Een ontmoeting met Sjarif
fV
lekkere
Amerikanen
voor
één gulden!
25
GOLD
STAR
Brandkastdieven wachten
met openbreken
Ir. J. M. de Vos verlaat het
Telefoondistrict Haarlem
Veronica procedeert tegen naamgenoot
p- 'v
Indonesiërs zaakgelastigde in Den Haag
Auto-ongeluk kostte aan
vier mensen het leven
maal
25
Twee jaar geëist
tegen Hongaarse
automobilist
Vrouw in bed verbrand
Ital-reactor is
nu kritisch
NA TWAALF JAAR AAN DE TOP
Afscheidsfeesten
op 25 en 26 april
Vijf arbeiders door
stelling gezakt
Berkel en Rodenrijs
duizend jaar
ilis
WOENSDAG 10 APRIL 1963
7
it "m.
Mk
Negen maanden geëist
Op 30 april zondags
dienst bij P.T.T.
WA
Zij keken eerst in de
krant hoeveel geld
erin lag
Kerkelijk nieuws
Een nieuw tijdperk is aangebroken. De
diplomatieke betrekkingen tussen Neder
land en Indonesië zijn sinds kort niet al
leen hersteld, maar bovendien en dat
is als zodanig bepaald nog belangrijker
ziet het er naar uit, dat zowel Dja
karta als Den Haag de oprechte bedoe
ling koesteren thans rustig te zoeken naar
mogelijkheden om elkaar werkelijk te vin
den op die gebieden waar goede samen
werking bereikbaar zou zijn.
Een gesprek met de Indonesische zaak
gelastigde in Nederland, de heer Sjarif,
heeft bij mij de indruk achtergelaten, dat
het hem en zijn regering er inderdaad
om gaat zoveel als maar kan een streep
onder het verleden te zetten en de ogen
goed open te houden voor een aangena
mere dus betere toekomst.
Uit den aard der zaak droeg het onder
houd niet het karakter van een interview.
Over en weer is, ik mag wel zeggen
bijzonder prettig, op geheel vrije manier
van gedachten gewisseld. Wat hier dus
volgt bepaalt zich tot mijn weergave
van de impressies, bij deze gelegenheid
door mij opgedaan.
Laat ik vooropstellen, dat de heer Sja
rif, die al eerder, t.w. in 1954, een diplo
matieke functie in Den Haag heeft ver
vuld, zij het toen nog niet aan het hoofd
van de Indonesische post, in de loop der
jaren heel wat internationale ervaring
door zijn werkzaamheden op verschillende
standplaatsen heeft verkregen. Zonder naar
volledigheid te streven noem ik alleen
maar Karachi, Moskou, Tokio (afgezien
dus van het reeds vermelde Den Haag)
en, niet te vergeten, zijn werkkring aan
Indonesië's permanente vertegenwoordi
ging bij de Verenigde Naties.
Laatstgenoemd arbeidsveld heeft hem
onder meer in nauwe aanraking gebracht,
zo bijvoorbeeld in de desbetreffende com
missies van de Algemene Vergadering der
Verenigde Naties, met het vraagstuk van
de-kolonisatie. Daarover kreeg ik in meer
dan een opzicht uitermate deskundige be
schouwingen te horen, en in dit verband
trof mij zijn verzekering, dat Indonesië
bepaald niet beoogt zijn gezag over Brits
Borneo te gaan uitstrekken.
Natuurlijk heeft het wel belangstelling
voor wat er daar tenslotte zal gaan ge
beuren, omdat het nu eenmaal een buur-
gebied is en hierbij dus ook de veiligheid
van de Indonesische republiek betrokken
is, maar overigens meen ik als de Indo
nesische opvatting te moeten zien, dat het
bij een dergelijke de-kolonisatie erom
moet gaan een regeling te bereiken die
de bevolking zelf wenst. Zou blijken dat
werkelijk de meerderheid van de bevol
king ginds aan een of andere associatie
met de Federatie van Malaya de voorkeur
geeft, dan zou dat dienen te geschieden.
Het had er veel van weg, alsof mijn gast
heer de waarschijnlijkheid aanmerkelijk
groter achtte, dat in het gebied in kwestie
de aanhangers van de vorming van een
zelfstandige staat, ingeval het tot een
deugdelijke volksstemming over deze aan
gelegenheid zou kunnen komen, de meer
derheid zouden behalen. Mijn aandacht
werd er nog op gevestigd, dat van het
begin af het verlangen van Djakarta erop
gericht was geheel Nederlands-Indië van
weleer deel te doen uitmaken van de Indo
nesische staatsgemeenschap. Vandaar de
ten opzichte van Nederlands Nieuw Guinea
gevolgde gedragslijn, welk gebied destijds
immers tot Nederlands-Indië behoorde. Dit
nu is nooit met Brits Borneo het geval
geweest en hierin moet men de verklaring
zien van het betoog dat Djakarta er niet
op uit is deze Britse kroonkolonie in te
palmen.
In ons gesprek maakte de heer Sjarif
heel duidelijk tot dusverre bepaald te heb
ben kunnen waarnemen, dat er tussen zi.in
regering en de Nederlandse regering op
rechte overeenstemming bestaat, wat bei
der wens aangaat om zoveel mogelijk hei
zich verdiepen in bepaalde tegenstellin
gen achterwege te laten en om het „ho
ger te zoeken" n.l. om na te gaan waar
en hoe men elkaar op allerlei gebieden
met betrekking tot samenwerking zou
kunnen vinden. Zo is ongetwijfeld ook
heel goed denkbaar, dat in die gevallen
waarin men van Indonesische zijde prijs
zou stellen op bepaalde leveringen van
Nederland uit en Nederlandse onderne
mingen tot leveranties bereid zouden zijn,
grondslagen voor dergelijke zakelijke con
tacten te vinden zouden zijn.
Op de in deze bijdrage gevolgde ge
dragslijn, dat ik mij ertoe bepaal enige
indrukken van de ontmoeting met de heer
Sjarif weer te geven, maak ik een enkele
uitzondering. Een mijner kennissen had
beweerd, dat de heer Sjarif in een door
hem, voor hij nog naar Nederland ging,
te Bonn gevoerd persgesprek gezegd zou
Sjarif
hebben, dat men zich vermoedelijk wel
zou kunnen voorstellen, dat Nederlanders
die vrijwillig dus niet als dienstplich
tigen sinds 1945 tegen de Indonesiërs
hadden gevochten ginds riet licht welkom
zouden zijn. Op mijn vraag of dit inder
daad zo was, volgde ommiddellijk de
reactie, dat het op die manier helemaal
niet gezegd was, en dat uitdrukkelijk was
gesteld, dat het geheel en al van de indi
viduele gevallen zou afhangen en met na
me bijvoorbeeld mensen met een instel
ling als die van Westerling begrijpelij
kerwijze niet welkom zouden wezen. Van
de heer Sjarif begreep ik nog dat tegen
iemand, die vroeger onbetwistbaar van
uitgesproken anti-Indonesische gevoelens
blijk had gegeven, maar tenslotte tot an
dere inzichten was gekomen en als des
kundige op een bepaald gebied gaarne ten
behoeve van Indonesië daar als lid van
een „vredeskorps" werkzaam zou zijn,
een bezwaar gelijk dat wel tegen lieden
van het slag Westerling zou gelden, niet
zou bestaan.
Tot besluit van ons gesprek bracht ik
het op het Internationaal Gerechtshof en
wel op de vraag waarom Indonesië op het
ogenblik nog niet bereid is met betrekking
tot rechtsgeschillen de verplichte recht
spraak van dat Hof te aanvaarden. Ik ge
loof het in dat opzicht bestaande Indone
sische standpunt het best aldus te kunnen
weergeven.
Negen maanden gevangenisstraf en drie
jaar intrekking van het rijbewijs heeft de
officier van justitie bij de rechtbank te
Arnhem geëist tegen een 33-jarige koop
man uit Nijmegen. De koopman wordt er
van beschuldigd op 29 april van het vorig
jaar 's morgens om vijf uur met hoge
snelheid te Mook tegen een boom te zijn
gereden, waardoor vier inzittenden om het
leven kwamen, zijn vrouw, een broer, een
zwager en een schoonzuster. Zelf liep hij
bij dit ongeluk verwondingen op.
Na gezellig samenzijn tot ver na midder
nacht rijpte bij de familie het plan een
nachtelijke autotocht te maken. Op de te
rugweg naar Nijmegen bleef verdachte
ondanks de mist een snelheid van meer
dan 120 km aanhouden.
Volgens de officier is het tragische on
geluk te wijten aan het rijden zonder enig
verantwoordelijkheidsgevoel. Hij noemde
het een krankzinnig plan om de tijd van
de nachtrust te gaan gebruiken om maar
eens wat rond te rijden, „nogwel met een
harmonicaspeler in de wagen".
Op 30 april (Koninginnedag) zal de P.T.T.
de diensten uitvoeren als op zondagen. Er
zullen die dag geen postbestellingen wor
den uitgevoerd en in de nacht van 29 op
30 april en'van 30 april op 1 mei rijden
geen nachtposttreinen. Ook voor de tele
graaf- en telefoondienst geldt de zondags
dienst.
Met vele andere jonge staten, die eens
koloniën waren, is ook Indonesië van me
ning, dat het hedendaagse volkenrecht nog
altijd in overwegende mate wordt be
heerst door beginselen en opvattingen, af
komstig uit het Westen. Vernieuwing en
als men wil verbreding van het volken
recht is in de ogen vah hen die het zo
zien, gewenst. Bovendien schijnen ginds
de gedachten uit te gaan naar de wense
lijkheid van een andere wijze van samen
stelling, alsmede een andere manier van
voorbereiding tot de verkiezing van de
internationale rechters. Op zichzelf is het
heel begrijpelijk, dat met name in de
kring van de A.A.A.-staten (Aziatische,
Afrikaanse en Arabische landen) in twij
fel wordt getrokken of het wel helemaal
evenredig is aan een der belangrijke be
palingen die voor de rechtersverkiezing
geldt dat er liefst vier rechters van La
tijns-Amerikaanse nationaliteit zitting in
het hof hebben tegenover een Egyptenaar,
een Japanner en een Chinees. Degene bij
wie het hier gekenschetste bezwaar tegen
de tegenwoordige samenstelling van het
Internationale Gerechtshof bestaat, staat
dan in het bijzonder voor ogen, dat artikel
9 van het Statuut de wenselijkheid onder
streept in het hoge rechterlijke college in
zijn geheel de vertegenwoordiging verze
kerd te doen zijn van de hoofdvormen
van de beschaving en de voornaamste
rechtsstelsels van de wereld. In dit ver
band is het op zichzelf zeker wel de moei
te waard erop te wijzen welk een ver
scheidenheid en geestelijke rijkdom aan
wezig zijn in de Indonesische samenleving
met haar adath-recht, daarnaast rechts
opvattingen ten dele ook afkomstig uit de
tijd van de Nederlandse invloed daar te
lande en verder in belangrijke mate ge
worteld in de Islam.
Maar genoeg. Voor ik verder zou gaan
afdwalen, keer ik nog even tot hem te
rug. En wel om als mijn eind-indruk
vast te stellen, dat Indonesië met de be
noeming van de heer Sjarif tot zaakge
lastigde deze hoopt nog gelegenheid
te hebben de Nederlandse zaakgelastigde,
de heer Barkman te ontmoeten voor deze
naar Djakarta vertrekt een zeer ge
lukktge keuze heeft gedaan. Hij is
iemand, die zijn zaken drommels goed
kent, niet alleen op heldere wijze in het
ten volle door hem beheerste Nederlands
zijn gedachten weet uit te drukken, maar
bovendien zulk een gesprek op bijzonder
aansename wijze weet te voeren en daar
bij onder meer veel begrip aan den dag
legt voor andermans opvattingen, ook al
mocht hij ze soms niet allemaal delen.
Dr. E. van Raalte
Advertentie
25
IgOüB
star
COLIi:!!
AMERICAN CIGARETTES
Voor de rechtbank te Maastricht heeft
de officier van Justitie twee jaar gevan
genisstraf en twee jaar intrekking van
het rijbewijs geëist tegen een 25-jarige
Hongaarse machinist-bankwerker uit
Hoensbroek.
In de avond van 8 september van het
vorige jaar zou hij op de Kloosterweg
te Heerlen met hoge snelheid in zijn auto
op het fietspad de wielrijder René van
Moorsel, die op de stang van zijn fiets
het zeventienjarige meisje M. H. M. van
de Laar meevoerde, hebben aangetreden.
De bestuurder werd tegen de grond ge
slagen en zwaar gewond. Het meisje werd
door de auto geschept en op de motor
kap meegevoerd. Pas na tweehonderd me
ter gleed het slachtoffer, dat dwars voor
de totaal verbrijzelde voorruit op de kap
had gelegen van de auto en sloeg op het
wegdek. Het meisje overleed enkele da
gen later in het ziekennuis te Heerlèn.
De psychiater dr. D. Banky uit Den
Haag (van Hongaarse origine) rapporteer
de de rechtbank dat verdachte mogelijk
door het ongeval bewustheids- "n waar
nemingsvernauwingen heeft gehad. Ove
rigens tekende hij verdachte als iemand
met sterk egocentrische neigingen, die
moeilijkheden wil ontgaan.
Voor diefstal van enkele brandkasten
met inhoud hoorde een 19-jarige Leidse
straatmaker voor de Haagse rechtbank
een jaar gevangenisstraf, waarvan twee
maanden voorwaardelijk, tegen zich eisen.
Samen met een vriend zag hij in het na
jaar van 1962 kans in enkele maanden
tijds bijna 10.000 bijeen te stelen. Zij
stalen een brandkast met 60000 bij een
Leidse garage, een brandkast met 50
bij een tabaksfirma en een brandkast met
3.000 van een confectiebedrijf De brand
kasten werden in een vrachtauto geladen
en vervolgens in het struikgewas langs de
rijksweg Amsterdam-Ypenburg nabij Leid-
schendam verstopt. De volgende dag wer
den de kasten opengebroken. Eén brand
kast was echter van zeer solide makelij
en de jongens besloten eerst te wachten
tot in de krant stond hoeveel er in zat.
Dat bleek 3000 te zijn en dat vonden
zij toch nog wel de moeite waard. De
straatmaker had ook nog enkele ir braken
in benzinestations in Alphen aan de Rijn
gepleegd „onder de druk van financiële lingsonderzoek.
nood", zoals hij zei. Hij had grote kosten
aan zijn auto. De rechtbank zal op 23
april vonnis wijzen.
De 51-jarige mevrouw F. E. van de B.~
van K. uit Amsterdam is bij een brandje
in haar slaapkamer door de rookontwikke
ling bedwelmd geraakt en verbrand. Ver
moedelijk heeft zij in bed een sigaret ge
rookt en is daarbij in slaap gevallen.
De biologische agrarische reactor Ne
derland (Barn) van het „Instituut voor
Toepassing van Atoomenergie in de Land
bouw (I.T.A.L.) te Wageningen is gister
avond voor de eerste maal kritisch_ ge
worden. Daarmee is een van de weinige
reactoren ter wereld, die uitsluitend be
stemd zijn voor het bestralen van biolo
gisch materiaal met neutronen, in bedrijf
gekomen.
De reactor in Wageningen zal met name
gebruikt worden bij het plantenverede-
De directeur van het Telefoondistrict Haarlem, ir. J. M. de Vos, gaat op 1 mei van
dit jaar de dienst verlaten wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Bij beschikking van de minister van Verkeer en Waterstaat is hem met ingang van
deze datum op eigen verzoek eervol ontslag verleend, zulks met dank voor de door
hem aan het land bewezen diensten. Ir. J. M. de Vos hoopt op donderdag 18 april
65 jaar te worden.
Ir. De Vos in sinds 1 juli 1951 in func
tie als directeur van het Telefoondistrict
Haarlem. Volgens zijn ondergeschikten
toonde hij zich steeds wars van elke per
soonsverheerlijking, iets wat nog tot uiting
kwam tijdens een gesprek dat we met
hem hadden. Hij merkte daarbij namelijk
op, dat hij het eigenlijk niet zo prettig
vond binnen een termijn van enkele maan
den twee keer in de krant te komen. Ir.
De Vos doelde hierbij op een interview
dat wij in ons blad van 25 januari van dit
jaar publiceerden naar aanleiding van de
moeilijkheden om een telefoonaansluiting
te verkrijgen.
Destijds wees ir. De Vos op de dienst
verlenende taak van de P.T.T. en sprak
hij de hoop uit aan zijn opvolger de kans
te kunnen bieden om deze dienstverlening
zo prettig mogelijk te kunnen laten verlo
pen. Wat dit betreft heeft do scheidende
directeur een zware last aan zijn opvol
ger over te geven. De wachtlijst voor een
telefoonaansluiting in het district Haarlem
is allerminst kleiner geworden. De moei
lijkheden liggen nog precies hetzelfde als
ïh het artikel van 25 januari belicht.
Dat de heer De Vos een belangrijke
plaats inneemt in het hart van het per
soneel van het district Haarlem blijkt uit
Vijf Rotterdamse arbeiders zijn gister
morgen op een bouwwerk aan de Wete
ringsingel te Hendrik Ido Ambacht door
een ondeugdelijke stelling gezakt, waarbij
drie van hen met ernstige verwondingen
naar het Zuiderziekenhuis te Rotterdam
moesten worden vervoerd.
Het vijftal was op een ondeugdelijke
steiger op vijf meter hoogte bezig een
spiegelruit van drie-en-een-halve meter bij
anderhalve meter te plaatsen toen plotse
ling de steigerstukken doormidden braken
De mannen stortten met de ruit omlaag,
waarbij er drie ernstige snijwonden aan
hals en rug opliepen.
Op 10 mei beginnen de festiviteiten ter
gelegenheid van het duizendjarig bestaan
van Berkel en Rodenrijs. Prof. mr. P. J.
Oud zal een rede houden getiteld: „De
betekenis vën de Nederlandse gemeente in
haar historische ontwikkeling."
In het kader van de viering staan onder
meer op het programma: een tafeltennis-
toernooi, de opening van een nieuw recrea
tiecentrum en een Rotterdamdag, waarop
de Coolsingel in Rotterdam officieel aan
het Rot.terdams gemeentebestuur zal wor
den overgedragen (volgens oude gegevens,
zo zeggen de inwoners van het duizendja
rige Berkel, is de Coolsingel eigendom
van Berkel en Rodenrijs).
het afscheidsartikel dat het bedrijfsblad
aan hem wijdt. Hierin wordt 1 ij beschreve
als een man die zich één voelde met zijn
personeelsleden en die steeds voor hen op
de bres stond.
Hij toonde een open oog voor hun wen
sen wanneer het dienstzaken betrof en
stelde onlangs een wekelijks spreekuur in,
tijdens welk iedereen ir. De Vos vrijelijk
kon benaderen. De goede verhouding tus
sen directeur en personeel werd nog eens
geaccentueerd tijdens de nieuwjaarsbij
eenkomsten, die sinds 1962 op zijn initia
tief werden gehouden.
Vaak verhuisd
Tijdens zijn jeugd heeft de heer De Vos
tal van verhuizingen meegemaakt. Deze
werden veroorzaakt door de overplaatsin
gen van zijn vader, die als militair zijn
plicht vervulde. De heer De Vos werd op
18 april 1898 in Amersfoort geboren. Hij
bezocht de lagere school in Leiden en Mid
delburg, in welke laatste plaats hij ook
een begin maakte met zijn middelbare
studie aan de plaatselijke h.b.s.
In 1916 deed hij met succes eindexamen
op een h.b.s. in Den Haag, waarheen de
familie De Vos inmiddels was verhuis. Ver
volgens begon hij zijn studies voor elek
tronisch ingenieur aan de technische ho
geschool in Delft. Hier slaagde hij in
1922 voor zijn ingenieursexamen.
Na korte tijd gewerkt te hebben bij Sie
mens, Halske en IJeemaf trad ir. De Vos
op 16 september 1924 als tijdelijk inge
nieur in dienst bij de P.T.T. Na een korte
inwerktijd in Den Haag werd hij overge
plaatst naar Haarlem om zich in te wer
ken in de automatisering van het eerste
centralecomplex in ons land. Het betrof
de centrales Haarlem, Bloemendaal,
Heemstede en Aerdenhout.
Kort nadat deze centrales in bedrijf wa
ren gesteld vertrok ir. J. M. de Vos
na een verblijf van ongeveer een half
jaar in Haarlem naar Utrecht, waar
hij met de volgende stap van de auto
matisering werd belast.
Geen nummers
Over de tijd van voor de automatise
ring weet ir. De Vos nog aardige bijzon
derheden te vertellen. In de kleine plaat
sen gaf men aldus zijn verhaal aan
de telefoniste geen nummers maar slechts
de namen op van de mensen met wie men
verbonden wilde worden. De telefoniste
kende alle nummers uit haar hoofd en
zorgde dan voor een prompte doorverbin
ding.
Groot waren echter de moeilijkheden
als in tijd van ziekte of vakantie de ver
trouwde telefoniste vervangen was door
een plaatsvervangster, die uiteraard niet
alle dorpelingen bij naam en toenaajn ken
de. De aangeslotenen konden maar niet
begrijpen, dat ze een nummer in plaats
van een naam moesten opgeven bij het
aanvragen van telefoongesprekken.
Toen de automatisering in Utrecht vol
tooid was verliet ir. De Vos op 1 februari
1927 de P.T.T, en trad in dienst bij de
Gemeentelijke Telefoondienst in Rotter
dam. Destijds beschikten de grote plaat
sen nog over een eigen lokale telefoon
dienst. Hier was hij twintig jaar werk
zaam en in deze periode volgde zijn be
noeming tot ingenieur eerste klas.
Op 1 november 1949 werd de heer De
Vos benoemd tot adjunct-directeur bij de
plaatselijke telefoondienst in Den Haag. Op
1 juli 1951 ruim 25 jaar na zijn eerste
werkzaamheden in deze plaats kwam
hij terug in het Telefoondistrict Haarlem,
maar nu als directeur.
Hij heeft zijn huidige functie in Haar
lem dus bijna 12 jaar vervuld en in deze
periode is het aantal telefoonabonnees
meer dan verdubbeld. Ir. Ts Vos heeft
een belangrijk aandeel gehad in de bloei
van het district. In 1957 stelde hij de
laatste automatische centrale in het dis
trict in werking waardoor ook het tele
foonnet Texel geautomatiseerd was.
Thans wacht ir. De Vos, die na de eer
ste mei al zijn tijd kan besteden aan zijn
hobbies (wandelen, lezen en fotograferen)
nog een drukke tijd van afscheid nemen.
Reeds dagenlang is hij druk in de weer
om samen met zijn vrouw het district
door te reizen om alle bekenden de hand
te drukken.
Op donderdag 25 april om twee uur
's middags krijgt het personeel voor zo
ver de dienst dit toelaat de gelegenheid
om van de scheidende directeur afscheid
te nemen. Dit zal gebeuren in de Hilde-
brandzaa.I in de Smedestraat in Haarlem.
De volgende dag, vrijdag 26 april, wordt
een afscheidsreceptie gehouden voor in
stanties buiten P.T.T.-verband, gemeente
besturen, openbare bedrijven, en dergelij
ke. Deze bijeenkomst wordt belegd in de
Muziekzaal van café-restaurant Brink-
mann in Haarlem.
Ir. J. M. de Vos bij de grote kaart,
waarop met gekleurde lampjes de
knooppunten en eindcentrales in het
Telefoondistrict Haarlem zijn
aangegeven.
De naam „Veronica" is de inzet ge
weest van een kort geding tussen twee
maatschappijen die beide hun bedrijf uit
oefenen onder deze naam. Een van deze
maatschappijen, de C.V. Radio Veronica,
eiste van de president van de rechtbank
in Amsterdam, dat de andere firma, een
spaarzegelbedrijf, de naam niet meer zal
mogen gebruiken op straffe van een dwang
som van 1000 gulden voor iedere overtre
ding, eventueel te vervangen door lijfs
dwang. Dit laatste houdt verband met het
feit, dat de financiële positie van de spaar-
zegelfirma ongunstig geacht wordt. De
Utrechtse politie heeft enige tijd geleden
een officiële waarschuwing uitgegeven
waarin stond dat de betrokkenen in cri
mineel opzicht minder gunstige bekend
staan en dat één hunner in staat van
faillissement zou verkeren. Ook de Am
sterdamse politie heeft gewaarschuwd dat
de exploitanten van het spaarzegelbedrijf
„van minder gunstig tot zeer ongunstig
bekend staan", en dat zij „zonder een
redelijke financiële basis zijn gestart en dat
het twijfelachtig genoemd moet worden
of de maatschappij eventuele verplichtin
gen zal kunnen nakomen".
Mr. G. Blenkman, die namens de c.v.
Radio Veronica optrad, betoogde dat het
commerciële radiostation niets te maken
heeft met het spaarzegelbedrijf „maar de
verwarring die bij het publiek is ontstaan
is zo groot, dat wij niet kunnen tolereren
dat-het bedrijf dezelfde naam blijft voe
ren als wij", zei hij. Mr. Blenkman er
kende dat de naam „Veronica" door de
directie van het spaarzegelbedrijf drie
weken eerder in het handelsregister is in
geschreven dan die van de radiozender.
Maar bepalend is volgens hem wie de
naam het eerst gebruikte en dat is de
c.v. Radio Veronica.
Van het spaarzegelbedrijf was niemand
verschenen. Wel had de advocaat van het
bedrijf de rechtbank-president laten we
ten, dat hij in beroep ou gaan indien de
president de eis van Radio Veronica zou
inwilligen. „Daar zullen we ons overigens
niet door laten afschrikken", zei de presi
dent. Hij bepaalde de uitspraak op 18
april.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Driel Joh. Geursen, Vicaris
te Lisse te Wommels Jac. de Vries te
Woudrichem.