen.
En toen bleef Sir Philip nog een
kwartier met dokter Moxton en miss
Knotherwell in zijn kamer zitten.
Het was misschien wel de merk
waardigste ontvangst, die ooit een
schip in een haven te beurt viel. De
„Julian" gleed een volkomen verla
ten bocht binnen. Niemand stond op
het strand. Geen levend wezen be
groette het schip. Pas toen het anker
knarsend in de bodem verdween,
kwam een officier met twee soldaten
het wachthuis uitlopen, begaf zich
naar een boot en liet zich naar de
„Julian" roeien.
Kapitein Aitken stond aan de re
ling en zag tot zijn verbazing dat één
enkele luitenant met twee soldaten de
inmiddels neergelaten valreep be
klommen en zich bij hem lieten mel
den.
Nicol kwam direkt toelopen, toen
de luitenant zich aan de kapitein
voorstelde: „Luitenant Barlett", zei
hij. „Sir Philip laat zich verontschul
digen, dat hij u niet persoonlijk kan
ontvangen. Hij is door een dringende
aangelegenheid verhinderd en ver
zoekt u, met de bottelier Nicol, de
stuurman Perkins, mrs. Barnley,
Blanche Gown, Edith Sharow en Sa
rah Sabolah, allen getuigen in het pro
ces tegen George Nunham. in het ge
meentehuis te verschijnen."
„Een verrassende ontvangst," zei
Aitken en hij lachte, maar dat lachen
klonk verre van vriendelijk. „Botte
lier, stelt u er mrs. Barnley en de
anderen van in kennis, dat ze ons
moeten begeleiden."
„Gown, Sabolah en Sharow, klaar
maken!" brulde Nicol.
Toen klopte hij aan Maud's deur.
Ze was al helemaal aangekleed en
gereed, het schip te verlaten. Ze wist
dat ze, zodra ze de grond van Port
Jackson betrad, vrij zou zijn.
Nu keek ze verbaasd naar Nicol.
Ze moest gaan zitten, toen ze te ho
ren kreeg, dat ze met hem en de
andere vrouwen onmiddellijk als ge
tuige aan land moest verschiinen. ge
tuige in het proces tegen George.
„Tegen George," zei ze toonloos.
Nicol knikkte.
Maud kon het niet begrijpen. Dit
proces, al onmiddellijk na de aan
komst, bewees haar, dat de hertog
machteloos was en George niet meer |j
te redden.
Toen ze over het dek liep en die
wonderlijk mooie baai zag, dat
sprookjeslandschap, waarin een g
weelde van de meest helle en de g
meest zachte kleuren en het gekwet-
ter van duizenden bontgekleurde vo-
gels als een vreemde symfonie sa- g
menklonken, vulde haar hart zich g
met een pijnlijk-zoete rust.
Ze voelde dit als een laatste tedere
omarming van het leven.
Dit hemelse land, schoot het plotse- s
ling door haar heen, is een mooi,
vriendelijk graf voor George en mij g
En die gedachte was als een pant- g
ser, dat haar de volgende twee uren g
beschermend omhulde. Toer ze bene-
den op het strand stonden, keek ze s
kalm en zelfs opgeruimd naar Aitken g
op. §j
„Wel kapitein, zei ze, „we bezor- g
gen u wel voortdurend last. Maar dit g
zal toch wel de laatste keer zijn, dat g
ik u met George last bezorg."
„U hebt me nooit last bezorgd, g
mrs. Barnley," zei Aitken, „ook Geor- g
ge Nunham niet. Een man, aan wie g
u uw vriendschap schenkt, is geen g
misdadiger." Hij bleef staan. „Ook g
voor mij is George Nunham geen
misdadiger, sinds ik hem heb leren g
kennen," riep hij luid.
De weg, die de heuvel opging, was g
geplaveid. De zon was tamelijk heet. g
en op de hele weg kwamen ze geen g
mens tegen. g
Ook van een gemeentehuis was in g
de wijde omtrek niets te bekennen
Toen ze eindelijk de top van de heu- s
vel bereikt hadden, zagen ze alleen
maar akkers, waarop gevangenen g
aan het werk waren. Ver daarachter g
zagen ze de donkere rand van 'n on- g
doordringbaar groen woud en rechts g
stond, geheel afgelegen, een barak, g
met een veranda en een kleine tuin
ervoor.
Luitenant Bartlett vertelde dat di< g
het gemeentehuis was. Zo noemden g
ze het in Port Jackson. In dat ene g
vertrek, dat misschien tweehonderd g
personen kon bevatten, vonden alle g
processen en gemeenschappelijke ver- g
makelijkheden van de kolonie plaats g
Het was een heel sobere, enigszins g
langwerpige zaal, waar ze binnen
kwamen. Vooraan zaten, aan een lan-
ge tafel, vier heren De middelste g
stoel en nog een tweede plaats wa- g
ren nog leeg. Achterin de zaal zaten g
op banken ongeveer dertig toeschou- s
wers. Kapitein Aitken bevond zich nu g
met zijn begeleiding tegenover de he-
le kolonie van Port Jackson g
Kolonel Stevens, die aan de lange g
rëcRTëfsfafel zat. stond"up, ging kapi-
tein Aitken tegemoet en stelde zich
a'an hem voor. In de' «ifctonderlljlu- g
stilte, die in de zaal heerste, zei Str- g
vèns, voor alle aanwezigen duidelijk g
hoorboor:
„Sir Philip, die nog niet aanwezig jjj
is, betreurt het ten zeerste, dat hij
u onder zulke buitengewone omstan- g
digheden in Port Jackson moet ver-
welkomen. Maar om zeer bepaalde g
redenen heeft hij het proces op het g
uui van de aankomst vastgesteld g
Mag ik u intussen naar onze gouver- s
neur, zijn hoogheid de hertog, bege- g
leiden?" g
De hertog zat als toehoorder van g
het proces proces op een soort ere- g
plaats, naast de gerechtstafel. Zijn g
plaats stond, evenals de gerechtstafel, g
op een kleine verhoging Daarbij had g
men ook nog dit stuk van het podium
waarop de zetel van de hertog stond, g
van een tafel voorzien. g
De hertog stond op en kwam Ait- g
ken tegemoet: „Mijn beste Aitken, ik g
ben blij, u in Port Jackson te begroe- g
ten. We spreken elkaar later wel uit- g
voeriger. Wilt u vanavond mijn gast g
op de „Seventrue" zijn?"
Kapitein Aitken boog Ook Nicol en g
stuurman Perkins bogen. g
En toen gebeurde er iets. waarbij g
de dertig toeschouwers van de kolo- g
nie hun adem inhielden. g
De hertog ging op een dame toe en g
reikte haar de hand. Toen keek hij g
vragend naar kolonel Stevens:
„Waar neemt lady Barnley plaats?" g
vroeg de hertog g
„Op de getuigenbanken, hoogheid," g
zei Stevens, en wees op de andere g
zijmuur, naast de gerechtstafel. g
fWordf vprnolod
iiTiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiii
Hier bespreekt de neurochirurg met
een van zijn assistenten het
operatieplan.
(Bijzondere medewerking)
In 1937 opende men in Montreal een
klein neurologisch instituut (47 bedden),
dat speciaal bestemd was voor hersen
operatiepatiënten, waarvoor het nauw met
dit instituut verbonden Royal Victoria Hos
pital niet was uitgerust. De leiding van
het Instituut kwam in handen van dr. Wil
der Penfield, een bekend neuro-chrirug,
die het instituut tot een centrum der neu
rologische wetenschap maakte. Het is
thans al worden er nog wel spoedope-
rateis gedaan in de allereerste plaats
een research-centrum, waar studenten en
artsen uit Canada, de Verenigde Staten
en Europa studeren en onderzoekingen
doen. Dr. Penfield is de bezielde en bezie
lende leider gzbleven, al moet hij zo gaan
deweg iets van zeventig mompelen, als
men vraagt hoe oud hij is Leerlingen van
hem zijn thans academische docenten in
vele landen, bijvoorbeeld in China, Polen
en Australië.
DR. PENFIELD'S verdiensten in de
strijd tegen hersenziekten en hersenstorin-
gen zijn groot. Doch ook op ander terrein
heeft hij naam gemaakt. In zijn Canadese
vaderland bestempelt men hem wel als de
„kartograaf van het menselijk brein".
Omdat hij heel nauwkeurig heeft vastge
steld, welke hersendelen de verschillende
menselijke functies spraak, beweging,
verstand en zo meer nu precies rege
len. Bovendien ontdekte hij in de herse
nen een wat wij nu maar noemen
„mechanisme", dat heel wat nauwkeuri
ger werkt dan wat gemeenlijk het geheu
gen of het herinneringsvermogen heet. In
dat mechanisme stelde dr. Penfield
vast ligt een schat van „vergeten" er
varingen opgetast. Door deze ontdekking
is hij zich levendig gaan interesseren voor
opvoedkunde en opvoeding. Hij was op die
gebieden, zo vertelde nij in 1958 tijdens
de Eerste Canadese Opvoedkundige Con
ferentie, tot opvattingen gekomen, die mis
schien wat „ketters" aandeden. Niette
min kozen de deelnemers dr. Penfield tot
voorzitter.
„OPVOEDKUNDIGEN", aluds dr. Pen
field, „zouden bij de opstelling van leer
plannen meer aandacht moeten schenken
aan het ontplooi mgsproces der hersenen
3ij_ moeten voortdurend „op.de klok kijr
ken" om te zien, hoe de capaciteiten dei
kinderen veranderen".
De hersenen zijn een levend, groeiend
en voortdurend veranderend mechanisme,
gecompliceerder en verbazingwekkender
dan welk ander mechanisme ook". De on-
derwijsprogramma's moeten zoveel moge
lijk worden afgestemd op deze groeista-
dia en de veranderingen der hersenen. In
zonderheid, meent dr. Penfield, geldt dit
voor het onderwijs in vreemde talen.
„Ieder volk", betoogt hij, „zou tweetalig
ja, drietalig kunnen zijn, als men de kin
deren de vreemde talen maar zou leren
in hun prille levensjaren. Dan „deponeert
het kind in zijn hersenen „taaleenheden",
die het later zou kunnen gebruiken, als
zijn woordenschat groter is geworden.
Het zijn zowel uitspraak- als verstaan-een
heden. Deze eenheden (units) worden in de
hersenen vastgelegd „voor onmiddellijk of
later gebruik" van de vreemde taal.
Een mens kan in zijn latere leven (al
dus dr. Penfield) zijn woordenschat uit
breiden van zeg 300 tot 10.000 woorden.
Toch zal hij hoogstwaarschijnlijk die la
ter verworven woorden zo uitspreken, dat
men er de uitspraak of het accent in te
rugvindt van hen, die hem in zijn jeugd
onderwezen. Hieruit volgt, dat die oor
spronkelijke „eenheden" meer zijn dan
louter vaardigheid met tong en lippen. Het
zijn „klank-eenheden" en „denk-eenhe-
den, de physisch in de hersenen werden
vastgelegd. Een kind bedient zich voort
durend van die eenheden, als het de „ze
nuwcelbasis" vormt van ieder nieuw
woord.
KINDEREN, die opgroeien in meertali
ge landen, leren een vreemde taal gemak
kelijker dan bij voorbeeld Angelsaksische
kinderen, die in hun jeugd zelden iets an
ders dan Engels horen spreken. Als zij
later op de middelbare school een vreem
de taal moeten leren, valt dat hun zwaar.
Daarom is dr. Penfiled tot de conclusie
gekomen, dat kinderen reeds op de lagere
school vreemde talen moeten leren. Zolang
dit nog niet gebeurt, adviseert hij de
ouders, hun kinderen thuis vreemde talen
te laten horen spreken. Zelf nam hij een
Duitse gouvernante in dienst en gaf haar
opdracht, in de kinderkamer uitsluitend
Duits te spreken. Zo leerden zijn kinderen
vloeiend Duits praten.
Verwart het jonge kinderen, als zij eni
ge talen tegelijk moeten leren? Neen, zegt
dr. Penfield met nadruk. Wel acht hij het
nuttig, dat zij iedere taal op een andere
Een verzameling vermakelijkheden uit
het recente leven van de Amerikaanse
Kennedy-familie, waaruit sketches wer
den opgebouwd welke op een plaat (een
l.p.) werden vastgelegd! Een plaat, die
geen enkele- grote grammofoonplaten
maatschappij durfde uitgeven, terwijl de
radio-stations niet de moed hadden deze
uit te zenden. Een kleine maatschappij
waagde het tenslotte en binnen twee we
ken was het eerste miljoen exemplaren
verkocht. De „hoofdrolspeler" werd mil
jonair. Die plaat was: The First Family.
(In Nederland uitgegeven door Artone
Haarlem).
Zeventien kostelijke scènes uit het
Amerikaanse presidentengezin, op de
plaat ten gehore gebracht door 'n pseu-
do Jack (Vaughn Meader). een pseudo-
Jackie (Naomi Brossart) en een tiental
andere pseudo's (astronauten, politici,
kunstenaars etc.).
Je moet wel een beetje op de hoogte
zijn met de Amerikaanse toestanden en
(on)hebbelijkheden om van die „echte
fijne Amerikaanse steekjes onder de wa
teren rond het Witte Huis" te kunnen
meegenieten, en dan is het het ene lach
salvo na het andere De ongenadige kri
tiek. de satires, op deze l.p. moeten we
geloof ik niet te ernstig nemen, want,
aldus de producenten, de plaat is „for
fun". Daarom een presidenten-show vo)
humor in twee delen waar we dag en
nacht naar zouden kunnen luisteren.
Een assistente legt de laatste hand aan
een hersenmodel van klei en plastic,
een der befaamde produkten die dr.
Penfield's instituut vervaardigt voor
universiteiten in de gehele wereld.
plaats leren. Horen zij in de kinderkamer
uitsluitend Duits, dan associëren zij al
spoedig die kamer en de Duitse toal. El
ders „denken" zij dan in hun moedertaal,
maar in de kinderkamer in het Duits.
DE HERSENEN van de mens bestaan
uit twee identieke helften. Theoretisch
ware het mogelijk, beide helften "wisse
lend te gebruiken. In feite echter is het
zo, dat een der helften de „leiding" heeft
genomen. Als een klein kind zijn „domine
rende" hersenhelft beschadigt, behoeft het
b.v. niet gebrekkig te gaan praten. De
onbeschadigde helft neemt dan de taak
van het beschadigde deel over. Ontstaat
de beschadiging evenwel als het kind met
meer zo jong is, dan zijn de „spraakpa-
tronen" reeds gefixeerd en kan een blij
vend spraakgebrek het gevolg zijn. De
hersenen zijn dan namelijk niet „soepel"
genoeg meer, zodat de „overschakeling"
op de onbeschadigde helft onmogelijk is.
In dit verband zegt dr. Penfield: Leert
een ouder kind of een volwassene een
vreemde taal, dan zijn de basis-spraak-
eenheden reeds gevofmd. Een min of meer
zwaar accent is dan vrijwel onvermijde
lijk, omdat de geringe „soepelheid" der
hersenen de vorming der voor de nieuwe
taal benodigde basis-spraakeenheden ver
hindert.
OP GROND van zijn itennis van het her-
senpotentieel is dr. Penfield scherp gekant
tegen de gangbare opvatting omtrent, en
de praktijk van het „met pensioen gaan".
Onbeperkte rust, zegt hij, tast het hersen-
mechanisme aan. Stellig is het lichaam
met zestig jaren over het hoogtepunt van
zijn kracht heen, maar het is normaal, dat
de hersenen dan, althans op sommige ge
bieden, in-staal'ïtjh tot' de besté presta
ties. 11
-Ut»"»» flfi'TBKl) U.'RIinifT/ llftlts
„Het ogenblik van (algemeen gezegd)
„met pensioen gaan" zou het begin moe
ten zijn van een nieuwe loopbaan of werk
kring", zei dr. Penfield enige tijd geleden
Dr. Penfield (voorgrond links) tijdens
een hersenoperatie: een omvangrijke
ingreep die soms wel zeven uur vergt.
op een bijeenkomst in Toronto, „want het
kan zjjn, dat iemands laatste jaren zov el'
voor hem zelf als voor de gemeenschap
zeer nuttig kunnen zijn". De voorbereiding
op de „tweede loopbaan" zou eigenlijk
zeer tijdig, mogelijk vóór de voltooiing
van het vijftigste levensjaar, moeten be
ginnen.
In deze zienswijze liggen nieuwe „op
voedkundige mogelijkheden besloten,
„herscholing" van mannen, die hun pen
sioengerechtigde leeftijd naderen. Niet
iedereen zal namelijk zelf kunnen of wil
len beslissen, welk vak of werk hij als
„tweede werkkring" zal moeten kiezen.
Men zou de twijfelaars psychotechnisch
móeten gaan testen, maar aleer dit tot
goede resultaten kan leiden, moeten nieu
we tests worden bedacht en moet de mate
rie nog eens heel grondig worden bestu
deerd, zo betoogt dr. Penfield.
De 52-jarige Amerikaan Nathan Leo
pold, die ruim 33 jaar in de gevange
nis heeft doorgebraent voor een mis
daad welke hij in zijn jeugd pleegde,
is thans definitief een vrij man.
Vijf jaar geleden werd hij voorwaar
delijk op vrije voeten gesteld. Overeen
komstig het voorschrift worden veroor
deelden, die zich in de eerste vijf jaar
na hun voorwaardelijke invrijheidstel
ling goed gedragen, van alle verdere
toezicht ontslagen. Dat is nu ook met
Leopold gebeurd.
Op 3 maart 1958 werd hij voorwaar
delijk in vrijheid gesteld na 33 jaar, 6
maanden en 2 dagen uitgezeten te heb
ben van de levenslange gevangenisstraf
waartoe hij in 1924 veroordeeld werd,
omdat hij, bezeten van de obsessie
een perfecte misdaad te plegen, de 14-
larige Bobby Franks vermoord had.
Leopold en zijn medeplichtige Ri
chard Loeb werden voor deze moord tot
levenslang veroordeeld en voor de ont
voering van de jongen Franks tot nog
maals 99 jaar. Beiden bekenden op aan
raden van de befaamde advocaat Cla
rence Darrow, wiens verdediging beide
mannen van de elektrische stoel gered
heeft.
Leopold was 19 en Loeb 18 toen zij
de misdaad pleegden. Beiden waren,
evenals Bobby Franks (die in het wil
de weg voor de misdaad uitgekozen
werd) kinderen van welgestelde ouders
uit Chicago.
Loeb werd in 1936 door een ruzie
door een medegevangene doodgestoken.
Leopold studeerde en hielp zijn mede
gevangenen.
Hij is een man met een briljante geest.
Zijn intelligentiequotiënt bedraagt 208,
dat van een geniaal man. Hij leerde
27 talen en werd een autoriteit op het
gebied van de wiskunde en verschil
lende andere wetenschappen. Albert
Einstein met wie Leopold geregeld
correspondeerde, heeft eens verklaard
dat de gevangene een belangrijke bij
drage tot de wetenschappen zou hebben
kunnen leveren als hij een vrij man
was geweest. Leopold's oorlogswerk op
het gebied van de malariavorsing werd
beloond met een verkorting van zijn
straftijd voor de ontvoering en deed
hem in aanmerking komen voor een
voorwaardelij ke invrijheidsstelling.
Leopold, die vastbesloten was de rest
van zijn leven in een dienende functie
door te brengen, werd te Castaner in
Portorico verpleger in een ziekenhuis.
Hij studeerde aan de universiteit van
Portorico af in de sociale geneeskunde
en werd tewerkgesteld bij de raad voor
volksgezondheid van Portorico.
Verleden jaar trad hij in het huwe
lijk met Trudi Garcia de Quevedo. Zij
leiden nu een rustig leven in San Juan.
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
SWAN FEATURES SYNDICATE
1
QOnoq
■25-!+
25. Toen tante Patent bij het snelbuffet plaats
nam, zag ze tot haar grote ongerustheid Buurman
Bezig in gesprek met zuster Klivia. Ze spraken al
lebei gelukkig nogal zacht, zodat niet iedereen het
kon horen, maar in hun gefluisterd gesprek was
zoveel haat en zoveel ingehouden venijn, dat tan
te Patent angstig haar koffie dronk en dacht: vast
weer ongelukken.„Hi—hi," zei zuster Klivia bits
„Dit warenhuis zal in rook en vlammen opgaan,
het zal van de aardbodem worden weggevaagd, met
u en al uw kindskinderen, weef" ..Jij ouwe taaie
poetslap.. sputterde Buurman Bezig. „Jij on-
we kwiezekwezel!" „Hi hi.grinnikte zuster Kli
via en van dat naargeestig hinnekend geluid wera
buurman Bezig zo opgewonden dat hij van zijn
kruk opsprong om de oude dame bij de keel te
grijpen. Maar door de schok raakte hij ook de kruk
van tante Patent, zodat haar koffie met een zwaai
regelrecht in zijn gezicht vloog. „Au bggg ,v
brieste Buurman Bezig, toen de gloeiende koffie
tegen zijn wang gutste„Kom hier, stuk sprot!
Nachtpit! Niesmiddel' Valse Wilgeteen!" Maar zus
ter Klivia lachte heel akelig.
67. „Mijn medicijnen moeten ontspanning geven aan
deze geestelijk verkrampte," sprak dokter Geestemel
ker, „vlug, zuster Ali, nog een scheut!" De arts raakte
nu toch ook wel gejaagd door het aanzwellend geraas
van de naderende huizenbouwer, maar onder de agen
ten bracht het oprukkende monster geen enkele op
schudding teweeg. „Zie jij dat nou ook?" vroeg bri
gadier Brakkeput, terwijl hij op het roersel wees. „Ja,
maar het bestaat niet echt, hoor," antwoordde de aan
gesprokene, „we zien het alleen maar omdat we nog
wat overspannen zijn." „Niet leuteren! Doen!" riep
commissaris Vleesjager handenwringend. „Waar is jul
lie plichtsbesef?! Jullie moeten de bevolking bescher
men tegen dat ehding!" „Dus u ziet het ook,
commissaris?" vroeg brigadier Brakkeput. „nou rustig
maar, hoor. Daar verderop is nog en bed vrij."