GEHOORAPPARATEN UIT
OVERGROOTVADERS TIJD
PUZZEL NUMMER 31
r
Tante Patent en buurman Bezig
PANDA EN DE JACHT OP JANSEN
10
n
P
P
a
Ons vervolgverhaal
Hoe word ik een
stierenvechter?
Negen Muzen
ZATERDAG 6 APRIL 1963
13
EEN OORSPRONKELIJKE ROMAN
DOOR KLAAS VAN DER GEEST
ONZE „DEGELIJKE" voorvaderen waren minstens even ijdel als wij zijn.
Kleine gebreken aan uiterlijk en zintuigen werden zoveel mogelijk gemaskeerd,
in plaats van brillen de armetierige stalen „ziekenfondsbrilletjes' la Schu
bert droeg men een gedistingeerde lorgnon, een monocle of een nog deftiger
face-a-main. Maar een falend gehoor was minder eenvoudig te camoufleren.
Wie slecht hoort kan niet meer aan het normale maatschappelijke leven deel
nemen. Een gehoorapparaat is in zo'n geval de enige remedie. Maar dan een,
dat zo „onzichtbaar" mogelijk meegedragen kan worden. Om aan die eis te
voldoen, vervaardigden ingenieurs en instrumentmakers reeds in de achttiende
eeuw allerlei wonderlijke contrapties, waarin heel wat vindingrijkheid verdis
conteerd was.
Zelfklevend schuim
rubber vervangt
spijkers en haken
Gezinshoorvaas
Www&ÈM
Schriftelijke cursus in
Groot'Brittannië
Geniale Franse Ingenieurs.
Een oorspronkelijk stripverhaal
door Annie M. G. Schmidt
en Fiep Westendorp
D-l
2 4)
Dit was gebeurd tussen twaalf en der
tien uur. Later op de middag van
diezelfde dag werd het weer zo slecht,
dat het onmogelijk was nog meer
verkenningsvliegtuigen de lucht in te
sturen. Maar op 7 dec. zond de CZM
het codewoord scherpschutter uit, een
waarschuwing voor mogelijk oorlogs
gevaar, die gericht was aan alle
koopvaarders in de Indische wateren.
Dat was de laatste dag van de
vrede in de Indische en de Stille
Oceaan. Reeds de volgende morgen,
de achtste december, seinde de ad
miraal bij het krieken van de och
tend, en nu niet in code maar in
open schrift, dat de oorlog met Japan
was uitgebroken. Een half uur later
kwam de gouverneur-generaal van
Nederlands-Oostindië met een dagor
der voor land-, zee- en luchtstrijd
krachten, waarin hij verklaarde, dat
de gevechtshandelingen waren begon
nen.
„Gij strijdt voor een rechtvaardige
zaak, voor Koningin en Vaderland,
voor vrede, veiligheid en welvaart
van al de volkeren in Oost- en Zuid
oost-Azië!" En de dagorder werd be
sloten met de oproep: „Weest onver
saagd en getrouw, zo nodig tot in de
dood! God zij met u!"
Aan boord van de kleine 0-16 en de
al verouderde K-XVII hadden officie
ren, onderofficieren, korporaals en
manschappen zwijgend, diep bewogen
en velen met angst in het hart staan
luisteren naar de stem uit de luid
spreker van de scheepsradio. Toen
die stem zweeg, waren er enkelen,
die elkaar niet durfden aankijken,
bang, dat hun blikken zouden verra
den wat er in hen omging. Zwijgend
waren ze daarna ook weer aan hun
werk gedaan, aan de gewone, daag-
lijkse bezigheden, die opeens zo'n
heel andere betekenis hadden gekre-
gen
Er viel bitter weinig te zeggen.
Maar des te meer te denken. En wat
die mannen dachten, was niet zo ple
zierig. Het was in een paar simpele
woorden samen te vatten. „Dus
toch Wat iedereen heimelijk
gevreesd had, was werkelijkheid ge
worden. Een benauwende werkelijk
heid, waaraan niet viel te ontkomen
en die ze daarom maar het best onder
ogen konden zien. De laatste hoop,
die ze hadden gekoesterd, was vervlo
gen. Elke schijn van twijfel was weg
genomen om plaats te maken voor
een onverbiddelijke zekerheid. Maar
tijd om zich daarop te bezinnen kre
gen ze al niet meer.
Ook de tweede divisie onderzeebo
ten, die in de Natoena-archipel lag,
kreeg radiotelegrafisch opdracht zich
onder bevel te stellen van de Com
mandant Britse Zeestrijdkrachten in
het Verre Oosten, zodat die toen be
schikte over de 0-16, de K-XVII
XI, XII en VIII. Beide divisies stoom
den op in de richting van de Golf
van Siam, waar ze ten zuiden van
Kaap Cambodja in linie gingen varen
op onderlinge afstand van twintig
mijl met de opdracht vijandelijke
troepentransporten te onderscheppen.
Tegelijkertijd verliet ook de zoge
naamde Force Z, bestaande uit de
twee machtige slagkruisers, „Prince
of Wales" en „Repulse" met vier tor-
pedobootjagers, de haven van Singa
pore om Japanse konvooien aan te
vallen en te vernietigen als ze zouden
trachten troepen aan wal te brengen
op de noordkust van Malakka. De
tiende december werd dit eskader
aangevallen door niet minder dan
eenenzestig Japanse torpedovliegtui
gen en zevenentwintig bommenwer
pers. Op de vliegvelden bij Senggora
en Singapore waren weinig vliegtui
gen, die de schepen in de ongelijke
strijd konden steunen, zodat ze zich
slechts met hun afweergeschut moes
ten verdedigen. De eerste aanvalsgol
ven hadden betrekkelijk weinig uit
werking, maar bij de volgende wer
den de slagkruisers zwaar gehavend.
En toen er eindelijk een paar Britse
Buffalojachtvliegtuigen van Singapore
opstegen, kwamen die nog juist op
tijd om te zien, hoe Engelands groot
ste slagkruisers zwaar gehavend in
de golven ten onder gingen, terwijl
de kleine torpedoboot jagers alles in
het werk stelden om van de duizen
den schipbreukelingen nog zoveel
mogelijk te redden.
Daarmee waren de sterkste vloot-
eenheden, waarover de gezamenlijke
Britse, Amerikaanse en Nederlandse
strijdkrachten in het Verre Oosten be
schikten, vernietigd. De lichtere sche
pen, die nog in de wateren van Ma
lakka waren, vormden slechts een
zwakke afweer tegen de Japanse be
dreiging en zouden zich zeker niet
kunnen bezighouden met het opsporen
van een enkele vermiste onderzee
boot. En als luitenant Van Waningh
eerlijk wilde zijn tegenover zich zelf,
moest hij toegeven, dat hij niet veel
hulp kon verwachten. Maar het was
niet nodig, dat de anderen te vertel
len.
Na de ondergang van de „Repulse"
en de „Prince of Wales" hadden de
beide divisies onderzeeboten opdracht
gekregen op te stomen naar het
meest bedreigde deel van de kust van
Malakka tussen Senggora en de Tio-
man Eilanden; daar moesten ze voor
namelijk jacht maken op koopvaar
ders, die troepen, brandstof, munitie,
tanks en machines* vervoerden. De
0-16 en de K-XVII van de Eerste
Divisie lagen op de linkerflank. Ze
hadden elk een strook te bewaken,
die omstreeks twintig mijl breed was
en zich uitstrekte tot een goede der
tig mijl van de kust. De stemming
aan boord was nogal gedrukt; de ver
nietiging van de beide machtige Brit
se slagkruisers had iedereen het ge
voel gegeven, dat de oorlog als een
reusachtige stoomwals over de
wereld rolde en alles verpletterde,
zonder dat iemand bij machte was er
iets tegen te doen.
Het werd er niet beter op, toen de
onderzeeboten de eerste dagen ook
nog geen kans kregen om een vijan
delijk vaartuig onder vuur te nemen.
Zodra de onderofficier aan de hydro-
foon van de Zestien dan ook meldde,
dat hij schroefgeruis had waargeno
men, gaf de commandant, een be
kwaam officier, die wist, wat zijn
mensen nodig hadden, bevel om de
tanks te blazen en naar de opper
vlakte te komen. Terwijl ze opdoken
uit de golven werden de luiken naar
de commandobrug en het voor- en
achterdek al opengeduwd. Iedereen
haastte zich om de eerste te zijn, die
boven kwam en het doel in zicht
kreeg.
Het weer was niet al te mooi, de
zee erg woelig en de lucht betrokken,
zodat de maan schuil ging achter de
donkere, laaghangende bewolking. Pas
nadat de 0-16 een half uur lang op
de dieselmotoren aan de oppervlakte
had gevaren en het schroefgeruis
steeds stefker was geworden, praaide
de man op de uitkijk:
„Schip in zicht! Bakboord vier! Af
stand niet meer dan een kwart mijl!"
Meteen klaarden de gezichten op.
Harten begonnen sneller te kloppen.
De alarmbellen rinkelden en binnen
enkele ogenblikken was iedereen op
zijn gevechtspost. Onmiddellijk daar
na kwam er een dichte bui opzetten;
de regen kletterde neer; felle blik
semschichten flitsten langs het zwerk
en de donder rommelde Daarbij ver
loren ze de Japanner uit het gezicht,
maar zodra de bui geluwd was, zagen
ze de boot weer als een donkere
schim tegen de wat lichtere lucht. Ze
moest naar schatting een kleine vier
duizend ton zijn. Niet bijzonder groot
dus. Maar ze lag dwars voor de Zes
tien over en de gezagvoerder, die wel
erg zeker van zich zelf scheen of zich
bijzonder veilig voelde, nam niet eens
de moeite om te zigzaggen. Hij
stoomde vrijwel recht om de zuid en
een gemakkelijker doel zou de onder
zeebootcommandant niet licht weer
voor zijn lanceerbuizen krijgen. De
boeg- en dekhuizen werden klaar ge
maakt om te vuren.
„Doelsvaart tien! Diepte vier!" gaf
hij daarbij op. Zijn stem klonk rus
tig. En even rustig werden de beve
len ook uitgevoerd. Maar iedereen
was tot het uiterste gespannen. Dit
was het dan, waarvoor ze opgeleid
waren. Dit was het, waarin ze zich
jarenlang geoefend hadden, toen het
nog niet veel meer leek dan een spel
letje.
„Je kunt je niet voorstellen, dat het
deze keer ernst is, zeun!" zei een
sergeant-torpedomaker, een Rotter
dammer met, een mager, bleek ge
zicht vol zomersproeten, tegen zijn
maat. Hij praatte een beetje door de
neus.
(Wordt vervolgd) S
iiilllllllllllllllllUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIllllll'IIIHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllHillllllHlllllllllllllllimilllllll"
Eenvoudige huishoudelijke karweitjes
zoals het ophangen van een handdoek
rekje in de keuken of een spiegeltje
in de gang, zullen straks, zelfs voor
de meest onhandige huisvaders geen
problemen meer opleveren. Spijkers,
pluggen en schroeven komen er niet
meer aan te pas: een strook dubbel
zijdig klevend schuimrubber lost alle
problemen op.
Het schuimrubberkussentje wordt te
gen de muur of wand geplukt, het op
te hangen voorwerp wordt vervolgens
aan het sterk klevend materiaal beves
tigd en hangt zonder dat er hamers
en boren aan te pas zijn gekomen.
Het schuimrubber is bijzonder goed
bestand tegen temperatuurschomme
lingen en kan jarenlang mee zonder
dat het zijn werking verliest. Het kan
gemakkelijk weer van de muur worden
verwijderd zonder sporen achter te la
ten.
EEN BEDRIJF dat zich in dit opzicht
internationale faam verwierf was de
firma F. en C Rein (en Zonen) in Lon
den, waar dan ook de society zich
hoortoestellen placht te kopen. Tot hun
klanten behoorden onder meer de be
roemde staatsman Gladstone en ook
koningin Alexandra, die beiden op latere
leeftijd zeer hardhorend geworden zijn.
Rein and Sons maakten voor de ge
wone man natuurlijk de overbekende
„oortoeters", reusachtige gramofoon-
hoorns, waarvan de spitse punt in het
oor gestoken werd, terwijl de brede
conus naar iedere spreker gekeerd kon
worden. Brulde deze dan hard genoeg,
dan verstond het slachtoffer meestal
wel zo ongeveer wat er gezegd werd.
Voor de Betere Clientèle werden kos
ten noch moeiten gespaard. Een tref
fend voorbeeld daarvan vormt'de tiara-
kam, hier afgebeeld. Twee listig geca
moufleerde hoorns met membranen
achter de „kroon" vangen het geluid
op en leiden het via holle buizen naar
de beide oortelefoontjes. Hardhorende
dames konden het buizenstelsel onder
hun haar verbergen en er desgewenst
nog een mantilla overheen draperen.
Bijzonder vindingrijk was ook de in
strumentmaker, die een gehoorapparaat
in een wandelstok inbouwde. Bij het
oversteken van drukke kruisingen be
hoefde de slechthorende voetganger nu
niet meer paniekerig naar links en
rechts te kijken of er misschien een
snelle karos of een wilde ruiter nader
de; want zelfs in het Londen van die
tijd waren verkeersongelukken en aan
rijdingen geen zeldzaamheden!
Op het derde plaatje een omvang
rijke maar nuttige oortrofnpet voor het
luisteren-op-afstand, dat bij vergaderin
gen goede diensten bewijzen kon.
Meer voor huiselijk gebruik was de
sierlijke vaas bedoeld, die in zijn bolle
v •-i 'T
mM' ''..at
- >U: V
buik geluiden opving en versterkte. Via
gaten in het voetstuk konden er een of
meer buizen met oortelefoons op aan
gesloten worden: een soort familie-
hoorapparaat dus. Ter vergelijking is
daarnaast een modern transistor-hoor-
apparaat (in etui) afgebeeld.
Al deze en nog vele andere antieke
hoortoestellen bevinden zich tegenwoor
dig in het bezit van een groot Brits
concern dat transistor-hoorapparaten
vervaardigt en dat voor sommige van
deze museumstukken kapitale bedragen
heeft moeten neertellen. De collectie is
op verzoek te bezichtigen, maar een
pronkstuk ontbreekt tijdelijk wegens
restauratiewerkzaamheden. Het is de
troon van een hardhorende achttiende-
eeuwse koning uit een Centraal-Euro-
pees land, die niet nader geïdentifi
ceerd mag worden, een enorme edel-
houten zetel met gebeeldhouwde leeu
wenkoppen als armleuningen. In de ge
opende muilen van de leeuwen zijn
twee geluidstrechters annex trommel
vliezen ondergebracht, vanwaar het ge
sproken woord via slangen naar de
oren van de monarch geleid werd.
1
20
2
3
4
17
18
19
16
6
7
8
17
13
14
15
9
11
10
21
Verticaal woorden invullen van de vol
gende betekenis: 1. overeenkomst, 2. lig
gende, 3. plechtige, feestelijke inkomst, 4.
gunstig gezind, 5. elektrisch steekcontact,
6. zonnescherm, 7. verlegen, 8 gem. in N.-H.
die herinnert aan tsaar Peter van Rusland,
9. vlug. 10. voor zekere tijd, 11. niet lang
geleden, 12. mistig. 13. bescheiden, 14. al
vorens, 15. partij, helpers, 16. dapper, 17.
op geen plaats, 18. overdekte winkelstraat,
19. slot, 20. vazal. Bij juiste invulling leest
men op 21 hor. een zegswijze.
Oplossingen, uitsluitend per briefkaart,
dienen voor donderdag a.s. in ons bezit te
zijn.
OPLOSSING PUZZEL No. 30:
Horizontaal: 1. Rika, 4. aga, 6. boeg, 9.
Ra, 10. lood, 12. loop, 14. re, 16. Edda, 18.
risee, 20. unie, 22. Kampen, 24. Londen, 26.
er, 27. preferent, 30. kr, 31. nep, 32. ere, 33.
sik, 35. ter, 36. kiens, 38. aai, 40. bed, 41.
beo, 42. dal, 43. mén, 44. nel, 46. gneis, 48.
bel, 50. ram, 52. Ide, 53. per, 55. Ir, 57. be
heerder, 60. t.t., 61. sonate, 63. Italië, 65.
teer, 66 Diest, 69. deel, 70. ed, 71. Uden,
73. pose, 75. Lt, 76. Eems, 77. kea, 78. snit.
Verticaal: 1. radar, 2. klapper, 3. Ao, 4.
adi, 5. ale, 6. bo, 7. opuntia, 8. Griek, 9.
rekel, 11. Orne, 13. oele, 15. eenre, 17. dm,
19. stère, 21. n.d., 23. Erp, 25. ons, 28. felo
nie, 29. rendier, 31. neder, 34. kamer, 35.
ten, 36. keg, 37. sas, 39. iel, 45. labarum, 47.
edele, 48. beraden, 49. piste, 51. met, 53.
pet, 54. stelt, 56. roede, 58. hede, 59. dito,
60. Tielt. 62. Ne, 64. Ie, 67. ink, 68. spa, 72.
d.s., 74. ss.
PRIJSWINNAARS PUZZEL No. 30:
7.50: R. A. I. Snethlage, Essenlaan 4,
Bloemendaal; 5.I. Minnebod, Berken
straat 26, IJmuiden O.; 2.50: C. Alsema,
Lijsterstraat 30, Haarlem-N.
(Van onze correspondent)
LONDEN In Engeland kan men per
schriftelijke cursus tot stierenvechter wor
den opgeleid, een nieuw bewijs dat de
Britse aandacht, vooral cnder invloed van
de zomervakantie op het vasteland, zich
steeds meer in continentale richting be
weegt.
De cursus bestaat uit zes lessen, en kost
ruim dertig gulden. Zij gaat uit van een
Londense stierenvechtersclub, die al afde
lingen heeft in vijf andere steden. De pre
sident van de club heeft in een vraagge
sprek toegegeven dat niemand het vak on
der de knie kan krijgen door schriftelijke
lessen alleen, doch deze vormen het uit
gangspunt voor verdere opleiding.
Er zijn enkele honderden mannen en ook
enige vrouwen, die aan de cursus deelne
men. Zij oefenen in open ruimten, voor
zien van horens en zwaarden, bij gebrek
aan een stier omdat stierengevechten in
Groot-Brittannië verboden zijn.
De aspirant-stierenvechters jagen de die
renbeschermers en vooral ook de Liga te
gen bloedige sporten alsmede de reeds lang
bestaande Raad tegen stierengevechten te
gen zich in het harnas. Degenen die het
stierenvechten willen aanmoedigen voeren
aan dat het Britse publiek in de gelegen
heid moet worden gesteld door eigen aan
schouwing zelf een oordeel te vormen over
het voor en tegen ervan.
Advertentie
Door een fantastische vinding van
Franse ingenieurs is het de Renault-
fabrieken gelukt een kleine auto met
een vol-automatische schakeling te
brengen Op de Renault-Dauphine
wordt deze vinding toegepast en het
resultaat is verbluffend. Voor f 5495.
koopt u een auto, waarbij de debray-
agepedaal en de versnellingshandle ge
heel vervallen zijn. Daardoor is 't auto
rijden belangrijk eenvoudiger gewor
den De N V Amsterdamsche Rijtuig-
Maatschappij. Houtplein 21 te Haarlem
tel. 22020 en 12138 heeft een aantal van
deze Dauphines voor proefritten aan-
g^chaft, zodat een ieder gratis deze
sensatie op autogebied kan meemaken.
Week van de fotografie, De achtste
Week van de Fotografie zal dit jaar wor
den gehouden van 11 tot en met 18 mei.
Het programma in de week omvat een
groot .aantal foto-exposities en projectie
avonden met kleurendia's, georganiseerd
door de fotoclubs van de Bond van Neder
landse Amateur Fotografen Verenigingen.
Daarnaast zullen ook de smalfilmclubs
vertegenwoordigd zijn voor de NOVA
(Nederlandse organisatie van amateurfil
mers) door openbare vertoningen van films
hunner leden.
Sb-w
36. Tante Patent kwam met een kloppend hart de
hoek van de straat om en keek met banae ogen naar
het warenhuis. Het stond er nog. Helemaal gaaf.
Met gemengde gevoelens liep tante Patent er langs.
Het is misluktdacht ze. De bom is niet ont
ploft. Gore Gerrit is een knoeier Hij kan niet eens
een goede tijdbom maken. Maar misschien had ik ook
een echte terrorist in de arm moeten nemen. Per
slot is Gore Gerrit gewoon een inbreker. Intussen
zat de verkoopster, juffrouw Brigitte, bij de kapper
te drogen. Ze had het cadeautje naast zich gezet
op de grond en dacht er over na, wat er wel iv
zou kunnen zitten. Het tikt.dacht ze. Het moet
dus wel een wekker zijn, of misschien een lief
klokje voor in mijn boudoir. Die chef toch! Wat
aardig. Straks pak ik het uit. Als ik thuis ben.
Tante Patent liep op dat moment langs de zaak
van kapper Koltweef en dacht: lk moet eigenlijk
iets aan mijn haar laten doen, voor ik naar de
modeshow ga. Niets is trouwens zo uitrustend als
lekker drogen onder de kap! En zijn zenuwen heb
ben zoveel te doorstaan gehadlaat ik het maar
even doen. Ze deed een paar stappen in de richting
van de kapsalon en toen.
COP. MARTEN TOONDE*
5. „Hé, Pat!" riep Panda, „waarom doe je zo raar
tegen me?" „Je hebt gestolen!" riep de detective, „ont
kennen helpt niet. De feitens zijn duidelijk! FEIT 1:
Jij hebt een medaillon in de hand! Feit 2: de juf
frouw huilt! Conclusie: Jij hebt dat medaillon gesto
len!" „Je vergist je, Pat," zei Panda, „de juffrouw
huilt omdat haar oom wil dat ze met graaf Sught trouwt.
Ze houdt van een meneer Jean, zie je, en de graaf
is kaal en knakt met zijn vingers.Hij brak zijn
zin af, want op dat moment knakte er iets in de haag.
Maar de juffrouw was te bewogen om naar hagen
te luisteren. „Het ergste is dat Jean denkt, dat ik aan
de graaf de voorkeur geef," snikte ze, „hij is een we
reldreis gaan maken om mij te vergeten. Ach, en ik
hem maar opsporen!" „Opsporing verzocht?!" riep Pat
O'Nozel uit, „dat is werk voor een meesterspeurder!
En die meesterspeurder ben ik! Pat O'Nozel! U treft
het!"