Een ontmoeting met Sjarif fV lekkere Amerikanen voor één gulden! 25 GOLD STAR Brandkastdieven wachten met openbreken Ir. J. M. de Vos verlaat het Telefoondistrict Haarlem Veronica procedeert tegen naamgenoot p- 'v Indonesiërs zaakgelastigde in Den Haag Auto-ongeluk kostte aan vier mensen het leven maal 25 Twee jaar geëist tegen Hongaarse automobilist Vrouw in bed verbrand Ital-reactor is nu kritisch NA TWAALF JAAR AAN DE TOP Afscheidsfeesten op 25 en 26 april Vijf arbeiders door stelling gezakt Berkel en Rodenrijs duizend jaar ilis WOENSDAG 10 APRIL 1963 7 it "m. Mk Negen maanden geëist Op 30 april zondags dienst bij P.T.T. WA Zij keken eerst in de krant hoeveel geld erin lag Kerkelijk nieuws Een nieuw tijdperk is aangebroken. De diplomatieke betrekkingen tussen Neder land en Indonesië zijn sinds kort niet al leen hersteld, maar bovendien en dat is als zodanig bepaald nog belangrijker ziet het er naar uit, dat zowel Dja karta als Den Haag de oprechte bedoe ling koesteren thans rustig te zoeken naar mogelijkheden om elkaar werkelijk te vin den op die gebieden waar goede samen werking bereikbaar zou zijn. Een gesprek met de Indonesische zaak gelastigde in Nederland, de heer Sjarif, heeft bij mij de indruk achtergelaten, dat het hem en zijn regering er inderdaad om gaat zoveel als maar kan een streep onder het verleden te zetten en de ogen goed open te houden voor een aangena mere dus betere toekomst. Uit den aard der zaak droeg het onder houd niet het karakter van een interview. Over en weer is, ik mag wel zeggen bijzonder prettig, op geheel vrije manier van gedachten gewisseld. Wat hier dus volgt bepaalt zich tot mijn weergave van de impressies, bij deze gelegenheid door mij opgedaan. Laat ik vooropstellen, dat de heer Sja rif, die al eerder, t.w. in 1954, een diplo matieke functie in Den Haag heeft ver vuld, zij het toen nog niet aan het hoofd van de Indonesische post, in de loop der jaren heel wat internationale ervaring door zijn werkzaamheden op verschillende standplaatsen heeft verkregen. Zonder naar volledigheid te streven noem ik alleen maar Karachi, Moskou, Tokio (afgezien dus van het reeds vermelde Den Haag) en, niet te vergeten, zijn werkkring aan Indonesië's permanente vertegenwoordi ging bij de Verenigde Naties. Laatstgenoemd arbeidsveld heeft hem onder meer in nauwe aanraking gebracht, zo bijvoorbeeld in de desbetreffende com missies van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties, met het vraagstuk van de-kolonisatie. Daarover kreeg ik in meer dan een opzicht uitermate deskundige be schouwingen te horen, en in dit verband trof mij zijn verzekering, dat Indonesië bepaald niet beoogt zijn gezag over Brits Borneo te gaan uitstrekken. Natuurlijk heeft het wel belangstelling voor wat er daar tenslotte zal gaan ge beuren, omdat het nu eenmaal een buur- gebied is en hierbij dus ook de veiligheid van de Indonesische republiek betrokken is, maar overigens meen ik als de Indo nesische opvatting te moeten zien, dat het bij een dergelijke de-kolonisatie erom moet gaan een regeling te bereiken die de bevolking zelf wenst. Zou blijken dat werkelijk de meerderheid van de bevol king ginds aan een of andere associatie met de Federatie van Malaya de voorkeur geeft, dan zou dat dienen te geschieden. Het had er veel van weg, alsof mijn gast heer de waarschijnlijkheid aanmerkelijk groter achtte, dat in het gebied in kwestie de aanhangers van de vorming van een zelfstandige staat, ingeval het tot een deugdelijke volksstemming over deze aan gelegenheid zou kunnen komen, de meer derheid zouden behalen. Mijn aandacht werd er nog op gevestigd, dat van het begin af het verlangen van Djakarta erop gericht was geheel Nederlands-Indië van weleer deel te doen uitmaken van de Indo nesische staatsgemeenschap. Vandaar de ten opzichte van Nederlands Nieuw Guinea gevolgde gedragslijn, welk gebied destijds immers tot Nederlands-Indië behoorde. Dit nu is nooit met Brits Borneo het geval geweest en hierin moet men de verklaring zien van het betoog dat Djakarta er niet op uit is deze Britse kroonkolonie in te palmen. In ons gesprek maakte de heer Sjarif heel duidelijk tot dusverre bepaald te heb ben kunnen waarnemen, dat er tussen zi.in regering en de Nederlandse regering op rechte overeenstemming bestaat, wat bei der wens aangaat om zoveel mogelijk hei zich verdiepen in bepaalde tegenstellin gen achterwege te laten en om het „ho ger te zoeken" n.l. om na te gaan waar en hoe men elkaar op allerlei gebieden met betrekking tot samenwerking zou kunnen vinden. Zo is ongetwijfeld ook heel goed denkbaar, dat in die gevallen waarin men van Indonesische zijde prijs zou stellen op bepaalde leveringen van Nederland uit en Nederlandse onderne mingen tot leveranties bereid zouden zijn, grondslagen voor dergelijke zakelijke con tacten te vinden zouden zijn. Op de in deze bijdrage gevolgde ge dragslijn, dat ik mij ertoe bepaal enige indrukken van de ontmoeting met de heer Sjarif weer te geven, maak ik een enkele uitzondering. Een mijner kennissen had beweerd, dat de heer Sjarif in een door hem, voor hij nog naar Nederland ging, te Bonn gevoerd persgesprek gezegd zou Sjarif hebben, dat men zich vermoedelijk wel zou kunnen voorstellen, dat Nederlanders die vrijwillig dus niet als dienstplich tigen sinds 1945 tegen de Indonesiërs hadden gevochten ginds riet licht welkom zouden zijn. Op mijn vraag of dit inder daad zo was, volgde ommiddellijk de reactie, dat het op die manier helemaal niet gezegd was, en dat uitdrukkelijk was gesteld, dat het geheel en al van de indi viduele gevallen zou afhangen en met na me bijvoorbeeld mensen met een instel ling als die van Westerling begrijpelij kerwijze niet welkom zouden wezen. Van de heer Sjarif begreep ik nog dat tegen iemand, die vroeger onbetwistbaar van uitgesproken anti-Indonesische gevoelens blijk had gegeven, maar tenslotte tot an dere inzichten was gekomen en als des kundige op een bepaald gebied gaarne ten behoeve van Indonesië daar als lid van een „vredeskorps" werkzaam zou zijn, een bezwaar gelijk dat wel tegen lieden van het slag Westerling zou gelden, niet zou bestaan. Tot besluit van ons gesprek bracht ik het op het Internationaal Gerechtshof en wel op de vraag waarom Indonesië op het ogenblik nog niet bereid is met betrekking tot rechtsgeschillen de verplichte recht spraak van dat Hof te aanvaarden. Ik ge loof het in dat opzicht bestaande Indone sische standpunt het best aldus te kunnen weergeven. Negen maanden gevangenisstraf en drie jaar intrekking van het rijbewijs heeft de officier van justitie bij de rechtbank te Arnhem geëist tegen een 33-jarige koop man uit Nijmegen. De koopman wordt er van beschuldigd op 29 april van het vorig jaar 's morgens om vijf uur met hoge snelheid te Mook tegen een boom te zijn gereden, waardoor vier inzittenden om het leven kwamen, zijn vrouw, een broer, een zwager en een schoonzuster. Zelf liep hij bij dit ongeluk verwondingen op. Na gezellig samenzijn tot ver na midder nacht rijpte bij de familie het plan een nachtelijke autotocht te maken. Op de te rugweg naar Nijmegen bleef verdachte ondanks de mist een snelheid van meer dan 120 km aanhouden. Volgens de officier is het tragische on geluk te wijten aan het rijden zonder enig verantwoordelijkheidsgevoel. Hij noemde het een krankzinnig plan om de tijd van de nachtrust te gaan gebruiken om maar eens wat rond te rijden, „nogwel met een harmonicaspeler in de wagen". Op 30 april (Koninginnedag) zal de P.T.T. de diensten uitvoeren als op zondagen. Er zullen die dag geen postbestellingen wor den uitgevoerd en in de nacht van 29 op 30 april en'van 30 april op 1 mei rijden geen nachtposttreinen. Ook voor de tele graaf- en telefoondienst geldt de zondags dienst. Met vele andere jonge staten, die eens koloniën waren, is ook Indonesië van me ning, dat het hedendaagse volkenrecht nog altijd in overwegende mate wordt be heerst door beginselen en opvattingen, af komstig uit het Westen. Vernieuwing en als men wil verbreding van het volken recht is in de ogen vah hen die het zo zien, gewenst. Bovendien schijnen ginds de gedachten uit te gaan naar de wense lijkheid van een andere wijze van samen stelling, alsmede een andere manier van voorbereiding tot de verkiezing van de internationale rechters. Op zichzelf is het heel begrijpelijk, dat met name in de kring van de A.A.A.-staten (Aziatische, Afrikaanse en Arabische landen) in twij fel wordt getrokken of het wel helemaal evenredig is aan een der belangrijke be palingen die voor de rechtersverkiezing geldt dat er liefst vier rechters van La tijns-Amerikaanse nationaliteit zitting in het hof hebben tegenover een Egyptenaar, een Japanner en een Chinees. Degene bij wie het hier gekenschetste bezwaar tegen de tegenwoordige samenstelling van het Internationale Gerechtshof bestaat, staat dan in het bijzonder voor ogen, dat artikel 9 van het Statuut de wenselijkheid onder streept in het hoge rechterlijke college in zijn geheel de vertegenwoordiging verze kerd te doen zijn van de hoofdvormen van de beschaving en de voornaamste rechtsstelsels van de wereld. In dit ver band is het op zichzelf zeker wel de moei te waard erop te wijzen welk een ver scheidenheid en geestelijke rijkdom aan wezig zijn in de Indonesische samenleving met haar adath-recht, daarnaast rechts opvattingen ten dele ook afkomstig uit de tijd van de Nederlandse invloed daar te lande en verder in belangrijke mate ge worteld in de Islam. Maar genoeg. Voor ik verder zou gaan afdwalen, keer ik nog even tot hem te rug. En wel om als mijn eind-indruk vast te stellen, dat Indonesië met de be noeming van de heer Sjarif tot zaakge lastigde deze hoopt nog gelegenheid te hebben de Nederlandse zaakgelastigde, de heer Barkman te ontmoeten voor deze naar Djakarta vertrekt een zeer ge lukktge keuze heeft gedaan. Hij is iemand, die zijn zaken drommels goed kent, niet alleen op heldere wijze in het ten volle door hem beheerste Nederlands zijn gedachten weet uit te drukken, maar bovendien zulk een gesprek op bijzonder aansename wijze weet te voeren en daar bij onder meer veel begrip aan den dag legt voor andermans opvattingen, ook al mocht hij ze soms niet allemaal delen. Dr. E. van Raalte Advertentie 25 IgOüB star COLIi:!! AMERICAN CIGARETTES Voor de rechtbank te Maastricht heeft de officier van Justitie twee jaar gevan genisstraf en twee jaar intrekking van het rijbewijs geëist tegen een 25-jarige Hongaarse machinist-bankwerker uit Hoensbroek. In de avond van 8 september van het vorige jaar zou hij op de Kloosterweg te Heerlen met hoge snelheid in zijn auto op het fietspad de wielrijder René van Moorsel, die op de stang van zijn fiets het zeventienjarige meisje M. H. M. van de Laar meevoerde, hebben aangetreden. De bestuurder werd tegen de grond ge slagen en zwaar gewond. Het meisje werd door de auto geschept en op de motor kap meegevoerd. Pas na tweehonderd me ter gleed het slachtoffer, dat dwars voor de totaal verbrijzelde voorruit op de kap had gelegen van de auto en sloeg op het wegdek. Het meisje overleed enkele da gen later in het ziekennuis te Heerlèn. De psychiater dr. D. Banky uit Den Haag (van Hongaarse origine) rapporteer de de rechtbank dat verdachte mogelijk door het ongeval bewustheids- "n waar nemingsvernauwingen heeft gehad. Ove rigens tekende hij verdachte als iemand met sterk egocentrische neigingen, die moeilijkheden wil ontgaan. Voor diefstal van enkele brandkasten met inhoud hoorde een 19-jarige Leidse straatmaker voor de Haagse rechtbank een jaar gevangenisstraf, waarvan twee maanden voorwaardelijk, tegen zich eisen. Samen met een vriend zag hij in het na jaar van 1962 kans in enkele maanden tijds bijna 10.000 bijeen te stelen. Zij stalen een brandkast met 60000 bij een Leidse garage, een brandkast met 50 bij een tabaksfirma en een brandkast met 3.000 van een confectiebedrijf De brand kasten werden in een vrachtauto geladen en vervolgens in het struikgewas langs de rijksweg Amsterdam-Ypenburg nabij Leid- schendam verstopt. De volgende dag wer den de kasten opengebroken. Eén brand kast was echter van zeer solide makelij en de jongens besloten eerst te wachten tot in de krant stond hoeveel er in zat. Dat bleek 3000 te zijn en dat vonden zij toch nog wel de moeite waard. De straatmaker had ook nog enkele ir braken in benzinestations in Alphen aan de Rijn gepleegd „onder de druk van financiële lingsonderzoek. nood", zoals hij zei. Hij had grote kosten aan zijn auto. De rechtbank zal op 23 april vonnis wijzen. De 51-jarige mevrouw F. E. van de B.~ van K. uit Amsterdam is bij een brandje in haar slaapkamer door de rookontwikke ling bedwelmd geraakt en verbrand. Ver moedelijk heeft zij in bed een sigaret ge rookt en is daarbij in slaap gevallen. De biologische agrarische reactor Ne derland (Barn) van het „Instituut voor Toepassing van Atoomenergie in de Land bouw (I.T.A.L.) te Wageningen is gister avond voor de eerste maal kritisch_ ge worden. Daarmee is een van de weinige reactoren ter wereld, die uitsluitend be stemd zijn voor het bestralen van biolo gisch materiaal met neutronen, in bedrijf gekomen. De reactor in Wageningen zal met name gebruikt worden bij het plantenverede- De directeur van het Telefoondistrict Haarlem, ir. J. M. de Vos, gaat op 1 mei van dit jaar de dienst verlaten wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Bij beschikking van de minister van Verkeer en Waterstaat is hem met ingang van deze datum op eigen verzoek eervol ontslag verleend, zulks met dank voor de door hem aan het land bewezen diensten. Ir. J. M. de Vos hoopt op donderdag 18 april 65 jaar te worden. Ir. De Vos in sinds 1 juli 1951 in func tie als directeur van het Telefoondistrict Haarlem. Volgens zijn ondergeschikten toonde hij zich steeds wars van elke per soonsverheerlijking, iets wat nog tot uiting kwam tijdens een gesprek dat we met hem hadden. Hij merkte daarbij namelijk op, dat hij het eigenlijk niet zo prettig vond binnen een termijn van enkele maan den twee keer in de krant te komen. Ir. De Vos doelde hierbij op een interview dat wij in ons blad van 25 januari van dit jaar publiceerden naar aanleiding van de moeilijkheden om een telefoonaansluiting te verkrijgen. Destijds wees ir. De Vos op de dienst verlenende taak van de P.T.T. en sprak hij de hoop uit aan zijn opvolger de kans te kunnen bieden om deze dienstverlening zo prettig mogelijk te kunnen laten verlo pen. Wat dit betreft heeft do scheidende directeur een zware last aan zijn opvol ger over te geven. De wachtlijst voor een telefoonaansluiting in het district Haarlem is allerminst kleiner geworden. De moei lijkheden liggen nog precies hetzelfde als ïh het artikel van 25 januari belicht. Dat de heer De Vos een belangrijke plaats inneemt in het hart van het per soneel van het district Haarlem blijkt uit Vijf Rotterdamse arbeiders zijn gister morgen op een bouwwerk aan de Wete ringsingel te Hendrik Ido Ambacht door een ondeugdelijke stelling gezakt, waarbij drie van hen met ernstige verwondingen naar het Zuiderziekenhuis te Rotterdam moesten worden vervoerd. Het vijftal was op een ondeugdelijke steiger op vijf meter hoogte bezig een spiegelruit van drie-en-een-halve meter bij anderhalve meter te plaatsen toen plotse ling de steigerstukken doormidden braken De mannen stortten met de ruit omlaag, waarbij er drie ernstige snijwonden aan hals en rug opliepen. Op 10 mei beginnen de festiviteiten ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan van Berkel en Rodenrijs. Prof. mr. P. J. Oud zal een rede houden getiteld: „De betekenis vën de Nederlandse gemeente in haar historische ontwikkeling." In het kader van de viering staan onder meer op het programma: een tafeltennis- toernooi, de opening van een nieuw recrea tiecentrum en een Rotterdamdag, waarop de Coolsingel in Rotterdam officieel aan het Rot.terdams gemeentebestuur zal wor den overgedragen (volgens oude gegevens, zo zeggen de inwoners van het duizendja rige Berkel, is de Coolsingel eigendom van Berkel en Rodenrijs). het afscheidsartikel dat het bedrijfsblad aan hem wijdt. Hierin wordt 1 ij beschreve als een man die zich één voelde met zijn personeelsleden en die steeds voor hen op de bres stond. Hij toonde een open oog voor hun wen sen wanneer het dienstzaken betrof en stelde onlangs een wekelijks spreekuur in, tijdens welk iedereen ir. De Vos vrijelijk kon benaderen. De goede verhouding tus sen directeur en personeel werd nog eens geaccentueerd tijdens de nieuwjaarsbij eenkomsten, die sinds 1962 op zijn initia tief werden gehouden. Vaak verhuisd Tijdens zijn jeugd heeft de heer De Vos tal van verhuizingen meegemaakt. Deze werden veroorzaakt door de overplaatsin gen van zijn vader, die als militair zijn plicht vervulde. De heer De Vos werd op 18 april 1898 in Amersfoort geboren. Hij bezocht de lagere school in Leiden en Mid delburg, in welke laatste plaats hij ook een begin maakte met zijn middelbare studie aan de plaatselijke h.b.s. In 1916 deed hij met succes eindexamen op een h.b.s. in Den Haag, waarheen de familie De Vos inmiddels was verhuis. Ver volgens begon hij zijn studies voor elek tronisch ingenieur aan de technische ho geschool in Delft. Hier slaagde hij in 1922 voor zijn ingenieursexamen. Na korte tijd gewerkt te hebben bij Sie mens, Halske en IJeemaf trad ir. De Vos op 16 september 1924 als tijdelijk inge nieur in dienst bij de P.T.T. Na een korte inwerktijd in Den Haag werd hij overge plaatst naar Haarlem om zich in te wer ken in de automatisering van het eerste centralecomplex in ons land. Het betrof de centrales Haarlem, Bloemendaal, Heemstede en Aerdenhout. Kort nadat deze centrales in bedrijf wa ren gesteld vertrok ir. J. M. de Vos na een verblijf van ongeveer een half jaar in Haarlem naar Utrecht, waar hij met de volgende stap van de auto matisering werd belast. Geen nummers Over de tijd van voor de automatise ring weet ir. De Vos nog aardige bijzon derheden te vertellen. In de kleine plaat sen gaf men aldus zijn verhaal aan de telefoniste geen nummers maar slechts de namen op van de mensen met wie men verbonden wilde worden. De telefoniste kende alle nummers uit haar hoofd en zorgde dan voor een prompte doorverbin ding. Groot waren echter de moeilijkheden als in tijd van ziekte of vakantie de ver trouwde telefoniste vervangen was door een plaatsvervangster, die uiteraard niet alle dorpelingen bij naam en toenaajn ken de. De aangeslotenen konden maar niet begrijpen, dat ze een nummer in plaats van een naam moesten opgeven bij het aanvragen van telefoongesprekken. Toen de automatisering in Utrecht vol tooid was verliet ir. De Vos op 1 februari 1927 de P.T.T, en trad in dienst bij de Gemeentelijke Telefoondienst in Rotter dam. Destijds beschikten de grote plaat sen nog over een eigen lokale telefoon dienst. Hier was hij twintig jaar werk zaam en in deze periode volgde zijn be noeming tot ingenieur eerste klas. Op 1 november 1949 werd de heer De Vos benoemd tot adjunct-directeur bij de plaatselijke telefoondienst in Den Haag. Op 1 juli 1951 ruim 25 jaar na zijn eerste werkzaamheden in deze plaats kwam hij terug in het Telefoondistrict Haarlem, maar nu als directeur. Hij heeft zijn huidige functie in Haar lem dus bijna 12 jaar vervuld en in deze periode is het aantal telefoonabonnees meer dan verdubbeld. Ir. Ts Vos heeft een belangrijk aandeel gehad in de bloei van het district. In 1957 stelde hij de laatste automatische centrale in het dis trict in werking waardoor ook het tele foonnet Texel geautomatiseerd was. Thans wacht ir. De Vos, die na de eer ste mei al zijn tijd kan besteden aan zijn hobbies (wandelen, lezen en fotograferen) nog een drukke tijd van afscheid nemen. Reeds dagenlang is hij druk in de weer om samen met zijn vrouw het district door te reizen om alle bekenden de hand te drukken. Op donderdag 25 april om twee uur 's middags krijgt het personeel voor zo ver de dienst dit toelaat de gelegenheid om van de scheidende directeur afscheid te nemen. Dit zal gebeuren in de Hilde- brandzaa.I in de Smedestraat in Haarlem. De volgende dag, vrijdag 26 april, wordt een afscheidsreceptie gehouden voor in stanties buiten P.T.T.-verband, gemeente besturen, openbare bedrijven, en dergelij ke. Deze bijeenkomst wordt belegd in de Muziekzaal van café-restaurant Brink- mann in Haarlem. Ir. J. M. de Vos bij de grote kaart, waarop met gekleurde lampjes de knooppunten en eindcentrales in het Telefoondistrict Haarlem zijn aangegeven. De naam „Veronica" is de inzet ge weest van een kort geding tussen twee maatschappijen die beide hun bedrijf uit oefenen onder deze naam. Een van deze maatschappijen, de C.V. Radio Veronica, eiste van de president van de rechtbank in Amsterdam, dat de andere firma, een spaarzegelbedrijf, de naam niet meer zal mogen gebruiken op straffe van een dwang som van 1000 gulden voor iedere overtre ding, eventueel te vervangen door lijfs dwang. Dit laatste houdt verband met het feit, dat de financiële positie van de spaar- zegelfirma ongunstig geacht wordt. De Utrechtse politie heeft enige tijd geleden een officiële waarschuwing uitgegeven waarin stond dat de betrokkenen in cri mineel opzicht minder gunstige bekend staan en dat één hunner in staat van faillissement zou verkeren. Ook de Am sterdamse politie heeft gewaarschuwd dat de exploitanten van het spaarzegelbedrijf „van minder gunstig tot zeer ongunstig bekend staan", en dat zij „zonder een redelijke financiële basis zijn gestart en dat het twijfelachtig genoemd moet worden of de maatschappij eventuele verplichtin gen zal kunnen nakomen". Mr. G. Blenkman, die namens de c.v. Radio Veronica optrad, betoogde dat het commerciële radiostation niets te maken heeft met het spaarzegelbedrijf „maar de verwarring die bij het publiek is ontstaan is zo groot, dat wij niet kunnen tolereren dat-het bedrijf dezelfde naam blijft voe ren als wij", zei hij. Mr. Blenkman er kende dat de naam „Veronica" door de directie van het spaarzegelbedrijf drie weken eerder in het handelsregister is in geschreven dan die van de radiozender. Maar bepalend is volgens hem wie de naam het eerst gebruikte en dat is de c.v. Radio Veronica. Van het spaarzegelbedrijf was niemand verschenen. Wel had de advocaat van het bedrijf de rechtbank-president laten we ten, dat hij in beroep ou gaan indien de president de eis van Radio Veronica zou inwilligen. „Daar zullen we ons overigens niet door laten afschrikken", zei de presi dent. Hij bepaalde de uitspraak op 18 april. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Driel Joh. Geursen, Vicaris te Lisse te Wommels Jac. de Vries te Woudrichem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1963 | | pagina 7