Steunpilaar van Stresemann en Hitler werd een gezien adviseur in jonge landen Washington trapt de negers in een hoek Dongenaren houden „rodeo" op ezels tijdens Prinsenjuweel „Voetspoor"-gidsen brengen mensen nader tot de bossen Hjalmar Schacht trekt zich terug uit de geldwereld Kolonel wordt geen generaal Echoballon is weer te zien Jacht voor Henry Ford te water gelaten Reichsbank-president Minister onder Hitler Breuk met de Führer Na-oorlogse particulier Mysterieus adviseur De Duitse cultuur Conservatief blok MAANDAG 8 APRIL 1963 HAMBURG (AP) Hjalmar Schacht, de financiële tovenaar van het Duitslanc tussen de wereldoorlogen, trekt zich ein delijk op 86-jarige leeftijd terug uit de financiële wereld. Maar zijn mede werkers vragen zich af: voor hoe lang? Schacht is de man met de randloze bril, de hoge boord en de trotse, gebie dende blik, die na de eerste wereldoorlog een einde maakte aan de krankzinnige inflatie in Duitsland en die Hitier hielp de middelen te vinden om zich té be wapenen voor de tweede. De afgelopen tien jaar heeft hij aan het hoofd gestaan van zijn eigen bank in Hamburg en heeft hij de wereld rondge reisd van het ene land in ontwikkeling naar het andere. Financiële deskundigen en bankiers in landen als Perzië, Indo nesië, Mexico, de Philippijnen, Syrië, Brazilië en Ethiopië, vroegen zijn advies over hun monetaire en economische pro blemen en steeds was zijn antwoord het zelfde als hetgeen hij tussen de oorlogen aan de Duitsers gaf: „harder werken, zelftucht en betere planvorming". Thans draagt Schacht zijn aandeel in het kapitaal van het Bankhaus Schacht und Co. over aan de familie van prins Otto von Bismarck een kleinzoon van de IJzeren Kanselier. Hij heeft bekend ge maakt, dat hij zich uit het bankwezen te rugtrekt. Maar een zijner kennissen zei *De naam Schacht duidt voor velen in de gehele wereld nog altijd de man aan, die financiële wonderen kan verrichten Ik ben er zeker van, dat hij als hem om advies wordt gevraagd, waar dan ook zal blijven opduiken". De mythe over Schacht als Duitslands „financiële tovenaar" en „geldgooche- laar" dateert uit 1923. Dat was een tijd van ongelooflijke financiële chaos. De in flatie was geheel uit de hand gelopen. Schacht was een hard werkende, lei dinggevende functionaris van een parti culiere bank. Kanselier Gustav Strese mann vertrouwde hem een monetaire her vorming toe en maakte hem president van de Reichsbank. De dag voor Schacht het Duitse geld wezen op een nieuwe gouden standaard grondvestte, kon men met een dollar 42.000 miljard marken kopen, de dag daar op 4 en tegen juni 1924 had Schacht het Duitse geld weer op een normale basis gebracht. Miljoenen Duitsers waren be roofd, maar Schacht's naam was iden tiek geworden met stabiel geld en de ja ren van de depressie hebben zijn repu tatie niet aangetast. Schacht nam in 1930 entslag als presi dent van de Reichsbank, maar twee maan den nadat Hitler in 1933 de macht had gegrepen, kwam hij er terug. Hij had bij zijn eerste ontmoeting met Hitier, on der het nuttigen van een bord erwten soep in de Berlijnse woning van Hermann Göring een gunstige indruk van de Führer gekregen. Hij nam ook de functie van minister van economische zaken op zich en deed al wat hij kon om de gouden standaard in Duitsland te handhaven. Tezelfder tijd had hij invloed op het reusachtige pro gramma van openbare werken van de nazi's en het enorme bewapeningspro gramma, dat de werkloosheid in Duits land verminderde, maar de oorlog nader bij bracht. Omstreeks 1938 bevond Schacht, dat de politieke doelstellingen van Hitier niet over eenstemden met zijn financiële en econo mische en er ontstond verwijdering tus sen beiden. „Ik was het volkomen met Hitier eens zolang hij mijn politiek volg de, maar toen hij daarmee ophield, trad ik af", vertelde hij later. Hij begon steeds meer critiek te leve ren op de buitenlandse politiek van de nazi's en verklaarde dch openlijk tegen de jodenvervolging, ofschoon hij nog he den ten dage de joden els „vreemde ele menten" beschouwt. In zijn in 1953 gepu bliceerde memoires betoogt hij, dat de joden behoorden te worden uitgesloten van het Duitse culturele leven. Tegen 1940 was de breuk volkomen en werd Schacht ingewijd in het beginsta dium van een samenzwering van c nser- Hjalmar Schacht in zijn memoires paradeert het antisemitisme naast hoogdravende taal over de Duitse cultuur. vatieve legerofficieren tegen Hitier. Na de mislukte aanslag op Hitier werd Schacht in een concentratiekamp opgeslo ten. Kort voor hij door het Amerikaanse leger werd bevrijd, ontsnapte hij ternau wernood aan de dood. Wegens de rol die hij bij het financie ren van de herbewapening had gespeeld, moest Schacht voor het internationale tribunaal voor oorlogsmisdaden te Neuren berg verschijnen. Hij werd vrijgesproken en keerde terug in het particuliere le ven. In 1953 opende hij m Hamburg zijn bank. Hij beloofde, dat hij nooit meer aan politiek zou doen, maar de laatste jaren heeft hij heel vaak commentaar gegeven. Tien jaar geleden noemde hij de naoor logse politici van West-Duitsland mario netten". Hij viel ook het „dollarisme" van de hulpverlening aan het buitenland aan. In Madrid ontmoette hij Otto Skor- zeny, de man die Mussolini uit diens ge vangenschap bevrijdde, en noemde hem „een oud vriend". Dit wekte hier en daar misnoegen. Hetzelfde geldt voor zijn po gingen om de regering in Bonn voor te schrijven hoe zij haar reserves aan buiten landse deviezen moest beheren. Maar Schachts wenken werden door Adenauer genegeerd. Ofschoon hij nogal veel omgaat met de nieuwe rijken van de Bondsrepubliek en van tijd tot tijd in nachtclubs wordt ge zien, is Schacht in zijn ouderdom een echte autoritaire figuur van de oude we reld en in hoge mate ongenaakbaar. Hij weigert met journalisten te praten. Als hij zich over de politiek uit, doet hij dat in de regel niet in het openbaar maar onder particulieren. Zijn naam zal nu verdwijnen uit de naam van de door hem gestichte bank; deze zal voortaan bekend zijn als het Bankhaus Ludwig und Co., naar een van de deelhebbers. Maar zelfs op zijn hoge leeftijd is Schacht nog een veelgevraagd adviseur. Nog de vorige maand bracht hij een be zoek aan Marokko, Tunesië en Algerije, waar hij economische en financiële per soonlijkheden ontmoette. Overal waar hij gaat vieren de gissingen hoogtij. Wie zal hij bezoeken? Wat heeft hij nu weer in de zin? Werkt hij voor zichzelf of voor West-Duitsland? Vrienden zeggen, dat hij zich graag in een waas van geheimzinnigheid hult. Maar de adviezen die hij tegenwoordig geeft, schijnen uitsluitend zijn eigene te zijn. Hij is geen vertegenwoordiger van Bonn, maar hij verklaarde vertrouwen te heb ben in de toekomst van Duitsland. „De oorzaken van het Duitse wonder zijn de arbeidzaamheid van dfe Duitsers, hun liefde voor hun cultuur, voor hun medemensen, voor orde en voor vreed zame ontwikkeling", schreef hij in zijn memoires. De twee bezwaarschriften van een ko lonel uit Arnhem tegen de Kroon en te gen de minister van Defensie wegens het uitblijven van zijn bevordering tot briga de-generaal heeft het ambtenarengerecht in Den Haag niet ontvankelijk en onge grond verklaard. De minister van Defensie, geadviseerd door de raad van opperofficieren, had de kolonel niet bevorderd, maar wel drie ko lonels, die jonger in anciënniteit waren De kolonel heeft moeilijke functies ver vuld steeds met beoordelingen „zeer goed tot „uitmuntend". Maar het ambtenaren gerecht vindt dat die beoordelingen meer het beeld oproepen van een uitstekend stafofficier dan van een militair die bij uitstek geschikt is een zelfstandig com mando te voeren. KERKELIJK NIEUWS Beroepen te Beetsterzwaag c.a. (wijk gem. Nij-Beets) (toez.) J. W. ten Kate te Eenrum. (Vdn onze correspondent) WASHINGTON. Rasfanatici in het Amerikaanse Congres onthouden aan Amerika's hoofdstad voldoende fondsen voor de scholen waar rasgelijkheid is in gevoerd. Op die manier wordt goed ónderwijs onmogelijk gemaakt en neemt isdadigheid onder de jeugd toe. Daar de meeste kinderen in Washington D.C. negers zijn, kan de jeugdmisdadigheid als negermisdadigheid worden voorge steld en kunnende conservatieve, blanke rassenscheiders in 'het Congres op de toestanden in de Hoofdstad wijzen, wan neer zij willen aantonen dat rasgelijkheid op de scholen allerlei ellende met zich brengt. Maar die deplorabele toestand in Washington D.C. is door de conserva tieve machthebbers in het Congres zelf geschapen. Deze scherpe aantijging werd onlangs van de kansel gesproken door dr. Duncan Howlett, dominee van de grootste unita- rische kerk in Washington. En hij had nog meer verwijten aan net adres van het Congres. Diezelfde ras-fanatici hebben bijvoorbeeld ook lang tegengehouden, dat er voldoende rechters werden aangesteld in de jeugdrechtbanken. Daarvoor is de criminaliteit van de jeugd veel hoger ge bleven dan noodzakelijk. De drie commissarissen die het dage lijks bestuur vormen, worden benoemd door de Senaat en de president. Dominee Howlett weer er volkomen te recht op, dat de bestaande parlementaire regëls eh gebruiken een onevenredig gro te macht geven aan de uit het stabiel-con- servatieve zuiden afkomstige, tot de demo cratische partij behorende, Congresleden. Hij onderstreepte, dat Congres en Senaat als geheel in staat zijn de bestaande re gels te veranderen- op staande voet als me zou willen. Het zou mij allerminst verbazen, als liet in de komende jaren tot grote de monstraties zou komen van de negers in Washington, bijvoorbeeld op het plein voor het Capitool. Om bij het onderwijs te blijven: de scholen zjjn veel te vol en vaak armzalig. Het aantal leerkrachten is absoluut ontoereikend. Zelfs zijn er, in de hoofdstad van 's werelds rijkste land niet genoeg leerboeken voor de kinderen op de openbare scholen. Het gist onder de negers in de Verenig de Staten. Zij beginnen in te zien, dat zijzelf actief moeten worden, wil er in redelijk tempo verbetering komen in hun lot. Door vreedzame, doch vastberaden acties veroveren zij zich gelijke rechten in bussen en restaurants in het zuiden meer naar het noorden trachten zij zich clandestien te vestigen in flatgebouwen waar men negers probeert te weren Washington D.C. is lang vreedzaam ge bleven en schijnbaar onbewogen. Maar in de herfst van 1962 kwam het hier, na een rugby-wedstrijd, tot een vefchtpartij tussen zwarte en blanke jeugd. Als groep gevoelen de negers in Wash ington zich uiterst machteloos om verbe tering te brengen in eigen lot. Elke psy choloog weet hoe gevaarlijk een gevoel van vergeefsheid, van frustratie, op de duur worden kan. Zelden werd tot het Congres zo'n scherpe waarschuwing ge richt als vorige maand weerklonk van een preekstoel in Washington. Zijn de ras-fanatici in het Amerikaanse Congres dan in de meerderheid? zal men zich afvragen. Dat is beslist niet het ge val. Maar het is een bedenkelijk verschijn sel, dat het Congres als geheel zich er bij neerlegt dat volgens de parlemen taire gebruiken de conservatieve, door senioriteit machtige Congresleden, in de diverse commissies de lakens uitdelen. Ook het lot van Washington D.C. is in hoofd zaak aan een commissie toevertrouwd. Washington, Amerika's hoofdstad, heeft namelijk geen burgemeester en geen ge kozen gemeenteraad. De stad ontvangt haar richtlijnen van het Congres. En het Con gres draagt uit de federale schatkist veel te weinig bij tot het budget van de stad. Carnavalesk Nederland beleeft op 16 juni in het Brabantse dorp Dongen een zogenaamd „prinsenjuweet", door de raad van elf ter gelegenheid van het eer ste lustrum uitgeschreven in het raam van de internationale Tefado-63, een landbouw-, handels- en nijverheidsten toonstelling, die van 14 tot en met IJ juni in Dongen wordt gehouden. Een van de hoogtepunten van dit „con cilie" van vastenavondvrienden zal een wedkamp zijn in „Andrezelen" een rodeo op ezels. De vorst, de prins, het lid van de raad van elf, de boer of de nar, die het het verst brengt in deze nieuwe sport, zal als „vastenavond-viervorst van de lage lan den" huiswaarts kunnen keren, behangen met de versierselen aan de^e titel verbon den en beladen met een zak zilveren gul dens. Het idee een „prinsenjuweel" uit te schrijven is geboren tijdens een van de zeiltochten van de Dongense prins carna val, Andreo de derde, met zijn gevolg. De naam „prinsenjuweel" is gekozen naar analogie van de landjuwelen van de rede rijkerskamers in de zestiende eeuw. Zoals aan het landjuweel zijn aan dit prinsenjuweel verscheidene prijzen ver bonden. Behalve voor de vastenavondvier vorst is er een prijs voor het „grootst bin nenkomen", die wordt toegekend aan die raad van elf of boerenploeg die de mooiste intocht maakt in Dongen. Verder een prijs voor het „verste komend" en een voor de grappigste narren. Tijdens een grote openluchtmaaltijd als een schilderij van Breughel zullen prinsen, boeren en narren zich aan lange tafels te goed doen aan gebraden varkensvlees met tarwe- en roggebrood en bier. De boeren- kapellen zorgen voor de muziek. Tijdens de maaltijd zullen enkele „wauwelaars" of „Buutereedners" het woord voeren. Na de maaltijd wordt de viervorst van de lage landen in de amusementshal gekroond. Zo zit de boekenweek er weer op. De enige leut die mij in dtt ver dorde Haarlem als cul tureel mens werd ge boden, was dat ik als boekenwurm me kon in tekenen op een nieuwe pocketserie. Namens de Vereniging ter Bevorde ring Nie-veul, als ik het zo mag zeggen. De stad van schilders en schrijvers wist niet beter voor de dag te komen. Goed. er was een schrijverscon flict dat zelfs een mo ment het feestje in Am sterdam dreigde te ver storen. Maar Amster dam ging door, Rotter dam en Utrecht gingen door. En Haarlem ging door, met precies te la ten zoals het al jaren is geweest: een dooie boel. Ik vraag me af of we niet het mooie voorbeeld van Haarlems Bloei moeten navolgen en niet bloemen- maar boeken- meidjes de straat op moeten sturen. „Mag ik u een mooi boek op de mouw spelden?" Wat mag het zijn? Een me- moiretje van d'een of d'ander of een mooi tuil tje Bob en Daphne? Goed, u weet al uit deze rubriek, dat ik het mijne denk van vele op geschroefde feestjes, vooral feesties met een commerciële inslag. Voor mij dus geen disco-festi val of wat voor festival dan ook, waar de strakke hand van een commerciële bedoening achterzit. Hoewel een boek koopwaar is waar aan een schrijver niet veel en zijn uitgever soms niet-veel-méér verdient, toch is er wat anders met zo'n boek. Ik kan dat het beste demonstreren door u te vertellen, dat ik in lan den heb gewoond waar acht van de tien men sen niet konden lezen en schrijven. Niet lezen! Geen Ot en Sien. geen Karl May, geen Schwere Wörter, geen Stilte van de Zee, geen Bomans, Elschot of Thomas Mann maar ook geen krant. Zoals de mensen worden geboren, zo sterven ze er. Met preciês dezelfde (enge) horizon, met pre cies dezelfde onwetend heid en precies dezelfde armoede. Geestelijke, maar ook materiële ar moede. U en ik hebben geleerd woorden te lezen en te wikken wat er achter schuilt. We heb ben gelezen over vreem de landen en volkeren, over goede en slechte gewoonten. En dat heeft ons bezig gehouden. Mis schien meer dan de helft van de spullen waarmee we ons kleedden en onze woning inrichtten, heb ben we uit de krant. Maar zo'n sloebertie uit de verre binnenlanden heeft nog nooit gehoord van een sigarettenaan steker. Hii heeft er dus geen behoefte aan. Hoort hij ervan op een goede dag, of ziet hii het ding afgebeeld, dan kan er begeerte naar rijzen. Er zijn dan twee mogelijk heden: een stelen of een verdienen. Verdienen betekent er voor wer ken; werken betekent boven de Doel van el lende uitstiieen. Ik heb vaak een dis cussie, gehad met men sen die zich insoannen om ontwikkelingsgebie den te hulD te snellen. Met eten. zeiden zii. en werktuigen. Met lees- plankjes, zei ik. Want zijn de leesplankjes er eenmaal, dan komt de behoefte naar werktui gen direct daarna. En waar werktuigen zijn. komt voedsel. Zo is het boek, ook al bezit u alleen maar de Nobèl-reeks. een onont beerlijk ontwikkelings medium geworden. En het goedkope boek, het pocketboek, heeft u en mij veel goed en appe tijtelijk voedsel voor een koopje thuisgebracht. Wat zou ik weten van de ^wereld, van mijn medemens, als ik het niet had kunnen lezen. U en ik denken daar nooit meer aan. tenzij u zoals ik iaren hebt ge zworven door gebieden waar het eenvoudigste leesvoer ontbrak. Dan had u zeer beslist geen onvriendeliike. geen on gastvrije mensen ont moet, maar akelig be grensd, droevig arm en olie-dom. dom in de be tekenis van argeloos, on wetend. Die mensen le ven meestal onder dic tatuur, corrupte dicta tuur want wie contro leert de ciiferties. Nie mand kan ze lezen. Enfin daar is Haarlem gewoonweg weer aan voorbijgegaan. Want we voelen hier voor alles en we doen aan alles mee. Maar 't mag niet veel kosten en te veel inspanning vergen. Dan niet. Bart L. Joris Prinses Beatrix in Japan: bij een be zoek aan een groot warenhuis in Tokio bezichtigde de prinses een prachtige collectie kimono's en waaiers. De Amerikanase ballonsatellieF Echo I zal de komende dagen 's avonds weer te zien zijn. Aan de zuidelijke hemel vertoont zij zich als een heldere ster, die van west naar oost gaat. De satelliet bevindt zich een hoogte van ongeveer 1500 kilometer. De kunstmaandienst van de Utrechtse ster renwacht deelt mee dat de satelliet te zien is op 8 april om 20.35 uur, op 9 april om 21.35 uur, op 10 april 20.35 uur en op 11 april om 21.35 uur. Op de werf van C. van Lent in Kaagdorp is het zeewaardige jacht „Santa Maria" te water gelaten, dat daar gebouwd is voor Henry Ford II, de Amerikaanse automag naat. Op 7 maart was Henry Ford II spe ciaal naar Nederland gekomen om het luxe-jacht, dat meer dan twee miljoen gul den kost, te bezichtigen. Het is ruim 33 meter lang en 7 meter breed en meet 140 ton. Het wordt voortbewogen door twee motoren van 450 pk elk en heeft een maxi mumsnelheid van ongeveer 30 km per uur. Het is niet alleen uitgerust met zeer mo derne navigatiemiddelen maar ook met een installatie om van zeewater zoet water te maken. „Als u graag te voet de natuur ingaat, dan kunt u in de boswachterij Dwinge- loo alle kanten uit. Om het u makkelijk te maken heeft het Staatsbosbeheer drie wandelingen aangegeven. Die door het heederzand is een echte boswande- ing.Dit is een passage uit een be- chrijving van iets waartoe Staatsbos beheer het initiatief heeft genomen. Men heeft namelijk gidsen ontworpen met enkele boswachterijen. „Voetspoor" heten de gidsen, waarmee staatsbosbeheer wil zeggen dat men zijn eigen spoor tussen de tientallen andere in het bos moet zet ten. Ze willen niet alleen een nuchtere op somming geven van bezienswaardigheden en toeristische routes, maar ook een om schrijving bieden van de natuur, het land schap en de gebruiker nader brengen tot wat leeft en groeit in de bossen. De uit gave ervan geschied in samenwerking met de A.N.W.B. Drie zijn er klaar: het Mastbos, Om men eri Dwingeloo. Zeer binnenkort ver schijnt een gids van de boswachterij Em- men, voor juli van Austerlitz, Leende, Texel en Vaals. In de loop van de zomer en de herfst komen er nog gidsen over Wassenaar, Schoorl, Leersum, Nunspeet, Vuurse, Vlieland en Schiermonnikoog. In totaal zal staatsbosbeheer twintig voetspoorkaarten laten uitgeven. Deze gid sen, uitnodigingen dus om de bossen te betreden, kunnen bij uitstek dienen als doel voor een tocht. De A.N.W.B. zal zo veel als mogelijk is ook de toeristische routes langs de boswachterijen vin staats bosbeheer laten voeren. Wil iemand dus op een dag genieten van de natuur, dan kan hij via een door de A.NW.B. uitgestippelde route rijden naar een boswachterij van staatsbosbe heer, de auto neerzetten op een parkeer plaats en dan aan de hand van de voet- spoorgids een schitterende boswandeling maken. Angst om in het bos ie verdwalen hoeft niemand te hebben, want de route-ne- beschrijvingen in de voetspoorkaarten zijn duidelijk. Bovendien worden de routes aangegeven door paaltjes, die zijn voor zien van een gekleurde kop. De staatsbossen zijn zolang staatsbosbe heer bestaat steeds toegankelijk geweest. Maar werd een twintig jaar geleden de bezoeker verzocht „zich niet buiten wegen en paden t« begeven", nu krijgt hij de uitnodiging „vrij te wandelen op wegen en- paden". Staatsbosbeheer ziet het als een taak zoveel mogelijk mensen te ontvangen en er voor te zorgen dat gemotoriseerd ver keer, fietsers, wandelaars en ruiters el kaar niet hinderen. Houdt men van drukte en gezelligheid dan wordt in de gids aan gegeven waar men dat in een boswachte rij vinden kan. Houdt men van eenzaam heid en stilte dan geven de voetspoorkaar ten eveneens een goed advies De acht voetsporen die voor de vakantie verschijnen hebben betrekking op 11.000 ha. bosgrond, dat is ongeveer twaalfmaal de oppervlakte van het Amsterdamse bos. De twintig voetsporen hebben samen, als zij eenmaal uit zijn, betrekking op 34.500 ha. bos- en natuurterrein.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 4