Muiterij op het Vrouwenschip Prille jeugd en hoge ouderdom worden niet voldoende uitgebuit -*•* mm. SI Gestie eindelijk vrij man Tante Patent en buurman Bezig PANDA EN DE BEWOGEN BEWEGER ft Ons vervolgverhaal door Hen riek Binder F', '■-i LACHEN OM DE KENNEDY'S mmm®: MAANDAG 25 MAART 1963 - lUlllllllllllUlUüliUIIIIIIII „Hersen-kartograaf" „leder volk tweetalig" TWEE BELANGWEKKENDE THEORIEEN VAN EEN BEFAAMDE NEUROLOOG Jong geleerd... W ill'' --h Hifi „Tweede jeugd" IOR/Haarlems Dagblad k pilliiiililllllllllllllllllllii' 'v'; ;v v >w- Tl 89) „Goéd dan," zei Sir Philip. Maar op datzelfde ogenblik kwam iemand van de acht naar binnen stor men: „De citadel meldt de „Lady Ju lian aan de horizon!" Sir Philip vergat dadelijk Lil vol komen. Hij moest er rekening mee houden, dat de „Julian" al over een uur in de baai kon zijn. En voor die tijd had hij nog veel te doen. Sir Philip had opdracht gegeven, dat onmiddellijk nadat de „Julian" binnengelopen was, 't proces tegen Nunham moest beginnen. Dit zou de hele zaak aanmerkelijk vereenvoudi gen, als ze Aitken direkt bij de aan komst al konden verhoren. „Roep het gerecht tezamen," zei Sir Philip, „bericht zijn hoogheid en zeg dokter Holborn, dat hij zich ter beschikking van het gerecht moet houden. En vraag miss Knotherwell, of ze het morgen met me wel be spreken." „Het gerecht komt direct bijeen." zei Stevens buiten tegen Lil. „Sir Philip verzoekt u morgen terug te komen." Ze dacht na. Over een uur werd recht gesproken over George. Als ze rekening hield met de verbittering, die in Port Jackson tegen hem en de ..Julian" heerste, dan was het wel te verwachten dat hij Maud nooit meer te zien zou krijgen, maar direkt uit de gerechtszaal naar de terechtstel lingsplaats op de binnenplaats van de citadel zou verdwijnen. Vastbesloten liep ze dus naar de deur van Sir Philip's kamer. Zeker het was zeer ongemanierd, op dit ogenblik naar hem toe te gaan. Maar ondanks dat deed ze het. „Lieve miss Knotherwell," riep hij onvriendelijk, „het is me onmogelijk met u te spreken." Maar Lil sloot gelaten de deur ach ter zich en zei één enkele zin tegen Sir Philip. Toen was het hem helemaal niet meer onmogelijk, met haar te spre ken. Integendeel: hij liet direct daar op dokter Moxton binnenroepen. En toen bleef Sir Philip nog een kwartier met dokter Moxton en miss Knotherwell in zijn kamer zitten. Het was misschien wel de merk waardigste ontvangst, die ooit een schip in een haven te beurt viel. De „Julian" gleed een volkomen verla ten bocht binnen. Niemand stond op het strand. Geen levend wezen be groette het schip. Pas toen het anker knarsend in de bodem verdween, kwam een officier met twee soldaten het wachthuis uitlopen, begaf zich naar een boot en liet zich naar de „Julian" roeien. Kapitein Aitken stond aan de re ling en zag tot zijn verbazing dat één enkele luitenant met twee soldaten de inmiddels neergelaten valreep be klommen en zich bij hem lieten mel den. Nicol kwam direkt toelopen, toen de luitenant zich aan de kapitein voorstelde: „Luitenant Barlett", zei hij. „Sir Philip laat zich verontschul digen, dat hij u niet persoonlijk kan ontvangen. Hij is door een dringende aangelegenheid verhinderd en ver zoekt u, met de bottelier Nicol, de stuurman Perkins, mrs. Barnley, Blanche Gown, Edith Sharow en Sa rah Sabolah, allen getuigen in het pro ces tegen George Nunham. in het ge meentehuis te verschijnen." „Een verrassende ontvangst," zei Aitken en hij lachte, maar dat lachen klonk verre van vriendelijk. „Botte lier, stelt u er mrs. Barnley en de anderen van in kennis, dat ze ons moeten begeleiden." „Gown, Sabolah en Sharow, klaar maken!" brulde Nicol. Toen klopte hij aan Maud's deur. Ze was al helemaal aangekleed en gereed, het schip te verlaten. Ze wist dat ze, zodra ze de grond van Port Jackson betrad, vrij zou zijn. Nu keek ze verbaasd naar Nicol. Ze moest gaan zitten, toen ze te ho ren kreeg, dat ze met hem en de andere vrouwen onmiddellijk als ge tuige aan land moest verschiinen. ge tuige in het proces tegen George. „Tegen George," zei ze toonloos. Nicol knikkte. Maud kon het niet begrijpen. Dit proces, al onmiddellijk na de aan komst, bewees haar, dat de hertog machteloos was en George niet meer |j te redden. Toen ze over het dek liep en die wonderlijk mooie baai zag, dat sprookjeslandschap, waarin een g weelde van de meest helle en de g meest zachte kleuren en het gekwet- ter van duizenden bontgekleurde vo- gels als een vreemde symfonie sa- g menklonken, vulde haar hart zich g met een pijnlijk-zoete rust. Ze voelde dit als een laatste tedere omarming van het leven. Dit hemelse land, schoot het plotse- s ling door haar heen, is een mooi, vriendelijk graf voor George en mij g En die gedachte was als een pant- g ser, dat haar de volgende twee uren g beschermend omhulde. Toer ze bene- den op het strand stonden, keek ze s kalm en zelfs opgeruimd naar Aitken g op. §j „Wel kapitein, zei ze, „we bezor- g gen u wel voortdurend last. Maar dit g zal toch wel de laatste keer zijn, dat g ik u met George last bezorg." „U hebt me nooit last bezorgd, g mrs. Barnley," zei Aitken, „ook Geor- g ge Nunham niet. Een man, aan wie g u uw vriendschap schenkt, is geen g misdadiger." Hij bleef staan. „Ook g voor mij is George Nunham geen misdadiger, sinds ik hem heb leren g kennen," riep hij luid. De weg, die de heuvel opging, was g geplaveid. De zon was tamelijk heet. g en op de hele weg kwamen ze geen g mens tegen. g Ook van een gemeentehuis was in g de wijde omtrek niets te bekennen Toen ze eindelijk de top van de heu- s vel bereikt hadden, zagen ze alleen maar akkers, waarop gevangenen g aan het werk waren. Ver daarachter g zagen ze de donkere rand van 'n on- g doordringbaar groen woud en rechts g stond, geheel afgelegen, een barak, g met een veranda en een kleine tuin ervoor. Luitenant Bartlett vertelde dat di< g het gemeentehuis was. Zo noemden g ze het in Port Jackson. In dat ene g vertrek, dat misschien tweehonderd g personen kon bevatten, vonden alle g processen en gemeenschappelijke ver- g makelijkheden van de kolonie plaats g Het was een heel sobere, enigszins g langwerpige zaal, waar ze binnen kwamen. Vooraan zaten, aan een lan- ge tafel, vier heren De middelste g stoel en nog een tweede plaats wa- g ren nog leeg. Achterin de zaal zaten g op banken ongeveer dertig toeschou- s wers. Kapitein Aitken bevond zich nu g met zijn begeleiding tegenover de he- le kolonie van Port Jackson g Kolonel Stevens, die aan de lange g rëcRTëfsfafel zat. stond"up, ging kapi- tein Aitken tegemoet en stelde zich a'an hem voor. In de' «ifctonderlljlu- g stilte, die in de zaal heerste, zei Str- g vèns, voor alle aanwezigen duidelijk g hoorboor: „Sir Philip, die nog niet aanwezig jjj is, betreurt het ten zeerste, dat hij u onder zulke buitengewone omstan- g digheden in Port Jackson moet ver- welkomen. Maar om zeer bepaalde g redenen heeft hij het proces op het g uui van de aankomst vastgesteld g Mag ik u intussen naar onze gouver- s neur, zijn hoogheid de hertog, bege- g leiden?" g De hertog zat als toehoorder van g het proces proces op een soort ere- g plaats, naast de gerechtstafel. Zijn g plaats stond, evenals de gerechtstafel, g op een kleine verhoging Daarbij had g men ook nog dit stuk van het podium waarop de zetel van de hertog stond, g van een tafel voorzien. g De hertog stond op en kwam Ait- g ken tegemoet: „Mijn beste Aitken, ik g ben blij, u in Port Jackson te begroe- g ten. We spreken elkaar later wel uit- g voeriger. Wilt u vanavond mijn gast g op de „Seventrue" zijn?" Kapitein Aitken boog Ook Nicol en g stuurman Perkins bogen. g En toen gebeurde er iets. waarbij g de dertig toeschouwers van de kolo- g nie hun adem inhielden. g De hertog ging op een dame toe en g reikte haar de hand. Toen keek hij g vragend naar kolonel Stevens: „Waar neemt lady Barnley plaats?" g vroeg de hertog g „Op de getuigenbanken, hoogheid," g zei Stevens, en wees op de andere g zijmuur, naast de gerechtstafel. g fWordf vprnolod iiTiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiii Hier bespreekt de neurochirurg met een van zijn assistenten het operatieplan. (Bijzondere medewerking) In 1937 opende men in Montreal een klein neurologisch instituut (47 bedden), dat speciaal bestemd was voor hersen operatiepatiënten, waarvoor het nauw met dit instituut verbonden Royal Victoria Hos pital niet was uitgerust. De leiding van het Instituut kwam in handen van dr. Wil der Penfield, een bekend neuro-chrirug, die het instituut tot een centrum der neu rologische wetenschap maakte. Het is thans al worden er nog wel spoedope- rateis gedaan in de allereerste plaats een research-centrum, waar studenten en artsen uit Canada, de Verenigde Staten en Europa studeren en onderzoekingen doen. Dr. Penfield is de bezielde en bezie lende leider gzbleven, al moet hij zo gaan deweg iets van zeventig mompelen, als men vraagt hoe oud hij is Leerlingen van hem zijn thans academische docenten in vele landen, bijvoorbeeld in China, Polen en Australië. DR. PENFIELD'S verdiensten in de strijd tegen hersenziekten en hersenstorin- gen zijn groot. Doch ook op ander terrein heeft hij naam gemaakt. In zijn Canadese vaderland bestempelt men hem wel als de „kartograaf van het menselijk brein". Omdat hij heel nauwkeurig heeft vastge steld, welke hersendelen de verschillende menselijke functies spraak, beweging, verstand en zo meer nu precies rege len. Bovendien ontdekte hij in de herse nen een wat wij nu maar noemen „mechanisme", dat heel wat nauwkeuri ger werkt dan wat gemeenlijk het geheu gen of het herinneringsvermogen heet. In dat mechanisme stelde dr. Penfield vast ligt een schat van „vergeten" er varingen opgetast. Door deze ontdekking is hij zich levendig gaan interesseren voor opvoedkunde en opvoeding. Hij was op die gebieden, zo vertelde nij in 1958 tijdens de Eerste Canadese Opvoedkundige Con ferentie, tot opvattingen gekomen, die mis schien wat „ketters" aandeden. Niette min kozen de deelnemers dr. Penfield tot voorzitter. „OPVOEDKUNDIGEN", aluds dr. Pen field, „zouden bij de opstelling van leer plannen meer aandacht moeten schenken aan het ontplooi mgsproces der hersenen 3ij_ moeten voortdurend „op.de klok kijr ken" om te zien, hoe de capaciteiten dei kinderen veranderen". De hersenen zijn een levend, groeiend en voortdurend veranderend mechanisme, gecompliceerder en verbazingwekkender dan welk ander mechanisme ook". De on- derwijsprogramma's moeten zoveel moge lijk worden afgestemd op deze groeista- dia en de veranderingen der hersenen. In zonderheid, meent dr. Penfield, geldt dit voor het onderwijs in vreemde talen. „Ieder volk", betoogt hij, „zou tweetalig ja, drietalig kunnen zijn, als men de kin deren de vreemde talen maar zou leren in hun prille levensjaren. Dan „deponeert het kind in zijn hersenen „taaleenheden", die het later zou kunnen gebruiken, als zijn woordenschat groter is geworden. Het zijn zowel uitspraak- als verstaan-een heden. Deze eenheden (units) worden in de hersenen vastgelegd „voor onmiddellijk of later gebruik" van de vreemde taal. Een mens kan in zijn latere leven (al dus dr. Penfield) zijn woordenschat uit breiden van zeg 300 tot 10.000 woorden. Toch zal hij hoogstwaarschijnlijk die la ter verworven woorden zo uitspreken, dat men er de uitspraak of het accent in te rugvindt van hen, die hem in zijn jeugd onderwezen. Hieruit volgt, dat die oor spronkelijke „eenheden" meer zijn dan louter vaardigheid met tong en lippen. Het zijn „klank-eenheden" en „denk-eenhe- den, de physisch in de hersenen werden vastgelegd. Een kind bedient zich voort durend van die eenheden, als het de „ze nuwcelbasis" vormt van ieder nieuw woord. KINDEREN, die opgroeien in meertali ge landen, leren een vreemde taal gemak kelijker dan bij voorbeeld Angelsaksische kinderen, die in hun jeugd zelden iets an ders dan Engels horen spreken. Als zij later op de middelbare school een vreem de taal moeten leren, valt dat hun zwaar. Daarom is dr. Penfiled tot de conclusie gekomen, dat kinderen reeds op de lagere school vreemde talen moeten leren. Zolang dit nog niet gebeurt, adviseert hij de ouders, hun kinderen thuis vreemde talen te laten horen spreken. Zelf nam hij een Duitse gouvernante in dienst en gaf haar opdracht, in de kinderkamer uitsluitend Duits te spreken. Zo leerden zijn kinderen vloeiend Duits praten. Verwart het jonge kinderen, als zij eni ge talen tegelijk moeten leren? Neen, zegt dr. Penfield met nadruk. Wel acht hij het nuttig, dat zij iedere taal op een andere Een verzameling vermakelijkheden uit het recente leven van de Amerikaanse Kennedy-familie, waaruit sketches wer den opgebouwd welke op een plaat (een l.p.) werden vastgelegd! Een plaat, die geen enkele- grote grammofoonplaten maatschappij durfde uitgeven, terwijl de radio-stations niet de moed hadden deze uit te zenden. Een kleine maatschappij waagde het tenslotte en binnen twee we ken was het eerste miljoen exemplaren verkocht. De „hoofdrolspeler" werd mil jonair. Die plaat was: The First Family. (In Nederland uitgegeven door Artone Haarlem). Zeventien kostelijke scènes uit het Amerikaanse presidentengezin, op de plaat ten gehore gebracht door 'n pseu- do Jack (Vaughn Meader). een pseudo- Jackie (Naomi Brossart) en een tiental andere pseudo's (astronauten, politici, kunstenaars etc.). Je moet wel een beetje op de hoogte zijn met de Amerikaanse toestanden en (on)hebbelijkheden om van die „echte fijne Amerikaanse steekjes onder de wa teren rond het Witte Huis" te kunnen meegenieten, en dan is het het ene lach salvo na het andere De ongenadige kri tiek. de satires, op deze l.p. moeten we geloof ik niet te ernstig nemen, want, aldus de producenten, de plaat is „for fun". Daarom een presidenten-show vo) humor in twee delen waar we dag en nacht naar zouden kunnen luisteren. Een assistente legt de laatste hand aan een hersenmodel van klei en plastic, een der befaamde produkten die dr. Penfield's instituut vervaardigt voor universiteiten in de gehele wereld. plaats leren. Horen zij in de kinderkamer uitsluitend Duits, dan associëren zij al spoedig die kamer en de Duitse toal. El ders „denken" zij dan in hun moedertaal, maar in de kinderkamer in het Duits. DE HERSENEN van de mens bestaan uit twee identieke helften. Theoretisch ware het mogelijk, beide helften "wisse lend te gebruiken. In feite echter is het zo, dat een der helften de „leiding" heeft genomen. Als een klein kind zijn „domine rende" hersenhelft beschadigt, behoeft het b.v. niet gebrekkig te gaan praten. De onbeschadigde helft neemt dan de taak van het beschadigde deel over. Ontstaat de beschadiging evenwel als het kind met meer zo jong is, dan zijn de „spraakpa- tronen" reeds gefixeerd en kan een blij vend spraakgebrek het gevolg zijn. De hersenen zijn dan namelijk niet „soepel" genoeg meer, zodat de „overschakeling" op de onbeschadigde helft onmogelijk is. In dit verband zegt dr. Penfield: Leert een ouder kind of een volwassene een vreemde taal, dan zijn de basis-spraak- eenheden reeds gevofmd. Een min of meer zwaar accent is dan vrijwel onvermijde lijk, omdat de geringe „soepelheid" der hersenen de vorming der voor de nieuwe taal benodigde basis-spraakeenheden ver hindert. OP GROND van zijn itennis van het her- senpotentieel is dr. Penfield scherp gekant tegen de gangbare opvatting omtrent, en de praktijk van het „met pensioen gaan". Onbeperkte rust, zegt hij, tast het hersen- mechanisme aan. Stellig is het lichaam met zestig jaren over het hoogtepunt van zijn kracht heen, maar het is normaal, dat de hersenen dan, althans op sommige ge bieden, in-staal'ïtjh tot' de besté presta ties. 11 -Ut»"»» flfi'TBKl) U.'RIinifT/ llftlts „Het ogenblik van (algemeen gezegd) „met pensioen gaan" zou het begin moe ten zijn van een nieuwe loopbaan of werk kring", zei dr. Penfield enige tijd geleden Dr. Penfield (voorgrond links) tijdens een hersenoperatie: een omvangrijke ingreep die soms wel zeven uur vergt. op een bijeenkomst in Toronto, „want het kan zjjn, dat iemands laatste jaren zov el' voor hem zelf als voor de gemeenschap zeer nuttig kunnen zijn". De voorbereiding op de „tweede loopbaan" zou eigenlijk zeer tijdig, mogelijk vóór de voltooiing van het vijftigste levensjaar, moeten be ginnen. In deze zienswijze liggen nieuwe „op voedkundige mogelijkheden besloten, „herscholing" van mannen, die hun pen sioengerechtigde leeftijd naderen. Niet iedereen zal namelijk zelf kunnen of wil len beslissen, welk vak of werk hij als „tweede werkkring" zal moeten kiezen. Men zou de twijfelaars psychotechnisch móeten gaan testen, maar aleer dit tot goede resultaten kan leiden, moeten nieu we tests worden bedacht en moet de mate rie nog eens heel grondig worden bestu deerd, zo betoogt dr. Penfield. De 52-jarige Amerikaan Nathan Leo pold, die ruim 33 jaar in de gevange nis heeft doorgebraent voor een mis daad welke hij in zijn jeugd pleegde, is thans definitief een vrij man. Vijf jaar geleden werd hij voorwaar delijk op vrije voeten gesteld. Overeen komstig het voorschrift worden veroor deelden, die zich in de eerste vijf jaar na hun voorwaardelijke invrijheidstel ling goed gedragen, van alle verdere toezicht ontslagen. Dat is nu ook met Leopold gebeurd. Op 3 maart 1958 werd hij voorwaar delijk in vrijheid gesteld na 33 jaar, 6 maanden en 2 dagen uitgezeten te heb ben van de levenslange gevangenisstraf waartoe hij in 1924 veroordeeld werd, omdat hij, bezeten van de obsessie een perfecte misdaad te plegen, de 14- larige Bobby Franks vermoord had. Leopold en zijn medeplichtige Ri chard Loeb werden voor deze moord tot levenslang veroordeeld en voor de ont voering van de jongen Franks tot nog maals 99 jaar. Beiden bekenden op aan raden van de befaamde advocaat Cla rence Darrow, wiens verdediging beide mannen van de elektrische stoel gered heeft. Leopold was 19 en Loeb 18 toen zij de misdaad pleegden. Beiden waren, evenals Bobby Franks (die in het wil de weg voor de misdaad uitgekozen werd) kinderen van welgestelde ouders uit Chicago. Loeb werd in 1936 door een ruzie door een medegevangene doodgestoken. Leopold studeerde en hielp zijn mede gevangenen. Hij is een man met een briljante geest. Zijn intelligentiequotiënt bedraagt 208, dat van een geniaal man. Hij leerde 27 talen en werd een autoriteit op het gebied van de wiskunde en verschil lende andere wetenschappen. Albert Einstein met wie Leopold geregeld correspondeerde, heeft eens verklaard dat de gevangene een belangrijke bij drage tot de wetenschappen zou hebben kunnen leveren als hij een vrij man was geweest. Leopold's oorlogswerk op het gebied van de malariavorsing werd beloond met een verkorting van zijn straftijd voor de ontvoering en deed hem in aanmerking komen voor een voorwaardelij ke invrijheidsstelling. Leopold, die vastbesloten was de rest van zijn leven in een dienende functie door te brengen, werd te Castaner in Portorico verpleger in een ziekenhuis. Hij studeerde aan de universiteit van Portorico af in de sociale geneeskunde en werd tewerkgesteld bij de raad voor volksgezondheid van Portorico. Verleden jaar trad hij in het huwe lijk met Trudi Garcia de Quevedo. Zij leiden nu een rustig leven in San Juan. Een oorspronkelijk stripverhaal door Annie M. G. Schmidt en Fiep Westendorp SWAN FEATURES SYNDICATE 1 QOnoq ■25-!+ 25. Toen tante Patent bij het snelbuffet plaats nam, zag ze tot haar grote ongerustheid Buurman Bezig in gesprek met zuster Klivia. Ze spraken al lebei gelukkig nogal zacht, zodat niet iedereen het kon horen, maar in hun gefluisterd gesprek was zoveel haat en zoveel ingehouden venijn, dat tan te Patent angstig haar koffie dronk en dacht: vast weer ongelukken.„Hi—hi," zei zuster Klivia bits „Dit warenhuis zal in rook en vlammen opgaan, het zal van de aardbodem worden weggevaagd, met u en al uw kindskinderen, weef" ..Jij ouwe taaie poetslap.. sputterde Buurman Bezig. „Jij on- we kwiezekwezel!" „Hi hi.grinnikte zuster Kli via en van dat naargeestig hinnekend geluid wera buurman Bezig zo opgewonden dat hij van zijn kruk opsprong om de oude dame bij de keel te grijpen. Maar door de schok raakte hij ook de kruk van tante Patent, zodat haar koffie met een zwaai regelrecht in zijn gezicht vloog. „Au bggg ,v brieste Buurman Bezig, toen de gloeiende koffie tegen zijn wang gutste„Kom hier, stuk sprot! Nachtpit! Niesmiddel' Valse Wilgeteen!" Maar zus ter Klivia lachte heel akelig. 67. „Mijn medicijnen moeten ontspanning geven aan deze geestelijk verkrampte," sprak dokter Geestemel ker, „vlug, zuster Ali, nog een scheut!" De arts raakte nu toch ook wel gejaagd door het aanzwellend geraas van de naderende huizenbouwer, maar onder de agen ten bracht het oprukkende monster geen enkele op schudding teweeg. „Zie jij dat nou ook?" vroeg bri gadier Brakkeput, terwijl hij op het roersel wees. „Ja, maar het bestaat niet echt, hoor," antwoordde de aan gesprokene, „we zien het alleen maar omdat we nog wat overspannen zijn." „Niet leuteren! Doen!" riep commissaris Vleesjager handenwringend. „Waar is jul lie plichtsbesef?! Jullie moeten de bevolking bescher men tegen dat ehding!" „Dus u ziet het ook, commissaris?" vroeg brigadier Brakkeput. „nou rustig maar, hoor. Daar verderop is nog en bed vrij."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7