Psychiater: de was „Geen van de drie eigenlijke leider" vertrouwd middel voor moderne magen vitamol Londen voor onmogelijke taak Zuid-Rhodesië te houden Noord- en bijeen ooor (oud-gezant der Nederianden) DE BAARNSE MOORDZAAK Bij Boudewijn H. is het gevaar van een herhaling niet uitgesloten Drie jaar geëist wegens een poging tot doodslag President Mateos bij De Gaulle Botsing tussen blank en zwart Landbouw gebaat bij open gemeenschap WOENSDAG 27 MAART 1963 Vitaminen zijn een weldaad voor de huid Mexico op zoek naar contact in Europa Demonstratie van huisvrouwengymnastiek Weinig verschil tussen de drie Minister V. Marijnen: Brielle heeft een waarnemend burgemeester Koppigheid Blank en zwart Economische hand Commissie „Oorlog en vrede" humanistisch verbond Advertentie (Van een onzer verslaggevers) Boudewijn H, wiens geestelijke sto ringen voor een deel erfelijk bepaald, voor een deel van neurotische aard zijn, verdient niet alleen in zijn persoonlijk, maar ook in het algemeen belang na zijn detentie onvoorwaardelijk ter be schikking van de regering te worden dan de ander, dan weer dacht hij dat het toch andersom was. „Ik geloof niet dat het in mijn conclusie een heel groot ver schil zou uitmaken als ik wist wie de do delijke slag heeft toegebracht", zei hij. Een der rechters bracht de „repetities" ter sprake, die de jongens in de huiska mer gehouden hebben om de wurging van Theo Mastwijk te oefenen. „Kan Boude wijn zoiets werkelijk vergeten zijn?" T i -i. vroeg hij. „Mogelijk is het, maar waar- gesteld. Gevaar voor herhaling van een schljnlijk niet", zei prof. Rümke, die uit- dergelijk misdrijf is niet denkbeeldig als eenzette dat deze sterk geremde jongen hij in een ongunstige situatie komt. Voor bepaalde herinneringen niet zozeer ver- hem zelf moet een psycho-therapeuti- drong als wel annuleerde. „Hij legde hd - - - - r J - - I zolang weg De raadsman, mr. Mathuizen, raakte worden geacht voor zijn verdere leven. met prof. Rümke in debat over de onlo gische antwoorden van Boudewijn. „Moet Dit zijn conclusies waarmee de zenuw- I men, als hij dwaze antwoorden geeft, dat arts prof. dr. H. C. Rümke als getuige- niet schuiven op zijn geestelijke struC- deskundige aan het eind van de tweede tuur?" vroeg hij. „Hij geeft niet zulke dag van de Baarnse moordzaak de dwaze antwoorden", zei prof. Rümke, „hij te geven in het wezen van de verdachte, geeft eigenlijk geen antwoorden. Boudewijn H. die de hele dag in zijn ant- woorden vaag en onzeker was als het I Sliet Crimineel ons belangrijke punten ging Volgens prof. Rümke kan niet gezegd Mr. Mathuizen merkte op. dat Boude- worden dat in het groepje van drie, dat .wijn ook plotseling heel anders kan zijn over leven en dood van Theo Mastwijk „alsof de zon doorbreekt", namelijk als beschikte, één bepaalde figuur bij alles hij voelt dat iemand hem begrijpt, de leiding had. Beurtelings kwamen ver- Prof Rümke: „Als iemand aardig tegen dachte W. en de broers H. met een ini- je doet> is dat geen reden direct te zeggen tiatief. Het is niet zo, aldus prof. Rümke. daj- ^ij aardig is, evenmin als het redelijk dat W. de leider was en de anderen mee- js zeggen dat iemand vervelend is, als 'lopers. Er was geen eenzijdige, maar een hij vervelend doet." sterk wederzijdse beinvloeding Ook Ewout het ook niet juist te zeggen als H. is herhaaldelijk met ideeën gekomen iemand iets crjmineels doet, dat hij dus 0,PVialLe"d nwm P I crimineel is", zei mr. Mathuizen. 'if1 jev Vegln,een.. sterke p Prof. Rümke antwoordde dat hij in zijn heid leek en Boudewijn een zwa e. e - rapport ook gezegd heeft geen van de drie dere observatie leerde echter dat ajs persé crimineel te beschouwen der sterk is dan hij lijkt en Boudewijn w nipt in Hp rp, minder zwak. Niet vast te stellen is dat Boudewijn H. was niet in de rechtszaal bij de behandeling van het psychiatrisch Advertentie W. de leider is geweest. Prof. Rümke heeft rapport Na afjoop vertelde de president Boudewijn H. onderzocht samen met prof.1 dr. J. Kloek en de zenuwarts H. M. Hage- meijer. Er was toen door psychiaters en psychologen al zoveel met hem gepraat dat hij bijzonder op zijn hoede was ge worden. Toen de president, mr. Gijsman, ter sprake bracht hoe vaag Boudewijn wordt als de gewelddadige onderdelen van de samenzwering ter sprake komen en hoe stellig hij op andere punten kan zijn, verbond hij daaraan de vraag of Boude wijn in dit opzicht betrouwbaar geacht mag worden of dat hij simuleert. Prof. Rümke antwoordde dat hem dat bij het onderzoek ook is opgevallen. Steeds gaat het om precies dezelfde punten. „Ik heb de indruk dat het niet helemaal echt is. Het leek een beetje op regie die hij toepaste". In voorzichtige bewoordingen gaf prof. Rümke te kennen dat simulatie niet uit gesloten is. „Het kan ook zijn dat Boude wijn zich heeft laten afzakken tot deze wijze van reageren en zichzelf min of meer in een schemertoestand brengt", al dus de psychiater. hem in grote lijnen het behandelde. Ten slotte zei hij tegen de verdachte: „Ik meende dat u verbaasd keek toen ik zei dat in uw groepje van drie geen leider was. Hebt u misschien iets te vragen aan deze getuige?" Boudewijn, doelend op het psychiatrisch rapport, zei: „Ik ken deze stukken niet". Als om hulp zoekend keek hij naar zijn verdediger. Maar hij had geen vragen en daarmee eindigde de tweede dag van het proces. Vandaag heeft Ewout H. zich te verant woorden. (Zie pagina 1) De officier van Justitie bij de rechtbank te Arnhem, heeft drie jaar gevangenisstraf geëist tegen een 31-jarige betonwerker uit Gennep wegens poging tot doodslag. Ver dachte bezocht o-1 3 november met een twintigjarige vro- van lichte zeden, met wie deze vader van zeven kinderen veel omgang had, een café te Nijmegen. De vrouw bemoeide zich in het café niet meer met hem. doch wel opvallend veel met een jonge Oostenrijker. Verdachte, die die avond een twintigtal glazen bier dronk, moet zich over de voor hem onaangenaam geworden sitautie heb ben opgewonden. Na zijn vertrek vroeg de vrouw bij het verlaten van het café aan enige studenten haar te begeleiden. De be tonwerker wachtte buiten bij zijn auto, een busje waarmee hij werklieden naar Duits land vervoerde, tot het gezelschap naar buiten kwam. Hij zou honderd meter ver der op de groep zijn ingereden, de vrouw hebben geraakt Deze werd licht gewond, doch veel ernstiger was de negentienjari ge student er aan toe. Hij werd een veer tigtal meters meegesleurd en met een bek kenfractuur en inwendige kneuzingen op genomen. Norac: de grootste hoeveelheid werkza me stoffen in het kleinste tabletje. Norac tegen overtollig maag zuur. Handig doosje staat al op de toonbank van Uw apotheker of drogist. en beïnvloeden de stofwisseling in zeer belangrijke mate. Medici bevestigendat gezondheid en aanzien van de huid door vitaminen behouden en fundamenteel verbeterd worden Daar ons lichaam echter geen vitaminen vormtverschaft Vitamol van buitenaf deze opbouwende stoffen, voorkomt daardoor vroegtijdige vermoeidheidsverschijnselen en garandeert een steeds goed verzorgd uiterlijk. DE SUCCESVOLLE VITAMINE-HUIDVERZORGING Vitamol-crèmesbestrijden rimpels en kraaiepootjes. geven de huid jeugdige frisheidverhinderen uitdroging. PARIJS President Lopez Mateos van Mexico is in Parijs aangekomen voor een vierdaags bezoek. Hij werd ontvangen dooi president De Gaulle. Uit de hartelijkheid van diens woorden en de tijd die De Gaulle voor de beraadslagingen met de Mexicaan se staatsman reserveert terwijl de Amerikaanse boodschapper Adlai Steven son vergeefs gehoopt heeft tot het Ely- see door te kunnen dringen kan men de betekenis lezen, die De Gaulle aan deze contacten hecht. Volgens diplomatieke waarnemers in Parijs zoekt de heer Lopez Mateos in West- Europa een politiek en economisch tegen wicht tegenover de invloed van de Ver enigde Staten zowel als van de Sovjet- Unie. En dat verlangen komt zeer wel overeen met de ambities die ook docr de Franse president worden gekoesterd. Men verwacht dan ook dat het Mexi caanse staatshoofd zonder al te veel moeite een royale verhoging van de reeds bestaande financiële steun zal loskrijgen. Het wordt bovendien waarschijnlijk ge acht, dat generaal De Gaulle zijn reis door Zuid-Amerika, die al geruime tijd in de pen zit, nu niet alleen zal bespoe digen. maar ook nog in Mexico zal willen beginnen. Het Parijse bezoek >s voor de Mexi caanse president het begin van een rond reis door West- en Oost-Europa, tijdens 'welke hij ook Nederland zal bezoeken. De vereniging van Leraren in de Licha melijke Opvoeding leverde gisteren op nieuw het bewijs van de levensvatbaar heid en de charme van de Huisvrouwen gymnastiek. Ter gelegenheid van het 10- jarig bestaan van de afdelinp Haarlem der Commissie Huisvrouwengymnastiek gaf namelijk een honderdtal dames een bijzonder aantrekkelijke demonstratie in de grote zaal van het Concertgebouw. De bedoeling en het nut van deze gym nastiek werden duidelijk door de oefeningen die werden uitgevoerd onder leiding van de dames Osterthun, Faber en Stapel. Oefeningen ter verbetering van de hou ding, de beweging, de ontspanning en de juiste ademhaling. Het publick reageerde uiteraard verrast op de nummers, waarbij de traditionele knotsen, stokken of ballen vervangen wa ren door boodschappennetjes, bezems en aardappelpannen. Na de pauze hield mevrouw N. A. O. Wegener Sleeswijk, een beken'' sportarts, een warm pleidooi voor de huisvrouwen gymnastiek. Het gezellige betoog culmi neerde in het advies: „Snoep weinig, eet matig en beweeg zoveel u kan". Een ad vies, dat natuurlijk voornamelijk gericht was tot' de huisvrouwen, die tot op dat moment nog niet aan de cursussen deel- (Van onze correspondent) LONDEN. De afwikkeling van Engelands grootste koloniale probleem het conflict rond het voortbestaan^ van de negen jaar oude Rhodesische Fede ratie verloopt niet zonder moeilijk heden. Maandag bereikten deze moei lijkheden een climax. De leiders van de Afrikaanse regering van Noord-Rhodesië, Kaunda en Nkumbulan, weigerden in Londen verder te praten met de Britse regering, zolang deze hun land het recht ontzegt uit de federatie te treden. De twee leiders verlieten de conferentiezaal, waar minister Butter pogingen deed om de federatie in een of andere vorm in stand te houden. Gevraagd naar de mate van vermin derde toerekenbaarheid van de drie ver dachten, noemde prof. Rümke de verschil len niet groot. Soms heef hij gedacht dat de één minder toerekeningsvatbaar was De minister van Landbouw en Visserij deelt blijkens zijn memorie van ant woord aan de Eerste Kamer over de land bouwbegroting 1963 de bezorgdheid over het afbreken van de onderhandelingen met Engeland over toetreding tot de Europese Economische Gemeenschap. Het échec van de onderhandelingen is des te meer te betreuren tegen de achtergrond van het Nederlandse streven de E.E.G. steeds zo veel mogelijk een open karakter te geven. De regering is bereid bij de verdere uitbouw van het gemeenschappelijk land bouwbeleid voeling te houden met het Verenigd Koninkrijk. De minister wil niet verhelen dat het échec de onderhandelingspositie van Ne derland terzake van het gemeenschappe lijk landbouwbeleid belangrijk kan verzwa ren zowel wat betreft produkten die onder een E E.G.-regeling worden gebracht als wat betreft het fundamentele vraagstuk van de prijstoenadering. Meer dan ooit is hij er echter van over tuigd, dat alleen regelingen die behalve met onze nationale belangen mede in vol doende mate rekening houden met ge rechtvaardigde belangen van derde lan den, en ook aldus het open karakter van de gemeenschap waarborgen, werkelijk perspectief kunnen bieden voor de land bouw in de E.E.G. De bewindsman kan niet een vermoede lijk tijdstip in uitzicht stellen, waarop de thans in behandeling zijnde ontwerp-ver- crdeningen voor zuivel, rundvlees en rijst, alsmede een ontwerp-verordening voor de criteria bij de vaststelling van richtprij zen, rijp zullen zijn voor een beslissing door de raad van ministers der E.E.G. De minister betoogt dat er binnen de regels van het beleid der Europese Econo mische Gemeenschap een zekere ruimte bestaat voor het voeren van een eigen nationaal markt- en prijsbeleid in de land bouw. De bewindsman ontkent, dat hij bij de uitwerking van het landbouwprijsbeleid te sterk rekening zou hebben gehouden met de E.E.G.-ontwikkeling. De Commissaris der Koningin in Zuid- Holland heeft met de waarneming van het burgemeesterschap van Brielle belast G. W. baron van Dedem, thans burgemeester van Heerjansdam. De burgemeester van BricMe is geschorst hangende een onder zo-!. ;i-n rijksrecherche naar zijn beleid. iw»>»Mmm»w"ifiin'i»T«wii»*vinnrrmnmnnnrirrnnr"""1 LAND EN DE Wanneer men de ceel pa pieren doorwerkt, waarin de toekomstige verhouding tus sen Nederland en de Duitse Bondsrepubliek wordt vast gelegd, dan vindt men opval lend weinig over de Rijn in al die stukicen. Er is één novum: West-Duitsland verklaart zich bereid, geschillen inzake uit legging cf toepassing van de Herziene Rijnvaart-akte van 1868 (wat de officiële aandui ding is van de Akte van Mannheim) aan het Internati onale Gerechtshof voor te leggen, ermee akkoord te gaan dat Nederland hetzelfde doet, en de verplichte rechtsmacht van het Hof te aanvaarden. Op zichzelf een mooi diploma tiek succes, daar tot dusverre Duitsland deze rechtsmacht van het Internationale Hof uitdrukkelijk niet wenste te aanvaarden. Maar zomin als één zwa luw zomer maakt, zomin is dit ene succespunt voor Ne derland in wezen veel waard bij de toekomstige bescher ming van de vrije vaart op de Rijn, waarop het bij de Akte van Mannheim het recht kreeg. Want in feite wordt op die vrije Rijnvaart inbreuk gemaak: op grote schaal door, en in, West-Duitsland. Maar of dit er de Nederlandse rege ring ooit toe zal brengen om daaruit ontstane conflicten voor het Internationale Hof te brengen, is een geheel an dere zaak. Het voornaamste argument van onze regering jegens de Tweede Kamer was onlangs, toen de verdragen met Duitsland daar aan de or de waren, juist dat wij ons niet wel konden veroorloven om, bij de groeiende West- Europese samenwerking, die verdragen hoe onvolmaakt ook niet te aanvaarden. Nu is het duidelijk, dat een protest c oor het Internationa le Hof over de wijze waarop hetzelfde Duitsland een inter nationale Akte toepast of uit legt, een veel minder vriende lijke daad is dan het uitstel van de behandeling van een aantal verdragen. Ergo zal het wel heel bar moeten worden, wil de Nederlandse regering zo ver gaan. Wat in de zaak van de Rijn vaart hindert, is niet hetgeen wél in de stukken staat, maar dat wat er niet in te vinden is. Want de ongezochte gele genheid om bij de „Generalbe- reinigung", waaraan Duits land behoefte had, over de vrije Rijnvaart nader te on derhandelen en het zo moge lijk eens te worden, wordt thans gemist. Zoals ook de ge legenheid wordt gemist om de grens van de Dollard en de Eemsmonding gemeenschap pelijk vast te stellen. Gelukkig is op het stuk van de Rijnvaart de Nederlandse positie met al bij voorbaat in ongunstige zin geprejudiceerd wat, naar wij zagen, wél het gevai was in de Dollard en Eems-kwesties. Elke partij blijft bij het eigen standpunt, en de Duitse beperkingen op de vaart op de Rijn mo menteel weinig knellend, maar in de toekomst mis schien voor Nederland zeer schadelijk blijven gehand haafd. Wat is nu het Nederlandse belang bij een vrije vaart op de Rijn"' Men kan zich nau welijks een meer typisch Ne derlands beroep indenken dan dat van Rijnschipper dien sten bewijzend in internatio naal verband, en dat door het vervoer ie water te bewerk stelligen. Dit blijkt uit niets zozeer als uit het Nederlandse aandeel in de totale Rijnvloot: circa de helft van de machtige Rijnvloot vaart onder Neder landse vlag! En bovendien vindt men op heel wat Rijn schepen varend onder andere vlaggen Duitse, Franse, Belgische. Zwitserse en zelfs Oostenrijkse nog Neder landse schippers Wij vroegen aan de direc teur van één onzer voornaam ste Rijnvaart-rederijen, hoe groot nij het totale aantal mensen schatte dat van de Nederlandse Rijnvaart afhan kelijk is, en hij kwam tot het indrukwekkende cijfer van honderdduizend mensen Maar het gaat om nog veel meer, want uiteindelijk bete kent de vrije vaart op de Rijn de beste garantie, dat de grote navens van Nederland zich door een vrij verkeer met het gehele achterland kunnen ontplooien. Zonder de minste overdrijving kan men danook van Nederlandse zijde doen uitkomen, dat die vrije Rijn vaart één van de pijlers is van onze welvaart. Mét de grote Nederlandse havens hangt het lot van de daar gevestigde Nederlandse zee-rederijen er nauw mee samen. Dat Nederland gebaat is bij de vrije vaart op de Rijn, die het volgens de Akte van Mannheim onbelemmerd mag uitoefenen, staat dus vast. Maar door te vechten voor zijn recht dient Nederland tevens het economisch belang van al le verladers hoe vrijer de vaart, hoe lager de kosten! Die verladers kunnen bestaan uit reders van de zeevaart, uit fabrikanten, mijnbezitters, handelaren, ja, uit wijnboeren en indirect uit allen die langs de Rijn en zijn zijrivieren wo nen en werken. Alles met el kaar een bevolking van een zeer respectabel aantal mil joenen, in het meest ontwik kelde deel van West-Europa. Niettemin wordt die vrije vaart binnen Duitsland (die men tegenwoordig aanduidt als „cabotage", wat eigenlijk betekent kustvaart) op meer dan één wijze belemmerd. Die beperkingen werden aanvan kelijk ingesteld door de bezet- tingSfiuioriteiten van West- Duitsland, die zelf zo ver gin- gen dat zij het verkeer binnen Duitsland uitsluitend aan Duitse Rijnschepen voorbe hielden. Dit gebeurde omdat West-Duitsland in de eerste na-oorlogsjaren met een groot deviezen-tekort te kampen had, dat de geallieerde bezet ters toen moesten aanvullen. Die tijd ligt alweer ver achter ons, de bezetters werden bondgenoten en West-Duits land beleefde zijn Wirt- schaftsw under. Wat heeft men er' echter gedaan? Weliswaar liet men de Nederlandse Rijn schepen weer toe in de cabo tage, maar men maakte die toelatin„ toch altijd nog af hankelijk van een soort alge mene deviezen-vergunning een vergunning dus, die, als iedere andere vergunning, óók kan worden ingetrokken! Maar volgens het Nederland se standpunt kan de West- duitse regering de vrije vaart op de Rijn niet afhankelijk stellen van enigerlei vergun ning afgezien van het feit, dai het langzamerhand absurd is om die vaart te bin den aan een deviezen-vergun ning in een land, dat nauwe lijks ram weet met zijn over schot op de betalingsbalans! Een tweede beperking op de cabotage in West-Duitsland is gelegen in de vrachten, die bindend worden vastgelegd door een regeringscommissie in dat land. Alweer een aper te schending van de Akte van Mannheim Intussen dreigt nieuw onheil uit weer een an dere hoek: de Europese Eco nomische Gemeenschap streeft naar een vervoers- pool en doet dit op grond van de welbekende verdragen van Rome. De Executieve Com missie van de E.E.G. heeft tot dusver niet heel veel hieraan gedaan, doch in de Raad van Ministers (in dit geval be staand uit de ministers van vervoer) van de E.E.G. komt de Rijnvaart herhaaldelijk ter sprake. Deze Raad van Minis ters beslist bij unanimiteit en heeft in het geval van de Rijnvaart tot dusverre niets beslist en, volgens het Ne derlandse standpunt, hééft die Raad ook niets te beslissen, waar immers de Akte van Mannheim haar onderteke naars, de oeverstaten, verbiedt om de vrije vaart op enigerlei wijze te beperken. De jongste vergadering van de Raad van Ministers ging op 8 maart uit een zonder overeenstemming te bereiken. Volgens persbe richten in Le Monde en an dere bladen stond de Neder landse vertegenwoordiger (staatssecretaris Stijkel) ge heel alleen tegenover zijn vijf collega's. Nu kan men redeneren en de Nederlandse regering schijnt tot dit standpunt aan vankelijk te zijn overge held dat de regel van de unanimiteit in de Raad van Ministers aan het einde van 1965 plaats zal maken voor beslissingen bij meerderheid van stemmen, zodat het beter is thans tot een „redelijke" vervoers-pool te komen dan om het been stijf te houden. Maar aangezien het gaat om een voor Nederland essenti eel vraagstuk, en ons land volkenrechtelijk gesproken uitstekende argumenten kan virjden ïri de Akte van Mann heim, lijnt het veel meer aan gewezen om zich met alle middelen te verweren tegen de uitholling van die Akte. In een vervoers-pool, gesloten door de vervoerders zonder tussenkomst van regeringen of E.E.G-Commissie, zou men aldus de Nederlandse be langhebbenden bij de Rijn vaart -• geen gevaar behoe ven te zien, wél echter in het geen in de Raad van Ministers van de E E.G. is voorgesteld. Een verweer met alle mid delen kar ook betekenen de verwerping van de Neder- lands-Westduitse verdragen, juist omdat zij ons terzake van de bypassing van de Ak te van Mannheim niet verder brenger.. Men behoeft er geen ogenblik aan te twijfelen dat de Nene'landse onderhande laars alles gepoogd hebben om de Rijnvaart wél te bevrijden van alle kluisters, doch daar bij zijn gestuit op de duidelij ke onwi; van de Duitse on derhandelaars. Welnu, dan is de rol van de uitvoerende macht, van het kabinet der halve, uitgespeeld maar dan kan de wetgevende macht, in casu de Eerste Kamer, haar veto uitspreken over de ver dragen. Waardoor het in Bonn en elders langs de Duitse Rijn duidelijk kan worden, dat de vrije vaart op de Rijn (uitein delijk óók een belang voor zeer vele Duitsers!) de Neder landse volksvertegenwoordi ging een vreedzame maar hardnekkige strijd wel waard is. En tevens, dat zij van het soort „Generalbereinigung" dat haai nu gepresenteerd wordt, met al te zeer verrukt is. Er zit aan deze Nederlands- Westduitse verdragen nog veel en veel meer vast, maar wij moeten het hierbij laten. Het aanstippen van enkele hoofdzaken, zoals wij dat in deze drie artikelen* hebber gedaan, moge aan de lezers de overtuiging schenken, dat deze gehele materie het best nog eens goed onder de loupe kan worden genomen door een volgende regering. De kwestie van de Bijlmer kan men af doen óf uitstellen die blijft toch wel liggen op Nederlands gebied. Maar de grensdorpen Tudderen en Elten kan men slechts éénmaal teruggeven. Heeft men het ggdaan, dan heeft men ook het enige uit handen gegeven, dat voor West-Duitsland misschien een groter piijs waard is dan het thans heeft geboden. De twee vorige artikelen van dr Rlemens over d(t onderwerp zijn tn ons blad verschenen op 15 en 20 maart. jumrjin rnriTfir..nnr m nn1 Bijna op hetzelfde moment arriveerde de premier van de federatie, Sir Roy We- lensky, in Londen voor overleg met mi nister Butler. Sir Roy, een voormalige zwaargewicht bokser, liet merken dat hij even hard zal vechten voor het voortbe staan van de federatie als Kaunda en Nkumbula vechten voor de afbraak. „Het uiteenvallen van de federatie zou een ramp zijn voor Centraal-Afrika", vond hij. Hij gaf toe dat de vorm van de federa tie waarschijnlijk zal moeten veranderen. Hoe de Engelse regering deze twee standpunten, dat van de federale regering en dat van de Noordrhodesische regering, tot elkaar wil brengen, ziet in Londen nog niemand. Slechts een wonder kan ervoor zorgen, dat de besprekingen niet in een impasse eindigen, is de meest gehoorde opinie. De desintegratie van de Rhodesische Fe deratie, die bestaat uit Noord-Rhodesië, Zuid-Rhodesië en Nyassaland, begon vo rig jaar november. Londen gaf Nyassa land toen het recht zich af te scheiden, ondanks protesten van Welensky. Voor Noord-Rhodésië. dat een Afrikaan se meerderheidsregering heeft, was dit de aanleiding tot het verzoek zich even eens te mogen afscheiden» Opnieuw ver zette Sir Roy zich, nu voorlopig met meer resultaat. Zowel hij als Londen weten, dat Noord- en Zuid-Rhodesië economisch een eenheid moeten zijn en er gescheiden alleen maar op achteruit kunnen gaan. Londen besloot de regeringen van Noord en Zuid-Rhodesië afzonderlijk bij zich te roepen om een compromis te bereiden ten einde de eenheid in stand te houden. De leider van de Zuidrhodesische blanke re gering, Winston Field, oracht vorige week een bezoek aan Londen. Hij werd maan dag gevolgd door de leiders van Noord- Rhodesië. Geen van beide delegaties kwam echter met een compromis tevoorschijn. Field heeft erop gewezen, dat het de Noordrho desische regering is die zich wil afschei den en weigert samen te werken met zijn blanke regering. De Noordrhodesische lei ders hebben dit bevestigd met hun de monstratieve „walk out". Dit kwam niet geheel als een verrassing. Kaunda en Nkumbula hadden reeds voor hun vertrek uit hun land hun recht van afscheiding geëist, en voorts gezegd, dat zij zullen weigeren samen te werken met Zuid-Rhodesië „zolang dit geen democra tische regering heeft". De Noordrhodesische leiders zien wel in dat een economische breuk met Zuid- Rhodesië hen zal verzwakken, maar zij staan zo onder druk, dat bun geen andere uitweg wordt gelaten. In de eerste plaats hebben zij hun Afrikaanse kiezers vorig jaar beloofd de blanke Zuidrhodesische re gering te bestrijden. In de tweede plaats zouden zij alle onafhankelijke Afrikaanse landen tegen zich krijgen zodra zij gingen samenwerken met de „kolonialisten-re gering". En in de derde plaats moeten zij rekening houden met Nkomo, de Zuid rhodesische nationalistenleider, en diens aanhang. Zo staat Welensky helemaal alleen in zijn streven de federatie te sparen. In net federale parlement heeft hij een meer derheid achter zich, maar de twee re geringen hebben zich tegen hem gekeerd. Zuid-Rhodesië is niet bereid de negers rechten te verlenen of aan het woord te laten komen; Noord-Rhodesië is iedere samenwerking beu. Aan de Britse regering de taak de twee Rhodesiës tenminste eco nomisch bijeen te houden. Dr. J. F. van Praag, voorzitter van het humanistisch verbond, heeft een commis sie geïnstalleerd, die tot taak zal hebben het humanistisch verbond te adviseren over de vraagstukken van oorlog en vrede. De commissie bestaat uit: drs. J. Koop man, dr. Kwee Swan Liat, prof. dr. B. Landheer, prof. dr. B. R. A. Nijboer, mr. dr. H J. Roethof (voorzitter), prof mr B. V. A Röling, dr. C. van Rijsinee prof ir B W. Schaper, prof. dr. L. G vu lor v en W. Wierda.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 5