Curd Jürgens demonstreert op het toneel
hoe Freud de psycho-analyse uitvond....
Wereldtheaterdag
boodschap
van
opgeiui
Arthur
isterd
Mill
met
er
Collectie-Heldring in Londen geveild
Alphenaar
DE PROGRAMMA'S
De Impresario van Smyrna"
gespeeld door oud-studenten
DONDERDAG 28 MAART 1963
15
Frank Onnen
m, W nabeschouwingen
Einde van „De grenzen
het l<
van
leven
De radio geeft vrijdag
T elevisieprogramma
TENEINDE» de concurrentie van de
filmde televisie en andere surrogaten
het hoofd te kunnen bieden, hebben de
Parijse theaterdirecteuren, op Ameri
kaanse aanwijzing, nu weer een nieuwe
bron van commercieel vernuft en zelfs
succes aangeboord. De ervaring had al
eerder geleerd dat het theater nog wel
eens wat glorie en zelfs wat penningen
van de droomfabrieken terug kon win
nen door een beroemde en met lauwer
kransen getooide filmster als blikvanger
met vuistdikke letters op een affiche te
vermelden. Zo hebben Romy Schneider
en haar eeuwige verloofde Alain Delon
bijna een seizoen lang de loop naar en
in het Theatre de Paris gehouden. Zo
beleeft Ibsen met een zijner minst
s+erke stukken: Hedda Cahier een
Franse wedergeboorte dank zij Ingrid
Bergmann in de titelrol. En zo heeft
Curd. Jürgens zelfs nu een miljoenencon
tract met een filmproducer laten schie
ten ten behoeve van wéér een andere
schouwburgdirectie alsmede van de
Amerikaanse auteur of stukkenmaker
Henry Denker wiens ,.Fil Rouge"
(Rode Draad) tot de jongste kassuccessen
van het Parijse toneel mag worden ge
rekend.
DIE RODE DRAAD vormt, als onzet,
dan tevens cfie nieuwe business-stunt. Den
ker heeft hier immers de biografie eeën-v
s^eneerd van Sigismund Freud wiensnaam
bii het grote publiek al een soort troebele
interesse opwekt en die hii op de planken
zelfs de eerste demonstratie geven laat van
een nsycho-analvtisehe spance. De auteur,
die ik liever dan toch maar niet als een
dramaturg aan zou willen duiden, geeft
er overvloedig blijk van alle knepen van
het vak te beheersen, en hij weet hoe hij
zijn pappenheimers aan moet pakken. Een
proloog toont eerst de oude. grijze geleerde
in een invalidewagentje op het moment
dat zijn vaderland aan de nazis is uitge
leverd. Een attaché van de Amerikaanse
ambassade komt hem eerbiedig een eigen
handig schrijven overreiken van president
Roosevelt in persoon, die hem bericht dat
Amerika zeer vereerd zal zijn, wanneer
deze grote geest zich in dat land wil
komen vestigen. Een SS-man slaat de
plechtigheid met onverschillige blik gade.
De cheque met het losgeld voor de „ere-
jood" is immers eveneens al overhandigd.
DE IMPOSANTE GROOTHEID van de
held is ondertussen zo wel afdoende be
licht en middels het flashback-effect kan
nu dus het leven van Sigismund Freud in
zijn kardinale episodes worden geprojec
teerd. Het armzalige begin dat hij als de
jonge dokter, net teruggekeerd van een
stage in Parijs bij professor Chariot, voor
loper van de nieuwe wetenschap, in
Wenen het onbegrip van zijn collega's
moet trotseren die er bovendien niet vies
van zijn hem ook zijn Joodse bloed nog
euvel te duiden. Gelukkig echter heeft
Sigismund een heel lieve vrouw en een
overbezorgde moeder die hem in de huise
lijke kring veel leed weten te doen ver
geten. En hoe het huwelijksgeluk en de
intieme gezelligheid soms ook nog facto
ren vormen, die zich in de sfeer der hoog
ste wetenschap kunnen doen gelden, be
wijst dan, in een volgend tafreel het voor
val met het kluwen wol. Martha Freud zit
vredig te breien, terwijl haar echtgenoot
natuurlijk weer over die zonderlinge ziekte
van zijn rijke patiënte Elisabeth von Ritter
piekert. Een jonge vrouw wier benen plot
seling verlamden, zonder dat zelfs de knap
ste specialisten van Wenen de oorzaak
konden wijzen. En dan valt de kluwen wol
Martha eensklaps van de schoot om langs
Sigismund's voeten onder de tafel te rollen.
En alles wordt hem nu even plotseling
klaar en duidelijk. Die lange draad wol
op de vloer is de aaneenschakeling van
gebeurtenissen en feiten die in het mense
lijke onderbewustzijn worden regi-
streerd. En zoals Martha zich de tijd gunt
die hele kluwen door haar vingers te laten
gaan om haar pullovertje af te breien, zo
zal hij, Sigismund, die draad van de men
selijke ervaringen tot de oorsprong moeten
volgen.
DE ONTDEKKING WORDT des mid
dags op de persoon van Elisabeth von Rit
ter op bruikbaarheid getoetst en het resul
taat overtreft zijn hoogste verwachtingen
De jonge geleerde brengt zijn patiënte
onder de hypnose van zijn wilskracht, en
in een geestelijke worsteling tussen Freud
en Elisabeth worden uit de duisternis van
haar onderbewustzijn de verborgen en ver
drukte gedachten en gevoelens losgewoeld
en aan het licht gebracht die samen de
rode draad vormden die haar dienste en
wezenlijkste gedragingen en reacties be
paalde. De zielkundige operatie waardoor
ze zichzelf er nu ook van bewust wordt
dat de dood van haar zo: ter, enige jaren
terug, eigenlijk vreugde bij haar had ver
wekt, aangezien zij voor haar zwager een
verborgen liefde koesterde die nu beant
woord zou kunnen worden
En wanneer Elisabeth die ontmaskering
eenmaal heeft ondergaan, kan ze ook weer
zelf en alleen opstaan uit haar stoel, om
het vertrek van de dokter zonder krukken
te verlaten.
HENRY DENKER verzekert in het pro
grammacommentaar dat hij zich bij het
schrijven van zijn stuk strikt aan de feiten
heeft gehouden en dat ook de genezing
van Elisabeth von Ritter zich voltrok vol
gens de behandeling die hii weergeeft, en
welke Freud in een zijner opstellen over de
hysterie nauwkeurig beschreven heeft. Dat
zal dan wel. Maar toch is die verantwoor
ding inzake zijn documentatie nogal naïef
zo niet inopportuun. De „historische
waarheid" blijft altijd voor discussie vat
baar, doch hier worden bovendien nog
causale verbanden gelegd die, omzichtig
uitgedrukt, wel ietwat simplistisch aan
doen. Het toneel leent zich trouwens slecht
voor zo'n demonstratie van de zielkundige
wetenschap. De scène is, ondanks het res
pectabele talent van Jürgens, in haar rea
lisme eerder stotend, juist omdat Denker
zich aan een „waarheid" meent te houden,
die niet de waarheid is van het toneel.
Want de waarheid van het theater wil, net
als van de poëzie, om met Bertus Aafjes
te spreken, nu juist gelogen worden
V/'
Curd Juergens rechtsals Sigismund I beth von Ritter) en Raymond Rouleau,
Freud, samen met Nicole Hiss (Elisa- die de (knappe) regie voerde en de rol
van dr. Breuer speelt.
De president van Mexico en zijn echt
genote werden na hun aankomst in Pa
rijs officieel ontvangen. Zo ook de Ameri
kaanse diplomaat Adlai Stevenson. Beide
gebeurtenissen werden gefilmd. Beide on
derwerpen kwamen natuurlijk in het
N.T.S.-journaal. Het eerstgenoemde staats
hoofd niet kennende, vonden wij dat de
ze sprekend leek op de heer Stevenson
(bevreemdend was dat wij de echtgenote
van de president alsmaar niet zagen).
Toen echter de Amerikaanse politicus he
lemaal niet meer op zichzelf leek en ver
gezeld bleek te zijn van een jonge vrouw,
werd ons vermoeden bewaarheid dat de
joumaaldienst of het beeld of de daarbij
behorende toelichtingen in de verkeerde
volgorde gaf. Zoiets mag toch eigenlijk niet
gebeuren.
Naast een interessante reportage over
het geschil dat tussen Eindhoven en De
fensie ontstaan is inzake de bij de licht
stad aanwezige straaljagerbasis bevatte
het actualiteitenmagazine „Brandpunt" een
onderwerp over een nieuw en groots initia
tief, dat ten doel heeft, overal in het land
gehandicapte kinderen (ook die van on
vermogende ouders) de kans te geven,
paard of pony te leren rijden. Een hart
verwarmend plan, dat in manéges te Leid-
schendam en te Heemstede reeds gedeel
telijk werkelijkheid werd.
De door de K.R.O. gevisualiseerde
„Vloekjes bij de Thee" van Wim Zaal
vormden weer een wat heterogene verza
meling curiositeiten van de 19e eeuw, die
ons het prettige gevoel gaf. dat er sinds
dien sociaal, economisch en hygiënisch heel
wat verbeterd is. Men liet hierin na de
zoötroop van Homer een voorloper van
de kinematograph te benoemen, een in
strument waarmede men zowaar een sprin
gend paardje kon laten zien.
Het programma „TV-dansant", waarin
zowel het ^menuet als de Latijns-Ameri
kaanse dansen gedemonstreerd werden,
was een vooral voor het oog aangenaam
intermezzo. De nieuwe gastheer, Gerard
Heystee, praatte op prettige wijze de dans
jes en demonstraties aan elkaar.
De serie meditaties, getiteld „De gren
zen van het Leven" vond gisteravond zijn
einde in een beschouwing over de dood,
die vooral door de reconstructie van een
begrafenis in het Bronzen Tijdperk wel een
beetje luguber was. Het geheel werd meer
een overzicht van de houdingen, die de
mens door de historie heen aannam te
genover de verschijnselen dood en eeuwig
heid. Daaraan toegevoegd werd nog een
soort van recapitulatie van de vorige uit
zendingen van deze nogal wijsgerige cyclus
die hoe boeiend vaak ook, niet is kunnen
ontkomen aan een zekere vaagheid. Dat
moet, geloven wij, vooral worden toege
schreven aan het feit, dat het door Da
niel de Lange geschreven verhaal niet
verfilmd werd, maar met behulp van aller
lei archief-materiaal in beeld werd ge
bracht. Toch legde de K.R.O. met deze
serie veel eer is.
J. Damshuizer
Advertentie
\V.
KRUISWEG 47-49 HAARLEM
KONINGIN JULIANA ZAL OPENING
BOEKENWEEK BIJWONEN.
De koningin is voornemens op vrijdag
29 maart aanwezig te zijn in het Concert
gebouw te Amsterdam bij de opening van
de Boekenweek 1963.
Ter gelegenheid van de tweede Wereldtheaterdag is gisteren, de openingsdag
van het zevende seizoen van het Théatre des Nations, in theaters in meer dan
veertig landen een door de Amerikaanse toneelschrijver Arthur Miller geschreven
boodschap bij de programma's gevoegd. De Franse, versie, gesproken door Jean
Vilar, werd ten gehore gebracht te Emmen, waar het Parijse gezelschap Les
Realisations Théatrales een voorstelling gaf in de Aula van het Lyceum. Te
Haarlem troffen de schouwburgbezoekers de tekst in hun programma's aan.
Wij drukken Millers boodschap hierbij af.
IN TEGENSTELLING tot enkele andere
pogingen om een instelling internationaal
te eren, heeft deze erkenning van het to
neel in zoveel landen tegelijk iets wezen
lijks. Het is natuurlijk een feit, dat het
toneel altijd internationaal geweest is, zo
dat een speciale gelegenheid als deze eer
een reeds bestaande waarheid vaststelt
dan streven zonder meer. De enige nieuwe
zin, dunkt me, is, dat waar vroeger een
Russisch stuk, opgevoerd laten we zeggen
in Amerika, niet erg ver buiten de deuren
van zijn theater zou doorklinken, heden
ten dage als in bijna alles wat wij doen,
de kwestie van 's mensen vernietiging op
de een of andere manier wordt aange
roerd. In een tijd waarin diplomatie en
politiek zulke verschrikkelijk'' korte en
zwakke armen hebben, moet het delicate
maar soms lange reikvermogen van de
kunst de last dragen van het bijeenhou
den van de menselijke samenleving. Al
wat ons kan laten zien dat we nog altijd
van dezelfde soort zijn, is menselijk waar
devol. Het is waardevol, dat op dit mo
ment tienduizenden mensen, misschien
miljoenen, even halthouden in hun jacht
naar vermaak, of hopelijk naar een die
pere ervaring, en erkennen, dat op dit
aardse toneel de grootste bezetting in de
historie een ware katharsis moet vinden,
een bevrijding van de verschrikking door
een reddend inzicht of de catastrofe
komt over ons. De anonieme toneelschrij
ver, die ons onze rollen heeft toegedeeld,
die grote ironische figuur, die ongelofelij
ke humorist, heeft van onze vjereld zijn
toneel gemaakt. Het doorstoten van de
wetenschap heeft ons allen tot toneel
spelers gemaakt: er bestaat geen publiek
meer, want de grote stilte, die dreigt, zal
geen onzer haar doodskleed sparen.
IK HEB HET NU natuurlijk over de
huidige oorlogsdreiging, maar in alle stuk
ken, die ooit van belang geweest zijn, ging
het om het lot van de mens. Het enige
verschil is nu, en het is een groot verschil,
dat het niet zo zeer een op zichzelf staan
de held is, die de oplossing moet vinden
of sterven, maar dat wij het zijn. De
uiterste ironie is, dat nu we ons in de
greep voelen van meedogenloos vernieti
gende krachten, we niet kunnen vinden
wat we altijd van onze tragische helden
verlangd hebben, namelijk een moment
van verzoening, een ogenblik van aan
vaarding, zo niet van berusting, een on
derdeel van een seconde waarin we erken
nen, dat de oorzaak niet in ons gesternte
ligt, maar in onszelf. Hoe velen onzer zijn
in deze jaren, zo nu en dan zelfs van aan
gezicht tot aangezicht met de vrees voor
concrete vernietiging, in staat geweest
Shakespeare's inzicht te herhalen en met
hem te zeggen, dat de fout niet in onze
sterren schuilt, maar in onszelf?
Daarom hebben we het toneel nodig,
want juist het toneel zet de mens in het
middelpunt van de wereld. We moeten een
punt van vermetele stilte hebben, de vre
dige opening in de wolken van waaruit de
eeuwenoude openbaring te beleven valt
van een mens, die God uitdaagt bij de
verwerkelijking van zijn lot.
HET LEVENDE TONEEL is uitzonder
lijk geschikt om precies dat te bewerk
stelligen. Er zijn niet meer dan een man
en een kaars nodig om een stuk te ma
ken. Het is nu wel duidelijk, dat de film
en de televisie moeten worstelen om de
naaktheid en de eenvoud te bereiken, die
van het begin af aan eigen zijn aan de
dramatische vorm. Want zoals alle machi
nes, zoals de wetenschap zelf, vergroot de
versie, die deze media van de mens
geven, zijn stoffelijke aard, zijn omgeving,
ja zelfs de poriën van zijn huid en terwijl
ze zijn meest vergankelijke elementen
vergroten, bewegen ze zich weg van zijn
wezen, dat onzichtbaar is. Het is inder
daad nu juist de geleidelijke onthulling
van het ongeziene en onzichtbare, die in
het verborgen vorm geeft aan het drama.
Een stuk is mooi, niet om wat het laat
zien, maar om zijn dieper liggende open
baring en de mensheid heeft altijd precies
die stukken bewonderd, die het universele
in de mens onthullen, juist die elementen
in zijn natuur, die in feite internationaal
zijn.
HET BIZARRE FEIT IS, dat nu de
wereld politiek heel bepaald in tweeën ge
deeld blijkt, de kunst en in het bijzonder
het toneel heel duidelijk demonstreren,
dat haar diepere wezen universeel is.
Meer en meer doen de stukken, die in een
bepaald land succes hebben, ook in andere
landen van zich spreken. De culturen van
de wereld hebben altijd in elkaar gegre
pen, maar ze groeien nu allerduidelijkst
naar elkaar toe. Toch staan we in de
hachelijke kwestie van leven en dood
tegenover elkaar als schepselen van ver
schillende planeten. Onbewust en zeker
zonder opzet heeft het toneel in onze da
gen bewezen, dat het mensenras met al
zijn verscheidenheid van culturen en tra
dities in diepste wezen één is. Ik geloof
niet, dat ooit tevoren stukken van tijdge
noten zo snel overal ter wereld begrepen
zijn. Een belangrijke première in New
York wordt al spoedig herhaald in Berlijn,
Tokio, Londen, Athene. En als ik op mijn
eigen ervaring mag afgaan, dan loopt de
ontvangst in verschillende plaatsen weinig
uiteen. Ook in deze zin is de metafoor een
realiteit geworden het toneel is nu de
hele wereld en op hetzelfde moment.
EN HET IS GOED, dat het drama,
misschien boven alle andere vormen van
communicatie via de kunst, het uitverko
ren instrument is. Want op het toneel
moet de mens handelen en tegen een
achtergrond van menselijke waarden. In
onze dagen, nu vergeefsheid de geest
overmeesterd heeft, nu een dodelijke ver
starring het hart bedreigt, is het goed,
dat we een vorm bezitten, waarvan het
wezen zelf actie is. En als in de laatste
jaren het zogenaamde anti-drama zowel
als het drama van het absurde in tegen
spraak schijnen te zijn met de fundamen
tele rol van de dramatische vorm, is dat
geen tegenspraak, maar slechts een para
dox. Het drama, dat doelbewuste actie
schuwt, verraadt hoe we internationaal
vastgelopen zijn, belicht een wijd verbreid
gebrek aan geloof in de kracht van de
mens om zijn eigen situatie te beïnvloe
den. de verwerping van al wat zin heeft
behalve de ironie. Het beziet de mens
alleen vanaf de rand van het graf; het
enige onafwendbare, dat het ziet, is de
nederlaag van het eigen ik; het geeft de
mens weer, die uit zijn koers geslagen is,
versuft door de ontploffing van het ene
dierbare geloofssysteem na het andere.
Deze stukken zijn het overtuigendst, wan
neer ze opgevoerd worden op de dag voor
de wereld vergaat. Nog beter op de
dag er na. Maar tot heden hebben ze lang
gelopen, wat betekent, dat men er genoe
gen aan beleeft, het genoegen wellicht van
het vertolkt zien van het algemene gevoe
len. dat niets wat wij weten werkelijk erg
waar is.
ZODAT ZELFS hier het toneel de ver
starring en de doelloosheid aan de dag
brengt, want indien deze toneelstukken de
handeling al afwijzen, dan is die afwijzing
op zichzelf althans voor sommigen van
ons een uitdaging, een uitdaging tot het
ontdekken van een innerlijke orde, die
dieper dan de verlamming ligt en die niet
slechts een afspiegeling is van de dood in
het leven en de ironie van alle handeling,
maar van het leven zelfs in de dood; een
orde ja een nieuw soort stuk. dat het
menselijk dier niet minder hoop op vrij-s
heid en zelfverwerkelijking zal geven dan
de hedendaagse natuurwetenschappen toe
kennen aan de stof. De man van de
wetenschap weet nu, dat oiets als een
waarnemer niet bestaat; dat hij door een
verschijnsel te observeren dit verandert.
De toneelschrijver, die de wanhoop obser
veert, heeft deze op soortgelijke wijze
veranderd, al ware het slechts door die
op te heffen tot ons gemeenschappelijke
bewustzijn en als de aanblik daarvan de
auteur zelf niet altijd veranderd heeft,
moet het zijn publiek veranderen.
WANT WANNEER WIJ getuigen zijn
van wanhoop op het toneel en van het
soort stukken, dat deze in onze tijd heeft
voortgebracht, hebben wij het recht het
is nu inderdaad een wetenschappelijk dui
delijk bewezen recht te zeggen: „Ja,
maar als een van de atomen "die gij,
auteur, hebt geobserveerd, gemeten en
gewogen, moet ik zeggen, dat nu het gor
dijn van Uw oog gevallen is ik toch
een tikje verschil van toen U me het
laatst zag Ik ben evenals de andere
atomen een heel klein beetje vrij." Waar
mee ik wil zeggen, dat de tijd misschien
nabij is voor het toneel van de wil, het
drama dat wortelt in dat hele kleine beet
je vrijheid, dat niettemin de mens wonde
ren heeft doen verrichten op aarde, zijn
hand op de sterren heeft gelegd en ons
bijeen geroepen heeft in deze stad en zo
vele andere om te delen in de hoop voor
de mensheid.
Arthur Miller
TEN BATE VAN HET Nederlands Studenten Sanatorium heeft gisteravond
voor een uitverkochte Haarlemse Schouwburg de Toneelgroep van Oud-Stu
denten een zeer geslaagde voorstelling gegeven van een in Nederland nog
onbekende Goldoni-zeepbel: „De Impresario van Smyrna". Na een kernachtige
openingstoespraak door de voorzitster van het nijver damescomité, mevrouw
Van Huystee, spleet het doek voor een al dadelijk door de uiterlijke verfijning
opvallende voorstelling, gegeven door een groep amateurs, die beroepsprestaties
in menig opzicht weten te benaderen.
HET STUK BEZIT, net als de meeste
Goldoni-komedies, nauwelijks enige intri
ge en ook in de gesprekken wordt zelden
een werkelijk komische noot gekraakt,
maar in het onderhavige stuk is tenminste
sprake van een vermakelijke situatie,
waar schilderachtige types zich luchtig en
gracieus doorheen bewegen. We bevinden
ons in het op zichzelf tenminste boeiende
en Goldoni waarschijnlijk maar al te goed
bekende milieu van berooide artiesten en
we maken hun gekonkel achter de scher
men mee, waarmee ze elkaar van de
eerste plaats proberen te verdringen in
het bekende spel van glimlachen naar bo
ven en trappen naar onderen; een bezig
heid die zich op de planken altijd dank
baar laat uitbeelden. Dit stuk wint het bo
vendien nog van zijn mede-Goldoni's door
het optreden van een geraffineerd
schraapzuchtige graaf-„kunst"minnaar en
door een werkelijk wel aardig gevonden
afronding van de intrige.
DIT HELE NAGENOEG inhoudsloze
vermaak doet eigenlijk nog het meest den
ken aan een Rossini-opera zonder muziek.
Het is dan ook juist, dat regisseur Cle-
veringa het uiterste heeft gedaan om de
voorstelling met zoveel mogelijk „fioritu-
ri" op te sieren. Op uiterst toepasselijke
opera buffa-muziek liet hij voor ieder der
vijf bedrijven kleine pantomimische inlei
dingsscènetjes spelen, die een bijzonder
feestelijk, verzorgd cachet aan het geheel
geven. Het zeer effectvolle, zij het simpe
le decor (van Hans Eschauzier) en de
werkelijk wonderfraaie kostuums (van
Marijn Enschauzier) droegen ook zeer tot
het door de regisseur beoogde stijlvolle
resultaat bij. Zoals wij van deze groep,
waarvan de leden al gedurende hun stu
dententijd veel ervaring opdeden, ook vo
rig jaar reeds konden melden, wordt er
gemiddeld opmerkelijk goed toneelge-
speeld. Onze speciale lof moge daarbij
nog uitgaan naar de in haar geraffineer
de grilligheid zeldzaam trefzeker uitge
beelde zangeres Lucrezia door Antoinette
de Boer, de als een wervelwind over het
toneel dartelende falset-tenor van W.
Stokhuizen (econ. drs.), een zijn tekst
mooi behandelende Achilles Hadjidakis
(ir.) en een vermakelijk knorrende mr.
A. Spruit als herbergier.
Men mag hopen dat de kennelijk zo be
gaafde regisseur Piet Cleveringa (mr.)
met het kennelijk zo overvloedige talent
dat hem ter beschikking staat eens de
hand zal durven uitsteken naar minder
gewichtloze teksten; het resultaat zal dan
bepaald nog waardevoller worden dan de
voorstelling van dit jaar die nog te zien
zal zijn op 29 maart in Amsterdam (Kras-
napolsky) en op 1 en 2 april in 's-Graven-
hage (Kurhaus-paviljoen).
Hans van den Bergh
HILVERSUM I. 402 m 746 kc/s 7.00
VARA 10.00 VPRO 10.20 VARA.
12.00 AVRO. 16.00 VARA 19.30 VPRO
21.00 VARA. 22.40 VPRO. 23.00-24.00
VARA.
VARA: 7.00 Nieuws. 7.10 Ochtendgym
nastiek. 7.20 Socialistisch strijdlied. 7.23
Lichte ochtendklanken (gr.). (Om 7.35 Van
de voorpagina). 8.00 Nieuws en socialis
tisch strijdlied. 8.18 Lichte grammofoon-
muziek. 9.00 Ochtendgymnastiek voor de
vrouw. 9.10 Moderne grammofoonmuziek.
10.00 Schoolradio. VARA.: 10.20 Voor de
vrouw. 11.00 Voor de kleuters. 11.15 Fluit,
fagot en clavecirribel: moderne muziek.
11.40 Electronisch orgel: lichte muziek.
AVRO: 12.00 Licht instrumentaal kwintet
met zangsolist. 12.20 Regeringsuitzending:
Uitzending voor de landbouw. 12.30 Mede
delingen t.b.v. land- en tuinbouw. 12 33
Sport en recreatie 13 00 Nieuws. 13.15 Me
dedelingen, eventueel actueel of grammo
foonmuziek. 13.25 Beursberichten. 13.30
Licht ensemble en zangsolist. 14.00 Fluit
en piano klassieke muziek. 14.25 De ge
schiedenis van een boek, literair program
ma. 14.50 Koorzang. 15.15 Dieren in en
rondom ons huis, programma over huis
dieren. VARA- 16.00 Grepen uit de mu
ziekgeschiedenis, muzikale lezing 16.30
Voor de zieken. 17.00 Voor de jeugd. 17.50
Actualiteiten. 18.00 Nieuws. 18.15 Gespro
ken brief uit Vlaanderen. 18 20 Licht en
semble met zangsoliste. VPRO: 19.30 Uit
de kunst, veertiendaags magazine. 20.00
Nieuws. 20.05 Leven op het land, gesprek.
20.20 Klarinet en strijkkwartet: klassieke
muziek. 20.50 Wereld in beweging, ge
sprek. VARA: 21.00 Metropole Show. 21.35
Zonder blinddoek, debat. 22.15 Buiten
lands weekoverzicht 22 30 Nieuws. VPRO:
22 40 Voordat de nacht valt. poëtische me
ditatie. VARA: 23.00 Socialistisch nieuws
in Esperanto. 23.10 Lichte grammofoon
muziek. 23.55-24.00 Nieuws.
HILVERSUM II. 298 m. 1001 kc/s. 7.00-
24 00 KRO.
KRO: 7.00 Nieuws. 7.10 Morgengebed.
7.15 Grammofoonmuziek, strip voor de
jeugd en berichten. 7.55 Overweging. 8.00
Nieuws. 8 15 Lichte grammofoonmuziek.
8.50 Voor de huisvrouw. 9 40 Schoolradio.
10.05 Paris et ses vedettes. 10.30 Klave
cimbelrecital: klassieke muziek. 11.00 Voor
de zieken. 11.40 Moderne orkest-muziek.
11.50 Als de ziele luistert, lezing. 12.00
Middagklok - noodklok. 12.04 Licht lunch
concert (gr.) 12.30 Mededelingen t.b.v,
land- en tuinbouw. 12.33.Pianospel met
nieuws. 13.00 Nieuws. 13.15 Platennieuws.
13.20 Dansorkest en zangsolisten. 13.45 Voor
de vrouw. 14.00 Populaire orkestmuziek.
Pianorecital: klassieke muziek (14.35). 15.00
Schoolradio. 15.30 Voor de zieken. 16.30
Klassieke en moderne kamermuziek. 17.00
Boekbespreking voor de jeugd. 17.15 Kin
derkoor. 17.40 Beursberichten. 17.45 Ne
derlands koperorkest: lichte muziek 18.20
Uit het land van Hertog Jan. Brabants
halfuur. 18.50 Regeringsuitzending: Be
scherming bevolking vraagt Uw aandacht.
19.00 Nieuws. 19.10 Actualiteiten. 19.25
Boekbespreking. 19.30 Politieke lezing.
19.40 Verzoekprogramma voor de militai
ren. 20.05 Politieke lezing. 21.00 Strijkor
kest: amusementsmuziek. 21.20 Ontmoe
tingen in Europa, klankbeeld naar aan
leiding van de jaarlijkse Boekenweek. 21.45
Viool en piano: klassieke muziek. 22.15
Nieuws. 22.37 Dame met haarband, ra
dio-komedie. 23.55-24.00 Nieuws.
BRUSSEL 324m.
12.00 Nieuws. 12.03 Gevarieerde muziek.
12.30 Weerbericht. 12.35 Voor de landbou
wers. 12.45 Lichte muziek. 12.50 Beursbe
richten. 13.00 Nieuws. 13.15 Muzikaal pro
gramma. 14.00 Nieuws. 14.03 Schoolradio.
15.45 Lichte muziek. 16.00 Nieuws. 16.03
Beursberichten. 16.09 Barokmuziek. 18.20
Voor de soldaten. 18.50 Radiokroniek. 19.00
Nieuws 19.40 Volksmuziek. 20.00 Variété-
muziek. 20.35 Theaterkroniek. 21.00 Amu
sementsmuziek. 22.00 Nieuws. 22.15 Jazz
muziek. 22.35 De zeven kunsten. 23.00
Nieuws. 23.05 Zangrecital met gitaarbege
leiding. 23.45 Lichte muziek. 23.55-24.00
Nieuws.
VOOR DONDERDAG
AVRO: 14.30-15 15 Voor de vrouw. 15.50-
15 45 Voor de kleuters. 19.30 De actuele
camera NTS: 20.00 Journaal. AVRO:
20.20 Kijkerspost. 20.30 Flits, maandelijkse
televisiekroniek. 21.00 De glimlach van
de Mona Lisa, TV-spel. 22.20 Meer dan
muziek: programma over liederen met
een religieuze strekking. NTS: 22.50-22.55
Journaal.
VOOR VRIJDAG
NCRV: 19.30 Toekomstmuziek: program
ma voor teenagers. NTS: 20.00 Journaal
en weeroverzicht. NCRV: 20.20 Alles
draait om moeder, TV-feuilleton. NTS:
20.45 Hofstad's Jeugdorkest, muzikale do
cumentaire. NCRV: 21.15 Zoek de zin op,
Intelligentiespel voor de huiskamer. 21.45
Attentie: actualiteiten. 22.25 Dagsluiting.
NTS: 22.35-22.40 Journaal.
(Van onze correspondent)
LONDEN De collectie van zeventien
de eeuwse Nederlandse en Vlaamse mees
ters, gevormd door mr. J. C. H. Heldring
uit Oosterbeek, is woensdag in Londen
bij de bekende kunstveiling van Sotheby's
voor een bedrag van f 2.448.100 verkocht.
De collectie, de belangrijkste op dit ge
bied die ooit in Londen is geveild, had
een overweldigende belangstelling uit alle
delen van de wereld.
Het schilderij dat het meest opbracht
was „Het Interieur van de Sint Bavo'
van Pieter Saenredam. Het werd voor
360.000 verkocht aan de Londense kunst
handelaar Eduard Speelman. Het Haar
lemse stadhuis van Saenredam werd- voor
120.000 gekocht door mevrouw Drey.
Vier ronde schilderijen, de vier seizoenen
uitbeeldend en in 1596 gemaakt door Abel
Grimmer, kwamen op de tweede plaats
met 230.000. Zij gaan naar de Hallsbo-
rough Gallery. De enige Rembrandt in
de Heldring-collectie, die in totaal uit 38
doeken bestond, haalde een prijs van
f 38.000; het is een paneeltje, de aanbid
ding door de drie koningen voorstellend,
een van de eerste werken van de grote
schilder.
Het Rijksmuseum te Amsterdam kocht
van Adriaen van Ostade „Landschap met
Eikeboom". De aankoop van dit waarde
volle werk van deze Nederlandse meester,
dat 85.000 opbracht, was mogelijk dank
zij de steun van de Vereniging Rembrandt.
Een riviergezicht bij maanlicht van Van
der Neer ging weg voor 18.000 pond (180.000
gulden); een doek met schaatsenrijders
van Hendrik Avercamp werd verkocht voor
19,500 pond (195.000 gulden) aan de Lon
dense handelaar Clifford Duits. Een West-
duitse handelaar verwierf voor 55.000
een landschap van Ruysdael. „Interieur
van de Oude Kerk in Amsterdam" van
Emanuel de Witte bracht 112.000 op.
Onder de vele toeschouwers en kopers
bevond zich de zoon van de overleden ver
zamelaar, de 34-jarige Willem Heldring.
Hij was speciaal overgekomen uit Tan
ganyika, waar hij werkt. Aan Willem Hel
dring is het te danken dat de collectie,
die faam genoot over de hele wereld, gis
teren geveild kon worden. Hij redde de
kostbare verzameling n.l. in 1944 uit Oos
terbeek. Nadat de familie, na de gevech
ten, naar het noorden was geëvacueerd,
besloot Willem Heldring, toen 15 jaar oud,
met vier vrienden en een oude driewieler
de door zijn vader vóór de gevechten be
graven doeken te gaan redden. Het lukte
hem de waardevolle werken door de front
linie veilig naar het noorden te brengen.